«I ai iSL M_B De firma gered. AIXERLEI ANECDOTEN SCHAKEN. -BIJVOEGSEL VAN DE >N IE UWE HAARLEMSCHE COURANT< - EEMB ROOS. s ?fe^s.gS8. DE KOLENVOORRAAD IN DE VERSOHIL- LENDE LANDEN. Sn^oSS^jf6 k>rtStC Weg iS' DatiS MISHANDELDE VOETEN. 2. 2. 2. 2. 2. f4 c 6 -j- d 5 -f f7:4-( f 4 -f1 d 5 -f-' d 5 -F f f g- 'Pg g 'WW q-:Ï 2 o e s. 5 MAANDAG 2 AUGUSTUS 1915 TWEEDE SERIE 40sfe JAARGANG No. 8812 I de toeecheuwers zich af. Maar de vogel vist raad. Hij droeg de korst naar een nabijzijn- den -waterval en legde ze op de steenen in de nabijheid neeT, die aanhoudend deer het spatten va ter bevochtigd werden. Nadat de vogel eei igen tijd verdwenen was, keerde hij terng, hakte met zijn snavel thans zonder moeite het brood in stukken en bracht ze meer. Daarop volgt Engeland (25 mill, kippen, 125.000 t. eieren), en dan Nederland. In den goeden tijd voor den oorlog verorber den de Duitschers 127 eieren per persoon per jaar; de Fr an ach man eet er per jaar 9 minder; de Engelscken gebruikt er 94 en de Hollander brengt dit aantal maar op 91, d. w. z. gemid- j deld om de vier dagen eet hij een ei, terwijl zijn achtereenvolgens naaT zijn nest. oostelijke nabuur er minstens een om de drie EEN BOMMENWERPER VOOR j dacm ^bruikt. VIERHONDERD JAAR. Het spreekt van zelf, dart de productie niet Het was in de Meimaand van het jaar 1500, met het verbruik in overeenstemming staan toen de West-Friezen, die destijds onder Sak- J moet, want de eieren vormen een belangrijk sische heerschappij stonden, zich tegen hun hoofd, hertog Heinrich von Sachzes verzetten, wijl deze de hem bij overeenkomst toegestane hef fing van schattingen op een brutale wijze opdreef en het land zooveel mogelijk trachtte uit te zui- gen. Hertog Heinrich was derhalve gedwongen tegen de Friezen te velde te trekken en het ge lukte hem dan ook hun na een zwaren strijd in juli 1500 een volslagen nederlaag toe te brengen. Slechts het versterkte Groningen bood den Sak- sers nog hardnekkigen tegenstand. De hertog trok derhalve zijn gezamenlijke krijgsmacht voor de stad te zamen om ze te bele geren. Zooals de kronieken melden, werd de stad' dagen lang op heftige wijze beschoten en bij deze gelegenheid wordt ook van een toestel melding gemaakt, waarvan de belegerden ijverig gebruik maakten en met welks hulp het mogelijk was met luiden knal ontploffende, brand veroorzakende bommen een eind weg te slingeren. Een kroniek uit die dagen beschrijft dit oor logstuig als „nieuwe korte bussen, de man tume- laer noempP' en die in staat waren „vuir in de Stadt to werpe, urn de borgeren darin to ver schrikken." Er is hier dus blijkbaar sprake van een voorlooper van de in dsen tegenwoordigen tijd 'in den loopgravenoorlog gebruikte en gevreesde bommenwerpers. De „korte bussen" uit den toenmafigen tijd waren ongetwijfeld veel onschadelijker. Althans zij hebben de vesting Groningen niet ten val kunnen brengen. STEDENBOUW. Als de oorlog voorbij is kunnen wij nog merk waardige dingen beleven. Millioenen huizen zijn vernield, en zullen opgebouwd moeten worden. De grenzen zullen zich wellicht wijzigen, het ver keer" kan worden verplaatst langs nieuwe hanen, en de kans is groot, dat onbeteekenende dorpen dan belangrijke handels- en verkeerscentra zullen worden, terwijl groote steden, waar voorheen drukte en leven heerschte, herschapen zullen wor den in kalme provinciestadjes. Misschien over drijven we. De tijd zal het moeten leeren. Maar dit is een feit, dat menig bouwmeester, zoowel in de oorlogvoerende landen als daarbuiten, zwan ger gaat van grootsche plannen van stedenbouw. In de nieuwe wereld is de stedenbouwer geen fantasie-mensch meer. Deze steden-architect heeft internationaal handelsartikel. Industriestaten produeeeren natuurlijk minder dan zy verbrui ken, landbouwstaten meer. Zoo komt het, dat Frankrijk, Dnitsehland' en Engeland meer eieren nit het buitenland" be trekken dan zij zelf uitvoeren; Rusland, Italië en voornamelijk Egypte daarentegen produeee ren zoo veel dat zij van hun overvloed nog tame lijk aanzienlijke hoeveelheden naar het buiten land kunnen verzenden. De jaarlijksche kolenprodnctie der aarde hei- draagt 700 millioen ton. Hiervan levert Europa 55 pOt., Amerika 40 pCt. Merkwaardig is, dat in 1870 nit Europa 87 pCt. der kolen kwam, terwijl Amerika toen slechts 12 pCt. produ ceerde. De geheelo kolenvoorraad van Moeder Aarde kan worden geschat op 3500 milliard ton. Blijft het kolenverbruik hptzel fdo, dat behoeft men zich de eerste 5000 jaar dus nog niet ongerust te maken. Maar blijft het kolenverbruik toe nemen, al is het maar 5 pOt. 's jaars, dan ver andert de zaak, en zal de kolenvoorraad heel wat sneller zijn opgebruikt. De kolenvoorraad der Vereen. Staten kan op 650 milliard ton worden geschat, die van China op 750 milliard ton. De Duitache kolenvoor raad wordt geschat op 400 milliard, de Engel- sche op 200 milliard), de Belgische op 30 mil liard, de Fransche op 20 milliard en de Rus sische op 40 milliard. Zoo heel groot zijn die ge tallen niet, vooral als men weet, dat Duitsch- land en Engeland samen 42,4*8 pCt. der jaar lijksche productie leveren. De kans is zeer groot, dat Engeland reeds over 35.0 jaar door z'n kolen heen is. Rusland zal nog nog wel 700 jaar genoeg "hebben, Bel gië 900 jaar, Duitsehland minstens 10 eenwen, terwijl de Vereen. Staten zich de eerste 1500 jaar nog niet ongerust "behoeven te maken. EEN SPOORBONT-VERBINDING VAN 130 KM. Over eeirigen rijd zal het Noord-A monlcaansch gedragen, dan zouden wij veel flinker en ge zonder zijn en het is niet genoeg aan te be velen voor kinderen ruime echoenen te koo- pen en deze tijdig te vernieuwen als de voet weer gegroeid is. HET AANTAL MTT J.1AHDAIRS Het aantal milliard,airs ia lang zoo groot niet, ak wel beweerd wordt. In Europa en in Azië woont er waarschijnlijk geen enkele, in Afrika en Australië evenmin. Alleen in de Vereen, Staten zijn er enkele, maar als het er zes zijn, is hot veel. De bekendste milliardair is wed Carnegie, maar enkede Rockefaüers en Mor gans zonden veel rijker zijn. daar al menigmaal nuttig werk verricht Er zijn steden gebouwd op woesten grond, naar de plan- nen van den een of anderen groot-bouwmeester,continent door een spoorpont verbonden wor- wanneer enkele bankdirecteuren of industriëelen den met het eiland Ouba. De spoorpont behoort de plaats geschikt oordeelden. Zoo'n langdurige aan do Florida East Coast Railway Cy. Per historische wordmgsperiode van een stad, als wij trein naar Cuba gaande, rijdt men eerst ovct in de oude wereld kennen; kent men in de nieuwe enormen spoordam, die ongeveer 100 koraal- wereld niet Men vindt het een merkwaardig ver- e;lanr|je3 met elkaar verbindt. Zoo wordt het schijnsel wellicht, waarvoor historici zich mogen tstp ^deelte van den afstand afgelegd. 130 mteresseeren. Maar zelf wil men daar met van K over Hiervoor zal een pont weten. Men bouwt steden naar vaste plannen, ,r inl, -.r men projecteert kerken, scholen, schouwburgen!«f™3* die,107 *L.]ang en winkels, hotels, al naar er behoefte voor zal zijn. j breed m. Er kannen twee tremen naast elkaar M-en trekt verkeerswegen, gebruik makende van j staan. Dei pont maakt een snelheid van twaalf de stelling der Wiskunde, dat de rechte lijn ttts-knoopen. En in nog grootscher stijl zal men na denDe voeten en de tanden van beschaafde oorlog wellicht in Europa steden knnnen bouwen.menschen zijn helaas ip den regel zoodanig Men derfke b.v. aait den wederopbouw van Bel-verwaarloosd, dat tandartsen en pedicures gië. Wat een prachtwerk zal daar te leveren zijn.verwonderd staan als zij iemand met 32 tan- Inmiddels is hel' niet onaardig op te merken, den .of een voet zonder likdoorns ontmoeten. i 1. Til1 I "T* .1 nfl OTTAVl "r-ro T-* IA cfnn/W'M dat aan verschillende technische hoogescholen tn Engeland en in de Vereen. Staten sedert enkele In de Maart-aflevering van «Kosmos» schrijft dr. Jansen; Wij gebruiken doorgaans JAARLIJKSCHE ETERPRODUCTTE. maanden college wordt gegeven in een nieuw veel te zachte spijzen en dragen te nauwe vak: stedenbouw. Het optimisme verlaat den schoenen. Wij dwingen onze voeten in nau- urensch niet. Gelukkig maar! wc laarzen. De dameslaarsjes hébben in den regel bovendien nog te hooge hakken. Onze voet is van nature krachtig en groot, zoodat hij een breede steunvlakte bliedt, zoo- np t a RTJJESCTTE FTPPPPnrtTrr'TTU aR ons lichaam die noodig heeft. Maar de DE JAARj-io^Uü EIERPRODHCTIE. di{.Mers hebljen zoolang het smalle kleine Vrst de e'-crproductae der veradiillende landen voetje bezongen, dat de natunrliike groote 'oetreft, staat Amerika aan de spita. Het bezit voet in discrediet is geraakt en een privi- isn ook het grootst» aantal kippen, n..l. 233 legie van olifanten werd. jr.ülloondeze leggjca. 862543 ton eieren, wan-Een vergelijking met den klassieken voet neer men rekent, dat in een kilo 20 stuks gaan. der Grieksche kunstwerken, met onzen eigen Hierop volgt Frankrijk (50 milL kippen, 800.000 voet> vervult ons met edirik. t. eieren) en in do derde plaats DuitecUand De nauwe 60110611 "nae kleï™ ,-K- -ii 9vn non teenen sterk samengedrukt en alleen dén uuU. Kippen, 270PO0 t. eieren.) gmoten teen toegelaten zich te ontwikkelen. IJ.tt deze cu Iutb ziet men, dat do Fr arischeyeej menschen zijn, ook bij goed weer, niet kippen betere legstera zijn dan hare Dnitsehe staat, groote marschen te maken, en nog zusters, want hoewel haar aantal ölOOO.OOO minder in staat, lang te staan. Hadden wij kleiner ie, leggen ae toch 30.000 ton sieren sedert onze jeugd gemakkelijk schoenwerk STIJL-OEFENING, Je schrijft te droog; jongmensch, zei de re dacteur. je moet meer geest en stijl ia je werk leggen. Denzelfden avond brak er brand nit in een slagerswinkel. De jonge verslaggever maakte toen het volgende relaas op: „De heer Willem Brand, meester-slager, is gisteravond zijn I vieesch snel kwijt geraakt LIEF. De onderwijzeres had even voor de jongste) vacantie inging, vriendeh|k tot de meiskens ge zegd: En nu wensch ik jullie een prettige Pink- steren en dat jullie na de vacantie knapper weer hier moogt komen. Waarop de kleintjes als urt één mond hartelijk riepen: Dank u wel, juffrouw, van hetzelfde! OVERWONNEN. Woont gij hier reeds lang? vroeg een win derig Engelsch toerist, die verbazend opgesneden en allerlei groteske verhalen gedaan had over zijn land, aan een braven Zwitser, door wien hij naar den Mont Blanc werd geleid. Dat zou ik meenen, mijnheer de reiziger, antwoordde de gids. Ziet gij dien berg daar? Welnu, toen ik in dit land kwam, was die berg maar een gat in den grond. De Engelschman moest zich voor overwonnen verklaren. ALTIJD NETJES. Mijnheer van Zilveren. De dokter heeft ge zegd, dat hij morgen mijn maag zal uitpompen. Mevrouw. Wel man, dan moet je vandaag niet anders eten dan oesters en fijne kaviaar, dan kan hij dadelijk zien, dat-ie met voorname men schen te doen heeft." COMPLIMENTEUS. Je moet dien jongen van jou eens flink aanpakken! Zooals het nu gaat, is het toch al te erg Och, het geeft niets of Ik al met hem spreek, Naar den eersten den besten gek luistert hij meer dan naar mijToe spreek jij eens met hem IN DE WACHTKAMER. A (in de wachtkamer van een dokter). U bent aan de beurt, meneer. B. Gaat u maar eerst; misschien geeft de. dokter mij wat, als hij iets van u heeft ontvan gen ik ben een schuldeischer. A. Ik ook! Oplossing van Probleem Nou 5» y» n d 6, K d 6: L d 6: L f 8 ad lib. L f 7: -f- b c 3: c 4, L h 5 ad lib., y> Probleem No. 6. zwart b c d ,e i g n Wit i K* o> B. o S S S-P p O 0 Q P 1 P-3 D W W '0* o {3 O to O N Q o P-c.-- - O (d O Óq 'jr Oq WW' <D 2 P. e to to P 3 A- >4 VOOR DE HUISKAMER Het knopje was vcdbloeid, Het roosje bad de laatste zwachtele losge broken, En schitterde in den hoï, Verrukelijk, gansch ontloken, Miet znivrai dauw besproeid. Een guiden zonnestraal Viel koestrendi neêr in 't bloempje, als eerste groet in 't leven; Del vooglen schenen haar een welkomstzang te geven In hun bezielde taal. Zij voelde t hoe natuur Met weelden zonder tal haar aanzijn had beschonken, ZjJ bloosde vaö genot, en staarde vreugde dronken 'Naar 't vriendelijk, rein azuur. Daar vloog langs 't jeudig kruid Een vlinder, licht gewiekt, en schitterend van kleuren, Omfladderde elke bloem, maar boos, om vorm en geuren, Toch 't lieflijk roosje nit. I i En na een korte poos, Toen gonsde een bijtje rond en proefde uit bloem en knopjes, Maar vond haar 'rijkste vracht, de zoetste honigdroppéls, In 't kelkje van de roos. j Toen suisde er om haar hioofd Een koeltje, wiens gekoos haar 't kopje op deed beuren, En 't zweefde door den hof, gebaad in bal semgeuren, Der Eeve sehoone ontroofd. Dan acheen hand, te wreed, Begeerig naar dat schoone, was 't rozenperk genaderd. Zij rokte 't bloempje a'P 't viel stervend door 't gebl adert Op 't mollig grastapeét. Beu oogenblik genet, Dat 's menschen hart ontsluit, doch hem slechts kort mag streelen, Dat diepgevoeld geluk aan andren mededee- len, Bn sterven, ie ons lot. Maar moog een bloem vergaan, Verdwijn' haar geur, den mensch is gróo- ter heil Verbleven, Do erinnering aan al wat bij heeft goeds bedreven. Zal lang na hem bestaan. Keer 't hulsel dan tot stof, Nog heeft hy in het hart van wie hij minde op aarde, Eu' God verplant die bloem! uit onze levens- gaarde, Naar hooger Hemelhof. als goud zoo eerlijk, en met lichaam en ziel aan zijn heer verknocht, eerst aan den va der, toen aan den zoon dien hii reeds als kind op de knieën gewiegd had. Weinigen verstonden het handelswezen van die dagen, tot in zijn verste vertakkingen, zoo grondig als de onde heer Janssen; vandaar dan ook. dat op het kantoor zijn woord even geldig was als dat van den patroon zeiven. Intueschen drukten de tijdsomstandighe den voor een poos allerongunstigst op dén handel. Het was zelfs nu en dan of die pols ader van 's lands welvaart geheel stil stond als een luchtige wolk nit aller oog verdwe nen. De menigte stroomde langzamerhand weer uit elkaar, en de kooplieden wandelden onder vriendelijk gesprek naar hunne wo ningen terug. Drie vierden van een jaar waren reeds vervlogen, maar geen Janseen kwam terug; ook zag men vruchteloos naar eenige tijding van zijnentwege uit; maar wel verspreidde zich een gerucht, dat er een Amsterdamsch! koopvaardijschip op de hoogte van Nieacrw- Amsterd am in Zui d-Amerika schipbreuk of, althans de zwaarste averij geleden had. AI en ook ten kantore van den heer Herman bedenkelijker werden de bewegingen van Gruit gevoelde men toen maar al te zeer de den heer Herman, al bezorgder zajn gelaat, droevige terugwerking ervan, sedert ette- j Het eens verlies na het andere barstte "boven lijke maanden reeds zag men er veel min- zijn hoofd los. Verscheidene voorname hun- der bepakte paarden en vrachtwagens dan j delshuizen te Bronswijk en te Neurenberg, vroeger stil bonden; en in huis kon weken hij welke hij voor groote sommen' op t cre- achtereen een zwijgen heerséhen als dat vandiet stond, waren te niét gegaan, en diage- eene kerk, terwijl het anders toch menig- lijks nog kwamen er allerlei brieven aan die maal voor en binnen het huis levendiger was toegegaan, dan op het grootste markt- gewemel. Op zekeren moTgen gebeurde het, dat mijn heer Janssen op het kantoor verscheidene malen het hoofd schudde, zijn brieven schijn baar vergat en, in diepe gedachten verzon ken, onafgewend naar den zolder staaTde, als wilde hij de vliegen tellen, die er langs de halen liepen. Eindelijk doopte "hii wel zes malen achter elkaar zijn zwanenveder in den grooten zilveren inktkoker, stampte uit alle kracht met de overvolle pen tegen dén lesseraar, zoodat de pas begonnen brief die zooveel nieuwe onheilsboden waren. De heer Gruit was juist bezig met het opmaken vam zijn balans; daarom heerschte er op het (kan toor een stilte als die des doods, nauwe!ijka hoorde men ademhalen. Even vernam men het lichte gekras der pennen van de ijverig! schrijvende klerken, die maaT a.1 te vaak dej oogen angstig opsloegen, zonder van hou-! ding te veranderen, wanneer een zware zuriht' van den heer Gruit als een knagende geest' door de kamer zweefde, of een groote zweet droppel van het gerimpelde voorhoofd op het papier nederviel. Eindelijk sloeg de pa troon de oogen open bleef een poos lang on- voor hem lag, van boven tot heneden mot .'beweeglijk staroogen op het vlak voor hem inktvlekken gemarmerd, op eens af was. De J hangende afbeeldsel van zijn overleden va- heer Herman die tegenover hem zat, sprong j der, terwijl ©en enkele loodzware traan langsi verschrikt op'en vroeg; izijn wangen het grootboek besproeide. Toen! „Wel Janssen, zijt gij vandaag ook voor scheen de kille schrik hem door de adérenj de eerste maal in nw leven in de taverne te varen; hij streek met zijn vlakke hand over zijn voorhoofd en zijne oogen, als uit; een zwaren droom ontwakende, legde lang zaam de pen neer, klapte het boek to^ ên' begaf zich met tragen tred naar de huiska mer. Daar kleedde hij zich in zijn volle amhtekleeding alp raadsheer, kuste zijne! vrouw en zijne drie frissche jongens goedénj dag en ging met de verzekering, dat het he den zitdag was, en dat men hem niet mot' van Klaas Derksen geweest en hebt gij te veel van den Spaanschen wijn genipt, waar op zijn kelder zoo grooten roem draagt"? Neen heer, antwoordde Janssen knor rig, ik ken de kroeg niet waarvan gij spreekt. Maar zoo kan het niet langer gaan. In onze straten is het nit met den vrijen handel, en geen winst kan mee op de oude eerlijke wegen behaald worden, zoo deze spanning langer duurt. De onderkruipen) heenecht het eten te wachten had, naar beneden en overal en tegen booze listen en streken is de de deur nit. Hü wandelde de bonte straten! oud-HolIandsche eerlijkheid niet opgewas- j door naar het raadhuis; een bediende droeg sen. Ook wij voelen de gevolgen der oorlogenhem het zware grootboek na. Ter raadkamer die elders woeden. Wii moeten vrekkigen j legde hjj voor het verbaasde college de eere naburen twintigmaal meer voor de waren teek enen zijner waardigheid af en gaf zi'chj öetalen, dan wanneer wii ze onmiddellijk nit j als insolvent aan. De hoeren verschrokken,! de eerste hand hadden, uit Engeland of zjelfs namen inzage van zajne boeken, erkenden! nit Amerika. Betrouw mij voor een jaar een daaruit zijne onschuld en besloten met alge-, sehip toe, met zooveel gêld en goederen alsmeene stemmen hem nog een uitstel vam een maar mogelijk is, en laat mij naar de Nieu- half jaar toe te staan, als de uiterste telr- we Wereld zeileu. Gij weet dat de oud© Jans sen daar reeds tweemalen geweest is em het klappen van de zweep verstaat. Het is waar, 'de onde heer was ook aTtijd angstig, em meende dat men ook zonder veel te wagen veel kon winnen. Maar dat is nu andere geworden, daarom moeten wij ook andere wegen inslaan. Toen stonden de beide hoeren op, wandel den de kamer geroimen tijd op en neder, eni mijn, waarin men Janssen nog kon terug wachten, indien het schip niet verongelukt was. Het halve jaar en twee -maanden; daarbo ven waren reeds verstreken, en nog was Janssen niet teruggekomen. Hermans om-; standigheden waron er zeer op verslechterd.! Do schuldeischer» waren docür bet uitstel reeds waar verbitterd, zoodat zij nu met zooveel onstuimigheid aandrongen op openlijken verkoop der bezittingen van beraadslaagden wat te doen. Toen nu all e vóór en tegen op de weegschaal gelegd was. j nen debiteur, dat de magistraat door .zooals verstandige menschen betaamt, werd|n0O(j gedrongen, bet recht zijm loop er besloten, dat Janssen zou vertrekken. Vier j laten nemen. Alles weid verzekerd «en weken later stapte de hoer Van Steen met j dagen later had de verknoping plaats. Jrfet Janssen aan zijne zijde en gevolgd door twee !was de verfCOop der meubelen van bet groote zwaar bepakte bedienden naar de haven, 'kantoor begonnen. Het handelshuis Gruit van Steen was in het begin der 18de eeuw een der aanzien lijkste en vertrouwdste van Amsterdam. Aan het hoofd van het kantoor stond toen maals Herman Gruit, dïo na den dood van zijnen achtcnswaardigen vader, mot de uit gebreide zaken en de sierlijke woning, ook den ouden Janssen als erfstuk had overgeno- Jnen. Deze Janssen was een lange reeks van wiretl Ijod-lftTIflf* vfiri Vipf V> AT)ia owurnojcf Een gansohe menigte volks bedekte den "ha- yeukant en wachtte onder muziek en ge juich de toerusting en de afvaart van bet groote koopvaardijschip af. De brave Janssen drukte zijn patroon nog eens krachtig de heide handen en' ging aan boord. Snel werd de ladder ingehaald, even zoo het groote anker ingepalmd en de kabel opgerold, alle wimpels wapperden nit en het schip met volle zeilen en onder den gunsti De kamer was opgepropt use* raetweiwxrij van allerlei slag. De stem van den aiedager! kon door het geheele huis gehoond tocmienJ Verechxükelijk klonk die roepstem Hemtanj in de ooren, en zoo vaak de hamer luider! nederviel, was hot hem als ging er eerr kou de dolk door zijn hart Daar zat fog het hoofd op de hand geleund, peinzende voer bet -ven-, ©terras® en staarde het uithangbord van zijn overbuurman, den kastelein nit de te gen wind droef trotsch héén, gelijk eonoverne. Het vliegende ecbip, zoo onafgewend reusachtige zwaan in het schuimend kristal aan, als wiTdte hij het met blikken vastna- dor dartele golven. Janssen wuifde van het gelen. Elisabeth, zpn goede vrouw, zat by dek met zijn zakdoek zijn vrienden nog een den haard, en hield de roodgoweonde oogen l«Joi<-4 v'O omrol Ipo oti rl vn rwoc ooJj rrty TT«_ Vt f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 7