TWEEDE BLAD C. H, VOGELZANG, Madonna. BLOUSES en ROKKEN DE ©0RLÖ0 FEUILLETON OE TOESTAND IN BEL6IE BRIEVEN UIT ÜUlTSCHLAND Groote Houtstraat 29A. VRIJDAG 10 SEPTEMBER 1915 Van onzen Brusselschen correspondent.) Brussel, 7 Sept. 1915. In sommige cafés kan men eerbare Brusselaais heel verscholen verdiept zien in de !ec'u"r van Ult Londen en Parijs binnengesmokkelde bladen ot knipsels daaruit. Die bladen moeten met grof geld worden betaald en dan nog koopt men in den regel een kat in den zak. Zoo ging onlangs uit een bericht, dat heette uit de Londensohe Times" te zijn, het gerucht, dat generaal Leman gestorven zou zijn. Dat bericht luidde aldus: „Dood van den roemrijken generaal Leman, den dapperen leeuw van de stad Leuven." (Uit treksel van de Londensche Times van 20 Augus tus 1915). „Het hart krimpt meen, nu wij het treurig einde vernemen van den dapperen en grooten man, die een ware krijgsheld geweest is. „Zijn doodsstrijd is lang geweest. De kwel lingen van z'n ziel en van z'n lichaam waren ontzettend in de laatste oogenblikken. Wij bui gen ons dan ook diep ter neder voor dezen adelaar „Toen hij in zijne gevangenschap was opge sloten, wilde hij niet beloven de wapens tegen zijne moordenaars te laten rusten. Hij verkoos in de ballingschap te blijven, ver van alles wat hij liefhad, ver van zijne familie, zijn vaderland. „Wij zeggen vaderland. Want tot op het laat ste oogenblik vap zijn leven heeft hij niet opge houden daarvan te spreken. Wilhelm II heeft hem geweigerd z'n kind, het beste wat hij bezat op de wereld, z'n teerbeminde dochter terug te zien. Hij is nu voor goed heengegaan. Belgen, blijft denken aan dezen dappere, die voor het vaderland is gestorven. Houdt in uwe herinne ring dat hij de dapperste generaal geweest is, die het Belgische leger ooit heeft gehad. Buigt u neer voor zijne assche, en nogmaals zij roem en eer gebracht aan dezen adelaar, dien we zoo zeer zullen missenDe groote generaal heeft ons verlaten, terwijl hij u allen, zijne broeders, een laatste vaarwel toeriep." Aan fraaiheid laat dit alle? niets te wenschen over. Dat alles stond in een bc-icht, dat, zooals gezegd, heette uit de „Times" te zijn. Controleeren kan men dat hier niet, zoodat we niet weten of niet de een of andere stemming maker de fabrikant is van deze hooggezwollen lijkrede. Wat we echter wel kunnen controlecren is, of generaal Leman al dan niet dood is. Hij leeft nog, de dappere, en in goeden welstand. Wel bestrijdt hij z'n rheumatiek, waaraan z'n leeftijd niet vreemd is. Generaal Leman is nog steeds in Maagdenburg en als hij dat Brusselsche of Londensche fraais, wat 't dan wezen mag onder de oogen mocht krijgen, dan zal hij zonder twijfel hartelijk lachen en zich troosten met de gedachte, dat zij het langst leven, die het meeste reeds zijn doodverklaard. Tot slot zij gewezen op een psychologisch verschijnsel, dat ook wel eenigszins de practische verandering der dingen schildert. In de eerste maanden van de bezetting van Brussel gingen honderden en het is elders natuurlijk hetzelfde geweest luisteren naar het gebrom der kanonnen. Van werken was vanzelf bij dezen geen sprake. Zij voedden zich met de hoop, die zij uit het kanongebulder wisten te distilleeren, en voor de rest van wat hun dooi de voedingskomiteiien werd verstrekt Deze luis teraars naar het kanongebulder hebben wat- dikwijls de geruchten verspreid, dat Zeebrugge weer vrij was, of dat Gent hernomen was. Dat de Duitschers waren teruggeslagen en het Bel- gisch-Fransch-Engelsche leger in aantocht. O, wat stelde men tot voor kort in dat alles nog een reusachtig vertrouwen. En niet alleen in het kanongebulder, dat men hoorde of meende te hooien. Hoe dikwijls zijn ook al niet de Dardanellen geforceerd geweest en was Konstantinopel zoo goed als genomen! De brave Brusselaars, ten minste die naïef genoeg waren om er aan te gelooven, schoolden dan vlugtelijk te zamen en bespraken het nieuws. En evenveel als men altijd geneigd was, de officiëele aanplakbrieven der Duitschers te verkleinen, evenveel en nog veel meer, vergrootte men dergelijke gerueiilen, welke men haalde uit Engelsche berichten, via de Hol- landsche pers naar België. Hoe dikwijls is men in dit alles al niet ont goocheld Maar gelukkig heeft bij de meesten het gezond verstand van lieverlede ook hierin de overhand gekregen. Men laat de kanonnen nu maar brom men en als deze of gene, die weer eens geluisterd heeft, een tijding brengt, dan schudt men het hoofd en zegt wijselijk: „We zullen eerst nog eens afwachten." En van de andere berichten welke niet-officiëel zijn en los in de lucht hangen of in de pers, die ze indirect of direct van Engelsche bron heeft, daarvan zegt men, dat ze al zoo dikwijls het vertrouwen hebben geschokt, dat ze ook daarin nog maar eens een afwachtende houding willen aannemen. Het is Ook vervelend zoo dikwijls een ontgoocheling te moeten ondergaan. Men wacht af, en al meer in rustigheid, ae dingen die wel eenmaal zullen komen en het toekomstbeeld moe ten bepalen. O. SPECIALITEIT IN MüNOHEN IN" OORLOGSTIJD. Berlijn, 6 September 1915. Van Dresden ging de tocht naar Münehen. Hoe zou het er "uitzien in de stad die zooveel temperament toonde bij het uitbreken van den oorlog, bij de Italiaansche trouwbreuk, kortom bij elke gelegenheid dio door de be zadigder Midden- en Noordduitschers gelijk moediger opgenomen werd? Hoe zou de val van Warschau hier gevierd worden waar het de Eeiersc-he troepen waren die de stad in namen? Wie op krachtige uitingen der „Volksziel" gehoopt had beleefde een teleurstelling. Mün ehen is de stad waar men het rninst van den oorlog merkt van alle steden die wij be zochten. Ik zeg dit niet omdat wij van de vier dagen die wij er in het geheet vertoef den twee buitenaf doorbrachten, een stralen den Augustusdag op het Starnberger Meer en aan de oevers daarvan en een tweede nog schooneren in het Beiersche hoogland, Cfar- misch, Mittenwald en Walchensee. Dat daar alle pensions en hotels goecl bezet waren ligt natuurlijk aan de behoefte der mensehen dichter bij huis te blijven dan in andere jaren. En het zou op zichzelf geen bewijs zijn "voor wat, ik zeide. Maar ik ken Münehen goed als constante pleisterplaats bij reizen naar en uit de bergen, on ik heb wel gezien dat do stroom van vreemdelingen, die het in andere jaren, zelfs op zomeravonden tot een p'aats met wereldstadalures maakt, ditmaal ontbrak. Münehen was niet overweldigd door touris.en zooals anders. Maar... wij waren twee avon den in de komedie en zij was vol; wij be zochten een schilderijencollectie en stonden er met dozijnen andere menschen op liet opengaan der deur te wachten, wij wilden een plaatsje in een blertuin zoeken en von den geen tafeltje onbezet. In Münehen gaat het gewone leven zijn gang, liet was voor mijn gevoel de eenige stad waar de oorlog niet in de lucht, hing als dat wat hij is en zooals men hem overal elders ondergaat: de beslissing over het lot van het Duitsche volk, de tijd van ijzer, van bloed en van tranen, wier geweldig bruisen ondanks eon onwankelbaar vertrouwen in do toekomst alle vreugde over zegepralen overstemt.. In Münehen vonden wij ook niet: zoo zeer dit in eigen-nationalisme teruggetrokkene, dat liet Duitsche volk begrijpelijker wijze ge durende dezen oorlog gekregen heeft. Warme woorden van waardeering der tegenstanders op het gebied van kunst en wetenschap heb ben wij in Münehen gehoord van autoritei ten zooals den directeur van het Duitsche museum, verzoenende woorden van zoove'en, die met ons spraken, mi i a'r en civiel. Doch onovertrofüèn was ook hier do ernst en de waardigheid, waarmede een menigte van 80.000 menschen op het prachtige Konings plein bij de Propileeën door het zingen van dankliederen den val van Warschau vierde. Eu toen voelde men het weer: Dit pal staand volk in zoo groote solidariteit, dat zonder brooddronkenheid, doch met gods dienstige liederen zijn overwinningen viert, het is sterker en onverwinnolijker 'dan ooit. Een aardig vervoermiddel hadden wij in Münehen. Behalve de auto's van het eerste Beiersche legercorps, die ons een gansehen voormiddag snel van het een naar het andere voerden, stond voor ons hotel een wagen der electrische tram met vlaggetjes in de nationale kleuren van alle deelnemers aan den tocht aan de contactstang, wat er vroo- lijk uitzag en bovendien nog een „Gaudi" was voor het publiek, dat zich het hoofd brak over de beteekenis ervan. Verschillende lazaretten hebben wij in Münehen gezien: Het groote lazaret in het douancgebouw, dat bijzondere transportge- makken oplevert doordat de gewonden uit geladen worden op de plek waar anders de goederentreinen aankomen, en voor zoover zij" niet zwaar gewond zijn en dus daar blij ven, slechts enkele schreden door het ge bouw zelf hebben te doen om aan de andere zijde in de electrische tram te kunnen slap pen, die hen verder brengt. Dan het zooge naamde Medico-mechanische ambu'a'or.'um in het Nationalmuseum, waar het oude Hellas herleefd scheen: honderden soldaten deden er, slechts met het aliernoodigste bekleed in de open lucht van den grootêrr met gazons en plantsoenen prijkenden tuin tegen den klassieken achtergrond van de museumgebou wen allerlei oefeningen' aan rekken of in een kring, die de laatste gevolgen van voet- of schouderkwetsuren verhelpen moesten. Dan de werkplaatsen voor de iuvalieden, in onmiddellijk contact met het lazaret ze'f, waar het groote socia'e werk gedaan wordt: do voor verderen legerdtenst ongeschikt ge worden menschen weer in te lijven in de maatschappij, zoo mogelijk in hun vroeger beroep of zoo dit ondoenlijk is in een ander- waarvoor zij dan opge'eid worden. Ieder die in het lazaret komt. moet een formulier met de vragen naar zijn vroeger beroep, naar zijn financiec'e omstandigheden enz. invullen op dat de geneeskundige behandeling van den patient met de geschiktihaking tot een bezig heid en de werkverschaffing ze'f samen kan gaan. Zoo wordt ook niet verzuimd bij den vroegeren werkgever aan te vragen naar ar beidsgelegenheid en 'de onderwijzers der handwerkschool werken met den geneesheer samen. Ook theorie wordt in den cursus ge geven dien de man volgt, terwijl hij nog in het lazaret is en onder militaire controle staat. Ook do zoogenaamde losse arbeider krijgt hier nog een speciale opleiding. Zoo zagen wij hier boekbinders en s:otenmakers, tce- kenaars en schilders met een hand of een been. Wij zagen er ook de zoogenaamde tusschen-prothesen d'e c.oodra mogelijk na. de amputatie aange'egd -voeden opdat de patient dadeiijk weer kan oopou en het aanteeren hiervan hem niet te lastig wordt. Het interessantste wat wij zagen was wel het Duitsche' museum. Niemand verzuime ooit dit in Münehen te gaan bekijken. 'Nog zijn do beroemde collecties van de meesterwerken der natuurwetenschap en techniek, die een rovende geschiedenis van den vorscher- en uiüvindersgeëst van alle tijden en landen vormen, waarin de invloed van dén weten- schappelijken vorschersarbeid op de tech niek naar alle richtingen getoond wordt, in ondo gebouwen onder dak gebracht. Doch reeds verheft zich het nieuwe museum, een prachtbouw, aan de Psar met het heerlijk uitzicht over Münehen en de Bergen, ter waarde van 10 nüllioen, waarvan de helft door do Duitsche industrie opgebracht wordt. Hot doel van d:t museum, welks geestelijke vader Dr. Oskar von Miller is die ons zelf rondleidde, is de historische ontwikké'ing der natuurwetenschappelijke studie, der techniek en der industrie in hun wisselwerken voor te stellen en de belangrijkste ontwlkkeüngs- trappen door bijzondere en typische meester werken te toonen. Zoo zagen wij er metaal bewerken, de gastev-hniek, do electro-tech- niök, het verlichtingswezen,' bruggen- en huizenbouw, verwarm'ngs- en bevriezmgs- tècLftiek, muziekinstrumenten en lucht scheepvaart, en overal was men er op uit te zorgen dat het publiek zelf de expei inmnten kan doen, die de verschillende functies moe ten aantoonen. Het is, alsof men bij het gaan door deze zaal een reusachtige film ziet afrollen, de film die de ontwikkeling der uitingen van den rnenschelijken geest voor stelt, en nergens is wel interessanter combi natie van verleden, lieden en toekomst denkbaar. Het Duitsche museum heeft 'oeha'.-e andere maatregelen met het oog op den oorlog ©en arnbutancetrein uitgerust net oen Rönt gen- en sterilisatiekamer, een desinfecteer- wagen en electrische verlichting door lamp jes aan elk bed, een voorbeeld voor de doel matigste toepassing d .r verschillende w ten- schappelijke en tecV.msi he veroveringen. Laat ons hopen, en niemand hoopt het meer dan dr. Von Miller zelf, dat de vrede ook op dit gebied weer de harmonische samenwer king zal brengen, die hier vroeger steeds tussehen de volkeren geheerscht heeft. A. EEN IERSCHE VREDES STEM. Mgr. dr. O'Droyer, bisschop van Limerick, Iheeft aan den leider van de Iersehe partij, Joh. Redmond, onlangs een brief gericht, waarin dringend gevraagd wordt gehoor te geven aan den vredesroep des Pausen. „Is het", zoo vraagt Mgr, Dr. O'Droyer, „in een crisis als nu beleefd wordt, wel ver standig, om gelijk een papegaai steeds te herhalen, dat op geen vredesvoorstellen kan worden ingegaan, voordat Duitschland ge- dwong enis, de knie te buigen1? „Delenda ex Carthago" kinlct zeer mooi, als men maar in staat is het uit te voeren. Maar is er in Engeland wel één verstan dig menscli, die meent, dat Engeland bij machte is Duitschland te verpletteren'? Of het te verpletteren tot een prijs, welke voor den overwinnaar minder vernietigend is dan een nederlaag"? Het gaat thans niet om de vraag of 't te wenschen is of niet, dat de Duitsche macht gebroken wordt, maar wel hierom, of dit practisch uitvoerbaar is. Het helpt hier niet om trotseh en hoogmoedig te redeneeren; dit brengt den geest der men schen maar in opstand. En de menschen, die niet ophouden Duitschland te willen vernie tigen, moeten zich eens afvragen of de ne derlagen van Rusland, de verzwakking van Frankrijk en de toestand aan de Dardanel len niet sinds eeuig-en tijd de factoren van het probleem een verandering hebben doen ondergaan. Eenige maanden geleden rekenden zij vol hoop op het triom feerend voortrollen van den Russisch en stoomwals. Deze machine is mi niet meer in staat lot groote praestaties. Groote verwachtingen werden gekoesterd van een samengaan der Balkan-Staten met de verbondenen. De keer der zaken in Polen zal een eenigzins andere oplossing hebben gegeven. Alles bij elkaar genomen mag dan ook wel orden gezegd, dat iemand die nog op een overweldigende overwinning van Engeland hoopt, zeer sauguinistiseh moet zijn aange legd. Het Is lijd de zaken eens goed onder de oogen te zien, of zij ons aanstaan of niet. Het dient nergens voor, de oogen te slui ten en in blinden overmoed zichzelf in het verderf te storten. Allen, en Duitschland evengoed als de anderen, hebben een goede les gekregen door de verschrikkelijke ver nieling van dezen reusachtigen krijg. Hoe hoogdravend de woorden ook mogen zijn, wii kunnen ons toch wel overtuigd houden, dat allen in het diepste van hun hart verlangen, naar een eervol] en, zjj het ook geen zege vierenden, uitweg. Het is een misdaad voor God en voor de mcnschen, dezen ooi-log ook maar een uur over den volstrekt noodigen tijd te willen verlengen, en het oordeel der neutrale sta ten, en nog meer liet oordeel van het nage slacht, zal scherp zijn tegenover iedere re geering die weigert te luisteren naar de voor stellen, welke gedaan worden door den Paus in naam van den godsdienst, en dus door een persoon, die geheel onpartijdig is en geen ander belang kent dan de welvaart van alle naties. Maar meer nog dan deze algemeens over wegingen van godsdienst en anenschelijkheid roepen vooral de levensbelangen van ons eigen land, van Ierland, luide om vrede. Gij weet beter dan ik, hoe iedere dag van dezen oorlog een schuldenlast zich ophoopt, welke dit arme geslacht lang moet ver armen en drukken. Het budget na den oor log zal waarschijnlijk het ontzettende cijfer van- 400 millioen pond bereiken, waarvan Ierland's aandeel een twintigste of 20 mil lioen zal bedragen. Gelooft ge, dat onder zulk een druk een zekere welstand nog mo gelijk zal zijn? Waar moet het geld vandaan komen, als men het land niet belast en al het goede weer ter zijde zet, dat door duur gekochte Iersclie wetten kon worden ver kregen? En boyendien: op het oogenblik, dat de oorlog ojdioudt, zullen de prijzen plotseling een groote verwarring ondergaan. Wee dan den man, die voor dezen dag niet heeft ge zorgd! De sterken zullen moeite genoeg heb ben liet hoofd boven water te houden, maar de gewone boeren zullen slechts met groote moeite de jaarlijksche pachtsommen kun nen betalen en nog moeilijker een ongehoor- den belastingdruk kunnen dragen. Ook Engeland zal de last gevoelen, maar het heeft groote hulpmiddelen. Het kan wel gedurende eenige jaren kwade tijden door staan en het zal zich, hoe ook-de oorlog ein digt, herstellen. Anders echter zal het gesteld zijn met ons, Ieren, of wij winnen of dat wij verliezen. Reeds nü beleekent de oorlog armoede voor eene geheele generatie van Ieren, en als hij nog een jaar duurt, zal hij ons brpngen in eene hopelooze ruïne. VERSPREIDE BERICHTEN Het Balkan-vraagstuk. De Deutsche Tagesztg. wijst er opnieuw op, dat do moeilijkheden tussehen Bulgarije en Griekenland van feitelijken aard zijn en dat Bulgarijo beslist verlangt voor het verlies van Kawalla en Oeros door gedeelten van Albanië en een haven aan de Adriatische Zee, schade loos te worden gesteld. Het voornaamste on derscheid tussehen liet aanbod van den Vier bond en dat van de Centrale mogendheden, be staat hierin, dat de Vierbond Bulgarije wil schadeloos stellen ten koste van Turkije, terw ijl de Centrale mogendheden zulks willen doen ten koste van Albanië en Servië. Ifet bind meent dat Bulgarije en Griekenland meor voor bet aanbod van de Centraio mogendheden zullen voelen, daar zij overtuigd zijn, dat tengevolge van liet aannemen der door Duitschland en Oostenrijk aangeboden schadeloosstelling, bun positie veel voordccliger kan worden. De vergcefsehe ac-tic aan de Dardanellen. Het vraagstuk der Dardanellenactie val liet onderwerp zijn van een interpellatie in de Fran- sclie Kamer. Volgens een bericht van de Tri bune de Genève heeft de socialistiseh-radicale groep, die onder leiding staat van Caillaux. besloten, een dringende vraag over deze aange legenheid tot do regeering te richten. Er zal hierbij- inlichting verzocht worden of de be richten der buitenlandsche pers waar zijn, vol gens welke reeds 55000 Franscho soldaten op de Dardanellen gevallen zouden zijn, terwijl nergens nog eenig succes is behaald. Buiten dien zal worden gevraagd, wat de Franscho regeering nog tot een voortzetting der Darda nellenactie beweegt, nadat alle offers tot dus ver vergeeefs zijn gebracht. Do Entente-mogendheden onderling. Volgens do Gazette do Lausanne blijft Enge land bij zpn voornemen om den vergeefs naar populariteit strevenden sultan van Egypte uil te roepen tot Khalif ondanks het verzet van Frankrijk, dat de grootero rechten van zijn be schermeling, den sultan van Marokko, in het licht stajt, terwijl Italië op zoek is naar een Lybischen candidaat. De vierbond, die machte loos staat tegenover het zegerijk© cppethcofd van het dappere Turksche leger, sultan Maho med, zou gaarne diens religieuze geboorterech ten door krachtelooze eigen maaksels willen verkorten. De oneeninghodenj ook bij dit voor nemen der entente, zijn haar plauncn nie' gunstig. Ten opzichte van de steenkooivoorziening van Italië blijkt eveneens oneenigheid te bestaan, waarom naar de correspondent van de Voss. Ztg. bericht dezer dagen te Stresa 'n samen komst van Italiaansche en Fransche politici zal plaats hebben teneinde do maatregelen te be spreken, die ertoe zouden kunnen leiden, Italië op een 'gemakkelijker wijze van grondstoffen voornamelijk van steenkool, te voorzien. D« correspondent brengt dit feit in verband met de klachten over onvoldoende voorzienning in do Italiaansche behoeften aan steenkool door Engeland. Nieuwe vliegmachines. De „Westminster Gazette" vernoemt, dat de Duitschers proeven nemen met reusachtige vliegmachines, die zij hebben gebouwd naar het model van een in Oost-Pruisen neergeschoten grooten Russischen tweedekker. Do eerste aëro- plaan van dit type bevindt zich te Friedriclis- hafon en do tweede zal binnenkort te Hamburg geprobeerd worden. De lengte der vleugels be draagt 42/4 meter, terwijl de machines gedre ven worden door motoren van 300 paardekracht, ieder met 3 propellers. Zij zullen in staat zijn voor 8 uren benzine mee to nemen en voorzien worden van draalooze telegrafie-apparaten en van zoeklichten; iedere machine zal 12 bommen van 10 K.G. elk, vijf machinegeweren en 8 man nen kunnen dragen. Zij zullen in staat zijn om het traject naar Londen en terug in 5 uren af t« leggen. OORLOGS-A LLE R LEI. DE DUITSCHE POST IN OORLOGSTIJD. Aan de „N. Rott. Ct." worden uit het Rijn land de volgende mededeelingen gezonden over de werking van de Duitsche veldpost: Meer dan in vredestijd is de post een zaak van gewicht in het Duitsche leven geworden. Vroeger was de post een nuttige inrich ting, vrijwel onontbeerlijk in ons moderne leven, een prachtige organisatie, die zich over de geheele wereld heeft uitgebreid. Met zoo'n blauw postzegeltje van 20 pfennigen ging zoo'n brief naar den anderen kant va» de wereld, voor tien pfennigen naar vreem de landen, waar als in Turkije en Marokko Duitsche postkantoren waren. Maar het oorlogskind van de groote, Duit sche rijkspost, de veldpost, grijpt dieper in het ieVen. Zaken of handel hebben er wei nig of niets mee te doen, de veldpost vormt Naar den roman van W. COLLINS.- 57 (Uit het Engelsch.) „Hij herstelde spoedig in zijn eigen woning zijn lichaam werd gezond, maar zijn geest bleef krank. Eiken ochtend vroeg hij mij of er ook eenig bericht.van Mary gekomen was. En ale hij hoorde dat er niets was, zuchtte hij en sprak nauwelijks een woord' meer don gejjeelen dag en bleef in zichzel- ven gekeerd. Nu eens toonde hij zich een weinig beangst over een, brief, die misschien niet toreebt zou zijn gekomen, maar hij wei gerde mij het adres to noemen. Ik vermoed de echter spoedig aan wie deze gericht was geweest, toen zijn advokaten mij vertelden, dat hij hem in Londen geschreven had- en geadresseerd naar een stad aan gene zijde van do zee. Dit scheen hij geheel vergeten te zijn, en ook nog vele andere zaken, be halve Mary, en dezen naRm herhaalde hij dikwijls in zijn doffen toestand*, zelfs toen ■»k hem haar dood bekend maakte; „Het bericht van haar dood ontvingen wfj a -Waart 1828. Alle onderzoek te Londen had niet het minste spoor van haar doen ontdek ken. In Dibbledean, dit wisten wij, kon zij niet zijn, en elders was Joshua niet in staat haar te zoeken, of aan anderen eenige be paalde inlichtingen te geven ten opzichte van de richting waarin men nasporingen zou kunnen doen. Maar in die maand Maart las ik in de Bangburysclie Courant (die ook veel in onze streken gelezen werd) een adver- tie, welke de betrekkingen van een jonge vrouw opriep, die juist gestorven was, en een kind bad achtergelaten. Deze werden juitgenoodigd de identiteit van het lijk te oonstateeren en de zorg voor liet kind op 'zich te nemen. „De beschrijving was zeer nauwkeurig en uitvoerig, en het leed geen twijfel voor iemand die haar zoo goed kende als ik, dat de jonge vrouw mijne zondige rampzalige nicht was. Mijn broeder kon men in deze moeilijke zaak onmogelijk raadplegen; en zoodoende besloot ik om zelf maar te han delen. Ik zond aan iemand, in wien ik ver trouwen stellen kon, eenig geld, toereikend om haar te Bangbuvy behoorlijk te doen be graven, en plaatste naam noclï datum on der mijn brief. Er bestond geen wet, die mij kon dwingen iets meer te doen en ik was ook niet van plan iets meer te doen. „Nu ik op deze wijze getracht had mijn broeder en mij zelve voor de inmenging en oe onbescheidenheden van bemoeizieke men schen te vrijwaren, dacht ik dat ik thans de laatste beproevingen doorstaan had. Maar ik had mij bedrogen: mijn lijdenskelk was nog niet vol. Nog geen veertien dagen nadat ik het geld naar Bangbury voor de begrafe nis gezonden had, meldde de meid een vreem deling aan, die mijn broeder wenschte te spreken, en liij drong er zoo op aan, dat het onmogelijk was hem af te wijzen. Ik ging naar voren en zag hij den ingang een fat soenlijk gekleed man van middelbaren leef tijd, dien ik nooit in mijn leven gezien had. „Ik zeide hem, dat ik Joshua's zuster was en dat ik mijn broeders zaken bestuurde, daar zijne gezondheid hem dit niet meer toeliet. De vreemdeling antwoordde hierop slechts dat hij gaarne Joshua zelf wilde spre ken. „Ik was niet geneigd aan iemand, die mij geheel onbekend was, den toestand van mijn broeder mede te deeleli, en zeide daarom, dat het onderhoud, hetwelk hij verlangde, onmogelijk was, maar dat, indien hij zaken had met den heer Grice, hij die gerust aan mij kon toevertrouwen, om de reden die ik hem reeds medegedeeld had. Hij aarzelde en glimlachte en zeide dat hij mij zeer verplicht was, en daarop hield hij zich alsof hij naar binnen wilde gaan, en voegde er hü dat ik waarschijnlijk wel in staat zou wezen, om den vriendschappelijken aard van het be zoek te waardeeren, wanneer bij mededeelde dat hij een vertrouwde vriend was van den lieer Arthur Carr. Op het oogenblik dat hij dit zeide, was het of een dolk mij door het hart ging. Diepe verontwaardiging maakte zich van mij meester. Ik antwoordde hem. dat hij Carr moest zeggen, dat het ellendige schepsel, dat hij in het geheim gehuwd had, uit baars vaders huis was gevlucht en ver van daar was gestorven. Met deze woorden wierp ik de deur voor zijn neus dicht. Miju drift eu de angst die mij ondanks mij zelve had overweldigd, grepen mfj in die mate aan, dat ik genoodzaakt was mij aan den muur vast te houden, en ik niet in staat was om in de eerste vijf minuten een stap voor waarts te doen. Zoodra ik mij een weinig beter gevoelde en hetgeen er plaats had ge had mij weer voor den geest kwam, gevoel de ik dat ik hierin misschien verkeerd ge handeld had. Ik herinnerde mij dat Joshua's advokaten te Londen veel moeite hadden gedaan om liet spoor van den heer Carr te ontdekken; en ofschoon, sedert dien tijd, onzen toestand veranderd was door den dood van mijn nicht, rees er tocih eenige-twijfel bij mij op ik weet eigenlijk niet waarom ten aanzien van hetgeen ik gedaan had. Het was mij alsof ik eenige verantwoorde lijkheid op mij had geladen. Kortom, ik snel de naar de deur terug, opende deze, en zag' naar alle zijden uit. Het was te laat: de vreemdeling was verdwenen en nooU.beb ik hem weergezien. Zoover gekomen, hield Mat op met lezen. Hij had nu een groot gedeelte onafgebroken en met veel inspanning doorloopen, en de zelfde treurige uitdrukking lag op zijn ge laat, behalve wanneer de naam van Arthur Carr in den loop van het verhaal voorkwam. Zoo dikwijls zijn vingers, waarmede hij de ineengedrongen regels van den brief volgde, die woorden ontmoetten, beefden ze en een onheilspellende gloed straalde sterker en sterker in zijne oogen. Ook thans was die gloed in zijne oogen zichtbaar, nu hij den brief op zijne knieën nederlegde eu zich om wendende van den wand waartegen hij leun de, »>s "aderen brievenzak nam, dien wij reeds uls jen stuk van zijn huisraad hebbeu beschreven, toen hij zijn intrek in vKirkstreet nam. Hij opende dien, haalde er een waaier van vceren en een Indiaansehen tabakszak van rood leder uit te voorschijn; toen keerde hij hem het binnenstbuiten en vond einde lijk een brief. Deze was op vele plaatsen ge scheurd en hier en daar was de inkt ver bleekt en hot papier met vlekken bedekt. Op ihet adres was het woord „Brazilië" nog slechts leesbaar. Met den inhoud scheen het niet veel beter gesteld te zijn. Maar de da tum, boven aan den brief, was nog duidelijk te onderscheiden: er stond „28 December 1827." Eerst zag Mat hiernaar en vervolgens naaf NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5