BINNENLAND
WAT ANDEREN ZEGGEN
UIT ONZE OOST
KERKNIEUWS
UIT DE PROVINCIE
'schers bezet, hetgeen hen een voorüeeuge
positie bezorgt naar den Golf van Riga.
In de „Frankfurter Zeitung" is nu een en
ander omtrent de geschiedenis van deze plaats
medegedeeld, waaraan het volgende is ont
leend:
.Windau, omstreeks 1310 door meester Bi-
eliard van Dreyeniowen gesticht, ve.kreeg
in 1643 van hertog Jacob een stedelijk wa
pen. De stad ügt aan de monding van Je
gelijknamige rivier tusschen den linkeroever
en de zeekust. Midden in de stad, dient bij
de rivier, staat nog üet oude, goed bewaard,
gebleven „Ordenslilus",«waarin tegenwoordig
de overheid zetelt. De goed onderhouden
kapei van het kasteel doet dienst als Grieksch
Katholieke Kerk. Uit een oude beschrijving
van de Baitische provinciën wordt omtrent
de haven medegedeeld, dat die ruim en diep
is en dat de rivier, 30 tot 40 woei; diep, tot
twaalf werst stroomopwaarts bevaaroaar is.
Reed3 de meergenoemde hertog Jacob heett
hier een droogdok en een werf laten bouwen.
In zijn tijd was de handel van Windau, zeer
levendig; de hertog bezat 44 oorlogsschepen
en 6lt handelsvaartuigen, waarmede hij bandei
dreef op Engeland, Holland, Frankrijk, Spanje
en Portugal. Aan den bloei van Windaa werd
een einde gemaakt door een hevige pe3t-ep;dc-
mie, welke daar in 1710 woedde en die slechts
zeven gezinnen spaarde. Door den naijver
van Libau en Riga en niet minder door net
Continentale stelsel werd de wederopbbe- te
gen gehouden en ging de handel nagenoeg
teniet. Eerst in den laatsten tijd was er in
de stad weer wat meer vertier gekomen door
den houthandel en den graanuitvoer, cc door
den aanleg van een spoorlijn over Tukum naar
Riga, waar de lijn aan het spoorwegnet van
heel Rusland aansluit.
Ook als badplaats heeft Windau in de laat
ste jaren een reputatie gekregen, nadat er
in 1900 een groot sanatorium was gesticht.
.Van zee uit gezien, biedt de stad met haar
lage huisjes, waar een statige toren hoog
bovenuit steekt, en geheel in het groen ge
nesteld, een lieflijken en idyllischen aanblik.
De omgeving is niet zonder aantrekkelijk
heid. Ten zuiden van Windau strekken zich
begroeide duinen uit, met een merkwaardig
flora, welke hier onder de beschutting van de
duinen tot weelderigen groei komt en in het
Noorden en Noordoosten vindt men o a. het
noordelijkste der kasteden van Kurland, het
slot Dondangen, het grootste landgoed van
het geheele hertogdom, dat door zijn prachtige
bossehen beroemd is en waar nog in onze
dagen op elanden wordt gejaagd.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit is met ingang van 16 Aug.
benoemd tot directeur van 'het poet- en te
legraafkantoor te Meppel, N. J. Buwalda,
thans in gelijke betrekking te Velp. v
DE EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen
Dinsdagavond 27 dezer, om half negen.
DE TWEEDE KAMER.
De Tweede Kamer heeft gisteren in co
mité-generaal vergaderd. V anwege den pre
sident werd tegen vieren aan de on het Bin
nenhof wachtende journalisten medege
deeld, dat er gisteren geen openbare verga
dering meer zou zijn, maar dat de openbare
vergadering heden om 11 uur zou beginnen.
DE UITVOER VAN SCHAPEN VER
BODEN.
Men meldt ons uit Den Haag dat wegens
den onverwachten grooten toevloed van aan
vragen van consenten tot uitvoer van levcnr
de schapen, moet worden afgezien van het
aanvankelijk voornemen om gelegenheid te
geven tot uitvoer. De grenzen blijven dus
voor den uitvoer van levende schapen ge
sloten.
DE SOC.-DEM. KAMERFRACTIE.
Het Volk meldt, dat de soc.-dem. Kamerfrac
tie, op uitdrukkelijk verlangen van den heer
.Troelatra, een nieuwen voorzitter heeft be
noemd.
Als zoodanig werd gekozen de heer J. H.
Schaper, tot heden 2e voorzitter der fractie.
De heer Schaper heeft de benoeming aange
nomen met dien verstande, dat hij, evenals de
geheele fractie, deze beschouwt als een tijde
lijke, namelijk tot de afgetreden voorzitter
wederom beschikbaar is.
Tot tweeden voorzitter werd de heer H. Spiek
man gekozen.
DE RIJKSMIDDELEN.
Do Rijksmiddelen over de maand Juni
maken een zeer gunstig figuur. Voor het
eerst toch sinds het uitbreken van den oor
log kunnen wij bij vergelijking met de over
eenkomende maand van het voorafgaande
iaar op vooruitgang wijzen, en wel een van
bijna 700,000. Het leeuwenaandeel daarvan
komt met bijna 590,000 op rekening der suc
cessierechten, die overigens dit jaar zeer
achterlijk zijn. De directe belastingen brach
ten bijna een millioen meer op dan in Juni
1914. Daarentegen bleven de industriebelas
tingen nog steeds ruim 400,000 ten achter,
en zulks ondanks bet feit, dat tengevolge
der vleescbprijzen de accijns op het geslacht
ruim 200,000 meer inbracht. Verblijdend is
verder het verschijnsel, dat bet bedrag der
invoerrechten langzaam aan weer op nor
maal niveau komt, waartegenover staat dat
loodsgelden nauwelijks iets meer dan een
vierde gedeelte opbrachten van wat Juni
1914 opleverden.
DE STIJGING DER AARDAPPELEN-
PRIJZEN.
Naar aanleiding van de buitengewone stijging
.van de prijzen der aardappelen heeft, naar de
N. R. Ct. meldt, de Rotterdamache combinatie
in aardappelen-, groenten- en fruithandel tele
grafisch den minister van Landbouw verzocht,
den uitvoer van aarappelen stop te doen zetten.
DE MEEL- EN BROODPRIJZEN.
De minister van landbouw, nijverheid en han
del heeft besloten:
lo. den prijs van tarwebloem (gebuild in
land sch uitsluitend één soort) te stellen op
20.75 per 100 KG.;
2o. den prijs van tarwemeel (on&ebuild) te
«tellen op 17.50 per 100 K.G.;
3o. dat de onder lo. en 2o. vastgestelde prijzen
netto, contant, af fabriek, molen of maga
zijn voor bakkers en dergelijke verbruikers en
dat aan tusschen personen op- verzoek een reduc
tie moet worden toegekend, als is aangegeven in
de ministerieelfl circulaire van 23 Maart j.l.,
no. 12001/6;
4o. den maximum prijs voor brood vast te
stellen per K.G. contant, afgehaald aan bakkerij
of winkel voor gebuild tarwe-waterbrood 24
cents; gebuild tarwe-waterbrood, gebakken on
der rabbinaal toezicht, 25 cents; de prijzen van
andere soorten gebuild tarwebrood naar even
redigheid; ongebuild tarwebrood (bruinbrood)
op 20% cent.
Een inooie aanhouding. De politie te
Arnhem heeft aangehouden zekeren A. R.,
een 16-jarigen loopjongen, die zich aan een
drietal diefstallen met braak had schuldig
gemaakt. De jongen, die blijkbaar een vol
leerd klimmerebaas is, had j.l. Zondag voor
drie weken m een glasmagazijn ingebroken;
hij was daartoe op klaarlichten dag over
verschillende daken gewandeld, had een
glasruit stukgeslagen en was door de ope
ning naar binnengedrongen. Hierbij had hij
een klimpartij tusschen glaswerk volvoerd,
een betere zaak waardig. De cassa in het
magazijn werd van eenig geld beroofd en
het gestolene ging naar de stoomcaroussel.
die toen daar op het Roermondplein stond.
Den volgenden Zondag klom ons jong-
mensch op een dak aan de Torensteeg. Hij
ging toen in een onbewoond huis, klom van
daar in een daarnaast gelegen onbewoond
pand en ging daarna op een afdak van een
bewoner der Turfstraat, die hem ontdekte.
Deze laatste vroeg hem wat hii daar op het
dak moest zoeken, waarop het antwoord
kwam: „ik ben mijn bal kwijt, en ik wil dien
ophalen." De jongen klom verder en over
verschillende daken bereikte hij het dak van
het Achter den Toren gelegen magazijn van
den heer V. Hier wist hij binnen te komen
en de cassa van een geldbedrag van onge
veer 6.te ontdoen, waarna hii naar den
zolder ging en uit een dakraam in de goot
klom.
Verder ging hij naar een afvoerpijp en
liet zich daarlangs een levensgevaarlijke
toer naar beneden in de Torensteeg zak
ken. Eene' daartegenover wonende vrouw
zag hem naar beneden glijden en ijlings ver
dwijnen. Dit geschiedde des namiddags om
half zes.
Nu j.l. Zondag bracht hii een bezoek aan
een aan de Ketelstraat gelegen magazijn
na eerst een klimpartij over verschillende
daken van huizen grenzende aan de Zwanen-
straat te hebben gemaakt. Hier wist hij door
een tuimelraam binnen te komen, doch hij
vond niets of niet veel van zijn gading,
waarna hij met den sleutel van de achter
poort het magazijn verliet. Gisteren viel hij
in handen van den rechercheur. Plattel, die
hem aanhield en ter beschikking van den
commissaris van politie stelde. De jongen,
die een volledige bekentenis aflegde, is thans
ter beschikking van de justitie gesteld.
De hond van den minister. Minister Treub
bracht dezer dagen een bezoek aan de gemeente
Aalsmeer en kocht van den politio-agent al
daar zijn politic-hond voor een aanzienlijk be
drag. Men herinnert zich de inbraak, die korte
lings bjj den minister plaats vond, waarbij de
dieven des ministers zilverkast plunderden; van
daar de koop, om zeh door middel van een poli
tiehond voortaan voor dergelijke ongenoode gas
ten te vrijwaren.
Ongelukken. Tusschen de legerplaats Olde-
broek en Tongeren is een reservist met een mo
torrijwiel zoo vervaarlijk tegen een paard en
wagen van de firma Jansen, te Epe, aangereden,
dat het paard een been werd verbrijzeld en het
dier dadelijk moest worden afgemaakt. De wiel
rijder heeft zware verwondingen bekomen en
het motorrijwiel is erg beschadigd.
Te Middel, gem. Olst, is een landbouwers
zoon met een been tusschen de vlijmscherpe
messen van een in werking zijnde maaimachine
gekomen. Ernstig gewond is hij naar het zie-
kernhuis te Deventer vervoerd.
Te Koewacht (Zeeuwsch-Yl.) reed de 17-
jarige landbouwersknecht J. van R., met de
paarden en d» slede huiswaarts. Onderweg
schrikten de paarden van een auto, de knecht
viel en werd door den ploeg, welke op de slede
stond, gedood.
Droevig ongeluk. Gisterenavond om
streeks 7 uur geraakte het 6-jarig knaapje
Hanse, wonende aan de Foelieetraat te Amster
dam met het hoofd bekneld tusschen de stang
van de brug over de Nieuwe Heerengracht bij
de Weesperstraat, toen deze brug werd neerge
laten. Bloedend aan het hoofd verwond werd
het kind naar het Israëlietisch Ziekenhuis ver
voerd. Bij aankomst aldaar bleek het reeds te
zijn overleden.
Overreden. Het 11-jaiig kind van V. M.
te Princenhage is gisterenmiddag spelende on
der een auto geraakt. De dood trad onmiddellijk
in.
Een familie-roman uit het jaar 1914-1915.
Men schrijft uit het Rijnland aan de „N. R. O.":
Voor eenige dagen heeft het gerechtshof te
Essen gen geval van oplichting behandeld, dat
vrijwel aan het ongeloofelijke grenst en eigen
lijk in een bioscoop thuis hoort.
Het geval speelt in den tijd, toen er nog vrede
was en is weer een hernieuwd bewijs, hoe lieht-
geloovig ouders worden, als zij in het bezit van
huwbare dochters zijn. In den goeden, ouden tijd
waren papa en mama dan al zeer bizonder op
hun hoede, wantrouwend tegen eventueele
schoonzoons, als een dubbele Cerberus den huw
baren schat bewakend.
Maar in onzen gezegenden tijd is het dikwijls
juist omgekeerd en verliezen sommigen in de
uithuwelijkingsperiode de dosis nuchter ver
stand, die elk middelmatig menseh gewoonlijk
bezit.
Hoofdpersoon bij dit drama, waarbij een doode
valt en een geheele familie straatarm gemaakt
wordt, is een verversknecht uit Duisburg, Klein-
Kilberg genaamd, die op een goeden dag z'n
verfkwasten vaarwel zegt en met behulp van
een goeden kleermaker in een nieuwe functie
optreedt, als agent van een groote bouwgrond
maatschappij, die in alle werelddeelen grond
aankoopt en juist in de buurt van Essen voor
een aantal millioenen aan terreinen heeft aan
gekocht.
De nieuwbakken agent komt in dit gefingeer
de stadium in aanraking met een juweliersfa
milie in Essen en leert er de 25-jarige dochter
kennen. Hij doet aanzoek en wordt als toekom
stige schoonzoon aangenomen. En dat met
graagte, want zoo'n goede partij komt niet iede-
ren dag voorl Bijv. bij die aankoopen rondom
Essen ia hem de kleinigheid van 45.000 mark
voor zijn bemiddeling toegewezen en wie zoo
iets klaarspeelt, kan 't binnen een paar jaar
tot millionair gebracht hebben.
Daarom is de juwelier heelemaal niet zuinig
bij het aankoopen van het uitzet van zijn doch
ter, die in Duitschland o.a. uit de geheele in
richting der woning bestaat. Eenige duizenden
marken besteedt papa daaraan, zoodat het
den aanstaanden schoonzoon erg bevredigt.
Deze zit bovendien op het oogenblik krap in
het geld en dit gewone oplichtersmotief trekt
ditmaal niet de aandacht, want iedereen in de
familie begrijpt, dat zoo'n som maar niet in een
oogenblik wordt uitbetaald. Bovendien zijn er
hooge personages in het spel en de jonge man
zou door aanmanen tot betaling wel eens zijn
toekomst kunnen bederven.
Dus neemt de vader, die al zijn geld aan den
uitzet besteed heeft, 3000 Mark uit een kas, die
hij als bestuurslid beheert en leent die den ncbe-
len schoonzoon. Want deze heeft ze broodnoo-
dig! Gelijk hij uit brieven en telegrammen aan
toont, moet hij naar Dortmund, waar een hoogst
voornaam gezelschap van ministers en geld-
baronnen met hem onderhandelen moet. Een
minister zal hem de beloofde som daar uitbeta
len. -
In Dortmund zoekt de jonge man ander, aan
genamer gezelschap op, verbrast de 3000 Mark
in bars en maakt schulden op naam van den
juwelier en op een goeden dag ontvangt de
laatste een uitvoerig elegram uit Luik, dat de
minister in deze stad zou komen met de 45 lap
jes van 1000 mark.
Dit is het begin der jacht op het geld, want
de minister laat den agent snoodelijk in Luik
zitten, ontbiedt hem telegrafisch naar Brussel,
Ostende, Nancy, naar Londen, Buenos-Aires,
Lissabon, naar Zwitserland, Weenen en Boeda
pest. En steeds is de vertegenwoordiger der
maatschappij even te voren vertrekken, zoodat
de 45.000 mark in de lucht blijven zweven. Aan
die jacht doen soms de juwelier en zijn zoons
mede en de goeie man moet zijn juweelen en
papieren te gelde maken om de kosten van
schoonzoon en reis te dekken. De jacht wordt op
gegeven, als de minister hem naar.Afrika
roept om tot uitbetaling over te gaan.
Intusschen heeft de aanstaande schoonzoon
een nieuw thema verzonnen. Zijn reizen zijn
toch niet vruchteloos geweest, want hij heeft
kennis gemaakt met een vermogende groep, die
in het geheim de vrijmetselaars bestrijdt. Ook
hier heeft hij zijn verdiensten vertoond en krijgt
een kleine gratificatie van 50.000 mark, maar
deze mogen volgens de statuten alleen aan de
wettige echtgenoote uitbetaald worden.
Dus trouwt de veelbelovende jonge man in
Essen en het jonge paar gaat naar Donden om
het geld in-ontvangst te nemen. Helaas, met
negatief resultaat. Maar geen nood, want de
minister is weer terug en wil het bedrag in
Zwitserland uitbetalen.
De maatschappij heeft zich definitief in Zuid-
Afrika gevestigd en de schoonzoon wil uit er
kentelijkheid z'n familie daar allerlei beste
baantjes bezorgen. De laatsten reizen volgens
afspraak naar Nancy, nadat de juwelier al zijn
bezittingen te gelde heeft gemaakt.
Maar in Nancy komt een telegram ditmaal
echt dat de dochter in Londen gestorven is,
terwijl de echtgenoot in Zwitserland verblijft.
Daarheen reist de familie en de schoonzoon weet
tegen borgstelling van den juwelier allerlei geld
los te maken. Hij reist met zijn zwagers naar
Weenen, Boedapest, Leipzig, Hamburg ell Ber
lijn, en beproeft de beide jongelui in adellijke
kringen, die hij door zijn anti-loge werkzaam
heden kent, uit te huwelijken. In werkelijkheid
zijn ht echter dametjes uit bars en danspalei
zen, die noch geld noch trouwlustigheid bezit
ten.
Terwijl de familie zich in bovengenoemde
vooruitzichten verheugt, gaat de schoonzoon al
leen op zaken uit. In de beide hoofdsteden van de
monarchie pleegt hij huwelijksbedriegerijen en
weet drie families in Zwitserland te verlokken
om in Zuid-Afrika te gaan wonen, maar neemt
hun te voren het geld af.
Met den juwelier is het ondertusschen al heel
slecht gegaan. In Essen is hij bij verstek veroor
deeld wegens de 3000 mark uit de vereenigings-
kas en hij wordt door Zwitserland uitgeleverd.
In de gevangenis krijgt hij een brief uit Lon
den, waarin de schoonzoon om de hand van de
tweede dochter vraagt en hem per chéque
250.000 mark toezendt, betaalbaar bij een niet-
bestaande bank in Hamburg. De dochter reist
met een broer naar Londen om te trouwen, maar
komt na eenige dagen met een bedelbrief om
geld terug. Eerst dan gaan den juwelier de
oogen open en bemerkt hij in de handen van een
geslepen oplichter gevallen te zijn.
Een half jaar later heeft de juwelier zijn straf
uitgezeten. De oorlog komt en menig verdacht
sujet vlucht bij gebrek aan papieren naar het
vaderland terug.
In Essen ontmoet de juwelier op straat zijn
schoonzoon in een versleten pak en laat hem
in hechtenis nemen.
En 't slot van het drama is, dat deze tot drie
jaar gevangenisstraf veroordeeld wordt en de
juwelier op straat staat.
OVERHAASTING.
„Het Huisgezin" schrijft:
Minister Churchill heeft aan don Londen-
schen correspondent der „N. R. Ct," verze
kerd. dat Engeland in geen geval en op gee
nerlei wijs onze onzijdigheid zou aantasten.
Noch zal Engeland ertoe meewerken, dat
op het vredescongres, wanneer de bondgenoo-
ten daar de lakens hebben uit te doelen,
aan de zelfstandigheid en onafhankelijkheid
van Nederland worde te kort gedaan.
Deze uitingen van minister .Churchill ge
ven üe meening van de Engelscho regee
ring weer.
Het Volk haast zich, uit deze verklaring
politieke munt te slaan.
Zij verzekert, dat er thans voor legeruit-
breiding minder reden is dan ooit.
En zij vraagt, .of het niet mogelijk is, in
verstandhouding met de oorlogvoerende par
tijen, de lasten van de handhaving der
neutraliteit te verminderen, m.a.w. over, te
gaan tot een gedeeltelijke demobilisatie.
Is het Volk niet wat overhaastig?
Churchill en Asquith zijn natuurlijk ach
tenswaardige politici, maar er zijn andere,
niet minder achtenswaardige politici, wier
geschreven en gesproken woord voor den
toets van wat politieke noodzakelijkheid
werd geheeten, is bezweken.
Welke zekerheid is er, dat Churchill's ver-
klaring door de bondgenooten van Engeland
wordt onderschreven, thans en later?
Welke waarborg is er, dat Churchill en
Asquith aan het bewind zulten blijven en
hun verklaringen niet eenmaal den stapel
„vodjes papier" zulten vergrooten?
Merkwaardig is wel, dat het Volk, het
welk zich niet steeds door blind geloof in
betuigingen van staatslieden en diplomaten
heeft onderscheiden, thans de verzekeringen
van een Engelsch minister als een evange
lie aanvaardt.
De voorslag van het .Volk, om met de
de oorlogvoerende partijen eens te praten
over een gedeeltelijke demobilisatie, getuigt
van gemoedelijkheid, een eigenschap, die in
deze omstandigheden niet de eerstnoodige is.
Maar wij houden ons overtuigd, dat zij
onze regeering tot een dergelijk overleg
niet bereid zal vinden.
Of wij ons leger zullen versterken dan
wel tot eene gedeeltelijke demobilisatie zul
len overgaan zijn vragen, die wij zelf heb
ben te beantwoorden, waaromtrent wij geen
voeling kunnen houden met de oorlogvoe
rende partijen, willen wij niet reeds van
onze onafhankelijkheid een deel prijs geven.
Bovendien doet zich de practische zwarig
heid voor, dat de adviezen der partijen te
genstrijdig kunnen zijn en wij dus, Welken
weg we zouden inslaan, in ieder geval zou
den afwijken van den raad der eene partij,
wat een vermoeden zou kunnen scheppen
van de andere partij meer genegen te zijn.
Laten we inzake de handhaving onzer
neutraliteit, wat daarvoor noodig en wen-
schelijk is, de oorlogvoerenden er buiten
houden en op een ministerieel woord niet
te lichtgeloovig afgaan.
HUMOR VOOR DE POLITIEROL.
Het „Pad. Hand." schril Ct:
Ongeveer tien dagen geleden stonden voor
den Landraad te Padang twee Maleische boe
ven terecht, dader en medeplichtige..
Toen het vonnis uitgesproken was, waarbij
beiden tot één jaar werden veroordeeld, ston
den zij op, maar in hetzelfde oogenblik bracht
de dader den medeplichtige zulk een siag in
het gelaat toe, dat de. neus van den diefjes
maat opeens een geheel audere constructie,
vertoonde, .terwijl het bloed eruit droop.
Het bleek, dat de dader woedend wa3 op
zijn medeplichtige, omdat deze te veel tegen
hem getuigd had en met het feit, dat 'deze
eest e ven hooge straf gekregen had, hield hij
geen rekening.
Groote consternatie in de rechtszaal, maar
ofschoon de voorzitter van den Landraad veel
neiging toonde om boef nummpr één nog een
jaar erbij te geven, kon hij dat niet, omdat
het hier een klapzaak betrof, die voor den
politierechter moest worden gebracht,
Dus had het recht z'n normaal ver.oop en
moest boef nummer één zich voor de rol
verantwoorden.
„Waarom heb jij dat gedaan?" vroeg de
politierechter.
„Kijk, meneer, dat zal ik u vertellen, Ik
droomde, dat ik mijn medebeklaagde een oog
had uitgeslagen, en toen ik hem dat verleide,
antwoordde hij, dat een droom een geldelijke
uitspraak was en dat ik gerust een zijner
oogen voorgoed mocht dichtslaan."
Toen de zitting van den Landraad afg.eloo-
pen was, kwam die droom mij 'weer in de
gedachten en ik draalde niet om dien tot wer
kelijkheid te maken. Overigens heb ik mijn
medebeklaagde erg lief, al spijt het mij van
wege den droom, dat de slag op z ,u 'neus
en niet op zijn oog terecht kwam."
Toen de man uitgesproken had, richtte de
djaksa zich tot den politierechter:
„Meneer, u hebt toch ook iets gedroomd,
nietwaar?"
Politierechter „Ja zeker, ik droomde, dat
ik dezen boef met een maand gestraft had fen
nu maak ik van dien di oom werkelijkheid."
Djaksa „Ik had ook gedroomd, dat mijn
eiscb een maand zou zijn en dus zijn uitspraak
en eisch niet in strijd met elkaar."
Een maand beteekende voor den boef al
heel weinig, maar voor hem was de grootste
straf, dat hij door de talrijke inlanders, die de
zitting bijwoonden, op voor een inlandoi hart
verscheurende wijze in het ootje werd ge
nomen.
De menschen lachten hem dermate uit,
dat de man zich zichtbaar schaamde.
Dat de weinige Europeanen, die het geval
bijwoonden, zich eveneens niet weinig amu
seerden," behoeft geen betoog.
PESTBE3TRI JD'ING -
Men schrijft aan de „Loc.":
Niettegenstaande de gunstige berichten in
verschillende bladen neemt het lijdelijk ver
zet in de dessa's tegen de maatregelen van
den dienst der pestbestrii.ding toe* met het
gevolg, dal althans in verschillende afdeelin-
gen de arbeid zoo goed als stil ligt Na
tuurlijk werpt men in sommige kringen alle
schuld op den inlander, doch het resultaat,
dat enkele artsen konden bereiken, is er daar
om te bewijzen, dat men zelfs met een lastig
volkje als de Madoereezen heel wat kan uit
voeren, als er slechts twee goéde factoren
aanwezig zijn, samenwerking tusschen B. B.
en P. D'. en dan de noodig,e tact bij'den te-der.
Het is dr. .Van Schelven door zijn gemoedelijk
optreden tegenover de andere nog al lastige
Madoereezen toch maar gelukt de woning
verbetering zonder eenig verzet van de zijde
der bevolking door te voeren.
Het ontbreken van wat toegevendheid bij
de artsen, is in de meeste gevallen de oorzaak
zoowei van de onaangenaamheden met het
B. B. als met de bevolking. Het is dan ook
teekenend, dat de geschillen tusschen beida
genoemde machten en het verzet der bevol
king vooral daar sterk voorkomen, waar de.
geneesheer optreedt als een Daendeis, althans
daarvan "de allures aanneemt. Men kan ervan
overtuigd wezen, dat die artsen het werkelijk
goed meenen, de verbeteringen ten koste van
alles willen doorvoeren, omdat zij van mee«
ning zijn, dat zulks inderdaad is in het alge
meen belang en daarom, zooals een der heereu
zei: „we .willen ze ten uitvoer brengen, al
was het over de lijken der inlanders". DU
is beslist historisch. ,,De Inlanders zijn kin
deren en moeten als zoodanig behandeld wer
den", meende hij, om natuurlijk te besluiten,
dat wij, de ethisch aangelegden, die iedereu
koelie als een heer willen behandelen, do
zaak bederven.
Het is te hopen, dat de Regeering uit den
gang van zaken in deze residentie de noodigs
leering getrokken zal hebben en voor den
dienst in het binnenlqnd alleen gebruik zal
maken van de diensten van die artseu. die
eenigszins op de hoogte van de landstaal zijn
en blijkens de ervaring de noodige late be
zitten. Om bij kenni3 der taal enkel door de
kracht van zijn bevel de gehoorzaamheid
der bevolking te erlangen, behoort men een
assistent-resident of regent te zijn, of in hooge
mate den eerbied der bevolking te bezteieu.
Voor het werk der woningverbetering rneft
men zoo goed als niets aan de pas uitgekomen
artsen.-
PASTOOR A. H. M. GOOSSENS t.
Te Meerveldhoven (N.-Br.) is overleden de
Zeereerw. heer A. H. M. Goossens, pastoor
aldaar.
Adv.
haarlemmermf.fr.
Linkse he manieren? De „Nieuw
Meerbode" schrijft:
„Toen Zaterdag, na afloop van de recntsche
meeting in het café „De Landbouw" te Hoofd
dorp, de voorzitter der vergadering, de heer
C. van .Wijk Hz., per rijwiel naai- huis zou
terugkeeren, werd hij door een der bezoeker3
gevolgd De heer Van W., geen kwaad ver
moedende, sloeg daarop verder geen acht,
doch nadat hij misschien op zijn hoogst een
tiental meters gereden had, werd hij door
zijn vervolger plotseling aangevallen en niet
rijwiel en al ter aarde geworpen. Die held,
die zich aan deze lage daad schuldig maakte,
koos onmiddellijk daarna het hazenpad en
verdween in de duisternis, zonder act Lend
te worden. De aanslag liep voor deu heer-
Van .Wijk nog betrekkelijk goed af. Ofschoon,
begrijpelijkerwijs, zeer geschrokken en bloe
dende uit gelukkig niet ernstige kwetsuren
aan het hoofd, kon hij zijn rijwiel weer b3
stijgen en daarmee zijn woning bereiken.
Jammer is het, dat er weinig of geen kans
bestaat, om den aanrander te ontdekken. Ove
rigens is deze geschiedenis een waardig slot
op het rumoerig gedrag van vele litiksche
bezoekers der vergadering, die nog leeren
moeten, eerbied te hebben voor de overtuiging
van „andersdenkenden".
„Van eenige „verdraagzaamheid zelfs ont
brak alle spoor bij hen, toen stilte word
verzocht voor het sluiten der verga lering
met dankzegging en gebed. Onder veei
rumoer toch werd de vergadering geëindigd.
Het kan zijn, dat men dit ook al voor den
„vooruitgang" onzer gemeente noodig acht.
.Wij, en veten met ons, zullen er ons echter
aan ergeren en wenschen van harte, dat bij
volgende vergaderingen, die door onze partif
mochten belegd worden, dergelijke „vooruit
gangers" afwezig zullen zij'n."
ZAND VOORT.
„Onderling Hulpbetoon". Uit het drie-
maandelijksch verslag over het 2de kwar
taal blijkt, dat is ontvangen aan contribn*
tie f 753.50, aan rente f 135, totaal f 888.50.
De uitgaven bedroegen: aan uitkeering bij
ziekte en overlijden f 709, verplegingskos-
ten in gasthuizen f 119.65, bodeloonenf 61.81
schrijfbehoeften f 1.23, totaal f 891.69, zoo
dat het nadeelig saldo f 3.19 bedraagt. Bo
vendien werd ais extra toelage alsnog uit-
keerd de som van f 226.
Aangekomen vreemdelingen. C. P. Hogestijn,
Amsterdam, Kostverlorenstr. 81, 8 p. B. Baas,
Amsterdam, Koningstraat 10, 4 p. J. Scheuer,
Bussum, Kanaalweg 37, 6 p. G. Nijkerk, Amster
dam, Koningstr. 17, 2 p. P. A. T. J. Eernantzen,
Amsterdam, Willemstr. 8, 3 p. A. C. Schroot,
Amsterdam, Kerkplein 7, 4 p. J. Fles, Amster
dam, Heemskerkstr. 7, 9 p. R. Monnikendam,
Amsterdam, Zeestr. 9, 1 p. S. v. d. Graaf, Am
sterdam idem lp. J. Roovaart, Amsterdam,
Spoorstraat 13, 3 p. P. W. Houtman, Banjoewas,
Rockveldstr. 30. 6 p. J. Friedman, Burg, Engstr.
23, 8 p. F. Wallring, Amsterdam, Oosterstr.-7,
3 p. Fam. Gildemeier, Amsterdam, Hoogeweg
39, 5. p. Wed. Wayner, Amsterdam, Duinweg
17, 1 p. F. A. Reemersma, Amsterdam, id. 0 p<
L.'d. Vliegenthart, Dordrecht, Dr. Mezgerstr.
69 6 p. F. J. Barens, Amsterdam, Koningstr-
8ö' 3 p. C. F. Bandei, Amsterdam, Schelpenplein
2 1 p. N. Miedema, Groote Krocht 14, 3 p-
Fam- Geerling, Kerkstraat 17, 8 p. J. Roy ak
kers, Amsterdam, Zandv.laan 16, 4 p. H. van
Arem, Amsterdam, Oosterstraat 1, 5 p. Mevr.
Kok, Amsterdam, Pension Senpost, 8 p. Mevr.
Franke, Haarlem, dem 1 p. E. Monasoh, Am'
Sterdam, Zeestraat 15, 8 p. M. Koopman, Am
sterdam, Dunweg 13, 5 p. H. Huijpg, Amster
dam, Willemstr. 13, 6 p. J. Hartog, Amsterdam,
Brugstraat 6, 5 p. J. de Haan, Amsterdai
Parkstraat 2, 4 p. G. Cornelsee, Amsterdam,
idem 1 p. D. van Wilpe, As ter am, Uilstr. A
p. C. Eewens, Amsterdam, idem 2 p.
Nagel, Amsterdam, Uilstr. 18, 9.P- Fam. Web*
Amsterdam, idem 5 p.