Madonna.
mNWnENL/^D^
FEUILLETON
LETTEREN EN KUNST
LEGER EN VLOOT
UIT DE PROVINCIE
SOCIALE BERICHTEN
"lijk© en geschiedkundige .werken neemt
reeds wat hoeveelheid van zijn productie be
treft een eerste plaats in onder de Fransch-
schrijvende Duitschers van de 18e eeuw. Ook
zijn zuster de markgravin Wilhelmine van
Beyreuth heeft zich door haar boeiende, zij
het ook niet altijd historisch steekhoudende
memoires een literairen naam verworven.
Minder bekend is het dat twee broeders van
Frederik den Groote, prins Hendrik en prins
August Wilhelm, die de eigenlijke voorvader
van het thans regeerende Duitsche keizer-
huis is, eveneens memoires geschreven heb
ben, die voor zoover zij op den zevenjarigen
oorlog betrekking hebben door professor Ha ti
de uitgegeven zijn. Van het jongere geslacht
der Hohenzollerns hebben zich vooral keizer
Wilhelm I, en zijn neef prins Georg van
Pruisen aan het schrijven gewaagd, de eerste
met een reeks slechts voor kleinen kring be
stemde krijgstechnische en krijgswetenschap-
pelijke vérhandelingen, die keizer Wilhelm
II, in 1897 door den Generalen Staf heeft
laten uitgeven en de tweede a's schrijver van
vele drama's en gedichten, waarmede hij na
1870 begon en in 1897 met de vertooning van
het treurspel Praxedis te Wiesbaden eindig
de. Keizer Friedrich heeft naast boeiende
dagboeken uit den oorlog van 1864, 1866 en
1870 waarvan de publikatie in de Deutsche
Rundschau van 1888 de bekende strijd uit
lokte tusschen Bismarck en den uitgever
van het handschrift professor Geft'gen een
boek geschreven over zijn reis in het Oosten
in 1869, waarvan echter slechts 40 exem
plaren gedrukt zijn, die slechts in zijn naaste
omgeving zijn verdeeld. Prin3 Friedrich Karl
heeft in 1860 een brochure over da strijd
wijze der Franschen uitgegeven. Ten slotte
zij nog vermeld dat Ernst von Wildenbruch,
de bekende schrijver, a's achterkleinzoon van
den ridderlijken, romantischen prins Luis
Ferdinand, ook bloed der Hohenzollerns in
zijn aderen heeft.
De overtocht over de Windau.
De oorlogscorrespondent van de „Vossische
Zeitung" vertelt in zijn blad
De overtocht over de Windau had bij het aan
breken van den morgen op verschillende plaat
sen zoo snel plaats gevonden, dat de vijandelijke
linie hier en daar overrompeld werd en terug
moest. Ongeveer twee kilometer achter de rivier
hadden de pontonniers de dagen te voren zoo
genaamde snelbruggen gebouwd, lichte vlotten
lie in den nacht stil naar de oevers werden ge
dragen. Bij de eerste morgenschemering werden
zij te water gelaten, de een de ander achterna-
eschoven, zoodat in minder dan een minuut de
rug klaar was en de overtocht beginnen kon.
3p verschillende plaatsen ging het zoo naar
gelijkgezette horloges, terwijl nog op drie andere
punten van den oever in dezelfde minuut pontons
te water gelaten werden en door zwemmers aan
touwen naar den overkant werden getrokken, om
niet door riemslag de aandacht te trekken van de
Russen die aan de overzijde in hun loopgraven
lagen. Een sectie infanterie ging het intusschen
niet snelgenoeg. De mannen wilden het eerst
bij den vijand zijn en sprongen in volle wapen
rusting te water om naar den verkant te zwem
men of te waden; daarbij vonden 20 van deze
dapperen met een officier den dood in den ver
raderlijken stroom'. Het is niet uitgemaakt of de
zware wapenrusting ze naar beneden getrokken
heeft of dat zij in slingerplanten zijn geraakt.
Er lrep ook een gerucht dat de Russen strikken
op den bodem hadden gelegd, maar wie had tijd
aich daarom te bekommeren. Die de overzijde be
reikten vielen onmiddellijk aan en namen twee
loopgraven achter elkaar in storm. Een compag
nie komt een kerkhof voorbij in het bosch en krijgt
plotseling in den rug een moordend vuur, waar
bij de aanvoerder valt. Toen de compagnie de
richting van het vuur had ontdekt, bestormde
zij de loopgraven en het kerkhof, doodde in hand
gemeen 30 Russen en nam er ongeveer 50 ge
vangen.
De linie die twee maanden lang het tooneel
van onbesliste gevechten was geweest, was nu
doorbroken. Nu ging het weer voorwaarts.
Het katoenvraagstuk tusschen Engeland en
Amerika.
J3e correspondent van de Times te Was
hington gaat voort met de Engelsché regee
ring te vermanen om toch vooral spoedig
een goede oplossing van het geschilpunt te
vinden en ten uitvoer te brengen.
Gelijk reeds eerder is meegedeeld, beeft
men in het Engelsche parlement aangera
den, door aankoop van den geheelen katoen-
oogst de gemoederen in Amerika gerust te
stellen.
„Dit bericht heeft nu juist een tegenoverge
stel den indruk gemaakt, me'dt de correspon
dent. Men vreest in Amerika n.l., dat En
geland de katoen zal kunnen „corneren",
indien het plan tenminste economisch uitvoer
baar zou zijn. Vooreerst zou het niet doenlijk
zijn, den prijs voor het product op peil te
houden. Dan zou Engeland aan het einde
van den oorlog een middel moeten vinden
om de opgestapelde katoen zonder ontwrich
ting van de markt, van de hand te zetten.
Vervolgens zou zulk een politiek een gewel
dige overproductie ten gevolge kunnen heb
ben, omdat vele planters, aannemende dat de
oorlog nog wel een volgende oogst zal zien,
tot groote aanplantingen zullen overgaan. Dit
nu komt den katoen-deskundigen der regee
ring ongev/enscht voor. Bovendienzou de
Engelsche regeering een veel hooger bedrag
noodig hebben dan men vermoedt. Bn ein
delijk zou het vraagstuk omtrent de rechten
op vrijen handel der neutralen door de voor
gestelde politiek niet opgelost worden.
Dan herhaalt de „Times"-correspondent een
reeds vroeger gedaan voorstel, dat n.l. de re-
geering katoen tot contrabande maakt, maar
zich verbindt de markt zoodanig te steunen,
dat een daling wordt voorkomen. Personen,
die tot oordeeien in deze bevoegd zijn, ge-
looven dat de prijzen wel op peil zullen
blijven, omdat de oogst niet groot is en
vraag en aanbod elkaar wel dekken zullen.
Als de Engelsche regeering zoo handelt zal
zij slechts weinig noodig hebben en het Ame-
rikaansc'ne publiek zou tevreden zijn.
Maar vóór alles is spoed noodig. Wat
Engeland ook zal doen, agitatie zal er in
ieder, geval zijn, maar door vlug en met wijs
beleid te handelen zal Engeland zijn eigen
belangen dienen en tevens het den Arnari-
kaansehen autoriteiten niet te moeilijk
maken."
Met het oog op Engeland's pogingen om
katoen tot contrabande te verklaren, zijn de
volgende cijfers omtrent productie en afzet
van belang.
In 1912/13, het laatste jaar waarover volle
dige gegevens ter beschikking staan, bedroeg
de Amerikaansche katoenoogst 13,820,000 ba
len, waarvan naar Engeland 3,604,000 werden
uitgevoerd, naar het vasteland, Japan enz.
5,176,000 balen. Het verbmik in de Unie be
droeg 5,389,000 balen. Het aantal spindels
voor Amerikaansche en Indische katoeu be
droeg in Engeland in ronde cijfers 37 mil-
lioen, Duitschland 10 millioen, Rusland 7,
Frankrijk 6, Engelsch-Indië 5, Oostenrijk 4,
•Italië 3,75, Japan en Spanje elk 2, België
1,5 millioen, Zwitserland en Nederland elk
500,000. In de Vereenigde Staten bedroeg het
aantal spindels 31 millioen, in Canada 800,000.
Do vergiftige gassen.
Teneinde de nadeelige gevolgen van het in
ademen der vergiftige gassen zooveel mo
gelijk voor ds burgers te voorkomen, heeft
de technische commissie van het departe
ment van oorlog in Frankrijk eenige maat
regelen voorgeschreven, te nemen door de
burgerbevolking voor het geval vliegers bom
men met -vergiftige gassen werpen.
De commissie zegt van meening te zijn, dat
wat ook de samenstelling der bommen mo
gen zijn, het gevaar toch altijd van korten
duur en zuivfer plaatselijk zal zijn. Daarom
raadt zij de bevolking aan zich bij voor
komende gelegenheden in veiligheid te stel
len op de middenetage van de huizen, daar
kelders en benedenverdiepingen dóór de zwa
re dampen kunnen gevuld worden en de
bovenverdiepingen geen voldoende veilig
heid bieden, aangezien de projectielen door
de daken kunnen heenslaan.
Verder moet men steeds water en ruige
badhanddoeken gereed houden. Dreigt ge
vaar, dan moet men een handdoek nat ma
ken, een weinig uitwringen en voor neus en
mond bevestigen.
Natuurlijk blijft het raadzaam zich met
spoed te verwijderen van een plaats waar
eeu bom is 'gevallen.
Metaalnijverheid in Zuid-Rusland.
De metaalnijverheid in Zuid-Rusland is,
naar de „Nowoje Wremja" meedeelt, in de
eerste vijf maanden van 1915 sterk achter
uitgegaan, in vergelijking met hetzelfde tijd
vak over 1914. Oorzaak daarvan schijnt te
zijn zoowel de verminderde toevoer van
grondstoffen door gebrek aan verkeersmid
delen als gebrek aan arbeiders. Van 59 hoog
ovens waren in Mei slechts 44 in werking
en er werden in die maand 14.300.000
poed (vorig jaar 16.800.000) staal voortge
bracht. Voor de eerste vijf maanden was de
opbrengst 70.000.000 poed (vorig jaar
81.400.000). De vervaardigde fabrikaten ver
minderden in dat tijdvak met 11 millioen, de
halffabrikaten met 11.400.000 poed.
ONZE GOUD- EN ZILVERNIJVERHEID
EN DE OORLOG.
De toekomst voor dezen belangrijken tak
van onze nijverheid, schijnt niet slecht te
zijn, volgens eene beschouwing in het Au-
gustus-numrner van het aan die nijverheid
gewijde orgaan „Ons Maandblad". Een deel
van de goud- en zilvernijverheid, schijnt zich
gewijd te hebben aan niet geheel ge
slaagden namaak van hetgeen anders uit
het buitenland tot ons kwam, maar een aq-
der deel deed beter. „Ons Maandblad" zegt
daaromtrent het volgende:
Naast de vakbannen, die steunden op 't
principe: „d' een zijn dood, is d' aêr zijn
brood", zijn er toch ook nog geweest, die
andere conclusies trokken en er hun voor
deel mede deden. Wel was do oorlog voor
hen ten opzichte van hun werk van groote
beteekenis, maar niet in den zin van het
verkrijgen van een gevoel van rust door op
geruimde concurrentie. Zij was voor hen
een stimulant die hen *tot grooter inspanning
dreef. En werkelijk, voor wien niet geheel
blind is, zijn de teekenen duidelijk dat deze
oorlog voor onze nationale goud- en zilver
industrie een keerpunt zal blijken te zijn.
Wij vonden vele artikelen, waarvan de nati
onale herkomst niet twijfelachtig was en die
getuigden van een beteren kijk op den tegen-
woordigen tijd dan wij in de laatste tientallen
jaren gewend waren te ontmoeten.
Daarbij komt nu een nieuwe factor de ern
stige werkers helpen. Thans, nude oorlog
een jaar aan den gang is, begint werkelijk te
komen dat, waarop men reeds in den aan
vang doch ten onrechte hoopte. Wel
zou het aantal werkkrachten in de buiten-
landsche industrie nog voldoende zijn om ons
land te voorzien, als het alleen op het aan
tal aankwam. Doch door het voortdurend
mobiel-maken in Duitschland van nieuwe
manschappen, is het aldaar thans langzamer-
hand gaan mankeeren aan de geschoolde
i kern der arbeiders. De besten zijn er voor
een groot deel uit. Vandaar dat de productie
van Duitschland voor de Hollandsche markt
begint te verminderen en neg meer inge
krompen zal worden.
Dit is het heden.
Wat zal de toekomst brengen?
Als ons land voor den oorlog gevrijwaard
mag blijven, gelooven wij dat ons vak een
ongekende toekomst tegemoet gaat. Duitsch
land, overwinnaar of overwonnene om het
even, zal zich van dezen schok niet zoo ge
makkelijk herstellen. De wonden zijn te diep.
I>e Nederlandsche goudnijverheid heeft in
den bewogen tijd moed en kracht gevonden
om hard door te werken; voornamelijk zelf
vertrouwen zal zij hebben gekregen, gevoel
voor de wetenschap, dat zij niet minderwaar
dig behoeft te zijn, niet minderwaardig is.
Dan zullen deze factoren samenwerken tot
het verkrijgen van hooggaanden bloei.
Maar een factor van buitengewone betee
kenis is en blijft het vakonderwijs, en ook
het onderwijs in 't algemeen.
Onze vakgenooten moeten de wereld en
het rijke leven leeren verstaan.
GEMIS AAN BIJBELKENNIS.
De Maasbode schrijft:
Men weet hoe Nederland voor jaren is
opgeschrikt door de mededeelingen van den
Utrechtschen rector dr. Singels, over de
bijbelonkunde bij de studeerende jeugd, en
hoe men sindsdien heeft getracht, dat ge
brek te verhelpen.
't Was niet noodig, dat men den Bijbel
beschouwde als een door God geopenbaard
boek of onder Gods inspiratie geschreven,
't Was voldoende als men er maar kennis
van nam als een stuk merkwaardige litera
tuur, of als een sleutel vaak om do klas
sieke literatuur te verstaan. Gelijk men om
dezelfde redenen ook iets van de mythologie
diende te weten.
En zoo werd zelfs in den Rotterdamsohen
gemeenteraad bij raadsbesluit vastgesteld, dat
de kweëkelirigen, de aanstaande onderwijzers
op de gemeentelijke kweekschool ook on
derricht zouden ontvangen in de Bijbelsche
geschiedenis.
Men heeft ingezien dat deze aanvulling
van het leerroost-er noodzakelijk was.
De „Rotterdammer" komt nu met een niet
minder kras staaitje van bijbelonkunde, ont
dekt bij den majesteitelijken Willem Kloos.
In zijn „Inleiding" op de Bloemlezing uit
de werken van Rhijnvis Feith, is deze ge
troffen door de fraaie zinsnede van
Feith„Nu zijn wij kinderen Gods en
het is nog niet geopenbaard wat wij' zijn
zullen, maar wij weten dat als Hij zal ge
openbaard zijn, .wij Hem zullen gelijk
wezen, want wij: zullen Hem zien gelijk
Hij is."
Kloos vindt deze gedachte van Feith tref
fend diepzinnig, en uit zijn ontzaglijke in
ternationale literatuur-geleerdheid herinnert
hij zich een bijna gelijke gedachte bij den
Engelschen dichter Shelley.
Maar wie durft een dergelijken blunder
nu van een man als Willem Kloos belachelijk
vinden!
Wie kan van hem den fijnen humanist,
den grooten denker, den intellectueelen „God
in 't diepst van zijn gedachten", veronder
stellen dat hij ook kennis draagt van dat
foei-leelijke onbehagelijke boekje, dat die
„fijnen"' Zondags tusschen de zwart garen
handschoenen mee naar de kerk dragen.
Hij kent Keats eh Shelleyen nu laatstelijk
ook den Hindoeschen Tagori, maar die oude
Bijbel valt zelfs niet onder de litteraire ap-
pretiatie van den louter-kunstenaar Willem
Kloos.
Berooving in plantsoenen. Meermalen
gebeurt het, dat personen, die zich pp een
bank in de stadsplantsoenen te Amsterdam
te slapen hadden gelegd, bij het ontwaken
tot de minder aangename ontdekking kwa-
Naar de roman van W COLLINS.
33 (Uit het Engelsch.)
„Als ik u zie, beste vriendin dan schiet mij
weder die droevige geschiedenis met ons
lief kind en haar arme moeder, wier naam
ons zelfs onbekend is, te binnen. Ik gevoel
ook steeds, wanneer gij bij ons zijt, meer dan
anders, van welke ontzaggelijke waarde die
dochter, welke gij ons gegeven hebt, voor
mij en Lavinia is; en koester ik meer vrees
dan ik zou kunnen beschrijven, zoo er soms
onbedacht iets mocht gezegd worden, en dat
dan van mond tot mond zou gaan (daar ben
ik overtuigd van) waar gij bijvoorbeeld haar
mceder ontmoet hebt, of in welken tijd dat
zoo ongeveer was, of iets dergelijks en dat
dit aanleiding zou geven, hoe, mag de hemel
weten 1 dat er aanspraak op haar zou wor-
-den gemaakt, door iemand die zijn rechten
zon kunnen bewijzen".
„Goede hemel, mijnheer 1 Waarom hebt gij,
nu er zoovele jaren over heen aijn gegaan,
nog zulk een angst voor soortgelijke din
gen!"
„Die angst verlaat mij nooit, juffrouw
Beckover. Mijn gezond verstand zegt mij die
vrees niet te moeten koesteren, of zij .groot
of klein i.s. Maar, aangezien ik niet weet of
eenige bloedverwanten van haar mis
schien wel haar ellendige vader zelf nog
leven en haar wellicht zoeken
„Stel u gerust, mijnheer, gen van haar bloed
verwanten leven meer; of zoo zij er nog zijn,
hekommeren zij zich in 't minst niet om bet
arme schaap. Daar sta ik voor in."
„Ik hoop dat gij gelijk hebt", zeide Valen-
tijn ernstig. „Maar laten wij er niet meer om
deuken", voegde hij er op zijn gewonen toon
hij. „Ik heb u de vragen gedaan, die ik u
altijd, ondanks mij zelf doe, wanneer ik n zie;
maar gij hebt mij vergeven, evenals altijd,
dat ik ze u gedaan heb. Geef mij uw arm,
juffrouw Beckover; ik wil mijn leerlingen
voor het verdere van den avond vacantio
geven, ter eere van uw bezoek. Wat zoudt gij
er van zeggen, zoo wij hem verder op onze
gebruikelijke wijze doorbrachten, met een
partijtje te maken."
„Ik dacht ook hij mij zelve, dat ik daar
ook wel lust in zou hebben, als we maar niet
hooger spelen, dan voor zes stuivers," zeide
juffrouw Beckover vroolijk.
„Zeg eens, jong mensch," vervolgde zij tot
Jack, toen de heer Blyth haar verlaten had,
om de kaarten te halen, „wat schrijft gij
daar voor een onzin op haar leitje, dat haar
zoo verlegen maakt en haar tot over de
ooren toe doet blozen, als zij haar oude peet
maar aanziet! Goede hemel, zij schept nog
evenveel behagen er in, als toen zij een
kind was. Geef mij nog een kus, lieveling.
Gij begrijpt wat ik zeg, nietwaar, al hoort
gij mij niet! Ja, ja, als g« z°o staat en mij
aanziet, dan is zij het sprekend evenbeeld
van
„Trekken!" riep de heer Blyth en spreidde
de kaarten uit, terwijl hij juffrouw Beckover
verwijtend en bestraffend aanzag.
Zij gevoelde dat zij dien blik verdiende en
naderde verlegen, zonder een woord te spre
ken, het tafeltje. Maar, voor dat Valentijn
haar ten tweeden male in de rede had ge
vallen, zou zij aan den jongen Thorpe ge
zegd hebben, dat Madonna het evenbeeld ha-
rer moeder was."
Gelukkig kwam Jack in een oogenblik van
stilte, dat nu volgde, haar te hulp. Hij was,
terwijl zij sprak, naar het boekenkastje ge
gaan, om haar zijn geschenk te laten zien,
en schertste weder op zijn oude manier met
haar haar soneekendc om toch op Madon
na niet jaloersch te zijn, en zijn arm om haar
middel willende slaan, haar verzekerende dat
juffrouw Beckover de naam was van de eeni
ge dame, die hij ooit oprecht had liefgehad
en overlaadde haar met tal van soortgelij
ken onzin, zoo-dat zij weder in haar humeur
kwam, spraakzamer werd en zij zich opnieuw
men, "dat hun zakken totaal leeggehaald
waren.
Naa,r de „Tel." schrijft, heeft de politie van
het bureau Warmoesstraat Zondagavond een
goede vangst gedaan, door vier personen te
arrestoeren. Eenige rechercheurs verscholen
zich achter boomen in het Priii3 Hendrik
plantsoen, in de nabijheid van een bank,
waarop een persoon sliep. Na korten tijd
kwamen vier individuen aansluipen, die spoe
dig dp portemonnaie en het horloge van den
slaper hadden gerold. Op. 't zelfde oogenblik
wierpen de rechercheurs zich op de dieven
on geleidden ze naar het politiebureau.
Later werden nog eenige vrouwen gear
resteerd, verdacht van heling van reeds
vroeger 'gestolen goed.
Ook prettig Toen een troep scha-'
pen over den Mauritsweg te Rotterdam werd
gedreven zag een ram zijn beeltenis in de
spiegelruit van het hoekhuis aan de Aert
Van Nesstraat, waarin de maatschappij Nati
onaal Kasregister is gevestigd. Het dier werd
hierover zoo woedend, dat het op zijn ver
meenden tegenstander in stormde, en met zijn
horens de yuit verbrijzelde.
Een sluwe smokkellist mislukt. Een
daglooner te Gennep had de heele week
kleine hoeveelheden meel opgekocht en bij-
eengegaard om dit, als het tot een voldoende Haarlem, idem, 6 pers.; Fam. Wijnschenk,
gadering werd verslag uitgebracht over da;
afgeloopen aardbeien-campagne, dat zeer gun
stig was. Verder werd besproken den boo-
nenhandel. Naast de veiling zal de export
staan, die voorkomen zal, dat groote aan
voer de pi ark t drukt. Van 's morgens 7 uur
ai' zullen de groenten in ontvangst genomen
worden. Streng zal toegezien - worden op het
aanwezig zijn van nummers en kaarten der
leden. Ook zal telkens een zak worden leeg
gestort, om bedrog te voorkomen en alzoo
den goeden naam hoog te houden. Met al
gemeen goedvinden werd besloten tot aan
sluiting bij den Ned. Tuinbouwraad. 't Toe
staan der voorgestelde salarissen werd ter
afdoening toevertrouwd aan een commissie,
bestaande uit 't bestuur, de commissarissen
en de heeren leden P. Beentjes Gz. en J„
de Ruijter.
ZAND VOORT.
A angekomen vreemdelingen: J.
F. Heijblom, Rotterdam, Groot Badhuis, 2
pers.; M. Cuijpers, Amsterdam, idem, 1 pers
M. Veerman, Amsterdam, Zeestr. 45, 5pers';
M. Drukker, idem, idem, 3 pers.; Mevrouw
Baerts, Haarlem, Kerkstr. 32, 3 pers.; Fam.
Schaffers, Amsterdam, idem, 3 pers.; Fam.'
Moffie, Amsterdam, idem, 2 pers.; Fam. Niehe
Amsterdam, idem, 9 pers.; Fam. van Dijk,
kwantum was aangegroeid, de grens over
te brengen en zóó een zoet winstje te be
halen. Toen hij eindelijk 's avonds, na zich
met valsche bakkebaardjes en een sik ver
momd te hebben, met een zak met 75 kilo
gram op weg toog, werd hij in de Heide
door de douane en politie verrast en inge
rekend. Het meel werd in beslag genomen.
Do „onbeschermde" hoedenpennen. Er
woidt in de laatste dagen te den Haag weer
met kracht door de politie opgetreden tegen
de dames-overtreedsters, want, ondanks alle
verbod en waarschuwing, werd het aantal
„onbeschermde" pennen steeds talrijker, en
waarschuwingen van den conducteur hiel
pen niets.
Eind© Juli werd den conducteurs gelast
Amsterdam, idem, 3 pers.; J. Jonckheer, Am
sterdam, Paula, 4 pers.; W. Pont, Hilver
sum, Pension Paula, 6 pers.; A. Eisma Gz.,
Amstelrdam, Groot Badhuis, 1 pers.; J. P.
Heijblom, Rotterdam, idem, 1 pers.; Mevr.
Massink-Hulshof, Enschedé, idem, 1 pers.;
Mevr. C. M. van Klaveren, Rotterdam, idem,
2 pers.; J. Franco Mendes, Amsterdam, id.,
2 pers.; Mevr. Daniëls-Pols, den Haad, id.,
3 pers.; Graas, onbekend, idem, 1 pers.;
Mevr. E. Ehthoven, Amsterdam, idem, 2 ps.
CONCOURS VAN MOBILISATIE
KORPSEN.
sirene' hieron to© te zien Te ®ussum 231 op 23 en 24 Augustus een
Thans heeft de H. T. M.—directeur den f'1van mobiliÊatie-
volgenden maatregel genomen. Wanneer een uafdeehngen, een voor
overtrcedster door de politie geverbaliseerd j, ®n' een ®r voor concert, kunnen
-ju j__ j- -C.i.q„_ harmonie- en fanfarekorpsen deelnemen.
Een 12-tal medailles zijn beschikbaar
wordt, dan wordt d© conducteur van Jen
wagen, waarin zulks plaats heeft, disci
plinair gestraft.
Dus den conducteur blijft niets anders
over dan dames met onbeschermde hoeden
pennen niet toe te laten of buiten den
wagen te zetten
Treurig ongeval. In den polder Eieriand
op Texel, is gisteren het lijk van een 12-jari
gen knaap gevonden, die vermoedelijk al spe
lende in een 'paardentuig verward was ge
raakt en zich toen moet hebben geworgd hij
de pogingen om zich weer te bevrijden. De
steld. De heer A. E. J. G. d'Hamecourt is be
schermheer van het eere-hoofdcomité, waar
in een 5-tal hoofdofficieren uit de stelling
van de Noord-Hollandsche Waterlinie met
den burgemeester yan Bussum zitting heb
ben.
TOELAGE VOOR MILITAIREN.
Be Minister van Oorlog heeft met ingang
ouders van den jongen waren op reis naar van 16 Augustus e.k. de dagelijksche toelage
Zeeland. I geurende de mobilisatie voor de ongehuwde
Gevaar voor inbraak. De Maasb. meldt gekracht: van opperofficieren van
uit Oldenzaal: Officieel wordt bekend ge-t hoofdofficieren van 2 op 1,
maakt dat door het in omvang toenemen lS,UGa,,j;?r-ne °Hmieren van 1.50 op f 0.50, on-
van het ontvluchten van krijgsgevangenen j €1? mieren jmven den rang van sergeant-
het gevaar voor inbraak en brandstichtingma,;,oor„J^11 O-60' °P °-25 ?n de overige
steeds grooter wordt. Daarom wordt mede- 0Jt ei officieren van 0.15 op 0.10 per dag.
DE AANMELDING VAN LANDSTORM-
PLICHTIGEN.
De Minister van Oorlog heeft bepaald dat
zoolang de landstormplie'htige personen, dié
verblijf houden in België of Duitschland,
niet in werkelijken dienst behoeven te ko
men, zij niet behoeven na te komen de ver
werking van de bevolking igneroepen en het
plaatsvervangende geueraal-commando heelt
aan de gendarmerie een proclamatie daar-
omtrent ter kennis gebracht.
Eendenjaelit. Maandag i® in Friesland
do eenden jacht geopend. De buit viel over
het geheel niet mee; alle jagers klaagden er
over, dat er weinig waterwild is. Echter, de plichting om naar Nederland terug te kee-
kwaliteit van het geschoten© is uitstekend. O en en zich aan te melden bij den burgemees-
beter dan in vorige jaren. De prijs is hoog. ter, mits zij zorg dragen dat hun volledig
in verhand met de tijdsomstandigheden.
SCHOTEN.
Gemeenteraadsvergadering op
Donderdag 12 Augustus n.m. kwart over 7
uur. De agenda luidt: Ingekomen stukken.
1. Aanbieding van de rekening der gemeente
en van het Gemeente-Gasbedrijf over 1914.
2. Benoeming van eene Commissie voor de
bezwaarschriften tegen den Iioofdelijken
Omslag dienst 1915. 3. Besluiten tot het aan
gaan eeuer geldleening. 4. Vaststelling van
een suppletoire begrooting dienst 1915. 5. .Ver
zoekschrift betreffende de bouwverordening.
6. Vaststelling van een reglement bedoeld in
artikel 55 van het algemeen werklieden
reglement 1915 en behandeling van het
adres van 23 Juni 1915 van de Afd. Schoten
van den Nederlandschen Federatieven 'Bond
van Gemeente-werklieden met voorstel tot
wijziging van den staat, genoemd in artikel
3a van het algemeen werkliedenreglement
1915. 7. Vaststelling van een reglement be
treffende het dienstverband van in lossen
dienst zijnde werklieden. 8. Vaststelling eener
verordening regelende de samenstelling, enz.
van het scheidsgerecht genoemd in het al
gemeen werkliedenreglemënt 1915. 9, Mede
deelingen.
HEEMSKERK.
Coöp. Tuindersvereeniging Ken-
neme r 1 a n d. Op de Maandag gehouden ver
adres steeds bekend is bij den burgemeester.
R. K. HERSTELLINGSOORDEN VOOR
LONGLIJDERS EN ZWAKKE
KINDEREN.
Verschenen is het achtste jaarverslag der
vereeniging R.-K. Herstellingsoorden voor
longlijders en zwakke kinderen.
_Wij ontleenen daaraan, dat de de vereeni
ging het eerste legaat ontving uit de nala
tenschap van jhr. Von Fisenne, te Rijswijk
overleden. In verband-hiermee zal op de al
gemeen© vergadering worden voorgesteld,
jaarlijks op den openingsdag van het Sana
torium (16 October) in de kapel een plech
tige H. Mis op te dragen voor alle levende
en overleden weldoeners der vereeniging.
Uit het jaarverslag van den geneesheer-
directeur blijkt, dat in 1914 werden opgeno
men 266 patiënten, van wie 261 katholiek.
Naar den leeftijd waren zü aldus verdeeld:
van 1 tot 10 jaar 8; van 11 tot 20 jaar 78;
van 21 tot 30 jaar 102; van 31 tot 40 jaar 64;
van 41 tot 50 jaar 11; van 51 tot 60 jaar 8.
Behalve Drente waren alle provincies ver
tegenwoordigd: Groningen met 2, Friesland
met 3, Overijsel met 12, Gelderland met 31,
Noord-Holland met 70, Zuid-Holland met 52,
Utrecht met 15, Zeeland met 1, Noord-Bra
bant met 35, Limburg met 40 patiënten.
Men steune dit nuttige en noodzakelijke
werk!
kon verdedigen.
„Madonna speelt mede als gewoonlijk. Wilt
gij de derde wezen, Lavinia!" vroeg Valen
tijn, de kaarten schuddende. „Jack behoef ik
het niet eens te vragen, want hij kan zelfs
niét optellen."
„Neen, dank u. Ik zal reeds moeite genoeg
hebben om mijn boek uit te krijgen en dien
dwaas daar rustig te houden, terwijl gij
speelt", antwoordde mevrouw Blyth.
Het spel begon. Het was een oude gewoon
te om, wanneer juffrouw Beckover er was,
kaart te spelen, en dat Madonna daar dan
deel aan nam. Dit werd van haar kant
hoofdzakelijk gedaan om de aangename her
innering die zij behouden had te doen her
leven, toen zij nog door de vrouw van den
clown verpleegd werd en toen de heer Beck
over haar had leeren kaartspelen om haar
eenige afleiding te bezorgen, nadat die vree-
selijbe ramp haar in het paardenspel_ over
komen was. Het was een eigenaardigheid
van haar gelukkig karakter, dat de dagen
vol kommer en ellende en de tüd die daarop
volgde toen zij zulk een zware taak in het
publiek te vervullen had en waarbij de kaar
ten een rol speelden, nooit een onaangename
herinnering hij haar opwekten, als zij ze we
der in haar later leven terugzag. Aangena
me herinneringen die zij er aan had en die
haar dan weder terug deden denken aan die
huiselijke liefde, die haar smart in haar ver-
driet zoo menigmaal had getroost, namen
haar geheele hart in en deden elke andere
gewaarwording zwijgen. Valentijn's oplet
tendheid ontdekte nimmer een droeven blik
wanneer juffrouw Beckover in de stad was
en wanneer zij bet spel speelden dat haar het
eerst geleerd was, toen zij met dat ongeluk
een harer zintuigen had verloren en nood
lottig genoeg haar het gebruik van het an
dere ook deed verwaarloozen.
Tot mevrouw Blyt'h's groote verwondering
bleef Jack een volle tien minuten rustig, ter
wijl de anderen aan het spelen waren.^ Dit
was een van de ongelooflijkste verschijnse
len en toch stond hij daar rus ïg bij de ka
chel met zijn geschenk in de hand, in ge-j
peins verzonken! Mevrouw Blyth was haart
verbazing niet meester moest haar book
neder leggen om hem gade te slaan. II u be
merkte dit en begaf zith te$gtond naar liet
bed.
„Gij hebt gelijk, zeide hij, „lees nu niet,
mêer. Ik moet eens een ernstig gesprek met
u hebben."
„In de eerste plaats het bezoek van juf
frouw Beokover, en in de tweede plaats een
ernstig gesprek met Jack. Dat is een merk*
waardige avond!" dacht mevrouw Blyth.
(Wordt vervolgd.)
Wij "nebben onlangs gewezen op de be
lachelijke vergissing van den literator Frans
Netscher over den profeet Daniël, die ten
tijde der eerste Christenen in een
leeuwenkuil was geworpen.
ge