TWEEDE BLAD
LO O PERS
Madonna.
DE GOfiLOGS
Brieven uit Lisse.
P. J. JANSSEN
&negang h. Warmoesstr.
FEUILLETON
BONO DE LITURGIE
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1915
„O® wes-gsien®11"'
'I Goedkoopst adm voos8
is steeds
42
NIEUWE HAARLEmSCHE COURANT
De „Vereeniging ter be vordering
belangen van den boekhf herdacht en
Tveek haar 100-jarig be®ta^He w^d deae
op de daarbij g^^^Lenteerd door
ffve0rwIrdeepatroog',s: uitgevers, chemigra-
fen Irnïkprs boekbinders enz.
Hel Volk"' vindt hier reden in, weer
2ens de werklieden tegen de patroons op.
te zetten, oP voorbeeld van het socialisti
sche „Grafisch Weekblad".
Wij'' de arbeiders, zijn „de vergetenen",
zoo stoken deze socialistische bladen. „De
arbeider, die door zijn intellect zorgt dat
de boeken toonbaar te voorschijn komen,
wordt beschouwd als een quantitó nég
ligé able", zoo nijdassen deze afgunstigen
en haat-kweekers.
Natuurlijk zullen we nu niets zeggen van
de dwaasheid, die in socialistische kringen
regel is, om de arbeiders in pen bedrijf zoo
langzamerhand als verreweg véél belangrij
ker te beschouwendan de menschen die
een bedrijf leiden...
Maar hoe komt jn dat benepen stukje
écht uit de socialistische ontevredenheid
met den werkkring, de ingekankerde haat
tegen allen, die door God hooger zijn ge
plaatst, de kleinzielige afgunst tegen men
schen van hoogeren standi...
Het is toch zoo benepen: „wij zijn de
vergetenen"... terwijl er juist van dien
kant altijd haat en afgunst en strijd wordt
gepreekt tegen de patroons, die men voor
stelt als den v ij and, den tegenstander, met
tvien men immers niets, niets te maken wil
hebben1
Het is zeker al gerulmen tijd. geleden dat
.w, onder bovenstaanden" titel iets uit onze
pU ats en omgeving in de N. Haarl. Ort. 'heb
ben geschreven. Verschillende oorzaken heb
ben daartoe bijgedragen, waarvan een der
grootste was..' de minder voordeelige tijds
omstandigheden.
Edoch, een abnormale toestand wordt, als
hel lang duurt, om zoo te zeggen de 'normale
weer, zoodat we onder bovenstaand hoofdje
zoo af en toe eens weer iets onder Ide alge
meen© aandacht hopen te brengen.
Met deze inleiding i8 dus de oude kenuis-
makmg weer hernieuwd en zullen we de
kwesties van den dag weer gaan bespreken,
waarvan wij hopen dat de belangstelling in
deze weer even groot moge zijn als we feteeds
gewoon waren!
Het moge dan al ruim een maand geleden
■ijn dat de stemming voor den Gemeenteraad
werd gehouden, de uitslag is belangrijk ge
noeg om er nog even aan te herinneren
Dadelijk kunnen we dan al wijzen op het
heugelijke feit dat de Rechtsche Kiesvoréeui-
gingen, meer met name def R. Katholieke
3n Antirevolutionaire, meer en meer hun
kracht gaan zoeken en ontwikkolen in de
roo hoognoodige samenwerking.
Met een reusachtige meerderheid, het is
destijds in dit blad uitvoerig1 ontwikkeld, wer
den'de candidaten der Rechtsche kiesvereni
gingen bij eerste stemming gekozen. Dit is
voor óns een sprekend bewijs, dat do vooruit
gaande en steeds aangroeiende kracht der
organisaties de noodige ontwikkeling onder
de breedo scharen des volks brengt.
Het staat ons nog zoo helder voor den,
geest dat in de jaren 1907 en 1909 de Room-
sche kiesvereeniging échec leed en niet
alle door haar gestelde candidaten werden ge
kozen, met gevolg dat het Bestuur er het
bijltje bij neerlegde! Twee jaar geleden be
haalde ze echter, zij;1 het dan met een kleine
meerderheid, do overwinning1 welke thans met
een schitterende overwinning is bekrachtigd.
Eik Roomsch organisatieman, ieder, die der
Roomsche zaak een goed hart toedraagt, zal
zich over dezen vooruitgang verheugen. Im
mers daar moet het heen. Wil men eau krach
tige organisatie, dan ook de besluiten helpen
uitvoeren 1
Laat men op de vergaderingen zijn bezwa
ren naar voren brengen en toelichten en
elkaar op een fatsoenlijke manier „de waar
heid zeggen", maar bij de stemming zijn we
TEL'êF. 2610. - HAARLEM.
één, moeten we één zijn. En daarom vinden
we 't zoo laf en betreurenswaardig dat ©r
kiezers waren, zij 't dan ook maar twee,
welke 's avonds vóór den stemmingsdag hun
lidmaatschap, opzegden.
.Waarom? Wel, nergens anders om, "dan
om de Roomsche zaak ©en spaak in 't wiel
te steken, om deze tegen te werken.
Onverantwoordelijke daad!
Wij kunnen slechts 'modelijden met de
zulken hebben en trachten hen binnen t©
leiden ep de Roomsche .Ontwikkelingscursus
sen, waar zij een ruimeren kijk loeren .ver
krijgen op 'de beweging onzer dagen.
Met dit al is onze 'vreugde om den prach-
tigen uitslag toch niet onvermengd. Waar toch
gaan we langs dezen weg heen Bij' de vorige,
nu twee jaar geleden, gehouden verkiezing
voor den Raad waren er enkele gegoeden,
bloemisten en burgera, welke hun lidmaat
schap opzegden omdat één der candidaten
hun niet naar den zin was. Thans waren "t
weer twee bollenkweekers welke bedankten
omdat óók een der candidaten hun niet aan
stond.
Gaat dat zoo door, dan hebben we hier bin
nen korte jaren niet een arbeiders-
kiesvereeniging" maareen kies
vereeniging van arbeiders! En dat loopt
mis. Dan heeft men steeds de kans, dat we
krijgen: candidaten der Roomsche kiesver
eeniging, en candidaten der Roomsche kiezers
buiten eenig verband. Van een principiëelan
strijd is dan natuurlijk geeu sprake meer;
het wordt een partijstrijd waaruit onvermij
delijk volgt dat waar „twee honden vechten
om één been, een derde er mee heen 'gaat,"
en we de kans beloopen dat de Roomsche
meerderheid wel eens minderheid
kon worden, wat we zeker allen zouden be-
freurenl Bovendien: wat wint men 'er mee
om aldus de gelederen te verlaten? Immers
nielsl Men speelt juist in de kaart der legen-
standers. Niet dus de gelederen verlaten,
maar alle Roomsche kiezers in de Room
sche kiesvereeniging, om eiken politieken
strijd jnet succes het hoofd te kunnen bieden.
Dat is een ideaal 1
Heeft men dan wat op z'n gemoed, men
brenge dit op de vergadering naar voren,
goed geargumenteerd, en wie het best de
bezwaren kan bespreken die doet het.
Wat o. i. óók nog wel eens in de ver
gadering der kiesvereeniging naar voren m,ag
gebracht worden, (het is trouwens al eens
geschied) maar thans met meer klem, is: er
op aan te dringen dat onze gemeenteraads
vergaderingen, althans in de zomermaanden,
op een uur worden gehouden dat alle leden
ze kunnen bijwonen. Toch, we meenden dat
deze kwestie,' deze oude kwestie, geregeld
was! In een der vergaderingen van den Raad,
dit voorjaar gehouden, was tooh besloten,
op aandringen vaii enkele leden, de zomer
vergaderingen uit te schrijven op een uur dat
men ze zonder bezwaar kan bijwonen. Toen,
als we ons niet vergissen, werd besloten ze
niet vroeger te doen aanvangen dan 's na
middags te 5 uur. Dit werd niet alleen 'ge
acht in 't belang der arbeiders-raadsleden,
inaar ook in dat der bloemist-patroonsleden.
Het bollenbedrijf toch vraagt in het drukke
seizoen alle krachten, zoowel van de
leiders als van de ondergeschikten. Een mooi
besluit was dit dus.
Maar een leelijk woord, als dat or bij
moet komen wat zien we nu gebeuren?
De drie vergaderingen welke kortelings zijn
gehouden, dus in het drukke seizoen, werden
uitgeschreven niet 's namiddags te 6 uur,
doch te 3 uur!
Een vraag dringt zich aan ons opis (dit
een vergissing, of is hier opzet in 't, spel?
Is men er op uit enkele leden te pegeeren
Zoo ja, dan dient dit te worden achterhaald
en dan moeten onze Raadsleden tegen iets
dergelijks protesteeren.
Helpt dit niet, welnu, dan de weg inge
slagen boven reeds met een enkel woord
aangestipt, en het onzen Raadsvoorzitter dui
delijk gemaakt dat we niet tevreden zijn, onze
Raadsleden .alleen gekozen te hebben,
maar dat we ook van bovenaf medewer
king wenschen, zoodat hun de gelegenheid
gegeven wordt werkdadig te kunnen mede
werken aan de belangen onzer gemeente,
waarvoor wij ze hebben gekozen.
Dit is geen bemoeizucht der kiezers, maar
hun plichtl
OPMERKER.
DE VESTING KOWNO.
Het middenfront van de Russische strijd-
linie, vóór den val van Warschau, van uit
het Zuiden loopende van Iwangorod over
Warschau, en Nowo-Georgiewek naar het
noordelijk gelegen Kowno, is nu over de ge-
heele lengte in noord-oostelijke richting op
geschoven.
Kowno was mede een der versterkte steun
punten, dat ook begrepen was in de nieuwe
verdedigingelinie Wlodawa—Brest Litowek—
Ossowiecze—Kowno. waarop de Russen had
den aangekondigd te zullen terugtrekken en
van waaruit zij het offensief zouden herne
men.
Die groote Russische vesting is thans in
handen van de Duiteohere; zonder vooraf
gaande omsingeling werd de vesting na het
doorbreken van de omgelegen stelling, stor
menderhand genomen. De door de Duit-
edbers, naar vooraf uitgewerkte plannen, on
dernomen aanval, heeft slechts 10 12 dagen
geduurd, in welken korten tijd de Russisohe
versterkingen werden, vernietigd, waardoor
de bezetting genoodzaakt werd om den te
genstand op te geven.
Sedert eeuwen is Kowno, door haar lig
ging, in het middenpunt van velen daar sar
menkomende uitgestrekte dalen, een plaats
van historische en economische heteekeniis.
Van 1384 tot 1398 behoorde Kowno aan de
Duitsche orden, die het ook tot een punt
van strategische beteekenis maakten.
Kowno is gelijk zoovele plaatsen in het
westelijk deel van Rutland meermalen het
tooneel van hardnekkigen strijd geweest en
van bezitter verwisseld.
Grootvorst Witoft, die in 1400 het bestuur
bad over de stad, liet de burcht der Duitsche
orde in brand steken, hetgeen echter de ont
wikkeling en den opbloei der stad niet ver-
mooht tegen te houden. Onder Hendrik van
Valois, die in de jaren 1574 en volgende de
Pooleche kroon droeg, ontwikkelde zich' de
stad buitengewoon snel en bereikte zij in
1581 baar hoogtepunt, toen zij hoofdstapel
plaats van den uitvoer van handelswaren
werd en een douanekantoor kreeg. De han-
delsomzet liep omhoog tot 8 millioen duka
ten 'sjaars.
Uit dezen tijd ongeveer dateert ook het
historisch geworden stijlvolle raadhuis.
Haar economische waarde was een prikkel
voor de Russische keizere, om deze stad in
het bezit van Rusland te brengen. In een
veldtocht van Czaar Alexej werd de stad
in 1665 geplunderd en bijna anderhmr» eeuw
later, hij de derde verdeeling van Polen, in
't jaar 1795, kwam Kowno in Russisch bezit.
Van nu af begonnen moeilijke tijden aan
te breken, welke de stad in haar ontwikke
ling ernstig heiemmerdenja, zelfs met on
dergang bedreigden. In 1806 brak een groote
brand uit met het gevolg) dat ongeveer drie
vierden der stad afbrandden. Het duurde
eerst zeer lang voor de stad wear in bloei
ging toenemen; in 1817 telde zij dan ook nog
slechts een tweehonderdtal huizen. Toch
dank zij hare gunstige ligging aan de samen
vloeiing van de Wiljja en de Njemen, wajar
die rivieren met hun ihooge oevers de stad
een schilderachtig aanzien geven zou
Kowno weer een tijdperk van bloei tegemoet
gaan en werd zij in 1842 de hoofdstad van
"het nieuwgevormde gouvernement van den-
zelfden naam.
Er werden gaandeweg vele en belangrijke
indiustrieele instellingen gevestigd en de han
del nam in het nieuwe tydpei'k weer snel
toe. Vooral worden graan, meel, gehouwen
steen, steenkool, hout en vlas over Kowno
uitgevoerd.
Bij de volkstelling van 1912 werd vast
gesteld, dat Kowno niet minder dan 84 dui
zend inwoners telde.
De stad, welke omgeven i» van forten, telt
er alleen in het zuiden zeven, waarvan er
drie den weg naar Wilna moesten dekken
en een bestemd wos voor de verdediging van
de Wilij a-brug.
Met den val van Kowno hebben de Duit-
sclhe troepen weer een groote overwinning
behaald, welke vooral d éér om van beteeke
nis is, omdat de spoorweg Wilna—Dwinsk
St. Petersburg, de hoofdverbinding tusschen
het gebied', waar zich thans het Russische
centrum bevindt, Brest-Litowsk, en de Rus
sische hoofdstad, ernstig wordt bedreigd.
De spoorweg naar Bjelostok, welke hij
Wilna met de genoemde spoorlijn verbin
ding heeft, is hij Bjelk reeds in het bezit
der Duitschers.
DE DUITSCHERS IN
WARSCHAU.
In de „Lokal Anzeiger" beschrijft K. 'Br.
hét leven in de straten van Warschau, on
der den intocht der Duitschers. De hoofd
straat van Warschau, zoo vertelt hij, heeft
aardige kijkjes naar de Weichsel en naar
Praga aan den overkant, sloppen en stegen,
die rechthoekig van de hoofdstraat naar de
rivier loopen. Zij zijn als ervoor gemaakt
om een krachtig geweervuur door te laten.
De Russen laten zich deze gemakkelijke
en eenvoudige schootsvelden niet ontgaan.
Bijna alle honderd pas komt zoo een
dwarsstraat, waardoor de Russen hun ko
gels spuwden. De dames en heeren van War
schau laten zich echter niet verjagen van
de hoofdstraat. Zij .wandelen op en neer,
viel er regen dan zouden de meeaten waar-
sohijnlijk naar huis vluoh.ten om hun klee-
ren niet te bederven. Dat het kogels regent,
schijnen zij zich echter niet aan te trek
ken. Slechts als het een oogenblik te erg
wordt, etuiven zij uit elkaar en lachen met
een gilletje, alsof zij gekitteld worden. Het
is werkelijk interessant. Zij kunnen het ook
niet nalaten naar de Duitsche soldaten te
kijken, die j$ van alle kanten aanstaren,
zooals kinderen een onverwacht geschenk.
Den geheelen dag blijven de Russen door
schieten en den heelen dag komen de War-
schauers niet van de straat. Hoe menige dap<
pere wordt nog door deze kogels getroffen?
Maar eer men er erg in heeft steken de
meisjes ons rozen op de borst. De dood gaat
rond aan den oever van de Wteichsel en in
Praga en in de hoofdstraten van Warschau
giebelen pn lachen de meisjes. De bittere
ellende van den oorlog gaat rond en de
meisjes van Warschau gaan daarbij gekleed
in wijde, geparfumeerde zomerdracht. Het
is als een fantastisch spookbeeld! Wij
Duitschers zijn te plomp voor dergelijke
contrasten. Hoe menig officier ziet men het
hoofds chudden over dit merkwaardig gedoe.
Hoe menig soldaat fluistert zijn kameraad
toe met een oneindig verbaasden blik op
de golvende, vroolijk gestemde E2©nigte:„en
honderd meter van hier sterven de men
schen",,,
DE STRIJD IN DE LOOPGRA
VEN AAN HET WESTELIJK
FRONT.
Aan een soldatenbrief in de Kölnisohe Volk»-
zeitung wordt-het volgende ontleend:
Overdag hield de vijand zioh kalm. Slechts op
bepaalde nron zond hij een groot aantal van
zijn zware mijnen naar ons toe. De uitwerking
van deze projectielen la vreeselijk. Wij hadden
dagelijks een aantal brave kameraden te betreu
ren. Zoodra het donker werd begon een onbe
schrijfelijk woest infanterie-, artillerie- en mijn-
vuur. Het geraas was zoo groot, dat men zelfs
zijn buurman niet kon beschreeuwen. Zoo ging
het onafgebroken vijf nachten lang. Wij moes
ten een sterke natuur hebben om de inspanning,
die nog verergerd word door het slechte weer,
uit to houden. Warm eten kreeg men niet en
water heelemaal niet. De tong kleefde aan het
gehemelte. Om onzen dorst tenminste iets te
leesen schepten wij water uit granaatkuilen. Wij
moesten volhouden.
In den nacht van 12 op 18 Mei overviel de vij
and ons twaalf maal met zijn infanterie-, artil
lerie- en mijnvuur. Dit was een toeken dat hij
den volgenden dag waarschijnlijk een grooten
aanval zou ondernemen. Wij bedrogen ons niet.
'a Morgens om 9 uur kwam het bevel voor
alarm gereed te zijn: alles klaar maken voor het
gevecht, en alle schietgaten bezetten. Onze
vliegers hadden achter de vijandelijke linies
groote opeenhooplngen van troepen gezien.Ieder.
wist nu wat ons te wachten stond. Wy maakten
ons gereed voor 't gevecht, plantten de bajonet
ten op het geweer en keken scherp uit. Zonder
eenig artilleristisohe voorbereiding stortten
precies om tien uur vijandelijke kolonne# voor
waarts tegen onze stelling. Vele zwarten wa
ren daaronder. Onmiddellijk begonnen onze
machinegeweren te knetteren, handgranaten
vlogen in de vijandelijke kolonne, granaatkar
tetsen barstten en wij schoten dat de geweerloo-
pen gloeiend werden. Steeds dichtere massa's
stormden tegen onze loopgraven. De vijand had
den rand reeds bereikt. Toen kwam een batal
jon van onze reserve toegesneld. De bajonetten
gingen aan 't werk en de vijand be gen te wanke
len. Wij volgden hem op de hielen, drongen in
zijn loopgraven die wij bezetten en tegen alle
tegenaanvallen handhaafden. De Fransohen
hadden zware verliezen geleden, doch ook wij
hadden menigen dapperen kameraad te be-
treurenj
DE AUTO IN DEN OORLOG.
De ingenieur Horace Wyatt geeft in de
„Quarterly Review" een beschrijving over do
buitengewoon gewichtige en veelvuldige
diensten, di© de auto in dienst van het En-
gelsch leger verricht.
De automobiel heeft in dezen oorlog een
tot r.og toe ongekend© bruikbaarheid bewe
zen. Het is gebleken, dat zij het vervoer van
voorraden voor de troepen vergemakkelijken
kan op een© wijze, ais waartoe geen ander
vervoermiddel in staat is. Het voornaamste,
voor het legerbestuur bruikbaarste type,
schrijft hij, is de vracht-automobiel van drie
ton draagvermogen bij een snelheid van on
geveer 36 K.M. op den vlakken weg. Ge
woonlijk wordt echter niet "sneller clan 16
K.M. per uur gereden. Dat is dan toch nog
OCLXXUL
DE WIJDIhJG VAN ACOLIET OF LICHT
DRAGER.
Heerlijk schoon is de „Admonitio" of Ver
maning, welke de Bisschop den Acolieten
geeft, voordat zij deze wijding ontvangen.
Wij kunnen dan ook niet nalaten ze in haar
geheel hier weer te geven. Luister, hoe tref
fend onze Moeder de H. Kek hen toespreekt:
„Zeer geliefde zonen, nu gij de bediening
van Acoliet gaat aanvaarden, bedenkt wel,
waarin zij bestaat. Do Acoliet immers moet
den kandelaar dragen, de lichten der kerk
ontsteken, den wijn en bet water voor de H.
Offerande in gereedheid brengen. Logt u er
dus op toe, de taak, die gij aanvaardt, waar
dig te vervullen. Want gij zoudt Gode niet
kunnen behagen, zoo gij, in uwe handen Zijn
licht dragend, met uwe harten de werken
der duisternis verricht en daardoor aan an
deren voorheelden van ontrouw gaaft. Han
delt veeleer naar dit woord der waarheid:
Dat uw licht schijne voor de menschen, op
dat '/ij uwe goede werken zien en uwen Va
der, dio in de hemelen is, verheerlijken! En
volgens bet woord van den apostel Paulus:
Te midden van een slecht en bedorven ge
slacht, verspreidt uw licht in de wereld als
zoovele lichtbaken, die het Woord des Le
vens bezit. Uwe lendenen dus omgord, de
brandende fakkels in de hand, opdat gij kin
deren des lichts moogt zijn. Werpt verre van
u de werken der duisternis, omgordt u met
de wapenen des lichts. Eens waart gij zelf
duisternis, thans echter een licht in den
Heer. Wandelt daarom als kinderen des
lichts. En welk dat licht is, waarop de Apos
tel zoo aandringt, blijkt uit de woorden, di©
hij laat volgen: De vruchten van het licht
openbaren zich in rechtschapenheid, gerech
tigheid en waarheid. Streeft er dus naar in
alle gerechtigheid, rechtschapenheid en
waarheid èn u zeiven én ander*® èn geheel
de Kerk Gods voor te lichten. Dan ook zult
gij gerechtigd zijn bij 's Heeren Offer het
water en den wijn aan te bieden, als gij u
zelf door een zuiver leven en door heilige
werken den Heer als een slachtoffer hebt
aangeboden. Hetgeen de Heer n door Zijne
barmhartigheid verleene!"
voldoende om met een© afdeeling van 100
auto's 300 ton gewicht in vier uur naar eei4
plaats by het front op 64 KM. van het spoor
wegstation te brengen. Deze 100 wagens ne
men slechts half zooveel ruimte in als het
aantal door paarden getrokken wagens, die
hetzelfde gewicht vervoeren moeten. Dien
tengevolge worden veTkeensverwarringen,
die bij een eventueelen terugtocht noodlottig
zouden kunnen zijn, op deze wijze vermeden
en bij een snellen opmarech kunnen de autoW
de troepen veel sneller volgen dan de me^
paarden bespannen wagens. De verzorging:
der troepen is door de auto dan ook'
geheel gewijzigd. In plaats van geconser
veerde voedingsmiddelen, kan den soldaten!
voisch vleesch en brood verschaft wordenV
Ook voor het transport van gewonden''
wordt de auto in dezen oorlog met goed re
sultaat gébruikt. Re Rood© Kruis-auto is
door een met linnen bekleed houten raam
werk gedekt, en biedt plaats voor vier barem
Bij andere typen ie tusschen de baren een
doorgang vrijgelaten en vindt men ook een
zitplaats voor den geleider. In het algemeen
is het echter raadzamer, de middengang weg
te laten en de wagens zoo te bouwen, dat
iedere patiënt van buiten af kan behandeld
worden, zonder dat de anderen lastig geval
len worden. Hiervoor is noodig dat het zeil
doek verdeeld is, zoodat elk deel afzonderlijk
geopend kan worden. De baren worden inj
bet algemeen van achteren in de auto's go-j
schoven. Twee staan op den bodem, de an
dere twee rusten op hooger aangebracht©
planken en worden met riemen vastgebon
den. Natuurlijk moet de auto goed afgevoerd
zijn, zoodat schokken vermeden worden. De
baren moeten tusschen de beide assen wor
den geplaatst, in geen geval echter boven
de achteras, die de zwaarste schokken te ver
duren heeft. Met de gewonden-auto's rijden
meestal ook keukenauto's mee niet te ver
warren met veldkeukens waarin alleen
ketels en geen bakovens aanwezig zijn. Hier-,
in worden vloeibare spijzen voor de voeding
der gewonden op weg naar de hospitalen be
reid.
Dan zijn er auto's met bad- en dosinfectio-
inrichtingen en Röntgeu-apparaten, bacte
riologische laboratoria en zelfs met kleine
operatieruimten. Ook apotheek-automobiel
len, steriliseer-apparaten en veldwasseherijen
rijden gewoonlijk mee.
Voor de eiglenijke militaire operaties zijn
Naar den roman van W. COLLINS.
(Uit het Engelsch.)
Maar Ibet had geen andere uitwerking 0p
nievrouw Thorpe, dan dat zij de kamer in
heftige onrust en luid snikkende op cn neer
hop. Nu en dan kwam er een afgebroken en
'^beduidende klacht over baar lippen. Zoo
vel kon hij daar wel uit opmaken, dat zijn
v&der alles ontdekt had, en zelf nu aan vree
slijke hartkloppingen leed, zoodat hij zich
j. 11 ochtend toen Ihij opstond ziek naar
'chaam en geest gevoelde, en niet in staat
"uu zonder eenige hulp zijn zoons misdaad
e bestraffen. De heer Thorpe was dienten
gevolge reeds vroeg uitgegaa* om hij den
ecukant ^tellop raad te vragen, wat hem
in dit vreeeelijke geval als een christe-
Uk vader te doen stond.
..F'«en Jack dit te weten kwam veranderde
berouw terstond in een zonderling ge.
kon iVai! verontwaardiging en schrik. BjJ
Hm e z'ch plotseling om naar zijn moeder,
ar voor hij nog een woord had kunnen
uiten, zeide zij snel en op strengen toon als
zij nog nooit te voren gebezigd had, dat hij
niet moest denken, dat hij als gewoonlijk
naar zijn kantoor mocht gaan, maar dat hij
moest wachten tot zijn vader thuis kwam;
daarop ijlde zij de kamer uit. De waarheid
eigenlijk was., dat mevrouw Thorpe haar
eigon zwakheid vreesde, zoo zij nog langer
bij haar berouwhebbend en zoon bleef; maar
Jack kon, ongelukkiger wijze, dit niet weten.
Hij wist alleen dat zij hem plotseling verliet.
]la i v\n een onaangename tijding gebracht
te hebben, en hij kon haar gedrag slechts
toesehriteenen misnoegden dheid
heb'fi,111 lnoe^er °°k al tegen mfi is, dan
dm. V-. verloren en blijft mij niets over
i. J zwoo£ vóór dat hij zjjn zin voltooi-
r!onto gms! Zbn opzitten om te be
ten mi nl^^f111 te doeS ston(k Ik kan
r 1 „van mijne oude verdragen,
d e nu recht heeft om mij te berispen. Maar
als ik weder wat van dien ouden Yoïlop
moet verduren, dan zal ik - wat Jack ver
teer wilde zeggen ging verloren door een
driftigen en barden slag op de matras, waar
in al zijn woede en wanhoop zich uitte. Een
weinig kalmer geworden, gelukte het hem
eindelijk uit bed te komen, onder hot uit
spreken der "volgende woorden, die hem on
getwijfeld ernst waren, die weinige noodlot
tig© woorden, die hij in d© laatste dagen
steeds als een losse bedreiging 53ad gemom
peld: „Nu is het met mij gedaan, ik moet
het huis uit."
Hij verfrischte zil11 Keest en lichaam door
een bad, maar toch veranderde zijn besluit
niet. Hy trok spoedig zijn kleederen aan,
wierp het venster open en luisterde aan de
deur. Hij herinnerde zich nog maar al te
goed de vorige bestraffing Van den heer
Yellop, en de overtuiging dat die zich nog
viermaal zoo krachtig, zou herhalen, was op
zichzelf reeds voldoende om hem bij zijn
wanhopend voornemen te doen volharden,
zonder dat hij behoefde vooruit te loopen op
hetgeen hij van zijn vaders toorn te wach
ten had.
„Dat zal mij helpen, in afwachting dat ik
iets anders vind", dacht hij, en deed een
gouden horloge met gouden ketting aan, dat
hij van zijn grootvader gekregen had.
„Oude, arme grootvader Goodworth, hü zei-
de dat hij een present aan de bank van lee
ning had, toen hij het mij gaf. Maar ik zal1
het, zoodra het mij mogelijk is, weder los
sen". Hier namen zijn gedachten een an
deren loop, daar zijn oog op het notitieboekje
viel, terwijl hij zich zijn nieuwen bekende
van den vorigen nacht herinnerde. Toen hij
aan zijn afspraak dacht voor Donderdag,
glinsterden zijn oogen van genoegen en zeide
halfluid tot zichzelf, terwijl hij naar de deur
ging: „die zonderlinge man wil weder naar
Amerika gaan; zoo ik niets betere kan krij
gen, ga ik mpt hem mede." Juist toen Ihij
zijn hand op de kruk legde, werd er hard op
de deur getikt. Hij deed open en de werk
meid stond voor hem met een brief in de
hand. Hij ging naar het venster en brak
haastig de enveloppe open. Een aantal nette
invitatiekaartjes met gouden randjes vieleni
er uit. Een brief lag er tusschen, door den
heer Blyth geschreven en waarvan de in
houd al® volgt luidde:
Woensdag.
„Beste Jack. Hierbij zijn de kaartjes
voor mijn tentoonstelling, waarvan ik u
gisterenavond sprak. Op verzoek van
Lavinia zend ik ze u nu, in plaats, zoo
als ik met u heb afgesproken, tot heden
avond te wachten. Zij vindt drie dagen,
van heden tot Zaterdag, om ze rond te
verspreiden, te kort, en acht het raadza
mer om er nog een paar uur hij te no
men, ten einde u nu reeds in staat te
stellen, ze onder uw vrienden rond te
doelen, opdat zij zooveel te meor tijd heb
ben, om hunne zaken zoo te regelen, dat
zij mijn atelier kunnen bezoeken, even
als ik het met de mijne doe; zoodoende
haalt gij een dag uit. Patty moest toch
langs uw huis, daarom brengt zij u den
brief. Hoe goed kunnen do dingen toch
loopen* niet waart Laat een ieder maar
komen dien gij goedvind.t, maar hij voor
keur menschen, die er verstand vani
Ibebben. Mijn voornaamste schilderij iai
Columbus, in het gezicht der Nieuw<|
Wereld; het is een ideale opvatting eif
wel geschikt om den toeschouwer t<J
boeien als een gewrocht van hooge kunst^
dat niemand door een vluchtige beschou
wing kan genieten.
Ik hen nu reeds bezig om mijn ateliei
voor do bezoekers schoon te maken. Maj
donna helpt mij in het meubileeren, zooj
als zij het sledht® verstaat. Zij vindt alles
en doet alles en loopt maar hoen en
weer om Lavinia te vertellen wat wi]
doen, terwijl ik er slechte het oog ovei
behoef te honden. Met zulk een goed
en lief schepseltje om mijn atelier op tij
knappen, moet de leelijkste plaats reedj
oen paleis schijnen, en ik ben de gelukl
kigste schilder, die ooit een penseel ii(
de handen heeft gehad.
Ik blijf, beste Jack,
Altijd de uwe,
J. BLYTH".
De inli/ud van dien brief herinnerde Jacl
aan ziin pas opgevat besluit ton'aanzien vai
do kunst, dat aan zijp. dartel geheugen wal
ontsnapt, terwijl hij dacht aan zijn uitzich
ten in d© toekomst. „Ik blyf bij mijn eerMj
idee," sprak hij, „en ik wil een kunstenaal
worden als Blyth mij nog wil aannemen uj
hetgeen er gebeurd is. Al© hii niet wil, dal