BINNENLAND HET POSTVERKEER MET BELGIE. ;glewsk heeft het gered. De generale opposi tie, met uitzondering van Clemeneeau, be greep den ernst van het oogenblik. De rede Waarin Millerand zich rechtvaardigde, heeft niet nagelaten grooten indruk te maken, liet grootste gedeelte van de Pariische pers verklaart zich bevredigd. In de vergadering van de radicaal-socialistische partij is be sloten alle verdere bezwaren tegen gebreken in het saniteitswezen, buiten de parlemen taire debatten te laten; dit besluit alleen al heteekent een overwinning voor Viviam. Indien er geen onvoorziene gebeurtenissen plaats grijpen, zal de minister-president ook hij de volgende Kamerzitting gemakkelijk 6mL]'verwacht van minister Ribot een uit voerig antwoord op de verklaringen van zijn Duitec/fcien collega Helffericht. Eveneens •verwacht men, dat Yiviani binnenkort in een groote redevoering de beweringen van Von Betkmann-Hollweg zal weerleggen. De Fransche bladen brengen slechts zeer korte berichten over de Rijksdagzitting; de eenheid van (het Duitsche parlement schijnt grooten indruk te hebben gemaakt. Roemenië en de oorlog. De Deutsche Tagesztg. bevat een artikel 'over het doel, dat Roemenië nastreeft. Eerst sedert drie jaren bestaat volgens den cor respondent een beweging, voor de aanslui ting van de Zevenhurgsche Roemenen aan bet koninkrijk, doch deze nationale beweging is kunstmatig ontwikkeld. Do Eongaarsehe' Roemenen staan op een hoogeren trap van beschaving dan de bewo ner- van het koninkrijk Roemenië en de we- derzijdsche sympathieën zijn niet zeer groot. Het feit, dat Roemenië niettemin na den Balkanoorlog deze beweging op touw zette, vindt zijn oorzaak in het succes, dat tegen Bulgarije werd behaald. Daardoor was de grond voor het Roemeenseh-Oostenrijiksche verbond vervallen. Voor -den te verwachten Europescben oor log wensdhte Roemenië, nadat het ten koste van Bulgarije reeds in het zuiden een uit breiding van grondgebied bad verkregen, niet aan de zijde van Oostenrijk te staan, daar de leidende personen overtuigd waren, dat Oostenrijk het onderspit zou delven. In dat geval was vcor Roemenië slechts winst te behalen in Zevenburgen. Daarom moest de aandacht op de Zevenhurgsche Roe menen gevestigd: worden, waarbij de fouten, die de Hongaarsehe regeering in de behan deling van haar Roemeensche onderdanen had gemaakt, goed te pas kwamen. Zoo slaagde de regeering er dan ook werkelijk in den gewenschten steun bii de bevolking bij haar politiek van lijdelijk verzet tegen de centrale mogendheden te vinden. Na de Dnitseh-Oostenrijksche overwinningen op 't Oostelijk front is echter de geestdrift voor de vereeniging met Zevenburgen aanmerke lijk geslonken. De correspondent waar schuwt eehtor nadrukkelijk ervoor, te ver- wacriten, dat Roemenië begeerige blikken op Ressarabie werpt. Daarvoor is de eerbied voor Rusland nog altijd te groot. De Italiaansche pers over den huidigen toestand. Tegenover den toestand in het Oosten, zegt de Harnh. Nachr., geeft het grootste deel der Italiaansche pers alle mooipraterij Op. JL)uitsdblands jubel over zijn krijgsgeluk, ZOU de Corriere della Sera schrijven, is evenzeer gerechtvaardigd als de groote be zorgdheid van Rusiand's bondgenooten. Het Russische leger blijft onze verwachtingen wekken, maar de ruwe werkelijkheid der laatste feiten dient onder het oog gezien. In Londen bespreekt men zelfs een mogelijken marsch naar St. Petersburg of Moskou. Dit is weliswaar toekomstmuziek, maar even erg is de mogelijkheid, dat Duitschland zich met groote troepenmassa's werpt tegen het Westen, en Oostenrijk tegen hoi Zuiden. Dan staat de beslissing van den oorlog op 't spel. De hoop om de Balkanstaten hun onzijdig heid te do-en opgeven, is verminderd, of schoon zij hij een overwinning van de cen trale mogendheden tot vasalstaten van de zen zouden worden verlaagd. De vierbond moet alleen op eigen kracht vertrouwen. Hij beschikt over groot menscbenmateriaal, de vrijheid ter zee en de mogelijkheid elkander wederkeerig te steunen. Maar dit is nog niet voldoende. Het is noodzakelijk, dat Konstan- tinopel valt, dat Engeland den algemeenen dienstplicht invoert en alle krachten worden ingespannen om den voorsprong van de cen trale mogendheden op het stuk van legeruit- rusting in te halen. In een tweede artikel van hetzelfde blad klaagt de militaire medewerker er zeer over, dat Nikolajewitsj Nowo-Georgiewsk niet di rect heeft laten ontruimen. De eenige ver ontschuldiging zou wezen, dat het Russische leger zonder het groote oponthoud der Duit- schers voor de stad verloren zou zijn ge weest. De Italiaansche pers verbreidt het bericht van de ontruiming van Wilna en Brest- Litowsk. Voorheen en thans. De Erankf. Ztg. vestigt de aandacht op den kórten'tijd, die de Duitschere in dezeni oorlog noodig hebben gehad om sterke ves tingen te nemen in vergelijking met de lang durige belegeringen in vroeger oorlogen. Zoo viel in de Krimoorlog Sebastopol na een belegering van 12 maanden; in den Fransch-Duitschen oorlog van 1870/71 viel Straatsburg na 7 weken, Metz na 2 maanden en 8 dagen, Parijs na 130 dagen; In den Rus sisch-Japansch en oorlog hadden de Japan ners 210 dagen noodig om Port Arthur te veroveren. Een lange belegering was in de zen oorlog alleen die van Przemysl door de Russen: zij duurde 4Yi maand. Daartegenover viel Luik na 2 dagen, Na men eveneens, Antwerpen werd den twaalf den dag van de belegering ingenomen, Kow- no viel na 20 dagen en Nowo-Georgiewsk na 10 dagen. Het blad zegt, dat deze snelle veroverin gen vooral een moreelen indruk maken eni dat deze gunstig moet werken op de aanval lende troepen, maar verlammend op de ver dedigers. Italië en do Oorlog. Naar aanleiding van do oorlogsverklaring van Italië aan Turkije, schrijft de „Avanti", dat zij die de oorlogsverklaring in Mei Ver langden, al te goed wisten dat de oorlog niet tot een actie inde Alpen en aan de Isonzo zou beperkt blijven. Wie zich met de Entente verbroedert, mag niet afzonderlijk oorlog voe ren, Het onmiddellijk gevolg der oorlogsver klaring zal zijn het deelnemen van Italië aan de Dardanellen. .Voorloopig, schrijft -het blad, zullen wij ons onthouden van oordeelvellingen, maar wanneer eenmaal de leidende Italiaansche kringen rekenschapzullen moeten afleggen van hun door ons niet goedgekeurden koers, dan zullen ze naar verdienste .wordeti be handeld, In het Italiaansche leger. Uit het oorlo'gsperskwartiér wordt aan het „Berl. Tageblatt" .gemeld, dat de volslagen mislukking van alle door de Italianen onder nomen pogingen om het Oostenrijksch-Hon- gaarsche front te doorbreken, aan- een reeks hoogere Italiaansche officieren hun betrek king gekost heeft. Niet minder dan drie be velvoerende generaals, vijl divisie- en. bri gade-commandanten werden tot straf van hun commando ontheven. D© reeds gemelde val van generaal Ragni, die doorging" voor een der bekwaamste aanvoerders van het Italiaansche leger, heeft buitengewoon veel opzien in Italië verwekt. Ragni had het be vel over het eerste legercorps, dat te Turijn in garnizoen thuis hoort en daarom be schouwd wordt als een soort lijfcorps van den Koning van Italië. Aan Ragni was op gedragen de hoogte van Podgora te nemen, die vóór de stad Gürz op den westelijken oever van de Isonzo gelegen is en den toe gang tot de stad verspert. Ragni had als tegenstander, den reeds door de Italiaansche verslagen bekenden generaal-majoor Schnei der, die met zijn troepen uit Dalmatië alle stormaanvallen van de Italianen het hoofd heeft weten te bieden. Op uitnoodiging van Ragni was de Koning van Italië met den chef van den generalen staf Cadorna persoonlijk voor Podgora verschenen en moest inplaats van de verwachte intocht in de stad Gürz, een onheilspellende decimeering beleven yan de regimenten 1 en 2, behoorende tot de brigade welke aan het huis van Savoye ver bonden zijn en van de regimenten 35 en 36 van de brigade Pistoja. De Koning geraakte bij dit voorval buiten zichzelf, terwijl het tusschen hem en Cadorna tot opgewonden uiteenzettingen moet zijn ge komen, die mét de afzetting van Ragni ein digden. De torpedeering van de „Arabic". Inzake het nieuwe Amerikaansch-Duitsch incident, ontstaan door de torpedeering van do „Arabic", verneemt de correspondent ,van de „New York World" te Berlijn, dat nog geen enkel Duitsch rapport is ingekomen, waaruit zou blijken, dat de „Arabic" door een Duitsche duikboot werd getorpedeerd en dat Duitschland geen verklaring aan Ame rika kan afleggen, voordat het zulk een rap port in handen heeft In Duitsche officieele kringen blijkt ge heel niet de indruk te bestaan, dat over de zaak een conflict zal ontstaan. In marine- kringen vooral acht men niet uitgesloten, dat de boot op een mijn stiet en deze onder stelling schijnt te getuigen,, dat het in elk geval een vergissing was, als het door een duikboot zou zijn geschied. Een paar Rijks dagleden zeiden dit ook ronduit. Moa ver trouwde in Rijksdagkringen, dat president Wilson rustig volledige rapporten zou af wachten. Eén der partijleiders uit den Rijksdag zcido tot den correspondent, dat niemand in Duitschland moeilijkheden met Amerika wenscht en dat van een oorlog met Amerika geen sprake kan zijn, als president Wilson het er niet opzettelijk op aansturen zou, wat men niet geloofde. Maar alle parlements leden, die hij sprak, ook de sociaal-democra ten, legden nadruk op de noodzakêl ijk beid voor Duitschland om tegen Engeland's han- delsóorlo'g don "duikbootoorlog te blijven' voe ren en dien eerst te staken als Engeland toevoer van levensmiddelen en grondstoffen toelaat. i SALARISREGELING BIJ MOBILISATIE De gemeenteraad van 'e Hertogenboseh heeft besloten met algemeene stemmen om de traktementen der gemobiliseerde gemeen te-ambtenaren boven den graad van korpo raal in te krimpen tot de helft of een derde van hun tot hiertoe genoten volle salaris als ambtenaar. Van deze bepaling zullen Uit gezonderd worden gehuwde ambtenaren, die als gewoon soldaat of korporaal dienen. De gelden die door dezen maatregel worden uit gewonnen, zullen verdeeld worden over de gemeente-ambtenaren die thans wegens het in dienst zijn hunner collega's het dubbele wérk moeten verrichten van in gewone tij den. Onder bedoelde ambténaren zijn ook de onderwijzers begrepen. LIJKVERBRANDING. De phase, waarin thans het vraagstuk der crematie zich bevindt in verhouding tot de wet, acht de Sticbtsche Ct. onhoudbaar. Het is thans, zegt zij, toch uitgemaakt, dat ook niemand gestraft kan worden, in dien een lijk eenvoudig noch hegraven noch verbrand wordt, maar blijft liggen. Ook_ stemmen de voorstanders der lijkver branding toe, dat, als de crematie wordt toe gelaten, waarborgen in <j0 wet moeten wor den opgenomen, om te voorkomen, dat de crematie wordt toegepast met het doel, om het leveren van bewijs, dat de doode een ge- welddadigen dood gestorven is, onmogelijk te maken. Maar 0p de manier, waarop het thans gaat, kan de overheid zich op grond van de wet dien waarborg niet verschaf fen; Bovendien is het in strijd met den eer bied voor de wet, dat doer de overheid een handeling wordt toegelaten, die toch in strijd met de uitdrukkelijke wettelijke bepa ling plaats heeft. Om deze redenen, zegt het blad. behoort ieder, ook al is hij persoonlijk voorstander van de crematie, er prijs op te stellen, dat de tegenwoordige toestand in ieder geval niet bestendigd wordt. En het zou eindigt het zeker het meest in overeenstemming zijn geweest met den politieleen wapenstilstand, indien de be grafeniswet zóó ware gewijzigd, dat gestraft kon worden wie tot een crematie last geeft of wie ze uitvoert. Dan ware slechts gehand haafd wat, naar ieders toestemming, de te genwoordige wet tochi bedoeld heeft. Meent de Rogeering echter op dit oogen- b'di de zaak te moeten laten liggen zooals ze ligt, clan zal toch in ieder geval na het eindigen van den politieken wapenstilstand de zaak geregeld moeten worden; EIGEN FABRIKAAT. Het Huisgezin schrijft: Naar Nederlandsch-ïndië mogen enkel goe deren van Nederlandsch fabrikaat .verzon den worden. Deze bepaling is een nieuw staaltje van de ergerlijke machtsoverschrijding, waaraan Engeland zich schuldig maakt. Maar afgezien van den dwang is liet zeker wenschelijk, dat van hier zooveel mogelijk Nederlandsche artikelen naar onze bezittin gen worden verzonden. Evenals het wenschelijk Is, dat wij zelf aan het eigen fabrikaat do voorkeur geven, er minstens aandacht aan wijden en het niet met geringschatting voorbijgaan. De tijdsomstandigheden dwingen, nu in- en uitvoer aan belemmeringen blootstaan, ,van bet. Nederlandsch fabrikaat meer notitie te nemen. Zal men, als deze dwang wegvalt, straks weer tot de oude sleur en de veelal dwaze voorkeur voor het uitheemsche product terug- keeren? Of zal men eindelijk te dezen aanzien ge zonder en meer nationale inzichten gaan hul digen? De fabrikanten van hun kant en zij, die bij het debiet van Nederlandsche producten be lang hebben, moesten thans, nu het jjzer heet is, het ook smeden. Zij moesten voor hun fabrikaat een doel treffende reclame maken in de pers en door tentoonstellingen. Beter gelegenheid dan nu, om tiet publiek met de producten der Nederlandsche nijver heid bekend te, maken, zal zich" niet licht aanbieden. Laat men die gelegenheid ongebruikt, dan komen straks de concurrenten uit den vreem de weer opdagen en winnen met het grootste gemak het een oogenblik verloren terrein ■weer terug, met misschien nog een nieuw stuk daarbij. In het afgetrokkene beschouwd zou men kunnen redeneeren, dat het Nederlandsch pu-' bliek zoo nationaal behoorde te gevoelen, dat het uit eigen aandrang de vaderlandsche bo ven de buitenlandsche nijverheid bevoorrecht te, ze minstens op voet van gelijkheid be handelde. Maar dat doet het nu eenmaal niet: voor ethische overwegingen voélt hét weïaig o'f niets. Het moet gewonnen en overtuigd worden, en daartoe dient de nijverheid van alle be schikbare middelen, van publicatie en re-, clame gebruik te maken. Ook op dit gebied is van het buitenland nog veel te leeren. Het Duitsche gezantschap deelt het volgende .mede: Tot het postverkeer met Nederland zijn in België tot dusver alleen de steden Brussel, Luik, Verviers (deze drie met voorsteden en plaatsen in de onmiddellijke omgeving), Antwerpen, Hasselt en Welkenraedt-toegelaten. Voor mededeelingen van persoonlijken aard zijn alleen briefkaarten, voor zuiver zakelijke mededeelingen brieven van hoogstens twee blad zijden omvang en de daarbij behoorende bijlagen (van zakelijken aard) geoorloofd. Daar het overige gedeelte van België niet tot het postverkeer met Holland is toegelaten, is er voor schriftelijke mededeelingen van Holland uit, welke aan een tusschenpersoon in een van genpemde steden ter verdere verzending naar andere plaatsen van België zijn gericht, geen uitzioht op doorzending; en bestelling. Jeugdige inbrekers. Te Gorinchem zijn drie jongens, een van 12 en twee van 17 jaren oud gearresteerd, verdacht van twee inbraken in den nacht gepleegd te hebben waarbij ze zich galanterien en flosachen-melk toegeëigend heb ben. De jeugdige inbrekers hebben tal van mis drijven op hun kerfstok. Meineed. Het dorp Donkerbroek (Fr.-) leeft, naar wij in de „Tel." lezen, onder den indruk van het volgende: Een winkelier werd verbaliseerd wegens verkoop van sterken drank .Ware Mr. Duyzings niet toevallig in de buurt geweest, dan zou hier bijna zoo goed als zeker een mensckenleven te betreuren zijn geweest. WraakI Men schrijft aan de „St.d." als historisch: Eerste bedrijf Een klein stadje. De bur gemeester is oud-Indisch kapitein en zeer correct. Hij komt op een wandeling één van zn gemobiliseerde „onderdanen" een keung-net sergeantjetegen, in burger. Dat is hem te kras 1 Sergeant aangehouden en onner Ivraagd. Ja, de kepi is afgewaaid, in het water gerold en hangt nu te drogen. Hij kan moeilijk met een burgerpet loopen en heelt zich dus maar geheel verkleed 1 De burger- Ivaaer laat zich echter niet beetnemen en maalkt rapport. Sergeant nijdig I Tweede bedrijf Een paar weken later. Burgemeester, mama en zoon wandelen. Zoon is korporaal en van vroeger gewoon, dat ze eerst gegroet worden. Ziet alzoo het nederig sergeantje niet, dat hem thans in tenue passeert. Hij ontgaat echter niet aan de wraakgierige blikken van dezen. IneensHalt 1 Zoonlief mag voor de oogen van het verblufte ouderpaar zes pas terug doen, iu de houding staan en netjes salueeren. DanIngerukt, marsckJ Ingehouden gelach bij de omstanders. Pa pa, mama en zoon af 1 Sergeant zegt: „Maak je now maar rapporti" Een merkwaardige ontvluchting. Giste renmorgen omstreeks elf uur, werd de Mau- ritskade te Amsterdam in opschudding ge bracht. Een verpleegde uit het Militair Hos pitaal had de kans schoon gezien te ent snappen en rende de 'Mauritskade op- tot de Amsteibrouwerij. Als een kat klom hij tegen het daar geplaatste gevaarte, dat dient voor do kolenlossing, en hoog ever de straat naar da brouwerij loopt. Hij stond weidra boven op het dak, de menigte toe te spreken, in het Duitsch naar het ieek. De sommatie van zonder vergunning. Twe© 20-jarige boeren- -twee agenten van politie, die zich met eenige docht era, de ééne dochter van een raadslid, werden voor het kantongerecht als getuigen ge hoord. Zij waren blijkbaar door den beklaagde bewerkt en zijn thans, verdacht van meineed, in voorloopige hechtenis gesteld. Voor ecni gen tijd werd 6en jongedochter uit hetzelfde dorp, wegens meineed, ook in een drinkwetovertre- ding, veroordeeld tot 4 maanden gevangenis straf. Tóch schijnt dit voorbeeld nog niet af doende geholpen te hebben. - Vleeschprjjzen een halve eeuw geleden. Uit Zwolle meldt men aan Het Vad. Menige huismoeder klaagt nu over de dure tijden, maar als zij het onderstaande leest, zal zij nog meer watertanden: In een slagersboekje van het jaar 1860 van de firma "L., alhier (die nog bestaat) vond ik voor de maand Juni de volgende opgaven. 1 pond kalfslappen 0.30. l%pond runderlappen 0.52M 1 ossetong 1.20. Voer de somma van 0.60 werd geleverd: 2 Zwezeriken, 2 ons kalsgehakt en B p. lappen, terwijl kalfsgehakt op 12 cent berekend was en biefstuk 7J4 ons voor 0.52%. Vergelijkt u de prijzen van heden eï eens meel Een kranige redding. Te Utrecht wist Zondagmiddag een juffrouw, zenuwpatiënte, zich plotseling los te rukken van haar goloid- werkiieden der brouwerij naar boveu hadden begeven, beantwoordde hij met de bedrei ging, dat hij ieder, die liem op zijn hoog© post trachtte te naderen, met een ijzeren bout, welke hij daar gevonden had, zou te ljjf gaan. Een inspecteur van politie alar meerde inmiddels de brandweer en toen deze verscheen met de Magirusladder, maakje do vluchteling weldra aanstalten vrijwillig zijn gevaarlijk spreekgestoelte te verlaten. Be neden gekomen .wilde hij zich - weder aan een .Vervolging onttrekken, doch hij .werd door dé agenten en het brouwerijpersoneel overmeesterd en 'geboeid naar het hospitaal gedragen. De jacht in Noord-Holland. De commis saris der Koningin in de provincie Noord-Hol land heeft bepaald, dat in deze provincie de jacht op grof wild wordt geopend op 1 Novem ber a.s. niet zonsopgang, die op klein wild, met uitzondering van hazen en fazanten, op 1 Sep- teraber a.s. met zonsopgang, die op hazen eD fazanten op 1 October a.s. met zensopgang. De korte jacht mag dagelijks, met uitzonde ring van den Zondag, en de lange jacht alleen op Woensdag en Zaterdag worden uitgeoefend. Uitzonderingsbepalingen zijn vastgesteld voor' gedeelten der gemeenten Blaricum, Bussum, Huizen, Hilversum, Kortenhoef, Naarden en Nederhorst den Berg. Het schieten op waterwild mag alleen op Woensdag en Zaterdag plaats hebben. ster, waarna ze pardoes in het water sprongErnstig verwond. Bij den houw der kan- Jopen voor de gemeentelijke electriciteite- werken te Den Haag kwam, door het- breken van een touw, een hijschstelling zoodanig te vallen, dat twee werklieden er* onder kwa men. Eén van hen werd zoo ernstig aan het hoofd verwond, dat zijn toestand zorgwek kend is. Beide getroffenen werden per rij- wielbraneard naar huis vervoerd. Jeugdige avonturiers. Te Sliedreeht zijn vier knapen aangehouden op aan wijking van een ingezetene dier gemeente, wien hun houding verdacht voorkwam. De knapen werden voor den burgemeester geleid en bij het verhoor bleek,'dat drie hunner van plan waren de wijde wereld in te gaan. Zij zijn naar .Utrecht overgebracht om aan hunne ouders aldaar te worden teruggegeven. De vierde is naar Dordrecht gebracht, vermoe delijk in verhand met een door hem gepleeg- den diefstal van een fietelantaarn. van den Maliesingel, tegenover het Hieroni- mu8plein. Nauwelijks was de hevige plons gehoord, of de wandelaars, die zich toevallig in het plant soen bevonden, snelden naar de plaats waar de denkelinge te water was geraakt. Er begaven zich enkelen, langs den kant te water, maar de Singel is daar ter plaatse dieper dan mans lengte, zoodat alleen ervaren zwemmers daar succes kunnen hebben bij hun reddingspogin gen. En ervaren zwemmers schenen er op dat oogenblik niet aanwezig. Totdat atfn den overkant opeens haastig een deur werd geopend en Mr. E. W. H. Duyzings, le luitenant bij het vrijwillig automobielkorps, verscheen, die met een enkelen blik de situatie had overzien. Zijn uniformjas uitgooien was het werk van een oogenblik en geen seconde daarna sprong de heer Duyzings, overigens geheel gekleed, te water, zwemmend naar de plaats, waar de dren kelinge inmiddels was gezonken. Na van het publiek aanwijzing te hebben ontvangen waar het slachtoffer naar beneden was gegaan, dook hij onder en slaagde ér spoe dig in, onder bravogeroep van de mensehen langs den kant, om de drenkelinge op het droge te brengen. Nadat Mr. Duyzings aanwijzingen had gege ven, hoe te handelen was spoedig een vrouwelijke medicus uit de buurt, arts Albers, gewaarschuwd, die op haar beurt al haar be langstelling aan de patiente wijdde, die dan ook weer spoedig het bewustzijn herkreeg. Een reuzcnsclioorsteen. Dzeer dagen ontving de N.V. Canoy-Herfkens' steenfa brieken te Venlo een opdracht tot het bou wen van een schoorsteen hoog 120 meter voor de Oelwerke „Germania" te Emmerich. De betonfundeering wordt 6 meter diep en in aanleg 18.50 meter in doorsnede. De schoor steen zal een bovenbinnenwerksche maat van 8.50 meter en onder idem 6.36 meter heb ben. De muurdikten onder worden ruim 1% meter zwaar. Er zullen circa één en een kwart millioen steenen aan dezen schoor steen verwerkt worden. In dure tijden. Men schrijft van de Bel gische grens aan de Meijerijsche Crt.: In tijden van duurte en schaarechte der levensmiddelen wordt de geest vindingrijk met stof bedekt, en de inkt is door den tijd geheel verbleekt, zoodat de letters moeilijk te lezen zijn. Maar ua lang turen ontcijfert hij het opschrift: „Rechtvaardiging van mijn gedrag jegens mijn nicht, eerst na mijn dood te lezen. Johanna Grice." Over zijn gelaat verspreidt zich een som bere trek en hij snelt den tuin in, maar staat nog eenmaal stil voor hij het hek bereikt, begeeft zich naar het venster van het zij vertrek en tuurt naar binnen. Hij ziet haar "Zitten met uen rug naar liet venster gelteerd de ellebogen op tafel, terwijl haar handen koortsachtig door haar grijs haar woelen. Haar stem kan men duidelijk hooren; maar de woorden die zij leest, zijn niet meer te verstaan. Een paar minuten toeft hij voor het venster, maar verwijdert zich daarop spoedig met de woorden: „Het zal mij ver- Wonderen als dat nog niet haar dood is."' Dit is zijn eenige afscheidsgroet. Met deze gedachten bezield keert hij den rug naar de hut en naar Johanna Grice. Welken weg zal hij nu inslaan? Naar de stad terugkeeren of nog verder het pad volgen, dat naar buiten leidt? Voorwaarts. De oude zucht om alleen te zijn, huiten het gezicht van een levend wezen, komt weer hij hem «oven» Hfj bekommert zich niet om den regen, ■maar snelt slechts voorwaarts, met 't kistje jOnoer zijn arm, voortdurend eenige overdek te plaats zoekende, waar hij het kan openen. Toen hij ongeveer een mijl doorgeloopen had, ziet hij een koestal, een weinig van den grooten weg verwijderd een vervallen en eenzame plek, maar het kan hem toch, tot een dak verstrekken; dus treedt hij dien bin nen. Een droog hoekje vindt hij daarin, ten minste droog genoeg om zijn voornemen ten uitvoer te kunnen brengen. Hij knielt daar neder en snijdt het koord om de doos los, maar aarzelt toch nog om zie te openen en trekt daarom eerst den brief er uit. Het is een lange brief, met een onduide lijke en kleine hand geschreven. Hii laat on geduldig zijn oogen er over gaan, totdat zijn aandacht als toevallig geheel wordt ingeno men door twee of drie regels, die een weinig grocter geschreven zijn en ongeveer in het midden van een bladzijde staan. Sedert ja ren had hij geen brief gelezen en hij onder vindt er nu meer moeite mede dan toen hij nog een knaap was. Maar hij spelt, zonder zich door een moeilijkheid te laten weerhou den, de woorden waar zijn oog het meest op viel, en die als volgt luiden: „Ik heb er slechts nog bij te voegen, vóór ik tot de bekentenis overga van wat in onze familie plaats heeft gehad, dat ik nooit zag, en maar eens den naam gehoord heb van den man. die mijne nicht in stilte en huiten weten van ons allen huwde en toen verliet." Teen hij deze woorden had gelezen^ be proefde hij het niet den brief verder te ont cijferen. Hoe weinig zij ook bevatten, waren zij, naar het schijnt» voldoende om onaange name herinneringen en onrustige gedachten bij hem op .te wekken, maar die hij met ge weld trachtte te overwinnen, en waarin hij ook slaagde door het papier tusschen zijn vingers tot een bal te verfrommelen. Haas tig verbergt hii het in zijn zak, en schijnt niet de minste neiging te gevoelen, om Ihet weder uit elkander te halen; daarop besluit hij het kistje te gaan onderzoeken. Het is met band dichtgestrikt, maar niet afgeslo ten. Hij opent het deksel en vindt daarin eenige eenvoudige vrouwenkleederen, een werkdoosje, een kanten kraag, waar de naald en draad nog opsteekt, een aantal brieven, sommigen daarvan zijn saamgebonden, an deren liggen ordeloos door de doos verspreid; een fraai gebonden album, verscheidene ge droogde bloemen en kruiden, die waarschijn lijk uit het boek waren gevallen: een stukje stramien, waarop een half afgewerkt pa troon staat en een zwarte mantel met een een onvoltooide geborduurde kraag. Het is Ihiem reeds bij bet eerste gezicht duidelijk, dat al deze zaken plotseling in de doos wa ren geworpen en er net zoo in waren blijven liggen. Een oogenblik houdt hij zijn blik geves tigd op dit zonderlinge mengelmoes dat hij voor zich heeft; daarop keert hij zijn hoofd er van af en mompelt op verdrietigen toon herhaalde malen: „Mary", welken naam hij in tegenwoordigheid van Johanna Grice ook genoemd heeft. Een weinig later ridht hij zijn blikken we der in de doos; werktuigelijk neemt hij er de brieven uit; werktuigelijk leest hij de adres sen, werktuigelijk legt hij ze er weer onge opend in, totdat hij er een in handen krijgt, waar schijnbaar nog iets hij ingesloten is. Dit doet hem het couvert openen om te on derzoeken wat het bevat. Niets dan een net opgevouwen stukje papier. Hij opent dit en vindt er een lokje haar in, maar hij vouwt het terstond weder dicht, om het zoo spoe dig mogelijk uit het' gezicht te hebben. De zen brief leest hij met meer aandacht. Hij is geschreven door 'n vrouwenhand en geadres seerd aan mejuffrouw Mary Grice, Dibble— dean, er staat slechts op „Bonstreet, Londen, 'Woensdag". Het postmerk duidt aan, dat hij vele jaren geleden gscbreven is. Hij is niet zeer lang; en het is hem dus minder zwaar om hem van het begin tot het eind te ontcijferen. Hij luidt als volgt: „Lieve Mary, Ik heb uw fraaien haren armband met] den wagen verzonden, hij is zeer netjes door den goudsmid in orde gebracht. Ik heb uwl naam op het adres geplaatst, zooals ik nu ook doe, daar ik mfj herinner dat uw vader er een punt van eer uit maakt om nooit uw brieven of pakjes te openen; en uw nare tan te Johanna ook verboden heeft dit te doen. Ik hoop dat gij dezen en het pakje te gelijk ontvangen zult. Ik ben er van overtuigd dat het model van den armband, zooals nu het oude en nieuwe haar door elkander gewerkt is, naar uw zin zal zijn. Hoe spoedig zult ge naar uw kamer vluchten, en ongezien blozen, - evenals de blcem in het gedicht, als gij hem ziet! Mi»-' schien zult gij er verbaasd over zijn, dat ei) nog een klein goud slotje aan bevestigd is; maar de goudsmid zeide, dat dit bepaald! noodzakelijk was. Het haar van uwé lieve zuster, dat alleen in den arm-, hand was, toen gij hem mij zondt, omj hem te laten veranderen, verschilde zeeij' veel van het haar van nw man, dat gij eij door gewerkt wildet hebben, daarom heb!) ge goed gedaan, hem naar Londen te zenden. Ik geloof dat ik over die 6oort van zaken nog al goed oordeelen kan, en ik hond dit voor den fraaisten haren armband, dien I» ooit nog gezien heb. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 7