van de Openbare Godsdienstoefemiigen in de R.-K, Kerken te Haarlem en Omliggende plaatsen ftederSandsche R- Volksbond voor Haarlem en buifenpmeetten. Een Studentengrap. Een nacht in het woud. Dertiende zondag na pinksteren EVANGELIE-VERKLARING 1 Afd. BENNEBROEK EN OMSTREKEN. DE OFFICIEELE KERKLIJST ri i- 01 0+T.0 101 ic De nadruk Tan de berichten en mededocflingen in dit blad is verboden. - Nieuwe Haarl. Courant van 21 Augustus 1915. Dit nummer behoort bd d« "mt5U Les uit den brie! van den H. Apostel Paulus de Galaten; III, 1G-S2, Broeders! De beloften zijn toegezegd ge- Het is gemakkelijk in tijd; van nood, of onder den druk vap lijden te bidden, en ge lijk die tien melaatschen een beroep te doen op Jesus' medelijdende liefde. Dan spreekt het hart vanzelf en roept luide om orbar- ming. Doch nauwelijks heeft de goedheid; ,T van God uitkomst geschonken, of de drin- worden aan Abraham en zijnen Nakomeling, g.er^e plicht van dankbaarheid wordt ver- Niet zegt Zij: En aan nwe nakomelingen,Niets mishaagt zoozeer aan God als als van velen, maar als van éénen: en aan de on(jankbaarheid. Terwijl de dankbaarheid uwen Nakomeling; en deze is Christus. Dit (Jen weg tot njeuwe weldaden opent, sluit nu zeg ik: een door God bekrachtigd Ver-;de onciankbaarheid dien weg af en maakt bond wordt door de Wet, die .vierhonderd 0TJjg schnldig voor God. De H. Bernardns zegt ons: „De ondankbaarheid is de vijandin der genade, en vijandig aan de zaligheid", en in het Boek der spreuken lezen w:ij „om- erfenis wit de Wet is, dan is zij niet meer (ja+ (}ot[, uw Verlosser, vergeten hebt, en en dertig jaren later gegeven werd, niet krachteloos gemaakt, zoodat de belofte te niet gedaan zou worden. Immers, zoo de nit belofte; en toch heelt God ze aan Abra ham door belofte geschonken. Waartoe is dan de Wet? Om wille der overtredingen gij uwen sterken Helper niet indachtig ge weest zijt, zult gij uw zaad voor vreemden zaaien." Laten wij dan steeds de woorden is zij gegeven, totdat de Nakomeling, aan ,yan den apostel Paulus «ons berinneren: wien Hij de belofte gedaan bad, komen zou; „weest dankbaar." Wij allen hebben reden en zij werd verordend door engelen in degenoeg voor die dankbaarheid. Immens, be- hand eens middelaars. Een middelaar nu is halve zoo vele buitengewone gunsten en het niet vèn éénen; God echter is één. Is j weldaden die ieder van ons in zijn leven ont- de Wet dan in strijd met Gods beloften? vangen heeft, ihebben wij allen Hem te dan- I>at zij verre! Want indien de Wet gegeven ken voor ons leven, onze gezondheid, ons Vv'sre, als die in staht was levend te maken, y0edsel, voor de groote weldaad, van 't ware dan zou de gerechtigheid waarlijk uit do ge]öof vooral, hoven zoovele millioenen aan Wet zjjh. Maar de Schrift heeft alles onder ons geschonken, voor al de goddelijke gena de zonde besloten, opdat aan ben die geloo- (]en en weldaden, waarvan dat geloof de ven de belofte zou gegeven worden uit bethron en de oorzaak i6. geloof in Jesus Christus. Laten wij die dankbaarheid tooneni door I God te verheerlijken in onze woorden en in Evang. volgens den H. Lucas; XVII» 11 13* j onze daden, dan zullen vele nieuwe en nog groctere weldaden ons loon daarvoor zijn. In dien .tijd, toen Jesus naar Jeruzalem trok, ging Hij door bet midden van Sama ria en Galilea. En als Hij zeker vlek bin- nenging, kwamen Hem tien melaatschen mannen tegemoet, die van verre bleven staan én hunne stem verhieven, zeggende: •Jesus, Meester! ontferm U onzer! Toen Hij hen nu zag, zeide Hij: Gaat en vertoont n aan rie priesters! En het geschiedde dat zij, torwyl zij gingen, gereinigd werden. Eén nu van hen keerde, zoodra hij zag dat hij gerei nigd was, terug, G0(] verheerlijkend met lui de stem: en dankzeggend viel hij voor Zijne voeten op zyn aangezicht neder; en deze was een. Samaritaan, Jesus nu antwoordde en Een paar Duitsche studenten hadden een jreek aan één stuk ijverig gewerkt. Op eens voelden zij een. onweerstaanbare behoefte om weer eens te probeeren hoe een glas goed bier wel smaakje. De wil is nog geen daad, want toen zij'de begrooting opmaakten, bleek bet, dat zij voor een groot te kort stonden. Daardoor werd echter de trek naar de lang ontbeerde ver- w spapering niet minder. Het was de 81e van de zeide: zyn niet de tien gereinigd geworden? maand van welke en waar doet niets ter zake En waar zyn de negen? Er is niemand ge vonden, die terugkeerde en eer gaf aan God, behalve deze vreemdeling. En tot hem sprak Hij: Sta op, ga! want uw geloof (heeft u be houden! DERTIENDE ZONDAG NA PINKSTEREN Toen de Goddelijke ZaiigmAketn, tijdens zijn laaisté Evangeliereis., zeker vlek. van Samaria binnentrad, kwamen Hem tien rfté- laat -clien tegemoet, van wie negen Galiieërs en één Samaritaan was. De melaatscliheid was een afschuwelijke ziekte, die degenen; die er door aangetast waren, reeds bij hun leven uit de maatschappij verbande en hen aan allerlei folteringen en ontberingen ten prooi gaf. Zij bleven van verre staan, over eenkomstig de wet, die hun verbood tot op zekeren afstand gezonde menschen te na deren, om hen niet door hunne ziekte te he smetten. Zeker hadden zij reeds meer van de wonderwerken van Jesus gehoord, en daarom riepen ook zij met vol vertrouwen Zijne hulp in, met de nederige bede, maar die tevens blijk gaf van hun levendig ge loof: „Jesus, Meester, ontferm U onzer." En Jesus, vol liefde en medelijden, verhoorde kunne bede. Maar eerst wilde Hij hun ge loof nog op de proef stellen, eni daarom be val Hij hun zich aan de priesters te vertoo- nen, die van iedere genezing getuigenis ttoeeten afleggen, voordat de genezene in de maatschappij mocht terugkeeren. Maar hun geioof wankelde niet, en terwijl xij daar haengingen, werden zij genezen. Een van hen, als (hij zag dat hij gereinigd was, keerde terug, met luider stemme God ver heerlijkend. En hij viel op zijn aangezicht voor Jesus' voeteu, Hem bedankende. Welk een heerlijk voorbeeld voor ons al len, .om steeds dankbaar te zijn voor de wel daden, die wij van God ontvangen. Nauwe lijks ziet hij, dat de teekenen der melaatsch- keid van zijn lichaam verdwenen zyn, of hij keert, terug naar de plaats, waar hij zijn Weldoener verlaten had. De eerste gedachte c'ie' bij hem opkomt, is die van dank te bren gen aan Jesus, die hem genezen had. En niet Ju zijn hart alleen bleven die loffelijke g(> voelens besloten. Op zyn terugweg naar Je sus hield hij niet op Gods weldaden tB ver- rond i gen, Hem met luider stemme te ver heerlijken. En toen hij Jesus gevonden had, een i ge woorden van dank uitbrengen, maar zijn nederige houi- 'floV ge, g^, wat. er omgaat in zijn hart. Geheel anders is het gedrag van de negen andere genezenen Zij denken slechts aan aich zeiven, aan het geluk, dat zij weder in de maatschappij kunnen terugkeeren, zonder «enige dankbaarheid voor Jesus. die hun dat geluk geschonken had. Jesus wees op die ondankbaarheid, zeggende: „zijn niet de Ren gereinigd geworden? En de negen an deren waar zijn d-ieïHet was voor Zijne •^lVetendheid niet verborgen, dat zij adhter- kleven uit onverschilligheid, maar luide vrilelt» Jesus Zijne verontwaardiging over kunne ondankbaarheid uiten. Zij zijn de ^enigen niet over wier tekortkoming God to 'agan heeft. Sommige christenen, ofschoon ■J ia tijdelijke goederen, in aanleg en talen- a, in stand en waardigheid, verre boven «le anderen bevoorrecht zijn, gedragen ,*»oh lauwer in dankzegging dan anderen, die 'j,.1 uiol die gaven bedeeld zijn. Ande- I ön, die uit eenig gevaar gered zyn, of zich IjT e'in zware ziekte over de verlenging hun- W; geu mogen verbeugen, doen zelfs geen L: 8 °ui hunne dankbaarheid te toon en; er|ken er niet eens aan. persoonlijk te helpen: als hij achterdocht krijgt, zou 't zoowel met u als met mij, slecht kunnen af- loopen. Ik zal hem dronken maken. Ik heb dit middeltje wel eens met goéd gevolg aangewend, en nu zal het mij wel weer gelukken. Brengt gi| maar wat we hebben willen, maar verraad door woord noch blik wat er gaande ia, en vooral zwijg, als uw leven u lief is tegenover iedereen, want bij de geringste onvoorzichtigheid kan het ergste gebeuren. Een paar minuten later zaten Knip en Knap aan een tafeitje tegenover elkaar. Wat keuken en kelder puiks opleverde stond voor hen en bei den deden alle eer aan 't opgediende. Zichtbaar telkens meer gerustgesteld zag de restaurateur dat Knap stevig drenk en spoedig zou zijn wat men noemt, boven zyn theewater. Knip stond bekend voor een geduchte bierdrinker en bleef doodkalm bij al'de potjes edel gerstenat, die hij op slag naar binnen speelde. Ja, die mijnheer van de geheime politie bleef maar wakker uit de oogen kijken. Hij- was voor zijn vak geknipt. Eindelijk was het gewichtige oogenblik ge komen. Niet zender moeite nam Knip Knap's machte loos lichaam op sleeptouw, dat wil zeggen, hij pakte zijn makker stevig onder den arm, wierp den waard een beteekenisvolle blik toe en de deur viel achter hen dicht. Intusschen had de agent der geheime politie vergeten de rekening te betalen. Hij had dus nog al vertrouwen inge boezemd. Het kostte Knip heel wat moeite zijn vriend zestig treden hoog te brengen, want het „tonische zenuwmiddel", dat deze had ingeno men, ging vergezeld van gewichtige gevolgen. Den volgenden morgen constateerden da twee studenten dat hun beurs nog leeg, maar hun hoofd zeer vol was. Hun oogen waren zelfs al- lergoedigst klein. Maar zy werden weer veel grooter toen de brievenbesteller een fermen postwissel bracht, hetgeen op den eersten van de twaalf maanden altyd met gepaste vfeugde begroet werd. De waard maakte zich niet ongerust over de onbetaalde rekening, maar was zeer nieuwsgie rig naar den afloop van de arrestatie. De com missaris van politie die daar regelmatig kwam, was in lang niet zoo goed bediend geworden door den waard als den dag na het bekende feit. Het was alsof de waard zich had voorgeno- want de omstandigheden zyn in dit geval al tijd dezelfde. Blijven kniezen op hun kamer ver kozen zy niet; de ezelsooren uit hfln dictaten ha len ook niet, een mooi boek lezen nog minder, zij men zijn minste wensclien te raden. Toen hij moesten en zouden zich amuseeren, dat stond nu zelf bij het afloopen van den maaltijd een fijne eenmaal vast en studenten praat men gemak kelijker iets in dan nit het hoofd. Crediet be stond er voor hen nergens en dat was misschien hun geluk; of zij er ooit misbruik van gemaakt hadden, meldt de geschiedenis niet en wij Reb ben geen reden om het te gelooven. Hun boe ken verkoopen, daar waa geea denken aan, vooral niet sinds /.ij zich aan gezetten arbeid ge wenden. Zij hadden hun zinnen nooit gescherpt flesch voor den dag haalde, begreep de ervaren menschenkenner, dat bij iets op het gemoed had. Inderdaad bracht hij het gesprek op de zonderlinge inhechtenisneming van den vorigen avond. Toen was bet de beurt van den commis saris om verbaasd ta staan. Hij vroeg den waard wat hij eigenlijk bedoelde, want hem was niets van eon gewichtige inhechtenisneming bekend. De waard stond daarover verstomd te kijken op hun pandecten als op dit vraagstuk. Hoe au- en meende eerst dat de commissaris een loopje mogelijker liet voor hen werd, om uit te gaan,met hem wilde nemen. Deze verzekerde hem hoe meer zij er naar verlangden. Daar springtdat hij ef niets van wist en juist wilde hij een Kuip in eens van zijn stoel, in een oogenblik onderzoek gaan instellen, toen de deur openging stond bij wijdbeens op den grond, met éen hand op den rug en de andere met uitgestrekten wijs vinger op 'thooge voorhoofd. Ik heb het bevonden! riep hij zegevierend. Geef mij je potret en we zullen een grap bele ven. Lijkt het goed i Patent, riep Knap, terwijl hij onder een hoop papieren een proefportret opschommelde, dat hij pas had laten maken. We gaan, zeide Knip, of liever gij gaat om te beginnen naar de restauratie „de Gebraden Haan", daar zijn we zelden geweest en kennen zij noch my, noch jou Laat mij verder maar b<£ gaan en bederf de geschiedenis niet; je zult eens zien hoe mooi ik voor geheime politieagent kan spelen. Begrepen! riep Knap, terwijl hij rijn vijf geboden ferm door zyn wilden, gitzwarten krul- lebol streek om ze te verwarren. Zeg, zie ik er zoo verdacht uit, en niet zonder trots wees hjj' op een litteeken, dat hij eens bij toeval bij een vechtpartijtje had opgeloopen. Op zoo'n onder- sobeddingsteeken is een Duitsoh student grootsch. Hij wipte de deur uit en slenterde op zijn gemak naar de aangewezen plaats; de bei de handen diep in de zakken, den hoed op één oer, deed hij zijn best er zoo verloopen mogelijk uit te zien. Hij nam aan een tafeltje plaats en bestelde iets. Niet lang daarna verscheen Knip. Hoe was hij veranderd. Hij was keurig in het zwart als of hij zoo van zyn candidaat-examen kwam; hij had iets geheimzinnigs en gewichtigs over zich, dat hem wat goed stond. Hij liep de restauratie eenige malen voorbij, terwijl hij een vorschen- den blik naar binnen wierp. Toen trad hij bin nen en riep den kastelein voorzichtig ter zijde. Kent gij dien heer? is Knip's haastige vraag en toen de kastelein ontkennend ant woordde, zei hij diepzinnig: Dan ken ik hem. Hjj haalt een dikken lederen portefeuille uit den zak en daaruit na eenig zoeken tusschen uitge knipte krantenartikelen, actostukken en derge- y te papieren, 'n portret voor den dag, om't den en de geheime politieagent met den moordenaar arm in arm binnen kwamen, om bun vertering te betalen. Zij werden met een vreugdegejuich ontvangen en eerst laat in den avond ging het gezelschap uit elkaar. In 't vervolg hadden de heer en niet meer noodig op die listige wijze erediet te krijgen. De waard uit den Gebraden Haan borgde hen. Knip staat nu reeds sinds jaren bekend als een der sluwste en onverschrokkenste commis- sahissen van geheime politie in een groote stad. Afdeeliug HAARLEM. Bondsgebouff Smedestraat 28. Maandag 28 Aug. Ondersteuningsfonds. Woensdag 26 Aug, Hoofdbestuur. Donderdag 28 Aug. Rechtskundig Advies. Esperanto. V r ij d a g 27 Aug. Verg. der Meubel makers en Metaalbewerkers. Zaterdag 28 Aug., inschrijving Coöpe ratieve Bakkerij. SpaftI^>ai'k. Spaarkas. Winter provisie. Namens het Bestuur, O. H. GLAS, Seor. t Afdeeliug HEEMSTEDE. R. K. Verenigingsgebouw. Donderdag 28 Aug. ""s avonds 8 Y uur vergadering Hoofdbestuur. Namens het Bestuur, G. DE KOK, Secretaris. Afdeeliug SCHOTEN EN OMSTREKEN. Woensdag -25 Aug., Huishoudelijke Verg. des 's avonds 8 uur. Agenda: Opening. Notulen. Verslag Centralen Raad en wat ver- -ospes voor te houden. Maar tot grooten schrik der ter tafel zal worden gebracht. Aller op- van den gemoedelijken man kWam deze nieuws- i komst gewenscht. gierigheid hem slecht te staan, want onder bet Tevens zij medegedeeld dat voortaan de verg. portret was met rood© inkt geschreven: „Zeven-1 uitsluitend in „De Volksbanier" worden bekend voudige moordenaar". Er ]con geen «prake zijngemaakt, zood-at geen convocatiebiljetten wor- van een vergissing, want de gelijkenis was spre- den uitgegeven. Men neme hiervan dus goede kend, zelfs het litteeken ontbrak er niet op. nota. Steeds bestaat gelegenheid zich op te ge- Mogelyk zal hij zich bij zijn gevangene- ven voor de Afd. Spaarkas. oprichting; coöperatieve winterprovisiefonds Behandeling brandstoffen-circulaire der V.V.G. Bespreking opgave deelname retraite, Rond vraag. Namens het Bestuur, rA. HEEMSKERK, Secr. 'Afd. BEVERWIJK EN OMSTREKEN. Zaterdag 21 Aug. van 7.45 tot 8.45 zitting der spaarkas St. Nicolaas (brandstoffen). Van 8 tot 9 uur contributiebetaling der on- derafdeeling land- en tuinbouw St. Jeroen en van 8 tot 9 uur contributiebetaling onderafdee- ling vereenigde bouwvakken, van 89 uur zit ting der spaarbank St Antonius, allen in het R.-K. Vereenigingsgebouw. Namens het Bestuur, J. DE GOEDE, Secr. Afdeeliug HOORN. Bondsgebouw West. ■Zondag 22 Aug. „Eerbied in Gods Huis" 7 uur 8, 10Ya uur 4-5 11M uur 6-7-1-2. Dinsdag 24 Aug. 7-1 Spaar- en Voorschot bank, half negen repetitie Tooneel. Namens het Bestuur, G. F. VLEKKE Az„ Sect. Afd. KROMMENIE e.o. Secretariaat: Van Hogendorpstraat 80. Zaterdagavond van 7 tot 8 uur Spaarkas. Zondag 22 Aug. 's avonds 7 uur verg. der af deeliug in het Ver. lokaal. Dinsdag 24 Aug. Apologetische Cursus om 8 uur in het Vereeuigingslokaal. Namens het Bestuur, S. VROUWE, Secr. Zondag 22 Aug. zal de vroegmis worden opgedragen voor de leden van onze Afd. Allen worden dringend uitgenoodigd alsdan te' nade ren tot de H. Tafel. Dinsdag 24 Aug. 's avonds om 8 uur, be- stuursverg. Aller opkomst gewenscht. Tooneelver. „Nut en Genoegen." Maandag 22 Aug. 8 uur ledenverg. van gen. olub. Aller opkomst dringend verzocht. Mededeeli ng. Leden van de Afd. Bennébroek, welke zich bij deze ver. wenscben aan te sluiten, gelieven zioh bij een der bestuursleden aan te melden. Namens het Bestuur, W. LAMBOO, President. Afdeeling NOORDWIJK. Zondag 22 Aug. Jaarvergadering, 's na middags ten 4 uur in de zaal van den heer P. v. d. Voort. Agenda: 1. Opening door den voor zitter. 2. Notulen. 8 Periodieke verkiezing van 4 bestuursleden en één wegens bedanken van den heer L. Toebach. De aftredende leden P. Krol, A. v. d. Berg, W. de Ridder en L- Alke- made zijn terstond herkiesbaar. Candidaten- lijsten door minstens 5 leden onderteekend, dooh daarentegen werd in de open lucht het geheele jaar door een vuur onderhouden. In den zomer hield het da muskieten op een .afstand, in den winter diende het om het vee zooveel mogelijk voor koude te beschutten. Bij het eer ste morgenkrieken gingen koeien en kalveren hun voedsel zoeken in het woud, dat hun zoo goed scheen te smaken, dat zij, vooral in den eersten tijd, meer dan eens vergaten des avonds naar huis terug te keeren. „Hoort gij Daisey's bel dan nóg niet?" vroeg men bij. zulke gelegenheden mijn broeder, die, vertrouwend ep de meeredere ervaring, die ik had opgedaan, aan mijn oordeel een onvoorwaar delijk geloof schonk. En wanneer ik dan hoofd schuddend ontkende, luisterden wij met ver nieuwde aandacht toe, tot dat wij eindelijk tus schen de andere bellen de onze meenden te hoo- ren. Elke kudde wordt namelijk geleid door een voorlooper met eene bel om den hals, door wel ker geklingel da eigenaar der kudde in staat wordt gesteld te weten op welke hoogte zijn vee zich ongeveer bevindt. Is de eigenaar aldus overtuigd van de richting die hij moet inslaan, zoo begint hy het vee "naderbij te lokken. Ter wijl hij nit de onontbeerlijke tabakspijp, bet beste middel tegen de muskieten, dichte rook wolken blaast, begeeft hjj zich, vergezeld van zijn hond, op weg en roept met korte tusschen- poozen den naam van den voorlooper. Zoo was ook ik met Box, een kolossalen Engelschen dog, die reeds vroeger in Duitsch- land mijn trouwe makker was geweest aan het zoeken gegaan naar ons vee. Hoeveel moeite ik mij ook gaf, het gelukte mij niet het te vinden. Mijn stem was van het roepen heesch geworden en de muskieten plaag den mij op eene vreeselijke wijze. Bovendien bracht de zorg voor ons vee mij langzamerhand in een .zeer overspannen toestand, te meer daar reed9 lang de lokstemmen mijner buren en het geklingel der bellen verstomd waren en dood- sohe stilte en diepe duisternis mij omringden. Al de verhalen, die ik in den laatsten tijd over het verschijnen van beren in deze streek verno men had, kwamen mij. thans voor den geest. Nog kort geleden was een kind door een dezer monsters verscheurd. En hoe zou ik mij kunnen verdedigen, irtdien ooit ik thans zulk eene ont moeting had? Onvoorzichtigerwijze had ik mijn geweer ver geten mede te nemen en was een lang jachtmes, dat ik altijd bij mij droeg; het eenige wapen, waarover ik thans kon beschikken. De vrees voor het vee had echter op dit oogenblik da overhand bij mij. De gedachte dat wellicht ons mooi sneeuwwit kalf, dat wij zelf aangefokt hadden en waarop wij zoo grootsch waren, reeds als slachtoffer gevallen was, deed mijn vrees zeer toenemen. Het zweet parelde op mijn voor hoofd. Daarbij verhinderde de diepe duisternis al mijn verder zoeken, te meer daar geen enkel bekend geluid mijn oor trof. Misschien had het vee, vermoeid van het dwalen, zich hier óf daar neergevleid, waardoor natuurlijk ook het klin gelen van dé bel ophield. Ik besloot derhalve den terugtocht aan te nemen en sloeg, volkomen kunnen tot een uur voor de vergadering be- vertrouwend op myne bekendheid met het woud, gint worden ingeleverd hjj den secretaris. 4. Halfjaarverslag secretaris. 5. Yersl. Centralen- raad. Rondvraag en sluiting. O. v. ZELST, Secr. Mededeellng. Het bestuur van het Retraltefonds maakt be kend, dat er eiken Zaterdagavond gelegenheid ie tot het inleggen van gelden ten huize van den penningmeester J. Caspars, Bronck- horststraat. ming geducht en wanhopig te weer stellen, Knip voort, want hij weet zeer goed wat hem te wachten staat en 't is best mogelijk dat hij gewa pend is met 'n revolver of 'n dolk,zulke menschen kan men nooit vertrouwen en hem zeker niet, want hy staat bekend voor een hoogst gevaar lijk persoon. Daarom moet ik u verzoeken mij: Namens het Bestuur, J. G. KUIL, Voorz. B. BURGER, Seor. AFD. HALFWEG EN OMSTREKEN. Zondag 22 Aug. des avonds ten 7 ure,, Alg. Verg. Punten van behandeling; Definitieve In den noordelijken uithoek van den staat Michigan stond onze woning midden in een maagdelijk wond. De overvloed van hout, dien de uitgestrekte wouden van dezen staat aanbie den, had, zoowel als de nabijgelegen zaagmolens, mijn broeder en my doen besluiten, ons op deze plek te vestigen. In onze goede verwachtingen werden wij echter danig teleurgesteld, daar de molens, die door eene oompagniesohnp waren opgericht, na een kort bestaan weder werden afgebroken. Thans waren wij dus genoodzaakt den grond te bewerken om hier uit zooveel mogelijk voorraad te trekken, doch dit was een zwaar werk, dat al onze lichamelijke en geeste lijke krachten eischte. Onze moeite werd slecht beloond; het werk leverde echter geen voldoend resultaat op en het bleek ons, dat wij de zaak anders moesten aangrijpen, wilden wij niet ge heel ten gronde gaan- Op raad van oude ervaren voJksplantera besloten wij ons, behalve op het bebouwen van land, ook op de veeteelt toe te leggen, te meer daar de weelderige plantengroei van het woud overvloed van voeder aanbood. Nimmer heeft het ons berouwd dezen raad opgevolgd te heb ben; onze moeite werd goed beloond, zoodat wij na verloop van jaren in zekeren welstand ver keerden. Om nu ons plan ten uitvoer te kunnen brengen, maakten wij al het ontbeer! yke te gelde en kochten wij van de opbrengst zes koeien en drie kalveren. Voor deze werd binnen de omheining eene groote ruimte ingericht, -waar zy zich des nachts konden ophouden en waar het melken en de andere werkzaamheden plaats hadden. Stallen kende men in die streek niet, daar hier gedeeltelijk de middelen tot den opbouw ontbraken en de dieren bovendien ge woon waren zich altijd in het open veld op te houden. Hoogstens werden bij strenge koude eenige bossen stroo opgeofferd om de dieren eene ©enigszins warme ligging te bezorgen, welgemoed de richting in, waarin naar mijne meening ons huis gelegen was. Zoo liep ik ee tijd lang voorwaarts, waarbij ik echter met veel moeilijkheden te kampen had, daar ik slechts op het gevoel af den door het vee platgetrapten weg ken herkennen. Eensklaps stootte ik echter met zulk een geweld tegen een boomstam, of iets dergelijks, dat ik byna mijp bewustzijn ver loor. Te vergeefs trachtte ik dezen hinderpaal uit den weg te ruimen; mijne krachten scheten te kort en zoo moest ik er dus omheen loopen. Met verdubbelde haast spoedde ik mij nu verder, terwijl ik den hond, dien ik niet gaarne wilde verliezen, dich bij mij hield. Het dier trachtte namelijk, onder luid geblaf zioh verscheiden malen uit de voeten te mtjren. Ik sloeg daarop echter geen acht, te meer daar de weg, die mij verschrikkelijk lang toescheen, al mijne aan dacht vereischte. Er verliep wederom wel een uur, zonder dat ik mijn doel bereikte. Ik kwam tot de vreeselyke overtuiging, dat ik bij het omloopen van den hinderpaal van den rechten weg gedwaald was. Wat nu te doen? Verder gaan! Neen, dat zou nutteloos en ook gevaarlijk zyn, naar ik veel kans liep in een der vel© moerassen een ellendigen dood te vinden. Ik moest hier overnachten. Om de uiterst lastige muskieten en ander gedierte op een afstand te houden, maakte ik een vuurtje en legde mij hierbij neder, geheel vervuld van de gedachte wat mijn broeder wel zou zeggen van mijn lang uitblijven en welk eene teleurstelling het hem zou zijn, wanneer ik den volgenden morgen zon der vee terugkeerde. Want niet alleen zou het gemis van de melk, die één onzer voornaamst© voedingsmiddelen uitmaaakte, groot ongerief in onze huishouding teweeg brengen maar ook zou het voor ons geldelijk nadeel opleveren, daar wij ook onze buren dagelijks van de noo* dige melk voorzagen. Ten gevolge van de doorgestane vermoei©» nissen el iep ik weldra in dooh ik had misschien nog geen uur geslapen, teen ik door ©en hevi^ brullen en stampen en het woedend geblaf van Box verschrikt ontwaakte. Nog half droomende, richtte ik mij op, teneinde de oorzaak hiervan te vernemen, doch viel van schrik bijna ep het» zelfde oogenblik weder aohterover. Geen tien pas van mij af stond ons vee, dicht opeen g©« drongen, met de koppen naar omlaag, nit angst te loeien en daar naast een beer, die op zijn nchterpooten stond te wiegen, terwijl mijri lieveling, het sneeuwwitte kalf, dood en half verscheurd vóór hem op den grond lag- Mijn vrees was dus bewaarheid. Dit verlies gaf mij echter mijn tegenwoordigheid van geest terug;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 9