TWEEDE BLAD CHINA MATTEN Madonna. DE OORLOG P. J. JANSSEN BINNENLAND FEUILLETON ^Biegangg b. Warmoesstr. DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1915 HET ZEEGEVECHT IN DE GOLF VAN RIGA. In ons overzicht van gisteren maakten wij de opmerking, dat het nog tamelijk duister was wat eigenlijk in de Golf van Riga heette 'gebeurd te zijn. De berichten liepen al te zeer uiteen om er een juiste conclusie op. te bouwen. Alvorens wij' op de bedoelde berichten, nader de aandacht vestigen, geven wij hier eerst met verwijzing naar het kaartje, dat wij gisteren in ons blad opnamen een korte beschrijving van de ligging der Golf van Riga.. Gelegen aan de Oostzee wordt zij van deze behalve door een aantal kleine eilan den ook door twee groot© dito's, Osei en Iiago, geseheiden. De zuidelijke uitgang naar de Oostzee is de zeeëngte van Do mes nas, zoo gekeeten naar de uiterste noordelijke spits van Kurland. De noordelijke uitgang is de doorvaart tusschen beide genoemde eilanden en de kust van Esthland. Deze voert westelijk van de Russische oorlogshaven Reval naar de -Finsche Golf. Deze noorde lijke doorvaart heet Moon Sund, doch wordt in baar zuidelijk gedeelte ook Groote Sund 'gekeeten. In de Moon Sund ontmoet men ook de eilanden Worms en Moon. Aan den noord-oosthoek van de Golf van Riga- treft men de stad Pernau aan, waar zooals het in hel Russische bericht heette de Duit schers hun landingstroepen, onder dekking van het scheepsgeschut, aan wal wilden bren gen om het Russische leger, bij Riga in den rug aan te vallen. Van Duitsehe zijde is nu intussehen tegen gesproken, dat dergelijke plannen bestonden en wordt verzekerd, dat ook -geen enkele poging in die richting is aangewend. Omtrent- de berichten over het zeegevecht, dat in de Golf van Riga heeft plaats gehad, het volgende: In een officieel Russisch: be richt van 18 Augustus werd medegedeeld, dat de Russische vloot aldaar voor ecu aan zienlijke Duitsehe overmacht terugtrok. ,Van Duitsehe zijde kwam eerst op 21 Aug. eenig bericht, gelijktijdig met een tweedeRus sisch bericht. Het Russisch bericht zei, heel kort, dat een sterke Duitsehe vloot naar bin nen was gedrongen en dat de strijd werd voortgezet. Het Duitsehe gaf wat moer licht. Daarin werd gemeld, dat de Russische tor pedoboot „Emir" was gezonken, andere tor pedobooten, waaronder de „Nowik" waren evenals een groot Russisch schip 1be schadigd. De Russische kanonneerboóten „Sjivoetsj" en „Kerejetsj" waren gezonken. Daartegenover 'was 1 Duitsehe torepdoboot 'gezonken, 1 op strand gezet en 1 bescha digd. Nog kwam een Russisch bericht in van 21 Augustus, dat toegaf, dat de „Sji voetsj" was gezonken, de Duitschers hadden minstens 2 torpedobooten verloren, terwijl een Britsclie duikboot een Duitsehen krüi- ^ser haDdoen zinken. Het „Pet. Tel. Ag." nam even later de bewering over da „Sji voetsj" terug, doch dit verlies werd. weder om in het Russische communiqué van 23 Augustus erkend. Een Russisch communiqué van 22 Augustus zeide, dat de Duitsehe vloot de Golf van Riga had verlaten; dat van 23 Augustus was uitvoeriger, maar schepte tevens weer nieuwe onzekerheid. Op 16 Au gustus zou de aanval namelijk zijn begon nen en yan 16 tot 21 Augustus zouden 2 Duitsehe kruisers en 8 Duitsehe. torpedo- booten gezonken of buiten gevecht gesteld zijn. Voorts zou een Duitsehe dreadnought door „de dappere bondgenooten" zijn getorpedeerd, en wel „terzelfdertijd"; of dit ook terzelf der plaatse gebeurde, werd niet gemeld. Van andere zijde werd evenwel gezegd, dat de Russische vloot, werd bijgestaan door eenige Engelsche duikbooten en dus Een later bericht van het „Pet. Tel. Ag." voegt nog een hulpkruiser aan do van 16 tot 22 Augustus geleden Duitsehe verlie zen toe. Volgens al deze Russische berichten had den wij.dus met een der grootste zeege vechten uit dezen oorlog te doen. Bijzondere aandacht trok ook het bericht van den Times-cörrespondent te St. Poters- 't Css&dko&pst adrst voor1 is steeds TELEF, 2610. - HAARLEM, burg, die meldde, dat een Duitsehe landings troep met 4 groote lichters te. Pernau zou zijn aangekomen, omsingeld en krijgsgevan gen gom na kt! Dit bericht .was al zeer zon derling, al3 men bedenkt, dat Pernau on geveer' 150 E.M. van Riga ligt, aan den westelijken oever der bocht, midden dus in het door de Russische troepen bezette ge bied, dan moest men zich wel afvragen of dit bericht juist kon zijn. In de Kölnische Zeitung wordt dan ook gelijk wij gisteren onder de „Nagekomen berichten" nog 'konden melden dit be richt naar het rijk der fabelen verwezen, evenals zoovele andere berichten over den „grooten" zeeslag in de Golf van Riga. Het Wolff-bureau komt nu van bevoegde' zijde de tegenspraak van de Köln. Ztg. be vestigen en zoo zullen wij dus moeien aan nemen, dat er van een „grooten" zeeslag geen sprake is geweest. HET LIJDEN DER DUITSOHE KRIJGSGEVANGENEN in RUSLAND Ieder kenner van het Russische „administra tiestelsel" heeft moeten vreezen, dat de geruch ten aangaande de schandalige behandeling van krijgsgevangenen in Rusland grooten deels waar moeten zijn. Thans beschikt men over een brief van een Russische ziekenverpleegster, die zich op een verzamelplaats van krijgsgevangenen in Rusland bevindt, Deze brief, die het kenmerk draagt van de waarheid, spreekt voor zich zelf, en „Be Toekomst" deelt daarom een en ander daaruit mede. Het noemen van namen enz. heeft men achterwege moeten laten, wijl daarin een ernstig gevaar zou schuilen voor de schrijfster van bedoelden brief. „Geschenken, zooals kleedingstukken, .kunnen in de hospitalen niet worden uitgedeeld, daar alles gestolen wordt. De menschen blijven on gekleed, totdat zij „geëvacueerd" worden (dit is de term voor het zenden der menschen uit de 'hospitalen naar Siberië!) De nood is ontzettend groot, en het is een verschikkelijke gedachte te moeten vreezen,, dat erger te wachten staat. Vooreerst kunnen wij den soldaten nog 20 ko peken en wat kleeren op weg naar Siberië mee geven. De officieren krijgen van Mevr. X. tot 5 Roebel tóe. Hier werd anders alles tot op den laatsten cent gestolen, ook de sieraden, horlo ges enz., terwijl tot nu toe niemand iets heeft gezien van de soldij, die de regeering verplicht is te betalen. De toestand is werkelijk niet te beschrijven; zonder onze tusschenkomst' zou den de menschen letterlijk naakt naar Siberië moeten gaan. Ilc zelf heb gezien, dat. Duit schers barrevoets op straat over ij;s en sneeuw hebben moeten loopen. Thans wor den de menschen alleen nog des nachts over gebracht, daar men vreest, dat het zou kun nen uitlekken, dat onze couranten de waar heid achterhouden. Het verschil, dat men tusschen gevangenen van Duitsehen en die van Slavischen landaard maakt, is kenschet send; alle Duitschers gaan naar Siberië, de Slaven naar Astrakan en Kostroma. Be Duit schers komen niet meer in gevangenen- lazaretten, men brengt hen in de kazernes en in de krijgshospitalen, dus op de aller slechtste plhatsen. I>e Slaven komen in de goede lazaretten. Hierbij moet ik op merken, dat er niet meer dan 10 o/0' Duitschers bij de gevangenen zijn. De anderen zijn van alle mogelijke nationa liteiten, zij zien er vuil en gedeprimeerd.uit en bedelen voortdurend. Een uitzondering vormen, behalve de Tyrolers-en de Oosten rijkers van Duitsehen landaard, cle Hon garen laatstgenoemden, die men trouwens niet kan verstaan, zijn erg gereserveerd. De Duitscher is van 'geheel anderen aard; dit zelfbewustzijn, deze moed! Nimmer zal hij klagen of bedelen. Zegt men: „Kom maar hier, hei is voor U," dan antwoorden zij „Een Duitscher sterft liever van honger, bedelen doet hij niet." Voor alles dankt hij 'hartelijk en op beschaafden toon. Deze kleinigheden zijn kenschetsend. Vaak maken de soldaten den indruk van een ontzettend zie'eleed; mager zijn zij, zeer bleek, vooral zoo zij zich reeds langen tijd in gevangenschap hebben bevonden. De offi cieren, ik meen de Pruisen, zijn nooit neer slachtig, steeds zij 11 'zij vol moed, hun ongeluk en. hun verblijf in het heilige Russische Rijk beschouwen zij 'meer als een 'grap. Slechts wanneer er van wordt gesproken, dat zij niet meer aan den oorlog kunnen meedoen, ziet men de woede op hun gelaat. Op een avond werd ik per telefoon aan gezocht kleeren enz. te komen brengen voor 160 soldaten en 16» officieren, die „geëvacu eerd" werden. Het was een ontzettend ge zicht, om negen uur 's avonds daar buiten de stad. De gevangenen liggen in drie tram wagens, midden óp het veld moeten wij alles verdeelen. (Spionnen loeren van alle kanten, om op te letten, dat vooral de Slaven goed worden bedeeld.) Do sneeuw lag hoog, het was ijzig koud; er stonden menschen genoeg om ons heen, men vooldo hot; er wordt van allo kanten gestolen! Toen de gevangenen uit de tramwagens kwamen, herhaalde zich het oude liedje. Da Slaven bestormen ons, de Duitschers blijven rustig, zonder oen .woord to zoggen, hooghartig achteraf, staan; geen hunner vraagt om iets, zij drijven den spot met het gekibbel van de Slaven, en een van hen zeide: „Schaamt ge H dan niet zoo te bedelen?" Een Duitscher h'ad een zware kwetsuur in de long, een tweede had beide oogen ver loren; zij hadden nagenoeg niets aan het lijf, terwijl het 15 graden onder 0 was. Het geen voor hen bestemd was moest ik aan een anderen Duitscher geven; hij zag mij strak in de oogen en zeide: ,,U kunt op. mij rekenen." En ik voelde, hij zal zijn belofte ge stand doen, In een anderen wagen waren niets dan zwaar gewonde Oostenrijkers en Duitschers. Het was een onbeschrijfelijke ellende. De ipeesten waren nagenoeg naakt, zij klappertanden van de koude; zij waren werkelijk "bijna allen halfdood. Beide voeten verloren en een been ver lamd, zonder, been, de long zwaar gekwetst, blind. Ontzettend! Haast allen hadden naakte voeten, wij hadden geen kou sen genoeg; geen hunner kon zich zelf kl.ce- den. Een man uit Tyrol had niets dan een blouse aan het lijf, tot aan de buik reikte, overigens was hij naakt, en wij had den geen broeken meer. Er was ook een negentienjarige jongen, hij had niets dan lompen aan het lijf en zag er ontzettend mager en ellendig uit. De officieren waren nette menschen. Later moesten nog elf personen uit het hospitaal worden geëvacueerd. .Was,het dom heid, of wat was het anders, dat juist deze elf werden weggezonden? Zij waren nog veel zieker dan de anderen. Van een hunner waren de beide vöftten doodgevroren, bovendien had hij een oog. verloren, de kogel was hem door het achterhoofd gegaan. Hij was zijn geest vermogens kwijt men stuurde iemand weg dïb op sterven lag. Van een ander was het dijbeen gebroken, liij bad dysenterie en schreeuwde voortdurend; naast deze lagen zoo en zoo vele vrij gezonde menschen, die acht ter blevenl Een beambte zeide mij: „Bij ons wordt thans uitsluitend bij nacht geëva cueerd, omdat zij allen naakt zijn, het zou dus stuitend zijn, hen overdag weg te Zenden." Aandoenlijk was het kerstfeest in 't hos pitaal van de krijgsgevangenen; er was een klein kerstboompje, haast allen hadden tra nen in de oogen. Kommer en zorg lag op. het gezicht van de menschen, vele gewon den liepen op krukken, anderen werden naar binnen gedragen; zij herleefden bij dit schijn tje van kerstvreugde. IVe hebben hier eenige hooge heeren, prins vangraafdoch gezien hebben wij hen' niet, daar zij: zich op een plaats bevin den, waar de toestand het ergst is. De kleine Kurt vonmocht ik niet meer ontmoeten, men had hem den vorigen "dag weggezonden. Het was een alleraardigst kereltje. Hij nam het hoogst kwalijk, zoo men hem niet als volwassen beschouwde: Pardon, ik word achttien, en zit in do hoogste klasso van het gymnasium." Op de vraag, of hij met; toë- stemming van zijn ouders had meegedaan, antwoordde hij: „Mijne moeder heeft 'ge huild, doch mijn vader was er voor," Trou wens, een Duitsch soldaat van geposeerden leeftijd zorgt voor hem. Deze was ook de eenige, die iets vroeg, heel bescheiden en verlegen: „Och geef mij; toch een muts voor den jongen, anders vriezen zijn oorên dood." Voor zich zelf verzocht hij niets, ofschoon hij' niets anders had, dan een dun soldaten- manteltje." Het bovenstaande kan een idee geven van het ruwe barbarisme van het Russische volk en van hen, die de verantwoordelijkheid dragen. Het zou niemand kunnen verwonderen, zoo de Duitsehe regeering represaillemaatrege len ging nemen, ten einde gedaan te krijgen, dat hot lot van de Duitsehe krijgsgevan genen in Rusland worde verzacht. Zij zou daartoe volop in de gelegenheid zijn, met het oog op het overgroot aantal Russische krijgsgevangenen in Buitsehland. EEN „NOOD'VLANDING. Een vlieger van het Westelijk front heeft onder de vele ervaringen, waarvan hij on langs melding maakte, ook het volgende ver haak gedaan van een werkelijke „nood"-lan- dirg: Bij de terugkomst in het Parijsebe vlieg kamp gebeurde er iets, dat ik niet spoedig zal vergeten. Nauwelijks waren we neerge komen, of een monteur met eén wiel, zooals vliegmachines ze aan den onderkant hebben» in de handen, kwam op ons toensllen. Hij zeide iete in het Fransch tot den be stuurder, die mij daarop verzocht snel uit te stappen, later zou hij me nog wel een paar onderdeden van onzen tocht verkla ren. Ik sprong op mijn plaats, de motoren ratelden weer en de machine stoof weg. Ik begreep niet wat er aan de hand was, maar eenige vlieger-officieren vertelden het me. Zij wezen me een machine, die een paar dui zend voet boven 111e in de lucht was en die bij bet opstijgen een van de wielen h'ad Ver loren. De bestuurder wist dat natuurlijk niet, zou gewoon willen landen en dan zeker over den kop slaan. Mijn bestuurder was nu opgestegen om daarboven zoo dicht mogelijk te naderen, dan zou de monteur den anderen vlieger door zwaaien met het wiel probeeren te be duiden dat er iets haperde. „Wanneer bij bet niet begrijpt voordat bij daalt, is> hij verloren", zeide' de officier. Het was een dramatisch schouwspel, die een vlieger, in vol vertrouwen op'ziiu ma chine, al hooger stijgende, onwetend van den docd, die hem te wachten stond, de ander hem volgende, en ten slotte in steeds, nau wer cirkels rondom hem heen draaiende. Ten slotte begon de eerste machine te dalem „Hij begrijpt bet", zeide de een. „Neen, niet waar", zei een auder. „Waarschuw de ambulance", beval de com mandant van het vliegkamp. Wif stonden allen machteroos en wachtten af wat er ge beuren zou. De machine daalde al meer en meer. Toen hij zijn laatste glijvlucht inzette, begonnen in hiet vliegkamp soldaten niet wielen te zwaaien om 't hem maar te doen be grijpen. Maar in plaats van zün landing zoo in te richten, dat hij, naar rechts overhellen de, waar de boel in 01de was, neer zou ko men, belde bij naar links over, waar het wiel miste. Toen de machine den grond raakte, boorde zij haar net® in den grond, de staart stond een oogenblik recht overeind en sloeg toen door, zoodat de machine ondersthoven lag. „Afgeloopen, laat.de ambulance hier ko men," riep de commandant. We renden allen naar cle plaats van het veld, waar bewegingloos de machine lag; de motor-ambulance vlak achter ons aan. Toen we het wrak naderden» kroop er een gestal te met gescheurde kleeren onder vandaan, die beg-on te schelden en te vloeken „of ze voor dit en dat iemand niet zoo konden waarschuwen', dat een man met gezonde her sens bet kon begrijpen." Hoe deze vlieger zijn noodlqt is ontsnapt, zal wel altijd een geheim blijven. EEN PÜIKBÓOTENGEVECHT. Door „Central News" wordt de volgende levendige beschrijving van een gevecht tus schen een Oostenrijksche en $en ïtaliaan- sche duikboot, uit de „Stampa" gegeven: Een Italiaansche tofpedoboot die op eeni- gen afstand van een Italiaansche duikboot kruiste, zag een vijandelijke duikboot, die nvet groote snelheid naderde. De commandant besloot, er geen jacht op. te maken, maar manoeuvreerde zoo, dat hij; dicht bij de Ita liaansche onderzeeboot kwam, voortdurend doende alsof hij den vijand niet bemerkt had. Toen de twee onderzeeërs tegenover elkaar lagen, vuurde de yijand een torpedo af, die miste. Toen volgde een prachtige strijd. De twee clulkbooten streden anderhalf uur, steeds trachtend elkaar te tor'pedeeren en soms bij na met elkaar in botsihg komende." Eik der duikbooten zorgde ervoor, niet dwars voél de lanceerbuizen van den ander te komen, want het was een strijd op: leven en dood. Intussehen kwam de Italiaansche torpedo boot dichterbij» gereed om de Oostenrijksche duikboot als die aan de oppervlakte zou ko men, te beschieten en tot zinken te brengén. Ten slotte slaagde de Italiaansche duikboot erin. in de 'gezochte positie te komen. Het Oostenrijksche vaartuig schoot in den blinde nog twee torpedo's af. Zij gingen voorbij zonder schade te doen en hét volgende oogen blik raakte de Italiaansche torpedo de Oos tenrijksche boot vol midscheeps, waarop zij zoo Snel zonk, dat geen enkel man der équi page gered kon worden. VERSPREIDE BERICHTEN Do Elzas-Lotharingors in het Franscke leger. In de Nordd. Allg. Ztg. wordt melding ge maakt van een bevel van den Fransclien minis ter van oorlog, Milerand, aan de hem onder geschikte autoriteiten, betrekking hebbende op do behandelingen van gevangen Elzas-Lothann- gers, die zioh in dienst van het Eransche leger bevinden. Uit dit bevel, zoo wordt opgemerkt, blijkt, dat de Elzas-Lotharingers, die, zooals in Duitscliland algemeen bekend is, met alle mid delen geprest zijn, om in dienst van het Eran sche leger te treden, in twee categorieën zijn ingedeeld. De eerste categorie bestaat uit die I Elzas-Lotharingers, die niet tegen Duitschland willen vechten. Zij worden in de i'ransche regi menten geplaatst, die naar Afrika gaan. De tweede categorie omvat die Elzas-Lotharingers, die zich bereid hebben verklaard tegen. Duitsch land te vechten. Do Fransche regeering kan er niet aan twijfelen, dat de indeeling van. zulke personen, die Duitsehe staatsburgers zijn, en wier naturalisatie in Frankrijk door de Duitse!)© wet niet erkend wordt, tegen alle volkeren-recht indruischt. Zij weet, dat deze menschen in geval ze gevangen worden genomen, als'landverraders door Duitschland beschouwd en behandeld zullen worden. Ondanks deze kennis van zaken aarzelt zij niet deze op dwaalwegen gevoerde Elzas- Lotharingers te gebruiken als soldaten legen Duitschland, hen daarmee bewust blootstellende aan allerlei gevaren in geval van gevangen schap. Om dit te voorkomen, grijpt de Fran-sclie regeering naar het middel der vervalsching. In het bevel van minister Millerand wordt gezegd: Ook schijnt het me noodig, maatrege len te nemen om de Elzas-Lotharingsche vrij willigers en hun families te besehermen tegen Duitsehe vergeldingsmaatregelen. Ik beveel daarom, dat die Elzas-Lotharingers, die voor den geheelen duur van den oorlog dienst hebben genomen cn naar het leger zijn gezonden, gefin geerde papieren van den burgerlijken stand zul len krijgen, waaruit blijken moet, dat zij Fran sehen zijn. Het recruteeringsbureau dat hen in schreef moet de echte burgerlijke stands-papie ren behouden. In verband hiermee moeten de recrutecringscommandanten zorg dragen dat aan de betrokken .personen een ander zakboekje en een. lierkenningsteeken worden uitgereikt. Het echte boekje moet naar 'het recruteerings bureau worden gezonden en daar bewaard wor den. Do diiikbootenoorlog. Sedert de laatste opgave, 29 Juli, vu. don door de Centralen weer een honderdtal sche pen in den grond geboord, zoodat dit aantal sinds 18 Februari tot 400 is geklommen. Het laatste honderdtal werd binnen een maand bereikt. Van dié honderd schepen waren niet minder dan 75 Engelsche en daarvan 1 Canadeesch, nl. het stoomschip. „Midland Queen"; van de andere 74 waren 27 stoom- treilers, 10 smakken of andere visschers- vaartuigen en 32 stoomschepen, waaronder zeer groote; vijf schepen bohoordeu tot de Engelsche oorlogsvloot, te weten de hulp- kruisers „India" en „The Ramsey"; de tor pedojager „Lynx", de onderzeeër „E13" en het 'groote transportschip „Royal Edward", in de Dardanellen gezonken met 1000 van de 1600 opvarenden." Op de „India" kwamen 160 man om. Van de andere oorlogvoerende rijken ver loor' Frankrijk 'geen enkel schip; België 2 stoomschepen, de „Koophandel" en de „Prin- cesse Marie José"; Italië 2 duikbooten, de „Nautilus" en de „Nereide"; Rusland 3 oor logsschepen, n.l. 2 kanonneerbooten en 1 tor- pedoboot en 1 barkschip, de „Alterar". Noorwegen verloor van de neutralen weer het grootst aantal schepen, n.l. 10: 2 zeil en 8 stoomschepen..Zweden verloor 3stoom schepen, Denemarken 1 schoener en 1 stoomschip. Voor 't eerst komt ook Spanje op de lijst voor met de stoomschepen „Isido re" en „Pen-Castiilo". Ook thans werd van Nederland geen cnkc. schip, getroffen, PAKKETTEN NAAR NED.-INDI6. Van verschillende zijden ontvingen .wij aldus de Nieuwe Ct. vragen om inlich ting over de verzending van postpakketten naar Nederl.-Indië. Een onzer lezers ver keerde in de onderstelling dat de verplich ting om die pakketten vergezeld te doen gaan van een certificaat van oorsprong, in getrokken zou zijn; een ander begreep niet, dat de bepaling toepasselijk was op ver zending van pakketten tusschen particulie ren; een derde meende, dat hier sprake moest wezen van een misverstand, aangezien eeu ■voorschrift van een certificaat van oorsprong voor goederen die verzonden worden naar deelen van hetzelfde Rijk, z.i. onbestaanbaar is; een vierde weer vroeg ons, of men nu ook in Ned.-Indië geen artikelen, herkomstig uit de koloniën, naar Nederland kon ver zenden zonder certificaat van oorsprong' en zonder bemoeiingen, rompslomp, en kosten welke die formaliteit meebrengt. Zie daar' de inhoud van een deel der brieven, briefkaar ten en vragen per telefoon, die wij over dit onderwerp in de laatste dagen ontvingen, .Wij kunnen onzen lezers niet veel troost geven. De belemmering in de verzending Naar den roman van W. COLLINS. 46 (Uit het Engelseh). Gaarn© zou ik meer schrijven, maar mijn tijd is kostbaar. Het Londensche Seizoen is "Weer in vollen gang en wil moeten ons schier doodwerken. Ik benijd die naaisters hij u; en dikwijls verlang ik er naar om weer te Dibbledean te wezen om van den vroegen ocb tend tot den laten avond door juffrouw Johanna gedrild te worden. Ik weet zij is ■nwe tante, beste Mary, maar duid het mij niet ten kwade, als ik zeg dat ik haar naam «elfs haat. Als altijd uwe toegenegene Jane Holdeworth". P.S. De goudsmid Ibeeft het haar, dat ®ver was, ook teruggegeven, en ik maak het n> als de rechtmatige eigenares, hierbij over". Lp.0, Btteekens van den heer Marksman ei'den onder het lezen van dien brief, hoe langer zoo rooder, hetgeen bij hem het ken merk van hevige gemoedsbeweging was» Bij het slot frommelde hij hem haastig in elkan der, inplaats van hem op te vouwen, zooals vroeger; hij was op 'tpunt om hem in de doos te werpen, toen zijn oog op het half vol tooide kleedingstuk viel, hetgeen hem plot seling zachter stemfde. Hli haalde hem we der uit elkaar, en vouwde Ihem zorgvuldig op, zooals hij hem gevonden had, legde hem in het kistje bij de andere brieven een paar minuten stond bij in gepeins over de doos gebogen, baalde den brief dien hij ip zijn zak had gestoken weder te voorschijnt-en legde hem bij de anderen eindelijk werpt hij plotseling ihet deksel dicht. „Ik kan nietsmeer van baar aanraken zeide bij tot zichzelf, „ik kan er niet naar zien, zonder dat bet mij" hij zwijgt om de doos dieht te strikken, hii trekt het touw ge- heej. onnoodig niet kracht aan, alsof het hem 1 op dit oogenblik een behoefte was iets stevig I aan te vatten. "Ik zal later alles nog eens onderzoeken, wanneer ik bier niet meer |ben" hij vervolgt, terwijl hij een stevigen 1 knoop legt, „als ik hier van daan ben, en weder de oude ben geworden". Hij staat op en spoedt zieh naar den rij weg; daarop staat bij weder besluiteloos stil naar alle kanten rondziende. Welk pad zal bij nu inslaan! Een gedachte komt bij hem op om zicb naar de plaats te begeven» waar Mary begraven ligt om daar te trachten te weten te komen, boe zij gestorven is; maai bij verwerpt dit plan weder, daar bij gelooft dat Ihet verstandiger is de reis nog eenigen tijd uit te stellen, totdat hii al de brieven gelezen heeft, en de voorwerpen die in de doos liggen nauwkeuriger beeft onderzocht. Er blijft hem dus thans niets anders over, dan naar Londen terug te keeren met den eersten trein, die te Dibbledean stilhoudt. In den tabakswinkel in Kirkstreet was sedert een paar uur het licht aangestoken; en de eigenaar staat zijn tweede pijp aan de deur te rooken, toen hij zijn zonderlingen commensaal ziet naderen, die nu een pakje draagt, dat er inderdaad als een christelijk Jon fatsoenlijk voorwen) uitziet. De tabaks verkooper verwacht natuurlijk, dat hij dien ochtend zulk een kort gesprek met den keer Marksman gehad beeft, dit bii avond onge twijfeld wat langer zal duren. Nooit werd iemands verwachting meer teleurgesteld. De heer Marksman gaat zijn waard haastig voorbij en in zijn gelaat ligt een zonderlinge trek, terwijl hij mompelt; „Goeden avond" enl zich zonder verder een woord te spreken naar zijn kamer begeeft. De tabeaksvbrkooper gaat naar ziin vrouw die achter de toonbank staat en deelt haar zijn meening mede dat liun nieuwe commen saal ongetwijfeld niet veel goeds op het land gehooi d had. De vrouw van den tabaksver koop er zegt': „Als wij hem eens beluisterden". Marks- man's kamer is vlak boven den winkel, en het huis is een Londensck buis of met an dere woorden, het is op de goedkoopst mo gelijke wijze gebouwd, met de goedkoopst mogelijke bouwstoffen» Tengevolge biervan kan men alles, wat er boven gebeurt, bene den hooren. Zelfs als men niest in de zoo genaamde „salon" weerklinkt dit den ge heelen winkel door. Zij luisteren; en hooren dat de Keer Marks man, de doos die bij met zich gebracht heeft, op den grond plaatst; al de steenen pijpen en tinnen potten rondom hem rammelden door den schok. Toen boorde men dat Marks man zelf op zijn gewone zonderlinge wiis ging zitten, in zijn gewonen hoek, op zijn berenhuiden en wederom rammelden de pij pen en potten, nog harder dan zooeven, toen hield alle gedruisch op. De vrouw van den tabaksverkooper herinnerde haar echtge noot, dat zij het afstrijken van eeni lucifer boven niet had geboord, en dns hun nieuwe commensaal in het duister moest zitten. Verbaasd over deZo omstandigheid en ver baasd dat zij volstrekt geen beweging hoo ren van den anders zoo rnsteloozen Marks man, gaan zij beurtelings luisteren, rqaar hooren niets anders dan een dof genion/pel, dat bun tenminste bewijst dat hij nog leeft en; met zichzelf spreekt Eindelijk wordt de winkel gesloten, en voor de eerste maal, se dert zijn verblijf in Londen, ging bii niet uit. De tabaksverkooper gaat naar boven, naar zijn bed; en zijn vrouw volgt hem, maar slechts tot de eerste verdieping. Daar blijft zij staan, knielt neder, houdt haar adem in en bespiedt hém door het sleutelgat. Als zij bij baar echtgenoot in de slaapka mer bomt, heeft zij hem niet veel te vertel len. Zij beeft met eigen oogen gezien, dat er geen licht in zijn kamer ie, behalve ^dat wat de gaslantaarn op straat verspreidt. Zij heeft aleohte Marksman b ossenkop kunnen onder scheiden, die evenals altijd in eeni hoek bij hot veneter zat met de hand op een doos leunend, en zijn hoofd voorover gebogen. Zij denkt dat hij in een onrustigen slaap geval len is; en daar zou zij wel om durven wedr den» dat, zoo hij verdriet heeft, dit aan een vrouw is toe te schrijven. Want zij heeft hem verlaten al.zuchtende en morrende: en ver volgens heeft zij ook duidelijk gehoord dat hij tot twee- driemaal toe den naam Mary noemde, toen zij aan het sleutelgat luisterde. HOOFDSTUK IV. ALLEEN OP DE WERELD. Toen Jack een kwartier lang goed door gestapt had, lag Baregrove-Square reeds achter hem en bevond bij zich alleen op de wereld. Hij bezat slechts een ziiden zakdoek NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5