van de Openbare Godsdienstoefemiigen in de R.-K, Kerken te Haarlem en Omliggende plaatsen
ftederSandsche R- Volksbond voor
Haarlem en buifenpmeetten.
Een Studentengrap.
Een nacht in het woud.
Dertiende zondag na pinksteren
EVANGELIE-VERKLARING
1
Afd. BENNEBROEK EN OMSTREKEN.
DE OFFICIEELE KERKLIJST
ri i- 01 0+T.0 101 ic De nadruk Tan de berichten en mededocflingen in dit blad is verboden.
- Nieuwe Haarl. Courant van 21 Augustus 1915.
Dit nummer behoort bd d« "mt5U
Les uit den brie! van den H. Apostel Paulus
de Galaten; III, 1G-S2,
Broeders! De beloften zijn toegezegd ge-
Het is gemakkelijk in tijd; van nood, of
onder den druk vap lijden te bidden, en ge
lijk die tien melaatschen een beroep te doen
op Jesus' medelijdende liefde. Dan spreekt
het hart vanzelf en roept luide om orbar-
ming. Doch nauwelijks heeft de goedheid;
,T van God uitkomst geschonken, of de drin-
worden aan Abraham en zijnen Nakomeling, g.er^e plicht van dankbaarheid wordt ver-
Niet zegt Zij: En aan nwe nakomelingen,Niets mishaagt zoozeer aan God als
als van velen, maar als van éénen: en aan de on(jankbaarheid. Terwijl de dankbaarheid
uwen Nakomeling; en deze is Christus. Dit (Jen weg tot njeuwe weldaden opent, sluit
nu zeg ik: een door God bekrachtigd Ver-;de onciankbaarheid dien weg af en maakt
bond wordt door de Wet, die .vierhonderd 0TJjg schnldig voor God. De H. Bernardns
zegt ons: „De ondankbaarheid is de vijandin
der genade, en vijandig aan de zaligheid",
en in het Boek der spreuken lezen w:ij „om-
erfenis wit de Wet is, dan is zij niet meer (ja+ (}ot[, uw Verlosser, vergeten hebt, en
en dertig jaren later gegeven werd, niet
krachteloos gemaakt, zoodat de belofte te
niet gedaan zou worden. Immers, zoo de
nit belofte; en toch heelt God ze aan Abra
ham door belofte geschonken. Waartoe is
dan de Wet? Om wille der overtredingen
gij uwen sterken Helper niet indachtig ge
weest zijt, zult gij uw zaad voor vreemden
zaaien." Laten wij dan steeds de woorden
is zij gegeven, totdat de Nakomeling, aan ,yan den apostel Paulus «ons berinneren:
wien Hij de belofte gedaan bad, komen zou; „weest dankbaar." Wij allen hebben reden
en zij werd verordend door engelen in degenoeg voor die dankbaarheid. Immens, be-
hand eens middelaars. Een middelaar nu is halve zoo vele buitengewone gunsten en
het niet vèn éénen; God echter is één. Is j weldaden die ieder van ons in zijn leven ont-
de Wet dan in strijd met Gods beloften? vangen heeft, ihebben wij allen Hem te dan-
I>at zij verre! Want indien de Wet gegeven ken voor ons leven, onze gezondheid, ons
Vv'sre, als die in staht was levend te maken, y0edsel, voor de groote weldaad, van 't ware
dan zou de gerechtigheid waarlijk uit do ge]öof vooral, hoven zoovele millioenen aan
Wet zjjh. Maar de Schrift heeft alles onder ons geschonken, voor al de goddelijke gena
de zonde besloten, opdat aan ben die geloo- (]en en weldaden, waarvan dat geloof de
ven de belofte zou gegeven worden uit bethron en de oorzaak i6.
geloof in Jesus Christus. Laten wij die dankbaarheid tooneni door
I God te verheerlijken in onze woorden en in
Evang. volgens den H. Lucas; XVII» 11 13* j onze daden, dan zullen vele nieuwe en nog
groctere weldaden ons loon daarvoor zijn.
In dien .tijd, toen Jesus naar Jeruzalem
trok, ging Hij door bet midden van Sama
ria en Galilea. En als Hij zeker vlek bin-
nenging, kwamen Hem tien melaatschen
mannen tegemoet, die van verre bleven
staan én hunne stem verhieven, zeggende:
•Jesus, Meester! ontferm U onzer! Toen Hij
hen nu zag, zeide Hij: Gaat en vertoont n
aan rie priesters! En het geschiedde dat zij,
torwyl zij gingen, gereinigd werden. Eén nu
van hen keerde, zoodra hij zag dat hij gerei
nigd was, terug, G0(] verheerlijkend met lui
de stem: en dankzeggend viel hij voor Zijne
voeten op zyn aangezicht neder; en deze was
een. Samaritaan, Jesus nu antwoordde en
Een paar Duitsche studenten hadden een
jreek aan één stuk ijverig gewerkt. Op eens
voelden zij een. onweerstaanbare behoefte om
weer eens te probeeren hoe een glas goed bier
wel smaakje. De wil is nog geen daad, want
toen zij'de begrooting opmaakten, bleek bet, dat
zij voor een groot te kort stonden. Daardoor
werd echter de trek naar de lang ontbeerde ver-
w spapering niet minder. Het was de 81e van de
zeide: zyn niet de tien gereinigd geworden? maand van welke en waar doet niets ter zake
En waar zyn de negen? Er is niemand ge
vonden, die terugkeerde en eer gaf aan God,
behalve deze vreemdeling. En tot hem sprak
Hij: Sta op, ga! want uw geloof (heeft u be
houden!
DERTIENDE ZONDAG NA PINKSTEREN
Toen de Goddelijke ZaiigmAketn, tijdens
zijn laaisté Evangeliereis., zeker vlek. van
Samaria binnentrad, kwamen Hem tien rfté-
laat -clien tegemoet, van wie negen Galiieërs
en één Samaritaan was. De melaatscliheid
was een afschuwelijke ziekte, die degenen;
die er door aangetast waren, reeds bij hun
leven uit de maatschappij verbande en hen
aan allerlei folteringen en ontberingen ten
prooi gaf. Zij bleven van verre staan, over
eenkomstig de wet, die hun verbood tot op
zekeren afstand gezonde menschen te na
deren, om hen niet door hunne ziekte te he
smetten. Zeker hadden zij reeds meer van
de wonderwerken van Jesus gehoord, en
daarom riepen ook zij met vol vertrouwen
Zijne hulp in, met de nederige bede, maar
die tevens blijk gaf van hun levendig ge
loof: „Jesus, Meester, ontferm U onzer." En
Jesus, vol liefde en medelijden, verhoorde
kunne bede. Maar eerst wilde Hij hun ge
loof nog op de proef stellen, eni daarom be
val Hij hun zich aan de priesters te vertoo-
nen, die van iedere genezing getuigenis
ttoeeten afleggen, voordat de genezene in
de maatschappij mocht terugkeeren.
Maar hun geioof wankelde niet, en terwijl
xij daar haengingen, werden zij genezen. Een
van hen, als (hij zag dat hij gereinigd was,
keerde terug, met luider stemme God ver
heerlijkend. En hij viel op zijn aangezicht
voor Jesus' voeteu, Hem bedankende.
Welk een heerlijk voorbeeld voor ons al
len, .om steeds dankbaar te zijn voor de wel
daden, die wij van God ontvangen. Nauwe
lijks ziet hij, dat de teekenen der melaatsch-
keid van zijn lichaam verdwenen zyn, of hij
keert, terug naar de plaats, waar hij zijn
Weldoener verlaten had. De eerste gedachte
c'ie' bij hem opkomt, is die van dank te bren
gen aan Jesus, die hem genezen had. En niet
Ju zijn hart alleen bleven die loffelijke g(>
voelens besloten. Op zyn terugweg naar Je
sus hield hij niet op Gods weldaden tB ver-
rond i gen, Hem met luider stemme te ver
heerlijken. En toen hij Jesus gevonden had,
een i ge woorden van
dank uitbrengen, maar zijn nederige houi-
'floV ge, g^, wat. er omgaat in zijn hart.
Geheel anders is het gedrag van de negen
andere genezenen Zij denken slechts aan
aich zeiven, aan het geluk, dat zij weder in de
maatschappij kunnen terugkeeren, zonder
«enige dankbaarheid voor Jesus. die hun
dat geluk geschonken had. Jesus wees op
die ondankbaarheid, zeggende: „zijn niet de
Ren gereinigd geworden? En de negen an
deren waar zijn d-ieïHet was voor Zijne
•^lVetendheid niet verborgen, dat zij adhter-
kleven uit onverschilligheid, maar luide
vrilelt» Jesus Zijne verontwaardiging over
kunne ondankbaarheid uiten. Zij zijn de
^enigen niet over wier tekortkoming God to
'agan heeft. Sommige christenen, ofschoon
■J ia tijdelijke goederen, in aanleg en talen-
a, in stand en waardigheid, verre boven
«le anderen bevoorrecht zijn, gedragen
,*»oh lauwer in dankzegging dan anderen, die
'j,.1 uiol die gaven bedeeld zijn. Ande-
I ön, die uit eenig gevaar gered zyn, of zich
IjT e'in zware ziekte over de verlenging hun-
W; geu mogen verbeugen, doen zelfs geen
L: 8 °ui hunne dankbaarheid te toon en;
er|ken er niet eens aan.
persoonlijk te helpen: als hij achterdocht krijgt,
zou 't zoowel met u als met mij, slecht kunnen af-
loopen. Ik zal hem dronken maken. Ik heb dit
middeltje wel eens met goéd gevolg aangewend,
en nu zal het mij wel weer gelukken. Brengt gi|
maar wat we hebben willen, maar verraad door
woord noch blik wat er gaande ia, en vooral
zwijg, als uw leven u lief is tegenover iedereen,
want bij de geringste onvoorzichtigheid kan het
ergste gebeuren.
Een paar minuten later zaten Knip en Knap
aan een tafeitje tegenover elkaar. Wat keuken
en kelder puiks opleverde stond voor hen en bei
den deden alle eer aan 't opgediende. Zichtbaar
telkens meer gerustgesteld zag de restaurateur
dat Knap stevig drenk en spoedig zou zijn wat
men noemt, boven zyn theewater. Knip stond
bekend voor een geduchte bierdrinker en bleef
doodkalm bij al'de potjes edel gerstenat, die hij
op slag naar binnen speelde. Ja, die mijnheer
van de geheime politie bleef maar wakker uit
de oogen kijken. Hij- was voor zijn vak geknipt.
Eindelijk was het gewichtige oogenblik ge
komen.
Niet zender moeite nam Knip Knap's machte
loos lichaam op sleeptouw, dat wil zeggen, hij
pakte zijn makker stevig onder den arm, wierp
den waard een beteekenisvolle blik toe en de
deur viel achter hen dicht. Intusschen had de
agent der geheime politie vergeten de rekening
te betalen. Hij had dus nog al vertrouwen inge
boezemd. Het kostte Knip heel wat moeite zijn
vriend zestig treden hoog te brengen, want het
„tonische zenuwmiddel", dat deze had ingeno
men, ging vergezeld van gewichtige gevolgen.
Den volgenden morgen constateerden da twee
studenten dat hun beurs nog leeg, maar hun
hoofd zeer vol was. Hun oogen waren zelfs al-
lergoedigst klein. Maar zy werden weer veel
grooter toen de brievenbesteller een fermen
postwissel bracht, hetgeen op den eersten van
de twaalf maanden altyd met gepaste vfeugde
begroet werd.
De waard maakte zich niet ongerust over de
onbetaalde rekening, maar was zeer nieuwsgie
rig naar den afloop van de arrestatie. De com
missaris van politie die daar regelmatig kwam,
was in lang niet zoo goed bediend geworden
door den waard als den dag na het bekende feit.
Het was alsof de waard zich had voorgeno-
want de omstandigheden zyn in dit geval al
tijd dezelfde. Blijven kniezen op hun kamer ver
kozen zy niet; de ezelsooren uit hfln dictaten ha
len ook niet, een mooi boek lezen nog minder, zij men zijn minste wensclien te raden. Toen hij
moesten en zouden zich amuseeren, dat stond nu zelf bij het afloopen van den maaltijd een fijne
eenmaal vast en studenten praat men gemak
kelijker iets in dan nit het hoofd. Crediet be
stond er voor hen nergens en dat was misschien
hun geluk; of zij er ooit misbruik van gemaakt
hadden, meldt de geschiedenis niet en wij Reb
ben geen reden om het te gelooven. Hun boe
ken verkoopen, daar waa geea denken aan,
vooral niet sinds /.ij zich aan gezetten arbeid ge
wenden. Zij hadden hun zinnen nooit gescherpt
flesch voor den dag haalde, begreep de ervaren
menschenkenner, dat bij iets op het gemoed
had. Inderdaad bracht hij het gesprek op de
zonderlinge inhechtenisneming van den vorigen
avond. Toen was bet de beurt van den commis
saris om verbaasd ta staan. Hij vroeg den waard
wat hij eigenlijk bedoelde, want hem was niets
van eon gewichtige inhechtenisneming bekend.
De waard stond daarover verstomd te kijken
op hun pandecten als op dit vraagstuk. Hoe au- en meende eerst dat de commissaris een loopje
mogelijker liet voor hen werd, om uit te gaan,met hem wilde nemen. Deze verzekerde hem
hoe meer zij er naar verlangden. Daar springtdat hij ef niets van wist en juist wilde hij een
Kuip in eens van zijn stoel, in een oogenblik onderzoek gaan instellen, toen de deur openging
stond bij wijdbeens op den grond, met éen hand
op den rug en de andere met uitgestrekten wijs
vinger op 'thooge voorhoofd.
Ik heb het bevonden! riep hij zegevierend.
Geef mij je potret en we zullen een grap bele
ven. Lijkt het goed
i Patent, riep Knap, terwijl hij onder een
hoop papieren een proefportret opschommelde,
dat hij pas had laten maken.
We gaan, zeide Knip, of liever gij gaat om
te beginnen naar de restauratie „de Gebraden
Haan", daar zijn we zelden geweest en kennen
zij noch my, noch jou Laat mij verder maar b<£
gaan en bederf de geschiedenis niet; je zult eens
zien hoe mooi ik voor geheime politieagent kan
spelen.
Begrepen! riep Knap, terwijl hij rijn vijf
geboden ferm door zyn wilden, gitzwarten krul-
lebol streek om ze te verwarren. Zeg, zie ik er
zoo verdacht uit, en niet zonder trots wees hjj'
op een litteeken, dat hij eens bij toeval bij een
vechtpartijtje had opgeloopen. Op zoo'n onder-
sobeddingsteeken is een Duitsoh student
grootsch. Hij wipte de deur uit en slenterde op
zijn gemak naar de aangewezen plaats; de bei
de handen diep in de zakken, den hoed op één
oer, deed hij zijn best er zoo verloopen mogelijk
uit te zien. Hij nam aan een tafeltje plaats en
bestelde iets.
Niet lang daarna verscheen Knip. Hoe was
hij veranderd. Hij was keurig in het zwart als
of hij zoo van zyn candidaat-examen kwam; hij
had iets geheimzinnigs en gewichtigs over zich,
dat hem wat goed stond. Hij liep de restauratie
eenige malen voorbij, terwijl hij een vorschen-
den blik naar binnen wierp. Toen trad hij bin
nen en riep den kastelein voorzichtig ter zijde.
Kent gij dien heer? is Knip's haastige
vraag en toen de kastelein ontkennend ant
woordde, zei hij diepzinnig: Dan ken ik hem.
Hjj haalt een dikken lederen portefeuille uit den
zak en daaruit na eenig zoeken tusschen uitge
knipte krantenartikelen, actostukken en derge-
y te papieren, 'n portret voor den dag, om't den
en de geheime politieagent met den moordenaar
arm in arm binnen kwamen, om bun vertering
te betalen. Zij werden met een vreugdegejuich
ontvangen en eerst laat in den avond ging het
gezelschap uit elkaar. In 't vervolg hadden de
heer en niet meer noodig op die listige wijze
erediet te krijgen. De waard uit den Gebraden
Haan borgde hen.
Knip staat nu reeds sinds jaren bekend als
een der sluwste en onverschrokkenste commis-
sahissen van geheime politie in een groote
stad.
Afdeeliug HAARLEM.
Bondsgebouff Smedestraat 28.
Maandag 28 Aug. Ondersteuningsfonds.
Woensdag 26 Aug, Hoofdbestuur.
Donderdag 28 Aug. Rechtskundig
Advies. Esperanto.
V r ij d a g 27 Aug. Verg. der Meubel
makers en Metaalbewerkers.
Zaterdag 28 Aug., inschrijving Coöpe
ratieve Bakkerij. SpaftI^>ai'k. Spaarkas. Winter
provisie.
Namens het Bestuur,
O. H. GLAS, Seor.
t
Afdeeliug HEEMSTEDE.
R. K. Verenigingsgebouw.
Donderdag 28 Aug. ""s avonds 8 Y uur
vergadering Hoofdbestuur.
Namens het Bestuur,
G. DE KOK, Secretaris.
Afdeeliug SCHOTEN EN OMSTREKEN.
Woensdag -25 Aug., Huishoudelijke
Verg. des 's avonds 8 uur. Agenda: Opening.
Notulen. Verslag Centralen Raad en wat ver-
-ospes voor te houden. Maar tot grooten schrik der ter tafel zal worden gebracht. Aller op-
van den gemoedelijken man kWam deze nieuws- i komst gewenscht.
gierigheid hem slecht te staan, want onder bet Tevens zij medegedeeld dat voortaan de verg.
portret was met rood© inkt geschreven: „Zeven-1 uitsluitend in „De Volksbanier" worden bekend
voudige moordenaar". Er ]con geen «prake zijngemaakt, zood-at geen convocatiebiljetten wor-
van een vergissing, want de gelijkenis was spre- den uitgegeven. Men neme hiervan dus goede
kend, zelfs het litteeken ontbrak er niet op. nota. Steeds bestaat gelegenheid zich op te ge-
Mogelyk zal hij zich bij zijn gevangene- ven voor de Afd. Spaarkas.
oprichting; coöperatieve winterprovisiefonds
Behandeling brandstoffen-circulaire der V.V.G.
Bespreking opgave deelname retraite, Rond
vraag.
Namens het Bestuur,
rA. HEEMSKERK, Secr.
'Afd. BEVERWIJK EN OMSTREKEN.
Zaterdag 21 Aug. van 7.45 tot 8.45 zitting
der spaarkas St. Nicolaas (brandstoffen).
Van 8 tot 9 uur contributiebetaling der on-
derafdeeling land- en tuinbouw St. Jeroen en
van 8 tot 9 uur contributiebetaling onderafdee-
ling vereenigde bouwvakken, van 89 uur zit
ting der spaarbank St Antonius, allen in het
R.-K. Vereenigingsgebouw.
Namens het Bestuur,
J. DE GOEDE, Secr.
Afdeeliug HOORN.
Bondsgebouw West.
■Zondag 22 Aug. „Eerbied in Gods Huis" 7
uur 8, 10Ya uur 4-5 11M uur 6-7-1-2.
Dinsdag 24 Aug. 7-1 Spaar- en Voorschot
bank, half negen repetitie Tooneel.
Namens het Bestuur,
G. F. VLEKKE Az„ Sect.
Afd. KROMMENIE e.o.
Secretariaat: Van Hogendorpstraat 80.
Zaterdagavond van 7 tot 8 uur Spaarkas.
Zondag 22 Aug. 's avonds 7 uur verg. der af
deeliug in het Ver. lokaal.
Dinsdag 24 Aug. Apologetische Cursus om 8
uur in het Vereeuigingslokaal.
Namens het Bestuur,
S. VROUWE, Secr.
Zondag 22 Aug. zal de vroegmis worden
opgedragen voor de leden van onze Afd. Allen
worden dringend uitgenoodigd alsdan te' nade
ren tot de H. Tafel.
Dinsdag 24 Aug. 's avonds om 8 uur, be-
stuursverg. Aller opkomst gewenscht.
Tooneelver. „Nut en Genoegen."
Maandag 22 Aug. 8 uur ledenverg. van
gen. olub. Aller opkomst dringend verzocht.
Mededeeli ng.
Leden van de Afd. Bennébroek, welke zich
bij deze ver. wenscben aan te sluiten, gelieven
zioh bij een der bestuursleden aan te melden.
Namens het Bestuur,
W. LAMBOO, President.
Afdeeling NOORDWIJK.
Zondag 22 Aug. Jaarvergadering, 's na
middags ten 4 uur in de zaal van den heer P.
v. d. Voort. Agenda: 1. Opening door den voor
zitter. 2. Notulen. 8 Periodieke verkiezing van
4 bestuursleden en één wegens bedanken van
den heer L. Toebach. De aftredende leden P.
Krol, A. v. d. Berg, W. de Ridder en L- Alke-
made zijn terstond herkiesbaar. Candidaten-
lijsten door minstens 5 leden onderteekend,
dooh daarentegen werd in de open lucht het
geheele jaar door een vuur onderhouden. In den
zomer hield het da muskieten op een .afstand,
in den winter diende het om het vee zooveel
mogelijk voor koude te beschutten. Bij het eer
ste morgenkrieken gingen koeien en kalveren
hun voedsel zoeken in het woud, dat hun zoo
goed scheen te smaken, dat zij, vooral in den
eersten tijd, meer dan eens vergaten des avonds
naar huis terug te keeren.
„Hoort gij Daisey's bel dan nóg niet?" vroeg
men bij. zulke gelegenheden mijn broeder, die,
vertrouwend ep de meeredere ervaring, die ik
had opgedaan, aan mijn oordeel een onvoorwaar
delijk geloof schonk. En wanneer ik dan hoofd
schuddend ontkende, luisterden wij met ver
nieuwde aandacht toe, tot dat wij eindelijk tus
schen de andere bellen de onze meenden te hoo-
ren. Elke kudde wordt namelijk geleid door een
voorlooper met eene bel om den hals, door wel
ker geklingel da eigenaar der kudde in staat
wordt gesteld te weten op welke hoogte zijn
vee zich ongeveer bevindt. Is de eigenaar aldus
overtuigd van de richting die hij moet inslaan,
zoo begint hy het vee "naderbij te lokken. Ter
wijl hij nit de onontbeerlijke tabakspijp, bet
beste middel tegen de muskieten, dichte rook
wolken blaast, begeeft hjj zich, vergezeld van
zijn hond, op weg en roept met korte tusschen-
poozen den naam van den voorlooper.
Zoo was ook ik met Box, een kolossalen
Engelschen dog, die reeds vroeger in Duitsch-
land mijn trouwe makker was geweest aan het
zoeken gegaan naar ons vee.
Hoeveel moeite ik mij ook gaf, het gelukte
mij niet het te vinden. Mijn stem was van het
roepen heesch geworden en de muskieten plaag
den mij op eene vreeselijke wijze. Bovendien
bracht de zorg voor ons vee mij langzamerhand
in een .zeer overspannen toestand, te meer daar
reed9 lang de lokstemmen mijner buren en het
geklingel der bellen verstomd waren en dood-
sohe stilte en diepe duisternis mij omringden.
Al de verhalen, die ik in den laatsten tijd over
het verschijnen van beren in deze streek verno
men had, kwamen mij. thans voor den geest.
Nog kort geleden was een kind door een dezer
monsters verscheurd. En hoe zou ik mij kunnen
verdedigen, irtdien ooit ik thans zulk eene ont
moeting had?
Onvoorzichtigerwijze had ik mijn geweer ver
geten mede te nemen en was een lang jachtmes,
dat ik altijd bij mij droeg; het eenige wapen,
waarover ik thans kon beschikken. De vrees
voor het vee had echter op dit oogenblik da
overhand bij mij. De gedachte dat wellicht ons
mooi sneeuwwit kalf, dat wij zelf aangefokt
hadden en waarop wij zoo grootsch waren, reeds
als slachtoffer gevallen was, deed mijn vrees
zeer toenemen. Het zweet parelde op mijn voor
hoofd. Daarbij verhinderde de diepe duisternis
al mijn verder zoeken, te meer daar geen enkel
bekend geluid mijn oor trof. Misschien had het
vee, vermoeid van het dwalen, zich hier óf daar
neergevleid, waardoor natuurlijk ook het klin
gelen van dé bel ophield. Ik besloot derhalve
den terugtocht aan te nemen en sloeg, volkomen
kunnen tot een uur voor de vergadering be- vertrouwend op myne bekendheid met het woud,
gint worden ingeleverd hjj den secretaris. 4.
Halfjaarverslag secretaris. 5. Yersl. Centralen-
raad. Rondvraag en sluiting.
O. v. ZELST, Secr.
Mededeellng.
Het bestuur van het Retraltefonds maakt be
kend, dat er eiken Zaterdagavond gelegenheid
ie tot het inleggen van gelden ten huize van
den penningmeester J. Caspars, Bronck-
horststraat.
ming geducht en wanhopig te weer stellen,
Knip voort, want hij weet zeer goed wat hem te
wachten staat en 't is best mogelijk dat hij gewa
pend is met 'n revolver of 'n dolk,zulke menschen
kan men nooit vertrouwen en hem zeker niet,
want hy staat bekend voor een hoogst gevaar
lijk persoon. Daarom moet ik u verzoeken mij:
Namens het Bestuur,
J. G. KUIL, Voorz.
B. BURGER, Seor.
AFD. HALFWEG EN OMSTREKEN.
Zondag 22 Aug. des avonds ten 7 ure,, Alg.
Verg. Punten van behandeling; Definitieve
In den noordelijken uithoek van den staat
Michigan stond onze woning midden in een
maagdelijk wond. De overvloed van hout, dien
de uitgestrekte wouden van dezen staat aanbie
den, had, zoowel als de nabijgelegen zaagmolens,
mijn broeder en my doen besluiten, ons op deze
plek te vestigen. In onze goede verwachtingen
werden wij echter danig teleurgesteld, daar de
molens, die door eene oompagniesohnp waren
opgericht, na een kort bestaan weder werden
afgebroken. Thans waren wij dus genoodzaakt
den grond te bewerken om hier uit zooveel
mogelijk voorraad te trekken, doch dit was een
zwaar werk, dat al onze lichamelijke en geeste
lijke krachten eischte. Onze moeite werd slecht
beloond; het werk leverde echter geen voldoend
resultaat op en het bleek ons, dat wij de zaak
anders moesten aangrijpen, wilden wij niet ge
heel ten gronde gaan-
Op raad van oude ervaren voJksplantera
besloten wij ons, behalve op het bebouwen van
land, ook op de veeteelt toe te leggen, te meer
daar de weelderige plantengroei van het woud
overvloed van voeder aanbood. Nimmer heeft
het ons berouwd dezen raad opgevolgd te heb
ben; onze moeite werd goed beloond, zoodat wij
na verloop van jaren in zekeren welstand ver
keerden. Om nu ons plan ten uitvoer te kunnen
brengen, maakten wij al het ontbeer! yke te
gelde en kochten wij van de opbrengst zes
koeien en drie kalveren. Voor deze werd binnen
de omheining eene groote ruimte ingericht,
-waar zy zich des nachts konden ophouden en
waar het melken en de andere werkzaamheden
plaats hadden. Stallen kende men in die streek
niet, daar hier gedeeltelijk de middelen tot den
opbouw ontbraken en de dieren bovendien ge
woon waren zich altijd in het open veld op te
houden. Hoogstens werden bij strenge koude
eenige bossen stroo opgeofferd om de dieren
eene ©enigszins warme ligging te bezorgen,
welgemoed de richting in, waarin naar mijne
meening ons huis gelegen was. Zoo liep ik ee
tijd lang voorwaarts, waarbij ik echter met veel
moeilijkheden te kampen had, daar ik slechts
op het gevoel af den door het vee platgetrapten
weg ken herkennen. Eensklaps stootte ik echter
met zulk een geweld tegen een boomstam, of
iets dergelijks, dat ik byna mijp bewustzijn ver
loor. Te vergeefs trachtte ik dezen hinderpaal
uit den weg te ruimen; mijne krachten scheten
te kort en zoo moest ik er dus omheen loopen.
Met verdubbelde haast spoedde ik mij nu verder,
terwijl ik den hond, dien ik niet gaarne wilde
verliezen, dich bij mij hield. Het dier trachtte
namelijk, onder luid geblaf zioh verscheiden
malen uit de voeten te mtjren. Ik sloeg daarop
echter geen acht, te meer daar de weg, die mij
verschrikkelijk lang toescheen, al mijne aan
dacht vereischte. Er verliep wederom wel een
uur, zonder dat ik mijn doel bereikte. Ik kwam
tot de vreeselyke overtuiging, dat ik bij het
omloopen van den hinderpaal van den rechten
weg gedwaald was. Wat nu te doen? Verder
gaan! Neen, dat zou nutteloos en ook gevaarlijk
zyn, naar ik veel kans liep in een der vel©
moerassen een ellendigen dood te vinden. Ik
moest hier overnachten. Om de uiterst lastige
muskieten en ander gedierte op een afstand te
houden, maakte ik een vuurtje en legde mij
hierbij neder, geheel vervuld van de gedachte
wat mijn broeder wel zou zeggen van mijn lang
uitblijven en welk eene teleurstelling het hem
zou zijn, wanneer ik den volgenden morgen zon
der vee terugkeerde. Want niet alleen zou het
gemis van de melk, die één onzer voornaamst©
voedingsmiddelen uitmaaakte, groot ongerief
in onze huishouding teweeg brengen maar ook
zou het voor ons geldelijk nadeel opleveren,
daar wij ook onze buren dagelijks van de noo*
dige melk voorzagen.
Ten gevolge van de doorgestane vermoei©»
nissen el iep ik weldra in dooh ik had misschien
nog geen uur geslapen, teen ik door ©en hevi^
brullen en stampen en het woedend geblaf van
Box verschrikt ontwaakte. Nog half droomende,
richtte ik mij op, teneinde de oorzaak hiervan
te vernemen, doch viel van schrik bijna ep het»
zelfde oogenblik weder aohterover. Geen tien
pas van mij af stond ons vee, dicht opeen g©«
drongen, met de koppen naar omlaag, nit angst
te loeien en daar naast een beer, die op zijn
nchterpooten stond te wiegen, terwijl mijri
lieveling, het sneeuwwitte kalf, dood en half
verscheurd vóór hem op den grond lag- Mijn
vrees was dus bewaarheid. Dit verlies gaf mij
echter mijn tegenwoordigheid van geest terug;