TWEEDE BLAD
C. H, VOGELZANG,
Madonna.
BLOUSES en ROKKEN
DE ©0RLÖ0
FEUILLETON
OE TOESTAND IN BEL6IE
BRIEVEN UIT ÜUlTSCHLAND
Groote Houtstraat 29A.
VRIJDAG 10 SEPTEMBER 1915
Van onzen Brusselschen correspondent.)
Brussel, 7 Sept. 1915.
In sommige cafés kan men eerbare Brusselaais
heel verscholen verdiept zien in de !ec'u"r van Ult
Londen en Parijs binnengesmokkelde bladen ot
knipsels daaruit. Die bladen moeten met grof
geld worden betaald en dan nog koopt men in
den regel een kat in den zak. Zoo ging onlangs
uit een bericht, dat heette uit de Londensohe
Times" te zijn, het gerucht, dat generaal Leman
gestorven zou zijn. Dat bericht luidde aldus:
„Dood van den roemrijken generaal Leman,
den dapperen leeuw van de stad Leuven." (Uit
treksel van de Londensche Times van 20 Augus
tus 1915).
„Het hart krimpt meen, nu wij het treurig
einde vernemen van den dapperen en grooten
man, die een ware krijgsheld geweest is.
„Zijn doodsstrijd is lang geweest. De kwel
lingen van z'n ziel en van z'n lichaam waren
ontzettend in de laatste oogenblikken. Wij bui
gen ons dan ook diep ter neder voor dezen
adelaar
„Toen hij in zijne gevangenschap was opge
sloten, wilde hij niet beloven de wapens tegen
zijne moordenaars te laten rusten. Hij verkoos in
de ballingschap te blijven, ver van alles wat hij
liefhad, ver van zijne familie, zijn vaderland.
„Wij zeggen vaderland. Want tot op het laat
ste oogenblik vap zijn leven heeft hij niet opge
houden daarvan te spreken. Wilhelm II heeft
hem geweigerd z'n kind, het beste wat hij bezat
op de wereld, z'n teerbeminde dochter terug te
zien. Hij is nu voor goed heengegaan. Belgen,
blijft denken aan dezen dappere, die voor het
vaderland is gestorven. Houdt in uwe herinne
ring dat hij de dapperste generaal geweest is,
die het Belgische leger ooit heeft gehad. Buigt
u neer voor zijne assche, en nogmaals zij roem
en eer gebracht aan dezen adelaar, dien we zoo
zeer zullen missenDe groote generaal heeft ons
verlaten, terwijl hij u allen, zijne broeders, een
laatste vaarwel toeriep."
Aan fraaiheid laat dit alle? niets te wenschen
over. Dat alles stond in een bc-icht, dat, zooals
gezegd, heette uit de „Times" te zijn.
Controleeren kan men dat hier niet, zoodat we
niet weten of niet de een of andere stemming
maker de fabrikant is van deze hooggezwollen
lijkrede.
Wat we echter wel kunnen controlecren is, of
generaal Leman al dan niet dood is. Hij leeft
nog, de dappere, en in goeden welstand. Wel
bestrijdt hij z'n rheumatiek, waaraan z'n leeftijd
niet vreemd is. Generaal Leman is nog steeds
in Maagdenburg en als hij dat Brusselsche of
Londensche fraais, wat 't dan wezen mag
onder de oogen mocht krijgen, dan zal hij zonder
twijfel hartelijk lachen en zich troosten met de
gedachte, dat zij het langst leven, die het meeste
reeds zijn doodverklaard.
Tot slot zij gewezen op een psychologisch
verschijnsel, dat ook wel eenigszins de practische
verandering der dingen schildert.
In de eerste maanden van de bezetting van
Brussel gingen honderden en het is elders
natuurlijk hetzelfde geweest luisteren naar het
gebrom der kanonnen. Van werken was vanzelf
bij dezen geen sprake. Zij voedden zich met de
hoop, die zij uit het kanongebulder wisten te
distilleeren, en voor de rest van wat hun dooi
de voedingskomiteiien werd verstrekt Deze luis
teraars naar het kanongebulder hebben wat-
dikwijls de geruchten verspreid, dat Zeebrugge
weer vrij was, of dat Gent hernomen was. Dat
de Duitschers waren teruggeslagen en het Bel-
gisch-Fransch-Engelsche leger in aantocht. O,
wat stelde men tot voor kort in dat alles nog
een reusachtig vertrouwen.
En niet alleen in het kanongebulder, dat men
hoorde of meende te hooien.
Hoe dikwijls zijn ook al niet de Dardanellen
geforceerd geweest en was Konstantinopel zoo
goed als genomen! De brave Brusselaars, ten
minste die naïef genoeg waren om er aan te
gelooven, schoolden dan vlugtelijk te zamen en
bespraken het nieuws. En evenveel als men altijd
geneigd was, de officiëele aanplakbrieven der
Duitschers te verkleinen, evenveel en nog veel
meer, vergrootte men dergelijke gerueiilen, welke
men haalde uit Engelsche berichten, via de Hol-
landsche pers naar België.
Hoe dikwijls is men in dit alles al niet ont
goocheld
Maar gelukkig heeft bij de meesten het gezond
verstand van lieverlede ook hierin de overhand
gekregen. Men laat de kanonnen nu maar brom
men en als deze of gene, die weer eens geluisterd
heeft, een tijding brengt, dan schudt men het
hoofd en zegt wijselijk: „We zullen eerst nog
eens afwachten."
En van de andere berichten welke niet-officiëel
zijn en los in de lucht hangen of in de pers, die
ze indirect of direct van Engelsche bron heeft,
daarvan zegt men, dat ze al zoo dikwijls het
vertrouwen hebben geschokt, dat ze ook daarin
nog maar eens een afwachtende houding willen
aannemen. Het is Ook vervelend zoo dikwijls een
ontgoocheling te moeten ondergaan. Men wacht
af, en al meer in rustigheid, ae dingen die wel
eenmaal zullen komen en het toekomstbeeld moe
ten bepalen.
O.
SPECIALITEIT IN
MüNOHEN IN" OORLOGSTIJD.
Berlijn, 6 September 1915.
Van Dresden ging de tocht naar Münehen.
Hoe zou het er "uitzien in de stad die zooveel
temperament toonde bij het uitbreken van
den oorlog, bij de Italiaansche trouwbreuk,
kortom bij elke gelegenheid dio door de be
zadigder Midden- en Noordduitschers gelijk
moediger opgenomen werd? Hoe zou de val
van Warschau hier gevierd worden waar het
de Eeiersc-he troepen waren die de stad in
namen?
Wie op krachtige uitingen der „Volksziel"
gehoopt had beleefde een teleurstelling. Mün
ehen is de stad waar men het rninst van den
oorlog merkt van alle steden die wij be
zochten. Ik zeg dit niet omdat wij van de
vier dagen die wij er in het geheet vertoef
den twee buitenaf doorbrachten, een stralen
den Augustusdag op het Starnberger Meer
en aan de oevers daarvan en een tweede nog
schooneren in het Beiersche hoogland, Cfar-
misch, Mittenwald en Walchensee. Dat daar
alle pensions en hotels goecl bezet waren ligt
natuurlijk aan de behoefte der mensehen
dichter bij huis te blijven dan in andere jaren.
En het zou op zichzelf geen bewijs zijn "voor
wat, ik zeide. Maar ik ken Münehen goed als
constante pleisterplaats bij reizen naar en
uit de bergen, on ik heb wel gezien dat do
stroom van vreemdelingen, die het in andere
jaren, zelfs op zomeravonden tot een p'aats
met wereldstadalures maakt, ditmaal ontbrak.
Münehen was niet overweldigd door touris.en
zooals anders. Maar... wij waren twee avon
den in de komedie en zij was vol; wij be
zochten een schilderijencollectie en stonden
er met dozijnen andere menschen op liet
opengaan der deur te wachten, wij wilden
een plaatsje in een blertuin zoeken en von
den geen tafeltje onbezet. In Münehen gaat
het gewone leven zijn gang, liet was voor
mijn gevoel de eenige stad waar de oorlog
niet in de lucht, hing als dat wat hij is en
zooals men hem overal elders ondergaat: de
beslissing over het lot van het Duitsche
volk, de tijd van ijzer, van bloed en van
tranen, wier geweldig bruisen ondanks eon
onwankelbaar vertrouwen in do toekomst
alle vreugde over zegepralen overstemt.. In
Münehen vonden wij ook niet: zoo zeer dit
in eigen-nationalisme teruggetrokkene, dat
liet Duitsche volk begrijpelijker wijze ge
durende dezen oorlog gekregen heeft. Warme
woorden van waardeering der tegenstanders
op het gebied van kunst en wetenschap heb
ben wij in Münehen gehoord van autoritei
ten zooals den directeur van het Duitsche
museum, verzoenende woorden van zoove'en,
die met ons spraken, mi i a'r en civiel. Doch
onovertrofüèn was ook hier do ernst en de
waardigheid, waarmede een menigte van
80.000 menschen op het prachtige Konings
plein bij de Propileeën door het zingen van
dankliederen den val van Warschau vierde.
Eu toen voelde men het weer: Dit pal
staand volk in zoo groote solidariteit, dat
zonder brooddronkenheid, doch met gods
dienstige liederen zijn overwinningen viert,
het is sterker en onverwinnolijker 'dan ooit.
Een aardig vervoermiddel hadden wij in
Münehen. Behalve de auto's van het eerste
Beiersche legercorps, die ons een gansehen
voormiddag snel van het een naar het andere
voerden, stond voor ons hotel een wagen
der electrische tram met vlaggetjes in de
nationale kleuren van alle deelnemers aan
den tocht aan de contactstang, wat er vroo-
lijk uitzag en bovendien nog een „Gaudi"
was voor het publiek, dat zich het hoofd
brak over de beteekenis ervan.
Verschillende lazaretten hebben wij in
Münehen gezien: Het groote lazaret in het
douancgebouw, dat bijzondere transportge-
makken oplevert doordat de gewonden uit
geladen worden op de plek waar anders
de goederentreinen aankomen, en voor zoover
zij" niet zwaar gewond zijn en dus daar blij
ven, slechts enkele schreden door het ge
bouw zelf hebben te doen om aan de andere
zijde in de electrische tram te kunnen slap
pen, die hen verder brengt. Dan het zooge
naamde Medico-mechanische ambu'a'or.'um in
het Nationalmuseum, waar het oude Hellas
herleefd scheen: honderden soldaten deden
er, slechts met het aliernoodigste bekleed in
de open lucht van den grootêrr met gazons
en plantsoenen prijkenden tuin tegen den
klassieken achtergrond van de museumgebou
wen allerlei oefeningen' aan rekken of in een
kring, die de laatste gevolgen van voet- of
schouderkwetsuren verhelpen moesten.
Dan de werkplaatsen voor de iuvalieden,
in onmiddellijk contact met het lazaret ze'f,
waar het groote socia'e werk gedaan wordt:
do voor verderen legerdtenst ongeschikt ge
worden menschen weer in te lijven in de
maatschappij, zoo mogelijk in hun vroeger
beroep of zoo dit ondoenlijk is in een ander-
waarvoor zij dan opge'eid worden. Ieder die
in het lazaret komt. moet een formulier met
de vragen naar zijn vroeger beroep, naar zijn
financiec'e omstandigheden enz. invullen op
dat de geneeskundige behandeling van den
patient met de geschiktihaking tot een bezig
heid en de werkverschaffing ze'f samen kan
gaan. Zoo wordt ook niet verzuimd bij den
vroegeren werkgever aan te vragen naar ar
beidsgelegenheid en 'de onderwijzers der
handwerkschool werken met den geneesheer
samen. Ook theorie wordt in den cursus ge
geven dien de man volgt, terwijl hij nog in
het lazaret is en onder militaire controle staat.
Ook do zoogenaamde losse arbeider krijgt
hier nog een speciale opleiding. Zoo zagen
wij hier boekbinders en s:otenmakers, tce-
kenaars en schilders met een hand of een
been. Wij zagen er ook de zoogenaamde
tusschen-prothesen d'e c.oodra mogelijk na. de
amputatie aange'egd -voeden opdat de patient
dadeiijk weer kan oopou en het aanteeren
hiervan hem niet te lastig wordt.
Het interessantste wat wij zagen was wel
het Duitsche' museum. Niemand verzuime ooit
dit in Münehen te gaan bekijken. 'Nog zijn
do beroemde collecties van de meesterwerken
der natuurwetenschap en techniek, die een
rovende geschiedenis van den vorscher- en
uiüvindersgeëst van alle tijden en landen
vormen, waarin de invloed van dén weten-
schappelijken vorschersarbeid op de tech
niek naar alle richtingen getoond wordt, in
ondo gebouwen onder dak gebracht. Doch
reeds verheft zich het nieuwe museum, een
prachtbouw, aan de Psar met het heerlijk
uitzicht over Münehen en de Bergen, ter
waarde van 10 nüllioen, waarvan de helft
door do Duitsche industrie opgebracht wordt.
Hot doel van d:t museum, welks geestelijke
vader Dr. Oskar von Miller is die ons zelf
rondleidde, is de historische ontwikké'ing der
natuurwetenschappelijke studie, der techniek
en der industrie in hun wisselwerken voor
te stellen en de belangrijkste ontwlkkeüngs-
trappen door bijzondere en typische meester
werken te toonen. Zoo zagen wij er metaal
bewerken, de gastev-hniek, do electro-tech-
niök, het verlichtingswezen,' bruggen- en
huizenbouw, verwarm'ngs- en bevriezmgs-
tècLftiek, muziekinstrumenten en lucht
scheepvaart, en overal was men er op uit
te zorgen dat het publiek zelf de expei inmnten
kan doen, die de verschillende functies moe
ten aantoonen. Het is, alsof men bij het gaan
door deze zaal een reusachtige film ziet
afrollen, de film die de ontwikkeling der
uitingen van den rnenschelijken geest voor
stelt, en nergens is wel interessanter combi
natie van verleden, lieden en toekomst
denkbaar.
Het Duitsche museum heeft 'oeha'.-e andere
maatregelen met het oog op den oorlog
©en arnbutancetrein uitgerust net oen Rönt
gen- en sterilisatiekamer, een desinfecteer-
wagen en electrische verlichting door lamp
jes aan elk bed, een voorbeeld voor de doel
matigste toepassing d .r verschillende w ten-
schappelijke en tecV.msi he veroveringen. Laat
ons hopen, en niemand hoopt het meer dan
dr. Von Miller zelf, dat de vrede ook op
dit gebied weer de harmonische samenwer
king zal brengen, die hier vroeger steeds
tussehen de volkeren geheerscht heeft.
A.
EEN IERSCHE VREDES STEM.
Mgr. dr. O'Droyer, bisschop van Limerick,
Iheeft aan den leider van de Iersehe partij,
Joh. Redmond, onlangs een brief gericht,
waarin dringend gevraagd wordt gehoor te
geven aan den vredesroep des Pausen.
„Is het", zoo vraagt Mgr, Dr. O'Droyer, „in
een crisis als nu beleefd wordt, wel ver
standig, om gelijk een papegaai steeds te
herhalen, dat op geen vredesvoorstellen kan
worden ingegaan, voordat Duitschland ge-
dwong enis, de knie te buigen1? „Delenda ex
Carthago" kinlct zeer mooi, als men maar
in staat is het uit te voeren.
Maar is er in Engeland wel één verstan
dig menscli, die meent, dat Engeland bij
machte is Duitschland te verpletteren'? Of
het te verpletteren tot een prijs, welke voor
den overwinnaar minder vernietigend is dan
een nederlaag"? Het gaat thans niet om de
vraag of 't te wenschen is of niet, dat de
Duitsche macht gebroken wordt, maar wel
hierom, of dit practisch uitvoerbaar is. Het
helpt hier niet om trotseh en hoogmoedig te
redeneeren; dit brengt den geest der men
schen maar in opstand. En de menschen, die
niet ophouden Duitschland te willen vernie
tigen, moeten zich eens afvragen of de ne
derlagen van Rusland, de verzwakking van
Frankrijk en de toestand aan de Dardanel
len niet sinds eeuig-en tijd de factoren van
het probleem een verandering hebben doen
ondergaan.
Eenige maanden geleden rekenden zij vol
hoop op het triom feerend voortrollen van
den Russisch en stoomwals.
Deze machine is mi niet meer in staat lot
groote praestaties.
Groote verwachtingen werden gekoesterd
van een samengaan der Balkan-Staten met
de verbondenen. De keer der zaken in Polen
zal een eenigzins andere oplossing hebben
gegeven.
Alles bij elkaar genomen mag dan ook wel
orden gezegd, dat iemand die nog op een
overweldigende overwinning van Engeland
hoopt, zeer sauguinistiseh moet zijn aange
legd.
Het Is lijd de zaken eens goed onder de
oogen te zien, of zij ons aanstaan of niet.
Het dient nergens voor, de oogen te slui
ten en in blinden overmoed zichzelf in het
verderf te storten. Allen, en Duitschland
evengoed als de anderen, hebben een goede
les gekregen door de verschrikkelijke ver
nieling van dezen reusachtigen krijg. Hoe
hoogdravend de woorden ook mogen zijn, wii
kunnen ons toch wel overtuigd houden, dat
allen in het diepste van hun hart verlangen,
naar een eervol] en, zjj het ook geen zege
vierenden, uitweg.
Het is een misdaad voor God en voor de
mcnschen, dezen ooi-log ook maar een uur
over den volstrekt noodigen tijd te willen
verlengen, en het oordeel der neutrale sta
ten, en nog meer liet oordeel van het nage
slacht, zal scherp zijn tegenover iedere re
geering die weigert te luisteren naar de voor
stellen, welke gedaan worden door den Paus
in naam van den godsdienst, en dus door
een persoon, die geheel onpartijdig is en geen
ander belang kent dan de welvaart van alle
naties.
Maar meer nog dan deze algemeens over
wegingen van godsdienst en anenschelijkheid
roepen vooral de levensbelangen van ons
eigen land, van Ierland, luide om vrede.
Gij weet beter dan ik, hoe iedere dag van
dezen oorlog een schuldenlast zich ophoopt,
welke dit arme geslacht lang moet ver
armen en drukken. Het budget na den oor
log zal waarschijnlijk het ontzettende cijfer
van- 400 millioen pond bereiken, waarvan
Ierland's aandeel een twintigste of 20 mil
lioen zal bedragen. Gelooft ge, dat onder
zulk een druk een zekere welstand nog mo
gelijk zal zijn? Waar moet het geld vandaan
komen, als men het land niet belast en al
het goede weer ter zijde zet, dat door duur
gekochte Iersclie wetten kon worden ver
kregen?
En boyendien: op het oogenblik, dat de
oorlog ojdioudt, zullen de prijzen plotseling
een groote verwarring ondergaan. Wee dan
den man, die voor dezen dag niet heeft ge
zorgd! De sterken zullen moeite genoeg heb
ben liet hoofd boven water te houden, maar
de gewone boeren zullen slechts met groote
moeite de jaarlijksche pachtsommen kun
nen betalen en nog moeilijker een ongehoor-
den belastingdruk kunnen dragen.
Ook Engeland zal de last gevoelen, maar
het heeft groote hulpmiddelen. Het kan wel
gedurende eenige jaren kwade tijden door
staan en het zal zich, hoe ook-de oorlog ein
digt, herstellen.
Anders echter zal het gesteld zijn met ons,
Ieren, of wij winnen of dat wij verliezen.
Reeds nü beleekent de oorlog armoede voor
eene geheele generatie van Ieren, en als hij
nog een jaar duurt, zal hij ons brpngen in
eene hopelooze ruïne.
VERSPREIDE BERICHTEN
Het Balkan-vraagstuk.
De Deutsche Tagesztg. wijst er opnieuw op,
dat do moeilijkheden tussehen Bulgarije en
Griekenland van feitelijken aard zijn en dat
Bulgarijo beslist verlangt voor het verlies van
Kawalla en Oeros door gedeelten van Albanië
en een haven aan de Adriatische Zee, schade
loos te worden gesteld. Het voornaamste on
derscheid tussehen liet aanbod van den Vier
bond en dat van de Centrale mogendheden, be
staat hierin, dat de Vierbond Bulgarije wil
schadeloos stellen ten koste van Turkije, terw ijl
de Centrale mogendheden zulks willen doen ten
koste van Albanië en Servië. Ifet bind meent dat
Bulgarije en Griekenland meor voor bet aanbod
van de Centraio mogendheden zullen voelen,
daar zij overtuigd zijn, dat tengevolge van liet
aannemen der door Duitschland en Oostenrijk
aangeboden schadeloosstelling, bun positie veel
voordccliger kan worden.
De vergcefsehe ac-tic aan de Dardanellen.
Het vraagstuk der Dardanellenactie val liet
onderwerp zijn van een interpellatie in de Fran-
sclie Kamer. Volgens een bericht van de Tri
bune de Genève heeft de socialistiseh-radicale
groep, die onder leiding staat van Caillaux.
besloten, een dringende vraag over deze aange
legenheid tot do regeering te richten. Er zal
hierbij- inlichting verzocht worden of de be
richten der buitenlandsche pers waar zijn, vol
gens welke reeds 55000 Franscho soldaten op
de Dardanellen gevallen zouden zijn, terwijl
nergens nog eenig succes is behaald. Buiten
dien zal worden gevraagd, wat de Franscho
regeering nog tot een voortzetting der Darda
nellenactie beweegt, nadat alle offers tot dus
ver vergeeefs zijn gebracht.
Do Entente-mogendheden onderling.
Volgens do Gazette do Lausanne blijft Enge
land bij zpn voornemen om den vergeefs naar
populariteit strevenden sultan van Egypte uil
te roepen tot Khalif ondanks het verzet van
Frankrijk, dat de grootero rechten van zijn be
schermeling, den sultan van Marokko, in het
licht stajt, terwijl Italië op zoek is naar een
Lybischen candidaat. De vierbond, die machte
loos staat tegenover het zegerijk© cppethcofd
van het dappere Turksche leger, sultan Maho
med, zou gaarne diens religieuze geboorterech
ten door krachtelooze eigen maaksels willen
verkorten. De oneeninghodenj ook bij dit voor
nemen der entente, zijn haar plauncn nie'
gunstig.
Ten opzichte van de steenkooivoorziening van
Italië blijkt eveneens oneenigheid te bestaan,
waarom naar de correspondent van de Voss.
Ztg. bericht dezer dagen te Stresa 'n samen
komst van Italiaansche en Fransche politici zal
plaats hebben teneinde do maatregelen te be
spreken, die ertoe zouden kunnen leiden, Italië
op een 'gemakkelijker wijze van grondstoffen
voornamelijk van steenkool, te voorzien. D«
correspondent brengt dit feit in verband met
de klachten over onvoldoende voorzienning in
do Italiaansche behoeften aan steenkool door
Engeland.
Nieuwe vliegmachines.
De „Westminster Gazette" vernoemt, dat de
Duitschers proeven nemen met reusachtige
vliegmachines, die zij hebben gebouwd naar het
model van een in Oost-Pruisen neergeschoten
grooten Russischen tweedekker. Do eerste aëro-
plaan van dit type bevindt zich te Friedriclis-
hafon en do tweede zal binnenkort te Hamburg
geprobeerd worden. De lengte der vleugels be
draagt 42/4 meter, terwijl de machines gedre
ven worden door motoren van 300 paardekracht,
ieder met 3 propellers. Zij zullen in staat zijn
voor 8 uren benzine mee to nemen en voorzien
worden van draalooze telegrafie-apparaten en
van zoeklichten; iedere machine zal 12 bommen
van 10 K.G. elk, vijf machinegeweren en 8 man
nen kunnen dragen. Zij zullen in staat zijn om
het traject naar Londen en terug in 5 uren af t«
leggen.
OORLOGS-A LLE R LEI.
DE DUITSCHE POST IN
OORLOGSTIJD.
Aan de „N. Rott. Ct." worden uit het Rijn
land de volgende mededeelingen gezonden
over de werking van de Duitsche veldpost:
Meer dan in vredestijd is de post een zaak
van gewicht in het Duitsche leven geworden.
Vroeger was de post een nuttige inrich
ting, vrijwel onontbeerlijk in ons moderne
leven, een prachtige organisatie, die zich
over de geheele wereld heeft uitgebreid. Met
zoo'n blauw postzegeltje van 20 pfennigen
ging zoo'n brief naar den anderen kant va»
de wereld, voor tien pfennigen naar vreem
de landen, waar als in Turkije en Marokko
Duitsche postkantoren waren.
Maar het oorlogskind van de groote, Duit
sche rijkspost, de veldpost, grijpt dieper in
het ieVen. Zaken of handel hebben er wei
nig of niets mee te doen, de veldpost vormt
Naar den roman van W. COLLINS.-
57 (Uit het Engelsch.)
„Hij herstelde spoedig in zijn eigen woning
zijn lichaam werd gezond, maar zijn geest
bleef krank. Eiken ochtend vroeg hij mij
of er ook eenig bericht.van Mary gekomen
was. En ale hij hoorde dat er niets was,
zuchtte hij en sprak nauwelijks een woord'
meer don gejjeelen dag en bleef in zichzel-
ven gekeerd. Nu eens toonde hij zich een
weinig beangst over een, brief, die misschien
niet toreebt zou zijn gekomen, maar hij wei
gerde mij het adres to noemen. Ik vermoed
de echter spoedig aan wie deze gericht was
geweest, toen zijn advokaten mij vertelden,
dat hij hem in Londen geschreven had- en
geadresseerd naar een stad aan gene zijde
van do zee. Dit scheen hij geheel vergeten
te zijn, en ook nog vele andere zaken, be
halve Mary, en dezen naRm herhaalde hij
dikwijls in zijn doffen toestand*, zelfs toen
■»k hem haar dood bekend maakte;
„Het bericht van haar dood ontvingen wfj
a -Waart 1828. Alle onderzoek te Londen had
niet het minste spoor van haar doen ontdek
ken. In Dibbledean, dit wisten wij, kon zij
niet zijn, en elders was Joshua niet in staat
haar te zoeken, of aan anderen eenige be
paalde inlichtingen te geven ten opzichte van
de richting waarin men nasporingen zou
kunnen doen. Maar in die maand Maart las
ik in de Bangburysclie Courant (die ook veel
in onze streken gelezen werd) een adver-
tie, welke de betrekkingen van een jonge
vrouw opriep, die juist gestorven was, en
een kind bad achtergelaten. Deze werden
juitgenoodigd de identiteit van het lijk te
oonstateeren en de zorg voor liet kind op
'zich te nemen.
„De beschrijving was zeer nauwkeurig en
uitvoerig, en het leed geen twijfel voor
iemand die haar zoo goed kende als ik, dat
de jonge vrouw mijne zondige rampzalige
nicht was. Mijn broeder kon men in deze
moeilijke zaak onmogelijk raadplegen; en
zoodoende besloot ik om zelf maar te han
delen. Ik zond aan iemand, in wien ik ver
trouwen stellen kon, eenig geld, toereikend
om haar te Bangbuvy behoorlijk te doen be
graven, en plaatste naam noclï datum on
der mijn brief. Er bestond geen wet, die mij
kon dwingen iets meer te doen en ik was
ook niet van plan iets meer te doen.
„Nu ik op deze wijze getracht had mijn
broeder en mij zelve voor de inmenging en
oe onbescheidenheden van bemoeizieke men
schen te vrijwaren, dacht ik dat ik thans de
laatste beproevingen doorstaan had. Maar
ik had mij bedrogen: mijn lijdenskelk was
nog niet vol. Nog geen veertien dagen nadat
ik het geld naar Bangbury voor de begrafe
nis gezonden had, meldde de meid een vreem
deling aan, die mijn broeder wenschte te
spreken, en liij drong er zoo op aan, dat
het onmogelijk was hem af te wijzen. Ik ging
naar voren en zag hij den ingang een fat
soenlijk gekleed man van middelbaren leef
tijd, dien ik nooit in mijn leven gezien had.
„Ik zeide hem, dat ik Joshua's zuster was
en dat ik mijn broeders zaken bestuurde,
daar zijne gezondheid hem dit niet meer
toeliet. De vreemdeling antwoordde hierop
slechts dat hij gaarne Joshua zelf wilde spre
ken.
„Ik was niet geneigd aan iemand, die mij
geheel onbekend was, den toestand van mijn
broeder mede te deeleli, en zeide daarom,
dat het onderhoud, hetwelk hij verlangde,
onmogelijk was, maar dat, indien hij zaken
had met den heer Grice, hij die gerust aan
mij kon toevertrouwen, om de reden die ik
hem reeds medegedeeld had. Hij aarzelde en
glimlachte en zeide dat hij mij zeer verplicht
was, en daarop hield hij zich alsof hij naar
binnen wilde gaan, en voegde er hü dat ik
waarschijnlijk wel in staat zou wezen, om
den vriendschappelijken aard van het be
zoek te waardeeren, wanneer bij mededeelde
dat hij een vertrouwde vriend was van den
lieer Arthur Carr. Op het oogenblik dat hij
dit zeide, was het of een dolk mij door het
hart ging. Diepe verontwaardiging maakte
zich van mij meester. Ik antwoordde hem.
dat hij Carr moest zeggen, dat het ellendige
schepsel, dat hij in het geheim gehuwd had,
uit baars vaders huis was gevlucht en ver
van daar was gestorven. Met deze woorden
wierp ik de deur voor zijn neus dicht. Miju
drift eu de angst die mij ondanks mij zelve
had overweldigd, grepen mfj in die mate
aan, dat ik genoodzaakt was mij aan den
muur vast te houden, en ik niet in staat was
om in de eerste vijf minuten een stap voor
waarts te doen. Zoodra ik mij een weinig
beter gevoelde en hetgeen er plaats had ge
had mij weer voor den geest kwam, gevoel
de ik dat ik hierin misschien verkeerd ge
handeld had. Ik herinnerde mij dat Joshua's
advokaten te Londen veel moeite hadden
gedaan om liet spoor van den heer Carr te
ontdekken; en ofschoon, sedert dien tijd,
onzen toestand veranderd was door den dood
van mijn nicht, rees er tocih eenige-twijfel
bij mij op ik weet eigenlijk niet waarom
ten aanzien van hetgeen ik gedaan had.
Het was mij alsof ik eenige verantwoorde
lijkheid op mij had geladen. Kortom, ik snel
de naar de deur terug, opende deze, en zag'
naar alle zijden uit. Het was te laat: de
vreemdeling was verdwenen en nooU.beb ik
hem weergezien.
Zoover gekomen, hield Mat op met lezen.
Hij had nu een groot gedeelte onafgebroken
en met veel inspanning doorloopen, en de
zelfde treurige uitdrukking lag op zijn ge
laat, behalve wanneer de naam van Arthur
Carr in den loop van het verhaal voorkwam.
Zoo dikwijls zijn vingers, waarmede hij de
ineengedrongen regels van den brief volgde,
die woorden ontmoetten, beefden ze en een
onheilspellende gloed straalde sterker en
sterker in zijne oogen. Ook thans was die
gloed in zijne oogen zichtbaar, nu hij den
brief op zijne knieën nederlegde eu zich om
wendende van den wand waartegen hij leun
de, »>s "aderen brievenzak nam, dien wij
reeds uls jen stuk van zijn huisraad hebbeu
beschreven, toen hij zijn intrek in vKirkstreet
nam. Hij opende dien, haalde er een waaier
van vceren en een Indiaansehen tabakszak
van rood leder uit te voorschijn; toen keerde
hij hem het binnenstbuiten en vond einde
lijk een brief. Deze was op vele plaatsen ge
scheurd en hier en daar was de inkt ver
bleekt en hot papier met vlekken bedekt. Op
ihet adres was het woord „Brazilië" nog
slechts leesbaar. Met den inhoud scheen het
niet veel beter gesteld te zijn. Maar de da
tum, boven aan den brief, was nog duidelijk
te onderscheiden: er stond „28 December
1827."
Eerst zag Mat hiernaar en vervolgens naaf
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT