BINNENLAND WAT ANDEREN ZEGGEN UIT ONZE OOST KERKNIEUWS UIT DE PROVINCIE 'schers bezet, hetgeen hen een voorüeeuge positie bezorgt naar den Golf van Riga. In de „Frankfurter Zeitung" is nu een en ander omtrent de geschiedenis van deze plaats medegedeeld, waaraan het volgende is ont leend: .Windau, omstreeks 1310 door meester Bi- eliard van Dreyeniowen gesticht, ve.kreeg in 1643 van hertog Jacob een stedelijk wa pen. De stad ügt aan de monding van Je gelijknamige rivier tusschen den linkeroever en de zeekust. Midden in de stad, dient bij de rivier, staat nog üet oude, goed bewaard, gebleven „Ordenslilus",«waarin tegenwoordig de overheid zetelt. De goed onderhouden kapei van het kasteel doet dienst als Grieksch Katholieke Kerk. Uit een oude beschrijving van de Baitische provinciën wordt omtrent de haven medegedeeld, dat die ruim en diep is en dat de rivier, 30 tot 40 woei; diep, tot twaalf werst stroomopwaarts bevaaroaar is. Reed3 de meergenoemde hertog Jacob heett hier een droogdok en een werf laten bouwen. In zijn tijd was de handel van Windau, zeer levendig; de hertog bezat 44 oorlogsschepen en 6lt handelsvaartuigen, waarmede hij bandei dreef op Engeland, Holland, Frankrijk, Spanje en Portugal. Aan den bloei van Windaa werd een einde gemaakt door een hevige pe3t-ep;dc- mie, welke daar in 1710 woedde en die slechts zeven gezinnen spaarde. Door den naijver van Libau en Riga en niet minder door net Continentale stelsel werd de wederopbbe- te gen gehouden en ging de handel nagenoeg teniet. Eerst in den laatsten tijd was er in de stad weer wat meer vertier gekomen door den houthandel en den graanuitvoer, cc door den aanleg van een spoorlijn over Tukum naar Riga, waar de lijn aan het spoorwegnet van heel Rusland aansluit. Ook als badplaats heeft Windau in de laat ste jaren een reputatie gekregen, nadat er in 1900 een groot sanatorium was gesticht. .Van zee uit gezien, biedt de stad met haar lage huisjes, waar een statige toren hoog bovenuit steekt, en geheel in het groen ge nesteld, een lieflijken en idyllischen aanblik. De omgeving is niet zonder aantrekkelijk heid. Ten zuiden van Windau strekken zich begroeide duinen uit, met een merkwaardig flora, welke hier onder de beschutting van de duinen tot weelderigen groei komt en in het Noorden en Noordoosten vindt men o a. het noordelijkste der kasteden van Kurland, het slot Dondangen, het grootste landgoed van het geheele hertogdom, dat door zijn prachtige bossehen beroemd is en waar nog in onze dagen op elanden wordt gejaagd. UIT DE STAATSCOURANT. Bij Kon. besluit is met ingang van 16 Aug. benoemd tot directeur van 'het poet- en te legraafkantoor te Meppel, N. J. Buwalda, thans in gelijke betrekking te Velp. v DE EERSTE KAMER. De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen Dinsdagavond 27 dezer, om half negen. DE TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer heeft gisteren in co mité-generaal vergaderd. V anwege den pre sident werd tegen vieren aan de on het Bin nenhof wachtende journalisten medege deeld, dat er gisteren geen openbare verga dering meer zou zijn, maar dat de openbare vergadering heden om 11 uur zou beginnen. DE UITVOER VAN SCHAPEN VER BODEN. Men meldt ons uit Den Haag dat wegens den onverwachten grooten toevloed van aan vragen van consenten tot uitvoer van levcnr de schapen, moet worden afgezien van het aanvankelijk voornemen om gelegenheid te geven tot uitvoer. De grenzen blijven dus voor den uitvoer van levende schapen ge sloten. DE SOC.-DEM. KAMERFRACTIE. Het Volk meldt, dat de soc.-dem. Kamerfrac tie, op uitdrukkelijk verlangen van den heer .Troelatra, een nieuwen voorzitter heeft be noemd. Als zoodanig werd gekozen de heer J. H. Schaper, tot heden 2e voorzitter der fractie. De heer Schaper heeft de benoeming aange nomen met dien verstande, dat hij, evenals de geheele fractie, deze beschouwt als een tijde lijke, namelijk tot de afgetreden voorzitter wederom beschikbaar is. Tot tweeden voorzitter werd de heer H. Spiek man gekozen. DE RIJKSMIDDELEN. Do Rijksmiddelen over de maand Juni maken een zeer gunstig figuur. Voor het eerst toch sinds het uitbreken van den oor log kunnen wij bij vergelijking met de over eenkomende maand van het voorafgaande iaar op vooruitgang wijzen, en wel een van bijna 700,000. Het leeuwenaandeel daarvan komt met bijna 590,000 op rekening der suc cessierechten, die overigens dit jaar zeer achterlijk zijn. De directe belastingen brach ten bijna een millioen meer op dan in Juni 1914. Daarentegen bleven de industriebelas tingen nog steeds ruim 400,000 ten achter, en zulks ondanks bet feit, dat tengevolge der vleescbprijzen de accijns op het geslacht ruim 200,000 meer inbracht. Verblijdend is verder het verschijnsel, dat bet bedrag der invoerrechten langzaam aan weer op nor maal niveau komt, waartegenover staat dat loodsgelden nauwelijks iets meer dan een vierde gedeelte opbrachten van wat Juni 1914 opleverden. DE STIJGING DER AARDAPPELEN- PRIJZEN. Naar aanleiding van de buitengewone stijging .van de prijzen der aardappelen heeft, naar de N. R. Ct. meldt, de Rotterdamache combinatie in aardappelen-, groenten- en fruithandel tele grafisch den minister van Landbouw verzocht, den uitvoer van aarappelen stop te doen zetten. DE MEEL- EN BROODPRIJZEN. De minister van landbouw, nijverheid en han del heeft besloten: lo. den prijs van tarwebloem (gebuild in land sch uitsluitend één soort) te stellen op 20.75 per 100 KG.; 2o. den prijs van tarwemeel (on&ebuild) te «tellen op 17.50 per 100 K.G.; 3o. dat de onder lo. en 2o. vastgestelde prijzen netto, contant, af fabriek, molen of maga zijn voor bakkers en dergelijke verbruikers en dat aan tusschen personen op- verzoek een reduc tie moet worden toegekend, als is aangegeven in de ministerieelfl circulaire van 23 Maart j.l., no. 12001/6; 4o. den maximum prijs voor brood vast te stellen per K.G. contant, afgehaald aan bakkerij of winkel voor gebuild tarwe-waterbrood 24 cents; gebuild tarwe-waterbrood, gebakken on der rabbinaal toezicht, 25 cents; de prijzen van andere soorten gebuild tarwebrood naar even redigheid; ongebuild tarwebrood (bruinbrood) op 20% cent. Een inooie aanhouding. De politie te Arnhem heeft aangehouden zekeren A. R., een 16-jarigen loopjongen, die zich aan een drietal diefstallen met braak had schuldig gemaakt. De jongen, die blijkbaar een vol leerd klimmerebaas is, had j.l. Zondag voor drie weken m een glasmagazijn ingebroken; hij was daartoe op klaarlichten dag over verschillende daken gewandeld, had een glasruit stukgeslagen en was door de ope ning naar binnengedrongen. Hierbij had hij een klimpartij tusschen glaswerk volvoerd, een betere zaak waardig. De cassa in het magazijn werd van eenig geld beroofd en het gestolene ging naar de stoomcaroussel. die toen daar op het Roermondplein stond. Den volgenden Zondag klom ons jong- mensch op een dak aan de Torensteeg. Hij ging toen in een onbewoond huis, klom van daar in een daarnaast gelegen onbewoond pand en ging daarna op een afdak van een bewoner der Turfstraat, die hem ontdekte. Deze laatste vroeg hem wat hii daar op het dak moest zoeken, waarop het antwoord kwam: „ik ben mijn bal kwijt, en ik wil dien ophalen." De jongen klom verder en over verschillende daken bereikte hij het dak van het Achter den Toren gelegen magazijn van den heer V. Hier wist hij binnen te komen en de cassa van een geldbedrag van onge veer 6.te ontdoen, waarna hii naar den zolder ging en uit een dakraam in de goot klom. Verder ging hij naar een afvoerpijp en liet zich daarlangs een levensgevaarlijke toer naar beneden in de Torensteeg zak ken. Eene' daartegenover wonende vrouw zag hem naar beneden glijden en ijlings ver dwijnen. Dit geschiedde des namiddags om half zes. Nu j.l. Zondag bracht hii een bezoek aan een aan de Ketelstraat gelegen magazijn na eerst een klimpartij over verschillende daken van huizen grenzende aan de Zwanen- straat te hebben gemaakt. Hier wist hij door een tuimelraam binnen te komen, doch hij vond niets of niet veel van zijn gading, waarna hij met den sleutel van de achter poort het magazijn verliet. Gisteren viel hij in handen van den rechercheur. Plattel, die hem aanhield en ter beschikking van den commissaris van politie stelde. De jongen, die een volledige bekentenis aflegde, is thans ter beschikking van de justitie gesteld. De hond van den minister. Minister Treub bracht dezer dagen een bezoek aan de gemeente Aalsmeer en kocht van den politio-agent al daar zijn politic-hond voor een aanzienlijk be drag. Men herinnert zich de inbraak, die korte lings bjj den minister plaats vond, waarbij de dieven des ministers zilverkast plunderden; van daar de koop, om zeh door middel van een poli tiehond voortaan voor dergelijke ongenoode gas ten te vrijwaren. Ongelukken. Tusschen de legerplaats Olde- broek en Tongeren is een reservist met een mo torrijwiel zoo vervaarlijk tegen een paard en wagen van de firma Jansen, te Epe, aangereden, dat het paard een been werd verbrijzeld en het dier dadelijk moest worden afgemaakt. De wiel rijder heeft zware verwondingen bekomen en het motorrijwiel is erg beschadigd. Te Middel, gem. Olst, is een landbouwers zoon met een been tusschen de vlijmscherpe messen van een in werking zijnde maaimachine gekomen. Ernstig gewond is hij naar het zie- kernhuis te Deventer vervoerd. Te Koewacht (Zeeuwsch-Yl.) reed de 17- jarige landbouwersknecht J. van R., met de paarden en d» slede huiswaarts. Onderweg schrikten de paarden van een auto, de knecht viel en werd door den ploeg, welke op de slede stond, gedood. Droevig ongeluk. Gisterenavond om streeks 7 uur geraakte het 6-jarig knaapje Hanse, wonende aan de Foelieetraat te Amster dam met het hoofd bekneld tusschen de stang van de brug over de Nieuwe Heerengracht bij de Weesperstraat, toen deze brug werd neerge laten. Bloedend aan het hoofd verwond werd het kind naar het Israëlietisch Ziekenhuis ver voerd. Bij aankomst aldaar bleek het reeds te zijn overleden. Overreden. Het 11-jaiig kind van V. M. te Princenhage is gisterenmiddag spelende on der een auto geraakt. De dood trad onmiddellijk in. Een familie-roman uit het jaar 1914-1915. Men schrijft uit het Rijnland aan de „N. R. O.": Voor eenige dagen heeft het gerechtshof te Essen gen geval van oplichting behandeld, dat vrijwel aan het ongeloofelijke grenst en eigen lijk in een bioscoop thuis hoort. Het geval speelt in den tijd, toen er nog vrede was en is weer een hernieuwd bewijs, hoe lieht- geloovig ouders worden, als zij in het bezit van huwbare dochters zijn. In den goeden, ouden tijd waren papa en mama dan al zeer bizonder op hun hoede, wantrouwend tegen eventueele schoonzoons, als een dubbele Cerberus den huw baren schat bewakend. Maar in onzen gezegenden tijd is het dikwijls juist omgekeerd en verliezen sommigen in de uithuwelijkingsperiode de dosis nuchter ver stand, die elk middelmatig menseh gewoonlijk bezit. Hoofdpersoon bij dit drama, waarbij een doode valt en een geheele familie straatarm gemaakt wordt, is een verversknecht uit Duisburg, Klein- Kilberg genaamd, die op een goeden dag z'n verfkwasten vaarwel zegt en met behulp van een goeden kleermaker in een nieuwe functie optreedt, als agent van een groote bouwgrond maatschappij, die in alle werelddeelen grond aankoopt en juist in de buurt van Essen voor een aantal millioenen aan terreinen heeft aan gekocht. De nieuwbakken agent komt in dit gefingeer de stadium in aanraking met een juweliersfa milie in Essen en leert er de 25-jarige dochter kennen. Hij doet aanzoek en wordt als toekom stige schoonzoon aangenomen. En dat met graagte, want zoo'n goede partij komt niet iede- ren dag voorl Bijv. bij die aankoopen rondom Essen ia hem de kleinigheid van 45.000 mark voor zijn bemiddeling toegewezen en wie zoo iets klaarspeelt, kan 't binnen een paar jaar tot millionair gebracht hebben. Daarom is de juwelier heelemaal niet zuinig bij het aankoopen van het uitzet van zijn doch ter, die in Duitschland o.a. uit de geheele in richting der woning bestaat. Eenige duizenden marken besteedt papa daaraan, zoodat het den aanstaanden schoonzoon erg bevredigt. Deze zit bovendien op het oogenblik krap in het geld en dit gewone oplichtersmotief trekt ditmaal niet de aandacht, want iedereen in de familie begrijpt, dat zoo'n som maar niet in een oogenblik wordt uitbetaald. Bovendien zijn er hooge personages in het spel en de jonge man zou door aanmanen tot betaling wel eens zijn toekomst kunnen bederven. Dus neemt de vader, die al zijn geld aan den uitzet besteed heeft, 3000 Mark uit een kas, die hij als bestuurslid beheert en leent die den ncbe- len schoonzoon. Want deze heeft ze broodnoo- dig! Gelijk hij uit brieven en telegrammen aan toont, moet hij naar Dortmund, waar een hoogst voornaam gezelschap van ministers en geld- baronnen met hem onderhandelen moet. Een minister zal hem de beloofde som daar uitbeta len. - In Dortmund zoekt de jonge man ander, aan genamer gezelschap op, verbrast de 3000 Mark in bars en maakt schulden op naam van den juwelier en op een goeden dag ontvangt de laatste een uitvoerig elegram uit Luik, dat de minister in deze stad zou komen met de 45 lap jes van 1000 mark. Dit is het begin der jacht op het geld, want de minister laat den agent snoodelijk in Luik zitten, ontbiedt hem telegrafisch naar Brussel, Ostende, Nancy, naar Londen, Buenos-Aires, Lissabon, naar Zwitserland, Weenen en Boeda pest. En steeds is de vertegenwoordiger der maatschappij even te voren vertrekken, zoodat de 45.000 mark in de lucht blijven zweven. Aan die jacht doen soms de juwelier en zijn zoons mede en de goeie man moet zijn juweelen en papieren te gelde maken om de kosten van schoonzoon en reis te dekken. De jacht wordt op gegeven, als de minister hem naar.Afrika roept om tot uitbetaling over te gaan. Intusschen heeft de aanstaande schoonzoon een nieuw thema verzonnen. Zijn reizen zijn toch niet vruchteloos geweest, want hij heeft kennis gemaakt met een vermogende groep, die in het geheim de vrijmetselaars bestrijdt. Ook hier heeft hij zijn verdiensten vertoond en krijgt een kleine gratificatie van 50.000 mark, maar deze mogen volgens de statuten alleen aan de wettige echtgenoote uitbetaald worden. Dus trouwt de veelbelovende jonge man in Essen en het jonge paar gaat naar Donden om het geld in-ontvangst te nemen. Helaas, met negatief resultaat. Maar geen nood, want de minister is weer terug en wil het bedrag in Zwitserland uitbetalen. De maatschappij heeft zich definitief in Zuid- Afrika gevestigd en de schoonzoon wil uit er kentelijkheid z'n familie daar allerlei beste baantjes bezorgen. De laatsten reizen volgens afspraak naar Nancy, nadat de juwelier al zijn bezittingen te gelde heeft gemaakt. Maar in Nancy komt een telegram ditmaal echt dat de dochter in Londen gestorven is, terwijl de echtgenoot in Zwitserland verblijft. Daarheen reist de familie en de schoonzoon weet tegen borgstelling van den juwelier allerlei geld los te maken. Hij reist met zijn zwagers naar Weenen, Boedapest, Leipzig, Hamburg ell Ber lijn, en beproeft de beide jongelui in adellijke kringen, die hij door zijn anti-loge werkzaam heden kent, uit te huwelijken. In werkelijkheid zijn ht echter dametjes uit bars en danspalei zen, die noch geld noch trouwlustigheid bezit ten. Terwijl de familie zich in bovengenoemde vooruitzichten verheugt, gaat de schoonzoon al leen op zaken uit. In de beide hoofdsteden van de monarchie pleegt hij huwelijksbedriegerijen en weet drie families in Zwitserland te verlokken om in Zuid-Afrika te gaan wonen, maar neemt hun te voren het geld af. Met den juwelier is het ondertusschen al heel slecht gegaan. In Essen is hij bij verstek veroor deeld wegens de 3000 mark uit de vereenigings- kas en hij wordt door Zwitserland uitgeleverd. In de gevangenis krijgt hij een brief uit Lon den, waarin de schoonzoon om de hand van de tweede dochter vraagt en hem per chéque 250.000 mark toezendt, betaalbaar bij een niet- bestaande bank in Hamburg. De dochter reist met een broer naar Londen om te trouwen, maar komt na eenige dagen met een bedelbrief om geld terug. Eerst dan gaan den juwelier de oogen open en bemerkt hij in de handen van een geslepen oplichter gevallen te zijn. Een half jaar later heeft de juwelier zijn straf uitgezeten. De oorlog komt en menig verdacht sujet vlucht bij gebrek aan papieren naar het vaderland terug. In Essen ontmoet de juwelier op straat zijn schoonzoon in een versleten pak en laat hem in hechtenis nemen. En 't slot van het drama is, dat deze tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld wordt en de juwelier op straat staat. OVERHAASTING. „Het Huisgezin" schrijft: Minister Churchill heeft aan don Londen- schen correspondent der „N. R. Ct," verze kerd. dat Engeland in geen geval en op gee nerlei wijs onze onzijdigheid zou aantasten. Noch zal Engeland ertoe meewerken, dat op het vredescongres, wanneer de bondgenoo- ten daar de lakens hebben uit te doelen, aan de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van Nederland worde te kort gedaan. Deze uitingen van minister .Churchill ge ven üe meening van de Engelscho regee ring weer. Het Volk haast zich, uit deze verklaring politieke munt te slaan. Zij verzekert, dat er thans voor legeruit- breiding minder reden is dan ooit. En zij vraagt, .of het niet mogelijk is, in verstandhouding met de oorlogvoerende par tijen, de lasten van de handhaving der neutraliteit te verminderen, m.a.w. over, te gaan tot een gedeeltelijke demobilisatie. Is het Volk niet wat overhaastig? Churchill en Asquith zijn natuurlijk ach tenswaardige politici, maar er zijn andere, niet minder achtenswaardige politici, wier geschreven en gesproken woord voor den toets van wat politieke noodzakelijkheid werd geheeten, is bezweken. Welke zekerheid is er, dat Churchill's ver- klaring door de bondgenooten van Engeland wordt onderschreven, thans en later? Welke waarborg is er, dat Churchill en Asquith aan het bewind zulten blijven en hun verklaringen niet eenmaal den stapel „vodjes papier" zulten vergrooten? Merkwaardig is wel, dat het Volk, het welk zich niet steeds door blind geloof in betuigingen van staatslieden en diplomaten heeft onderscheiden, thans de verzekeringen van een Engelsch minister als een evange lie aanvaardt. De voorslag van het .Volk, om met de de oorlogvoerende partijen eens te praten over een gedeeltelijke demobilisatie, getuigt van gemoedelijkheid, een eigenschap, die in deze omstandigheden niet de eerstnoodige is. Maar wij houden ons overtuigd, dat zij onze regeering tot een dergelijk overleg niet bereid zal vinden. Of wij ons leger zullen versterken dan wel tot eene gedeeltelijke demobilisatie zul len overgaan zijn vragen, die wij zelf heb ben te beantwoorden, waaromtrent wij geen voeling kunnen houden met de oorlogvoe rende partijen, willen wij niet reeds van onze onafhankelijkheid een deel prijs geven. Bovendien doet zich de practische zwarig heid voor, dat de adviezen der partijen te genstrijdig kunnen zijn en wij dus, Welken weg we zouden inslaan, in ieder geval zou den afwijken van den raad der eene partij, wat een vermoeden zou kunnen scheppen van de andere partij meer genegen te zijn. Laten we inzake de handhaving onzer neutraliteit, wat daarvoor noodig en wen- schelijk is, de oorlogvoerenden er buiten houden en op een ministerieel woord niet te lichtgeloovig afgaan. HUMOR VOOR DE POLITIEROL. Het „Pad. Hand." schril Ct: Ongeveer tien dagen geleden stonden voor den Landraad te Padang twee Maleische boe ven terecht, dader en medeplichtige.. Toen het vonnis uitgesproken was, waarbij beiden tot één jaar werden veroordeeld, ston den zij op, maar in hetzelfde oogenblik bracht de dader den medeplichtige zulk een siag in het gelaat toe, dat de. neus van den diefjes maat opeens een geheel audere constructie, vertoonde, .terwijl het bloed eruit droop. Het bleek, dat de dader woedend wa3 op zijn medeplichtige, omdat deze te veel tegen hem getuigd had en met het feit, dat 'deze eest e ven hooge straf gekregen had, hield hij geen rekening. Groote consternatie in de rechtszaal, maar ofschoon de voorzitter van den Landraad veel neiging toonde om boef nummpr één nog een jaar erbij te geven, kon hij dat niet, omdat het hier een klapzaak betrof, die voor den politierechter moest worden gebracht, Dus had het recht z'n normaal ver.oop en moest boef nummer één zich voor de rol verantwoorden. „Waarom heb jij dat gedaan?" vroeg de politierechter. „Kijk, meneer, dat zal ik u vertellen, Ik droomde, dat ik mijn medebeklaagde een oog had uitgeslagen, en toen ik hem dat verleide, antwoordde hij, dat een droom een geldelijke uitspraak was en dat ik gerust een zijner oogen voorgoed mocht dichtslaan." Toen de zitting van den Landraad afg.eloo- pen was, kwam die droom mij 'weer in de gedachten en ik draalde niet om dien tot wer kelijkheid te maken. Overigens heb ik mijn medebeklaagde erg lief, al spijt het mij van wege den droom, dat de slag op z ,u 'neus en niet op zijn oog terecht kwam." Toen de man uitgesproken had, richtte de djaksa zich tot den politierechter: „Meneer, u hebt toch ook iets gedroomd, nietwaar?" Politierechter „Ja zeker, ik droomde, dat ik dezen boef met een maand gestraft had fen nu maak ik van dien di oom werkelijkheid." Djaksa „Ik had ook gedroomd, dat mijn eiscb een maand zou zijn en dus zijn uitspraak en eisch niet in strijd met elkaar." Een maand beteekende voor den boef al heel weinig, maar voor hem was de grootste straf, dat hij door de talrijke inlanders, die de zitting bijwoonden, op voor een inlandoi hart verscheurende wijze in het ootje werd ge nomen. De menschen lachten hem dermate uit, dat de man zich zichtbaar schaamde. Dat de weinige Europeanen, die het geval bijwoonden, zich eveneens niet weinig amu seerden," behoeft geen betoog. PESTBE3TRI JD'ING - Men schrijft aan de „Loc.": Niettegenstaande de gunstige berichten in verschillende bladen neemt het lijdelijk ver zet in de dessa's tegen de maatregelen van den dienst der pestbestrii.ding toe* met het gevolg, dal althans in verschillende afdeelin- gen de arbeid zoo goed als stil ligt Na tuurlijk werpt men in sommige kringen alle schuld op den inlander, doch het resultaat, dat enkele artsen konden bereiken, is er daar om te bewijzen, dat men zelfs met een lastig volkje als de Madoereezen heel wat kan uit voeren, als er slechts twee goéde factoren aanwezig zijn, samenwerking tusschen B. B. en P. D'. en dan de noodig,e tact bij'den te-der. Het is dr. .Van Schelven door zijn gemoedelijk optreden tegenover de andere nog al lastige Madoereezen toch maar gelukt de woning verbetering zonder eenig verzet van de zijde der bevolking door te voeren. Het ontbreken van wat toegevendheid bij de artsen, is in de meeste gevallen de oorzaak zoowei van de onaangenaamheden met het B. B. als met de bevolking. Het is dan ook teekenend, dat de geschillen tusschen beida genoemde machten en het verzet der bevol king vooral daar sterk voorkomen, waar de. geneesheer optreedt als een Daendeis, althans daarvan "de allures aanneemt. Men kan ervan overtuigd wezen, dat die artsen het werkelijk goed meenen, de verbeteringen ten koste van alles willen doorvoeren, omdat zij van mee« ning zijn, dat zulks inderdaad is in het alge meen belang en daarom, zooals een der heereu zei: „we .willen ze ten uitvoer brengen, al was het over de lijken der inlanders". DU is beslist historisch. ,,De Inlanders zijn kin deren en moeten als zoodanig behandeld wer den", meende hij, om natuurlijk te besluiten, dat wij, de ethisch aangelegden, die iedereu koelie als een heer willen behandelen, do zaak bederven. Het is te hopen, dat de Regeering uit den gang van zaken in deze residentie de noodigs leering getrokken zal hebben en voor den dienst in het binnenlqnd alleen gebruik zal maken van de diensten van die artseu. die eenigszins op de hoogte van de landstaal zijn en blijkens de ervaring de noodige late be zitten. Om bij kenni3 der taal enkel door de kracht van zijn bevel de gehoorzaamheid der bevolking te erlangen, behoort men een assistent-resident of regent te zijn, of in hooge mate den eerbied der bevolking te bezteieu. Voor het werk der woningverbetering rneft men zoo goed als niets aan de pas uitgekomen artsen.- PASTOOR A. H. M. GOOSSENS t. Te Meerveldhoven (N.-Br.) is overleden de Zeereerw. heer A. H. M. Goossens, pastoor aldaar. Adv. haarlemmermf.fr. Linkse he manieren? De „Nieuw Meerbode" schrijft: „Toen Zaterdag, na afloop van de recntsche meeting in het café „De Landbouw" te Hoofd dorp, de voorzitter der vergadering, de heer C. van .Wijk Hz., per rijwiel naai- huis zou terugkeeren, werd hij door een der bezoeker3 gevolgd De heer Van W., geen kwaad ver moedende, sloeg daarop verder geen acht, doch nadat hij misschien op zijn hoogst een tiental meters gereden had, werd hij door zijn vervolger plotseling aangevallen en niet rijwiel en al ter aarde geworpen. Die held, die zich aan deze lage daad schuldig maakte, koos onmiddellijk daarna het hazenpad en verdween in de duisternis, zonder act Lend te worden. De aanslag liep voor deu heer- Van .Wijk nog betrekkelijk goed af. Ofschoon, begrijpelijkerwijs, zeer geschrokken en bloe dende uit gelukkig niet ernstige kwetsuren aan het hoofd, kon hij zijn rijwiel weer b3 stijgen en daarmee zijn woning bereiken. Jammer is het, dat er weinig of geen kans bestaat, om den aanrander te ontdekken. Ove rigens is deze geschiedenis een waardig slot op het rumoerig gedrag van vele litiksche bezoekers der vergadering, die nog leeren moeten, eerbied te hebben voor de overtuiging van „andersdenkenden". „Van eenige „verdraagzaamheid zelfs ont brak alle spoor bij hen, toen stilte word verzocht voor het sluiten der verga lering met dankzegging en gebed. Onder veei rumoer toch werd de vergadering geëindigd. Het kan zijn, dat men dit ook al voor den „vooruitgang" onzer gemeente noodig acht. .Wij, en veten met ons, zullen er ons echter aan ergeren en wenschen van harte, dat bij volgende vergaderingen, die door onze partif mochten belegd worden, dergelijke „vooruit gangers" afwezig zullen zij'n." ZAND VOORT. „Onderling Hulpbetoon". Uit het drie- maandelijksch verslag over het 2de kwar taal blijkt, dat is ontvangen aan contribn* tie f 753.50, aan rente f 135, totaal f 888.50. De uitgaven bedroegen: aan uitkeering bij ziekte en overlijden f 709, verplegingskos- ten in gasthuizen f 119.65, bodeloonenf 61.81 schrijfbehoeften f 1.23, totaal f 891.69, zoo dat het nadeelig saldo f 3.19 bedraagt. Bo vendien werd ais extra toelage alsnog uit- keerd de som van f 226. Aangekomen vreemdelingen. C. P. Hogestijn, Amsterdam, Kostverlorenstr. 81, 8 p. B. Baas, Amsterdam, Koningstraat 10, 4 p. J. Scheuer, Bussum, Kanaalweg 37, 6 p. G. Nijkerk, Amster dam, Koningstr. 17, 2 p. P. A. T. J. Eernantzen, Amsterdam, Willemstr. 8, 3 p. A. C. Schroot, Amsterdam, Kerkplein 7, 4 p. J. Fles, Amster dam, Heemskerkstr. 7, 9 p. R. Monnikendam, Amsterdam, Zeestr. 9, 1 p. S. v. d. Graaf, Am sterdam idem lp. J. Roovaart, Amsterdam, Spoorstraat 13, 3 p. P. W. Houtman, Banjoewas, Rockveldstr. 30. 6 p. J. Friedman, Burg, Engstr. 23, 8 p. F. Wallring, Amsterdam, Oosterstr.-7, 3 p. Fam. Gildemeier, Amsterdam, Hoogeweg 39, 5. p. Wed. Wayner, Amsterdam, Duinweg 17, 1 p. F. A. Reemersma, Amsterdam, id. 0 p< L.'d. Vliegenthart, Dordrecht, Dr. Mezgerstr. 69 6 p. F. J. Barens, Amsterdam, Koningstr- 8ö' 3 p. C. F. Bandei, Amsterdam, Schelpenplein 2 1 p. N. Miedema, Groote Krocht 14, 3 p- Fam- Geerling, Kerkstraat 17, 8 p. J. Roy ak kers, Amsterdam, Zandv.laan 16, 4 p. H. van Arem, Amsterdam, Oosterstraat 1, 5 p. Mevr. Kok, Amsterdam, Pension Senpost, 8 p. Mevr. Franke, Haarlem, dem 1 p. E. Monasoh, Am' Sterdam, Zeestraat 15, 8 p. M. Koopman, Am sterdam, Dunweg 13, 5 p. H. Huijpg, Amster dam, Willemstr. 13, 6 p. J. Hartog, Amsterdam, Brugstraat 6, 5 p. J. de Haan, Amsterdai Parkstraat 2, 4 p. G. Cornelsee, Amsterdam, idem 1 p. D. van Wilpe, As ter am, Uilstr. A p. C. Eewens, Amsterdam, idem 2 p. Nagel, Amsterdam, Uilstr. 18, 9.P- Fam. Web* Amsterdam, idem 5 p.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 2