Opruiming
Madonna.
Maar weet gij dat niet
P. J. JANSSEN
DE OORLOQ
FEUILLETON
Anegang h. Warmoesstr.
Goedkoopst adi*es«
„Zelandia" schrijft: „rnar-
Ve midden van den stikdonkeren nacht, waarin
de geweldige oorlog de wereld heeft gedompeld,
doemen hier en daar enkele lichtpunten op, die
"SlichipauS feS eStig streven om
onze vaderlandsdie nijverheid te ontwikkelen en
t0 TTgenfkeikonit10daardoor de fout aan het licht,
welke zij begaan hebben die de wetsvoorstellen
tot herziening van ons Tarief, tot een stormram
maakten tegen de Ministeriën-Kuyper en Heems
kerk.
Had men in 1905 en in 1913 de ministers
Harte en Kolkman om hunne voorgestelde Ta
riefherziening niet tot val gebracht, wij zouden
thans, nu door den oorlog de invoer van tal van
artikelen wordt belemmerd, in staat zijn ons ge
makkelijker en beter te heljpen
Eén dwaze voorliefde voor het buitenland,
deed ten onrechte minachtend neerzien op onze
eigene, onze Nederlandsche, onze vaderlandsche
nijverheid.
Men betrekt, helaas! zoo gaarne uit het bui
tenland, wat ook in ons land vervaardigd wordt.
Men zegt, geheel ten onrechte, dat Nederland
geen eigen industrie heeft, behalve in Tilburg
voor lakens en buskins, in Twente voor katoen,
in Dordrecht voor brandkasten, in Eindhoven,
Kampen, Culemborg voor sigaren, in Utrecht,
Roermond en Rotterdam voor kerk en altaarsie
raden.
Wanneer men dit zegt, dan weet men niet wat
men zegt, of wat erger is men wil het uit vuig
eigenbelang niet weten. Uit eigenbelang wil
men helaasdikwerf niet medewerken tot opwer
king, tot het bevorderen van den bloei onzer
eigene, onzer vaderlandsche nijverheid.
Maar weet men dan niet, dat men door in
het buitenland te koopen, wat in ons land ver
krijgbaar is, men ons goed geld naar het buiten
land brengt en onze eigene landskinderen, die in
fabrieken en werkplaatsen een behoorlijk bestaan
zouden kunnen vinden, het brood uit den mond
neemt?
Men zegt wel, ja voor enkele artikelen kan
men wel in on3 land terecht, maar niet voor alles
en dan komt men in den regel het allereerst aan
met spoorwegmateriëel. Maar weet men niet, dat
we te Amsterdam en Haarlem groote, bloeiende
fabrieken voor spoorwegmateriëel hebben, en dat
deze fabrieken meermalen bestellingen kregen...
uit het buitenland.
Weet men dan niet, dat Leiderdorp en Maas
tricht aardewerkfabrieken hebben, die klinken als
een klok?
Weet men dan met, dat de Maastrichtsdie
fabriek van glas, porcelein en kristal een der
belangrijkste is van dien aard in geheel Europa
Weet men dan niet, dat we in Rotterdam heb
ben een fabriek van brandspuiten, welke bewezen
hebben dat ze de beste Engelsche brandspuiten
in de schaduw stellen.
Men zegt, dat door den oorlog de Engelsche
garens bijna niet meer te krijgen zijn, maar weet
men dan niet, dat we in Leiden en Hengeloo
garens maken, welke in den handel worden ge
bracht als.... Engelsch fabrikaat?
Weet men dan niet, dat electrische motoren en
dynamo's evengoed te Slikkerveer worden ge
maakt als in het buitenland?
Weet men dan niet, dat electrische verlich
tingsartikelen beter en goedkooper te Eindhoven
en te Hengeloo worden vervaardigd dan te Ber
lijn of te Weenen?
Weet men niet, dat wjj te Rotterdam, Breda,
Amsterdam en 's-Gravenhage meubelfabrieken
hebben, welke ieder die deze fabrieken bezoekt,
doen inzien dat men verkeerd doet zijne meubels
uit het buitenland te laten komen?
Weet men niet, dat we te Deventer, Leiden en
Rotterdam tapijtfabrieken hebben, welke zulk
mooi en uitstekend werk afleveren, dat de daar
gemaakte tapijten dikwijls voor echt Smymasche
worden verkocht?
Weet men dan niet, dat men linoleum in het
geheel niet uit het buitenland behoeft te betrek
ken, maar dat dit artikel te Krommenie wordt
vervaardigd?
Wij laten allerlei stoommachines en motoren
uit het buitenland komen, maar weet men dan
niet, dat te Amsterdam, Haarlem, Leiden, Rid
derkerk, Kinderdijk en Hengeloo fabrieken zijn,
waar stoommachines en motoren worden vervaar
digd, welke de concurrentie met de beste Engel
sche en Duitsche machines glansrijk kunnen
doorstaan?
Weet men dan niet, dat men kantstoffen even
goed te Hengeloo kan bekomen als in het buiten
land?
Weet men dan nieh 'dat onze fabrieken van
linnens en pellens te Eindhoven en Geldorp een
Europeesche vermaardheid hebben?
Weet men dan niet, dat te Leiden een fabriek
voor gedrukt katoen is, welke zelfs aan Indië en
de Kaap levert?
Men verlangt zeep en parfumeriën van Rim-
mel of Piver, maar weet men dan niet dat die
artikelen evengoed, zoo niet beter, te Amsterdam,
Leiden en Nijmegen worden vervaardigd?
Vóór den oorlog stookten we Belgische steen
kool, maar wist men dan niet, dat België zoo
slim was om die minderwaardige Belgische
steenkolen uit te voeren om zelf onze betert Lim-
burgsche steenkolen te stoken?
Weet men dan niet dat de Leidsche lakens de
beste Engelsche soorten verre overtreffen?
Men zegt, dat we tengevolge van den oorlog
zullen krijgen gebrek aan geneesmiddelen, maar
weet men dan niet, dat er te Amsterdam bestaat
een fabriek van pharmaceutische producten en
verbandstoffen?
Weet men dan niet, dat metselsteen, welke aan
de Waal, den Riin en den IJsel gebakken is, niet
duurder is dan Boomsche steen, en in ieder geval
veel duurzamer en mooier?
Men is zoo dwaas om steeds een buitenlandsch
merk te eischen voor vulpennen, maar weet men
dan niet dat een Amsterdamsche fabriek uitste
kende en zeer goedkoope vulpennen maakt, doch...
onder een Engelschen naam?
Weet men aan niet, dat onze fabrieken van
torenuurwerken en klokken te Heiligerlee, te
Aarle-Rixtel en te Asten nog altijd den naam
van den Nederlandschen klokkengieter Hemony
hooghouden?
Bij het groote gebrek aan vermicelli en maca
roni schijnt men weer niet eens te weten, dat te
Maastricht die artikelen worden vervaardigd,
welke uitstekend van kwaliteit zijn,
Weet men dan niet, dat de beste rijwielen en
automobielen worden vervaardigd in Nederland
sche fabrieken?
Weet men dan niet, dat Rheden trottoir- en
terrazzotegels vervaardigt, zoo goed als de beste
buitenlandsche?
Weet men dan niet, dat men emaillewaren
(gekierde artikelen), niet uit het buitenland be
hoeft te laten komen, maar dat te Utrecht een
fabriek bestaat welke die artikelen vervaardigt?
Weet men dan niet, dat briefhouders te Tege-
len, lak te Apeldoorn, inkt te Schiedam, Deven
ter en Apeldoorn worden gemaakt?
Weet men dan nietmaar neen, wij zullen
niet verder gaan opsommen, welke artikelen in
ons land vervaardigd worden. Wij zouden an
ders een adresboek moeten samenstellen en dat
ligt niet in onze bedoeling. Wij deden slechts
hier en daar een greep, zonder op volledigheid
te willen bogen. Het bovenstaande is voldoende
om aan te toonen, dat we een eigen, een Neder
landsche, een vaderlandsche nijverheid hebben,
welke wij tot bloei kunnen brengen, als we bij
onze inkoopen steeds altijd en voor alles vragen
naar Nederlandsch fabrikaat en dit maakt, dat
het Nederlandsch fabrikaat dikwijls in kwali
teit boven het buitenlandsche staat.
De Hollandsche degelijkheid is spreekwoorde
lijk, dit geldt ook voor onze fabrieken.
Als men niet weet, dat we een eigen nijver
heid hebben, is het dan geen tijd, dat men zich
daarvan op de hoogte stelt?
Er zijn er, die bij het uitbreken van den hui-
digen oorlog hoewel ten onrechte bevreesd
waren voor de onafhankelijkheid van ons land,
en die vrees is er bij sommigen nog niet uit, hoe
ongewettigd die ook is, maar waarom is men
niet bevreesd voor onze nijverheid, waar voor
een deel de welvaart van ons land aanhangt?
Weet men dan niet, dat men den bloei en de
welvaart van ons eigen vaderland in gevaar
brengt, als men in het buitenland koopt, wat
ook hier te lande wordt vervaardigd?
Weet men dan niet, dat men ons eigen land
krachtiger maakt, als men onze eigen nijverheid
bevoordeelt, als men medewerkt die tot bloei te
brengen
Weet men dan niet, dat men door den strijd
aan te binden tegen de tariefontwerpen der mi
nisters Harte en Kolkman, men aan onze nijver
heid de gelegenheid heeft onthouden zich te ont
wikkelen?
Weet men dan niet, dat men van dien onzali-
gen strijd thans de wrange vruchten plukt?
Mogelijk weet men het niet, maar dan wordt
het meer dan tijd, dat men het weet en dat men
gaat opkomen voor onze eigen nijverheid en deze
boven alles bevoordeelt.
Hoe krachtiger men onze eigen nijverheid
maakt, des te krachtiger maakt men ons land,
en hoe krachtiger ons land is. des te zekerder is
het,^ dat onze onafhankelijkheid onaangetast
DE RUSSISCHE TERUGTOCHT.
Een bizondere Times-correspondont meld
de nog juist voor den val van Warschau aan
zijn blad een en ander over het offensief der
Duitschers over den Weichscl tusschen War
schau en Iwangorod, dat ook nu nog niet
van belang is ontbloot.
De aanval der Duitschers, ten zuiden van
Warschau, waar een verwoede kracht achter
zat, noemde hij den gevaarlijksten van alle.
Hij zegt, dat de Duitschers, na in het eind
van de vorige week op twee pontonbruggen
in de streek van Magieuri over den Weich-
sel te zijn getrokken, Zaterdag een tegenaan
val der Russen hadden te verduren, die hen
op de rivier terugweirp. Zij behielden echter
hun bruggéhoofden en, inziende van hoeveel
belang het voordeel -was, dat zij hadden be
haald, vochten zij met groote hardnekkig
heid, terwijl zij intusschen met zoodanigen
spoed versterkingen naar voren brachten,
dat zij verleden Zondag in staat waren de
Russen over een aanzienlijken afstand
ia de richting van Garwolin terug te
werpen. Blijkbaar ia hun doel Nowo
Muisk, een kruispunt van den spoorweg van
Warschau naar Brest. Ondertuescben hebben
de Russen zich weer van den schok hersteld
en zijn zij een taaie worsteling begonnen.
Ofschoon de Russische verbindingslijnen
goed zijn, la het na drie maanden vechtens
langzamerhand moeilijk geworden om groo
te reserves op te brengen, waar zoovele pun
ten tegelijkertijd worden aangevallen.
De medewerker van de Times spreekt ech
ter in een vrij optimistisch artikel als zijn
overtuiging uit dat er geen reden ie waarom
grootvorst Nikolaas niet zijn nieuwe linie
veilig zou hereiken.
De vraag wat Duitsohland nu zal doen,
kan het best worden beantwoord met te zeg
gen wat wij zouden doen indien wij in de
zelfde positie waren, zegt de schrijver. Wij
zouden over de heele linie de vervolging met
zoo groot mogelijke kracht voortzetten, zoo
snel mogelijk de bruggen en spoorwegen ach
ter ons herstellende en e enordelijken terug
tocht van den vijand naar zijn volgende po
sitie trachten te verijdelen. In het bijzonder
zonden wij druk uitoefenen op de vleugels in
de htoop aen vijand daar in te drukken en
zoo den terugtocht van het centrum te voor
komen. De Duitschers kunnen geen hoop
koesteren een beslissende overwinning te be
halen.
Immers de Russen kunnen, door hun be
faamde achterhoeden, altijd een algemeenen
strijd ontwikkelen. Uitsluitend door met
kracht in het Noorden op te treden, ken de
kans ontstaan op een beslissende overwin
ning en, wanneer Duitschland's positie een
beslissende overwinning vereischt, moeten
wij aannemen dat het met onvermoeide ener
gie zal pogen, die te hereiken.
In dit verhand is aan te nemen, dat Von
Bulow nog een korten tijd zal wachten, al
vorens den hóofdstoot te wagen en waar
schijnlijk wel zoolang, totdat alle andere
Duitsche legers op een aaneengesloten linie
ten oosten van den Weichsel staan en over
die heele linie met de Russische achterhoe
den in kontalct zijn. Von Bulow heeft den
spoorweg naar Libau tot zijn beschikking en
waarschijnlijk een spoorverbinding tusschen
Sjawle en Oost-Pruisen aangelegd.
Wil hij met kracht op Wilna aanrukken,
dan moet zijn linkerflank beveiligd zijn en
'tzal wel om deze reden zijn, dat zijn cavale
rie in do streek van die Aa opereert en Iboj
een Russische colonne heeft teruggeworpen
in het labyrint van meren en moerassen ten
zuidwesten van Dwinsk (Dunaburg).
De voornaamste taak van den Russischen
opperbevelhebber is de legers van zich af te
schudden, die met hem in kontakt zijn, maar
de bedreiging van Von Bulow's leger is de
gevaarlijkste van alle en er is nog geens
zins afdoende tegen opgetreden.
GALICIE EN DE DARDA-
NELLEN.
Verschillende Russische bladen hebben er
in Juni reeds over geklaagd, dat de geallieer
den aan het Westelijk front niet krachtiger
optraden, teneinde de Duitschers te dwingen
een deel der troepen uit Rusland naar Frank
rijk te requireeren.
Het Moskousche blad, de Rnsskoje Slowo,
heeft einde Juni iu een hoofdartikel tegen
deze uitingen geprotesteerd en den Russen
die den hondgenooten gispen, omdat zij niet
meer aanvallen, teneinde den Russen in Ga-
licië te ontlasten, ernstig de les gelezen.
De Manchester Guardian bevat nu een ver
taling van dit artikel, waaraan het volgen
de is ontleend:
„Wie zoo spreken, zegt de Russkoje Slowo,
spreken verraderlijke gedachten uit. Wie aan
de hondgenooten twijfelt, is een verrader
van de gemeene zaak.
Zjj vergeten de Dardanellen, zegt 't blad.
Daar vechten de hondgenooten, verliezen zij
hun schepen, offeren zij hun levenTer
wijl wij ons bloed storten om zooveel mo
gelijk den aanval van den vijand in Gallcië
te weerstaan, plengen onze hondgenooten
hun bloed in hun poging om een doortocht
door de Dardanellen te hanen. In Galicië
betalen wij voor de Dardanellen. Onze veld
slagen in Galicië zijn de prijs voor de zee
engte, die de hondgenooten voor ons ver
overen. Het is een hooge prijs, en wij beta
len dien in bloed.
Maar de hondgenooten betalen de zeeëngte
voor ons met denzelfden prijs, en ook daar
wordt er in bloed betaald. Door onzen strijd
in Galicië, door het verzet dat wii aan den
aanval der Duitschers boden, toen wij do
zwaarste slagen van dq kracht des vijand»
op ons lieten neerkomen, hebben wii betaald
voor het recht om to heerschten over de Dar
danellen, die onze hondgenooten vopr ons
zullen veroveren.
Indien wij voor do Dardanellen moeten
betalen door, ter redding van Europa, den
ganschen aanval van den vijand te weer
staan, laten wij betalen. De Dardanellen zijn
het waard. Indien wij in bloed moeten beta
len voor do vrijheid en de onafhankelijkheid
van onze moeder Rusland en voor een uit
gang naar de wereld, wij zijn bereid te beta
len. Het loon is den prijs waard. En wanneer
wij denken aan wat er nu in Galicië gebeurt,
laten wij ons slechts dit voorhonden: Dat is
onze betaling vvoor de Dardanellen. Onze
hondgenooten vechten daar voor ons gelijk
wij hier voor ben vechten. Het is een domme
leugen, het is verraad, te donken dat de
hondgenooten ons in den steek zullen laten.
Aan de Dardanellen vechten zij voor ons. Zü
vechten met allo macht en mét al hun vol
harding, gelijk wy voor hen vechten in Ga
licië door de zwaarste slagen tot ons te trek
ken. En het heilig© bloed van Rusland wordt
in Galicië geplengd in betaling voor de Dar
danellen, in betaling voor do vrijheid en do
onafhankelijkheid van onze moeder Rue-
land."
LOOPGRAVENGEVECHTEN IN DE
ARGONNEN.
In het Berl. Tageblatt geeft K ©Hermann
thans een besohry'vingj van een verwoed-loop-
gravengevecht.
Do Franschen, zoo vertelt hij, hadden aar
den werken aangelegd, vestingen onder den
grond. Blokhuizen hadden zij in de aarde ge
slagen, elk op zichzelf een fort. De kant van
het dak kwam uit den grond te voorschijn.
Anders niet. Schietgaten, maohinegeweren,
draadversperringen voor do gracht en een diep
te met «loten. Als ik zeg hoe de strijder in de
Argonnen storm loopt, dan zal men alles be
grijpen. Het stalen sohild houdt hij voor zich,
handgranaten aan den gordel, handgranaten
in de vuist, het geweer op den rug en het gra
naatmasker voor het gezicht, zoo gaat het
voorwaarts. Het is geen wandeling, geenzins.
Den 20sten Juni begon het. De mijnwerpers
openden het helsche werk en overstelpten de
Fraasohe loopgraven en versperringen. Het
hagelde granaten. De pioniers zijn de eerste.
Met draadscharen gaan zij vooruit, met loop
planken uit knuppelhout in elkaar getimmerd.
Zij vallen, maar staan weer op. Hun kleeren
blijven in hot prikkeldraad hangen, voorwaarts
De strijd is aan den gang. Men vecht man te
gen man. De handgranaten barsten. Om ieder
stukje loopgraaf, om iederen granaatkuil
wordt gevochten. Onzichtbaar is de vijand. Uit
het kreupelhout zwermen de projectielen van
een machinegeweer. Een troep Wurtember-
gers stormt erin. Luitenant Sommer klimt met
oen paar man op hot dak van een verborgen
blokhuis, waaruit het machinegeweer vuurt.
Revolvers, handgranaten door de schietgaten.
Met de bezetting is het gedaan. Luitenant
Sommer sneuvelt Een ander officier, luite
nant Walker gelukt het in de loopgraaf van de
Labordèro-stelling binnen te dringen. Hij is
afgesneden, omsingeld, maar onder een helsch
vuur houdt hy stand met een handvol mannen
tot hij om acht uur 's avonds ontzet wordt.
Twee luitenants, Spindler en Kurz, springen
in da loopgraaf en slaan naar links en rechts
tot zij vallen.
Het gaat heet, het gaat wanhopig toe, maar
's avonds was de stelling genomen.
Dit was slecht» het begin. De Franschen
trommelen op de Yerovorda stelling. Aehti
dagen lang, van den 21sten tot den 29sten',
doen zij wanhopige pogingen om ze terug te
nemen. Ze probeeren het met alle middelen,
gasbommen en brandende vloeistof.
Dn 30sten Juni gaat het verder. Nooit heeft
het Argonnerwoud zulk vuren gehoord. Do
Franschen loopgraaf wordt tot bry geschoten.
De loopgraven liggen vol doodon. Een heel
magazijn handgranaten vliegt in de lucht,
maar de Franschman vecht als een duivel. In
i de voorste loopgraven valt man na matt. NieJ
mand geeft zich over. In een half uur tijd
zijn de werken Central en Cimetière bestormd.
Onze soldaten zijn niet te houden. Een com
pagnie grenadiers jaagt voorwaarts tot in het
dal der Bicsme. Op den oostelijken vleugel van
de gevechtalinie liggen Duitsche soldaten in
de loopgraven. Zij hebben daar geen rust meer
en vallen uit eigen -beweging aan. Wurtem-
bergsche vrijwilligers nemen de rest van het
L aherdèr ewerk.
De Franschman is teruggeworpen, maar
kleine troepen verweren zich nog vermetel in
stukjes loopgraaf en blokhuizen. Een onderof
ficier besluipt een blokhuis dat verwoed vuurt
en werpt er een handgranaat in. Nu wordt
het stil daarbinnen.
Het wordt, nacht. Aan rust of slaap is niet
te denken. Den geheelen nacht woelen zij en
graven. De morgen moet hen gereed vinden.
Ook de vijand werkt uit alle macht. Liohtko-
gels gaan omhoog. De heele vooruitgeschoven
loopgravenreeks van den vijand is in onze han
den, Labordère, Central, Cimétiere, Bagatelle,
maar daarachter heeft hij in het bosoh een ver
dedigingswerk, de „groene loopgraaf" bezet,
die tot een vesting gemaakt is. Den 2den Juli
aanval op de groene loopgraaf
Den eersten Juli heeft men gebruikt om de
lijken in veiligheid te brengen, levensmidde
len en water te halen, munitie, handgranaten,
mijnen. De mijnwerpers worden ingesohoten
en de waarnemers van de artillerie kruipen
door de loopgraven en laten bij wijze van proef
een paar granaten schieten. Klaar, alles is ge
reed.
Den 2den Juli dondert het bosch en siddert
de grond. Tot 's middags vijf uur hagelden de
granaten op de 'groene loopgraaf. Om 6 uur
komen de grenadiers te voorschijn. Tot het
duister is, gaat d'e moordende strijd op en neer.
Met handgranaten en kolven wordt gevochten.
Stap voor stap komen wij vooruit. De vijand
vecht bewonderenswaardig. Een bataljon
breekt door de richting van het dorpje la Ha-
raée. Het komt in den rug van de groene loop
graaf, van den Rhednbadenheuvel en vanuit
St. Hubert stormen onze troepen. De groene
loopgraaf is bijna omsingeld. De toestand van
den vijand wordt hopeloos, doch hij geeft zich'
niet over. Er is een majoor in de groene loop
graaf, majoor Remy, die als een razende vecht
en zijn mannen tot het uiterste aanzet. Hij
sneuvelt, dan is de groene loopgraaf ona.
De gewonden werden weggebracht en ook de
gevangenen. De dooden blijven liggen waar se
liggen, nog is het geen pauze, de loopgraaf
moet onmiddelijk weer op rerdediging inge
richt worden. Op verschillendie plekken is hij
geheel In elkaar getrommeld. Do zandzakken1
die de granaten door het bosch heeft geslin
gerd, worden bijeengesleept en weer opgesta-"
peld. Stalen schilden vastgeslagen, machinege
weren opgesteld. Komt de vij ind, dan is men
gereed.
Het wordt stil, het is nacht. De eerste rusti
ge nacht sedert weken. Geen granaten, geen
mijnen. De soldaat slaapt, diep en zonder droo-
men, zooals de kameraden dia daarginds liggen
en alles vergeten hebben.
HUSSISCH OORDEEL OYER DEN
STRIJD IN HET OOSTEN.
Uit St. Petersburg wordt door het P. T. A
gemeld, dat de omsingeling van de geheele
Weichselstelling teneinde het Russische leger,
dat die stelling bezet, af te snijden, blijkbaar
evenals vroeger de taak blijft, door het vijande
lijke leger te vervullen.
De militaire deskundigen zijn van meening,
dat de vijand nu eerst zal trachten de vesting
Ossowietsj te nemen, welker dappere bezetting
en krachtige werken den aanvaller hevigen te
genstand bieden.
De strijdmacht, die thans tegen de vesting
ageert, schijnt te zijn versterkt. Zooals officieel
is meegedeeld, is de vijandelijke aanval, ingeleid
door artillerievuur en gepaard gaande met de
ontwikkeling van vergiftige gassen, afgeslagen:
derhalve is de poging om het Russische leger in
den rug te vallen mislukt. Evenzoo ging het met
de poging van Mackensen om de Russische
linies te doorbreken ten zuiden van Wlodawa.
Deze tegenslagen bewezen den Duitschen
generalen staf opnieuw, dat het Russische leger
een ongeschokte kracht blijft; blijkbaar wa3 de
Duitsche staf verplicht, zooals de deskundigen
aantoonen, zijn toevlucht te nemen tot deze po
gingen, teneinde de aandacht van de tegenpartij
af te leiden en op andere punten te vestigen.
Het bombardement van de vooruitgeschoven
stellingen van Kowno en de operaties tusschen
Duna en Njemen hadden ten doel een gedeelte
van het Russische leger daarheen te lokken,
Naar de roman van W. COLLINS.
82 (Uit het Engelsch.)
„Ik zal u aanstonds vertellen hoe ik hier
hen gekomen, mynheer; maar ik moest eerst
de kleine Mary op mijn oud© manier begroe
ten", ze ulo juffrouw Beekover verontschul
digend. Het was onmogelijk geweest <>m van
uaar to verkrijgen een andoren naam te ge
bruiken dau dien van „kleine Mary", dien
zu zoo menigmaal in vroegere jaren had
uitgesproken, en die nu in Valentijn's huis
gezin veranderd was. De waarheid was
ïgonluk dat di© goed vrouw: niets af wist van
Raphael, en de naam van Madonna be-
sohouwdo «la een vreemd woord, dat zeer
nauw in verband stond met Guy Fawkee en
et Buskruit-verraad; zij wa8 jnnjg over-
tuigd dat geen fatedgnlijke Engelsche vrouw
van middelbaren leeftijd zich mocht compro-
toitteeren zelfs te beproeven dien naam uit
M spreken.
„Ik zal u vertellen, mijnheor ik zal u
iVertellen, waarom ik te Londen ben geko
men. herhaalde juffrouw Beekover, zich
J J x® fel verwijderende en naar het rust
bed toegaande, om naar de minste kleinig
heid, die mevrouw Blyth's ongesteldheid be
trof, te vragen.
„Veel heter, goede juffrouw, veel heter",
was het vriendelijke antwoord; „maar ver
tel ons nu (wij zijn blijde u te zien) hoe gü
ons zoo komt verrassen.
„Wel, mevrouw," begon juffrouw Beekover.
net is voor mij oen even groote verrassing
te Londen te wezen, als voor u. Stil, gij
deugniet; ik wil u zelfs geen hand geven,
zoo gij u niet heter gedraagt!"
De laatste woorden waren tot Jack gericht,
wiens geliefkoosde grap het geweest was,
van den dag af, toen hij haar bij den heer
ft" het eerst leerde kennen, om te doen
hij smoorlijk verliefd op haar was. Hii
ond nu met open armen voor haar en hield
ivork in de eene hand en 't broodje.
y liad laten verbranden, in de andere,
a 6 moeite doende om smachtende blik-
ai| *e werpen en juffrouw Beekover
s .ee ven hem toeli een kus te willen geven.
„Wanneer gij een broodje volgens den re
gel geroosterd h§jj)t, misschien zal ik er u
dan een ge1! en, zeide zij, en lachte zegevie
rend over haar geestig antwoord. „Och, mijn
heer Blyth, houd hem een weinig kalm, want
ik kan anders geen woord vertellen van het
geen ik u mede te deolon heb. Nu moet go
weten, mevrouw, dat dokter Joyce...."
„Hoe gaat hot hem? viel de heer Blyth
haar in de rede, en reikte haar een kop thee
aan.
„Hij is ©en best mensch, .mijnheer, maar
hij drinkt gaarne een glas port na het mid
dagmaal, en het gevolg daarvan is, dat hii
nu weder met het pootje zit."
„En mevrouw Joyce?"
„Ligt ook te bed o, het is een bepaald
ziekenhuis hij den rector zij zijn allen in
de lappenmand."
„En zijn de kinderen ook ziek?" vroeg me
vrouw Blyth. Ik hoop van neen."
„Neen mevrouw, zij zijn zeer gezond, be
halve de jongste; ejl het is voor haar her
innert gij u haar nog, mijnheer, zij is erg
gegroeide sedert u haar het laatste zag
i dat ik te Londen ben."
I „Is het kind ziek?" vroeg Valentijn, deel
nemend. „Zij is zoo'n mooi lief schepseltje.
Lavinia! Ik zou gaarne haar portret schil
deren."
„Ik vrees, mijnheer, dat er nu moeilijk een
portret van haar gemaakt kan worden," zei
lde juffrouw Beekover. Mevrouw Joyce
maakte zich zeer ongerust over haar, want
I haar eene schouder is hooger dan haar an
dere. De dokter te Rubhleford twijfelt er
'aan, of het kan wel weer in orde komen;
Irnaar hij zeide dat men zoo spoedig mogelijk
naar een knap geneesheer te Londen moest
igaan. En daar noch haar vader noch haar
moeder in staat waren om haar naar haar
tante te brengen, droegen zij die taak aan
mij op. Zooals gij weet, mijnheer, sedert dat
dokter Joyce mijn man die betrekking te
Rubhleford bezorgde, ben ik. veel hij de fa
milie geweest, om de kinderen te helpen en
de huishouding soms waar te nemen; en daar
Lucie gewend aan mij was, zaten wij te za-
men zeer aangenaam en gemakkelijk op den
trein. Ik was erg blijde, daar kunt ge ver
zekerd van zijn, dat ik nu ook de kans had
om hier naar toe te gaan, vooral daar ik de
kleine Mary in zoo'n tijd' niet gezien had.
Nu heb ik Lucie bij haar tante gebracht, die
zeer vriendelijk was en mü vannacht wilde
houden. Maar ik dankte haar voor baai;
goedheid en zeide dat ik, als ik ie Londen
was, altijd h^er een bed had; en ik nam een
rijtuig, toen ik gezien had, dat het lieve kind
goed bezorgd was. Nu weet ge alles waarom
ik u ben komen verrassen, mevrouw en
ik wil nu eerst mijn kopje thee uitdrinken.
Toen zij het kopje leeg had en het broodje
had genuttigd, dat haar door den onverbeter-
1 ijken Jack op zeer hofgfelijke wijze was aan
geboden, als een bewijs van zijn onverander
lijke genegenheid, kon juffrouw Beekover
zich geheel aan Madonna wijden, die haar
van sjaal en hoed ontdaan had en nu zoo
dicht mogelijk naast haar was gaan zitten.
„Ik dacht, dat toen ik binnenkwam, z'ij er
niet zoo goed uitzag als andera," zeide juf
frouw Beekover, haar mollige hand over -het
gelaat van het meisje strijkende; „maar zij
schijnt nu weder opgeruimder. (Het was
waar, die treurige trekken waren van Ma
donna's gelaat verdwenen bij het binnentre
den van haar vriendin en haar moeder van
vroegere jaren). Misschien heeft zü in den
laatsten tijd te veel gebogen gezeten over,
haar teekenwerk."
„Dat is .waar ook, van teek en ^n gesproken,
waar is mijn teekening?" riep Jack.uit, en
herinnerde zich plotseling voor het eerst
Madonna's geschenk.
„Hemel!" vervolgde Juffrouw Beekover.
toon zij de drie teekenborden zag, die naast
elkander om de groep van Laokoon ge
schaard stonden, „is dit alles van de kleine
Mary? Ik geloof dat zij veel gevorderd is,
Hemel, wat hen ik toch al een oude vrouw
geworden, als ik did1 jardfc terugdenk...."
„Zie eens, wat zij vanavond gedaan heeft,"*
viel Valentijn haar in de rede, en vatte jufW
frouw Beekover bij haar arm, terwijl hij eed
veelbeteekeuenden blik wierp naar de tafel,
waar Jack zat.
„Mijn teekening, waar is m$n teekening?'*
herhaalde Jack. „Wie heeft haar weggelegd
toen de thee binnen werd gebracht? O, daajj
ligt zij al op het boekenkastje."
„Ik ben blijde, mijnheer, dat gü u eindelijk
Madonna's gesohenk herinnert', zeide me*
vrouw Blyth spottend.
HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT