Madonna. FEUILLETON oorlog de plaats der Duitschers in te nemen), zijn tot nu niet bijzonder geslaagd, wijl de Engelsebeu foun conservatieve methode niet ■willen loslaten en hun gewoonten willen op dringen aan de Italiaansche afnemers, wat natuurlijk is overeen te brengen met eischen op verovering van een vreemde markt.- Twee hinderpalen vonden de Italianen op den weg. die moest leiden tot hetere verbinding met de Engelsehe producenten, hinderpalen, die bijna onoverkomelijk waren, n.l. hooge prij- '.eu en betalingsvoorwaarden. Voor bepaalde machines, die in Italië bijv. voor 100 Lire worden vervaardigd, aarzelt Duitsehland niet denzelfden prijs te notee- ren, terwijl Britsche firma's ongeveer 250 Lire vragen. Dergelijke enorme verschillen komen bij honderden artikelen voor, waar voortreffe lijkheid van hoedanigheid niet steeds de hoogte van den prijs beter rechtvaardigen. De Buitschers, bovendien, staan bijna altijd een zekeren betalingstermijn toe, terwijl En- gelsche firma's ook in deze moeilijke tijden, wel willen hebben, dat Italiaansche firma's onmiddellijke betaling eischen. Zij zouden een groote som zouden deponeeren bij een Engelsehe bankinstelling, waarop ze dan, te gen overgave van papieren, zouden kunnen „crekken". Het verslag sluit met aan te drin gen, dat Engeland dezelfde methode moet toepassen als Duitsehland. Het is niets nieuws wat de Britsche Ka mer van Koophandel hier schrijft. In de laat ste jaren is geregeld geschreven over de wijze, waarop Duitsehland, economisch vero veringen wist te maken. En steeds werd dit ten voorbeeld gesteld! Wel merkwaardig mag het heeten, dat zelfs nu nog met nadruk op het doeltreffende der Duitsdhe methode wordt gewezen, terwijl reeds een jaar lang immers van alle kanten stemmen opgaan om zich aan de economische macht van Duitse'hi- land te onttrekken en Duitsche buitenland- tche markten veroveren! DE POLITIEKE PSYCHOLOGIE VAN SERVIE. „Ëulgarski Torgowski jWestnik" van 80 •Juli geeft de volgende voorstelling van de stemming in Servië, afkomstig van een onge noemd professor van de universiteit te Bel grado: „Wij zijn een boerenvolk. De landbou wer, indien hij al van den oorlog terug komt, zal steeds zijn stukje grond terugvin den, dat kan hem niet afgenomen worden. De koopman in dè kleine steden en dorpen heeft zijn bescheiden voorraad aan goederen tegen voordeelige prijzen uitverkocht en een aardig stuk geld verdiend. Hij is dus in staat den grossier te Belgrado, die hem op. crediet verkocht had, zijn schuld af te be talen. De grossier moet dan maar zien hoe hij met zijn bankier en zijn buitenlandache crediteuren in het reine komt. De staat was reeds voor den oorlog tegen Turkije met schulden zwaar overbelast. Alle inkomsten van eenige beteekenis zijn allang verpand. Bij onze enorme schuldenlast komt het er op een paar honderd nieuwe millioe- nen, die de oorlog gekost heeft, waarlijk niet meer aan. De ontreddering onzer staats financiën was vroeger al onvermijdelijk; ten- s5<-.-.-oYKo van <1© nieuwe toename der schul den zal zij naar alle waaïscnvj nWywnow vroc- ger optreden. Ons volk heeft alles wat het bezat, reeds afgegeven, zijn ziel kan men het niet afnemen. Zoo denken alle Serviërs. Dit volk is op alles voorbereid. Zijn chauvinisme heeft iets van boerenkoppigheid over zich, die noch door feiten, noch door verstandige redenee ring geschokt kan worden. In Servië rekent men thans niet meer op een overwiqning van Rusland en van de Entente. De Ser viërs zijn een pienter volk. De Russische nederlagen in de Karpathen en in Polen heeft men hier op de juiste waarde geschat. Men is algemeen overtuigd, dat de Entente haar spel zoo goed ais verloren heeft. In de erkentenis daarvan en omdat men allang van den oorlog hartelijk zijn bekomst heeft, is het volk met de arglistige politiek van zijn regeering volkomen tevreden en wil van een nieuw offensief tegen Oostenrijk- Hongarije niets hooren. De Serviërs zéggen dat zij voor de zaak der Entente meer ge presteerd hebben dan een van de andere bondgenooten. Het is niet hun schuld, dat de groote oorlog in Galicië en Polen, in de Dardanellen en in België totaal verknoeid werd. LWie ooit gelegenheid had met Serviërs over politieke vragen te redetwisten, moet het gevoel hebben gekregen, dat hij met groote kinderen spreekt. Daarom ook wor den de Serviërs geïmponeerd door de poli tiek van een Paschitsch, die altijd iets nieuws, iets verrassends, iets .overbluffends over zich heeft. Voor zijn persoon is Pa schitsch niets minder dan populair, laat staan geliefd. Men ziet in hem slechts den politieken parvenu, die als minister-presi- dent kolossalen rijkdom verworven heeft. Doch afgezien daarvan houdt men hem ech- ter voor den meest door de wol geverfde I politicus van Europa en bewondert met glim» I deren lach elk zijner schaakzetten. Zoo vindt ■ook de jongste diversie der Servische pol- tiek naar .Albanië overal vergenoegd lachen- de toestemming, en dat in alle kringen der. bevolking. Doch een bepaald gloeiende haat brandt er. in de Servische volksziel tegeü Bulgarije. Reeds het in overweging geven van afstand van territoriaalgebied in Mace donië aan den Bulgaarschen buurman is vol doende, om ook den meest verstandigen Ser viër dol van woede te jnaken." NOG EEN OVERTOCHT OVER DEN WEICHSEL. In de „Lokal-Anzeiger vertelt een officier, die de operatie meemaakte, van den over tocht van het leger van Woyrsch over den Weichsel op 29 Juli. Met groote, geforceerde marsehen hij dag gebreid worden, 15 uren wordt gevochten Den volgenden nacht doen de Russen ver- geefoche tegenaanvallen. Onze artillerie, ma chinegeweren en infanterie werpen hen met groote verliezen steeds weer terug...., HERVORMING IN DE FRAN SCHE AVIATIEK, In de „Kolnische Zeitung" wordt een, haar uit BerlijQ toegezonden, artikel gepubliceerd over een hervorming, welke thans tot stand is gekomen in dq organisatie der Fransche legèx-luchtvaart. Met kennelijk genoegen constateert de Duitsche schrijver dat de Pranschen, die zich zoo gaarne „de pioniers der lucht" noe men en tot dusver geweigerd hebben zich de ervaring van andere volken in zake de luchtvaart ten nutte te maken, thans, van de „bodies" hebben moeten leeren. Generaal Hirschauer, de inspecteur van de mites", de huishoudelijke bijnaam van de granaten, gegeven. Sinds ik aan het front ben, zoo schrijft hij, Leb ik ze allen leeren kennen, die dames van 77, en 88, de groote dame van 105, de jonggehuwde .Oostenrijk- Maritz. de „Reuter"- Geueraal M. Wie verlost ons toch' van laster en -leugen? zoo wordt van Afrikaan- sche zijde in .de N. Ct. gevraagd. Het is onmogelijk, om dat alles to verdragen. Niet en nacht onder stroomenden regen, werd hetFxansche luchtvaart, heeft onlangs bevolen, l leger beneden Iwangorod vooruitgebracht. Mat voortaan geen eendekkers meer bij het Fransche leger zullen worden gebruikt De fabrieken van Louis Blériot die thans ook de eendekkers-merken Nieupprt en 'Deperdussin fabriceeren zullen voor taan voor het leger nog slechts .tweedekkers mogen leveren. Frankrijk had, in tegenstelling met Duitsehland, vóór den oorlog zijn leger-vlieg- tuigen in twee klassen verdeeld: zware twee- beneden Iwangorod De vijand had daarvan geen flauw vermoe- den. Plotseling, den 29sten Juli, zag hij het j Pruisische leger tegenover zich. Den middag i van den 28sten Juli moesten alle officieren jvan ons bataljon bij den bataljonscomman- j dant bijeenkomen. Wij kregen het volgende j bevel: „Om half twee hedennacht overtocht over den Weichsel, op tien plaatsen. Onze .brigade zijn drie plaatsen aangewezen. De inhoud j dekkers, met machinegeweren en toestellen 'om bommen te werpen, voorzien, en lichte eendekkers. De eerste soort, met minstens twee personen bemand, diende voor den strijd in de lucht, en tot bescherming van de tweede soort, de lichte eendekkers, die ongewapend en mek slechts één persoon be mand, uitsluitend dienden om de vijandelij ke posities te verkennen. Zoodra een luchteskader uit beide soorten van vliegtuigen samengesteld, een vijande lijk eskader had bereikt, hielden de zwaar dere tweedekkers ,die in het algemeen géén grooter snelheid dan 100 K.M. per uur kun nen bereiken, zich op den achtergrond. Wan neer nu de eendekkers, die ter verkenning van de vijandelijke posities waren vooruit gesneld, door Duitsche vliegtuigen werden aangevallen, zich terug trokken, begonnen de zware tweedekkers den strijd piet den vijand. De Duitsche artillerie in samenwerking met de strijdvliegtuigen, die zich sneller be wogen dan de zware Fransche tweedekkers, maakten echter weldra deze methode on bruikbaar. Eerst werd gepoogd, om de lichte Fransche eendekkers ook te bewapenen en wel met een machinegeweer. Maar het groo- tere gewicht dat het vliegtuig door dit ma chinegeweer en den daardoor noodzakelijk geworden tweeden aviateur nu te dragen kreeg, maakten dat het oorspronkelijk voor deel der grootere snelheid boven de Duit sche strijd-vliegtuigen, nu verloren ging. Daar kwam nog bij, dat de plaats van den stuurman op de Fransche eendekker, achter den motor en te midden der groote draag vlakken zeer ongunstig was voor een juiste waarneming der vijandelijke posities. Ten slotte is dan het Duitsche voorbeeld gevolgd, en zal men tweedekkers gaan ge bruiken die zoowel voor de waarneming als van de patronenwagen meenemen. Ook drie „ijzeren porties" de man. Ook die voor de veldkeuken. Verdere-.alle groote sdhanswerk- tuigen. De overtocht moet zooveel mogelijk zonder schieten, zooveel mogelijk zonder strijd plaats j vinden. De vaart naar de overzijde vindt plaats in groote pontons, door Oostenrijk- sche pontonnier® geroeid, ieder op 16 man be rekend. In de pontons moet het gewicht ge lijkmatig verdeeld worden. Tijdens de vaart mag niet van plaats geruild worden. Het ransel afleggen, opdat men niet zinkt als men soms in het wafer valt. Geen lidht, niet rooken. Het ontschepiugspunt vrij maken. Daar een bruggehoofd aanleggen." Ik reed op patroelje de 15 kilomter voor uit naar den Weichsel, om den weg te verken nen. Wij troffen eindelooze Oostenrijksche pontonscolonnes aan, de pontons handig met stroo bedekt. De paarden, die de zware pon tons trokken, moesten meestal een halve me ter diep door den modder. Maar het ging voornit. Eindelijk kwamen wij aan den Weichseloever. Eenige infanteriekogels vlo gen ons over het hoofd. Oostenrijksdhe cava- leriepatroeiljes 'bielden den overe bezet. Op den terugtocht hingen we stroowisschen als herkenningsteeken aan kruisen en boomen langs den weg. Wij moesten zooveel mogelijk vrij veld voor de infanterie opzoeken. De troepen kwamen ons reeds tegen. Om midder nacht stond de brigade reeds bij F. achter den boogen Weichseldijk. De mannen kon den een uurtje rust nemen. Om één uur werd aan den dijk opgemar cheerd. Om half twee bevel tot inscheping. Onze brigade had ongeveer 50, pontone. Het moest dus in groepen gaan. De manschappen die achter bleven trokken de pontons in den Weichsel. Snel waren ze vol en nu ging het er op los. De Oostenrijksche pioniers roeiden voor den strijd zijn uitgerust. Het zal ech- I staat helder aan den hemel. Een groot zwaarlijk gaan om dè Blériotïabriekendie IDuitseh zoeklicht van terijde de^ overzijde geheel ingericht zijn op het bouwen van eendekkers, binnen korten tijd in staat te maken tot het vervaardigen van tweedek kers; terwijl de fabrieken die thans twee dekkers maken o.a. die van Farman en Brequet thans reeds met werk zijn over laden. 'i van den Weichsel af.' Onze artillerie over stelpte de overzijde met granaten en granaat kartetsen, die huiveringwekkend en prachtig tegelijk daar opbliksemend ontploften. De pontons gleden als groote muizen steeds ver der. Wij hielden den adem in. Plotseling, het was of ons bloed verstijfde, beginnen de Russen met geweren te schieten. De Oostenrijkers roeien met alle macht. On- danks eenige verliezen gaat Ihet voorwaarts, j Er moesten nog ongeveer 800 meter worden afgelegd. Het water schijnt niet meer diep. Tot aan de borst waden wij erdoor been. De pontons keeren terug om anderen te halen. Snel door het water, en nu begint het. Wij schieten lichtkogels af om de anderen te la ten merken dat wij erover been zijn. Barrevoets, uit den slaap opgeschrikt, lig gen de Russen in hun dekkingen. Wij erop af, ondanks het geweervuur. Een van onze kapiteins valt naast mij en nog menige dap pere man erbij. Met de kolven erop los roe- ,g ook Mtelijk ]iet gebrek aan steenkool, pen onze landweermannen. Met een hoera«nehar, VERSPREIDE BERICHTEN Munitiegebrek in Turkije. JJit Sofia wordt aan de Neue Zuricher Ztg. geschreven, dat het een niet meer te looche nen feit is, dat Turkije aan munitiegebrék begint te lijden. Reeds zond Duitsehland ee nige duizenden vaklui naar Constantinopel, om daar een paar munitiefabrieken in te richten. Met het toenemen der Russische heerschappij op, de Zwarte Zee baatte echter ook deze hulp, weinig. Want voor de berei ding van munitie is behalve metaal ook steenkool noodig, en die moet den Turken over de Zwarte Zee worden toegevoerd. Het weermannen, Mei een noerad de beide Goeben en Breslau slaan zvi erop in, de bajonetten doen Jban t werkelooB £oe te zien. Dit gebrek werk. Wij schieten achter de vluchtendenfteenkool zou ïurkije ten val kunnen aan. Het is een verschrikkelijk handgemeen. Mouwen worden zelfs afgescheurd. De Rus- j sen werpen ons handgranaten en een branden de massa tegemoet. Zij wijken echter. In het brengen, en daarom stellen de Midden-Eu- ropeesche mogendheden alles in het werk, om Roemenië te beweg®11 den doorvoer van "?n ewT?rbXIi munitie en wapens vrij te geven. Men weet dorp Kobylmtza, vlak aan den Weichsel zit; d t d d Eoemenië in den laatsten de troep. Yoornit! Onze artillerie doet haar i werk. Het dorp brandt. De Russen vluchten. Zij liggen bij honderden dood. Ook een Ja- pansche luitenant-kolonel in Japansche uni form. Later vonden wij ook een weinig Ja- parsche munitie. Eindelijk is het brugge hoofd gereed. Een korte pauze en dan gaat tijd een ernstig karakter begint aan te ne men. Het zal spoedig blijken, welke groep de sterkste is. Onder de Marinites. Een Fransch soldaat heeft, in een op sol datenmanier geschreven brief, in de „Matin" sclie van .130, het moedertje van 210 en' de tegenstaand* h v P hebben aangetoond, dat er niet zoo iels staan heeft ais een Duitsche samenspan ning, blijft dit lasterpraatje circuleeren. Met generaal Manie Maritz zit de zaak eenvoudig zoo, gelijk u bij nadere overweging ook zult inzien. Na de overgave van D.-Zuiawest was hij als een vogel in de lucht, geen plek voor de holte van zijn voet. Hij Ls nu met eenige anderen over de Portugeesclie grens getrok ken, om zich te doen interneeren, liever dan in handen te vallen van de eeuwig lachende Botha en verraderlijke Smjxts, bei d-en even onscrupuleus, die thans iu ons land heerschen met hulp, van de krijgswet een slaafscli parlement, een geheel Engel sehe politie en een talrijke bende Hooli gans, terwijl de Afrikaners reeds sedert ruim 2 jaar zorgvuldig ontwapend zijn, en nu ook het burgerelement van de teruggekeerde D.- Z. W.-troepen onder voorwendsel weerherstelling. Het bier in oorlog Ik zal niet de moeite nemen u de verschillen van loop, en beweging van al die dames uit een te zetten, dat gaat onzen vrienden aan, die als artillerist, de taak hebben granaten te laten regenen op. de hoofden hunner mede- menschen. Ik, die infanterist ben, heb slechts tot taak, ze op, mijn hoofd op. te vangen. En ik kan dus slechts den indruk analyseeren, die ik krijg als zij. bij mij komen om mij hun vriendelijkheden in het oor te fluisteren. De meisjes van ,77, en 88 hebben vooral een lachsucces. De „poilus" (de bijnaam der Fransche soldaten zooals „boches" een bij naam voor de Duitschers is) vinden ze een beetje te jong. Ik hoorde ze aankomen, gis teravond, juist toen wij de soep, zouden ge bruiken, en ik riep eenige mannetjes, die onder een boom te slurpen zaten, toe: „Pas op, jongens, zoek dekking!" Zij keken mij verwijtend aan. „Maar luitenant, u zult ons toch niet voor niets laten opstaan?" De 105 moet met meer eerbied behandeld worden. Zij is op, een leeftijd, dat zij ern stig genomen ,wil worden. Men herkent haar aan haar gefluit, want elk heeft een aparte stem, de 77 miauwt, de 105 joelt ,de 210 bootst nauwkeurig het geluid van een electrische tram na en de 280 en 305 maken een spectakel, dat veel gelijkt op, een sneltrein, die een station bin- nendondert. Wat de Oostenrijksche 130 be treft, zij zegt niets en bepaalt er zich toe haar komst aan te kondigen na uit elkaar gesprongen te zijn; zij is, m.i. het gemeen ste schepsel van allen. Wanneer zal de oorlog ten einde zijn? De „New, York American" heeft oniang3 tot verschillende personen de vraag gericht, van stijd. De te Weenen verschijnende „Zeil" vindt in het door den Duitschen Rijkskanse lier uitgevaardigde uitvoerverbod voor bier en moutextracten aanleiding tot een kleine beschouwing over do beteekenis van bet Duitsche bier voor Oostenrijk, welk land me de in het uitvoerverbod is begrepen, waaraan liet volgende is ontleend- Vooral de donkere Beiers ehe biersoorten worden in Oostenrijk ingevoerd, speciaal in Salzburg, Tyrol er Duitseh Bohemen, tot een hoeveelheid van 40 a 50.000 H.L. per jaar. waarvan 5 a 6000 H.L. alleen door Weenen worden verbruikt. Het Spatenbrau neemt daaronder een eerste plaats in; volgens de „Zeit" behoort dit ook tot de lievelingsbieren van keizer Frans Jozef, aan wiens tafel bet wanneer volgens hunne jneening de oorlog j zelden ontbreekt. Ook toen in Ihet begin dei- zal ten einde zijn. j mobilisatie het goederenverkeer geheel stok- Om meer dan eene reden merkwaardig is, "ie, werd toch gezorgd, dat het Weensche hof wat volgens de „SecolQ" van 8 dezer, D An- nunzio heeft geantwoord. Be oorlog zal lang duren, zoo zegt hij, en steeds heviger wor den. Van alle volkeren het meeste zal Italië daaruit de grootste geestelijke verrijking putten Het schouwspel van onze bur gerlijke en militaire vernieuwing is het meest onverwachte en meest buitengewone, zijn „Spaten" niet geheel behoefde te missen. Pscliorrbrau, Löwenbrau Panlanerbrau vinden eveneens in gewone tijden hun weg over de Oostenrijksche grenzen. In den laatsten tijd deden zich tal van moeilijkheden voor bij bet transpo'-zoodat de voorraden geringer waren en tl ns komt het uitvoerverbod van Duitsché zijde geheel dat de, wereld thans, t,e zien geeft 1) .Volgens onverwacht. De beperking der Duitsche bier dezen grootjën man zal het. voor. den herfst 1 1916 vrede zijn. Voor Italië, althans in den gedachtengang van d'Annunzio misschien jammer! Want het zou zich anders steeds meer „geestelijk jc kunnen verrijken!" productie had toch reeds den uitvoer tot 60 pOt. van de gewone hoeveelheid doen dalen. De Oostenrijksche verbruikers zullen daar wellicht nog Ihet minst onder lijden, want in de laatste jaren legden de brouwerijen in in Oostenrijk zelf zich meer en meer erop toe Bescherming tegen inslaande granaten. Lieren van dergelijke qualiteit als de In de „Vorwarts" komt een artikeltje voor peiepeheaf te everenen dit zal nu nog meer over de uitwerking van granaten, in ketiworden bevorderd. Het „echte bier moet bijzonde rin een bosch. Duidelijk, zoo lezen I evenwel missen. wij daar, kan men .waarnemen de ont- Lt?1»®1* "^cMingen van de „Zeit zou het ploffingskracht van de projectielen 6terk Duitsche uitvoerverbod znn oorzaak x inden naar boven gaat. De beste bescherming «6en tekort aan bier dat sedert de produc- 6 „ton m Ha.n nnk I tifiheperking in Dui schland u ontstaan, ge geven het toenemenci gebruik voor het leger, waarvoor het langs den weg van requisitie het weer verder. Het bruggehoofd moet uit een psychologische ontleding van „les Mar- tegen inslaande granaten is dan ook onge twijfeld zich plat op. den grond te werpen. Natuurlijk ziju goedgedekte schuilplaatsen ook niet te versmaden. Men ziet, dat men bij vuldigheid en hout te werk gaat. Heele bosschen verdwijnen nu in den grond. De goede dekkingen maken' dan ook verreweg het grootste gedeelte van de afgeschoten kogels en de rondvliegende granaatsplinters schadelijk. Ondanks de ontzaglijke toene ming van de uitwerking der moderne pro jectielen en de verhoogde snelheid van het Vuren der kanonnen en ook ondanks alle verfijning in de techniek van het richten en van het waarnemen van het doel, zijn nog nooit in een oorlog betrekkelijk zooveel schoten zonder uitwerking gebleven. Als ieder schot raak was, dan was er geen levend mensch meer op. de wereld. De zeevaart tusschen IJsland en Denemarken. De reederijen op. IJsland hebben, naar „Politiken" meldt, ,uit Engeland bericht ge kregen, dat voortaan schepen van Usland een Engelsehe of Schotsche haven moeten aandoen om hun lading te laten onderzoe ken. Doen zij het niet, dan loopen zij ge vaar in Engeland of .Danada geen kolen te kunnen laden, voor eigen gebruik zoomin als voor uitvoer. Het gevolg zal zijn, merkt „Politiken" op, dat schepen niet meer rechtstreeks tusschen Denemarken en IJsland kunnen varen. Vol gens het bericht geldt de aanschrijving al leen schepen, die van Usland uitvaren, maar evenals die schepen reeds herhaaldelijk door Engelsehe schepen op zee zijn aangehouden en naar Kirkwall of Stornoway opgebraent, is dat meermalen gebeurd met schepen van Denemarken naar IJsland. Gewoonlijk doen schepen van Usland on derweg Leith aan, maar er zijn er verschei den die de reis niet afbreken. werd verkregen. In Oostenrijk verwacht men eon uavoiging van dergelijke maatregelen niet. Het biexvërbruik per hoofd Is daar la ger en de behoefte aan bier voor het leger niet zoo aanzienlijk. Daarbij komt, dat de Oostenrijkeehe bierexport, die vooral naar Frankrijk, Italië, Rusland, Engeland en Ame rika was gericht, vanzelf door den oorlog stilstaat en dus groote hoeveelheden voor binnenlandsch verbruik beschikbaar blijven. De beperking van de bierproduetie ten ge volge van. het contingenteeren van de mout, laat zich, naar de Berliner Börsenkurier meldt, in Beieren bij het warme weer bijzonder hinderlijk gevoelen. Er waren zelfs moeilijkheden door ontstaan bij bet binnen brengen van den oogst, omdat de arbeiders niet genoeg van hun gewone verfrissching kregen en het bier steeds scbaarscher werd. Aan een anderen drank wilden de Beieren niet, en het werd langzamerhand een gevaar voor het werk dat men het personeel niet genoeg bier ter beschikking kon stellen. Ook uit andere doelen van het rijk kwamen, zij het ook in mindere mate, dergelijke klachten. In Noord-Duitseh land dreigt het gebrek aan bier nadat de bond van brouwers met het legerbestuur een verdrag had geloten om. een derde van hun productie voor de troepen te reserveeren. Juist in den tijd van Ihet sterkste gebruik van bier moesten vele brou werijen uit gebrek aan mout het werk staken, terwijl zij het volgende kwartaal, als het bier niet meer zoo noodig is, de nieuwe gerst weer zonden kunnen gaan bewerken. Men heeft dus naar middelen moeten zoe ken oija het biergébrek in deze zomermaan den te bestrijden. Aan de brouwerijen is toe gestaan de helft van hun moutcontingent voor het laatste kwartaal te gebruiken en verder zijn de brouwerijen, die niet genoeg mout hebben, omdat hun voorraad aan gerst Naar den roman van W. COLLINS. 39 (Uit het Engelsch.) Bij deze woorden stroopte Jack zijn mou wen op en sprong tusschen de omstanders. Zijn lengte, kracht en bekendheid met boksen deden hem spoedig zegepralend de tweede bank bereiken. De twee of drie stompen, een S> den rug en een tegen zijn neue, zoodat ihet eed er uitspatte, dienden slechts om zijn moed nog grooter te maken. In een oogwenk stond hij naast den man met het kalotje; en de twee vochten rug tegen rug, temidden van de. toejuichingen die hen van het publiek aan het andere einde van de zaal ten deel vielen, dat slechts de rol van toeschouwer hij dit Mandje vervulde. Intusschen was de politie gewaarschuwd. Maar de knedhts beneden, in hun begeerte om den strijd gade te slaan tusschen twee perso nen aan den eenen en een paar dozijn aan den anderen kant, hadden verzuimd de straat- ideuren te sluiten. Het gev.olg was, dat al de koetsiers op straat en al de nachtelijke zwervelingen in de wijk, waarin de Tempel der Harmonie gele gen wds, binnen drongen en op hunne beurt slag leverden aan knechts, die trachten, maar te laat, om hen te weren. Juist'toen de agen ten hun weg door Ihet gedrang hadden ge baand, hadden Jack en de vreemdeling zich door het gedrang heengewerkt, en waren zij buiten het vertrek gekomen. Rechts van het portaal was een deur, waar door de man met het kalotje zich eensklaps verwijderde, 'Jack met zich trekkende. Hij was even bedaard als altijd en zijn oog even vlug en waakzaam. De sleutel van de deur stak aan de binnenzijde, Ihdj draaide dien in het slot om, onder het luid gelach en gejuich van Ihen die op de trap stonden, terwijl „de politie, de politie!" en „houd hen op de plaats!" uit den mond der knechts weerklon ken. Het tweetal snelde in vliegende vaart de trap af, en kwam in een keuken, hij een kok en een paar keukenmeiden, die hen met groote verbazing ontvingen. Jack wierp den man op den grond, vóór deze gebruik had kunnen maken van de pook, die hii bij hunne verschijning gegrepen had, terwijl de vreem deling doodbedaard een hoed nam, die op de rechtbank stond, en dezen met zijn groote hand ijlings op Thorpe's bloot hoofd drukte. Onmiddellijk daarna stonden zij op de bin- nenDlaate. De agenten verloren van hun zijde ook geen tijd, maar zij moesten zich door de menigte dringen om in de gang te komen en achter 'het huis omloopen, vóór zij den hoek konden bereiken, waar de plaats toegang tot de straat verleende. Dit gaf den vluchtelingen eenig voordeel, en de lanen, straten en steeg jes die daar in elkander liepen, begunstigden ook hunne ontkoming. Terwijl de woedende menigte en het geschreeuw van „houd den dief" aan het eene gedeelte de lucht vervul de, volgde Jack rustig arm in arm met den vreemdeling het andere gedeelte en de jonge Thorpe waarschuwde elkeu agent die Ihen voorhij ging, om zich toch in 's hemels naam te haasten, want dat een groote schurk, de andere richting uit, den Tempel der Harmonie ontvluchtte. De man met het kalotje had tot nu toe den weg aangewezen, ofschoon naar de wijze waarop hij aan de hoeken der straten stil stond, en nu en dan met zijn nieuwen vriend een doodloopend steegje insloeg, het duidelijk genoeg bleek.dat hij met dat gedeelte dei- stad, waar zij zich nu in bevonden, geheel onbekend was. Jack, die zich dien nacht tot een derde glas grog had laten over halen, en juist de helft daarvan geleegd had, toen de twist begon verkeerde in een toestand, dat hij zich niet de minste voorstelling kon maken, in -welk doolhof van Londen hij nu was. Hij vervolgde steeds druk pratende zijn weg, en op elke vTaag die hij den vreemde ling deed,' ontving hij geen antwoord. Het hielp niet of hij zijn dapperheid, zijn ma nier van vechten, die ongetwijfeld, zeer te be wonderen viel; al prees; zijn verbazing te kennen gaf over de vlugheid waarme de Ihij zijn hoed weder opzette, onder de me nigte die hem steeds weder afwierp; en nog maals zijne verwondering uitte over de vlugheid waarmede hij den hoed van den kok greep en dien op zijn metgezels hoofd drukte om daardoor de achterdocht, die hij huiten dan soms zou opwekken, te voorkomen. Welk onderwerp hij ook beproefde geen antwoord kwam over de lippen van den vreemdeling. Oe onverstoorbare held, die gedurende den twist geenwoordgesproken had, was onver staanbaarder dan ooit en wilde ook nu niet eenig antwoord geven. Eindelijk bereikten zij de Fleet Street en vervolgden van daar hun weg naar Ludgate Hill. Hier stond de vreemdeling stil zag naar de rechterzijde, waar de rivier stroom de uitte een zucht van verlichting en te vredenheid en sloeg den weg in die naar de Blackfriars brug leidde. Hii voerde Jack met zich, die steeds binensmonds sprak en zeer onvast op zijn beenen stond, naar de ba lustrade der brug, liet den arm van Jack los en zag hem strak in het gelaat bii het schijn sel der gaslantaarn daarop richtte hij voor de eerste maal het woord tot hem op een ern- stigen en vastberaden toon: S „Wat zoudt gij er nn van denken, jonge man, om eens even adem te halen en het1 bleed van nw gezicht te wisschen?" Jack gevoelde de beteekenis van dit weinig; beleefde gezegde niet wat anders zeker, als. hij nuchter was geweest, het geval zou wezem en barstte in een schaterlach uit. De opmerkelijke kalmte en bedaardheid ia de stem en manieren van den vreemdeling vormden een zonderlinge tegenstelling het gezegde, waarmede hij zijn gesprok be-, gon; en zou zelfs iemand; die in op gewonden toestand verkeerde, belachelijk heb ben toegeschenen. Terwijl Jack lachte dat de tranen over zijn. wangen biggelden, stond do vreemdeling nog. steeds met zijn handen over de balustrade ge leund en trok b« «jn glaoé handschoenen rut. die gedurende den twist zeer veel geleden hadden. Toen hij ze in elkaar gefrommeld had wierp hij ze minachtend in de rivier. „Daar gaat het eerste paar handechoeneru dat ik ooit gedragen heb; en het laatste dat ik van plan ben ooit weder aan te trekken i zeide hij, en liet den kouden wind langs zijn| vereelte handen strijken. Thorpe liet nog even zijn luiden lach hooi ren, maar werd daarop van de uitputting even. kalm en ernstig. „Ga er maar mede voort'zeide de mannier het kalotje, en zag hem even bedaard aan ix\ts Vv\Vionn -p-nmAxVvp: ««wAdVi4. "Oo tor woVKOita den. T>«.\tsClvexi wcilir IJ ver, ao«r De u\« AycffliOlASTYCW. "Eonx -pMivaWVvB «OffiicBhlt. mow ucuwscuvi. Het bou-wpu «iaarvan «tuoda uiob meer zorg-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 6