BINNENLAND
de eenige verbinding tusschen de familie
leden hier en ginds aan het front, is een
van de weinige dingen, die het oorlogsleed
kunnen verzachten. Én niets wordt zoo on
geduldig verwacht als de komst van den
brievenbesteller, en maar al te dikwijls wenkt
hij uit de verte den wachtende met het
gebaar, dat er niets is.
Niets, dat wil zeggen, brieven met het
zwarte stempel van den veldpost, want ge
zegelde brieven tellen niet mee.
Vooral in het begin sloeg die ongeduldig
verwachte veldpost diepe wonden. In plaats
van een levensteeken was het soms een aan
kondiging van het einde. De eigen brieven
kwamen terug met doorgeschrapt adres en
daartusschen stond het nonchalant geschre
ven doch veelzeggend woord „Getallen".
Dat gebeurt nu sinds lang niet meer. Brie
ven worden achtergehouden, totdat de familie
door een geestelijke of een kennisgeving van
hel stadhuis voorbereid is. Maar in ieder ge
val blijft elke ontvangen brief het eenige toe
ken, dat do afzender op een zekeren datum
nog gezond en ongedeerd was en zoo blijft
het waar, wat me eens een vader zei: „ik
leef alleen op tegen den tijd, dat de post
komt."
Die voortdurende, die gruwelijke onzeker
heid, die nu reeds maanden in spanning houdt
en wie weet, hoe lang nog kan duren, is
eer. van de ergste kwellingen, die een oorlog
kan meebrengen voor hen die achterblijven.
Het is een dagelijks wachten, een altijd
durende zenuwspanning, waartegen ons mo
dern geslacht allerminst opgewassen is.
In vroegere? tijden wist men, dat een brief
naar verre streken weken en maanden onder
weg bleef en men was al blij met de moge
lijkheid dezer tijdroovende verbinding. Doch
in dat opzicht waren wij verwend. Een tele
gram naar Indië of Afrika kon in korten tijd
zekerheid verschaffen; het kostte wel geld,
maar het was in ieder geval mogelijk.
En nu zou men zelfs het honderdvoudige
van liet telegrambedrag kunnen besteden zon
der eenig resultaat. Rijkdom of stand helpen
niets, voor officier en soldaat is de veldpost
het eenige verbindingmiddel met den „Hei-
mat" en zijn zendingen worden hier in het-
beambten en ambtenaren moeten missen en (Augustus gaf de commandant van Brest—
bij elke nieuwe troepenlichting gaan weer jLitowek, generaal Leiinann, de vesting over
beproefde beambten weg, die door nieuwe lflan de brandstichters. Dit bevel was het re-
ongeschoolde vervangen moeten worden.
En dit is slechts het eerste stadium op
den oorlogsweg. Van het groote, Rijnsche
depot gaan de zakken naar de verschillende
legers, naar de legercorpsen, naar de divisies,
naar de regimenten, naar de bataljons, wor
den telkens gesorteerd en weer opnieuw ver
pakt en verzonden.
Bij speciale wapens, die niet in een ,ge-
regeld legerverband staan, worden de moei
lijkheden nog grooter. Batterijen zware artil
lerie of compagniën geniesoldaten behooren
de eene week bij dit legercorps en wellicht
de volgende bij een ander, dat kilometers
verder ligt. Of we!, ze zijn op den trein gezet
en uit Frankrijk naar Russisch-Polen ge
zonden.
Dat alles betreft de indeeling bij de ver
eultaat van het bombardement van den vo-
rigen dag. De Ooetenrijkscbe 25-eentimeter
kanonnen hadden zich met behulp van vlie
gers op bet werk 141 bij Koroszyn, de Duit>-
scbers ten zuiden van Wolko-Dobrinskaja op
het werk 144 bij Kobylani ingeschoten. In
den vroegen morgen vielen twee regimenten
bet werk 144 aan, sloegen de tienvoudige
draadversperring met spaden door en na
men na elkaar drie rijen loopgraven. Een
flaüdermijn, waarin de eerste compagnie ge
raakte, vertraagde de inneming van het ge-
betenneerde fort, dat dan echter met een om
trekkende beweging opnieuw aangevallen en
met de bajonet bestormd werd.
Het was avond geworden; een ander Ooe-
tenrijk6ohe regiment wierp zich op fort 141.
Ondanks prikkeldraad en boomversperrin-
schillende wapens, waarvoor de postzakken moddersloten en betondekking werd het
bestemd zijn. En daarop volgt de groote
vraag, waar de adressanten zijn.
Er zijn er bijv. gekwetst, dus ergens in
een ambulance gebracht, verplaatst naar an
dere wapens, of thuis met verlof, of in een
stelling, waar met geen mogelijkheid veld
post gebracht kan worden. En met de stipt
heid van een uurwerk gaan de brieven en
pakjes hun gang, komen, ondanks die moei
lijkheden, aan en zelfs betrekkelijk snel.
Brieven bijv. van hier naar een stelling
voor Lomza bleven ongeveer 4 tot 6 dagen
bij de eerste bestorming genomen. Een Hon-
gaarseh regiment vond het nevenwerk onbe
zet. In het moerassig gebied was tegelijker
tijd het 22e Duitsche corps tegen Ihet noord
westen opgerukt en drong hier, na dit gefor
ceerd te hebben, in het brandende centrale
werk binnen. Een Hongaarsch officier zwom
over den Bug en heesch de vlag op de ves
ting. Hongaansehe en Ooetenrfjksche solda
ten drongen over de sluis in de citadel en in
de stad. Onder elk fort moeten zeventig tot
tachtig kilo ecrasiet liggen. De bezetting
onderweg en zendingen van troepen, die nu €e^ gevreesd, dat bij een bestorming de
in Russisch-Polen op marsch zijn, komen na ,onk>teking spoedig zou plaats vinden en
5 of 6 dagen aan. vluchtte daarom gedeeltelijk, terwijl de Rus-
Daarbij werkt de veldpost met een merk- 6i®°he geniesoldaten juist met het oog daar-
waardige nauwkeurigheid. Ik zond bijv. eeni- op aarzelden de ontploffing te laten plaats
ge weken geleden een brief aan een vriend, j ~^n- -Het gelukte een Pool den electri-
die bij de munitie-colonne ergens in Polen len kabel bijtijds door te snijden. Door bet
diende. Terwijl de brief onderweg was, kreeg quelle binnendringen konden groote voorra-
ik van hem bericht dat hij bij de infanterie den geconserveerde levensmiddelen uit de
ingedeeld was en in St. Avoid, dus in Elzas- jbrandende magazijnen gered worden. Op een
Lotharingen geoefend werd. Mijn brief achtte Paar °ude kanonnen na, had de vijand zijn
ik dus verloren, omdat deze aan een onbruik- &eschut reeds dagen lang weggebracht. Bij
baar geworden legeradres gezonden was en ;de gevallen Russen zag ik zelfs Amerikaan-
toch bereikte deze den adressant in St. Avoid 8Ch© Winchester geweren, model 95 en Ja-
na een zwerftocht van 3 weken. .pansche ammuijjtie met Russische en Ja-
In de eerste oorlogsmaanden is er op die- Pansehe letters er op.
rustig gedoe der steden even gretig ontvan- zelfde veldpost geweldig gescholden, uitbun- Toen °P de reis naar Brest-Litowsk
gen als ginds aan een der uitgestrekte dig er over geklaagd. Doch was het te ver- m. Lublin overnachtten, wierp een Russische
fronten. mijden? (vlieger daar drie bommen op het station.
Op dit veldpostgebied komt het Duitsche j Den postambtenaren, nu in militaire uni-!LaDSS de ©poorweglijn WarsheauVBre&t-Li-
organisatietalent, het laten samenwerken van form met sabel of bajonet, is het toch geens- tows'k aiopen de Warschausche Honveds bij
vdp.rtoi krar-hton hot alloi-mopst. tot y.Un ïwht. z[ns kwalijk te nemen, dat ze dit ongewone ik®* Invallen van de duisternis voorwaarts.
bedrijf niet beheerschten. En al dragen ze roeven zich in tirailleurslinie in, liepen
nog den spotnaam van „Posteulen" onderan weer la stormpas vooruit en kwamen
de troepen te vélde, ze hebben toch merk- jZ0° steeds dichter bij de Russische draadver-
waardig snel ingewerkt. .sperringen. Rechts van de spoorweglijn slo-
En bij 't verreikend artillerievuur achter Duitsche troepen aan. Daar was
het front is hun werk allerminst een sinecure. !aUe® ®til. Links, op het anderhalve kilome-
j bezoek aan Brest-Litowsk. Een donkere rook
wolk verduistert den dag. De hitte van de
branden de huizen is verstikkend. Het regent
vonken en verkoolde stukken hout. In de ci
tadel zijn de twee eerste bruggen over de
gracht slechts half verbrand. Maar alle over
gangen over den Bug staan geheel in vlam
men. Op de rivier drijven brandende balken.
Langs de oevers staan donkerroode, bijna
middeleeuwsche gebouwen met rondeelen en
schietgaten. Eenige Russische soldaten loo-
pen nog hier en daar rond. Plotseling slaat
uit het dak van de citadel rook en vervol
gens vlammen. Het gekeele complex begint
j te branden. Op straat liggen tusschen ver
scheurde papieren weggeworpen patroontas-
jschen en conserveblikjes nog brandfakkels
jmet petroleum gedrenkt Twee kilometer ver
der ligt de stad Brest-Litowsk. Wij bereiken
het eerste huis, bet Hotel de Paris. Alles
ligt gehuld in een wolk van rook. Het vuur
loopt van huis tot buis. Niemand probeert
te blusschen en het zou ook vergeefs geweest
zijn, want daarvoor is de brand te goed
(voorbereid. Hier en daar huilen ïosloopende
honden. Overal moet men oppassen voor om
vallende muren. Uit de verte klinkt muziek:
de .„Radezky-marsch". Oostenrijk-Hongaar-
sche troepen trekken binnen en ontmoeten
de Brandenburgers. De uniformen verdwij
nen in den rook. Men ziet slechte de gezich
ten. Om elf uur 's morgens drijven de eerste
pontons op den Bug, drie uur later is de
brug reeds klaar. Artillerie gaat er over
heen, trein volgt. Duitschers, Oostenrijkers
en Hongaren trekken door vlammen heen,
verder naar het noordwesten.
velerlei krachten, het allermeest tot zijn recht.
De hier verrichte arbeid is haast verdienste
lijker dan het werk dat achter het front
wordt verricht, bijv. het voorzien der tallooze
kolonies van proviand en munitie, het aan
brengen van nieuwe troepen, het wegbrengen
van gevangenen en gekwetsten, dat toch maar
op enkele wegen verricht moet worden, die Menig poststation is reeds door granaten ver- ter breede terrein tusschen den spoorweg en
door ongewapenden landstorm in orde zijn woest en talrijke wagens en auto's zijn on- 'den we£ naar Biala, lagen twee Honved-
gebracht en waar een enkele fout In de derweg vernield. (regimenten met het front naar het fort Ko-
marschrichting een geduchte verstopping kan
teweegbrengen.
Dat alles behoort tot Re onmiddellijke be
hoeften van het leger, maar als er iets hapert
of teveel' ineens verlangd wordt, moeten de
wagens en auto's van de veldpost wachten.
Intusschen worden de post-depots steeds
voller en .wanneer de bewegingsvrijheid op
de wegen grooter is geworden, is er een
dubbele krachtsinspanning noodig om de post
zakken te vervoeren en de troepen te be
reiken.
En die hoeveelheden brieven en zendingen
in pakjes zijn reeds in normale omstandig
heden overgroot. Het is geen wonder soms
Toch gaan de „Posteulèn" getrouw hunibylany» waarvan de bovenste rand de hori-
gang, ze weten, hoezeer ginds m de voorste j z,on vorlï}de- Tegen de felroode lucht teek en-
linies de brieven van thuis verwacht worden, en de tienvoudige draadversperringen zich
hoe zelfs de keukenwagen in den steek ge- &clierp af. Daarachter lagen drie rijen Rus-
laten wordt, als de postzakken komen. jaische loopgraven; de machinegeweren wa-
En omgekeerd brengen ze weer uit de ge- |r©n'op de spoorlijn ingeschoten. Om tien uur
teisterde loopgraven, onder het scherpe ar- jwerd het stormsignaal geblazen. Met opge-
tillerievuur, de brieven terug, die ginds in de aeven ®paden wierpen zich de mannen op de
verre „heimat" de geliefden moeten verheu- [draadversperringen, waarbij hun figuren
gen, verblijden met een levensteeken, kan scherp tegen den gloei enden horizon afeta
blet zijn met een uitvoerigen brief. iken. Met deze spaden sloegen zij de draden
DE TNTOfTPP TM RPfflsm.m kwamea de «eiste loopgraven. De
L)L IA UOiiI IN BLDST- .aarde opende zich met een geweldige ont-
LITOWSK. jploffing. Een contaetmijn was gesprongen.
aBLeonard Adelt deelt in het „Berliner Ta- Doven het front stijgen groene signaal-ra-
in een enkelen posttrein een tiental wagens te gehlatt" zijn indrukken mede van den in-ketten op. Een zoeklicht gaat recht de hoog
te len, die, blijkens een rood doorstreept bil- tocht in Brest-Litowsk. (te in Want hoven het maehinegeweerge-
jet, met veldpost-zendingen gevuld zijn. j Onuitwischbaar zijn de herinneringen aan knetter en bet infanterievuur hoort men
Het is niet alleen de portvrijheid, die tot den bajonetstrijd in de loopgraven en ver- thans het brommen van sterke motoren. De
die enorme hoeveelheid bijdraagt, het is voor- (sperringen, aan de gewonden, wier gejam- fiDaal treft een zeppelin, wiens met wolken
ai do versterkte familie- en vriendenband, die nier uit het prikkeldraad tot hem doordrong, 'beschilderde lichaam zeer flauw zichtbaar is
de verstijfde rust van de gesneuvelden en jn den mistigen nacht. Hier en daar zien
aan de eindelooze colonnes van Hongaren, andere zoeklichten bet luchtschip in grooten
Galiciërs, Brandenburgers, die in ganzen- boog om de vesting kruisen. Onder de aarde»
marsch over den arm van den Bug trokken.I waar reserves zijn, en het commandogefluit
Hij ziet nog de vlammen langs de daken der in schrille hoornsignalen zich mengen met
magazijnen en kazernes huppelen; de grijze Dijen en hoerageroep, ontploffen thans
rookmuren, die droog en hèet den weg ver-j overal mijnen. Men hoort het geschreeuw
sperden, de gloeiende rails van ihet afge- van de manschappen, die in het mijnenge-
brande station, de omgevallen goederentrei- bied zijn. De Hongaarsche regimenten zien
nen, waartusschen dood vee, de pooten uit- 'zich, nadat zij alle drie de rijen loopgraven
geen gelegenheid voorbij wil laten gaan een
groet, een.mededeeling aan het verre front
te zenden. Men weet, hoevelen zich ginds in
het vreeselijk bloedbad eenzaam, heel een
zaam voelen, hoe ontzettend zenuwpijnigend
het gevaarlijk verblijf daar wordt en het
eenige dat overblijft, is te schrijven, steeds
te schrijven; te vertellen van thuis, ook al
gebeurt er niets.
Daardoor nemen de zendingen der veldpost
ontzaglijke afmetingen aan.
In het station Keulen-Deutz, de verzamel
plaats voor de veldpost uit het Rijnland,
komen bijv. dagelijks ongeveer 21.000 post
zakken aan, uitsluitend veldpost. Om deze
weer naar West en Oost te vervoeren zijn in
normale omstandigheden 65 treinen noodig.
Bovendien komen er in het depot van den
linker Rijn-oever ongeveer 1800 zakken aan;
aan het centraalstation 1400. Aan het laatste
concentreert zich bovendien de verzending
van kranten, zoodat dagelijks alleen in de
Keulsche depots ongeveer 33.000 veldpost-
zakken behandeld worden tot een gezamen
lijk gewicht van een millioen E.G.
Men duizelt eenvoudig, wanneer men die
hoeveelheden ziet, die honderden en duizen
den zakken, die gesorteerd moeten worden,
verdeeld in Oost en West naar het front, voor
allerlei richtingen in Duitschland zelf. Men
begrijpt heelemaal niet hoe alles in orde
komt, want ook 't postverkeer heeft heel wat
gestrekt. De beide lnchtschip-hallen nit
steen en traliewerk, de blauwe uivormige
torens van de orthodoxe kerken, te midden
van de rookende huizen. De breed© alleeën
in storm genomen hebben, gedwongen halt
te houden en graven zich in voor het glacis
van het fort. Nog donderen eenige "ontplof
fingen, de Russen trekken terug en laten
der voorstad met haar grijs zand en kleine i daarom de cementen kazematten in de for-
huizen, die het vuur verschoonde, maar die I ^en springen. Op den linkervleugel bestormt
de aftrekkende soldaten leeg haalden. Tus-ecrf infanterieregiment, dat hoofdzakelijk
scben de huizen loopt de jood Perle®, die als uü Polen bestaat, fort 141. Men hoort de
eenige onder 55,000 burgers met vrouw en pachinegeweren, tot een noera-geroep ver
drie kinderen het uithield in d© vlammen
zee van de brandende stad....
Vervolgen© beschrijft Adelt de langzame
kondigt dat de troepen in het fort zijn bin
nengedrongen. Intusschen werpt een Russi
sche Farman-tweedekker bommen op de
omsiCgeling van de vesting, waaraan de j voorstad Terespol.
Russen zich ten slotte wisten te onttrekken, i .Dit het noorden kwam een reusachtig©
Zij hebben de aankomst van de zware ar til- Sikorski-tweedekkor met zes man bezetting,
lerie der Duitschers niet meer afgewacht, (twee machinegeweren en vier motoren. Drie
Duitsche vliegers meldden het eerst het af- i Duitsche tweedekkers gaan op de vervolging
trekken van groote colonnes uit Brest-Li- j ait- Twee kruisen onmiddellijk voor hem,
towsk en het wegvoeren van de gekeele be- waarop hij in spiralen omboog gaat. Een
volkixg en wierpen zeventig bommen op het (Duitscher gelukte het hoven den Rus te ko-
station, waar de soldaten in de wagons wer- i men, di© zich daarop vurend verwijderde,
den geladen. In den morgen van den 2feten i Verder vertelt de schrijver nog van zijn
EK WORDT TOCH KAAS UITGEVOERDI
In de „Mededeelingen van de Nederland-
sche Vereeniging van Kaashandelaars, geves
tigd te Gouda", las men do volgende Re-
stuürsmededeeling
„Naar het bestuur van verschillende zijden
ter oore is gekomen, hebben de Mededeelin
gen no. 88 op enkele van de leden onzer
vereeniging niet dien invloed gehad, die met
recht had kunnen verwacht worden. Naar
het schijnt wordt op niet geringe schaal han
del gedreven in het voor het binnenland
gereserveerde deel der voorraden en inkoo-
pen, op een wijze die zeer zeker niet is goed
te keuren.
De leden, die zich hieraan schuldig maken,
zullen zich waarschijnlijk niet kunnen voor
stellen, welke afmetingen zulk geknoei kan
aannemen en, wat nog erger is, welke de
gevolgen van een dergelijken handel in deze
kunnen zijn.
Het ligt toch" voor de hand, dat op deze
wijze elk gereserveerd percentage voor het
binnenland zal blijken onvoldoende te zijn
voor de werkelijke consumptie, zoolang niet
inderdaad dat percentage bestemd blijft voor
het doel, waarvoor het werd teruggehouden.
„Als poodzakelijk gevolg van de bedoe'de
onregelmatigheden zullen dus strengere maat
regelen van de zijde der regeering te ver
wachten zijn, en het mag zelfs niet ondenk
baar geacht worden, dat de grenzen voor
den uitvoer dientengevolge zullen gesloten
worden.
Opnieuw vestigt het. bestuur de aandacht
op de gevaren, diQ uit deze onnadenkende
wijze van handelen kunnen voortspruiten."
Er zijn kaashandelaars, die de voor het
binnenland bestemde kaas, waarvoor zij aan
de veehouders het door de Regeering vast
gestelde bedrag van 38 gulden per 50 E.G.
betaald hebben, naar hét buitenland van de
hand doen.
DE KLEINE SLAGER.
In de „Residentiebode" becijfert een in
zender, welke gevolgen het jongste Regee-
ringsbésluit betreffende de varkensdistribu
tie voor de kleine slagers hebben zal. Zoo
ais men weet, is nu bepaald, dat de geza
menlijke slagers die Regeeringsvarkens be
komen, verplicht zijn om tot 1/3 van het
verstrekte slachtgewicht zelf bij te koopen.
Dit wil zeggen, dat en Blager, die 2 var
kens van de .Regeering ontvangt, er zelf 1
moet bijkoopen tegen den marktprijs. Wat
is nu het geval?
De winst per regeeringsvarkens is pl.m.
f 20, alsoo twee varkens f 40. Om dit te
verkrijgen moet men een varken' bijkoopen
en hiervan 't vleesch enz. leveren voor vast-
gestelden prijs. Dit gaat gepaard met een
verlies van pl.m. f 10, blijft winst f 80.
Hiervan moet bestreden worden huishuur
pl.m. f 8, aankomende knecht of jongen f 7,
belasting, licht, onderhoud enz., totaal f 22.
Dan blijft er voor den patroon en zijn ge-
heele gezin voor levensonderhoud f 8 per
week over; iets meer dus dan voor den aan
komenden iongen. Dat kan niet anders, als
een marteldood zijn.
(PIJNLIJK MAAR WAAR.
Een pijnlijke opmerking maakte pen En-
gelscke dame, vertegenwoordigster van de
„Society of Friends'tot den verslaggever
J. J. B. van het „Hbld.", dien zij bij een
bezoek aan het Belgische interneeringskamp
toevallig ontmoette. Een opmerking cvenwelt
die overeenstemt met hetgeen men vrij alge*
meen hier verneemt. Men sprak over de annfli
Belgische vluchtelingen en over de vrouwefl
en kinderen der geïnterneerde soldaten, web
ke vrijwillig naar hier zijn gekomen om in
de buurt van man en vader te zijn en nu
veelal in zeer behoeftige omstandigheden ver-
keeren. De Engelsche dame zeide:
„Ik werk overal voor de vluchtelingen, en-
wat mij pijnlijk opvalt, ik heb bijna nooit
medewerking van Belgische dames onder
vonden. Hoeveel gegoede Belgen, zelfs van
de rijkste, er ook heele dagen in de deftig*
café's van Den Haag en Amsterdam zitten,
lunchen, dineeren, vooraan in de comedie, en
waar er maar geld uit te 'geven is. Zo zijB
uit bun land in nood vertrokken of ze voor
hun genoegen naar een luxe badplaats reis-
den. „J'ai le plus grand mépris pour ceux-lA
I In België zelf is 't daarentegen heel anders....
wat we hier in Holland ondervinden, tee
kent gelukkig niet de Belgische natie in 't
land zelve daar is een aandoenlijke soli
dariteit van alle standen."
SCHOOL DES VERDEIIFS.
Te Amsterdam is een klucht „Prinsenschool"
ten tooneele gevoerd, waarvan de titel beter
„School des verderfs" had kunnen luiden. De
tooneelcriticus de heer J. H. Róssing breekt
er in het N. v. d. D. als volgt den staf over:
„Prinsenschool
I Om van te gruwen, om van te walgen,
j Dat is de eenige en de twijfelachtige eer voor
deze vuile klucht in een schoon kleed.
Eb. Erfmann, de nieuwe directeur, heeft woord
gehouden. Hij zou het verband niet verbreken
met de richting, tot dusver in f rascati gevolgd,
maar fijner, beschaafder.
Dat is zoo, doch nu zijn cr witgepleisterde
graven, doch van binnen vol doodsbeenderen en
venijn.
Het is fijner geworden. Daarom des te erger
lijker. Pervers jn den hoogsten graad!
Het derde bedrijf eindigt met een verwen-
sching, met slotwoorden, waarvoor men in de
gemeenste buurt zich zou wachten. Van dit ver
derfelijke, gemeene en liederlijke stuk lust het
mij niet iets te zeggen. Wie wil vuilnisdrager
zijn! Wie verdierlijkte jonge en oude vrouwen te
aanschouwen geven, bijna tot in haar bedrijf?"
We vermelden het als een waa'rschüwene
staaltje van het soort vuii dat men op het tooneel
durft brengen. Het is waarlijk meer dan tijd deC
de overheid eens krachtig ingrijpe, opdat het
publiek niet langer zulke schunnigheden word'
voorgezet. Aan zooiets dient paa1 en perk gesteld
te worden. Meer toezicht op publieke vertoonin
gen mag niet uitblijven j
KIEZERS-STATISTIEK.
Volgens de officiëele statistiek slaan er op de
thans geldige lijsten 1,016,569 kiezers voor de
Tweede Kamer, 1,011,683 voor de Provinciale
Staten en 943,518 voor de Gemeenteraden. Het
aantal mannen van 25- jaar of ouder was op
1 Januari geraamd op 1,466,125, zoodat voor de
verschillende colleges het percentage kiesgerech
tigden beliep respectievelijk 69.34, 69 en 64.35
pCt. In de gemeenten van 5000 tot 15000 inwo
ners was de kiesbevoegdheid het hoogst e; wat
de provinciën betreft staat Zeeland bovenaan met
77.29 pCt. Het laagst staan Noord-Brabant en
Limburg met 58.68 en 59.76 pCt. voor de Twee
de Kamer. De rubriek wanbetalers is nét "Hoogst
in de provinciën Noord- en Zuid-H.oliand, waar
in de groote steden liggen. In het geheel zijn er
42,580 wanbetalers. Van de 1,016,569 kiezers
zijn er 925,475 belastingkiezers.
UIT V OERKN OEIERI JE N
Verschillende importeurs van olie ên vetten te
Rotterdam zijn door de Nederl. Overzee-Trust-
maatsehappij zwaar beboet.
Dit houdt verband met de, volgens het con
tract met de N. O. T. niet geoorloofde, doch
plaats gehad hebbende uitvoeren vau kunstspij-
zenvet naar Duitschland, welk vet vermeld is in
cognossementen, waarvan deze importeurs de
houders en waarvoor zij aansprakelijk zijn.
In het geheel zijn, naar nader is gebleken, een
vijftal huizen in deze zaak betrokken en beloopen
de boeten voor elk van f 40,000 tot f 60,000
en zelfs van f 80,000.
De betrokkenen beroepen zich ter verdediging
van hun uitvoer op het voorbeeld van margarine,
dat, zoolang .dit artikel door Engeland niet als
contrabande werd beschouwd, mocht worden
uitgevoerd, hoewel het wordt samengesteld uit
stoffen, die elk op zichzelf wel onder dien titel
vallen. Zij oordeelen nu, dat kunstspijzenvet een
product i3, dat, zoolang het geen contraba -de
is, onder dezelfde bepalingen valt, als vroeger
de margarine en dus inag worden uitgevoerd.
De N. O. T. meent echter, dat deze redenee
ring niet opgaat. Margarine is haars inziens
ren vaststaand begrip, waaromtrent weinig of
geen twijfel mogelijk is, terwijl kunstspijzenvet
voor 90 pCt. bestaat uit katoenzaadolie en voor
de rest uit andere vetten. Volgens een zegsman
der N. R. Ct. zou het dan ook van andere same -
stelling zijn, dan het echte Duitsche kunstspij
zenvet.
De Rotterdamsche huizen, zoo zeide hij, heb
ben eenvoudig het kind maar een naam gegeven,
om katoenzaadolie te kunnen uitvoeren. Hun
kunstspijzenvet ontstaat niet door een min ot
het stuk uit den brief van Johanna Grice»
dat hij zooeven gelezen had. Daarna begon
hij op zijn vingers te tellen, aanvangende
met het jaar 1828 als nommer één, eni ein-
(ligent;e_ niet het loopende jaar 1851 als nomr
mer drie-en-twintig.
„Drie-en-twintig", herhaalde hij daarop hij
zichzelf, „drieen-twintig jaar, ik zal dat ont
houden." Daarop liet hij zijn blik wee op het
papier rusten. Hjj las:
„Voor ik nog verder ga met iets te zeg-
*en omtrent den verkoop van onze zaak, den
dood van mijn broeder en. het leven, dat ik
sedert dien tijd leidde, wil ik liever over
gaan tot de dingen die mijne nicht achter
gelaten heeft, toen zij ons huis verliet. De
omstandigheden zullen dit misschien een
maal van belang doen zijn. Ik wil daarom
mededeelen, dat alles, wat aan haar behoor
de, bewaard is in een doos (tfbans in mijn
bezit) juist zooals zij het heeft achtergelaten.
„Daar de brieven, onderteekend A. C„
eerst gevonden zijn, toen ons huis verbouwd
werd, wierp ik ze zelf in de doos. Het geld
dat zij overgespaard had is haar bij hare
"vlucht behulpzaam geweest. Ik wist in welk
doosje zij het bewaarde, maar dit stond open
°P e tafel en was geheel leeg, toen ik
ontdekte, dat zij verdwenen was. Wat de
drie overige klcinoodiën betreft, die rij be
zat, had ik zelf gezien, dat zij ze aan Ellen
Gengil gegeven, had hare oorringen droeg
zij altijd en ik kon slechts veronderstellen
((daar ik ze nooit gevonden had) dat zij deze
met haar haren afmband in hare vlucht
medenam."
„Daar hebben wij het alweder!" riep Mat
(nit, terwijl hij den brief verbaasd liet val
len, toen hij de woorden „haren armband"
(weder las. Nauwelijks had hij zich deze uit
drukking laten ontglippen of hij hoorde de
huiedeur openen en daarop weder met een
dreunenden slag sluiten. Jack was juist "bin
nengetreden met zijn huissleutel.
ï,Ik ben blij dat hij gekomen is," mompelde
(Mat en xaapte den brief van den grond op
èn wierp hem snel in de doos. „Nog twee an
dere dingen moet ik ontdekken, vóór ik een
stap verder doe ©P Jack kan mij hierin
behulpzaam aijn."
HOOFDSTUK IX.
NOG EENIGE ONTDEKKINGEN.
Toen Jack de kamer binnentrad en rijn
zonderlingen vriend met de beenen over el
kander gekruist en de handen In deni zak,
ernstig in den verst verwijderden hoek der
kamer zag zitten, met ©en flesch brandewijn
aan de eene zijde, en oen afdruipend© kaars
aan de andere, barstte hij in een schaterlaoh
uit en stampt© hij c© zijne gewon© woest©
wijze met den voet op den grond, zoodat bet 'de bests ©n flinkste kerel ter wereld. Maar (in uw eigen buis zijt. Vertel hem eenige van
huis sidderde op zijn grondslagen. De heer ik schaam mij bijna u te moeten zeggen, dat die prachtige verbalen. Ik lieb hem reeds
Marksman verdroeg al dit leven en die hij kinderachtig genoeg is om van limonade (den schrik op het lijf gejaagd aoor hem een
(dwaasheid, en ook al den onzin die daarop
(volgde over een ongelukkige liefde, die hij
in den brandewijn wilde vergeten, met de
(meeste gelatenheid en uiterste kalmte. De
'zelfbeheersching, die liij hierbij aan den dag
legde, bleef niet onbeloond. Jack werd ein
delijk het schertsen inoede, daar hij bemerk-
eni thee te honden. Ik geloof dat hij teretond (paar staaltjes te vertellen. Verhaal hem
ziek zou worden als hij rookte en wat grog (eens, toen gij en die andere knapen op jacb
betreft, Ik durf wel wedden, dat er bet ge- waart, en bijna véto honger omkwanmt en
heele jaar geen druppel over zijn lippen jukt bezig waart om te loten wie het eerst
komt. Een zwak hoofd, Mat een verdui- zou worden geslacht. Hoe doodsbleek zal hjj
veld zwak hoofd om iets te gebruiken," ein- worden als bij dit hoort, en boe gastvrij zul-
digde Jack op zijn voorhoofd slaande om Ten wij hem ontvangen vindt ge ook mett
te dat zijn vriend er ongevoelig voor was, (zijn eigen voortreffelijkheid in het drinken Gij zult zijn baren ten berge^doen rijden; en
en ook geraakte hij uitgeput in het verzin- aan te duiden. .ik zal voor hem thee zetten.
nen van ongerijmde dwaasheden, welke toch! De beer Marksman scheen weder in diep j „Wat doet hij met zijn scbiu' -iyeni vroeg
geen uitwerking op Mat hadden; zoodat hij'gepeins verzonken. Hij gaf geen antwoord; ;Mat, „verkoopt hij zet
tot groote verbazing van dezen plotseling maar d© flesch brandewijn voor d© kaars j „Natuurlijk! antwoordde Jack vertrouwe-
dlen toon liet varen en hem zeer onverwacht houdende, zag hij hoeveel er nog van dit lijk, „en soms krijgt "b er fabelachtige som-
eon belangrijk nieuws mededeelde. vocht over was gebleven. men gelds voor. loo dikwijls Jack de kan©
„Nu. Mat, alle-gekheid op een stokje, nu „Gij moet u over den brandewijn niet on- maar schoon zag om zijn vriend op te neuie-
moet lk je vertellen dat wij deze kamer eens gerust maken; voer Blyth behoeven wij niets len, maakt© by hiervan zonder den minsten,
zoo netjes mogelijk moeten maken, opdat zij te bewaren;" zeide hij, toen hij zijn vriends 'schroom ge ruik, en greep elk© gelegen eio
morgenavond er op haar voordeeligst nit beweging opmerkte. „Zeg, oude jongen, daartoe aan, zonder een oogenblik aai7.ee
zal zien. Mijn vriend Blyth wil morgen eens weet ge wel, dat het beste, wat ge ooit in of ©en woord van verontschuldiging.
uw leven gedaan hebt, was Valentijn's schil- j «Veel geld er voor krijgen, is dat inde^f
derij te redden? Gij hebt zijn hart daarmee daad waar?' hernam Mat. „En dat epaar»
gestolen. Eerst koesterde hij eenige vrees (hij zeker op evenals gij allen dat doetl
voor mij, dat ik vriendschap met u had ge
sloten; maar nu, geloof mij, ie er naar zijne
meening in heel de Engelsche taal geen
woord goed genoeg voor u. Hij zeide, dat
hij niets liever wenschte, dan je nogmaals
dank te. zeggen. Toen noodigde ik hem uit
om bii ons te komen en eens te zien hoe gij S
een rustigen en gezelligen avond met ons
doorbrengen. Ik bleef wachten tot alle be
zoeker» weg waren, om hem dit te vragen."
Meent gij dat hij hier een glas grog zal
drinken en een pijp zal komen rooken?"
vroeg Marksman in de hoogst© mate ver
baasd.
-Ik meen niet» andere, klam dat hij: hier
zal komen; maar wat grog en pijpen betreft,
hij gebruikt bet een noch het ander. Hi> Ib
(Wordt vet'volgd-1