C. H. VOGELZANG, Madonna. DE OORLOG BLOUSES en'ROKKEN BINNENLAND FEUILLETON VERSPREIDE berichten Groote Houtstraat 29\ SPECIALITEIT IN Naar de roman van W. COLLINS. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT HET OVERTREKKEN VAN DEN #EICflSEL. Een oorlogscorrespondent ran het „Be rlinei ffageblatt" deelt bijzonderheden mede omtrent den overtocht ran den Weihsel by Kozemzy. De Russen beseften volkomen de beteekenis van deze actie en verzamelden daarom sterke strijd krachten bij Novo Alexandria, om den over tocht'over den Weichsel te verhinderen. Het le ger van aartshertog Jozef Ferdinand wierp zich met onweerstaanbare kracht op de tusschen Rowo Alexandria, en Kurof verzamelde Rus sische troepen, die den strijd aanvaardden. Deze aanval maakte het voor het leger van Worysch mogelijk, bij den mond van de Radomka, in do buurt van Kozenizv, versche troepen te verza melen. De Weichsel vertakt zich hier. De rivier vormt veel eilandjes en zandbanken. Hèt heele gebied is moerassig. De Russen stonden op den Oost-oever van den Weichsel om den vijand te gen te houden. Onophoudelijk kruisten vijande lijke vliegers over onze stellingen om onze be legering in 't oog te houden. Het was volstrekt noodzaklijk om hun aandacht af te leiden, daar juist op dit punt de overtocht moest plaats' Vinden. Het gelukte Oostenrijkseh-Hongaarsehe en Duitsche pontenierstroepen te verzamelen, zonder dat de vijand het bemerkte. Veel moeilijker was het pontons hierheen te brengen, daar de waakzaamheid van den vijand, geen oogenblilc verslapte. De kolonel, die aan het hoofd stond van het werk, kwam ten slotte op het goede denkbeeld de pontons en het ande re materiaal, dat voor hot bouwen van de brug gen noodig was, in stroo te verpakken en op wagens te vervoeren. De Russen kregen uit do rapporten van de vliegers inderdaad den indruk dat op de wagens slechts stroo gereden werd. Eerst toen de Duitschers er gebruik van konden maken, werden de pontons uitgepakt cn toen merkten de Russen, dat zij misleid waren. Zij openden een helsch vuur op de tusschen de eilanden en zandbanken drijvende pontons, doch waren niet meer in staat het werk te ver hinderen. De wagens met het brugmateriaal moesten den vier kilometer langen weg onder Voortdurend shrapnell- en geweervuur afleggen, tot eindelijk onze infanterie de overzijde bereik te. Hier moesten den geheelen dag en den vol genden nacht buitengewoon hevige gevechten met de Russen geleverd worden, voor de ponton niers onder voortdurend vuur de verschillende eilanden door pontons verbonden hadden. Russische artillerie deed nog wanhopige po gingen om dit werk te verijdelen, maar zij kon haar vuur niet op één punt concentreeren, om dat onze troepen op verschillende plaatsen van den Weichsel over een uitgestrektheid van 12 kilometer aan het werk waren. Den 28en Juli waren reeds eenige bruggen over den Weioh- sel geslagen; 36 uur onder voortdurend artille rievuur waren daarvoor noodig geweest. Nu konden onze troepen voorwaarts. Zij braken door het Russische front heen en lamen het steunpunt der Russische stellingen. De Russen boden nog geruimen tijd tegenstand, doch wer dén zoover van de bruggen weggedrongen, dat zij met hun artillerievuur deze niet meer kon den treffen. De Russische regeering cn de Doema. Aan het Berl. Tagehlatt wordt, volgens een bericht van het Bureau Norden, gemeld, dat de liberale Russische bladen in bun com mentaren over de vergaderingen van de Doema tot de conclusie komen, dat alleen dan nuttig werk zou kunnen worden gele verd indien de regeering zou kunnen beslui ten om over te gaan tot de reeds lang noo dig geworden ingrijpende hervormingen. In de „Kjewla Janin" wordt aangetoond, dat vier ministers zullen moeten aftreden vóór dat de verhouding tusschen de Doema en de regeering van dien aard zal zijn, dat er aan gedacht kan worden om een samen werking in deze ernstige tijden te beproeven. De tijd voor de groote hervormingen ie nu aangebroken; met bet oude regeeringsstelsel in Rusland moet worden gebroken. De „Utro Rossy" eteeht van de ministers volkomen oprechtheid tegenover de volks vertegenwoordiging. De Doema mag zich in deze gevaarlijke tijden niet het recht laten ontnemen om zelve te beslissen. Daarentegen schrijft de Nowoje Wremja, dat men den voormaligen minister van oor log Suchomlinow niet alleen als de zonde bok mag voorstellen; bet parlement heeft in de kwestie van landsverdediging even groote schuld. Om deze reden heeft de Doema niet het recht thans als aanklager op te treden, integendeel zij is evenzeer de schuldige. De Daily Mail verneemt nit St. Peters- burg, dat een commissie van onderzoek is benoemd om de beschuldigingen tegen den ex-minister van oorlog, generaal Sucliomi- now en anderen te onderzoeken, in verhand met het tekort aan ammunitie. Het geeft groote voldoening dat de Regeering aldus den weg volgt, door de Doema aangegeven. Vredespogingen? In een artikel van de Times werd dezer dagen gewezen op „vredespogingen" van Duileche zijde, die na den val van Warschau werden verwacht en ook gekomen zijn. Be doeld artikel sloeg blijkbaar op, de volgende telegrammen door Von Bethm'ann Hollweg en den president der Amerikaansche „Uni ted Press" gewisseld; New-York, 5 Augustus. Aan Zijne Majesteit den Düitschen Keizer. Warschau, Polen. De „United Press", die 700 van de voor naamste Amerikaansche bladen bedient, verzoekt Uwe Majesteit eerbiedig haar op dit oogenblik van Duitsehlanrls grooten triomf, een meaning omtrent de historische beteekenis van de Duitsche overwinning in Polen, of een aanduiding van den grondslag, welken Duitschland noodig acht om don Europeeschen vrede te verzekeren en de be schaving het zekerst te bevorderen, te wil len seinen. Mogen wij Uwe Majesteit eerbiedig wij zen op de onmetelijke mogelijkheden, voort vloeiende uit den druk van de neutrale openbare meening voor vrede, indien defini tieve en billijke voorwaarden kunnen wor den gesteld? Het volgende antwoord werd hierop ont vangen: 9 Augustus. Aan den president van de „Uni ted Press". New-York. Zijne Majesteit de keizer betreurt het, om redehen van beginsel, niet aan het verzoek van de „United Press" om een persoonlijke proclamatie ter gelegenheid van liet succes van de verhonden Duitsche en Oostenriik- Hongaarsche legers te kunnen voldoen. Ter wijl ik de eer heb u'hiervan kennis te ge ven, mag ik daar de verklaring aan toevoe gen, dat Duitschland, vóór alles, koopt dat deze overwinning het eind© van dezen oor log zal verhaasten. Tegelijkertijd verzoek ik u, zich te herin neren, dat de keizer in al zijn proclamaties, laatstelijk nog op den Sisten Juli van dit jaar, verklaard heeft, dat Duitschland vecht voor een vrede, die het en met Duitschland ook de mogendheden, die den grooten strijd aan zijn zijde strijden, de vertrouwbare be veiliging zal waarborgen, die deze mogend heden behoeven voor een duurzamen vrede en haar nationale toekomst. Ver buiten de grenzen van Duifsckland zal déze vrede, dien wij nastreven aan alle nationaliteiten do vrijheid der oceanen waarborgen, en zal allen naties de mogelijkheid openen hot werk van vooruitgang en beschaving te dienen door een vrijen handel over de geheele we reld. Bethmann Hollweg. De katoenkwestie. De Daily Telegraph schrijft over de kwestie van den invoer vaii Amerikaansche katoen-in Duitschland en geeft, schijnbaar officieus inge licht, te verstaan, dat binnenkort een oplossing te verwachten is. De Engelsche ministers hebben zich in hun uitlatingen over deze zaak moeten beperken met het oog op de diplomatieke onder handelingen die er gaande zijn; uit hun stilzwij gen, zegt de Telegraph, mag erhter niet worden afgeleid dat de regeering heeft stilgezeten. De onderhandelingen nemen een bevredigenden loop. Het blad brengt in herinnering dat in alle aan gelegenheden, die met den oorlog in verband staan, volledige overeenstemming tusschen En geland en zijn bondgenooten noodig is. Zoo ook Tn de katoenkwestie. Ook was overleg met de be trokken onzijdige landen geboden. De Daily Te legraph verwacht dat een regeling zal worden getroffen, waardoor de belangen van onzijdigen worden ontzien. In hoeverre daarbij van weers zijden iets zal dienen te worden toegegeven, wordt in het midden gelaten. Het publiek hebbe echter geduld en .stelle vertrouwen in de regee ring. Wat de Vereenigde Staten aangaat, Enge land zal het Amerika in de katóenkwestie niet moeilijk maken. Verklaring van katoen fot volstrekte contraban de, zegt het blad, lost de kwestie nog niet op. Wil zulk een verklaring praktisch uitwerking hebbón, dan dient ze te worden gesteund door een regeling met de landen die aan Duitschland grenzen. DE BOEREN EN DE OORLOG. De „Residentiebode schrijft: „Zoo nu en dan hoort men van verschillende kanten weer zinspelen op den gouden tijd der boeren. En ook wij gelooven, dat over 't alge meen de landman de laatste maanden niet te klagen heeft, in tegenstelling met het begin van den oorlog, toen de rogge- en maiekwestie o.a. gerechte stof tot klagen gaf. „Toch generaliseere men niet. Wie schrijft, zooals herhaaldelijk gebeurt, dat het een gun stig jaar is voor „de boeren," omdat er zulke hooge prijzen betaald worden en de oogst er zoo mooi voorstaat, gaat buiten de werkelijk heid. Een vakman zal zulk een algemeene stel ling niet opzetten. „Er zijn ook schaduwzijden waar te nemen, zooals trouwens haast van zelf spreekt. De prij zen zijn hoog, maar dat beteekent voor menïgen kleinen landman, dat hij bijna niet aan hooi- gras, rogge, haver, biggeil enz. komen kan. Dan, vooral' in hooge streken, heeft de droogte van voor één twee maanden veel schade toege bracht, evenals vroeger d6 vorst op andere plaatsen. „Deze en andere factoren reken© men mee, als men de duurte in 't geding brengt. Als de landbouwproducten duur worden, omdat ér geen of weinig zijn, komt de duurte hoogstens aan enkelen ten goede. „Over 't algemeen kan men echter wel zeg gen, dat sommigen, evenals in andere takken van welvaart, ook in boeren- en tuindersbedrijf, schatten verdienen en dat in 't algemeen de boer geen slecht jaar heeft. Men sehere echter niet allen over één kam." MEER BOUWLAND. De (Groningsche) „Volkscourant" schrijft; „Als er door Gods goedheid een einde geko men is aan den.oorlog, en de vlammen van den wereldbrand geblusoht zullen zijn, dan zal ons volk er o.a. ook uit geleerd hebben, dat wij meer bouwland moeten hebben. „Van de 100 hectare is in Nederland slechts 27 hectare bouwland, dus ruim een vierde déél, terwijl 86 hectare weiland zijn. In ons eigen land wordt dan ook lang geen koren genoeg verbouwd. Ret ontbrekende moesten we van Rusland, de Vereenigde Staten of Roemenië bebben. „Nu legt men het er in den modernen oorlog op toe, om een geheel volk uit te hongeren. Door den honger tracht men het tot overgave te dwingen, zooals men vroeger met belegerde steden deed. Thans (we zien dit aan Engeland en Duitschland) snijdt men den geheelen toe voer af. „Gelukkig een volk als het Duitsche, dat zulke maatregelen kan doorstaan. Letterlijk geen hoekje gro.nd (zoo melden de bladen) of het is bebouwd. Honger is een scherp zwaard, en daar hebben de Duitschers op gerekend. „Daarom dringt men er tegenwoordig op aan, dat er ook in ons land meer grond voor j den landbouw zal worden gebruikt, opdat we ons j zoo noodig zouden, kunnen redden. Van de 86 procent weiland kan wel iets af, maar bovendien i hebben we nog 15 proeent woest liggen wat met J de Zuiderzee gedeeltelijk nog eens werd droog i de Zuiderzee- gedeeltelijk og eens werd droog gemaakt, dan stonden we, met het oog op oor logsgevaar, er heel wat beter voor. BELOONING VOOR WERKZAAMHEDEN IN ZAKE MILITIE- EN LANDWEER-VER GOEDINGEN. Naar Het Centrum verneemt, heeft de Minis ter afwijzend beschikt °P het request van het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond van gemeente-ambtenaren, houdende verzoek algemeene regelen te willen vaststellen met be trekking tot bet toekennen van belooningen aan gemeente-ambtenaren, belast met de werk zaamheden betreffende de uitkeeringen aan betrekkingen' van onder de wapenen zijnde militie- en landweerplmhtigen. Het veilige Holland nog bereikt-. Een grenscorresponden t schrij ft De electrische draad, die Zeeuwsch Vlaande- ren van België scheidt, nadert snel zijn vol tooiing. Door velden en langs slooten, door boomgaarden en over huizen gaat hij, meestal juist da grens volgend, een enkele maal oen huizenblok, waardoor de draad te moeilijk aan te brengen was, geheel en al inlijvend bij Neder land. Qp de groote verkeerswegen gaat de draad hoog in de lucht over en zijn afsluitingen ge maakt door hekken met ijzergaas bespannen. Daarachter houden landstormers of marinesol daten of doodskop-huzaren de wacht, als in een „Taubenschlag," zooals één van hen mij zeide. En zoo zal binnenkort alle overgang van het eene land in het andere zoo goed als onmogelijk zijn. Geen wonder dan ook, dat in de laatste dagen verschoidenen vóór de algeheele afsluiting be proefden uit België de grens over te komen. Aan enkelen gelukte het; zoo aan eenige Vlaamsche arbeiders, die door de Duitsche mili tairen gorequireerd waren om aan de draad versperring te werken, zoo aan eenige Duitsche soldaten, die blijkbaar genoeg van den oorlog hadden. En zoo ook sprak ik een tweetal bewo ners man en vrouw van Knocke, die nog den gastvrijen bodem van Nederland wisten te bereiken. Hij was hot type van den eenig3zins heerigen arbeider, haar keek de slimheid uit de zwarte, onrustig heen en weer gaande, oogen. Zonder twijfel was zij „het denkende deel" van de echt verbintenis. Oorspronkelijk Vlaming, was hij mijnwer ker geworden in Charleroi. Bij 't begin van den oorlog waren zij gevlucht naar Knocke. Al spoedig waren de spaarpenningen opgeteerd, do-ch een nieuwe bron van inkomsten was ont dekt in het overbrengen van brieven. Zes maal was het goed gegaan, doch toen waren ze ge snapt-. Het had hun een maand gevangenis te Brugge gekost. En nu zonder geld, terwijl alles almaar duurder werd, terwijl al spoedig de draadversperring zou voltooid zijn, hadden zij besloten te vluchten. Met de onverslijtbare werkmansbroek over de gewone, en zij met een ouden rok over de goede kleeren, het allernoo- digste in een bundeltje geknoopt, waren zij 's morgens, vergezeld van hun keeshoncljo; ver trokken, eerst naar Weetkapelle. Bijna waren zjj daar aangeloopen tegen een Duitseh offi cier, die hen ongetwijfeld, daar zij geen papie ren bij zich hadden, zou ingerekend hebben. Bijtijds waren zij nog een herbergje inge- vlucht. En nu kwam het moeilijkste van den tocht; van Westkapelie naar do Nederlandsohe grens. Eerst ging het op handen en. voeten door de greppels van een tweetal weiden, de man voor op, met het armzalige bundeltje tusschen de tanden, dan het hondje, een eind er achter de vrouw. Toen een tocht van anderhalf uur al kruipende door havervelden. Daarna nog een honderd meter over kalen bodem en zij stonden bij Sint Anna te Muiden op Hollandseh gebied. Een Duitseh soldaat had hen het laatste stuk nog zien overstekon, maar hij was te ver om te schieten. Van Knocke wisten zij veel te vertellen, kleinigheden bovenal, die mij geen belang in boezemden, terwijl zij van de andere dingen, die ik vroeg, niet op de hoogte waren. Nu zitten zij rustig in een vluchtoord. Of de onrustig heen en weer gaande, donkere oogen ook tot kalmte gekomen zijn, nu de dage- lijksche spanning weg is, nu er geen vrees voor het voedsel van den dag van morgen is, nu er geen intrignetjes meer zijn tegen of met andere Belgische mannen en vrouwen, die geacht wor den voor of tegen de Duitschers te zijn! Zou de stille heide hen ook tot innerlijke stilte gebracht hebben? Een lastig soldaat. Een gewezen koloniaal, die bij het te Leeuwarden gelegerde garnizoen is ingedeeld, heeft eenige uren do aandacht op zich weten te vestigen. We overdrijven niet, schrijft de „L. Ct.'\ als we schrijven, dat 50 pOt. der ingezeenen een kijkje kwamen nemen naar den soldaat, die op de nok van het kazernodak was gevlucht. Deze militair, ongeschikt voor den velddienst, maakte een paar dagen geleden, zooals het dage lijks de gewoonte is voor dergelijke soldaten, onder geleide, met meer anderen, een wande ling. Tijdens deze wandeling liet hij zich uit vallen en ie, tegen de orders in, langs een omweg naar de kazerne teruggekeerd. Hem was vergund te wachten op den terugkeer van zijn kameraden. Voor dit feit werd hom door zijn kompagnies-kommandant twee dagen arrest op gelegd. Baloorig over deze straf, vernielde hij dien dag op een kamer 15 geweren. Het gevolg hier van was, dat hij in voorloopig arrest werd ge steld. Dinsdagnamiddag, toen hij was „gelucht," is hij zjjn begeleiders ontvlucht. Hij holde door de kazerne naar de bovenste verdieping en kwam tenslotte, door een dakraam, op de nok van het- dak terecht, waar hij des middags van 3 tot 8 uur heeft getoefd. .Vrijwillig keerde hij terug en werd weer in arrest gesteld. Woensdagmorgen kwam men tot de ontdekking, dat hij had gepoogd zich te ver wonden. Geneeskundige hulp werd ingeroepen en de dekter gaf last hem naar het militair hospitaal te Assen over te brengen. Slachtoffers van don oorlog. Een paar Groningers zjjn door den oorlog,, als zooveel an deren, in een moeilijke positie geraakt. Het zijn W. P. Dieters en' Jean Immel, dierentemmers van beroep, die, toen de oorlog uitbrak, in België voorstellingen gaven met hun beesten. Zij gingen naar Bergen-op-Zoom en gaven daar hun prestaties in het vluchte lingenkamp te zien, zoo lang tot ze weg moes ten, omdat men de dieren te gevaarlijk achtte bij zooveel menschen. Zij moesten naar Groningen vertrekken, waar zo godomicilieerd zijn, en waar ze enkele dagen geleden op een nacht met de dieren arriveerden. Dezer dagen gaven ze bij de veelading, waar zij met hun tentenwagen staan, een gratig voor stelling in de open lucht, tot groot genoegen van een aantal nieuwsgierigen. De burgemees ter weigert toestemming voor het wandelen met een beer langs de straten, of tot het organL seeren van worstelwedstrijden met dit beest, of het vertoorien van kunstjes met den leeuw. En zoo blijft Dieters in afwachting en'houdt do wacht bij den leeuw, den beer, den tijger, adelaar, das, slangen, neptuna (een Egyptische reiger), apen, zeemeermin en bij zijn collectie rashonden. Nu heeft hij gebrek, maar ineer zorg nog heeft Dieters voor zijn beesten, die, zoo vreest hij, wel doodgeschoten zullen moeten worden, als hij ze geen vleeach, brood en melk meer kan geven'. De beesten vervelen zich intusschen cewel- dig. Levertraan tegen muggen en teken! In Buiten geeft L. E. H., den volgenden raad: In den laatsien tijd-is door proefnemingen gebleken, dat levertraan een uitstekend middel is tegen de lastige inseotenplaag, waaronder vooral do dieren in dezen tijd van het jaar te lijden hebben. Dit onsmakelijk goedje oefent op muggen en teken een giftige werking uit. Wannoor men bij een paard of koe de plaat sen, waar muggen of teken zich bjj voorkeur neerzetten, met levertraan bestrijkt, dan zal het reeds na enkele minuten niet den minsten last meer van deze bloedzuigers hebbeu. De levertraan werkt gedurende ongeveer zes tien uren prophylactiseh. Wanneer men de oppervlakte van een vijver met levertraan bogiet, worden de muggenlarven vlugger gedood dan door petroleum. - Vergiftiging van honden. In de gemeente Almelo heeft den laatsten tijd honden-vergif tiging op groote schaal plaats, door middel van strychnine. Niet alleen op jaehtgronden wordt het vergif gelegd, maar ook langs publieke wegen. Gedurende de laatste weken zijn niet minder dan vijftig dieren, waaronder verschei dene luxe exemplaren, gedood. Geregeld wordt de politie met de vergiftigingsgevallen in ken nis gesteld, doch het mag haar niet gelukken do(n) dadjor(s) te ontdekken. Door een auto aangereden. Op den Blauw- kapelschc-weg by Utrecht reden, een wielrijder en wielrijdster naast elkander, toen een auto uit den Haag hen passeerde. De wielrijdster, die niet heel zeker van liaar stuur was, werd door het achteroprijden van de auto zenuwach tig, met hot gevolg dat zij al fietsende tegen de automobiel aanreed, van haar rijwiel werd geslingerd en aangereden. De auto stopte on middellijk, nam de juffrouw op en reed met de patiënte naar Utrecht, om geneeskundige hulp voor haar in te roepen, die door dr. Verhoeff aan den Wittevrouwesingel werd verleend. De wielrijdster bleek aan hoofd en armen verwond te zijn en werd, na door dr. Verhoeff verbonden to zijn, overgebracht naar de Rijksklinieken en daar ter verdere verpleging opgenomen. Dj automobilist had volgens de verklaring van de juffrouw zelve en ook volgens ooggetuigen, geen schuld aan hot ongeval. 55 (Bit het Engelsch.) „Dat is toch niet waar," riep Jack uit. „Het is nu pas Januari, en gij zijt altijd gewend uw schilderijen in April, tegen dat zij naar de Akademin gezonden worden, to laten zien. „Gij heht gelijk," hernam Valentijn, „maar ik wil het dit jaar nu eens andere doen. De reden hiervan is, dat ik eenige zaken op het platte land te doen heb, die mij tegen het pegin van de lente herwaarts zullen roepen; die zaak is niet de moeite waard om n zelfs te vertellen; maar zij ie oorzaak dat ik mijn schilderijen niet op den gewonen «tijd kan *er bezichtiging stellen. Daarom doe ik het DTï'. e schilderijen zijn af en omlijst, en ge- ficlukt om ton toon te worden gesteld; en de invitatiekaarten komen morgen van den drukker thuis. Ik zal een pakje voor u be waren, als gij morgen komt." ..Dank n, beste vriend, ik zal een aantal A nenden medebrengen. En nu wildo ik gaar ne over iets anders spreken, daareven begon iK reeds... Maar Valentijn was niet zoo gemakkelijk te vangen. Hij moest nog eenige belangrijke veranderingen maken aan de- invitatielijs t, en deze nam nu juist op dat oogenblik al zijn gedachten in beslag, en deden hem aan zijn vrouws bed plaats nemen, om haar naar zijn notitiehoekje te vragen. Toch bleef Jack volhouden en beproefde het nu hij juffrouw Beckover, maar kreeg ihier zulke korte en scherpe antwoorden, dat hij begon te wanhopen zijn lievelingsgesprek over den haren bracelet dien avond te kun nen vervolgen en ging nu nergens anders zijn troost zoeken, door met Madonna het doofstommen alphabet te gaan tohpassen. Hij was hier nog steeds mede bezig, toen de Pendule op mevrouw Blyth's schoorsteen mantel half elf sloeg. En daar hij zijn eigen reden had om den schijn van gehoorzaam heid voor zijn vaders huiselijke wetten te +i w n'-- tü plotseling op om nog thuis te zijn vóórdat de deur ten elf-ure ge- 6ioten werd. Nu-vergat hij Madonna's teeke- mng met; maar legde er daarentegen zoo- veoj zorg voor aan den dag en wond zijn zak doek om de lijst om die voor eenig letsel te bewaren wanneer hij over straat ging, en-zij kon het niet helpen in de onschuld baars harten hem door blik en manieren te kennen te geven, toen hij hun verliet, koezeer zij deze zorg voor haar geschenk ftp prijs stelde. Nog nooit was de schoonheid van dit ver standige, lieve gelaat meer uitgekomen dan thans, nu het van genot schitterde, toen zij Jack hare hand reikte. Juist toen Valentijn zijn gast uitgeleide wildé doen, riep-mevrouw Blyth hem terug, zeggende dat hij te verkouden was en beter deed zich niet aan de gure avondlucht bloot te stellen. „Maar de meiden zijn zeker reeds te bed (zij blijven nooit op, als gij het haar niet zegt); en iemand moet toch de deur sluiten," antwoordde de lieer Blyth. „Mijn verkoud heid heeft niets te beteekenen en zal ook niet niet erger worden, als ik mijn hoed opzet". „Ik zal. het wel doen, mijnheer," zcide juf frouw Beckover lachend. „Ik wil den jonge heer Jack uitlaten en meteen de deur slui ten. Neen, neen, dat is mij nu niets te veel. Thuis 'hen ik ook van den ochtend tot den avond bezig, uit angst dat ik dikker zal wor den. Zeg nu niet neen, mevrouw; ik zal mii hier nooit thuis gevoelen, als ik niet wat hel pen mag. En loop ons nu niet na, mijnheer Blyth of gij vertrouwt het misschien niet dat zoo'n oude vrouw als ik alleen met zoo'n jongmenÊch meega?" De laatste woorden werden op spottenden en fluisterdenen toon gezegd. Valentijn be greep de zinspeling die zij op hun onderhoud maakte zeer goed, en gevoelde dat zoo hij er zich nu nog tegen verzette,, kü gevaar liep een oude vriendin te belecdigen: haar te wantrouwen, zou zelfs nu belachelijk wor den-. En toen zijn vrouw hem toeknikte om maar van het aanbod gebruik te maken, nam hij het dankbaar aan. „Nu wil ik liem meteen er van terughou den om haar een haren armband fce geven," dacht juffrouw Beckover, toen zij den jon gen Thorpe volgde en deur achter zich sloot- „Wacht eens even, jongeheer", zeide zij. toen zij op de eerste verdieping waren geko men. „Hond eens een oogenblik je uw mond on laat ik eens spreken. Ik heb u iets te zeg- zen. Zijl gij waarlijk van plan haar dien ha ren armband te geven?" „Zoo, zoo, gij bebt dus aan uw speeltafeltje wel gehoord, wat ik zeide", zeide Jack. „Van plan? Wel zeker is dat mijn plan". „En gij wildet een lokje haar van mij er ook in liebben?" „Ongetwijfeld .wil ik dat! Madonna zou hem anders niet eens gaarne hebben „Dan deedt gij veel beter om maar ter stond te besluiten haar iet-s anders te geven; wunt.gij zult geen stukje van mijn haar heb ben! Nii, wat zegt ge er wel van?" „Ik geloof er niets van, mijn oude charme. „Het is toch inderdaad waar. Geen haar van mijn hoofd zult ge hebben." „Waarom niet?" „Dat doet er. niet toe. Daarvoor heb Ik mijn bepaalde reden." „Zeer .goed. Zoo gij die hebt, dan heb ik ook reden om haar den armband te geven, en ik ben. bepaald voornemens haar dien te geven. Zoo gij geen lokje baar van n er tusschen wilt laten vechten, Jan stelt ge Ma donna te leur niet mij." Juffrouw Beckover beg-on te gevoelen dat zij liaar taktiek moest veranderen, of dat zij anders de nederlaag zou lijden. „Wees toch zoo vreeselijk koppig niet, jon geheer Jack, dan zal ik u de reden die ik er voor heb, vertellen," zeide zij op zachteren, toon, en langzaam voortloopènde. „Waarom ik liever niet heb dat gij haar een haren armband goet't, te, dat ik geloof, dat het 1 liaar ongelukkig zal maken nu weet ge bet!" Jack schaterde het uit van laehen. „Noemt gij dat een reden? Wie heeft er ooit meer va ngqhoord dat een barer arm- hand een ongelukkig geschenk is? O, gij ge heimzinnige oude Beek! Wat voert ge t-och in 't schild? Op dit oogenblik werd de deur van mevr., Blyth's kamer geopend. „Gaat de deur niet goed dicht?" riep Va lentijn. Hij was verbaasd dat het zoo lang duurde eer bij de deur hoorde grendelen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5