TWEEDE BLAD
CHINA MATTEN
Madonna.
DE OORLOG
P. J. JANSSEN
BINNENLAND
FEUILLETON
^Biegangg b. Warmoesstr.
DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1915
HET ZEEGEVECHT IN DE
GOLF VAN RIGA.
In ons overzicht van gisteren maakten wij
de opmerking, dat het nog tamelijk duister
was wat eigenlijk in de Golf van Riga heette
'gebeurd te zijn.
De berichten liepen al te zeer uiteen om
er een juiste conclusie op. te bouwen.
Alvorens wij' op de bedoelde berichten,
nader de aandacht vestigen, geven wij hier
eerst met verwijzing naar het kaartje,
dat wij gisteren in ons blad opnamen
een korte beschrijving van de ligging der
Golf van Riga..
Gelegen aan de Oostzee wordt zij van
deze behalve door een aantal kleine eilan
den ook door twee groot© dito's, Osei en
Iiago, geseheiden. De zuidelijke uitgang naar
de Oostzee is de zeeëngte van Do mes nas,
zoo gekeeten naar de uiterste noordelijke
spits van Kurland. De noordelijke uitgang
is de doorvaart tusschen beide genoemde
eilanden en de kust van Esthland. Deze voert
westelijk van de Russische oorlogshaven
Reval naar de -Finsche Golf. Deze noorde
lijke doorvaart heet Moon Sund, doch wordt
in baar zuidelijk gedeelte ook Groote Sund
'gekeeten. In de Moon Sund ontmoet men
ook de eilanden Worms en Moon. Aan den
noord-oosthoek van de Golf van Riga- treft
men de stad Pernau aan, waar zooals het
in hel Russische bericht heette de Duit
schers hun landingstroepen, onder dekking
van het scheepsgeschut, aan wal wilden bren
gen om het Russische leger, bij Riga in den
rug aan te vallen.
Van Duitsehe zijde is nu intussehen tegen
gesproken, dat dergelijke plannen bestonden
en wordt verzekerd, dat ook -geen enkele
poging in die richting is aangewend.
Omtrent- de berichten over het zeegevecht,
dat in de Golf van Riga heeft plaats gehad,
het volgende: In een officieel Russisch: be
richt van 18 Augustus werd medegedeeld,
dat de Russische vloot aldaar voor ecu aan
zienlijke Duitsehe overmacht terugtrok. ,Van
Duitsehe zijde kwam eerst op 21 Aug. eenig
bericht, gelijktijdig met een tweedeRus
sisch bericht. Het Russisch bericht zei, heel
kort, dat een sterke Duitsehe vloot naar bin
nen was gedrongen en dat de strijd werd
voortgezet. Het Duitsehe gaf wat moer licht.
Daarin werd gemeld, dat de Russische tor
pedoboot „Emir" was gezonken, andere tor
pedobooten, waaronder de „Nowik" waren
evenals een groot Russisch schip 1be
schadigd. De Russische kanonneerboóten
„Sjivoetsj" en „Kerejetsj" waren gezonken.
Daartegenover 'was 1 Duitsehe torepdoboot
'gezonken, 1 op strand gezet en 1 bescha
digd. Nog kwam een Russisch bericht in
van 21 Augustus, dat toegaf, dat de „Sji
voetsj" was gezonken, de Duitschers hadden
minstens 2 torpedobooten verloren, terwijl
een Britsclie duikboot een Duitsehen krüi-
^ser haDdoen zinken. Het „Pet. Tel. Ag."
nam even later de bewering over da „Sji
voetsj" terug, doch dit verlies werd. weder
om in het Russische communiqué van 23
Augustus erkend. Een Russisch communiqué
van 22 Augustus zeide, dat de Duitsehe vloot
de Golf van Riga had verlaten; dat van 23
Augustus was uitvoeriger, maar schepte
tevens weer nieuwe onzekerheid. Op 16 Au
gustus zou de aanval namelijk zijn begon
nen en yan 16 tot 21 Augustus zouden 2
Duitsehe kruisers en 8 Duitsehe. torpedo-
booten gezonken of buiten gevecht gesteld
zijn.
Voorts zou een Duitsehe dreadnought door
„de dappere bondgenooten" zijn getorpedeerd,
en wel „terzelfdertijd"; of dit ook terzelf
der plaatse gebeurde, werd niet gemeld. Van
andere zijde werd evenwel gezegd, dat de
Russische vloot, werd bijgestaan door eenige
Engelsche duikbooten en dus
Een later bericht van het „Pet. Tel. Ag."
voegt nog een hulpkruiser aan do van 16
tot 22 Augustus geleden Duitsehe verlie
zen toe.
Volgens al deze Russische berichten had
den wij.dus met een der grootste zeege
vechten uit dezen oorlog te doen.
Bijzondere aandacht trok ook het bericht
van den Times-cörrespondent te St. Poters-
't Css&dko&pst adrst voor1
is steeds
TELEF, 2610. - HAARLEM,
burg, die meldde, dat een Duitsehe landings
troep met 4 groote lichters te. Pernau zou
zijn aangekomen, omsingeld en krijgsgevan
gen gom na kt! Dit bericht .was al zeer zon
derling, al3 men bedenkt, dat Pernau on
geveer' 150 E.M. van Riga ligt, aan den
westelijken oever der bocht, midden dus in
het door de Russische troepen bezette ge
bied, dan moest men zich wel afvragen of
dit bericht juist kon zijn.
In de Kölnische Zeitung wordt dan ook
gelijk wij gisteren onder de „Nagekomen
berichten" nog 'konden melden dit be
richt naar het rijk der fabelen verwezen,
evenals zoovele andere berichten over den
„grooten" zeeslag in de Golf van Riga.
Het Wolff-bureau komt nu van bevoegde'
zijde de tegenspraak van de Köln. Ztg. be
vestigen en zoo zullen wij dus moeien aan
nemen, dat er van een „grooten" zeeslag
geen sprake is geweest.
HET LIJDEN DER DUITSOHE
KRIJGSGEVANGENEN in RUSLAND
Ieder kenner van het Russische „administra
tiestelsel" heeft moeten vreezen, dat de geruch
ten aangaande de schandalige behandeling van
krijgsgevangenen in Rusland grooten deels waar
moeten zijn. Thans beschikt men over een brief
van een Russische ziekenverpleegster, die zich
op een verzamelplaats van krijgsgevangenen
in Rusland bevindt, Deze brief, die het kenmerk
draagt van de waarheid, spreekt voor zich zelf,
en „Be Toekomst" deelt daarom een en ander
daaruit mede. Het noemen van namen enz.
heeft men achterwege moeten laten, wijl
daarin een ernstig gevaar zou schuilen voor
de schrijfster van bedoelden brief.
„Geschenken, zooals kleedingstukken, .kunnen
in de hospitalen niet worden uitgedeeld, daar
alles gestolen wordt. De menschen blijven on
gekleed, totdat zij „geëvacueerd" worden (dit is
de term voor het zenden der menschen uit de
'hospitalen naar Siberië!) De nood is ontzettend
groot, en het is een verschikkelijke gedachte te
moeten vreezen,, dat erger te wachten staat.
Vooreerst kunnen wij den soldaten nog 20 ko
peken en wat kleeren op weg naar Siberië mee
geven. De officieren krijgen van Mevr. X. tot 5
Roebel tóe. Hier werd anders alles tot op den
laatsten cent gestolen, ook de sieraden, horlo
ges enz., terwijl tot nu toe niemand iets heeft
gezien van de soldij, die de regeering verplicht
is te betalen. De toestand is werkelijk niet te
beschrijven; zonder onze tusschenkomst' zou
den de menschen letterlijk naakt naar Siberië
moeten gaan. Ilc zelf heb gezien, dat. Duit
schers barrevoets op straat over ij;s en
sneeuw hebben moeten loopen. Thans wor
den de menschen alleen nog des nachts over
gebracht, daar men vreest, dat het zou kun
nen uitlekken, dat onze couranten de waar
heid achterhouden. Het verschil, dat men
tusschen gevangenen van Duitsehen en die
van Slavischen landaard maakt, is kenschet
send; alle Duitschers gaan naar Siberië, de
Slaven naar Astrakan en Kostroma. Be Duit
schers komen niet meer in gevangenen-
lazaretten, men brengt hen in de kazernes
en in de krijgshospitalen, dus op de aller
slechtste plhatsen. I>e Slaven komen in de
goede lazaretten. Hierbij moet ik op
merken, dat er niet meer dan 10 o/0'
Duitschers bij de gevangenen zijn.
De anderen zijn van alle mogelijke nationa
liteiten, zij zien er vuil en gedeprimeerd.uit
en bedelen voortdurend. Een uitzondering
vormen, behalve de Tyrolers-en de Oosten
rijkers van Duitsehen landaard, cle Hon
garen laatstgenoemden, die men trouwens
niet kan verstaan, zijn erg gereserveerd. De
Duitscher is van 'geheel anderen aard; dit
zelfbewustzijn, deze moed! Nimmer zal hij
klagen of bedelen. Zegt men: „Kom maar
hier, hei is voor U," dan antwoorden zij
„Een Duitscher sterft liever van honger,
bedelen doet hij niet." Voor alles dankt hij
'hartelijk en op beschaafden toon. Deze
kleinigheden zijn kenschetsend.
Vaak maken de soldaten den indruk van
een ontzettend zie'eleed; mager zijn zij, zeer
bleek, vooral zoo zij zich reeds langen tijd
in gevangenschap hebben bevonden. De offi
cieren, ik meen de Pruisen, zijn nooit neer
slachtig, steeds zij 11 'zij vol moed, hun ongeluk
en. hun verblijf in het heilige Russische Rijk
beschouwen zij 'meer als een 'grap.
Slechts wanneer er van wordt gesproken,
dat zij niet meer aan den oorlog kunnen
meedoen, ziet men de woede op hun gelaat.
Op een avond werd ik per telefoon aan
gezocht kleeren enz. te komen brengen voor
160 soldaten en 16» officieren, die „geëvacu
eerd" werden. Het was een ontzettend ge
zicht, om negen uur 's avonds daar buiten
de stad. De gevangenen liggen in drie tram
wagens, midden óp het veld moeten wij alles
verdeelen. (Spionnen loeren van alle kanten,
om op te letten, dat vooral de Slaven goed
worden bedeeld.) Do sneeuw lag hoog, het
was ijzig koud; er stonden menschen genoeg
om ons heen, men vooldo hot; er wordt van
allo kanten gestolen! Toen de gevangenen
uit de tramwagens kwamen, herhaalde zich
het oude liedje. Da Slaven bestormen ons,
de Duitschers blijven rustig, zonder oen
.woord to zoggen, hooghartig achteraf, staan;
geen hunner vraagt om iets, zij drijven den
spot met het gekibbel van de Slaven, en
een van hen zeide: „Schaamt ge H dan niet
zoo te bedelen?"
Een Duitscher h'ad een zware kwetsuur in
de long, een tweede had beide oogen ver
loren; zij hadden nagenoeg niets aan het
lijf, terwijl het 15 graden onder 0 was. Het
geen voor hen bestemd was moest ik aan
een anderen Duitscher geven; hij zag mij
strak in de oogen en zeide: ,,U kunt op. mij
rekenen."
En ik voelde, hij zal zijn belofte ge
stand doen, In een anderen wagen waren
niets dan zwaar gewonde Oostenrijkers en
Duitschers. Het was een onbeschrijfelijke
ellende. De ipeesten waren nagenoeg naakt,
zij klappertanden van de koude; zij waren
werkelijk "bijna allen halfdood.
Beide voeten verloren en een been ver
lamd, zonder, been, de long zwaar
gekwetst, blind. Ontzettend! Haast allen
hadden naakte voeten, wij hadden geen kou
sen genoeg; geen hunner kon zich zelf kl.ce-
den. Een man uit Tyrol had niets dan een
blouse aan het lijf, tot aan de buik
reikte, overigens was hij naakt, en wij had
den geen broeken meer.
Er was ook een negentienjarige jongen,
hij had niets dan lompen aan het lijf en
zag er ontzettend mager en ellendig uit. De
officieren waren nette menschen.
Later moesten nog elf personen uit het
hospitaal worden geëvacueerd. .Was,het dom
heid, of wat was het anders, dat juist deze
elf werden weggezonden? Zij waren nog veel
zieker dan de anderen. Van een hunner waren
de beide vöftten doodgevroren, bovendien had
hij een oog. verloren, de kogel was hem door
het achterhoofd gegaan. Hij was zijn geest
vermogens kwijt men stuurde iemand weg
dïb op sterven lag. Van een ander was het
dijbeen gebroken, liij bad dysenterie en
schreeuwde voortdurend; naast deze lagen zoo
en zoo vele vrij gezonde menschen, die acht
ter blevenl Een beambte zeide mij: „Bij
ons wordt thans uitsluitend bij nacht geëva
cueerd, omdat zij allen naakt zijn, het zou
dus stuitend zijn, hen overdag weg te Zenden."
Aandoenlijk was het kerstfeest in 't hos
pitaal van de krijgsgevangenen; er was een
klein kerstboompje, haast allen hadden tra
nen in de oogen. Kommer en zorg lag op.
het gezicht van de menschen, vele gewon
den liepen op krukken, anderen werden naar
binnen gedragen; zij herleefden bij dit schijn
tje van kerstvreugde.
IVe hebben hier eenige hooge heeren, prins
vangraafdoch gezien hebben wij
hen' niet, daar zij: zich op een plaats bevin
den, waar de toestand het ergst is. De kleine
Kurt vonmocht ik niet meer ontmoeten,
men had hem den vorigen "dag weggezonden.
Het was een alleraardigst kereltje. Hij nam
het hoogst kwalijk, zoo men hem niet als
volwassen beschouwde: Pardon, ik word
achttien, en zit in do hoogste klasso van het
gymnasium." Op de vraag, of hij met; toë-
stemming van zijn ouders had meegedaan,
antwoordde hij: „Mijne moeder heeft 'ge
huild, doch mijn vader was er voor," Trou
wens, een Duitsch soldaat van geposeerden
leeftijd zorgt voor hem. Deze was ook de
eenige, die iets vroeg, heel bescheiden en
verlegen: „Och geef mij; toch een muts voor
den jongen, anders vriezen zijn oorên dood."
Voor zich zelf verzocht hij niets, ofschoon
hij' niets anders had, dan een dun soldaten-
manteltje."
Het bovenstaande kan een idee geven van
het ruwe barbarisme van het Russische volk
en van hen, die de verantwoordelijkheid
dragen.
Het zou niemand kunnen verwonderen, zoo
de Duitsehe regeering represaillemaatrege
len ging nemen, ten einde gedaan te krijgen,
dat hot lot van de Duitsehe krijgsgevan
genen in Rusland worde verzacht.
Zij zou daartoe volop in de gelegenheid
zijn, met het oog op het overgroot aantal
Russische krijgsgevangenen in Buitsehland.
EEN „NOOD'VLANDING.
Een vlieger van het Westelijk front heeft
onder de vele ervaringen, waarvan hij on
langs melding maakte, ook het volgende ver
haak gedaan van een werkelijke „nood"-lan-
dirg:
Bij de terugkomst in het Parijsebe vlieg
kamp gebeurde er iets, dat ik niet spoedig
zal vergeten. Nauwelijks waren we neerge
komen, of een monteur met eén wiel, zooals
vliegmachines ze aan den onderkant hebben»
in de handen, kwam op ons toensllen.
Hij zeide iete in het Fransch tot den be
stuurder, die mij daarop verzocht snel uit
te stappen, later zou hij me nog wel een
paar onderdeden van onzen tocht verkla
ren. Ik sprong op mijn plaats, de motoren
ratelden weer en de machine stoof weg. Ik
begreep niet wat er aan de hand was, maar
eenige vlieger-officieren vertelden het me.
Zij wezen me een machine, die een paar dui
zend voet boven 111e in de lucht was en die
bij bet opstijgen een van de wielen h'ad Ver
loren. De bestuurder wist dat natuurlijk niet,
zou gewoon willen landen en dan zeker over
den kop slaan.
Mijn bestuurder was nu opgestegen om
daarboven zoo dicht mogelijk te naderen,
dan zou de monteur den anderen vlieger
door zwaaien met het wiel probeeren te be
duiden dat er iets haperde.
„Wanneer bij bet niet begrijpt voordat bij
daalt, is> hij verloren", zeide' de officier.
Het was een dramatisch schouwspel, die
een vlieger, in vol vertrouwen op'ziiu ma
chine, al hooger stijgende, onwetend van den
docd, die hem te wachten stond, de ander
hem volgende, en ten slotte in steeds, nau
wer cirkels rondom hem heen draaiende.
Ten slotte begon de eerste machine te dalem
„Hij begrijpt bet", zeide de een.
„Neen, niet waar", zei een auder.
„Waarschuw de ambulance", beval de com
mandant van het vliegkamp. Wif stonden
allen machteroos en wachtten af wat er ge
beuren zou. De machine daalde al meer en
meer. Toen hij zijn laatste glijvlucht inzette,
begonnen in hiet vliegkamp soldaten niet
wielen te zwaaien om 't hem maar te doen be
grijpen. Maar in plaats van zün landing zoo
in te richten, dat hij, naar rechts overhellen
de, waar de boel in 01de was, neer zou ko
men, belde bij naar links over, waar het wiel
miste. Toen de machine den grond raakte,
boorde zij haar net® in den grond, de staart
stond een oogenblik recht overeind en sloeg
toen door, zoodat de machine ondersthoven
lag.
„Afgeloopen, laat.de ambulance hier ko
men," riep de commandant.
We renden allen naar cle plaats van het
veld, waar bewegingloos de machine lag; de
motor-ambulance vlak achter ons aan. Toen
we het wrak naderden» kroop er een gestal
te met gescheurde kleeren onder vandaan,
die beg-on te schelden en te vloeken „of ze
voor dit en dat iemand niet zoo konden
waarschuwen', dat een man met gezonde her
sens bet kon begrijpen."
Hoe deze vlieger zijn noodlqt is ontsnapt,
zal wel altijd een geheim blijven.
EEN PÜIKBÓOTENGEVECHT.
Door „Central News" wordt de volgende
levendige beschrijving van een gevecht tus
schen een Oostenrijksche en $en ïtaliaan-
sche duikboot, uit de „Stampa" gegeven:
Een Italiaansche tofpedoboot die op eeni-
gen afstand van een Italiaansche duikboot
kruiste, zag een vijandelijke duikboot, die
nvet groote snelheid naderde. De commandant
besloot, er geen jacht op. te maken, maar
manoeuvreerde zoo, dat hij; dicht bij de Ita
liaansche onderzeeboot kwam, voortdurend
doende alsof hij den vijand niet bemerkt had.
Toen de twee onderzeeërs tegenover elkaar
lagen, vuurde de yijand een torpedo af, die
miste. Toen volgde een prachtige strijd. De
twee clulkbooten streden anderhalf uur, steeds
trachtend elkaar te tor'pedeeren en soms bij
na met elkaar in botsihg komende." Eik der
duikbooten zorgde ervoor, niet dwars voél
de lanceerbuizen van den ander te komen,
want het was een strijd op: leven en dood.
Intussehen kwam de Italiaansche torpedo
boot dichterbij» gereed om de Oostenrijksche
duikboot als die aan de oppervlakte zou ko
men, te beschieten en tot zinken te brengén.
Ten slotte slaagde de Italiaansche duikboot
erin. in de 'gezochte positie te komen. Het
Oostenrijksche vaartuig schoot in den blinde
nog twee torpedo's af. Zij gingen voorbij
zonder schade te doen en hét volgende oogen
blik raakte de Italiaansche torpedo de Oos
tenrijksche boot vol midscheeps, waarop zij
zoo Snel zonk, dat geen enkel man der équi
page gered kon worden.
VERSPREIDE BERICHTEN
Do Elzas-Lotharingors in het Franscke leger.
In de Nordd. Allg. Ztg. wordt melding ge
maakt van een bevel van den Fransclien minis
ter van oorlog, Milerand, aan de hem onder
geschikte autoriteiten, betrekking hebbende op
do behandelingen van gevangen Elzas-Lothann-
gers, die zioh in dienst van het Eransche leger
bevinden.
Uit dit bevel, zoo wordt opgemerkt, blijkt,
dat de Elzas-Lotharingers, die, zooals in
Duitscliland algemeen bekend is, met alle mid
delen geprest zijn, om in dienst van het Eran
sche leger te treden, in twee categorieën zijn
ingedeeld. De eerste categorie bestaat uit die
I Elzas-Lotharingers, die niet tegen Duitschland
willen vechten. Zij worden in de i'ransche regi
menten geplaatst, die naar Afrika gaan. De
tweede categorie omvat die Elzas-Lotharingers,
die zich bereid hebben verklaard tegen. Duitsch
land te vechten. Do Fransche regeering kan er
niet aan twijfelen, dat de indeeling van. zulke
personen, die Duitsehe staatsburgers zijn, en
wier naturalisatie in Frankrijk door de Duitse!)©
wet niet erkend wordt, tegen alle volkeren-recht
indruischt. Zij weet, dat deze menschen in geval
ze gevangen worden genomen, als'landverraders
door Duitschland beschouwd en behandeld zullen
worden. Ondanks deze kennis van zaken aarzelt
zij niet deze op dwaalwegen gevoerde Elzas-
Lotharingers te gebruiken als soldaten legen
Duitschland, hen daarmee bewust blootstellende
aan allerlei gevaren in geval van gevangen
schap. Om dit te voorkomen, grijpt de Fran-sclie
regeering naar het middel der vervalsching.
In het bevel van minister Millerand wordt
gezegd: Ook schijnt het me noodig, maatrege
len te nemen om de Elzas-Lotharingsche vrij
willigers en hun families te besehermen tegen
Duitsehe vergeldingsmaatregelen. Ik beveel
daarom, dat die Elzas-Lotharingers, die voor
den geheelen duur van den oorlog dienst hebben
genomen cn naar het leger zijn gezonden, gefin
geerde papieren van den burgerlijken stand zul
len krijgen, waaruit blijken moet, dat zij Fran
sehen zijn. Het recruteeringsbureau dat hen in
schreef moet de echte burgerlijke stands-papie
ren behouden. In verband hiermee moeten de
recrutecringscommandanten zorg dragen dat
aan de betrokken .personen een ander zakboekje
en een. lierkenningsteeken worden uitgereikt.
Het echte boekje moet naar 'het recruteerings
bureau worden gezonden en daar bewaard wor
den.
Do diiikbootenoorlog.
Sedert de laatste opgave, 29 Juli, vu. don
door de Centralen weer een honderdtal sche
pen in den grond geboord, zoodat dit aantal
sinds 18 Februari tot 400 is geklommen. Het
laatste honderdtal werd binnen een maand
bereikt. Van dié honderd schepen waren
niet minder dan 75 Engelsche en daarvan
1 Canadeesch, nl. het stoomschip. „Midland
Queen"; van de andere 74 waren 27 stoom-
treilers, 10 smakken of andere visschers-
vaartuigen en 32 stoomschepen, waaronder
zeer groote; vijf schepen bohoordeu tot de
Engelsche oorlogsvloot, te weten de hulp-
kruisers „India" en „The Ramsey"; de tor
pedojager „Lynx", de onderzeeër „E13" en
het 'groote transportschip „Royal Edward", in
de Dardanellen gezonken met 1000 van de
1600 opvarenden." Op de „India" kwamen 160
man om.
Van de andere oorlogvoerende rijken ver
loor' Frankrijk 'geen enkel schip; België 2
stoomschepen, de „Koophandel" en de „Prin-
cesse Marie José"; Italië 2 duikbooten, de
„Nautilus" en de „Nereide"; Rusland 3 oor
logsschepen, n.l. 2 kanonneerbooten en 1 tor-
pedoboot en 1 barkschip, de „Alterar".
Noorwegen verloor van de neutralen weer
het grootst aantal schepen, n.l. 10: 2 zeil
en 8 stoomschepen..Zweden verloor 3stoom
schepen, Denemarken 1 schoener en 1
stoomschip. Voor 't eerst komt ook Spanje
op de lijst voor met de stoomschepen „Isido
re" en „Pen-Castiilo".
Ook thans werd van Nederland geen cnkc.
schip, getroffen,
PAKKETTEN NAAR NED.-INDI6.
Van verschillende zijden ontvingen .wij
aldus de Nieuwe Ct. vragen om inlich
ting over de verzending van postpakketten
naar Nederl.-Indië. Een onzer lezers ver
keerde in de onderstelling dat de verplich
ting om die pakketten vergezeld te doen
gaan van een certificaat van oorsprong, in
getrokken zou zijn; een ander begreep niet,
dat de bepaling toepasselijk was op ver
zending van pakketten tusschen particulie
ren; een derde meende, dat hier sprake moest
wezen van een misverstand, aangezien eeu
■voorschrift van een certificaat van oorsprong
voor goederen die verzonden worden naar
deelen van hetzelfde Rijk, z.i. onbestaanbaar
is; een vierde weer vroeg ons, of men nu
ook in Ned.-Indië geen artikelen, herkomstig
uit de koloniën, naar Nederland kon ver
zenden zonder certificaat van oorsprong' en
zonder bemoeiingen, rompslomp, en kosten
welke die formaliteit meebrengt. Zie daar' de
inhoud van een deel der brieven, briefkaar
ten en vragen per telefoon, die wij over dit
onderwerp in de laatste dagen ontvingen,
.Wij kunnen onzen lezers niet veel troost
geven. De belemmering in de verzending
Naar den roman van W. COLLINS.
46 (Uit het Engelseh).
Gaarn© zou ik meer schrijven, maar mijn
tijd is kostbaar. Het Londensche Seizoen is
"Weer in vollen gang en wil moeten ons
schier doodwerken. Ik benijd die naaisters
hij u; en dikwijls verlang ik er naar om weer
te Dibbledean te wezen om van den vroegen
ocb tend tot den laten avond door juffrouw
Johanna gedrild te worden. Ik weet zij is
■nwe tante, beste Mary, maar duid het mij
niet ten kwade, als ik zeg dat ik haar naam
«elfs haat.
Als altijd uwe toegenegene
Jane Holdeworth".
P.S. De goudsmid Ibeeft het haar, dat
®ver was, ook teruggegeven, en ik maak het
n> als de rechtmatige eigenares, hierbij over".
Lp.0, Btteekens van den heer Marksman
ei'den onder het lezen van dien brief, hoe
langer zoo rooder, hetgeen bij hem het ken
merk van hevige gemoedsbeweging was» Bij
het slot frommelde hij hem haastig in elkan
der, inplaats van hem op te vouwen, zooals
vroeger; hij was op 'tpunt om hem in de
doos te werpen, toen zijn oog op het half vol
tooide kleedingstuk viel, hetgeen hem plot
seling zachter stemfde. Hli haalde hem we
der uit elkaar, en vouwde Ihem zorgvuldig
op, zooals hij hem gevonden had, legde hem
in het kistje bij de andere brieven een
paar minuten stond bij in gepeins over de
doos gebogen, baalde den brief dien hij ip
zijn zak had gestoken weder te voorschijnt-en
legde hem bij de anderen eindelijk werpt
hij plotseling ihet deksel dicht.
„Ik kan nietsmeer van baar aanraken
zeide bij tot zichzelf, „ik kan er niet naar
zien, zonder dat bet mij" hij zwijgt om de
doos dieht te strikken, hii trekt het touw ge-
heej. onnoodig niet kracht aan, alsof het hem
1 op dit oogenblik een behoefte was iets stevig
I aan te vatten. "Ik zal later alles nog eens
onderzoeken, wanneer ik bier niet meer
|ben" hij vervolgt, terwijl hij een stevigen
1 knoop legt, „als ik hier van daan ben, en
weder de oude ben geworden".
Hij staat op en spoedt zieh naar den rij
weg; daarop staat bij weder besluiteloos stil
naar alle kanten rondziende. Welk pad zal
bij nu inslaan! Een gedachte komt bij hem
op om zicb naar de plaats te begeven» waar
Mary begraven ligt om daar te trachten te
weten te komen, boe zij gestorven is; maai
bij verwerpt dit plan weder, daar bij gelooft
dat Ihet verstandiger is de reis nog eenigen
tijd uit te stellen, totdat hii al de brieven
gelezen heeft, en de voorwerpen die in de
doos liggen nauwkeuriger beeft onderzocht.
Er blijft hem dus thans niets anders over,
dan naar Londen terug te keeren met den
eersten trein, die te Dibbledean stilhoudt.
In den tabakswinkel in Kirkstreet was
sedert een paar uur het licht aangestoken;
en de eigenaar staat zijn tweede pijp aan de
deur te rooken, toen hij zijn zonderlingen
commensaal ziet naderen, die nu een pakje
draagt, dat er inderdaad als een christelijk
Jon fatsoenlijk voorwen) uitziet. De tabaks
verkooper verwacht natuurlijk, dat hij dien
ochtend zulk een kort gesprek met den keer
Marksman gehad beeft, dit bii avond onge
twijfeld wat langer zal duren. Nooit werd
iemands verwachting meer teleurgesteld. De
heer Marksman gaat zijn waard haastig
voorbij en in zijn gelaat ligt een zonderlinge
trek, terwijl hij mompelt; „Goeden avond" enl
zich zonder verder een woord te spreken
naar zijn kamer begeeft.
De tabeaksvbrkooper gaat naar ziin vrouw
die achter de toonbank staat en deelt haar
zijn meening mede dat liun nieuwe commen
saal ongetwijfeld niet veel goeds op het land
gehooi d had. De vrouw van den tabaksver
koop er zegt':
„Als wij hem eens beluisterden". Marks-
man's kamer is vlak boven den winkel, en
het huis is een Londensck buis of met an
dere woorden, het is op de goedkoopst mo
gelijke wijze gebouwd, met de goedkoopst
mogelijke bouwstoffen» Tengevolge biervan
kan men alles, wat er boven gebeurt, bene
den hooren. Zelfs als men niest in de zoo
genaamde „salon" weerklinkt dit den ge
heelen winkel door.
Zij luisteren; en hooren dat de Keer Marks
man, de doos die bij met zich gebracht heeft,
op den grond plaatst; al de steenen pijpen
en tinnen potten rondom hem rammelden
door den schok. Toen boorde men dat Marks
man zelf op zijn gewone zonderlinge wiis
ging zitten, in zijn gewonen hoek, op zijn
berenhuiden en wederom rammelden de pij
pen en potten, nog harder dan zooeven, toen
hield alle gedruisch op. De vrouw van den
tabaksverkooper herinnerde haar echtge
noot, dat zij het afstrijken van eeni lucifer
boven niet had geboord, en dns hun nieuwe
commensaal in het duister moest zitten.
Verbaasd over deZo omstandigheid en ver
baasd dat zij volstrekt geen beweging hoo
ren van den anders zoo rnsteloozen Marks
man, gaan zij beurtelings luisteren, rqaar
hooren niets anders dan een dof genion/pel,
dat bun tenminste bewijst dat hij nog leeft
en; met zichzelf spreekt Eindelijk wordt de
winkel gesloten, en voor de eerste maal, se
dert zijn verblijf in Londen, ging bii niet uit.
De tabaksverkooper gaat naar boven, naar
zijn bed; en zijn vrouw volgt hem, maar
slechts tot de eerste verdieping. Daar blijft
zij staan, knielt neder, houdt haar adem in
en bespiedt hém door het sleutelgat.
Als zij bij baar echtgenoot in de slaapka
mer bomt, heeft zij hem niet veel te vertel
len. Zij beeft met eigen oogen gezien, dat er
geen licht in zijn kamer ie, behalve ^dat wat
de gaslantaarn op straat verspreidt. Zij heeft
aleohte Marksman b ossenkop kunnen onder
scheiden, die evenals altijd in eeni hoek bij
hot veneter zat met de hand op een doos
leunend, en zijn hoofd voorover gebogen. Zij
denkt dat hij in een onrustigen slaap geval
len is; en daar zou zij wel om durven wedr
den» dat, zoo hij verdriet heeft, dit aan een
vrouw is toe te schrijven. Want zij heeft hem
verlaten al.zuchtende en morrende: en ver
volgens heeft zij ook duidelijk gehoord dat
hij tot twee- driemaal toe den naam Mary
noemde, toen zij aan het sleutelgat luisterde.
HOOFDSTUK IV.
ALLEEN OP DE WERELD.
Toen Jack een kwartier lang goed door
gestapt had, lag Baregrove-Square reeds
achter hem en bevond bij zich alleen op de
wereld. Hij bezat slechts een ziiden zakdoek
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT