Opruiming Madonna. Maar weet gij dat niet P. J. JANSSEN DE OORLOQ FEUILLETON Anegang h. Warmoesstr. Goedkoopst adi*es« „Zelandia" schrijft: „rnar- Ve midden van den stikdonkeren nacht, waarin de geweldige oorlog de wereld heeft gedompeld, doemen hier en daar enkele lichtpunten op, die "SlichipauS feS eStig streven om onze vaderlandsdie nijverheid te ontwikkelen en t0 TTgenfkeikonit10daardoor de fout aan het licht, welke zij begaan hebben die de wetsvoorstellen tot herziening van ons Tarief, tot een stormram maakten tegen de Ministeriën-Kuyper en Heems kerk. Had men in 1905 en in 1913 de ministers Harte en Kolkman om hunne voorgestelde Ta riefherziening niet tot val gebracht, wij zouden thans, nu door den oorlog de invoer van tal van artikelen wordt belemmerd, in staat zijn ons ge makkelijker en beter te heljpen Eén dwaze voorliefde voor het buitenland, deed ten onrechte minachtend neerzien op onze eigene, onze Nederlandsche, onze vaderlandsche nijverheid. Men betrekt, helaas! zoo gaarne uit het bui tenland, wat ook in ons land vervaardigd wordt. Men zegt, geheel ten onrechte, dat Nederland geen eigen industrie heeft, behalve in Tilburg voor lakens en buskins, in Twente voor katoen, in Dordrecht voor brandkasten, in Eindhoven, Kampen, Culemborg voor sigaren, in Utrecht, Roermond en Rotterdam voor kerk en altaarsie raden. Wanneer men dit zegt, dan weet men niet wat men zegt, of wat erger is men wil het uit vuig eigenbelang niet weten. Uit eigenbelang wil men helaasdikwerf niet medewerken tot opwer king, tot het bevorderen van den bloei onzer eigene, onzer vaderlandsche nijverheid. Maar weet men dan niet, dat men door in het buitenland te koopen, wat in ons land ver krijgbaar is, men ons goed geld naar het buiten land brengt en onze eigene landskinderen, die in fabrieken en werkplaatsen een behoorlijk bestaan zouden kunnen vinden, het brood uit den mond neemt? Men zegt wel, ja voor enkele artikelen kan men wel in on3 land terecht, maar niet voor alles en dan komt men in den regel het allereerst aan met spoorwegmateriëel. Maar weet men niet, dat we te Amsterdam en Haarlem groote, bloeiende fabrieken voor spoorwegmateriëel hebben, en dat deze fabrieken meermalen bestellingen kregen... uit het buitenland. Weet men dan niet, dat Leiderdorp en Maas tricht aardewerkfabrieken hebben, die klinken als een klok? Weet men dan met, dat de Maastrichtsdie fabriek van glas, porcelein en kristal een der belangrijkste is van dien aard in geheel Europa Weet men dan niet, dat we in Rotterdam heb ben een fabriek van brandspuiten, welke bewezen hebben dat ze de beste Engelsche brandspuiten in de schaduw stellen. Men zegt, dat door den oorlog de Engelsche garens bijna niet meer te krijgen zijn, maar weet men dan niet, dat we in Leiden en Hengeloo garens maken, welke in den handel worden ge bracht als.... Engelsch fabrikaat? Weet men dan niet, dat electrische motoren en dynamo's evengoed te Slikkerveer worden ge maakt als in het buitenland? Weet men dan niet, dat electrische verlich tingsartikelen beter en goedkooper te Eindhoven en te Hengeloo worden vervaardigd dan te Ber lijn of te Weenen? Weet men niet, dat wjj te Rotterdam, Breda, Amsterdam en 's-Gravenhage meubelfabrieken hebben, welke ieder die deze fabrieken bezoekt, doen inzien dat men verkeerd doet zijne meubels uit het buitenland te laten komen? Weet men niet, dat we te Deventer, Leiden en Rotterdam tapijtfabrieken hebben, welke zulk mooi en uitstekend werk afleveren, dat de daar gemaakte tapijten dikwijls voor echt Smymasche worden verkocht? Weet men dan niet, dat men linoleum in het geheel niet uit het buitenland behoeft te betrek ken, maar dat dit artikel te Krommenie wordt vervaardigd? Wij laten allerlei stoommachines en motoren uit het buitenland komen, maar weet men dan niet, dat te Amsterdam, Haarlem, Leiden, Rid derkerk, Kinderdijk en Hengeloo fabrieken zijn, waar stoommachines en motoren worden vervaar digd, welke de concurrentie met de beste Engel sche en Duitsche machines glansrijk kunnen doorstaan? Weet men dan niet, dat men kantstoffen even goed te Hengeloo kan bekomen als in het buiten land? Weet men dan nieh 'dat onze fabrieken van linnens en pellens te Eindhoven en Geldorp een Europeesche vermaardheid hebben? Weet men dan niet, dat te Leiden een fabriek voor gedrukt katoen is, welke zelfs aan Indië en de Kaap levert? Men verlangt zeep en parfumeriën van Rim- mel of Piver, maar weet men dan niet dat die artikelen evengoed, zoo niet beter, te Amsterdam, Leiden en Nijmegen worden vervaardigd? Vóór den oorlog stookten we Belgische steen kool, maar wist men dan niet, dat België zoo slim was om die minderwaardige Belgische steenkolen uit te voeren om zelf onze betert Lim- burgsche steenkolen te stoken? Weet men dan niet dat de Leidsche lakens de beste Engelsche soorten verre overtreffen? Men zegt, dat we tengevolge van den oorlog zullen krijgen gebrek aan geneesmiddelen, maar weet men dan niet, dat er te Amsterdam bestaat een fabriek van pharmaceutische producten en verbandstoffen? Weet men dan niet, dat metselsteen, welke aan de Waal, den Riin en den IJsel gebakken is, niet duurder is dan Boomsche steen, en in ieder geval veel duurzamer en mooier? Men is zoo dwaas om steeds een buitenlandsch merk te eischen voor vulpennen, maar weet men dan niet dat een Amsterdamsche fabriek uitste kende en zeer goedkoope vulpennen maakt, doch... onder een Engelschen naam? Weet men aan niet, dat onze fabrieken van torenuurwerken en klokken te Heiligerlee, te Aarle-Rixtel en te Asten nog altijd den naam van den Nederlandschen klokkengieter Hemony hooghouden? Bij het groote gebrek aan vermicelli en maca roni schijnt men weer niet eens te weten, dat te Maastricht die artikelen worden vervaardigd, welke uitstekend van kwaliteit zijn, Weet men dan niet, dat de beste rijwielen en automobielen worden vervaardigd in Nederland sche fabrieken? Weet men dan niet, dat Rheden trottoir- en terrazzotegels vervaardigt, zoo goed als de beste buitenlandsche? Weet men dan niet, dat men emaillewaren (gekierde artikelen), niet uit het buitenland be hoeft te laten komen, maar dat te Utrecht een fabriek bestaat welke die artikelen vervaardigt? Weet men dan niet, dat briefhouders te Tege- len, lak te Apeldoorn, inkt te Schiedam, Deven ter en Apeldoorn worden gemaakt? Weet men dan nietmaar neen, wij zullen niet verder gaan opsommen, welke artikelen in ons land vervaardigd worden. Wij zouden an ders een adresboek moeten samenstellen en dat ligt niet in onze bedoeling. Wij deden slechts hier en daar een greep, zonder op volledigheid te willen bogen. Het bovenstaande is voldoende om aan te toonen, dat we een eigen, een Neder landsche, een vaderlandsche nijverheid hebben, welke wij tot bloei kunnen brengen, als we bij onze inkoopen steeds altijd en voor alles vragen naar Nederlandsch fabrikaat en dit maakt, dat het Nederlandsch fabrikaat dikwijls in kwali teit boven het buitenlandsche staat. De Hollandsche degelijkheid is spreekwoorde lijk, dit geldt ook voor onze fabrieken. Als men niet weet, dat we een eigen nijver heid hebben, is het dan geen tijd, dat men zich daarvan op de hoogte stelt? Er zijn er, die bij het uitbreken van den hui- digen oorlog hoewel ten onrechte bevreesd waren voor de onafhankelijkheid van ons land, en die vrees is er bij sommigen nog niet uit, hoe ongewettigd die ook is, maar waarom is men niet bevreesd voor onze nijverheid, waar voor een deel de welvaart van ons land aanhangt? Weet men dan niet, dat men den bloei en de welvaart van ons eigen vaderland in gevaar brengt, als men in het buitenland koopt, wat ook hier te lande wordt vervaardigd? Weet men dan niet, dat men ons eigen land krachtiger maakt, als men onze eigen nijverheid bevoordeelt, als men medewerkt die tot bloei te brengen Weet men dan niet, dat men door den strijd aan te binden tegen de tariefontwerpen der mi nisters Harte en Kolkman, men aan onze nijver heid de gelegenheid heeft onthouden zich te ont wikkelen? Weet men dan niet, dat men van dien onzali- gen strijd thans de wrange vruchten plukt? Mogelijk weet men het niet, maar dan wordt het meer dan tijd, dat men het weet en dat men gaat opkomen voor onze eigen nijverheid en deze boven alles bevoordeelt. Hoe krachtiger men onze eigen nijverheid maakt, des te krachtiger maakt men ons land, en hoe krachtiger ons land is. des te zekerder is het,^ dat onze onafhankelijkheid onaangetast DE RUSSISCHE TERUGTOCHT. Een bizondere Times-correspondont meld de nog juist voor den val van Warschau aan zijn blad een en ander over het offensief der Duitschers over den Weichscl tusschen War schau en Iwangorod, dat ook nu nog niet van belang is ontbloot. De aanval der Duitschers, ten zuiden van Warschau, waar een verwoede kracht achter zat, noemde hij den gevaarlijksten van alle. Hij zegt, dat de Duitschers, na in het eind van de vorige week op twee pontonbruggen in de streek van Magieuri over den Weich- sel te zijn getrokken, Zaterdag een tegenaan val der Russen hadden te verduren, die hen op de rivier terugweirp. Zij behielden echter hun bruggéhoofden en, inziende van hoeveel belang het voordeel -was, dat zij hadden be haald, vochten zij met groote hardnekkig heid, terwijl zij intusschen met zoodanigen spoed versterkingen naar voren brachten, dat zij verleden Zondag in staat waren de Russen over een aanzienlijken afstand ia de richting van Garwolin terug te werpen. Blijkbaar ia hun doel Nowo Muisk, een kruispunt van den spoorweg van Warschau naar Brest. Ondertuescben hebben de Russen zich weer van den schok hersteld en zijn zij een taaie worsteling begonnen. Ofschoon de Russische verbindingslijnen goed zijn, la het na drie maanden vechtens langzamerhand moeilijk geworden om groo te reserves op te brengen, waar zoovele pun ten tegelijkertijd worden aangevallen. De medewerker van de Times spreekt ech ter in een vrij optimistisch artikel als zijn overtuiging uit dat er geen reden ie waarom grootvorst Nikolaas niet zijn nieuwe linie veilig zou hereiken. De vraag wat Duitsohland nu zal doen, kan het best worden beantwoord met te zeg gen wat wij zouden doen indien wij in de zelfde positie waren, zegt de schrijver. Wij zouden over de heele linie de vervolging met zoo groot mogelijke kracht voortzetten, zoo snel mogelijk de bruggen en spoorwegen ach ter ons herstellende en e enordelijken terug tocht van den vijand naar zijn volgende po sitie trachten te verijdelen. In het bijzonder zonden wij druk uitoefenen op de vleugels in de htoop aen vijand daar in te drukken en zoo den terugtocht van het centrum te voor komen. De Duitschers kunnen geen hoop koesteren een beslissende overwinning te be halen. Immers de Russen kunnen, door hun be faamde achterhoeden, altijd een algemeenen strijd ontwikkelen. Uitsluitend door met kracht in het Noorden op te treden, ken de kans ontstaan op een beslissende overwin ning en, wanneer Duitschland's positie een beslissende overwinning vereischt, moeten wij aannemen dat het met onvermoeide ener gie zal pogen, die te hereiken. In dit verhand is aan te nemen, dat Von Bulow nog een korten tijd zal wachten, al vorens den hóofdstoot te wagen en waar schijnlijk wel zoolang, totdat alle andere Duitsche legers op een aaneengesloten linie ten oosten van den Weichsel staan en over die heele linie met de Russische achterhoe den in kontalct zijn. Von Bulow heeft den spoorweg naar Libau tot zijn beschikking en waarschijnlijk een spoorverbinding tusschen Sjawle en Oost-Pruisen aangelegd. Wil hij met kracht op Wilna aanrukken, dan moet zijn linkerflank beveiligd zijn en 'tzal wel om deze reden zijn, dat zijn cavale rie in do streek van die Aa opereert en Iboj een Russische colonne heeft teruggeworpen in het labyrint van meren en moerassen ten zuidwesten van Dwinsk (Dunaburg). De voornaamste taak van den Russischen opperbevelhebber is de legers van zich af te schudden, die met hem in kontakt zijn, maar de bedreiging van Von Bulow's leger is de gevaarlijkste van alle en er is nog geens zins afdoende tegen opgetreden. GALICIE EN DE DARDA- NELLEN. Verschillende Russische bladen hebben er in Juni reeds over geklaagd, dat de geallieer den aan het Westelijk front niet krachtiger optraden, teneinde de Duitschers te dwingen een deel der troepen uit Rusland naar Frank rijk te requireeren. Het Moskousche blad, de Rnsskoje Slowo, heeft einde Juni iu een hoofdartikel tegen deze uitingen geprotesteerd en den Russen die den hondgenooten gispen, omdat zij niet meer aanvallen, teneinde den Russen in Ga- licië te ontlasten, ernstig de les gelezen. De Manchester Guardian bevat nu een ver taling van dit artikel, waaraan het volgen de is ontleend: „Wie zoo spreken, zegt de Russkoje Slowo, spreken verraderlijke gedachten uit. Wie aan de hondgenooten twijfelt, is een verrader van de gemeene zaak. Zjj vergeten de Dardanellen, zegt 't blad. Daar vechten de hondgenooten, verliezen zij hun schepen, offeren zij hun levenTer wijl wij ons bloed storten om zooveel mo gelijk den aanval van den vijand in Gallcië te weerstaan, plengen onze hondgenooten hun bloed in hun poging om een doortocht door de Dardanellen te hanen. In Galicië betalen wij voor de Dardanellen. Onze veld slagen in Galicië zijn de prijs voor de zee engte, die de hondgenooten voor ons ver overen. Het is een hooge prijs, en wij beta len dien in bloed. Maar de hondgenooten betalen de zeeëngte voor ons met denzelfden prijs, en ook daar wordt er in bloed betaald. Door onzen strijd in Galicië, door het verzet dat wii aan den aanval der Duitschers boden, toen wij do zwaarste slagen van dq kracht des vijand» op ons lieten neerkomen, hebben wii betaald voor het recht om to heerschten over de Dar danellen, die onze hondgenooten vopr ons zullen veroveren. Indien wij voor do Dardanellen moeten betalen door, ter redding van Europa, den ganschen aanval van den vijand te weer staan, laten wij betalen. De Dardanellen zijn het waard. Indien wij in bloed moeten beta len voor do vrijheid en de onafhankelijkheid van onze moeder Rusland en voor een uit gang naar de wereld, wij zijn bereid te beta len. Het loon is den prijs waard. En wanneer wij denken aan wat er nu in Galicië gebeurt, laten wij ons slechts dit voorhonden: Dat is onze betaling vvoor de Dardanellen. Onze hondgenooten vechten daar voor ons gelijk wij hier voor ben vechten. Het is een domme leugen, het is verraad, te donken dat de hondgenooten ons in den steek zullen laten. Aan de Dardanellen vechten zij voor ons. Zü vechten met allo macht en mét al hun vol harding, gelijk wy voor hen vechten in Ga licië door de zwaarste slagen tot ons te trek ken. En het heilig© bloed van Rusland wordt in Galicië geplengd in betaling voor de Dar danellen, in betaling voor do vrijheid en do onafhankelijkheid van onze moeder Rue- land." LOOPGRAVENGEVECHTEN IN DE ARGONNEN. In het Berl. Tageblatt geeft K ©Hermann thans een besohry'vingj van een verwoed-loop- gravengevecht. Do Franschen, zoo vertelt hij, hadden aar den werken aangelegd, vestingen onder den grond. Blokhuizen hadden zij in de aarde ge slagen, elk op zichzelf een fort. De kant van het dak kwam uit den grond te voorschijn. Anders niet. Schietgaten, maohinegeweren, draadversperringen voor do gracht en een diep te met «loten. Als ik zeg hoe de strijder in de Argonnen storm loopt, dan zal men alles be grijpen. Het stalen sohild houdt hij voor zich, handgranaten aan den gordel, handgranaten in de vuist, het geweer op den rug en het gra naatmasker voor het gezicht, zoo gaat het voorwaarts. Het is geen wandeling, geenzins. Den 20sten Juni begon het. De mijnwerpers openden het helsche werk en overstelpten de Fraasohe loopgraven en versperringen. Het hagelde granaten. De pioniers zijn de eerste. Met draadscharen gaan zij vooruit, met loop planken uit knuppelhout in elkaar getimmerd. Zij vallen, maar staan weer op. Hun kleeren blijven in hot prikkeldraad hangen, voorwaarts De strijd is aan den gang. Men vecht man te gen man. De handgranaten barsten. Om ieder stukje loopgraaf, om iederen granaatkuil wordt gevochten. Onzichtbaar is de vijand. Uit het kreupelhout zwermen de projectielen van een machinegeweer. Een troep Wurtember- gers stormt erin. Luitenant Sommer klimt met oen paar man op hot dak van een verborgen blokhuis, waaruit het machinegeweer vuurt. Revolvers, handgranaten door de schietgaten. Met de bezetting is het gedaan. Luitenant Sommer sneuvelt Een ander officier, luite nant Walker gelukt het in de loopgraaf van de Labordèro-stelling binnen te dringen. Hij is afgesneden, omsingeld, maar onder een helsch vuur houdt hy stand met een handvol mannen tot hij om acht uur 's avonds ontzet wordt. Twee luitenants, Spindler en Kurz, springen in da loopgraaf en slaan naar links en rechts tot zij vallen. Het gaat heet, het gaat wanhopig toe, maar 's avonds was de stelling genomen. Dit was slecht» het begin. De Franschen trommelen op de Yerovorda stelling. Aehti dagen lang, van den 21sten tot den 29sten', doen zij wanhopige pogingen om ze terug te nemen. Ze probeeren het met alle middelen, gasbommen en brandende vloeistof. Dn 30sten Juni gaat het verder. Nooit heeft het Argonnerwoud zulk vuren gehoord. Do Franschen loopgraaf wordt tot bry geschoten. De loopgraven liggen vol doodon. Een heel magazijn handgranaten vliegt in de lucht, maar de Franschman vecht als een duivel. In i de voorste loopgraven valt man na matt. NieJ mand geeft zich over. In een half uur tijd zijn de werken Central en Cimetière bestormd. Onze soldaten zijn niet te houden. Een com pagnie grenadiers jaagt voorwaarts tot in het dal der Bicsme. Op den oostelijken vleugel van de gevechtalinie liggen Duitsche soldaten in de loopgraven. Zij hebben daar geen rust meer en vallen uit eigen -beweging aan. Wurtem- bergsche vrijwilligers nemen de rest van het L aherdèr ewerk. De Franschman is teruggeworpen, maar kleine troepen verweren zich nog vermetel in stukjes loopgraaf en blokhuizen. Een onderof ficier besluipt een blokhuis dat verwoed vuurt en werpt er een handgranaat in. Nu wordt het stil daarbinnen. Het wordt, nacht. Aan rust of slaap is niet te denken. Den geheelen nacht woelen zij en graven. De morgen moet hen gereed vinden. Ook de vijand werkt uit alle macht. Liohtko- gels gaan omhoog. De heele vooruitgeschoven loopgravenreeks van den vijand is in onze han den, Labordère, Central, Cimétiere, Bagatelle, maar daarachter heeft hij in het bosoh een ver dedigingswerk, de „groene loopgraaf" bezet, die tot een vesting gemaakt is. Den 2den Juli aanval op de groene loopgraaf Den eersten Juli heeft men gebruikt om de lijken in veiligheid te brengen, levensmidde len en water te halen, munitie, handgranaten, mijnen. De mijnwerpers worden ingesohoten en de waarnemers van de artillerie kruipen door de loopgraven en laten bij wijze van proef een paar granaten schieten. Klaar, alles is ge reed. Den 2den Juli dondert het bosch en siddert de grond. Tot 's middags vijf uur hagelden de granaten op de 'groene loopgraaf. Om 6 uur komen de grenadiers te voorschijn. Tot het duister is, gaat d'e moordende strijd op en neer. Met handgranaten en kolven wordt gevochten. Stap voor stap komen wij vooruit. De vijand vecht bewonderenswaardig. Een bataljon breekt door de richting van het dorpje la Ha- raée. Het komt in den rug van de groene loop graaf, van den Rhednbadenheuvel en vanuit St. Hubert stormen onze troepen. De groene loopgraaf is bijna omsingeld. De toestand van den vijand wordt hopeloos, doch hij geeft zich' niet over. Er is een majoor in de groene loop graaf, majoor Remy, die als een razende vecht en zijn mannen tot het uiterste aanzet. Hij sneuvelt, dan is de groene loopgraaf ona. De gewonden werden weggebracht en ook de gevangenen. De dooden blijven liggen waar se liggen, nog is het geen pauze, de loopgraaf moet onmiddelijk weer op rerdediging inge richt worden. Op verschillendie plekken is hij geheel In elkaar getrommeld. Do zandzakken1 die de granaten door het bosch heeft geslin gerd, worden bijeengesleept en weer opgesta-" peld. Stalen schilden vastgeslagen, machinege weren opgesteld. Komt de vij ind, dan is men gereed. Het wordt stil, het is nacht. De eerste rusti ge nacht sedert weken. Geen granaten, geen mijnen. De soldaat slaapt, diep en zonder droo- men, zooals de kameraden dia daarginds liggen en alles vergeten hebben. HUSSISCH OORDEEL OYER DEN STRIJD IN HET OOSTEN. Uit St. Petersburg wordt door het P. T. A gemeld, dat de omsingeling van de geheele Weichselstelling teneinde het Russische leger, dat die stelling bezet, af te snijden, blijkbaar evenals vroeger de taak blijft, door het vijande lijke leger te vervullen. De militaire deskundigen zijn van meening, dat de vijand nu eerst zal trachten de vesting Ossowietsj te nemen, welker dappere bezetting en krachtige werken den aanvaller hevigen te genstand bieden. De strijdmacht, die thans tegen de vesting ageert, schijnt te zijn versterkt. Zooals officieel is meegedeeld, is de vijandelijke aanval, ingeleid door artillerievuur en gepaard gaande met de ontwikkeling van vergiftige gassen, afgeslagen: derhalve is de poging om het Russische leger in den rug te vallen mislukt. Evenzoo ging het met de poging van Mackensen om de Russische linies te doorbreken ten zuiden van Wlodawa. Deze tegenslagen bewezen den Duitschen generalen staf opnieuw, dat het Russische leger een ongeschokte kracht blijft; blijkbaar wa3 de Duitsche staf verplicht, zooals de deskundigen aantoonen, zijn toevlucht te nemen tot deze po gingen, teneinde de aandacht van de tegenpartij af te leiden en op andere punten te vestigen. Het bombardement van de vooruitgeschoven stellingen van Kowno en de operaties tusschen Duna en Njemen hadden ten doel een gedeelte van het Russische leger daarheen te lokken, Naar de roman van W. COLLINS. 82 (Uit het Engelsch.) „Ik zal u aanstonds vertellen hoe ik hier hen gekomen, mynheer; maar ik moest eerst de kleine Mary op mijn oud© manier begroe ten", ze ulo juffrouw Beekover verontschul digend. Het was onmogelijk geweest <>m van uaar to verkrijgen een andoren naam te ge bruiken dau dien van „kleine Mary", dien zu zoo menigmaal in vroegere jaren had uitgesproken, en die nu in Valentijn's huis gezin veranderd was. De waarheid was ïgonluk dat di© goed vrouw: niets af wist van Raphael, en de naam van Madonna be- sohouwdo «la een vreemd woord, dat zeer nauw in verband stond met Guy Fawkee en et Buskruit-verraad; zij wa8 jnnjg over- tuigd dat geen fatedgnlijke Engelsche vrouw van middelbaren leeftijd zich mocht compro- toitteeren zelfs te beproeven dien naam uit M spreken. „Ik zal u vertellen, mijnheor ik zal u iVertellen, waarom ik te Londen ben geko men. herhaalde juffrouw Beekover, zich J J x® fel verwijderende en naar het rust bed toegaande, om naar de minste kleinig heid, die mevrouw Blyth's ongesteldheid be trof, te vragen. „Veel heter, goede juffrouw, veel heter", was het vriendelijke antwoord; „maar ver tel ons nu (wij zijn blijde u te zien) hoe gü ons zoo komt verrassen. „Wel, mevrouw," begon juffrouw Beekover. net is voor mij oen even groote verrassing te Londen te wezen, als voor u. Stil, gij deugniet; ik wil u zelfs geen hand geven, zoo gij u niet heter gedraagt!" De laatste woorden waren tot Jack gericht, wiens geliefkoosde grap het geweest was, van den dag af, toen hij haar bij den heer ft" het eerst leerde kennen, om te doen hij smoorlijk verliefd op haar was. Hii ond nu met open armen voor haar en hield ivork in de eene hand en 't broodje. y liad laten verbranden, in de andere, a 6 moeite doende om smachtende blik- ai| *e werpen en juffrouw Beekover s .ee ven hem toeli een kus te willen geven. „Wanneer gij een broodje volgens den re gel geroosterd h§jj)t, misschien zal ik er u dan een ge1! en, zeide zij, en lachte zegevie rend over haar geestig antwoord. „Och, mijn heer Blyth, houd hem een weinig kalm, want ik kan anders geen woord vertellen van het geen ik u mede te deolon heb. Nu moet go weten, mevrouw, dat dokter Joyce...." „Hoe gaat hot hem? viel de heer Blyth haar in de rede, en reikte haar een kop thee aan. „Hij is ©en best mensch, .mijnheer, maar hij drinkt gaarne een glas port na het mid dagmaal, en het gevolg daarvan is, dat hii nu weder met het pootje zit." „En mevrouw Joyce?" „Ligt ook te bed o, het is een bepaald ziekenhuis hij den rector zij zijn allen in de lappenmand." „En zijn de kinderen ook ziek?" vroeg me vrouw Blyth. Ik hoop van neen." „Neen mevrouw, zij zijn zeer gezond, be halve de jongste; ejl het is voor haar her innert gij u haar nog, mijnheer, zij is erg gegroeide sedert u haar het laatste zag i dat ik te Londen ben." I „Is het kind ziek?" vroeg Valentijn, deel nemend. „Zij is zoo'n mooi lief schepseltje. Lavinia! Ik zou gaarne haar portret schil deren." „Ik vrees, mijnheer, dat er nu moeilijk een portret van haar gemaakt kan worden," zei lde juffrouw Beekover. Mevrouw Joyce maakte zich zeer ongerust over haar, want I haar eene schouder is hooger dan haar an dere. De dokter te Rubhleford twijfelt er 'aan, of het kan wel weer in orde komen; Irnaar hij zeide dat men zoo spoedig mogelijk naar een knap geneesheer te Londen moest igaan. En daar noch haar vader noch haar moeder in staat waren om haar naar haar tante te brengen, droegen zij die taak aan mij op. Zooals gij weet, mijnheer, sedert dat dokter Joyce mijn man die betrekking te Rubhleford bezorgde, ben ik. veel hij de fa milie geweest, om de kinderen te helpen en de huishouding soms waar te nemen; en daar Lucie gewend aan mij was, zaten wij te za- men zeer aangenaam en gemakkelijk op den trein. Ik was erg blijde, daar kunt ge ver zekerd van zijn, dat ik nu ook de kans had om hier naar toe te gaan, vooral daar ik de kleine Mary in zoo'n tijd' niet gezien had. Nu heb ik Lucie bij haar tante gebracht, die zeer vriendelijk was en mü vannacht wilde houden. Maar ik dankte haar voor baai; goedheid en zeide dat ik, als ik ie Londen was, altijd h^er een bed had; en ik nam een rijtuig, toen ik gezien had, dat het lieve kind goed bezorgd was. Nu weet ge alles waarom ik u ben komen verrassen, mevrouw en ik wil nu eerst mijn kopje thee uitdrinken. Toen zij het kopje leeg had en het broodje had genuttigd, dat haar door den onverbeter- 1 ijken Jack op zeer hofgfelijke wijze was aan geboden, als een bewijs van zijn onverander lijke genegenheid, kon juffrouw Beekover zich geheel aan Madonna wijden, die haar van sjaal en hoed ontdaan had en nu zoo dicht mogelijk naast haar was gaan zitten. „Ik dacht, dat toen ik binnenkwam, z'ij er niet zoo goed uitzag als andera," zeide juf frouw Beekover, haar mollige hand over -het gelaat van het meisje strijkende; „maar zij schijnt nu weder opgeruimder. (Het was waar, die treurige trekken waren van Ma donna's gelaat verdwenen bij het binnentre den van haar vriendin en haar moeder van vroegere jaren). Misschien heeft zü in den laatsten tijd te veel gebogen gezeten over, haar teekenwerk." „Dat is .waar ook, van teek en ^n gesproken, waar is mijn teekening?" riep Jack.uit, en herinnerde zich plotseling voor het eerst Madonna's geschenk. „Hemel!" vervolgde Juffrouw Beekover. toon zij de drie teekenborden zag, die naast elkander om de groep van Laokoon ge schaard stonden, „is dit alles van de kleine Mary? Ik geloof dat zij veel gevorderd is, Hemel, wat hen ik toch al een oude vrouw geworden, als ik did1 jardfc terugdenk...." „Zie eens, wat zij vanavond gedaan heeft,"* viel Valentijn haar in de rede, en vatte jufW frouw Beekover bij haar arm, terwijl hij eed veelbeteekeuenden blik wierp naar de tafel, waar Jack zat. „Mijn teekening, waar is m$n teekening?'* herhaalde Jack. „Wie heeft haar weggelegd toen de thee binnen werd gebracht? O, daajj ligt zij al op het boekenkastje." „Ik ben blijde, mijnheer, dat gü u eindelijk Madonna's gesohenk herinnert', zeide me* vrouw Blyth spottend. HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5