«I
ai
iSL M_B
De firma gered.
AIXERLEI
ANECDOTEN
SCHAKEN.
-BIJVOEGSEL VAN DE >N IE UWE HAARLEMSCHE COURANT< -
EEMB ROOS.
s ?fe^s.gS8.
DE KOLENVOORRAAD IN DE VERSOHIL-
LENDE LANDEN.
Sn^oSS^jf6 k>rtStC Weg iS' DatiS MISHANDELDE VOETEN.
2.
2.
2.
2.
2.
f4
c 6 -j-
d 5 -f
f7:4-(
f 4 -f1
d 5 -f-'
d 5 -F
f
f
g-
'Pg
g
'WW
q-:Ï 2
o e s.
5
MAANDAG 2 AUGUSTUS 1915
TWEEDE SERIE
40sfe JAARGANG No. 8812
I
de toeecheuwers zich af. Maar de vogel vist
raad. Hij droeg de korst naar een nabijzijn-
den -waterval en legde ze op de steenen in
de nabijheid neeT, die aanhoudend deer het
spatten va ter bevochtigd werden. Nadat de
vogel eei igen tijd verdwenen was, keerde
hij terng, hakte met zijn snavel thans zonder
moeite het brood in stukken en bracht ze
meer. Daarop volgt Engeland (25 mill, kippen,
125.000 t. eieren), en dan Nederland.
In den goeden tijd voor den oorlog verorber
den de Duitschers 127 eieren per persoon per
jaar; de Fr an ach man eet er per jaar 9 minder;
de Engelscken gebruikt er 94 en de Hollander
brengt dit aantal maar op 91, d. w. z. gemid-
j deld om de vier dagen eet hij een ei, terwijl zijn
achtereenvolgens naaT zijn nest.
oostelijke nabuur er minstens een om de drie
EEN BOMMENWERPER VOOR j dacm ^bruikt.
VIERHONDERD JAAR. Het spreekt van zelf, dart de productie niet
Het was in de Meimaand van het jaar 1500, met het verbruik in overeenstemming staan
toen de West-Friezen, die destijds onder Sak- J moet, want de eieren vormen een belangrijk
sische heerschappij stonden, zich tegen hun
hoofd, hertog Heinrich von Sachzes verzetten,
wijl deze de hem bij overeenkomst toegestane hef
fing van schattingen op een brutale wijze opdreef
en het land zooveel mogelijk trachtte uit te zui-
gen. Hertog Heinrich was derhalve gedwongen
tegen de Friezen te velde te trekken en het ge
lukte hem dan ook hun na een zwaren strijd in
juli 1500 een volslagen nederlaag toe te brengen.
Slechts het versterkte Groningen bood den Sak-
sers nog hardnekkigen tegenstand.
De hertog trok derhalve zijn gezamenlijke
krijgsmacht voor de stad te zamen om ze te bele
geren. Zooals de kronieken melden, werd de stad'
dagen lang op heftige wijze beschoten en bij deze
gelegenheid wordt ook van een toestel melding
gemaakt, waarvan de belegerden ijverig gebruik
maakten en met welks hulp het mogelijk was met
luiden knal ontploffende, brand veroorzakende
bommen een eind weg te slingeren.
Een kroniek uit die dagen beschrijft dit oor
logstuig als „nieuwe korte bussen, de man tume-
laer noempP' en die in staat waren „vuir in de
Stadt to werpe, urn de borgeren darin to ver
schrikken." Er is hier dus blijkbaar sprake van
een voorlooper van de in dsen tegenwoordigen tijd
'in den loopgravenoorlog gebruikte en gevreesde
bommenwerpers.
De „korte bussen" uit den toenmafigen tijd
waren ongetwijfeld veel onschadelijker.
Althans zij hebben de vesting Groningen niet
ten val kunnen brengen.
STEDENBOUW.
Als de oorlog voorbij is kunnen wij nog merk
waardige dingen beleven. Millioenen huizen zijn
vernield, en zullen opgebouwd moeten worden.
De grenzen zullen zich wellicht wijzigen, het ver
keer" kan worden verplaatst langs nieuwe hanen,
en de kans is groot, dat onbeteekenende dorpen
dan belangrijke handels- en verkeerscentra zullen
worden, terwijl groote steden, waar voorheen
drukte en leven heerschte, herschapen zullen wor
den in kalme provinciestadjes. Misschien over
drijven we. De tijd zal het moeten leeren. Maar
dit is een feit, dat menig bouwmeester, zoowel in
de oorlogvoerende landen als daarbuiten, zwan
ger gaat van grootsche plannen van stedenbouw.
In de nieuwe wereld is de stedenbouwer geen
fantasie-mensch meer. Deze steden-architect heeft
internationaal handelsartikel. Industriestaten
produeeeren natuurlijk minder dan zy verbrui
ken, landbouwstaten meer.
Zoo komt het, dat Frankrijk, Dnitsehland' en
Engeland meer eieren nit het buitenland" be
trekken dan zij zelf uitvoeren; Rusland, Italië
en voornamelijk Egypte daarentegen produeee
ren zoo veel dat zij van hun overvloed nog tame
lijk aanzienlijke hoeveelheden naar het buiten
land kunnen verzenden.
De jaarlijksche kolenprodnctie der aarde hei-
draagt 700 millioen ton. Hiervan levert Europa
55 pOt., Amerika 40 pCt. Merkwaardig is, dat
in 1870 nit Europa 87 pCt. der kolen kwam,
terwijl Amerika toen slechts 12 pCt. produ
ceerde.
De geheelo kolenvoorraad van Moeder Aarde
kan worden geschat op 3500 milliard ton. Blijft
het kolenverbruik hptzel fdo, dat behoeft men
zich de eerste 5000 jaar dus nog niet ongerust
te maken. Maar blijft het kolenverbruik toe
nemen, al is het maar 5 pOt. 's jaars, dan ver
andert de zaak, en zal de kolenvoorraad heel wat
sneller zijn opgebruikt.
De kolenvoorraad der Vereen. Staten kan op
650 milliard ton worden geschat, die van China
op 750 milliard ton. De Duitache kolenvoor
raad wordt geschat op 400 milliard, de Engel-
sche op 200 milliard), de Belgische op 30 mil
liard, de Fransche op 20 milliard en de Rus
sische op 40 milliard. Zoo heel groot zijn die ge
tallen niet, vooral als men weet, dat Duitsch-
land en Engeland samen 42,4*8 pCt. der jaar
lijksche productie leveren.
De kans is zeer groot, dat Engeland reeds
over 35.0 jaar door z'n kolen heen is. Rusland
zal nog nog wel 700 jaar genoeg "hebben, Bel
gië 900 jaar, Duitsehland minstens 10 eenwen,
terwijl de Vereen. Staten zich de eerste 1500
jaar nog niet ongerust "behoeven te maken.
EEN SPOORBONT-VERBINDING VAN
130 KM.
Over eeirigen rijd zal het Noord-A monlcaansch
gedragen, dan zouden wij veel flinker en ge
zonder zijn en het is niet genoeg aan te be
velen voor kinderen ruime echoenen te koo-
pen en deze tijdig te vernieuwen als de voet
weer gegroeid is.
HET AANTAL MTT J.1AHDAIRS
Het aantal milliard,airs ia lang zoo groot
niet, ak wel beweerd wordt. In Europa en in
Azië woont er waarschijnlijk geen enkele, in
Afrika en Australië evenmin. Alleen in de
Vereen, Staten zijn er enkele, maar als het er
zes zijn, is hot veel. De bekendste milliardair is
wed Carnegie, maar enkede Rockefaüers en Mor
gans zonden veel rijker zijn.
daar al menigmaal nuttig werk verricht Er zijn
steden gebouwd op woesten grond, naar de plan-
nen van den een of anderen groot-bouwmeester,continent door een spoorpont verbonden wor-
wanneer enkele bankdirecteuren of industriëelen den met het eiland Ouba. De spoorpont behoort
de plaats geschikt oordeelden. Zoo'n langdurige aan do Florida East Coast Railway Cy. Per
historische wordmgsperiode van een stad, als wij trein naar Cuba gaande, rijdt men eerst ovct
in de oude wereld kennen; kent men in de nieuwe enormen spoordam, die ongeveer 100 koraal-
wereld niet Men vindt het een merkwaardig ver- e;lanr|je3 met elkaar verbindt. Zoo wordt het
schijnsel wellicht, waarvoor historici zich mogen tstp ^deelte van den afstand afgelegd. 130
mteresseeren. Maar zelf wil men daar met van K over Hiervoor zal een pont
weten. Men bouwt steden naar vaste plannen, ,r inl, -.r
men projecteert kerken, scholen, schouwburgen!«f™3* die,107 *L.]ang en
winkels, hotels, al naar er behoefte voor zal zijn. j breed m. Er kannen twee tremen naast elkaar
M-en trekt verkeerswegen, gebruik makende van j staan. Dei pont maakt een snelheid van twaalf
de stelling der Wiskunde, dat de rechte lijn ttts-knoopen.
En in nog grootscher stijl zal men na denDe voeten en de tanden van beschaafde
oorlog wellicht in Europa steden knnnen bouwen.menschen zijn helaas ip den regel zoodanig
Men derfke b.v. aait den wederopbouw van Bel-verwaarloosd, dat tandartsen en pedicures
gië. Wat een prachtwerk zal daar te leveren zijn.verwonderd staan als zij iemand met 32 tan-
Inmiddels is hel' niet onaardig op te merken, den .of een voet zonder likdoorns ontmoeten.
i 1. Til1 I "T* .1 nfl OTTAVl "r-ro T-* IA cfnn/W'M
dat aan verschillende technische hoogescholen tn
Engeland en in de Vereen. Staten sedert enkele
In de Maart-aflevering van «Kosmos»
schrijft dr. Jansen; Wij gebruiken doorgaans
JAARLIJKSCHE ETERPRODUCTTE.
maanden college wordt gegeven in een nieuw veel te zachte spijzen en dragen te nauwe
vak: stedenbouw. Het optimisme verlaat den schoenen. Wij dwingen onze voeten in nau-
urensch niet. Gelukkig maar! wc laarzen. De dameslaarsjes hébben in den
regel bovendien nog te hooge hakken.
Onze voet is van nature krachtig en groot,
zoodat hij een breede steunvlakte bliedt, zoo-
np t a RTJJESCTTE FTPPPPnrtTrr'TTU aR ons lichaam die noodig heeft. Maar de
DE JAARj-io^Uü EIERPRODHCTIE. di{.Mers hebljen zoolang het smalle kleine
Vrst de e'-crproductae der veradiillende landen voetje bezongen, dat de natunrliike groote
'oetreft, staat Amerika aan de spita. Het bezit voet in discrediet is geraakt en een privi-
isn ook het grootst» aantal kippen, n..l. 233 legie van olifanten werd.
jr.ülloondeze leggjca. 862543 ton eieren, wan-Een vergelijking met den klassieken voet
neer men rekent, dat in een kilo 20 stuks gaan. der Grieksche kunstwerken, met onzen eigen
Hierop volgt Frankrijk (50 milL kippen, 800.000 voet> vervult ons met edirik.
t. eieren) en in do derde plaats DuitecUand De nauwe 60110611 "nae kleï™
,-K- -ii 9vn non teenen sterk samengedrukt en alleen dén
uuU. Kippen, 270PO0 t. eieren.) gmoten teen toegelaten zich te ontwikkelen.
IJ.tt deze cu Iutb ziet men, dat do Fr arischeyeej menschen zijn, ook bij goed weer, niet
kippen betere legstera zijn dan hare Dnitsehe staat, groote marschen te maken, en nog
zusters, want hoewel haar aantal ölOOO.OOO minder in staat, lang te staan. Hadden wij
kleiner ie, leggen ae toch 30.000 ton sieren sedert onze jeugd gemakkelijk schoenwerk
STIJL-OEFENING,
Je schrijft te droog; jongmensch, zei de re
dacteur. je moet meer geest en stijl ia je
werk leggen.
Denzelfden avond brak er brand nit in een
slagerswinkel. De jonge verslaggever maakte
toen het volgende relaas op: „De heer Willem
Brand, meester-slager, is gisteravond zijn I
vieesch snel kwijt geraakt
LIEF.
De onderwijzeres had even voor de jongste)
vacantie inging, vriendeh|k tot de meiskens ge
zegd:
En nu wensch ik jullie een prettige Pink-
steren en dat jullie na de vacantie knapper weer
hier moogt komen.
Waarop de kleintjes als urt één mond hartelijk
riepen:
Dank u wel, juffrouw, van hetzelfde!
OVERWONNEN.
Woont gij hier reeds lang? vroeg een win
derig Engelsch toerist, die verbazend opgesneden
en allerlei groteske verhalen gedaan had over
zijn land, aan een braven Zwitser, door wien hij
naar den Mont Blanc werd geleid.
Dat zou ik meenen, mijnheer de reiziger,
antwoordde de gids. Ziet gij dien berg daar?
Welnu, toen ik in dit land kwam, was die berg
maar een gat in den grond.
De Engelschman moest zich voor overwonnen
verklaren.
ALTIJD NETJES.
Mijnheer van Zilveren. De dokter heeft ge
zegd, dat hij morgen mijn maag zal uitpompen.
Mevrouw. Wel man, dan moet je vandaag
niet anders eten dan oesters en fijne kaviaar, dan
kan hij dadelijk zien, dat-ie met voorname men
schen te doen heeft."
COMPLIMENTEUS.
Je moet dien jongen van jou eens flink
aanpakken! Zooals het nu gaat, is het toch al
te erg
Och, het geeft niets of Ik al met hem spreek,
Naar den eersten den besten gek luistert hij meer
dan naar mijToe spreek jij eens met hem
IN DE WACHTKAMER.
A (in de wachtkamer van een dokter). U
bent aan de beurt, meneer.
B. Gaat u maar eerst; misschien geeft de.
dokter mij wat, als hij iets van u heeft ontvan
gen ik ben een schuldeischer.
A. Ik ook!
Oplossing van Probleem Nou 5»
y»
n
d 6, K d 6:
L d 6:
L f 8 ad lib.
L f 7: -f-
b c 3:
c 4,
L h 5 ad lib.,
y>
Probleem No. 6.
zwart
b c d ,e i g n
Wit
i K* o> B. o
S S S-P p
O
0 Q P
1 P-3 D
W W '0*
o {3 O to
O N Q
o P-c.-- -
O
(d
O Óq
'jr
Oq
WW'
<D
2 P.
e
to to
P 3
A- >4
VOOR DE HUISKAMER
Het knopje was vcdbloeid,
Het roosje bad de laatste zwachtele losge
broken,
En schitterde in den hoï, Verrukelijk, gansch
ontloken,
Miet znivrai dauw besproeid.
Een guiden zonnestraal
Viel koestrendi neêr in 't bloempje, als eerste
groet in 't leven;
Del vooglen schenen haar een welkomstzang
te geven
In hun bezielde taal.
Zij voelde t hoe natuur
Met weelden zonder tal haar aanzijn had
beschonken,
ZjJ bloosde vaö genot, en staarde vreugde
dronken
'Naar 't vriendelijk, rein azuur.
Daar vloog langs 't jeudig kruid
Een vlinder, licht gewiekt, en schitterend
van kleuren,
Omfladderde elke bloem, maar boos, om vorm
en geuren,
Toch 't lieflijk roosje nit.
I
i
En na een korte poos,
Toen gonsde een bijtje rond en proefde uit
bloem en knopjes,
Maar vond haar 'rijkste vracht, de zoetste
honigdroppéls,
In 't kelkje van de roos.
j
Toen suisde er om haar hioofd
Een koeltje, wiens gekoos haar 't kopje op
deed beuren,
En 't zweefde door den hof, gebaad in bal
semgeuren,
Der Eeve sehoone ontroofd.
Dan acheen hand, te wreed,
Begeerig naar dat schoone, was 't rozenperk
genaderd.
Zij rokte 't bloempje a'P 't viel stervend door
't gebl adert
Op 't mollig grastapeét.
Beu oogenblik genet,
Dat 's menschen hart ontsluit, doch hem
slechts kort mag streelen,
Dat diepgevoeld geluk aan andren mededee-
len,
Bn sterven, ie ons lot.
Maar moog een bloem vergaan,
Verdwijn' haar geur, den mensch is gróo-
ter heil Verbleven,
Do erinnering aan al wat bij heeft goeds
bedreven.
Zal lang na hem bestaan.
Keer 't hulsel dan tot stof,
Nog heeft hy in het hart van wie hij minde
op aarde,
Eu' God verplant die bloem! uit onze levens-
gaarde,
Naar hooger Hemelhof.
als goud zoo eerlijk, en met lichaam en ziel
aan zijn heer verknocht, eerst aan den va
der, toen aan den zoon dien hii reeds als
kind op de knieën gewiegd had. Weinigen
verstonden het handelswezen van die dagen,
tot in zijn verste vertakkingen, zoo grondig
als de onde heer Janssen; vandaar dan ook.
dat op het kantoor zijn woord even geldig
was als dat van den patroon zeiven.
Intueschen drukten de tijdsomstandighe
den voor een poos allerongunstigst op dén
handel. Het was zelfs nu en dan of die pols
ader van 's lands welvaart geheel stil stond
als een luchtige wolk nit aller oog verdwe
nen. De menigte stroomde langzamerhand
weer uit elkaar, en de kooplieden wandelden
onder vriendelijk gesprek naar hunne wo
ningen terug.
Drie vierden van een jaar waren reeds
vervlogen, maar geen Janseen kwam terug;
ook zag men vruchteloos naar eenige tijding
van zijnentwege uit; maar wel verspreidde
zich een gerucht, dat er een Amsterdamsch!
koopvaardijschip op de hoogte van Nieacrw-
Amsterd am in Zui d-Amerika schipbreuk of,
althans de zwaarste averij geleden had. AI
en ook ten kantore van den heer Herman bedenkelijker werden de bewegingen van
Gruit gevoelde men toen maar al te zeer de den heer Herman, al bezorgder zajn gelaat,
droevige terugwerking ervan, sedert ette- j Het eens verlies na het andere barstte "boven
lijke maanden reeds zag men er veel min- zijn hoofd los. Verscheidene voorname hun-
der bepakte paarden en vrachtwagens dan j delshuizen te Bronswijk en te Neurenberg,
vroeger stil bonden; en in huis kon weken hij welke hij voor groote sommen' op t cre-
achtereen een zwijgen heerséhen als dat vandiet stond, waren te niét gegaan, en diage-
eene kerk, terwijl het anders toch menig- lijks nog kwamen er allerlei brieven aan die
maal voor en binnen het huis levendiger
was toegegaan, dan op het grootste markt-
gewemel.
Op zekeren moTgen gebeurde het, dat mijn
heer Janssen op het kantoor verscheidene
malen het hoofd schudde, zijn brieven schijn
baar vergat en, in diepe gedachten verzon
ken, onafgewend naar den zolder staaTde,
als wilde hij de vliegen tellen, die er langs
de halen liepen. Eindelijk doopte "hii wel zes
malen achter elkaar zijn zwanenveder in
den grooten zilveren inktkoker, stampte uit
alle kracht met de overvolle pen tegen dén
lesseraar, zoodat de pas begonnen brief die
zooveel nieuwe onheilsboden waren. De heer
Gruit was juist bezig met het opmaken vam
zijn balans; daarom heerschte er op het (kan
toor een stilte als die des doods, nauwe!ijka
hoorde men ademhalen. Even vernam men
het lichte gekras der pennen van de ijverig!
schrijvende klerken, die maaT a.1 te vaak dej
oogen angstig opsloegen, zonder van hou-!
ding te veranderen, wanneer een zware zuriht'
van den heer Gruit als een knagende geest'
door de kamer zweefde, of een groote zweet
droppel van het gerimpelde voorhoofd op
het papier nederviel. Eindelijk sloeg de pa
troon de oogen open bleef een poos lang on-
voor hem lag, van boven tot heneden mot .'beweeglijk staroogen op het vlak voor hem
inktvlekken gemarmerd, op eens af was. De J hangende afbeeldsel van zijn overleden va-
heer Herman die tegenover hem zat, sprong j der, terwijl ©en enkele loodzware traan langsi
verschrikt op'en vroeg; izijn wangen het grootboek besproeide. Toen!
„Wel Janssen, zijt gij vandaag ook voor scheen de kille schrik hem door de adérenj
de eerste maal in nw leven in de taverne te varen; hij streek met zijn vlakke hand
over zijn voorhoofd en zijne oogen, als uit;
een zwaren droom ontwakende, legde lang
zaam de pen neer, klapte het boek to^ ên'
begaf zich met tragen tred naar de huiska
mer. Daar kleedde hij zich in zijn volle
amhtekleeding alp raadsheer, kuste zijne!
vrouw en zijne drie frissche jongens goedénj
dag en ging met de verzekering, dat het he
den zitdag was, en dat men hem niet mot'
van Klaas Derksen geweest en hebt gij te
veel van den Spaanschen wijn genipt, waar
op zijn kelder zoo grooten roem draagt"?
Neen heer, antwoordde Janssen knor
rig, ik ken de kroeg niet waarvan gij spreekt.
Maar zoo kan het niet langer gaan. In onze
straten is het nit met den vrijen handel, en
geen winst kan mee op de oude eerlijke
wegen behaald worden, zoo deze spanning
langer duurt. De onderkruipen) heenecht het eten te wachten had, naar beneden en
overal en tegen booze listen en streken is de de deur nit. Hü wandelde de bonte straten!
oud-HolIandsche eerlijkheid niet opgewas- j door naar het raadhuis; een bediende droeg
sen. Ook wij voelen de gevolgen der oorlogenhem het zware grootboek na. Ter raadkamer
die elders woeden. Wii moeten vrekkigen j legde hjj voor het verbaasde college de eere
naburen twintigmaal meer voor de waren teek enen zijner waardigheid af en gaf zi'chj
öetalen, dan wanneer wii ze onmiddellijk nit j als insolvent aan. De hoeren verschrokken,!
de eerste hand hadden, uit Engeland of zjelfs namen inzage van zajne boeken, erkenden!
nit Amerika. Betrouw mij voor een jaar een daaruit zijne onschuld en besloten met alge-,
sehip toe, met zooveel gêld en goederen alsmeene stemmen hem nog een uitstel vam een
maar mogelijk is, en laat mij naar de Nieu- half jaar toe te staan, als de uiterste telr-
we Wereld zeileu. Gij weet dat de oud© Jans
sen daar reeds tweemalen geweest is em het
klappen van de zweep verstaat. Het is waar,
'de onde heer was ook aTtijd angstig, em
meende dat men ook zonder veel te wagen
veel kon winnen. Maar dat is nu andere
geworden, daarom moeten wij ook andere
wegen inslaan.
Toen stonden de beide hoeren op, wandel
den de kamer geroimen tijd op en neder, eni
mijn, waarin men Janssen nog kon terug
wachten, indien het schip niet verongelukt
was.
Het halve jaar en twee -maanden; daarbo
ven waren reeds verstreken, en nog was
Janssen niet teruggekomen. Hermans om-;
standigheden waron er zeer op verslechterd.!
Do schuldeischer» waren docür bet uitstel
reeds waar verbitterd, zoodat zij nu met
zooveel onstuimigheid aandrongen op
openlijken verkoop der bezittingen van
beraadslaagden wat te doen. Toen nu all e
vóór en tegen op de weegschaal gelegd was. j nen debiteur, dat de magistraat door
.zooals verstandige menschen betaamt, werd|n0O(j gedrongen, bet recht zijm loop
er besloten, dat Janssen zou vertrekken. Vier j laten nemen. Alles weid verzekerd «en
weken later stapte de hoer Van Steen met j dagen later had de verknoping plaats. Jrfet
Janssen aan zijne zijde en gevolgd door twee !was de verfCOop der meubelen van bet groote
zwaar bepakte bedienden naar de haven, 'kantoor begonnen.
Het handelshuis Gruit van Steen was in
het begin der 18de eeuw een der aanzien
lijkste en vertrouwdste van Amsterdam.
Aan het hoofd van het kantoor stond toen
maals Herman Gruit, dïo na den dood van
zijnen achtcnswaardigen vader, mot de uit
gebreide zaken en de sierlijke woning, ook
den ouden Janssen als erfstuk had overgeno-
Jnen. Deze Janssen was een lange reeks van
wiretl Ijod-lftTIflf* vfiri Vipf V> AT)ia owurnojcf
Een gansohe menigte volks bedekte den "ha-
yeukant en wachtte onder muziek en ge
juich de toerusting en de afvaart van bet
groote koopvaardijschip af.
De brave Janssen drukte zijn patroon nog
eens krachtig de heide handen en' ging aan
boord. Snel werd de ladder ingehaald, even
zoo het groote anker ingepalmd en de kabel
opgerold, alle wimpels wapperden nit en het
schip met volle zeilen en onder den gunsti
De kamer was opgepropt use* raetweiwxrij
van allerlei slag. De stem van den aiedager!
kon door het geheele huis gehoond tocmienJ
Verechxükelijk klonk die roepstem Hemtanj
in de ooren, en zoo vaak de hamer luider!
nederviel, was hot hem als ging er eerr kou
de dolk door zijn hart Daar zat fog het hoofd
op de hand geleund, peinzende voer bet -ven-,
©terras® en staarde het uithangbord van
zijn overbuurman, den kastelein nit de te
gen wind droef trotsch héén, gelijk eonoverne. Het vliegende ecbip, zoo onafgewend
reusachtige zwaan in het schuimend kristal aan, als wiTdte hij het met blikken vastna-
dor dartele golven. Janssen wuifde van het gelen. Elisabeth, zpn goede vrouw, zat by
dek met zijn zakdoek zijn vrienden nog een den haard, en hield de roodgoweonde oogen
l«Joi<-4 v'O omrol Ipo oti rl vn rwoc ooJj rrty TT«_ Vt f