BINNENLAND
HET POSTVERKEER MET BELGIE.
;glewsk heeft het gered. De generale opposi
tie, met uitzondering van Clemeneeau, be
greep den ernst van het oogenblik. De rede
Waarin Millerand zich rechtvaardigde, heeft
niet nagelaten grooten indruk te maken,
liet grootste gedeelte van de Pariische pers
verklaart zich bevredigd. In de vergadering
van de radicaal-socialistische partij is be
sloten alle verdere bezwaren tegen gebreken
in het saniteitswezen, buiten de parlemen
taire debatten te laten; dit besluit alleen al
heteekent een overwinning voor Viviam.
Indien er geen onvoorziene gebeurtenissen
plaats grijpen, zal de minister-president ook
hij de volgende Kamerzitting gemakkelijk
6mL]'verwacht van minister Ribot een uit
voerig antwoord op de verklaringen van zijn
Duitec/fcien collega Helffericht. Eveneens
•verwacht men, dat Yiviani binnenkort in
een groote redevoering de beweringen van
Von Betkmann-Hollweg zal weerleggen.
De Fransche bladen brengen slechts zeer
korte berichten over de Rijksdagzitting; de
eenheid van (het Duitsche parlement schijnt
grooten indruk te hebben gemaakt.
Roemenië en de oorlog.
De Deutsche Tagesztg. bevat een artikel
'over het doel, dat Roemenië nastreeft. Eerst
sedert drie jaren bestaat volgens den cor
respondent een beweging, voor de aanslui
ting van de Zevenhurgsche Roemenen aan
bet koninkrijk, doch deze nationale beweging
is kunstmatig ontwikkeld.
Do Eongaarsehe' Roemenen staan op een
hoogeren trap van beschaving dan de bewo
ner- van het koninkrijk Roemenië en de we-
derzijdsche sympathieën zijn niet zeer groot.
Het feit, dat Roemenië niettemin na den
Balkanoorlog deze beweging op touw zette,
vindt zijn oorzaak in het succes, dat tegen
Bulgarije werd behaald. Daardoor was de
grond voor het Roemeenseh-Oostenrijiksche
verbond vervallen.
Voor -den te verwachten Europescben oor
log wensdhte Roemenië, nadat het ten koste
van Bulgarije reeds in het zuiden een uit
breiding van grondgebied bad verkregen,
niet aan de zijde van Oostenrijk te staan,
daar de leidende personen overtuigd waren,
dat Oostenrijk het onderspit zou delven.
In dat geval was vcor Roemenië slechts
winst te behalen in Zevenburgen. Daarom
moest de aandacht op de Zevenhurgsche Roe
menen gevestigd: worden, waarbij de fouten,
die de Hongaarsehe regeering in de behan
deling van haar Roemeensche onderdanen
had gemaakt, goed te pas kwamen. Zoo
slaagde de regeering er dan ook werkelijk
in den gewenschten steun bii de bevolking
bij haar politiek van lijdelijk verzet tegen de
centrale mogendheden te vinden. Na de
Dnitseh-Oostenrijksche overwinningen op 't
Oostelijk front is echter de geestdrift voor
de vereeniging met Zevenburgen aanmerke
lijk geslonken. De correspondent waar
schuwt eehtor nadrukkelijk ervoor, te ver-
wacriten, dat Roemenië begeerige blikken op
Ressarabie werpt. Daarvoor is de eerbied
voor Rusland nog altijd te groot.
De Italiaansche pers over den huidigen
toestand.
Tegenover den toestand in het Oosten,
zegt de Harnh. Nachr., geeft het grootste
deel der Italiaansche pers alle mooipraterij
Op. JL)uitsdblands jubel over zijn krijgsgeluk,
ZOU de Corriere della Sera schrijven, is
evenzeer gerechtvaardigd als de groote be
zorgdheid van Rusiand's bondgenooten. Het
Russische leger blijft onze verwachtingen
wekken, maar de ruwe werkelijkheid der
laatste feiten dient onder het oog gezien. In
Londen bespreekt men zelfs een mogelijken
marsch naar St. Petersburg of Moskou. Dit
is weliswaar toekomstmuziek, maar even
erg is de mogelijkheid, dat Duitschland zich
met groote troepenmassa's werpt tegen het
Westen, en Oostenrijk tegen hoi Zuiden. Dan
staat de beslissing van den oorlog op 't spel.
De hoop om de Balkanstaten hun onzijdig
heid te do-en opgeven, is verminderd, of
schoon zij hij een overwinning van de cen
trale mogendheden tot vasalstaten van de
zen zouden worden verlaagd. De vierbond
moet alleen op eigen kracht vertrouwen. Hij
beschikt over groot menscbenmateriaal, de
vrijheid ter zee en de mogelijkheid elkander
wederkeerig te steunen. Maar dit is nog niet
voldoende. Het is noodzakelijk, dat Konstan-
tinopel valt, dat Engeland den algemeenen
dienstplicht invoert en alle krachten worden
ingespannen om den voorsprong van de cen
trale mogendheden op het stuk van legeruit-
rusting in te halen.
In een tweede artikel van hetzelfde blad
klaagt de militaire medewerker er zeer over,
dat Nikolajewitsj Nowo-Georgiewsk niet di
rect heeft laten ontruimen. De eenige ver
ontschuldiging zou wezen, dat het Russische
leger zonder het groote oponthoud der Duit-
schers voor de stad verloren zou zijn ge
weest.
De Italiaansche pers verbreidt het bericht
van de ontruiming van Wilna en Brest-
Litowsk.
Voorheen en thans.
De Erankf. Ztg. vestigt de aandacht op
den kórten'tijd, die de Duitschere in dezeni
oorlog noodig hebben gehad om sterke ves
tingen te nemen in vergelijking met de lang
durige belegeringen in vroeger oorlogen.
Zoo viel in de Krimoorlog Sebastopol na
een belegering van 12 maanden; in den
Fransch-Duitschen oorlog van 1870/71 viel
Straatsburg na 7 weken, Metz na 2 maanden
en 8 dagen, Parijs na 130 dagen; In den Rus
sisch-Japansch en oorlog hadden de Japan
ners 210 dagen noodig om Port Arthur te
veroveren. Een lange belegering was in de
zen oorlog alleen die van Przemysl door de
Russen: zij duurde 4Yi maand.
Daartegenover viel Luik na 2 dagen, Na
men eveneens, Antwerpen werd den twaalf
den dag van de belegering ingenomen, Kow-
no viel na 20 dagen en Nowo-Georgiewsk
na 10 dagen.
Het blad zegt, dat deze snelle veroverin
gen vooral een moreelen indruk maken eni
dat deze gunstig moet werken op de aanval
lende troepen, maar verlammend op de ver
dedigers.
Italië en do Oorlog.
Naar aanleiding van do oorlogsverklaring
van Italië aan Turkije, schrijft de „Avanti",
dat zij die de oorlogsverklaring in Mei Ver
langden, al te goed wisten dat de oorlog niet
tot een actie inde Alpen en aan de Isonzo zou
beperkt blijven. Wie zich met de Entente
verbroedert, mag niet afzonderlijk oorlog voe
ren, Het onmiddellijk gevolg der oorlogsver
klaring zal zijn het deelnemen van Italië
aan de Dardanellen.
.Voorloopig, schrijft -het blad, zullen wij
ons onthouden van oordeelvellingen, maar
wanneer eenmaal de leidende Italiaansche
kringen rekenschapzullen moeten afleggen
van hun door ons niet goedgekeurden koers,
dan zullen ze naar verdienste .wordeti be
handeld,
In het Italiaansche leger.
Uit het oorlo'gsperskwartiér wordt aan het
„Berl. Tageblatt" .gemeld, dat de volslagen
mislukking van alle door de Italianen onder
nomen pogingen om het Oostenrijksch-Hon-
gaarsche front te doorbreken, aan- een reeks
hoogere Italiaansche officieren hun betrek
king gekost heeft. Niet minder dan drie be
velvoerende generaals, vijl divisie- en. bri
gade-commandanten werden tot straf van
hun commando ontheven. D© reeds gemelde
val van generaal Ragni, die doorging" voor
een der bekwaamste aanvoerders van het
Italiaansche leger, heeft buitengewoon veel
opzien in Italië verwekt. Ragni had het be
vel over het eerste legercorps, dat te Turijn
in garnizoen thuis hoort en daarom be
schouwd wordt als een soort lijfcorps van
den Koning van Italië. Aan Ragni was op
gedragen de hoogte van Podgora te nemen,
die vóór de stad Gürz op den westelijken
oever van de Isonzo gelegen is en den toe
gang tot de stad verspert. Ragni had als
tegenstander, den reeds door de Italiaansche
verslagen bekenden generaal-majoor Schnei
der, die met zijn troepen uit Dalmatië alle
stormaanvallen van de Italianen het hoofd
heeft weten te bieden. Op uitnoodiging van
Ragni was de Koning van Italië met den chef
van den generalen staf Cadorna persoonlijk
voor Podgora verschenen en moest inplaats
van de verwachte intocht in de stad Gürz,
een onheilspellende decimeering beleven yan
de regimenten 1 en 2, behoorende tot de
brigade welke aan het huis van Savoye ver
bonden zijn en van de regimenten 35 en 36
van de brigade Pistoja.
De Koning geraakte bij dit voorval buiten
zichzelf, terwijl het tusschen hem en Cadorna
tot opgewonden uiteenzettingen moet zijn ge
komen, die mét de afzetting van Ragni ein
digden.
De torpedeering van de „Arabic".
Inzake het nieuwe Amerikaansch-Duitsch
incident, ontstaan door de torpedeering van
do „Arabic", verneemt de correspondent ,van
de „New York World" te Berlijn, dat nog
geen enkel Duitsch rapport is ingekomen,
waaruit zou blijken, dat de „Arabic" door
een Duitsche duikboot werd getorpedeerd en
dat Duitschland geen verklaring aan Ame
rika kan afleggen, voordat het zulk een rap
port in handen heeft
In Duitsche officieele kringen blijkt ge
heel niet de indruk te bestaan, dat over de
zaak een conflict zal ontstaan. In marine-
kringen vooral acht men niet uitgesloten,
dat de boot op een mijn stiet en deze onder
stelling schijnt te getuigen,, dat het in elk
geval een vergissing was, als het door een
duikboot zou zijn geschied. Een paar Rijks
dagleden zeiden dit ook ronduit. Moa ver
trouwde in Rijksdagkringen, dat president
Wilson rustig volledige rapporten zou af
wachten.
Eén der partijleiders uit den Rijksdag
zcido tot den correspondent, dat niemand in
Duitschland moeilijkheden met Amerika
wenscht en dat van een oorlog met Amerika
geen sprake kan zijn, als president Wilson
het er niet opzettelijk op aansturen zou,
wat men niet geloofde. Maar alle parlements
leden, die hij sprak, ook de sociaal-democra
ten, legden nadruk op de noodzakêl ijk beid
voor Duitschland om tegen Engeland's han-
delsóorlo'g don "duikbootoorlog te blijven' voe
ren en dien eerst te staken als Engeland
toevoer van levensmiddelen en grondstoffen
toelaat. i
SALARISREGELING BIJ MOBILISATIE
De gemeenteraad van 'e Hertogenboseh
heeft besloten met algemeene stemmen om
de traktementen der gemobiliseerde gemeen
te-ambtenaren boven den graad van korpo
raal in te krimpen tot de helft of een derde
van hun tot hiertoe genoten volle salaris
als ambtenaar. Van deze bepaling zullen Uit
gezonderd worden gehuwde ambtenaren, die
als gewoon soldaat of korporaal dienen. De
gelden die door dezen maatregel worden uit
gewonnen, zullen verdeeld worden over de
gemeente-ambtenaren die thans wegens het
in dienst zijn hunner collega's het dubbele
wérk moeten verrichten van in gewone tij
den. Onder bedoelde ambténaren zijn ook de
onderwijzers begrepen.
LIJKVERBRANDING.
De phase, waarin thans het vraagstuk der
crematie zich bevindt in verhouding tot de
wet, acht de Sticbtsche Ct. onhoudbaar.
Het is thans, zegt zij, toch uitgemaakt,
dat ook niemand gestraft kan worden, in
dien een lijk eenvoudig noch hegraven noch
verbrand wordt, maar blijft liggen.
Ook_ stemmen de voorstanders der lijkver
branding toe, dat, als de crematie wordt toe
gelaten, waarborgen in <j0 wet moeten wor
den opgenomen, om te voorkomen, dat de
crematie wordt toegepast met het doel, om
het leveren van bewijs, dat de doode een ge-
welddadigen dood gestorven is, onmogelijk
te maken. Maar 0p de manier, waarop het
thans gaat, kan de overheid zich op grond
van de wet dien waarborg niet verschaf
fen; Bovendien is het in strijd met den eer
bied voor de wet, dat doer de overheid een
handeling wordt toegelaten, die toch in
strijd met de uitdrukkelijke wettelijke bepa
ling plaats heeft.
Om deze redenen, zegt het blad. behoort
ieder, ook al is hij persoonlijk voorstander
van de crematie, er prijs op te stellen, dat
de tegenwoordige toestand in ieder geval
niet bestendigd wordt.
En het zou eindigt het zeker het
meest in overeenstemming zijn geweest met
den politieleen wapenstilstand, indien de be
grafeniswet zóó ware gewijzigd, dat gestraft
kon worden wie tot een crematie last geeft
of wie ze uitvoert. Dan ware slechts gehand
haafd wat, naar ieders toestemming, de te
genwoordige wet tochi bedoeld heeft.
Meent de Rogeering echter op dit oogen-
b'di de zaak te moeten laten liggen zooals
ze ligt, clan zal toch in ieder geval na het
eindigen van den politieken wapenstilstand
de zaak geregeld moeten worden;
EIGEN FABRIKAAT.
Het Huisgezin schrijft:
Naar Nederlandsch-ïndië mogen enkel goe
deren van Nederlandsch fabrikaat .verzon
den worden.
Deze bepaling is een nieuw staaltje van
de ergerlijke machtsoverschrijding, waaraan
Engeland zich schuldig maakt.
Maar afgezien van den dwang is liet zeker
wenschelijk, dat van hier zooveel mogelijk
Nederlandsche artikelen naar onze bezittin
gen worden verzonden.
Evenals het wenschelijk Is, dat wij zelf
aan het eigen fabrikaat do voorkeur geven,
er minstens aandacht aan wijden en het niet
met geringschatting voorbijgaan.
De tijdsomstandigheden dwingen, nu in-
en uitvoer aan belemmeringen blootstaan, ,van
bet. Nederlandsch fabrikaat meer notitie te
nemen.
Zal men, als deze dwang wegvalt, straks
weer tot de oude sleur en de veelal dwaze
voorkeur voor het uitheemsche product terug-
keeren?
Of zal men eindelijk te dezen aanzien ge
zonder en meer nationale inzichten gaan hul
digen?
De fabrikanten van hun kant en zij, die bij
het debiet van Nederlandsche producten be
lang hebben, moesten thans, nu het jjzer heet
is, het ook smeden.
Zij moesten voor hun fabrikaat een doel
treffende reclame maken in de pers en door
tentoonstellingen.
Beter gelegenheid dan nu, om tiet publiek
met de producten der Nederlandsche nijver
heid bekend te, maken, zal zich" niet licht
aanbieden.
Laat men die gelegenheid ongebruikt, dan
komen straks de concurrenten uit den vreem
de weer opdagen en winnen met het grootste
gemak het een oogenblik verloren terrein
■weer terug, met misschien nog een nieuw
stuk daarbij.
In het afgetrokkene beschouwd zou men
kunnen redeneeren, dat het Nederlandsch pu-'
bliek zoo nationaal behoorde te gevoelen, dat
het uit eigen aandrang de vaderlandsche bo
ven de buitenlandsche nijverheid bevoorrecht
te, ze minstens op voet van gelijkheid be
handelde.
Maar dat doet het nu eenmaal niet: voor
ethische overwegingen voélt hét weïaig o'f
niets.
Het moet gewonnen en overtuigd worden,
en daartoe dient de nijverheid van alle be
schikbare middelen, van publicatie en re-,
clame gebruik te maken.
Ook op dit gebied is van het buitenland
nog veel te leeren.
Het Duitsche gezantschap deelt het volgende
.mede:
Tot het postverkeer met Nederland zijn in
België tot dusver alleen de steden Brussel, Luik,
Verviers (deze drie met voorsteden en plaatsen
in de onmiddellijke omgeving), Antwerpen,
Hasselt en Welkenraedt-toegelaten.
Voor mededeelingen van persoonlijken aard
zijn alleen briefkaarten, voor zuiver zakelijke
mededeelingen brieven van hoogstens twee blad
zijden omvang en de daarbij behoorende bijlagen
(van zakelijken aard) geoorloofd.
Daar het overige gedeelte van België niet tot
het postverkeer met Holland is toegelaten, is
er voor schriftelijke mededeelingen van Holland
uit, welke aan een tusschenpersoon in een van
genpemde steden ter verdere verzending naar
andere plaatsen van België zijn gericht, geen
uitzioht op doorzending; en bestelling.
Jeugdige inbrekers. Te Gorinchem zijn
drie jongens, een van 12 en twee van 17 jaren
oud gearresteerd, verdacht van twee inbraken
in den nacht gepleegd te hebben waarbij ze zich
galanterien en flosachen-melk toegeëigend heb
ben. De jeugdige inbrekers hebben tal van mis
drijven op hun kerfstok.
Meineed. Het dorp Donkerbroek (Fr.-)
leeft, naar wij in de „Tel." lezen, onder den
indruk van het volgende: Een winkelier werd
verbaliseerd wegens verkoop van sterken drank
.Ware Mr. Duyzings niet toevallig in de buurt
geweest, dan zou hier bijna zoo goed als zeker
een mensckenleven te betreuren zijn geweest.
WraakI Men schrijft aan de „St.d." als
historisch:
Eerste bedrijf Een klein stadje. De bur
gemeester is oud-Indisch kapitein en zeer
correct. Hij komt op een wandeling één
van zn gemobiliseerde „onderdanen" een
keung-net sergeantjetegen, in burger.
Dat is hem te kras 1 Sergeant aangehouden
en onner Ivraagd.
Ja, de kepi is afgewaaid, in het water
gerold en hangt nu te drogen. Hij kan
moeilijk met een burgerpet loopen en heelt
zich dus maar geheel verkleed 1 De burger-
Ivaaer laat zich echter niet beetnemen en
maalkt rapport. Sergeant nijdig I
Tweede bedrijf Een paar weken later.
Burgemeester, mama en zoon wandelen.
Zoon is korporaal en van vroeger gewoon,
dat ze eerst gegroet worden. Ziet alzoo
het nederig sergeantje niet, dat hem thans
in tenue passeert. Hij ontgaat echter niet
aan de wraakgierige blikken van dezen.
IneensHalt 1 Zoonlief mag voor de
oogen van het verblufte ouderpaar zes pas
terug doen, iu de houding staan en netjes
salueeren. DanIngerukt, marsckJ
Ingehouden gelach bij de omstanders. Pa
pa, mama en zoon af 1 Sergeant zegt: „Maak
je now maar rapporti"
Een merkwaardige ontvluchting. Giste
renmorgen omstreeks elf uur, werd de Mau-
ritskade te Amsterdam in opschudding ge
bracht. Een verpleegde uit het Militair Hos
pitaal had de kans schoon gezien te ent
snappen en rende de 'Mauritskade op- tot de
Amsteibrouwerij. Als een kat klom hij tegen
het daar geplaatste gevaarte, dat dient voor
do kolenlossing, en hoog ever de straat naar
da brouwerij loopt. Hij stond weidra boven
op het dak, de menigte toe te spreken, in het
Duitsch naar het ieek. De sommatie van
zonder vergunning. Twe© 20-jarige boeren- -twee agenten van politie, die zich met eenige
docht era, de ééne dochter van een raadslid,
werden voor het kantongerecht als getuigen ge
hoord. Zij waren blijkbaar door den beklaagde
bewerkt en zijn thans, verdacht van meineed, in
voorloopige hechtenis gesteld. Voor ecni gen
tijd werd 6en jongedochter uit hetzelfde dorp,
wegens meineed, ook in een drinkwetovertre-
ding, veroordeeld tot 4 maanden gevangenis
straf. Tóch schijnt dit voorbeeld nog niet af
doende geholpen te hebben. -
Vleeschprjjzen een halve eeuw geleden.
Uit Zwolle meldt men aan Het Vad.
Menige huismoeder klaagt nu over de dure
tijden, maar als zij het onderstaande leest, zal
zij nog meer watertanden:
In een slagersboekje van het jaar 1860 van de
firma "L., alhier (die nog bestaat) vond ik voor
de maand Juni de volgende opgaven.
1 pond kalfslappen 0.30.
l%pond runderlappen 0.52M
1 ossetong 1.20.
Voer de somma van 0.60 werd geleverd:
2 Zwezeriken, 2 ons kalsgehakt en B p. lappen,
terwijl kalfsgehakt op 12 cent berekend was
en biefstuk 7J4 ons voor 0.52%.
Vergelijkt u de prijzen van heden eï eens
meel
Een kranige redding. Te Utrecht wist
Zondagmiddag een juffrouw, zenuwpatiënte,
zich plotseling los te rukken van haar goloid-
werkiieden der brouwerij naar boveu hadden
begeven, beantwoordde hij met de bedrei
ging, dat hij ieder, die liem op zijn hoog©
post trachtte te naderen, met een ijzeren
bout, welke hij daar gevonden had, zou te
ljjf gaan. Een inspecteur van politie alar
meerde inmiddels de brandweer en toen deze
verscheen met de Magirusladder, maakje do
vluchteling weldra aanstalten vrijwillig zijn
gevaarlijk spreekgestoelte te verlaten. Be
neden gekomen .wilde hij zich - weder aan
een .Vervolging onttrekken, doch hij .werd
door dé agenten en het brouwerijpersoneel
overmeesterd en 'geboeid naar het hospitaal
gedragen.
De jacht in Noord-Holland. De commis
saris der Koningin in de provincie Noord-Hol
land heeft bepaald, dat in deze provincie de
jacht op grof wild wordt geopend op 1 Novem
ber a.s. niet zonsopgang, die op klein wild, met
uitzondering van hazen en fazanten, op 1 Sep-
teraber a.s. met zonsopgang, die op hazen eD
fazanten op 1 October a.s. met zensopgang.
De korte jacht mag dagelijks, met uitzonde
ring van den Zondag, en de lange jacht alleen
op Woensdag en Zaterdag worden uitgeoefend.
Uitzonderingsbepalingen zijn vastgesteld voor'
gedeelten der gemeenten Blaricum, Bussum,
Huizen, Hilversum, Kortenhoef, Naarden en
Nederhorst den Berg.
Het schieten op waterwild mag alleen op
Woensdag en Zaterdag plaats hebben.
ster, waarna ze pardoes in het water sprongErnstig verwond. Bij den houw der kan-
Jopen voor de gemeentelijke electriciteite-
werken te Den Haag kwam, door het- breken
van een touw, een hijschstelling zoodanig te
vallen, dat twee werklieden er* onder kwa
men. Eén van hen werd zoo ernstig aan het
hoofd verwond, dat zijn toestand zorgwek
kend is. Beide getroffenen werden per rij-
wielbraneard naar huis vervoerd.
Jeugdige avonturiers. Te Sliedreeht zijn
vier knapen aangehouden op aan wijking
van een ingezetene dier gemeente, wien hun
houding verdacht voorkwam. De knapen
werden voor den burgemeester geleid en bij
het verhoor bleek,'dat drie hunner van plan
waren de wijde wereld in te gaan. Zij zijn
naar .Utrecht overgebracht om aan hunne
ouders aldaar te worden teruggegeven. De
vierde is naar Dordrecht gebracht, vermoe
delijk in verhand met een door hem gepleeg-
den diefstal van een fietelantaarn.
van den Maliesingel, tegenover het Hieroni-
mu8plein.
Nauwelijks was de hevige plons gehoord, of
de wandelaars, die zich toevallig in het plant
soen bevonden, snelden naar de plaats waar de
denkelinge te water was geraakt. Er begaven
zich enkelen, langs den kant te water, maar de
Singel is daar ter plaatse dieper dan mans
lengte, zoodat alleen ervaren zwemmers daar
succes kunnen hebben bij hun reddingspogin
gen. En ervaren zwemmers schenen er op dat
oogenblik niet aanwezig.
Totdat atfn den overkant opeens haastig een
deur werd geopend en Mr. E. W. H. Duyzings,
le luitenant bij het vrijwillig automobielkorps,
verscheen, die met een enkelen blik de situatie
had overzien.
Zijn uniformjas uitgooien was het werk van
een oogenblik en geen seconde daarna sprong
de heer Duyzings, overigens geheel gekleed, te
water, zwemmend naar de plaats, waar de dren
kelinge inmiddels was gezonken.
Na van het publiek aanwijzing te hebben
ontvangen waar het slachtoffer naar beneden
was gegaan, dook hij onder en slaagde ér spoe
dig in, onder bravogeroep van de mensehen
langs den kant, om de drenkelinge op het
droge te brengen.
Nadat Mr. Duyzings aanwijzingen had gege
ven, hoe te handelen was spoedig een
vrouwelijke medicus uit de buurt, arts Albers,
gewaarschuwd, die op haar beurt al haar be
langstelling aan de patiente wijdde, die dan
ook weer spoedig het bewustzijn herkreeg.
Een reuzcnsclioorsteen. Dzeer dagen
ontving de N.V. Canoy-Herfkens' steenfa
brieken te Venlo een opdracht tot het bou
wen van een schoorsteen hoog 120 meter voor
de Oelwerke „Germania" te Emmerich. De
betonfundeering wordt 6 meter diep en in
aanleg 18.50 meter in doorsnede. De schoor
steen zal een bovenbinnenwerksche maat
van 8.50 meter en onder idem 6.36 meter heb
ben. De muurdikten onder worden ruim 1%
meter zwaar. Er zullen circa één en een
kwart millioen steenen aan dezen schoor
steen verwerkt worden.
In dure tijden. Men schrijft van de Bel
gische grens aan de Meijerijsche Crt.:
In tijden van duurte en schaarechte der
levensmiddelen wordt de geest vindingrijk
met stof bedekt, en de inkt is door den tijd
geheel verbleekt, zoodat de letters moeilijk
te lezen zijn. Maar ua lang turen ontcijfert
hij het opschrift: „Rechtvaardiging van mijn
gedrag jegens mijn nicht, eerst na mijn dood
te lezen. Johanna Grice."
Over zijn gelaat verspreidt zich een som
bere trek en hij snelt den tuin in, maar staat
nog eenmaal stil voor hij het hek bereikt,
begeeft zich naar het venster van het zij
vertrek en tuurt naar binnen. Hij ziet haar
"Zitten met uen rug naar liet venster gelteerd
de ellebogen op tafel, terwijl haar handen
koortsachtig door haar grijs haar woelen.
Haar stem kan men duidelijk hooren; maar
de woorden die zij leest, zijn niet meer te
verstaan. Een paar minuten toeft hij voor
het venster, maar verwijdert zich daarop
spoedig met de woorden: „Het zal mij ver-
Wonderen als dat nog niet haar dood is."'
Dit is zijn eenige afscheidsgroet.
Met deze gedachten bezield keert hij den
rug naar de hut en naar Johanna Grice.
Welken weg zal hij nu inslaan? Naar de stad
terugkeeren of nog verder het pad volgen,
dat naar buiten leidt? Voorwaarts. De oude
zucht om alleen te zijn, huiten het gezicht
van een levend wezen, komt weer hij hem
«oven»
Hfj bekommert zich niet om den regen,
■maar snelt slechts voorwaarts, met 't kistje
jOnoer zijn arm, voortdurend eenige overdek
te plaats zoekende, waar hij het kan openen.
Toen hij ongeveer een mijl doorgeloopen
had, ziet hij een koestal, een weinig van den
grooten weg verwijderd een vervallen en
eenzame plek, maar het kan hem toch, tot
een dak verstrekken; dus treedt hij dien bin
nen.
Een droog hoekje vindt hij daarin, ten
minste droog genoeg om zijn voornemen ten
uitvoer te kunnen brengen. Hij knielt daar
neder en snijdt het koord om de doos los,
maar aarzelt toch nog om zie te openen
en trekt daarom eerst den brief er uit.
Het is een lange brief, met een onduide
lijke en kleine hand geschreven. Hii laat on
geduldig zijn oogen er over gaan, totdat zijn
aandacht als toevallig geheel wordt ingeno
men door twee of drie regels, die een weinig
grocter geschreven zijn en ongeveer in het
midden van een bladzijde staan. Sedert ja
ren had hij geen brief gelezen en hij onder
vindt er nu meer moeite mede dan toen hij
nog een knaap was. Maar hij spelt, zonder
zich door een moeilijkheid te laten weerhou
den, de woorden waar zijn oog het meest op
viel, en die als volgt luiden:
„Ik heb er slechts nog bij te voegen, vóór
ik tot de bekentenis overga van wat in onze
familie plaats heeft gehad, dat ik nooit zag,
en maar eens den naam gehoord heb van
den man. die mijne nicht in stilte en huiten
weten van ons allen huwde en toen verliet."
Teen hij deze woorden had gelezen^ be
proefde hij het niet den brief verder te ont
cijferen. Hoe weinig zij ook bevatten, waren
zij, naar het schijnt» voldoende om onaange
name herinneringen en onrustige gedachten
bij hem op .te wekken, maar die hij met ge
weld trachtte te overwinnen, en waarin hij
ook slaagde door het papier tusschen zijn
vingers tot een bal te verfrommelen. Haas
tig verbergt hii het in zijn zak, en schijnt
niet de minste neiging te gevoelen, om Ihet
weder uit elkander te halen; daarop besluit
hij het kistje te gaan onderzoeken. Het is
met band dichtgestrikt, maar niet afgeslo
ten. Hij opent het deksel en vindt daarin
eenige eenvoudige vrouwenkleederen, een
werkdoosje, een kanten kraag, waar de naald
en draad nog opsteekt, een aantal brieven,
sommigen daarvan zijn saamgebonden, an
deren liggen ordeloos door de doos verspreid;
een fraai gebonden album, verscheidene ge
droogde bloemen en kruiden, die waarschijn
lijk uit het boek waren gevallen: een stukje
stramien, waarop een half afgewerkt pa
troon staat en een zwarte mantel met een
een onvoltooide geborduurde kraag. Het is
Ihiem reeds bij bet eerste gezicht duidelijk,
dat al deze zaken plotseling in de doos wa
ren geworpen en er net zoo in waren blijven
liggen.
Een oogenblik houdt hij zijn blik geves
tigd op dit zonderlinge mengelmoes dat hij
voor zich heeft; daarop keert hij zijn hoofd
er van af en mompelt op verdrietigen toon
herhaalde malen: „Mary", welken naam hij
in tegenwoordigheid van Johanna Grice ook
genoemd heeft.
Een weinig later ridht hij zijn blikken we
der in de doos; werktuigelijk neemt hij er de
brieven uit; werktuigelijk leest hij de adres
sen, werktuigelijk legt hij ze er weer onge
opend in, totdat hij er een in handen krijgt,
waar schijnbaar nog iets hij ingesloten is.
Dit doet hem het couvert openen om te on
derzoeken wat het bevat. Niets dan een net
opgevouwen stukje papier. Hij opent dit en
vindt er een lokje haar in, maar hij vouwt
het terstond weder dicht, om het zoo spoe
dig mogelijk uit het' gezicht te hebben. De
zen brief leest hij met meer aandacht. Hij is
geschreven door 'n vrouwenhand en geadres
seerd aan mejuffrouw Mary Grice, Dibble—
dean, er staat slechts op „Bonstreet, Londen,
'Woensdag". Het postmerk duidt aan, dat
hij vele jaren geleden gscbreven is. Hij is
niet zeer lang; en het is hem dus minder
zwaar om hem van het begin tot het eind te
ontcijferen.
Hij luidt als volgt:
„Lieve Mary,
Ik heb uw fraaien haren armband met]
den wagen verzonden, hij is zeer netjes door
den goudsmid in orde gebracht. Ik heb uwl
naam op het adres geplaatst, zooals ik nu
ook doe, daar ik mfj herinner dat uw vader
er een punt van eer uit maakt om nooit uw
brieven of pakjes te openen; en uw nare tan
te Johanna ook verboden heeft dit te doen.
Ik hoop dat gij dezen en het pakje te gelijk
ontvangen zult.
Ik ben er van overtuigd dat het model van
den armband, zooals nu het oude en nieuwe
haar door elkander gewerkt is, naar uw zin
zal zijn. Hoe spoedig zult ge naar uw kamer
vluchten, en ongezien blozen, - evenals de
blcem in het gedicht, als gij hem ziet! Mi»-'
schien zult gij er verbaasd over zijn, dat ei)
nog een klein goud slotje aan bevestigd is;
maar de goudsmid zeide, dat dit bepaald!
noodzakelijk was. Het haar van uwé
lieve zuster, dat alleen in den arm-,
hand was, toen gij hem mij zondt, omj
hem te laten veranderen, verschilde zeeij'
veel van het haar van nw man, dat gij eij
door gewerkt wildet hebben, daarom heb!)
ge goed gedaan, hem naar Londen te zenden.
Ik geloof dat ik over die 6oort van zaken
nog al goed oordeelen kan, en ik hond dit
voor den fraaisten haren armband, dien I»
ooit nog gezien heb.
(Wordt vervolgd).