van de Openbare Godsdienstoefeningen in de R.-K, Kerken te Haarlem en Omliggende plaatsen Een Aalmoes voor den Paus HederlaetMe B. I. Volksbond voor Baar!» en bnilengemten. evangelie-verklaring SCHËIDING. Carlstelijke beginselen betreffende kleeding. ''It i „Een aalmoes voor den Paus!" De koppeling dier woorden Trilt snijdend door het hart!" Zoo teekende Dr. Schaepman in 1870 den eer- A v DE OFFICIEELE KERKL Dit nummer behoort bii de „Nieuwe Haarl Courant" Tan 24 Juli 1915.De nadruk rag de berichten en mededeelingcn in dit blad is verboden. NEGENDE ZONDAG NA PINKSTEREN. Les uit den eersten brief jan ^n H. Apostel Paulus aan de Korintluers; Ai 6 IB. Broeders lLaat ons geen begeerte voeden tol het kwaad, gelijk ook zij ze hebben ge voed. En wordt geen'afgodendienaars, zoo als sommigen van ben, gelijk er geschreven staat: het volk zat neder om te eten en te drinken, en zij stonden op om te spelen. En laat ons geen ontucht bedrijven, gelijk eeni- gen van ben ontucbt bedreven hebben; en op één dag vielen er drie-en-twintig duizend. Noch laat ons den Christus tergen, gelijk sommigen van hen Hem hebben getergd; door de slangen kwamen zij om. En mort niet, gelijk eenigen van hen gemord hebben; en zij kwamen om door den verderfengel. Dit alles nu is hun bij wijze van vooraf beelding overkomen en het is geschreven tot waarschuwing voor ons, tot wie de uitein den der wereld gekomen zijn. Derhalve, die meent dat hij staat, zie toe dat hij niet vallei Geen bekoring taste n aan, tenzij die m.on- schelijk is; God nn is getrouw en zal niet toelaten, dat gij boven uwe kracht bekoord wordt, maar met de bekering zal Hii ook de uitkomst verleenen, opdat gij ze kunt door staan. Evangelie volgens den H. Lucas; XIX; 4147 In dien tijd, toen Jesns Jeruzalem nader de en de stad zag, weende Hij over haar en sprak: Mocht ook gij erkennen, en wel op dezen uwen dag, wat n tot vrede is! Maar nu is het voor uwe oogen verborgen. Want er zullen dagen over n komen, dat uwe vij anden u met eenen wal omringen en u in sluiten en u benauwen zullen van alle kan ten; en zij zullen ten gronde werpen u en uwe kinderen, die in u zijn; en zij zullen in u den eenen steen niet op den anderen la ten; omdat gij den tijd uwer bezoeking niet erkend hebt. Nadat Hij nu den tempel was binnenge gaan, begon Hij degenen, welke daarin ver kochten en kochten uit te drijven, terwijl Hij hun zeide: Er staat geschreven: Mijn buis is een huis des gebede. Doch gij hebt het gemaakt tot een rooversholl En Hij leerde dagelijks in den tempel. NEGENDE ZONDAG NA PINKSTEREN. In het Evangelie van dezen Zondag wor den ons twee verschillende gebeurtenissen verhaald, die daags na elkander plaats gre pen. Vooreerst; de intocht van Jesus in Je rusalem op Palmzondag, en vervolgens: Zijn bezoek aan den tempel, op Maandag daarop. Bii Zijn intocht „toen Jesus de stad natlor de, weende H ijover haar". Welk een tegen stelling! Jesus in triomftocht naar de stad heengeleid, omringd door een groote menig te, die Hem al jubelend toezong: Hosanna, den Zoon van David, die hunne kleederen op den weg gespreid hadden en zegepalmen in hunne handen droegen, en te midden van al die vreugde: Jesns weenend over de stad. Wat was de reden van die tranen! Een twee voudige: vooreerst het ongeloof van Jeru salem's inwoners, en ten tweede: het onge lukkig lot, dat de stad en hare bewoners iot straf voor hun ongeloof te wachten stond. „Indien ook gij erkendet, en wel op dezen tre en dag, wat n tot vrede di'ent; doch nu is het voor uwe oogen verborgen." Vele, on telbaar vele genaden waren aan de inwo ners van Jerusalem geschonken. Jesns had zoo menigmaal, gedurende de drie jaren Zij ner prediking, het woord Zijner liefde tot hen gesproken, had zoo menig wonder ver richt om hen van de waarheid Zijner woor den le overtuigen, maar steeds had het groo te "tetal geweigerd Hem te gelooven, steede was Jerusalem, over bet algemeen genomen. Hem vijandig gezind gebleven. Waar ook Jesns predikte of wonderen verrichtte, de mare Zijner daden ging Hem vooruit, zelfs tot Jerusalem, waar wel de gansche stad in bev, eging geraakte, waar bet geen opstan ding tot een leven van gelcof was. Terwijl kleine steden en vlekken, zelfs bet verachte Samaria, waar de Messias slecht» enkele malen predikte, Hem met vreugde opgeno men en in Hem geloofd hadden, bleef Jeru salem hardnekkig weigeren Hem als den be loofden Messias te huldigen. Zelfs nu, bij Zijn glorievollen intocht in Zijne stad, wa ren bet niet, of tenminste niet voornamen- lijk, de bewoners van Jerusalem, maar vreemdelingen uit Galilea, die ter gelegen heid van het Paascbfeest in Jerusalem wa ren, die Hem omringden en bejubelden. Toch werd ook nu aan Jerusalem de genade nog aangeboden: „op dezen uwen dag", nu bet nog tijd voor u is, als gij nu nog er kendet, „wat u tot vrede dient"; als gij nu nog oprecht in Mij geloofdet, dan zoudt gij uw heil nog kunnen verwerven, dan zoudt gij de straffen, die u wachten, nog kunnen afwenden, „maar nn is het voor uwe oogen verborgen", niet omdat het u niet meerma len getoond is, maar omdat gij vrijwillig nw oogen voor het licht der waarheid gesloten hebt. Jesus is bedroefd over dat ongeloof, maar weent in de tweede plaats ook over de vreeselijke straffen, die Jerusalem wachten. „Er zullen dagen over u komen, dat uwe vij anden n met eenen wal zullen omgeven en u omsingelen, en u benauwen van alle kan ten; en zij zullen u tot den grond verdelgen, en uwe kinderen in u, en niet éénen 6teen zullen zij in u op den anderen laten, omdat gij den tijd uwer beproeving niet erkend hebt." Vreeselijke voorspelling, die op eene vreeselijke wijze in vervulling gegaan is. Slecht» weinige jaren later, nog tijdens het leven van velen die Zijne voorspelling gehoord hadden, weTd Jerusalem door de Romeinen belegerd en ingenomen, na een beleg dat van onbeschrijfelijke ellende ge tuige geweest was, en geen steen van die trotscne stad werd op den anderen gelaten, zoozeer zelfs, dat de juiste plaats, waar zij gestaan had, onzeker werd. Den volgenden morgen begaf Jesus Zich reeds vroegtijdig naar den tempel, en vond dien tempel door allerlei misbruiken ont heiligd. Reeds eenmaal, hij het begin van Zijn openbaar optreden, had Hit die mis bruiken gevonden, en toen in heilige ver ontwaardiging met een zweep de handelaars en geldwisselaars daaruit verdreven. Nu ver joeg Hij hen wederom en sprak met diepe verontwaardiging de woordén uit; „er staat geschreven: Mijn huis zal genoemd worden een huis des gebeds, en gij hebt het gemaakt tot een roovershol". Een duidelijke verkla ring gaf Hij in die woorden van Ziine God heid. Immers, de tempel, het huis van God. noemde Hij uitdrukkelijk Zijn huis, Hij ver dedigde de eer van dat huis, Hii gedroeg Zich als de heer en meester daarvan. Tege lijk leert Hij ook aan al Zijne hoorders, en aan alle Christenen, wat de tempel steeds zijn moet, namelijk: een huis niet van ver strooiing en ontspanning, maar een huis van gebed. Hoe dikwijls wordt die vermaning vergeten, en er een roovershol van gemaakt, door allerlei oneerbiedigheden in dien tem pel bedreven, die zeker door Jesus nog zwaarder zullen gestraft worden dan de misbruiken in den tempel van Jerusalem, omdat onze tempels zooveel heiliger zijn door de wezenlijke tegenwoordigheid van Je sus in Zijn H. Sacrament Yan dien dag af tot aan den volgenden Donderdag, waarop Hij Zijn lijden begon, „kwam Jesue dagelijks in den tempel en leeTde daar", om zoo tot bet laatst toe te trachten de inwoners van Jerusalem tot in keer te brengen en om te loeren, dat Hij al tijd, tot bet einde van ons leven toe, zoolang het nog onze dag ie, bereid is ons Zijne go nad e ter bekeering te geven, als wij er maar gebruik van willen maken. sten grooten oproep voor den St. Pieterspenning, die den Paus de inkomsten moest vergoeden, wel ke bij de overweldiging zijner Staten hem ontno men waren. Sinds dien oproep uitging over de wereld heeft de H. Vader zijn schatkist met de aalmoezen zijner geloovige kinderen gevuld ge zien: want liet bleef ons snijden door het hart, dat Hij aldus inde kosten van zijn bestuur moest voorzien; wij bleven gevoelen, dat hij leefde in een nood-toestand, waarmede wij nooit of nim mer vrede konden hebbenen het besef van dien nood-toestand deed ruim 40 jaren lang de aal moezen vloeien; en als er in de laatste jaren klaagtoonen vernomen werden dat de som dier aalmoezen verminderde, dan was dat wel een onmiddellijk gevolg van het gewend-geraken aan den niet te rechtvaardigen toestand des Heiligen Vaders, dat ons zijn. nood over het hoofd deed zien. Als dit laatste bij ons het geval mocht zijn, dan is deze oorlog, die op zoo menig punt ons weer scherper de oogen doet vestigen, wel in staat den nood van den Opperherder der Kerk weer duidelijk te doen zien: deze immers is on der den drang der droeve omstandigheden zóó toegenomen, dat hij ons dwingt de hand tot onze lezers uit te strekken, en hen met aandrang te vragen „een aalmoes voor den Paus". Niet in onzen eigen naam spreken wij aldus: het is in naam en in opdracht van onzen Door- luchtigen Bisschop, dat wij dezen oproep tot u richten. De oorlog heeft nl. de inkomsten van den H. Stoel zeer doen verminderen: onder de landen, die met bijzondere en blijvende mildheid het bestuur des Pausen door den St. Pieterspenning ondersteunden, namen Oostenrijk, Frankrijk, Duitschland en Italië de eerste plaatsen in, en deze landen zijn thans allen in een oorlog ge wikkeld, die steeds meer van hun financiëele krachten vergt, en dientengevolge hun bijdrage aan den Sint Pieterspenning tot weinig of niets heeft teruggebracht. Vandaar mist d'e Paus thans een zeer, zeer groot deel van zijn inkomen. En daartegenover zijn de uitgaven van den Apos- tolischen Stoei zeer gestegen, omdat ook voor '8 Pausen regeering deze wereld-beroei'ing tal van nieuwe behoeften schept. Wij kunnen den nood des Pausen zoo duidelijk lezen in de brie ven, waarvan hij vergezeld deed gaan de giften, die hij aan de rampzalige Belgen en Polen, en aan de slachtoffers der aardbeving in Italië zond, en die naast de ontboezemingen eener opperherderlijke bezorgdheid en de troostwoor den eener vaderlijke liefde allen eenzelfde klacht bevatten, welker zin wij aldus mogen samenvatten: „ik zou zoo gaarne meer wiiien geven, maarik kan niet." Bij dien nood des Pausen, in de laatste weken nog zooveel verergerd door het deelnemen van Italië in dén oorlog, hetwelk ook de Pauselijke hospitalen met de onmiddellijke zorg voor tal van gewonden belast, mogen wij niet werkeloos toezien. Want wij kinderen der Kerk, gelooven ons allen verbonden in de gemeenschap der heiligen, die ons doet deel hebben in elkanders geestelijke goederen, maarons dan ook d'en plicht oplegt de gemeenschappelijke lasten te dragen. En daaronder is zeker een dér eerste het voor zien in het onderhoud van onzen Algemeenen Vader, wiens Oppergezag de band is, die in on verbreekbare eenheid ons samenbindt. Zoovele duizenden, die anders met liefde en- edelmoe digheid dien gémeenschappelijken last mede- droegen, kunnen nu niet: dus moeten wij, die dóór Gods barmhartigheid in zooveel beter om standigheden verkeeren dan zij, hun last over nemen onzen bisschop een aalmoes voor den Paus". Dinsdag 27 Juli, dos avonds kwart over wee gelegenheden, geachte lezeressen en le-,8 precies, vergadering van de onderafdeeiing zers, staan daarvoor open Op de eerste plaats kunt gij in 's Pausen nood voorzien door meer, en veel meer dan tot dusver den Sint Pieterspenning te gedenken. 1 Doch omdat de nood des Pausen zoo buiten gewoon groot is, meen en wij het bij deze enkele aansporing tot de gewone giften niet te mogen laten, maar openen wij daarbij in on3 weekblad nog een bijzondere inschrijving voor den Paus. Toen wij in het voorjaar u een gift vroegen voor een hulde aan de nagedachtenis van den overleden Paus, hebt gij onze verwachtingen niet beschaamd, wij vertrouwen dat gij deze verre zullen overtreffen nu wij u vragen te helpen bij den nood van den levenden Paus. Wij vertrouwen dat al onze lezers niet alleen naar hun vermogen zullen bijdragen, maar dat kmg contribuüe- ze ook anderen er toe zullen brengen hun gaven te offeren. Wij vertrouwen vooral-op de hulp der pries ters onder onze lezers! O zij kunnen zoo veel doen in hun parochiën, in hun congregaties, hun scholen, hun patronaten, hun vereenigïngenHet i3 voor hen zoo gemakkelijk daar gemeenschap pelijke bijdragen bijeen te brengen! Wij vertrouwen evenzeer o-p" onze katholieke vereenigingen, die het zich een plicht en een St. Isidorus in de Zusterschool. Opkomst drin gend verzocht. Namens het Bestuur, F. H. v. GALEN, waarn. secr. Afdeeling SLOTEN. Dinsdag 27 Juli ledenvergadering, waar op vriendelijk alle leden worden uitgenoodigd- Namens het Bestuur, A. J. KABEL, Secr. Afdeeling VELSEROORD. Donderdag 29 Juli, des avonds te 8 uur, vergadering „Stille Omgang". Agenda: Bespre- Namens het Bestuur, A. OLGERS, Secretaris, Afd. VELZEN EN OMSTREKEN. Bondsgebouw Rijksstraatweg H. 24 H. Zondag 25 Juli, 't avonds 714 uur verga dering tot het oprichten van een vast plaatselijk Comité van Herwonnen Levenskracht. Ieder die al eerder voor dit comité is aangewezen, ver eer rekenen dè leiding des Pausen te volgen en i Buime deze vergadering niet, dan alleen om dus zeker niet zullen achterblijven om door hunzeer gewichtige redenen, b.v. ziekte of anders- bijdragen mede te helpen in het lenigen van zijn zins, met andere woorden, wij rekenen stellig op nood'. Allien, die vroegen, hebben wij in het afge- loopen jaar geholpen en helpen wij nog. Onze eigen medeburgers hebben onder allerlei opzicht onze milddadigheid ondervondennaar strijden den en niet strijdenden hebben wij vèr over de grenzen onze giften gezondenBelgen en Polen roemen onze vrijgevigheid. Zouden wij dan niet minstens even mild zijn voor den Plaatsbekleeder van Jezus Christus, in Wien wij in deze dagen nog meer dan anders ten volle ons aller Vader zien? En daarom strekken wij met groot vertrouwen onze hand uit en vragen U een aalmoes voor den Paus. De Redaotie van „Sint Bavo", „Huize Bij dorp" te Voorschoten, is bereid aan haar adres „aalmoezen voor den Paus" te ontvangen, hetzij bij giften ineens, hetzij bij geregelde wekelij'ksche of maandelijksche bijdragen. Alle giften zullen in „Sint Bavo" worden ver antwoord. 1) Wij mogen hier nog wel eens herinneren aan den opzet van „de Sint-Pieterspenning". De bedoeling van dit liefdewerk is, dat iedere com municant (dus ieder, die zijn 1ste H. Communie gedaan heeft) één cent per maand bijdraagt. Voor dit doel vindt men in iedere kerk een offer blok, of worden er op geregelde tijden collecten gehouden. Brengt ge werkelijk geregeld dit kleine offer voor het onderhoud des Pausen? Zoo ja verdub bel het dan minstens in de eerstvolgende tijden. Zoo neen! begin dan nu en verveelvoudig uw bij drage Afdeeling HAARLEM. Bondsgebouw Smedestraat 23. Maandag 20 Juli Hoofdbestuur. Inleve- en naar de mate onzer krachten onze i Hng candidatenlijsten. voor leden van het hoofd- bijdragen in den nood des Pausen verveelvou- bestuur. Vergadering Schoenmakers. In St. Bavo is het volgende artikel opgeno men, dat wij hier om het groote belang der zaak gaarne overnemen: d'igen. Vooral wij, durven we zeggen. Wij verlangen zoo naar vrede. En wij zijn er als Nederlanders niet weinig trotsch op, dat ons kleine landje door zijn eerlijke neutraliteit zich de gelegenheid heeft open gehouden straks voor dit edele doel iets, misschien zelfs veel te doen. Wij hebben als katholieken ons verheugd, dat onze regeering tot dat doel samenwerking heeft gezocht met onzen Geestelijken Opperherder, wiens invloed door Gods onnaspeurlijke Voorzienigheid bij deze beroering der tijden zoo ontzaggelijk is toegenomen. Maar dan is het dubbel onze plicht, om zooveel wij eenigszins kunnen in den nood des Pausen te voorzien, opdat nooit of nimmer gebrek aan geld zijn vredes-werk kunne verlammen of bemoeielijken. Om deze redenen vragen wij in naam van Woensdag 28 Juli Eerbied in Gods Huis. Vergadering Haven- en Transportarbeiders. Donderdag 22 Juli Rechtskundig Advies. Esperanto. Vrijdag 30 Juli Audiëntie Hoofdbestuur. Vergadering Metaalbewerkers. Zaterdag 31 Juli, inschrijving Coöpera- u. Die echter bepaald verhinderd is, geve hier van kennis aan het bestuur. Wegens het bedanken van de commissarissen L. Hoes en O. Duineveld worden candidaton- lijsten ingewacht voor de vergadering van den R. K. Volkshond op Zondag 1 Augustus. Namens het Bestuur, P. VAN 'T PADJE, Voorz. B. WATERLANDER, Secr. Afdeeling HOORN. Bondsgebouw West. Z o n d a g 25 Juli „Eerbied in Gods Huis" 7 uur 1, 8% uur 2-3, 10J4 uur 4-5-8-7. D i n s d a g 27 Juli, 7—8 uur, Spaarbank. Namens het Bestuur, 'G. F. VLEKKE Az., Secr. Afd. KROMMENIE EN OMSTREKEN. Secretariaat: Van Hogendorpstraat 30. Zaterdagavond van 7 tot 8 uur Spaarkas. Namens het Bestuur, S. VROUWE, Secr. Afdeeling HEEMSTEDE. R. K. Vereenigingsgebouw. Donderdag 29 Juli, avonds 8Yz uur, vergadering. Hoofdbestuur. Namens het Bestuur, G. DE KOK, Secretarie Afd. LISSE. Bondsgebouw Schoolstraat. Z a t er d a g 24 Juli 's avonds van 8 tol 0 uur, Spaarkas en van 7 tot 8 uur zitting van het Retraitenfonds, waar tevens reglementen van het Retraitenfonds verkrijgbaar zijn tegen beta ling van 2 cent. Namens het Bestuur,- O. v. d. VLUGT, 2e Secr. tieve Bakkerij, provisie. Spaarbank. Spaarkas. Winter- Namens het Bestuur, O. H. GLAS, Secr. Afd. OVERVEEN EN OMSTREKEN. Zaterdag 24 Juli van half 8 tot half 0 drukking van zitting Spaarbank en Spaarkas in het gewone keerd-zijn. lokaal. Men kan nooit met hem redeneeren. Daar- De rijm van een kouden Novembernacht ging onder de inwerking van het groote licht lang zaam tot tranen over. Als de paarlen van een stuk gereten halssnoer glinsterden ze. Hulpe loos van elkaar verwijderd in verlaten.' heid trillend. De man, die dezen morgen reeds vroeg me; gebogen hoofd over den ouden klaverakker naar de zware beuken liep, vertrad dat glinsterend leed zonder mededoogenHij was breed ge schouderd en mager; op zijn gelaat lag de uit- bitterheid en in-zich-zelven-ge- Op het grootsche idee, op de verheven be doeling, waarvan, bij den waren christen, elke gedachte, elk woord, elke daad moet bezield zijn, wijst on» de apostel Paulus, waar hij schrijft: „Hetzij gij dan eet, betzij gü drinkt, betzij g« iet» ander» doet, doet alles tot verheer lijking Gods". lot verheerlijking God» ie heel dit heelal nit het niet voortgebracht. Tot verheerlijking God» is de mensch met verstand en vrijen wil, met geheugen en ver beelding, met arbeidsvermogen en heer schappij over de lagere dingen toegerust. Daarom mag zijn vraag niet - wezen: hoe ver kan ik met dit alles gaan, zonder nog het Opperwezen grootelijk» te beleedigeu: neen, Lij vrage zich af: hoe zal ik 't best God glorie geven in 't gebruik van wat ten slotte tot Zijn glorie mij ten dienste staat? Dus ook, wat de kleeding betreft, is de vraag van den waren Christen .niet: wat wil de mode? maar: wat wil God? En dan vindt hij met eenig nadenken heel spoedig- dit antwoord: mijn kleeding moet op de allereerste plaats zedig, vervolgen» ge- Zond en dan ook nog eenvoudig zijn. Wanneer men weet, wat „zedig-zijn" be- teekent, begrijpt men van zelf, dat deze ^genschap bij de kleeding de allereerste. wil zeggen, de allervoornaamste plaats 111 neemt. ^'et „zedig-zi n" bedoelen wti hier bet ver mijden van alles wat in bestaande omstan digheden aanleiding geven kan tot zonden tegen het zesden en negende gebod: „Gij zult geen onkuiscbheid doen; gij zult geen on- kuischheid begeeren". Een waarlijk zedige mensch zal zich niet alleen wachten voor de rechtstreeksche overtreding dezer geboden, maar ook, in gesprekken, in handelingen, in kleeding, zich onthouden van al zulke lichtzinnigheden, die vaak voeren tot onge regelde gewaarwordingen. Zoo opgevat, is de zedigheid als 't ware de sehutsvrouwe, de beschermster der kuiseh- heid. Gij weet, dat de lelie bet zinnebeeld geldt der kuiscbheid, niet vanwege het zaad, niet vanwege stengel, stamper of meeldraden, maar om baar smetteloos blanke bloembla deren, om haar welig tieren in stille dalen, waar geen verpestende stadswalm waait, geen stormen loeien. Om nog een reden te meer kan de lelie ook van de zedigheid het zinnebeeld zijn. Wat de witte lelie in haar aantrekkelijke schoonheid is onder de bloe men, dat is de waarlijk zedige menisch onder zijne natuurgenooten. Daarenboven: gelijk de bloem van de lelie dient om de zaden voort te brengen en de voornaamste orga nen daartoe te beschutten, zoo dient de deugd van zedigheid om de deugd van kuiscbheid aan te kweeken en tegen gevaar te beschermen. God wil bij de menseben de kuiscbheid, dus ook de zedigheid, die de aangewezen beschutster en beschermster der kuiscbheid is, en zonder wie de kuischbeid niet kan blijven bestaan. Maar, zooals de ondervinding en de rede leeren, komt de zedigheid bet meest te pa» bij oogslag en gebaar, bij gesprekken, eb.... bij kleeding. De oogen, de gesprekken, de kleeding zijn in den aardsc'hen mensch de zwakke gedeelten, waarlangs bet bederf bin nendringt in de ziel. Dus juist de kleeding diene zedig te zijn, diene zóó te wezen dat ze, wel verre van een aanleiding tot onkuiscbheid te ziju, in tegendeel een beschermster en bewaarster der kuiscbheid mag boeten. De ecbt-cbristelijke fijngevoeligheid op 't gebied der zedigheid is zeer zeker een uiting van die booge beschaving, welke eerbied vraagt zóó voor anderen, als voor eigen per soon. Voor anderen. Een waar Christen zal niet alleen geen ergernis willen geven aan anderen, maar zelfs willen stichten en goed- j doen door zijn kleedij. We onderscheiden drie soorten van erger- nis. j a) Ergernis geven we, wanneer we iemand met opzet tot zonde verleiden. Iemand kan zich met opzet zóó en zóó kleeden. om bij anderen booze begeerten op te wekken en liem te verleiden tot zonde. Dit is ergernis van de ergste soort. I b)Evgernis geven we, wanneer we iemand 'op schuldige wijze aanleiding tot zonde ge ven. Dit kan ook geschieden door de klee ding. Uit ijdelheid, uit zinnelijkheid kan iemand zich zóó kleeden, dat liii, of zij, zon der het nu opzettelijk te bedoelen, toch bij anderen ongeregelde begeerten wakker maakt. Ook daardoor komt men in_ strijd met de naastenliefde, vergrijpt men zich te gen Gods gebod en de gestelde orde. c) Nog wordt ergernis gewekt, wanneer 1 wik ivel niet otp schuldige wijze, maar door iets, wat we toch gemakkelijk kunnen laten, aanleiding zijn, dat een ander hevig bekoord wordt. Bij kleeding kan zulks vaak voorko men. Een scherp mes is op zich zelf een goed ding, maar in de handen van een kind, is het een slecht ding. Mag een moeder, of mag zelfs een vreemdeling, louter voor eigen pleizeier of zelfs voor eigen voordeel, dan een kind een mes in handen geven? Zoo kunnen verschil van opvoeding en bescha ving, verschil van gewoonte en klimaat, ver schil van lichamelijke ontwikkeling en ar beid vaak oorzaak zijn, dat wat voor den een niet het minste gevaar oplevert, voor den ander zeer verleidelijk is. Wat onder huisgemooten en naaste bloed verwanten niet den minsten aanstoot geeft, kan voor vreemde bezoekers lastig en stoo- tend zijn. Wat binnenhuis niemand ergert, kan bui tenshuis zéér veel ergernis wekken. Een zekere manier van kloeding kan 't is mogelijk in bepaalde kringen en in bepaalde omstandigheden, aan niemand tot ergernis zijn; doch diezelfde kleeding zou buiten die bepaalde kringen en zonder die bepaalde omstandigheden zéér ergerlijk we zen. Een Christelijk beschaafd mensch zal daar rekening mede houden, en zich wel wachten, een al te groote ongevoeligheid bij zijne medemenscben te veronderstellen. Weet men, dat een kleedingswijze met bij na onfeilbare zekerheid door z'n omgeving wordt nagevolgd, getuigt.het dan van Chri6- t el ijken takt en fijngevoeligheid, de oogen te sluiten voor de verkeerde gevolgen, die dit hebben kfn? Da Eiigeleche schrijver Ruskin voelde zulks, toen hij in dezer voege de deftige vrouwen toesprak: Gij geeft zoo gaarne den toon aan in de mode, en ge hebt er zooveel Alag van dit te doen. Goed! Maar vergeet i dan nooit, bii bet kiezen eener mode, do minder bedeelden te gedenken: maakt de modes zóó, dat ze, afgedaald tot de lagere klassen, dè&r goed en geen kwaad stichten! Ja, gelijk een Christelijk beschaafde door zijn woord en conversatie, ziin omgeving goed poogt te doen en te verheffen, zoo zal hij, of zij, ook door de kleeding die in baar sprakeloosheid soms boekdeelen spreekt niet alleen geen ergernis geven, maar zelfa pogen te stichten en verheffende indrukken te maken van reinheid en eenvoud, öteed» gedachtig, wat er van zijn groote Toonbeel den en Schoonheidsidealen, Jesus en Maria, door gebaar en houding, door gesprek en kleed, een stichting moet zijn uitgegaan. Datzelfde zedigheidsgevoel eiseht ook eer, bied voor eigen persoon. Zonder te verzaken aan de ecb I-Christelijke beginselen, kan eeni vrouw, kan een meisje, onmogelijk er vredo mee nemen, een mode te volgen, waardoor zij haar lichaam tot een voorwerp maakt van zondige bekoring voor anderen. En in 't algemeen: de overtuiging die w$j,'Apfcho- liekeu, hebben, dat onze licbamen tempel» zijn van God den Heiligen Geest, dat wij herhaaldelijk worden gevoed met het Ood- roerschelijk, verheerlijkt Lichaam de» Hee« ren, moet ons zooveel eerbied inboezemen, voor ons eigen lichaam, dat wij bij alles, dn» ook bij de kleeding, steeds de grootst moge lijke zedigheid in acht nemen. J. ZEIJ S.J.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 9