C. H. VOGELZANG,
Madonna.
DE OORLOG
BLOUSES en'ROKKEN
BINNENLAND
FEUILLETON
VERSPREIDE berichten
Groote Houtstraat 29\
SPECIALITEIT IN
Naar de roman van W. COLLINS.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
HET OVERTREKKEN VAN DEN
#EICflSEL.
Een oorlogscorrespondent ran het „Be rlinei
ffageblatt" deelt bijzonderheden mede omtrent
den overtocht ran den Weihsel by Kozemzy. De
Russen beseften volkomen de beteekenis van
deze actie en verzamelden daarom sterke strijd
krachten bij Novo Alexandria, om den over
tocht'over den Weichsel te verhinderen. Het le
ger van aartshertog Jozef Ferdinand wierp zich
met onweerstaanbare kracht op de tusschen
Rowo Alexandria, en Kurof verzamelde Rus
sische troepen, die den strijd aanvaardden. Deze
aanval maakte het voor het leger van Worysch
mogelijk, bij den mond van de Radomka, in do
buurt van Kozenizv, versche troepen te verza
melen. De Weichsel vertakt zich hier. De rivier
vormt veel eilandjes en zandbanken. Hèt heele
gebied is moerassig. De Russen stonden op den
Oost-oever van den Weichsel om den vijand te
gen te houden. Onophoudelijk kruisten vijande
lijke vliegers over onze stellingen om onze be
legering in 't oog te houden. Het was volstrekt
noodzaklijk om hun aandacht af te leiden, daar
juist op dit punt de overtocht moest plaats'
Vinden. Het gelukte Oostenrijkseh-Hongaarsehe
en Duitsche pontenierstroepen te verzamelen,
zonder dat de vijand het bemerkte.
Veel moeilijker was het pontons hierheen te
brengen, daar de waakzaamheid van den vijand,
geen oogenblilc verslapte. De kolonel, die aan
het hoofd stond van het werk, kwam ten slotte
op het goede denkbeeld de pontons en het ande
re materiaal, dat voor hot bouwen van de brug
gen noodig was, in stroo te verpakken en op
wagens te vervoeren. De Russen kregen uit do
rapporten van de vliegers inderdaad den indruk
dat op de wagens slechts stroo gereden werd.
Eerst toen de Duitschers er gebruik van konden
maken, werden de pontons uitgepakt cn toen
merkten de Russen, dat zij misleid waren. Zij
openden een helsch vuur op de tusschen de
eilanden en zandbanken drijvende pontons,
doch waren niet meer in staat het werk te ver
hinderen. De wagens met het brugmateriaal
moesten den vier kilometer langen weg onder
Voortdurend shrapnell- en geweervuur afleggen,
tot eindelijk onze infanterie de overzijde bereik
te. Hier moesten den geheelen dag en den vol
genden nacht buitengewoon hevige gevechten
met de Russen geleverd worden, voor de ponton
niers onder voortdurend vuur de verschillende
eilanden door pontons verbonden hadden.
Russische artillerie deed nog wanhopige po
gingen om dit werk te verijdelen, maar zij kon
haar vuur niet op één punt concentreeren, om
dat onze troepen op verschillende plaatsen van
den Weichsel over een uitgestrektheid van 12
kilometer aan het werk waren. Den 28en Juli
waren reeds eenige bruggen over den Weioh-
sel geslagen; 36 uur onder voortdurend artille
rievuur waren daarvoor noodig geweest. Nu
konden onze troepen voorwaarts. Zij braken
door het Russische front heen en lamen het
steunpunt der Russische stellingen. De Russen
boden nog geruimen tijd tegenstand, doch wer
dén zoover van de bruggen weggedrongen, dat
zij met hun artillerievuur deze niet meer kon
den treffen.
De Russische regeering cn de Doema.
Aan het Berl. Tagehlatt wordt, volgens
een bericht van het Bureau Norden, gemeld,
dat de liberale Russische bladen in bun com
mentaren over de vergaderingen van de
Doema tot de conclusie komen, dat alleen
dan nuttig werk zou kunnen worden gele
verd indien de regeering zou kunnen beslui
ten om over te gaan tot de reeds lang noo
dig geworden ingrijpende hervormingen.
In de „Kjewla Janin" wordt aangetoond,
dat vier ministers zullen moeten aftreden
vóór dat de verhouding tusschen de Doema
en de regeering van dien aard zal zijn, dat
er aan gedacht kan worden om een samen
werking in deze ernstige tijden te beproeven.
De tijd voor de groote hervormingen ie nu
aangebroken; met bet oude regeeringsstelsel
in Rusland moet worden gebroken.
De „Utro Rossy" eteeht van de ministers
volkomen oprechtheid tegenover de volks
vertegenwoordiging. De Doema mag zich in
deze gevaarlijke tijden niet het recht laten
ontnemen om zelve te beslissen.
Daarentegen schrijft de Nowoje Wremja,
dat men den voormaligen minister van oor
log Suchomlinow niet alleen als de zonde
bok mag voorstellen; bet parlement heeft in
de kwestie van landsverdediging even groote
schuld. Om deze reden heeft de Doema niet
het recht thans als aanklager op te treden,
integendeel zij is evenzeer de schuldige.
De Daily Mail verneemt nit St. Peters-
burg, dat een commissie van onderzoek is
benoemd om de beschuldigingen tegen den
ex-minister van oorlog, generaal Sucliomi-
now en anderen te onderzoeken, in verhand
met het tekort aan ammunitie. Het geeft
groote voldoening dat de Regeering aldus
den weg volgt, door de Doema aangegeven.
Vredespogingen?
In een artikel van de Times werd dezer
dagen gewezen op „vredespogingen" van
Duileche zijde, die na den val van Warschau
werden verwacht en ook gekomen zijn. Be
doeld artikel sloeg blijkbaar op, de volgende
telegrammen door Von Bethm'ann Hollweg
en den president der Amerikaansche „Uni
ted Press" gewisseld;
New-York, 5 Augustus.
Aan Zijne Majesteit den Düitschen
Keizer.
Warschau, Polen.
De „United Press", die 700 van de voor
naamste Amerikaansche bladen bedient,
verzoekt Uwe Majesteit eerbiedig haar op
dit oogenblik van Duitsehlanrls grooten
triomf, een meaning omtrent de historische
beteekenis van de Duitsche overwinning in
Polen, of een aanduiding van den grondslag,
welken Duitschland noodig acht om don
Europeeschen vrede te verzekeren en de be
schaving het zekerst te bevorderen, te wil
len seinen.
Mogen wij Uwe Majesteit eerbiedig wij
zen op de onmetelijke mogelijkheden, voort
vloeiende uit den druk van de neutrale
openbare meening voor vrede, indien defini
tieve en billijke voorwaarden kunnen wor
den gesteld?
Het volgende antwoord werd hierop ont
vangen:
9 Augustus.
Aan den president van de „Uni
ted Press".
New-York.
Zijne Majesteit de keizer betreurt het, om
redehen van beginsel, niet aan het verzoek
van de „United Press" om een persoonlijke
proclamatie ter gelegenheid van liet succes
van de verhonden Duitsche en Oostenriik-
Hongaarsche legers te kunnen voldoen. Ter
wijl ik de eer heb u'hiervan kennis te ge
ven, mag ik daar de verklaring aan toevoe
gen, dat Duitschland, vóór alles, koopt dat
deze overwinning het eind© van dezen oor
log zal verhaasten.
Tegelijkertijd verzoek ik u, zich te herin
neren, dat de keizer in al zijn proclamaties,
laatstelijk nog op den Sisten Juli van dit
jaar, verklaard heeft, dat Duitschland vecht
voor een vrede, die het en met Duitschland
ook de mogendheden, die den grooten strijd
aan zijn zijde strijden, de vertrouwbare be
veiliging zal waarborgen, die deze mogend
heden behoeven voor een duurzamen vrede
en haar nationale toekomst. Ver buiten de
grenzen van Duifsckland zal déze vrede,
dien wij nastreven aan alle nationaliteiten
do vrijheid der oceanen waarborgen, en zal
allen naties de mogelijkheid openen hot werk
van vooruitgang en beschaving te dienen
door een vrijen handel over de geheele we
reld.
Bethmann Hollweg.
De katoenkwestie.
De Daily Telegraph schrijft over de kwestie
van den invoer vaii Amerikaansche katoen-in
Duitschland en geeft, schijnbaar officieus inge
licht, te verstaan, dat binnenkort een oplossing
te verwachten is. De Engelsche ministers hebben
zich in hun uitlatingen over deze zaak moeten
beperken met het oog op de diplomatieke onder
handelingen die er gaande zijn; uit hun stilzwij
gen, zegt de Telegraph, mag erhter niet worden
afgeleid dat de regeering heeft stilgezeten. De
onderhandelingen nemen een bevredigenden loop.
Het blad brengt in herinnering dat in alle aan
gelegenheden, die met den oorlog in verband
staan, volledige overeenstemming tusschen En
geland en zijn bondgenooten noodig is. Zoo ook
Tn de katoenkwestie. Ook was overleg met de be
trokken onzijdige landen geboden. De Daily Te
legraph verwacht dat een regeling zal worden
getroffen, waardoor de belangen van onzijdigen
worden ontzien. In hoeverre daarbij van weers
zijden iets zal dienen te worden toegegeven,
wordt in het midden gelaten. Het publiek hebbe
echter geduld en .stelle vertrouwen in de regee
ring. Wat de Vereenigde Staten aangaat, Enge
land zal het Amerika in de katóenkwestie niet
moeilijk maken.
Verklaring van katoen fot volstrekte contraban
de, zegt het blad, lost de kwestie nog niet op.
Wil zulk een verklaring praktisch uitwerking
hebbón, dan dient ze te worden gesteund door
een regeling met de landen die aan Duitschland
grenzen.
DE BOEREN EN DE OORLOG.
De „Residentiebode schrijft:
„Zoo nu en dan hoort men van verschillende
kanten weer zinspelen op den gouden tijd der
boeren. En ook wij gelooven, dat over 't alge
meen de landman de laatste maanden niet te
klagen heeft, in tegenstelling met het begin
van den oorlog, toen de rogge- en maiekwestie
o.a. gerechte stof tot klagen gaf.
„Toch generaliseere men niet. Wie schrijft,
zooals herhaaldelijk gebeurt, dat het een gun
stig jaar is voor „de boeren," omdat er zulke
hooge prijzen betaald worden en de oogst er
zoo mooi voorstaat, gaat buiten de werkelijk
heid. Een vakman zal zulk een algemeene stel
ling niet opzetten.
„Er zijn ook schaduwzijden waar te nemen,
zooals trouwens haast van zelf spreekt. De prij
zen zijn hoog, maar dat beteekent voor menïgen
kleinen landman, dat hij bijna niet aan hooi-
gras, rogge, haver, biggeil enz. komen kan.
Dan, vooral' in hooge streken, heeft de droogte
van voor één twee maanden veel schade toege
bracht, evenals vroeger d6 vorst op andere
plaatsen.
„Deze en andere factoren reken© men mee,
als men de duurte in 't geding brengt. Als de
landbouwproducten duur worden, omdat ér geen
of weinig zijn, komt de duurte hoogstens aan
enkelen ten goede.
„Over 't algemeen kan men echter wel zeg
gen, dat sommigen, evenals in andere takken
van welvaart, ook in boeren- en tuindersbedrijf,
schatten verdienen en dat in 't algemeen de
boer geen slecht jaar heeft. Men sehere echter
niet allen over één kam."
MEER BOUWLAND.
De (Groningsche) „Volkscourant" schrijft;
„Als er door Gods goedheid een einde geko
men is aan den.oorlog, en de vlammen van den
wereldbrand geblusoht zullen zijn, dan zal ons
volk er o.a. ook uit geleerd hebben, dat wij
meer bouwland moeten hebben.
„Van de 100 hectare is in Nederland slechts
27 hectare bouwland, dus ruim een vierde déél,
terwijl 86 hectare weiland zijn. In ons eigen
land wordt dan ook lang geen koren genoeg
verbouwd. Ret ontbrekende moesten we van
Rusland, de Vereenigde Staten of Roemenië
bebben.
„Nu legt men het er in den modernen oorlog
op toe, om een geheel volk uit te hongeren.
Door den honger tracht men het tot overgave
te dwingen, zooals men vroeger met belegerde
steden deed. Thans (we zien dit aan Engeland
en Duitschland) snijdt men den geheelen toe
voer af.
„Gelukkig een volk als het Duitsche, dat
zulke maatregelen kan doorstaan. Letterlijk
geen hoekje gro.nd (zoo melden de bladen) of
het is bebouwd. Honger is een scherp zwaard,
en daar hebben de Duitschers op gerekend.
„Daarom dringt men er tegenwoordig op
aan, dat er ook in ons land meer grond voor j
den landbouw zal worden gebruikt, opdat we ons j
zoo noodig zouden, kunnen redden. Van de 86
procent weiland kan wel iets af, maar bovendien i
hebben we nog 15 proeent woest liggen wat met J
de Zuiderzee gedeeltelijk nog eens werd droog i
de Zuiderzee- gedeeltelijk og eens werd droog
gemaakt, dan stonden we, met het oog op oor
logsgevaar, er heel wat beter voor.
BELOONING VOOR WERKZAAMHEDEN
IN ZAKE MILITIE- EN LANDWEER-VER
GOEDINGEN.
Naar Het Centrum verneemt, heeft de Minis
ter afwijzend beschikt °P het request van het
hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond
van gemeente-ambtenaren, houdende verzoek
algemeene regelen te willen vaststellen met be
trekking tot bet toekennen van belooningen
aan gemeente-ambtenaren, belast met de werk
zaamheden betreffende de uitkeeringen aan
betrekkingen' van onder de wapenen zijnde
militie- en landweerplmhtigen.
Het veilige Holland nog bereikt-. Een
grenscorresponden t schrij ft
De electrische draad, die Zeeuwsch Vlaande-
ren van België scheidt, nadert snel zijn vol
tooiing. Door velden en langs slooten, door
boomgaarden en over huizen gaat hij, meestal
juist da grens volgend, een enkele maal oen
huizenblok, waardoor de draad te moeilijk aan
te brengen was, geheel en al inlijvend bij Neder
land. Qp de groote verkeerswegen gaat de draad
hoog in de lucht over en zijn afsluitingen ge
maakt door hekken met ijzergaas bespannen.
Daarachter houden landstormers of marinesol
daten of doodskop-huzaren de wacht, als in een
„Taubenschlag," zooals één van hen mij zeide.
En zoo zal binnenkort alle overgang van het
eene land in het andere zoo goed als onmogelijk
zijn.
Geen wonder dan ook, dat in de laatste dagen
verschoidenen vóór de algeheele afsluiting be
proefden uit België de grens over te komen.
Aan enkelen gelukte het; zoo aan eenige
Vlaamsche arbeiders, die door de Duitsche mili
tairen gorequireerd waren om aan de draad
versperring te werken, zoo aan eenige Duitsche
soldaten, die blijkbaar genoeg van den oorlog
hadden. En zoo ook sprak ik een tweetal bewo
ners man en vrouw van Knocke, die nog
den gastvrijen bodem van Nederland wisten te
bereiken.
Hij was hot type van den eenig3zins heerigen
arbeider, haar keek de slimheid uit de zwarte,
onrustig heen en weer gaande, oogen. Zonder
twijfel was zij „het denkende deel" van de echt
verbintenis.
Oorspronkelijk Vlaming, was hij mijnwer
ker geworden in Charleroi. Bij 't begin van den
oorlog waren zij gevlucht naar Knocke. Al
spoedig waren de spaarpenningen opgeteerd,
do-ch een nieuwe bron van inkomsten was ont
dekt in het overbrengen van brieven. Zes maal
was het goed gegaan, doch toen waren ze ge
snapt-. Het had hun een maand gevangenis te
Brugge gekost. En nu zonder geld, terwijl alles
almaar duurder werd, terwijl al spoedig de
draadversperring zou voltooid zijn, hadden zij
besloten te vluchten. Met de onverslijtbare
werkmansbroek over de gewone, en zij met een
ouden rok over de goede kleeren, het allernoo-
digste in een bundeltje geknoopt, waren zij
's morgens, vergezeld van hun keeshoncljo; ver
trokken, eerst naar Weetkapelle. Bijna waren
zjj daar aangeloopen tegen een Duitseh offi
cier, die hen ongetwijfeld, daar zij geen papie
ren bij zich hadden, zou ingerekend hebben.
Bijtijds waren zij nog een herbergje inge-
vlucht.
En nu kwam het moeilijkste van den tocht;
van Westkapelie naar do Nederlandsohe grens.
Eerst ging het op handen en. voeten door de
greppels van een tweetal weiden, de man voor
op, met het armzalige bundeltje tusschen de
tanden, dan het hondje, een eind er achter de
vrouw. Toen een tocht van anderhalf uur al
kruipende door havervelden. Daarna nog een
honderd meter over kalen bodem en zij stonden
bij Sint Anna te Muiden op Hollandseh gebied.
Een Duitseh soldaat had hen het laatste stuk
nog zien overstekon, maar hij was te ver om te
schieten.
Van Knocke wisten zij veel te vertellen,
kleinigheden bovenal, die mij geen belang in
boezemden, terwijl zij van de andere dingen,
die ik vroeg, niet op de hoogte waren.
Nu zitten zij rustig in een vluchtoord. Of
de onrustig heen en weer gaande, donkere
oogen ook tot kalmte gekomen zijn, nu de dage-
lijksche spanning weg is, nu er geen vrees voor
het voedsel van den dag van morgen is, nu er
geen intrignetjes meer zijn tegen of met andere
Belgische mannen en vrouwen, die geacht wor
den voor of tegen de Duitschers te zijn!
Zou de stille heide hen ook tot innerlijke
stilte gebracht hebben?
Een lastig soldaat. Een gewezen koloniaal,
die bij het te Leeuwarden gelegerde garnizoen
is ingedeeld, heeft eenige uren do aandacht op
zich weten te vestigen. We overdrijven niet,
schrijft de „L. Ct.'\ als we schrijven, dat 50 pOt.
der ingezeenen een kijkje kwamen nemen naar
den soldaat, die op de nok van het kazernodak
was gevlucht.
Deze militair, ongeschikt voor den velddienst,
maakte een paar dagen geleden, zooals het dage
lijks de gewoonte is voor dergelijke soldaten,
onder geleide, met meer anderen, een wande
ling. Tijdens deze wandeling liet hij zich uit
vallen en ie, tegen de orders in, langs een
omweg naar de kazerne teruggekeerd. Hem was
vergund te wachten op den terugkeer van zijn
kameraden. Voor dit feit werd hom door zijn
kompagnies-kommandant twee dagen arrest op
gelegd.
Baloorig over deze straf, vernielde hij dien
dag op een kamer 15 geweren. Het gevolg hier
van was, dat hij in voorloopig arrest werd ge
steld.
Dinsdagnamiddag, toen hij was „gelucht,"
is hij zjjn begeleiders ontvlucht. Hij holde door
de kazerne naar de bovenste verdieping en kwam
tenslotte, door een dakraam, op de nok van het-
dak terecht, waar hij des middags van 3 tot 8
uur heeft getoefd.
.Vrijwillig keerde hij terug en werd weer in
arrest gesteld. Woensdagmorgen kwam men tot
de ontdekking, dat hij had gepoogd zich te ver
wonden. Geneeskundige hulp werd ingeroepen
en de dekter gaf last hem naar het militair
hospitaal te Assen over te brengen.
Slachtoffers van don oorlog. Een paar
Groningers zjjn door den oorlog,, als zooveel an
deren, in een moeilijke positie geraakt.
Het zijn W. P. Dieters en' Jean Immel,
dierentemmers van beroep, die, toen de oorlog
uitbrak, in België voorstellingen gaven met
hun beesten. Zij gingen naar Bergen-op-Zoom
en gaven daar hun prestaties in het vluchte
lingenkamp te zien, zoo lang tot ze weg moes
ten, omdat men de dieren te gevaarlijk achtte
bij zooveel menschen.
Zij moesten naar Groningen vertrekken, waar
zo godomicilieerd zijn, en waar ze enkele dagen
geleden op een nacht met de dieren arriveerden.
Dezer dagen gaven ze bij de veelading, waar
zij met hun tentenwagen staan, een gratig voor
stelling in de open lucht, tot groot genoegen
van een aantal nieuwsgierigen. De burgemees
ter weigert toestemming voor het wandelen
met een beer langs de straten, of tot het organL
seeren van worstelwedstrijden met dit beest, of
het vertoorien van kunstjes met den leeuw.
En zoo blijft Dieters in afwachting en'houdt
do wacht bij den leeuw, den beer, den tijger,
adelaar, das, slangen, neptuna (een Egyptische
reiger), apen, zeemeermin en bij zijn collectie
rashonden.
Nu heeft hij gebrek, maar ineer zorg nog
heeft Dieters voor zijn beesten, die, zoo vreest
hij, wel doodgeschoten zullen moeten worden,
als hij ze geen vleeach, brood en melk meer
kan geven'.
De beesten vervelen zich intusschen cewel-
dig.
Levertraan tegen muggen en teken! In
Buiten geeft L. E. H., den volgenden raad:
In den laatsien tijd-is door proefnemingen
gebleken, dat levertraan een uitstekend middel
is tegen de lastige inseotenplaag, waaronder
vooral do dieren in dezen tijd van het jaar te
lijden hebben.
Dit onsmakelijk goedje oefent op muggen
en teken een giftige werking uit.
Wannoor men bij een paard of koe de plaat
sen, waar muggen of teken zich bjj voorkeur
neerzetten, met levertraan bestrijkt, dan zal het
reeds na enkele minuten niet den minsten last
meer van deze bloedzuigers hebbeu.
De levertraan werkt gedurende ongeveer zes
tien uren prophylactiseh.
Wanneer men de oppervlakte van een vijver
met levertraan bogiet, worden de muggenlarven
vlugger gedood dan door petroleum.
- Vergiftiging van honden. In de gemeente
Almelo heeft den laatsten tijd honden-vergif
tiging op groote schaal plaats, door middel van
strychnine. Niet alleen op jaehtgronden wordt
het vergif gelegd, maar ook langs publieke
wegen. Gedurende de laatste weken zijn niet
minder dan vijftig dieren, waaronder verschei
dene luxe exemplaren, gedood. Geregeld wordt
de politie met de vergiftigingsgevallen in ken
nis gesteld, doch het mag haar niet gelukken
do(n) dadjor(s) te ontdekken.
Door een auto aangereden. Op den Blauw-
kapelschc-weg by Utrecht reden, een wielrijder
en wielrijdster naast elkander, toen een auto
uit den Haag hen passeerde. De wielrijdster,
die niet heel zeker van liaar stuur was, werd
door het achteroprijden van de auto zenuwach
tig, met hot gevolg dat zij al fietsende tegen de
automobiel aanreed, van haar rijwiel werd
geslingerd en aangereden. De auto stopte on
middellijk, nam de juffrouw op en reed met de
patiënte naar Utrecht, om geneeskundige hulp
voor haar in te roepen, die door dr. Verhoeff
aan den Wittevrouwesingel werd verleend. De
wielrijdster bleek aan hoofd en armen verwond
te zijn en werd, na door dr. Verhoeff verbonden
to zijn, overgebracht naar de Rijksklinieken en
daar ter verdere verpleging opgenomen. Dj
automobilist had volgens de verklaring van de
juffrouw zelve en ook volgens ooggetuigen,
geen schuld aan hot ongeval.
55 (Bit het Engelsch.)
„Dat is toch niet waar," riep Jack uit. „Het
is nu pas Januari, en gij zijt altijd gewend
uw schilderijen in April, tegen dat zij naar
de Akademin gezonden worden, to laten zien.
„Gij heht gelijk," hernam Valentijn, „maar
ik wil het dit jaar nu eens andere doen. De
reden hiervan is, dat ik eenige zaken op het
platte land te doen heb, die mij tegen het
pegin van de lente herwaarts zullen roepen;
die zaak is niet de moeite waard om n zelfs
te vertellen; maar zij ie oorzaak dat ik mijn
schilderijen niet op den gewonen «tijd kan
*er bezichtiging stellen. Daarom doe ik het
DTï'. e schilderijen zijn af en omlijst, en ge-
ficlukt om ton toon te worden gesteld; en
de invitatiekaarten komen morgen van den
drukker thuis. Ik zal een pakje voor u be
waren, als gij morgen komt."
..Dank n, beste vriend, ik zal een aantal
A nenden medebrengen. En nu wildo ik gaar
ne over iets anders spreken, daareven begon
iK reeds...
Maar Valentijn was niet zoo gemakkelijk
te vangen. Hij moest nog eenige belangrijke
veranderingen maken aan de- invitatielijs t,
en deze nam nu juist op dat oogenblik al
zijn gedachten in beslag, en deden hem aan
zijn vrouws bed plaats nemen, om haar naar
zijn notitiehoekje te vragen.
Toch bleef Jack volhouden en beproefde
het nu hij juffrouw Beckover, maar kreeg
ihier zulke korte en scherpe antwoorden, dat
hij begon te wanhopen zijn lievelingsgesprek
over den haren bracelet dien avond te kun
nen vervolgen en ging nu nergens anders
zijn troost zoeken, door met Madonna het
doofstommen alphabet te gaan tohpassen.
Hij was hier nog steeds mede bezig, toen de
Pendule op mevrouw Blyth's schoorsteen
mantel half elf sloeg. En daar hij zijn eigen
reden had om den schijn van gehoorzaam
heid voor zijn vaders huiselijke wetten te
+i w n'-- tü plotseling op om nog
thuis te zijn vóórdat de deur ten elf-ure ge-
6ioten werd. Nu-vergat hij Madonna's teeke-
mng met; maar legde er daarentegen zoo-
veoj zorg voor aan den dag en wond zijn zak
doek om de lijst om die voor eenig letsel te
bewaren wanneer hij over straat ging, en-zij
kon het niet helpen in de onschuld baars
harten hem door blik en manieren te
kennen te geven, toen hij hun verliet, koezeer
zij deze zorg voor haar geschenk ftp prijs
stelde.
Nog nooit was de schoonheid van dit ver
standige, lieve gelaat meer uitgekomen dan
thans, nu het van genot schitterde, toen zij
Jack hare hand reikte.
Juist toen Valentijn zijn gast uitgeleide
wildé doen, riep-mevrouw Blyth hem terug,
zeggende dat hij te verkouden was en beter
deed zich niet aan de gure avondlucht bloot
te stellen.
„Maar de meiden zijn zeker reeds te bed
(zij blijven nooit op, als gij het haar niet
zegt); en iemand moet toch de deur sluiten,"
antwoordde de lieer Blyth. „Mijn verkoud
heid heeft niets te beteekenen en zal ook niet
niet erger worden, als ik mijn hoed opzet".
„Ik zal. het wel doen, mijnheer," zcide juf
frouw Beckover lachend. „Ik wil den jonge
heer Jack uitlaten en meteen de deur slui
ten. Neen, neen, dat is mij nu niets te veel.
Thuis 'hen ik ook van den ochtend tot den
avond bezig, uit angst dat ik dikker zal wor
den. Zeg nu niet neen, mevrouw; ik zal mii
hier nooit thuis gevoelen, als ik niet wat hel
pen mag. En loop ons nu niet na, mijnheer
Blyth of gij vertrouwt het misschien niet
dat zoo'n oude vrouw als ik alleen met zoo'n
jongmenÊch meega?"
De laatste woorden werden op spottenden
en fluisterdenen toon gezegd. Valentijn be
greep de zinspeling die zij op hun onderhoud
maakte zeer goed, en gevoelde dat zoo hij er
zich nu nog tegen verzette,, kü gevaar liep
een oude vriendin te belecdigen: haar te
wantrouwen, zou zelfs nu belachelijk wor
den-. En toen zijn vrouw hem toeknikte om
maar van het aanbod gebruik te maken, nam
hij het dankbaar aan.
„Nu wil ik liem meteen er van terughou
den om haar een haren armband fce geven,"
dacht juffrouw Beckover, toen zij den jon
gen Thorpe volgde en deur achter zich sloot-
„Wacht eens even, jongeheer", zeide zij.
toen zij op de eerste verdieping waren geko
men. „Hond eens een oogenblik je uw mond
on laat ik eens spreken. Ik heb u iets te zeg-
zen. Zijl gij waarlijk van plan haar dien ha
ren armband te geven?"
„Zoo, zoo, gij bebt dus aan uw speeltafeltje
wel gehoord, wat ik zeide", zeide Jack. „Van
plan? Wel zeker is dat mijn plan".
„En gij wildet een lokje haar van mij er
ook in liebben?"
„Ongetwijfeld .wil ik dat! Madonna zou
hem anders niet eens gaarne hebben
„Dan deedt gij veel beter om maar ter
stond te besluiten haar iet-s anders te geven;
wunt.gij zult geen stukje van mijn haar heb
ben! Nii, wat zegt ge er wel van?"
„Ik geloof er niets van, mijn oude charme.
„Het is toch inderdaad waar. Geen haar
van mijn hoofd zult ge hebben."
„Waarom niet?"
„Dat doet er. niet toe. Daarvoor heb Ik
mijn bepaalde reden."
„Zeer .goed. Zoo gij die hebt, dan heb ik
ook reden om haar den armband te geven,
en ik ben. bepaald voornemens haar dien te
geven. Zoo gij geen lokje baar van n er
tusschen wilt laten vechten, Jan stelt ge Ma
donna te leur niet mij."
Juffrouw Beckover beg-on te gevoelen dat
zij liaar taktiek moest veranderen, of dat zij
anders de nederlaag zou lijden.
„Wees toch zoo vreeselijk koppig niet, jon
geheer Jack, dan zal ik u de reden die ik er
voor heb, vertellen," zeide zij op zachteren,
toon, en langzaam voortloopènde. „Waarom
ik liever niet heb dat gij haar een haren
armband goet't, te, dat ik geloof, dat het
1 liaar ongelukkig zal maken nu weet ge
bet!"
Jack schaterde het uit van laehen.
„Noemt gij dat een reden? Wie heeft er
ooit meer va ngqhoord dat een barer arm-
hand een ongelukkig geschenk is? O, gij ge
heimzinnige oude Beek! Wat voert ge t-och
in 't schild?
Op dit oogenblik werd de deur van mevr.,
Blyth's kamer geopend.
„Gaat de deur niet goed dicht?" riep Va
lentijn. Hij was verbaasd dat het zoo lang
duurde eer bij de deur hoorde grendelen.
(Wordt vervolgd.)