TWEEDE BLAD LO O PERS Madonna. DE GOfiLOGS Brieven uit Lisse. P. J. JANSSEN &negang h. Warmoesstr. FEUILLETON BONO DE LITURGIE ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1915 „O® wes-gsien®11"' 'I Goedkoopst adm voos8 is steeds 42 NIEUWE HAARLEmSCHE COURANT De „Vereeniging ter be vordering belangen van den boekhf herdacht en Tveek haar 100-jarig be®ta^He w^d deae op de daarbij g^^^Lenteerd door ffve0rwIrdeepatroog',s: uitgevers, chemigra- fen Irnïkprs boekbinders enz. Hel Volk"' vindt hier reden in, weer 2ens de werklieden tegen de patroons op. te zetten, oP voorbeeld van het socialisti sche „Grafisch Weekblad". Wij'' de arbeiders, zijn „de vergetenen", zoo stoken deze socialistische bladen. „De arbeider, die door zijn intellect zorgt dat de boeken toonbaar te voorschijn komen, wordt beschouwd als een quantitó nég ligé able", zoo nijdassen deze afgunstigen en haat-kweekers. Natuurlijk zullen we nu niets zeggen van de dwaasheid, die in socialistische kringen regel is, om de arbeiders in pen bedrijf zoo langzamerhand als verreweg véél belangrij ker te beschouwendan de menschen die een bedrijf leiden... Maar hoe komt jn dat benepen stukje écht uit de socialistische ontevredenheid met den werkkring, de ingekankerde haat tegen allen, die door God hooger zijn ge plaatst, de kleinzielige afgunst tegen men schen van hoogeren standi... Het is toch zoo benepen: „wij zijn de vergetenen"... terwijl er juist van dien kant altijd haat en afgunst en strijd wordt gepreekt tegen de patroons, die men voor stelt als den v ij and, den tegenstander, met tvien men immers niets, niets te maken wil hebben1 Het is zeker al gerulmen tijd. geleden dat .w, onder bovenstaanden" titel iets uit onze pU ats en omgeving in de N. Haarl. Ort. 'heb ben geschreven. Verschillende oorzaken heb ben daartoe bijgedragen, waarvan een der grootste was..' de minder voordeelige tijds omstandigheden. Edoch, een abnormale toestand wordt, als hel lang duurt, om zoo te zeggen de 'normale weer, zoodat we onder bovenstaand hoofdje zoo af en toe eens weer iets onder Ide alge meen© aandacht hopen te brengen. Met deze inleiding i8 dus de oude kenuis- makmg weer hernieuwd en zullen we de kwesties van den dag weer gaan bespreken, waarvan wij hopen dat de belangstelling in deze weer even groot moge zijn als we feteeds gewoon waren! Het moge dan al ruim een maand geleden ■ijn dat de stemming voor den Gemeenteraad werd gehouden, de uitslag is belangrijk ge noeg om er nog even aan te herinneren Dadelijk kunnen we dan al wijzen op het heugelijke feit dat de Rechtsche Kiesvoréeui- gingen, meer met name def R. Katholieke 3n Antirevolutionaire, meer en meer hun kracht gaan zoeken en ontwikkolen in de roo hoognoodige samenwerking. Met een reusachtige meerderheid, het is destijds in dit blad uitvoerig1 ontwikkeld, wer den'de candidaten der Rechtsche kiesvereni gingen bij eerste stemming gekozen. Dit is voor óns een sprekend bewijs, dat do vooruit gaande en steeds aangroeiende kracht der organisaties de noodige ontwikkeling onder de breedo scharen des volks brengt. Het staat ons nog zoo helder voor den, geest dat in de jaren 1907 en 1909 de Room- sche kiesvereeniging échec leed en niet alle door haar gestelde candidaten werden ge kozen, met gevolg dat het Bestuur er het bijltje bij neerlegde! Twee jaar geleden be haalde ze echter, zij;1 het dan met een kleine meerderheid, do overwinning1 welke thans met een schitterende overwinning is bekrachtigd. Eik Roomsch organisatieman, ieder, die der Roomsche zaak een goed hart toedraagt, zal zich over dezen vooruitgang verheugen. Im mers daar moet het heen. Wil men eau krach tige organisatie, dan ook de besluiten helpen uitvoeren 1 Laat men op de vergaderingen zijn bezwa ren naar voren brengen en toelichten en elkaar op een fatsoenlijke manier „de waar heid zeggen", maar bij de stemming zijn we TEL'êF. 2610. - HAARLEM. één, moeten we één zijn. En daarom vinden we 't zoo laf en betreurenswaardig dat ©r kiezers waren, zij 't dan ook maar twee, welke 's avonds vóór den stemmingsdag hun lidmaatschap, opzegden. .Waarom? Wel, nergens anders om, "dan om de Roomsche zaak ©en spaak in 't wiel te steken, om deze tegen te werken. Onverantwoordelijke daad! Wij kunnen slechts 'modelijden met de zulken hebben en trachten hen binnen t© leiden ep de Roomsche .Ontwikkelingscursus sen, waar zij een ruimeren kijk loeren .ver krijgen op 'de beweging onzer dagen. Met dit al is onze 'vreugde om den prach- tigen uitslag toch niet onvermengd. Waar toch gaan we langs dezen weg heen Bij' de vorige, nu twee jaar geleden, gehouden verkiezing voor den Raad waren er enkele gegoeden, bloemisten en burgera, welke hun lidmaat schap opzegden omdat één der candidaten hun niet naar den zin was. Thans waren "t weer twee bollenkweekers welke bedankten omdat óók een der candidaten hun niet aan stond. Gaat dat zoo door, dan hebben we hier bin nen korte jaren niet een arbeiders- kiesvereeniging" maareen kies vereeniging van arbeiders! En dat loopt mis. Dan heeft men steeds de kans, dat we krijgen: candidaten der Roomsche kiesver eeniging, en candidaten der Roomsche kiezers buiten eenig verband. Van een principiëelan strijd is dan natuurlijk geeu sprake meer; het wordt een partijstrijd waaruit onvermij delijk volgt dat waar „twee honden vechten om één been, een derde er mee heen 'gaat," en we de kans beloopen dat de Roomsche meerderheid wel eens minderheid kon worden, wat we zeker allen zouden be- freurenl Bovendien: wat wint men 'er mee om aldus de gelederen te verlaten? Immers nielsl Men speelt juist in de kaart der legen- standers. Niet dus de gelederen verlaten, maar alle Roomsche kiezers in de Room sche kiesvereeniging, om eiken politieken strijd jnet succes het hoofd te kunnen bieden. Dat is een ideaal 1 Heeft men dan wat op z'n gemoed, men brenge dit op de vergadering naar voren, goed geargumenteerd, en wie het best de bezwaren kan bespreken die doet het. Wat o. i. óók nog wel eens in de ver gadering der kiesvereeniging naar voren m,ag gebracht worden, (het is trouwens al eens geschied) maar thans met meer klem, is: er op aan te dringen dat onze gemeenteraads vergaderingen, althans in de zomermaanden, op een uur worden gehouden dat alle leden ze kunnen bijwonen. Toch, we meenden dat deze kwestie,' deze oude kwestie, geregeld was! In een der vergaderingen van den Raad, dit voorjaar gehouden, was tooh besloten, op aandringen vaii enkele leden, de zomer vergaderingen uit te schrijven op een uur dat men ze zonder bezwaar kan bijwonen. Toen, als we ons niet vergissen, werd besloten ze niet vroeger te doen aanvangen dan 's na middags te 5 uur. Dit werd niet alleen 'ge acht in 't belang der arbeiders-raadsleden, inaar ook in dat der bloemist-patroonsleden. Het bollenbedrijf toch vraagt in het drukke seizoen alle krachten, zoowel van de leiders als van de ondergeschikten. Een mooi besluit was dit dus. Maar een leelijk woord, als dat or bij moet komen wat zien we nu gebeuren? De drie vergaderingen welke kortelings zijn gehouden, dus in het drukke seizoen, werden uitgeschreven niet 's namiddags te 6 uur, doch te 3 uur! Een vraag dringt zich aan ons opis (dit een vergissing, of is hier opzet in 't, spel? Is men er op uit enkele leden te pegeeren Zoo ja, dan dient dit te worden achterhaald en dan moeten onze Raadsleden tegen iets dergelijks protesteeren. Helpt dit niet, welnu, dan de weg inge slagen boven reeds met een enkel woord aangestipt, en het onzen Raadsvoorzitter dui delijk gemaakt dat we niet tevreden zijn, onze Raadsleden .alleen gekozen te hebben, maar dat we ook van bovenaf medewer king wenschen, zoodat hun de gelegenheid gegeven wordt werkdadig te kunnen mede werken aan de belangen onzer gemeente, waarvoor wij ze hebben gekozen. Dit is geen bemoeizucht der kiezers, maar hun plichtl OPMERKER. DE VESTING KOWNO. Het middenfront van de Russische strijd- linie, vóór den val van Warschau, van uit het Zuiden loopende van Iwangorod over Warschau, en Nowo-Georgiewek naar het noordelijk gelegen Kowno, is nu over de ge- heele lengte in noord-oostelijke richting op geschoven. Kowno was mede een der versterkte steun punten, dat ook begrepen was in de nieuwe verdedigingelinie Wlodawa—Brest Litowek— Ossowiecze—Kowno. waarop de Russen had den aangekondigd te zullen terugtrekken en van waaruit zij het offensief zouden herne men. Die groote Russische vesting is thans in handen van de Duiteohere; zonder vooraf gaande omsingeling werd de vesting na het doorbreken van de omgelegen stelling, stor menderhand genomen. De door de Duit- edbers, naar vooraf uitgewerkte plannen, on dernomen aanval, heeft slechts 10 12 dagen geduurd, in welken korten tijd de Russisohe versterkingen werden, vernietigd, waardoor de bezetting genoodzaakt werd om den te genstand op te geven. Sedert eeuwen is Kowno, door haar lig ging, in het middenpunt van velen daar sar menkomende uitgestrekte dalen, een plaats van historische en economische heteekeniis. Van 1384 tot 1398 behoorde Kowno aan de Duitsche orden, die het ook tot een punt van strategische beteekenis maakten. Kowno is gelijk zoovele plaatsen in het westelijk deel van Rutland meermalen het tooneel van hardnekkigen strijd geweest en van bezitter verwisseld. Grootvorst Witoft, die in 1400 het bestuur bad over de stad, liet de burcht der Duitsche orde in brand steken, hetgeen echter de ont wikkeling en den opbloei der stad niet ver- mooht tegen te houden. Onder Hendrik van Valois, die in de jaren 1574 en volgende de Pooleche kroon droeg, ontwikkelde zich' de stad buitengewoon snel en bereikte zij in 1581 baar hoogtepunt, toen zij hoofdstapel plaats van den uitvoer van handelswaren werd en een douanekantoor kreeg. De han- delsomzet liep omhoog tot 8 millioen duka ten 'sjaars. Uit dezen tijd ongeveer dateert ook het historisch geworden stijlvolle raadhuis. Haar economische waarde was een prikkel voor de Russische keizere, om deze stad in het bezit van Rusland te brengen. In een veldtocht van Czaar Alexej werd de stad in 1665 geplunderd en bijna anderhmr» eeuw later, hij de derde verdeeling van Polen, in 't jaar 1795, kwam Kowno in Russisch bezit. Van nu af begonnen moeilijke tijden aan te breken, welke de stad in haar ontwikke ling ernstig heiemmerdenja, zelfs met on dergang bedreigden. In 1806 brak een groote brand uit met het gevolg) dat ongeveer drie vierden der stad afbrandden. Het duurde eerst zeer lang voor de stad wear in bloei ging toenemen; in 1817 telde zij dan ook nog slechts een tweehonderdtal huizen. Toch dank zij hare gunstige ligging aan de samen vloeiing van de Wiljja en de Njemen, wajar die rivieren met hun ihooge oevers de stad een schilderachtig aanzien geven zou Kowno weer een tijdperk van bloei tegemoet gaan en werd zij in 1842 de hoofdstad van "het nieuwgevormde gouvernement van den- zelfden naam. Er werden gaandeweg vele en belangrijke indiustrieele instellingen gevestigd en de han del nam in het nieuwe tydpei'k weer snel toe. Vooral worden graan, meel, gehouwen steen, steenkool, hout en vlas over Kowno uitgevoerd. Bij de volkstelling van 1912 werd vast gesteld, dat Kowno niet minder dan 84 dui zend inwoners telde. De stad, welke omgeven i» van forten, telt er alleen in het zuiden zeven, waarvan er drie den weg naar Wilna moesten dekken en een bestemd wos voor de verdediging van de Wilij a-brug. Met den val van Kowno hebben de Duit- sclhe troepen weer een groote overwinning behaald, welke vooral d éér om van beteeke nis is, omdat de spoorweg Wilna—Dwinsk St. Petersburg, de hoofdverbinding tusschen het gebied', waar zich thans het Russische centrum bevindt, Brest-Litowsk, en de Rus sische hoofdstad, ernstig wordt bedreigd. De spoorweg naar Bjelostok, welke hij Wilna met de genoemde spoorlijn verbin ding heeft, is hij Bjelk reeds in het bezit der Duitschers. DE DUITSCHERS IN WARSCHAU. In de „Lokal Anzeiger" beschrijft K. 'Br. hét leven in de straten van Warschau, on der den intocht der Duitschers. De hoofd straat van Warschau, zoo vertelt hij, heeft aardige kijkjes naar de Weichsel en naar Praga aan den overkant, sloppen en stegen, die rechthoekig van de hoofdstraat naar de rivier loopen. Zij zijn als ervoor gemaakt om een krachtig geweervuur door te laten. De Russen laten zich deze gemakkelijke en eenvoudige schootsvelden niet ontgaan. Bijna alle honderd pas komt zoo een dwarsstraat, waardoor de Russen hun ko gels spuwden. De dames en heeren van War schau laten zich echter niet verjagen van de hoofdstraat. Zij .wandelen op en neer, viel er regen dan zouden de meeaten waar- sohijnlijk naar huis vluoh.ten om hun klee- ren niet te bederven. Dat het kogels regent, schijnen zij zich echter niet aan te trek ken. Slechts als het een oogenblik te erg wordt, etuiven zij uit elkaar en lachen met een gilletje, alsof zij gekitteld worden. Het is werkelijk interessant. Zij kunnen het ook niet nalaten naar de Duitsche soldaten te kijken, die j$ van alle kanten aanstaren, zooals kinderen een onverwacht geschenk. Den geheelen dag blijven de Russen door schieten en den heelen dag komen de War- schauers niet van de straat. Hoe menige dap< pere wordt nog door deze kogels getroffen? Maar eer men er erg in heeft steken de meisjes ons rozen op de borst. De dood gaat rond aan den oever van de Wteichsel en in Praga en in de hoofdstraten van Warschau giebelen pn lachen de meisjes. De bittere ellende van den oorlog gaat rond en de meisjes van Warschau gaan daarbij gekleed in wijde, geparfumeerde zomerdracht. Het is als een fantastisch spookbeeld! Wij Duitschers zijn te plomp voor dergelijke contrasten. Hoe menig officier ziet men het hoofds chudden over dit merkwaardig gedoe. Hoe menig soldaat fluistert zijn kameraad toe met een oneindig verbaasden blik op de golvende, vroolijk gestemde E2©nigte:„en honderd meter van hier sterven de men schen",,, DE STRIJD IN DE LOOPGRA VEN AAN HET WESTELIJK FRONT. Aan een soldatenbrief in de Kölnisohe Volk»- zeitung wordt-het volgende ontleend: Overdag hield de vijand zioh kalm. Slechts op bepaalde nron zond hij een groot aantal van zijn zware mijnen naar ons toe. De uitwerking van deze projectielen la vreeselijk. Wij hadden dagelijks een aantal brave kameraden te betreu ren. Zoodra het donker werd begon een onbe schrijfelijk woest infanterie-, artillerie- en mijn- vuur. Het geraas was zoo groot, dat men zelfs zijn buurman niet kon beschreeuwen. Zoo ging het onafgebroken vijf nachten lang. Wij moes ten een sterke natuur hebben om de inspanning, die nog verergerd word door het slechte weer, uit to houden. Warm eten kreeg men niet en water heelemaal niet. De tong kleefde aan het gehemelte. Om onzen dorst tenminste iets te leesen schepten wij water uit granaatkuilen. Wij moesten volhouden. In den nacht van 12 op 18 Mei overviel de vij and ons twaalf maal met zijn infanterie-, artil lerie- en mijnvuur. Dit was een toeken dat hij den volgenden dag waarschijnlijk een grooten aanval zou ondernemen. Wij bedrogen ons niet. 'a Morgens om 9 uur kwam het bevel voor alarm gereed te zijn: alles klaar maken voor het gevecht, en alle schietgaten bezetten. Onze vliegers hadden achter de vijandelijke linies groote opeenhooplngen van troepen gezien.Ieder. wist nu wat ons te wachten stond. Wy maakten ons gereed voor 't gevecht, plantten de bajonet ten op het geweer en keken scherp uit. Zonder eenig artilleristisohe voorbereiding stortten precies om tien uur vijandelijke kolonne# voor waarts tegen onze stelling. Vele zwarten wa ren daaronder. Onmiddellijk begonnen onze machinegeweren te knetteren, handgranaten vlogen in de vijandelijke kolonne, granaatkar tetsen barstten en wij schoten dat de geweerloo- pen gloeiend werden. Steeds dichtere massa's stormden tegen onze loopgraven. De vijand had den rand reeds bereikt. Toen kwam een batal jon van onze reserve toegesneld. De bajonetten gingen aan 't werk en de vijand be gen te wanke len. Wij volgden hem op de hielen, drongen in zijn loopgraven die wij bezetten en tegen alle tegenaanvallen handhaafden. De Fransohen hadden zware verliezen geleden, doch ook wij hadden menigen dapperen kameraad te be- treurenj DE AUTO IN DEN OORLOG. De ingenieur Horace Wyatt geeft in de „Quarterly Review" een beschrijving over do buitengewoon gewichtige en veelvuldige diensten, di© de auto in dienst van het En- gelsch leger verricht. De automobiel heeft in dezen oorlog een tot r.og toe ongekend© bruikbaarheid bewe zen. Het is gebleken, dat zij het vervoer van voorraden voor de troepen vergemakkelijken kan op een© wijze, ais waartoe geen ander vervoermiddel in staat is. Het voornaamste, voor het legerbestuur bruikbaarste type, schrijft hij, is de vracht-automobiel van drie ton draagvermogen bij een snelheid van on geveer 36 K.M. op den vlakken weg. Ge woonlijk wordt echter niet "sneller clan 16 K.M. per uur gereden. Dat is dan toch nog OCLXXUL DE WIJDIhJG VAN ACOLIET OF LICHT DRAGER. Heerlijk schoon is de „Admonitio" of Ver maning, welke de Bisschop den Acolieten geeft, voordat zij deze wijding ontvangen. Wij kunnen dan ook niet nalaten ze in haar geheel hier weer te geven. Luister, hoe tref fend onze Moeder de H. Kek hen toespreekt: „Zeer geliefde zonen, nu gij de bediening van Acoliet gaat aanvaarden, bedenkt wel, waarin zij bestaat. Do Acoliet immers moet den kandelaar dragen, de lichten der kerk ontsteken, den wijn en bet water voor de H. Offerande in gereedheid brengen. Logt u er dus op toe, de taak, die gij aanvaardt, waar dig te vervullen. Want gij zoudt Gode niet kunnen behagen, zoo gij, in uwe handen Zijn licht dragend, met uwe harten de werken der duisternis verricht en daardoor aan an deren voorheelden van ontrouw gaaft. Han delt veeleer naar dit woord der waarheid: Dat uw licht schijne voor de menschen, op dat '/ij uwe goede werken zien en uwen Va der, dio in de hemelen is, verheerlijken! En volgens bet woord van den apostel Paulus: Te midden van een slecht en bedorven ge slacht, verspreidt uw licht in de wereld als zoovele lichtbaken, die het Woord des Le vens bezit. Uwe lendenen dus omgord, de brandende fakkels in de hand, opdat gij kin deren des lichts moogt zijn. Werpt verre van u de werken der duisternis, omgordt u met de wapenen des lichts. Eens waart gij zelf duisternis, thans echter een licht in den Heer. Wandelt daarom als kinderen des lichts. En welk dat licht is, waarop de Apos tel zoo aandringt, blijkt uit de woorden, di© hij laat volgen: De vruchten van het licht openbaren zich in rechtschapenheid, gerech tigheid en waarheid. Streeft er dus naar in alle gerechtigheid, rechtschapenheid en waarheid èn u zeiven én ander*® èn geheel de Kerk Gods voor te lichten. Dan ook zult gij gerechtigd zijn bij 's Heeren Offer het water en den wijn aan te bieden, als gij u zelf door een zuiver leven en door heilige werken den Heer als een slachtoffer hebt aangeboden. Hetgeen de Heer n door Zijne barmhartigheid verleene!" voldoende om met een© afdeeling van 100 auto's 300 ton gewicht in vier uur naar eei4 plaats by het front op 64 KM. van het spoor wegstation te brengen. Deze 100 wagens ne men slechts half zooveel ruimte in als het aantal door paarden getrokken wagens, die hetzelfde gewicht vervoeren moeten. Dien tengevolge worden veTkeensverwarringen, die bij een eventueelen terugtocht noodlottig zouden kunnen zijn, op deze wijze vermeden en bij een snellen opmarech kunnen de autoW de troepen veel sneller volgen dan de me^ paarden bespannen wagens. De verzorging: der troepen is door de auto dan ook' geheel gewijzigd. In plaats van geconser veerde voedingsmiddelen, kan den soldaten! voisch vleesch en brood verschaft wordenV Ook voor het transport van gewonden'' wordt de auto in dezen oorlog met goed re sultaat gébruikt. Re Rood© Kruis-auto is door een met linnen bekleed houten raam werk gedekt, en biedt plaats voor vier barem Bij andere typen ie tusschen de baren een doorgang vrijgelaten en vindt men ook een zitplaats voor den geleider. In het algemeen is het echter raadzamer, de middengang weg te laten en de wagens zoo te bouwen, dat iedere patiënt van buiten af kan behandeld worden, zonder dat de anderen lastig geval len worden. Hiervoor is noodig dat het zeil doek verdeeld is, zoodat elk deel afzonderlijk geopend kan worden. De baren worden inj bet algemeen van achteren in de auto's go-j schoven. Twee staan op den bodem, de an dere twee rusten op hooger aangebracht© planken en worden met riemen vastgebon den. Natuurlijk moet de auto goed afgevoerd zijn, zoodat schokken vermeden worden. De baren moeten tusschen de beide assen wor den geplaatst, in geen geval echter boven de achteras, die de zwaarste schokken te ver duren heeft. Met de gewonden-auto's rijden meestal ook keukenauto's mee niet te ver warren met veldkeukens waarin alleen ketels en geen bakovens aanwezig zijn. Hier-, in worden vloeibare spijzen voor de voeding der gewonden op weg naar de hospitalen be reid. Dan zijn er auto's met bad- en dosinfectio- inrichtingen en Röntgeu-apparaten, bacte riologische laboratoria en zelfs met kleine operatieruimten. Ook apotheek-automobiel len, steriliseer-apparaten en veldwasseherijen rijden gewoonlijk mee. Voor de eiglenijke militaire operaties zijn Naar den roman van W. COLLINS. (Uit het Engelsch.) Maar Ibet had geen andere uitwerking 0p nievrouw Thorpe, dan dat zij de kamer in heftige onrust en luid snikkende op cn neer hop. Nu en dan kwam er een afgebroken en '^beduidende klacht over baar lippen. Zoo vel kon hij daar wel uit opmaken, dat zijn v&der alles ontdekt had, en zelf nu aan vree slijke hartkloppingen leed, zoodat hij zich j. 11 ochtend toen Ihij opstond ziek naar 'chaam en geest gevoelde, en niet in staat "uu zonder eenige hulp zijn zoons misdaad e bestraffen. De heer Thorpe was dienten gevolge reeds vroeg uitgegaa* om hij den ecukant ^tellop raad te vragen, wat hem in dit vreeeelijke geval als een christe- Uk vader te doen stond. ..F'«en Jack dit te weten kwam veranderde berouw terstond in een zonderling ge. kon iVai! verontwaardiging en schrik. BjJ Hm e z'ch plotseling om naar zijn moeder, ar voor hij nog een woord had kunnen uiten, zeide zij snel en op strengen toon als zij nog nooit te voren gebezigd had, dat hij niet moest denken, dat hij als gewoonlijk naar zijn kantoor mocht gaan, maar dat hij moest wachten tot zijn vader thuis kwam; daarop ijlde zij de kamer uit. De waarheid eigenlijk was., dat mevrouw Thorpe haar eigon zwakheid vreesde, zoo zij nog langer bij haar berouwhebbend en zoon bleef; maar Jack kon, ongelukkiger wijze, dit niet weten. Hij wist alleen dat zij hem plotseling verliet. ]la i v\n een onaangename tijding gebracht te hebben, en hij kon haar gedrag slechts toesehriteenen misnoegden dheid heb'fi,111 lnoe^er °°k al tegen mfi is, dan dm. V-. verloren en blijft mij niets over i. J zwoo£ vóór dat hij zjjn zin voltooi- r!onto gms! Zbn opzitten om te be ten mi nl^^f111 te doeS ston(k Ik kan r 1 „van mijne oude verdragen, d e nu recht heeft om mij te berispen. Maar als ik weder wat van dien ouden Yoïlop moet verduren, dan zal ik - wat Jack ver teer wilde zeggen ging verloren door een driftigen en barden slag op de matras, waar in al zijn woede en wanhoop zich uitte. Een weinig kalmer geworden, gelukte het hem eindelijk uit bed te komen, onder hot uit spreken der "volgende woorden, die hem on getwijfeld ernst waren, die weinige noodlot tig© woorden, die hij in d© laatste dagen steeds als een losse bedreiging 53ad gemom peld: „Nu is het met mij gedaan, ik moet het huis uit." Hij verfrischte zil11 Keest en lichaam door een bad, maar toch veranderde zijn besluit niet. Hy trok spoedig zijn kleederen aan, wierp het venster open en luisterde aan de deur. Hij herinnerde zich nog maar al te goed de vorige bestraffing Van den heer Yellop, en de overtuiging dat die zich nog viermaal zoo krachtig, zou herhalen, was op zichzelf reeds voldoende om hem bij zijn wanhopend voornemen te doen volharden, zonder dat hij behoefde vooruit te loopen op hetgeen hij van zijn vaders toorn te wach ten had. „Dat zal mij helpen, in afwachting dat ik iets anders vind", dacht hij, en deed een gouden horloge met gouden ketting aan, dat hij van zijn grootvader gekregen had. „Oude, arme grootvader Goodworth, hü zei- de dat hij een present aan de bank van lee ning had, toen hij het mij gaf. Maar ik zal1 het, zoodra het mij mogelijk is, weder los sen". Hier namen zijn gedachten een an deren loop, daar zijn oog op het notitieboekje viel, terwijl hij zich zijn nieuwen bekende van den vorigen nacht herinnerde. Toen hij aan zijn afspraak dacht voor Donderdag, glinsterden zijn oogen van genoegen en zeide halfluid tot zichzelf, terwijl hij naar de deur ging: „die zonderlinge man wil weder naar Amerika gaan; zoo ik niets betere kan krij gen, ga ik mpt hem mede." Juist toen Ihij zijn hand op de kruk legde, werd er hard op de deur getikt. Hij deed open en de werk meid stond voor hem met een brief in de hand. Hij ging naar het venster en brak haastig de enveloppe open. Een aantal nette invitatiekaartjes met gouden randjes vieleni er uit. Een brief lag er tusschen, door den heer Blyth geschreven en waarvan de in houd al® volgt luidde: Woensdag. „Beste Jack. Hierbij zijn de kaartjes voor mijn tentoonstelling, waarvan ik u gisterenavond sprak. Op verzoek van Lavinia zend ik ze u nu, in plaats, zoo als ik met u heb afgesproken, tot heden avond te wachten. Zij vindt drie dagen, van heden tot Zaterdag, om ze rond te verspreiden, te kort, en acht het raadza mer om er nog een paar uur hij te no men, ten einde u nu reeds in staat te stellen, ze onder uw vrienden rond te doelen, opdat zij zooveel te meor tijd heb ben, om hunne zaken zoo te regelen, dat zij mijn atelier kunnen bezoeken, even als ik het met de mijne doe; zoodoende haalt gij een dag uit. Patty moest toch langs uw huis, daarom brengt zij u den brief. Hoe goed kunnen do dingen toch loopen* niet waart Laat een ieder maar komen dien gij goedvind.t, maar hij voor keur menschen, die er verstand vani Ibebben. Mijn voornaamste schilderij iai Columbus, in het gezicht der Nieuw<| Wereld; het is een ideale opvatting eif wel geschikt om den toeschouwer t<J boeien als een gewrocht van hooge kunst^ dat niemand door een vluchtige beschou wing kan genieten. Ik hen nu reeds bezig om mijn ateliei voor do bezoekers schoon te maken. Maj donna helpt mij in het meubileeren, zooj als zij het sledht® verstaat. Zij vindt alles en doet alles en loopt maar hoen en weer om Lavinia te vertellen wat wi] doen, terwijl ik er slechte het oog ovei behoef te honden. Met zulk een goed en lief schepseltje om mijn atelier op tij knappen, moet de leelijkste plaats reedj oen paleis schijnen, en ik ben de gelukl kigste schilder, die ooit een penseel ii( de handen heeft gehad. Ik blijf, beste Jack, Altijd de uwe, J. BLYTH". De inli/ud van dien brief herinnerde Jacl aan ziin pas opgevat besluit ton'aanzien vai do kunst, dat aan zijp. dartel geheugen wal ontsnapt, terwijl hij dacht aan zijn uitzich ten in d© toekomst. „Ik blyf bij mijn eerMj idee," sprak hij, „en ik wil een kunstenaal worden als Blyth mij nog wil aannemen uj hetgeen er gebeurd is. Al© hii niet wil, dal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5