BINNENLAND de eenige verbinding tusschen de familie leden hier en ginds aan het front, is een van de weinige dingen, die het oorlogsleed kunnen verzachten. Én niets wordt zoo on geduldig verwacht als de komst van den brievenbesteller, en maar al te dikwijls wenkt hij uit de verte den wachtende met het gebaar, dat er niets is. Niets, dat wil zeggen, brieven met het zwarte stempel van den veldpost, want ge zegelde brieven tellen niet mee. Vooral in het begin sloeg die ongeduldig verwachte veldpost diepe wonden. In plaats van een levensteeken was het soms een aan kondiging van het einde. De eigen brieven kwamen terug met doorgeschrapt adres en daartusschen stond het nonchalant geschre ven doch veelzeggend woord „Getallen". Dat gebeurt nu sinds lang niet meer. Brie ven worden achtergehouden, totdat de familie door een geestelijke of een kennisgeving van hel stadhuis voorbereid is. Maar in ieder ge val blijft elke ontvangen brief het eenige toe ken, dat do afzender op een zekeren datum nog gezond en ongedeerd was en zoo blijft het waar, wat me eens een vader zei: „ik leef alleen op tegen den tijd, dat de post komt." Die voortdurende, die gruwelijke onzeker heid, die nu reeds maanden in spanning houdt en wie weet, hoe lang nog kan duren, is eer. van de ergste kwellingen, die een oorlog kan meebrengen voor hen die achterblijven. Het is een dagelijks wachten, een altijd durende zenuwspanning, waartegen ons mo dern geslacht allerminst opgewassen is. In vroegere? tijden wist men, dat een brief naar verre streken weken en maanden onder weg bleef en men was al blij met de moge lijkheid dezer tijdroovende verbinding. Doch in dat opzicht waren wij verwend. Een tele gram naar Indië of Afrika kon in korten tijd zekerheid verschaffen; het kostte wel geld, maar het was in ieder geval mogelijk. En nu zou men zelfs het honderdvoudige van liet telegrambedrag kunnen besteden zon der eenig resultaat. Rijkdom of stand helpen niets, voor officier en soldaat is de veldpost het eenige verbindingmiddel met den „Hei- mat" en zijn zendingen worden hier in het- beambten en ambtenaren moeten missen en (Augustus gaf de commandant van Brest— bij elke nieuwe troepenlichting gaan weer jLitowek, generaal Leiinann, de vesting over beproefde beambten weg, die door nieuwe lflan de brandstichters. Dit bevel was het re- ongeschoolde vervangen moeten worden. En dit is slechts het eerste stadium op den oorlogsweg. Van het groote, Rijnsche depot gaan de zakken naar de verschillende legers, naar de legercorpsen, naar de divisies, naar de regimenten, naar de bataljons, wor den telkens gesorteerd en weer opnieuw ver pakt en verzonden. Bij speciale wapens, die niet in een ,ge- regeld legerverband staan, worden de moei lijkheden nog grooter. Batterijen zware artil lerie of compagniën geniesoldaten behooren de eene week bij dit legercorps en wellicht de volgende bij een ander, dat kilometers verder ligt. Of we!, ze zijn op den trein gezet en uit Frankrijk naar Russisch-Polen ge zonden. Dat alles betreft de indeeling bij de ver eultaat van het bombardement van den vo- rigen dag. De Ooetenrijkscbe 25-eentimeter kanonnen hadden zich met behulp van vlie gers op bet werk 141 bij Koroszyn, de Duit>- scbers ten zuiden van Wolko-Dobrinskaja op het werk 144 bij Kobylani ingeschoten. In den vroegen morgen vielen twee regimenten bet werk 144 aan, sloegen de tienvoudige draadversperring met spaden door en na men na elkaar drie rijen loopgraven. Een flaüdermijn, waarin de eerste compagnie ge raakte, vertraagde de inneming van het ge- betenneerde fort, dat dan echter met een om trekkende beweging opnieuw aangevallen en met de bajonet bestormd werd. Het was avond geworden; een ander Ooe- tenrijk6ohe regiment wierp zich op fort 141. Ondanks prikkeldraad en boomversperrin- schillende wapens, waarvoor de postzakken moddersloten en betondekking werd het bestemd zijn. En daarop volgt de groote vraag, waar de adressanten zijn. Er zijn er bijv. gekwetst, dus ergens in een ambulance gebracht, verplaatst naar an dere wapens, of thuis met verlof, of in een stelling, waar met geen mogelijkheid veld post gebracht kan worden. En met de stipt heid van een uurwerk gaan de brieven en pakjes hun gang, komen, ondanks die moei lijkheden, aan en zelfs betrekkelijk snel. Brieven bijv. van hier naar een stelling voor Lomza bleven ongeveer 4 tot 6 dagen bij de eerste bestorming genomen. Een Hon- gaarseh regiment vond het nevenwerk onbe zet. In het moerassig gebied was tegelijker tijd het 22e Duitsche corps tegen Ihet noord westen opgerukt en drong hier, na dit gefor ceerd te hebben, in het brandende centrale werk binnen. Een Hongaarsch officier zwom over den Bug en heesch de vlag op de ves ting. Hongaansehe en Ooetenrfjksche solda ten drongen over de sluis in de citadel en in de stad. Onder elk fort moeten zeventig tot tachtig kilo ecrasiet liggen. De bezetting onderweg en zendingen van troepen, die nu €e^ gevreesd, dat bij een bestorming de in Russisch-Polen op marsch zijn, komen na ,onk>teking spoedig zou plaats vinden en 5 of 6 dagen aan. vluchtte daarom gedeeltelijk, terwijl de Rus- Daarbij werkt de veldpost met een merk- 6i®°he geniesoldaten juist met het oog daar- waardige nauwkeurigheid. Ik zond bijv. eeni- op aarzelden de ontploffing te laten plaats ge weken geleden een brief aan een vriend, j ~^n- -Het gelukte een Pool den electri- die bij de munitie-colonne ergens in Polen len kabel bijtijds door te snijden. Door bet diende. Terwijl de brief onderweg was, kreeg quelle binnendringen konden groote voorra- ik van hem bericht dat hij bij de infanterie den geconserveerde levensmiddelen uit de ingedeeld was en in St. Avoid, dus in Elzas- jbrandende magazijnen gered worden. Op een Lotharingen geoefend werd. Mijn brief achtte Paar °ude kanonnen na, had de vijand zijn ik dus verloren, omdat deze aan een onbruik- &eschut reeds dagen lang weggebracht. Bij baar geworden legeradres gezonden was en ;de gevallen Russen zag ik zelfs Amerikaan- toch bereikte deze den adressant in St. Avoid 8Ch© Winchester geweren, model 95 en Ja- na een zwerftocht van 3 weken. .pansche ammuijjtie met Russische en Ja- In de eerste oorlogsmaanden is er op die- Pansehe letters er op. rustig gedoe der steden even gretig ontvan- zelfde veldpost geweldig gescholden, uitbun- Toen °P de reis naar Brest-Litowsk gen als ginds aan een der uitgestrekte dig er over geklaagd. Doch was het te ver- m. Lublin overnachtten, wierp een Russische fronten. mijden? (vlieger daar drie bommen op het station. Op dit veldpostgebied komt het Duitsche j Den postambtenaren, nu in militaire uni-!LaDSS de ©poorweglijn WarsheauVBre&t-Li- organisatietalent, het laten samenwerken van form met sabel of bajonet, is het toch geens- tows'k aiopen de Warschausche Honveds bij vdp.rtoi krar-hton hot alloi-mopst. tot y.Un ïwht. z[ns kwalijk te nemen, dat ze dit ongewone ik®* Invallen van de duisternis voorwaarts. bedrijf niet beheerschten. En al dragen ze roeven zich in tirailleurslinie in, liepen nog den spotnaam van „Posteulen" onderan weer la stormpas vooruit en kwamen de troepen te vélde, ze hebben toch merk- jZ0° steeds dichter bij de Russische draadver- waardig snel ingewerkt. .sperringen. Rechts van de spoorweglijn slo- En bij 't verreikend artillerievuur achter Duitsche troepen aan. Daar was het front is hun werk allerminst een sinecure. !aUe® ®til. Links, op het anderhalve kilome- j bezoek aan Brest-Litowsk. Een donkere rook wolk verduistert den dag. De hitte van de branden de huizen is verstikkend. Het regent vonken en verkoolde stukken hout. In de ci tadel zijn de twee eerste bruggen over de gracht slechts half verbrand. Maar alle over gangen over den Bug staan geheel in vlam men. Op de rivier drijven brandende balken. Langs de oevers staan donkerroode, bijna middeleeuwsche gebouwen met rondeelen en schietgaten. Eenige Russische soldaten loo- pen nog hier en daar rond. Plotseling slaat uit het dak van de citadel rook en vervol gens vlammen. Het gekeele complex begint j te branden. Op straat liggen tusschen ver scheurde papieren weggeworpen patroontas- jschen en conserveblikjes nog brandfakkels jmet petroleum gedrenkt Twee kilometer ver der ligt de stad Brest-Litowsk. Wij bereiken het eerste huis, bet Hotel de Paris. Alles ligt gehuld in een wolk van rook. Het vuur loopt van huis tot buis. Niemand probeert te blusschen en het zou ook vergeefs geweest zijn, want daarvoor is de brand te goed (voorbereid. Hier en daar huilen ïosloopende honden. Overal moet men oppassen voor om vallende muren. Uit de verte klinkt muziek: de .„Radezky-marsch". Oostenrijk-Hongaar- sche troepen trekken binnen en ontmoeten de Brandenburgers. De uniformen verdwij nen in den rook. Men ziet slechte de gezich ten. Om elf uur 's morgens drijven de eerste pontons op den Bug, drie uur later is de brug reeds klaar. Artillerie gaat er over heen, trein volgt. Duitschers, Oostenrijkers en Hongaren trekken door vlammen heen, verder naar het noordwesten. velerlei krachten, het allermeest tot zijn recht. De hier verrichte arbeid is haast verdienste lijker dan het werk dat achter het front wordt verricht, bijv. het voorzien der tallooze kolonies van proviand en munitie, het aan brengen van nieuwe troepen, het wegbrengen van gevangenen en gekwetsten, dat toch maar op enkele wegen verricht moet worden, die Menig poststation is reeds door granaten ver- ter breede terrein tusschen den spoorweg en door ongewapenden landstorm in orde zijn woest en talrijke wagens en auto's zijn on- 'den we£ naar Biala, lagen twee Honved- gebracht en waar een enkele fout In de derweg vernield. (regimenten met het front naar het fort Ko- marschrichting een geduchte verstopping kan teweegbrengen. Dat alles behoort tot Re onmiddellijke be hoeften van het leger, maar als er iets hapert of teveel' ineens verlangd wordt, moeten de wagens en auto's van de veldpost wachten. Intusschen worden de post-depots steeds voller en .wanneer de bewegingsvrijheid op de wegen grooter is geworden, is er een dubbele krachtsinspanning noodig om de post zakken te vervoeren en de troepen te be reiken. En die hoeveelheden brieven en zendingen in pakjes zijn reeds in normale omstandig heden overgroot. Het is geen wonder soms Toch gaan de „Posteulèn" getrouw hunibylany» waarvan de bovenste rand de hori- gang, ze weten, hoezeer ginds m de voorste j z,on vorlï}de- Tegen de felroode lucht teek en- linies de brieven van thuis verwacht worden, en de tienvoudige draadversperringen zich hoe zelfs de keukenwagen in den steek ge- &clierp af. Daarachter lagen drie rijen Rus- laten wordt, als de postzakken komen. jaische loopgraven; de machinegeweren wa- En omgekeerd brengen ze weer uit de ge- |r©n'op de spoorlijn ingeschoten. Om tien uur teisterde loopgraven, onder het scherpe ar- jwerd het stormsignaal geblazen. Met opge- tillerievuur, de brieven terug, die ginds in de aeven ®paden wierpen zich de mannen op de verre „heimat" de geliefden moeten verheu- [draadversperringen, waarbij hun figuren gen, verblijden met een levensteeken, kan scherp tegen den gloei enden horizon afeta blet zijn met een uitvoerigen brief. iken. Met deze spaden sloegen zij de draden DE TNTOfTPP TM RPfflsm.m kwamea de «eiste loopgraven. De L)L IA UOiiI IN BLDST- .aarde opende zich met een geweldige ont- LITOWSK. jploffing. Een contaetmijn was gesprongen. aBLeonard Adelt deelt in het „Berliner Ta- Doven het front stijgen groene signaal-ra- in een enkelen posttrein een tiental wagens te gehlatt" zijn indrukken mede van den in-ketten op. Een zoeklicht gaat recht de hoog te len, die, blijkens een rood doorstreept bil- tocht in Brest-Litowsk. (te in Want hoven het maehinegeweerge- jet, met veldpost-zendingen gevuld zijn. j Onuitwischbaar zijn de herinneringen aan knetter en bet infanterievuur hoort men Het is niet alleen de portvrijheid, die tot den bajonetstrijd in de loopgraven en ver- thans het brommen van sterke motoren. De die enorme hoeveelheid bijdraagt, het is voor- (sperringen, aan de gewonden, wier gejam- fiDaal treft een zeppelin, wiens met wolken ai do versterkte familie- en vriendenband, die nier uit het prikkeldraad tot hem doordrong, 'beschilderde lichaam zeer flauw zichtbaar is de verstijfde rust van de gesneuvelden en jn den mistigen nacht. Hier en daar zien aan de eindelooze colonnes van Hongaren, andere zoeklichten bet luchtschip in grooten Galiciërs, Brandenburgers, die in ganzen- boog om de vesting kruisen. Onder de aarde» marsch over den arm van den Bug trokken.I waar reserves zijn, en het commandogefluit Hij ziet nog de vlammen langs de daken der in schrille hoornsignalen zich mengen met magazijnen en kazernes huppelen; de grijze Dijen en hoerageroep, ontploffen thans rookmuren, die droog en hèet den weg ver-j overal mijnen. Men hoort het geschreeuw sperden, de gloeiende rails van ihet afge- van de manschappen, die in het mijnenge- brande station, de omgevallen goederentrei- bied zijn. De Hongaarsche regimenten zien nen, waartusschen dood vee, de pooten uit- 'zich, nadat zij alle drie de rijen loopgraven geen gelegenheid voorbij wil laten gaan een groet, een.mededeeling aan het verre front te zenden. Men weet, hoevelen zich ginds in het vreeselijk bloedbad eenzaam, heel een zaam voelen, hoe ontzettend zenuwpijnigend het gevaarlijk verblijf daar wordt en het eenige dat overblijft, is te schrijven, steeds te schrijven; te vertellen van thuis, ook al gebeurt er niets. Daardoor nemen de zendingen der veldpost ontzaglijke afmetingen aan. In het station Keulen-Deutz, de verzamel plaats voor de veldpost uit het Rijnland, komen bijv. dagelijks ongeveer 21.000 post zakken aan, uitsluitend veldpost. Om deze weer naar West en Oost te vervoeren zijn in normale omstandigheden 65 treinen noodig. Bovendien komen er in het depot van den linker Rijn-oever ongeveer 1800 zakken aan; aan het centraalstation 1400. Aan het laatste concentreert zich bovendien de verzending van kranten, zoodat dagelijks alleen in de Keulsche depots ongeveer 33.000 veldpost- zakken behandeld worden tot een gezamen lijk gewicht van een millioen E.G. Men duizelt eenvoudig, wanneer men die hoeveelheden ziet, die honderden en duizen den zakken, die gesorteerd moeten worden, verdeeld in Oost en West naar het front, voor allerlei richtingen in Duitschland zelf. Men begrijpt heelemaal niet hoe alles in orde komt, want ook 't postverkeer heeft heel wat gestrekt. De beide lnchtschip-hallen nit steen en traliewerk, de blauwe uivormige torens van de orthodoxe kerken, te midden van de rookende huizen. De breed© alleeën in storm genomen hebben, gedwongen halt te houden en graven zich in voor het glacis van het fort. Nog donderen eenige "ontplof fingen, de Russen trekken terug en laten der voorstad met haar grijs zand en kleine i daarom de cementen kazematten in de for- huizen, die het vuur verschoonde, maar die I ^en springen. Op den linkervleugel bestormt de aftrekkende soldaten leeg haalden. Tus-ecrf infanterieregiment, dat hoofdzakelijk scben de huizen loopt de jood Perle®, die als uü Polen bestaat, fort 141. Men hoort de eenige onder 55,000 burgers met vrouw en pachinegeweren, tot een noera-geroep ver drie kinderen het uithield in d© vlammen zee van de brandende stad.... Vervolgen© beschrijft Adelt de langzame kondigt dat de troepen in het fort zijn bin nengedrongen. Intusschen werpt een Russi sche Farman-tweedekker bommen op de omsiCgeling van de vesting, waaraan de j voorstad Terespol. Russen zich ten slotte wisten te onttrekken, i .Dit het noorden kwam een reusachtig© Zij hebben de aankomst van de zware ar til- Sikorski-tweedekkor met zes man bezetting, lerie der Duitschers niet meer afgewacht, (twee machinegeweren en vier motoren. Drie Duitsche vliegers meldden het eerst het af- i Duitsche tweedekkers gaan op de vervolging trekken van groote colonnes uit Brest-Li- j ait- Twee kruisen onmiddellijk voor hem, towsk en het wegvoeren van de gekeele be- waarop hij in spiralen omboog gaat. Een volkixg en wierpen zeventig bommen op het (Duitscher gelukte het hoven den Rus te ko- station, waar de soldaten in de wagons wer- i men, di© zich daarop vurend verwijderde, den geladen. In den morgen van den 2feten i Verder vertelt de schrijver nog van zijn EK WORDT TOCH KAAS UITGEVOERDI In de „Mededeelingen van de Nederland- sche Vereeniging van Kaashandelaars, geves tigd te Gouda", las men do volgende Re- stuürsmededeeling „Naar het bestuur van verschillende zijden ter oore is gekomen, hebben de Mededeelin gen no. 88 op enkele van de leden onzer vereeniging niet dien invloed gehad, die met recht had kunnen verwacht worden. Naar het schijnt wordt op niet geringe schaal han del gedreven in het voor het binnenland gereserveerde deel der voorraden en inkoo- pen, op een wijze die zeer zeker niet is goed te keuren. De leden, die zich hieraan schuldig maken, zullen zich waarschijnlijk niet kunnen voor stellen, welke afmetingen zulk geknoei kan aannemen en, wat nog erger is, welke de gevolgen van een dergelijken handel in deze kunnen zijn. Het ligt toch" voor de hand, dat op deze wijze elk gereserveerd percentage voor het binnenland zal blijken onvoldoende te zijn voor de werkelijke consumptie, zoolang niet inderdaad dat percentage bestemd blijft voor het doel, waarvoor het werd teruggehouden. „Als poodzakelijk gevolg van de bedoe'de onregelmatigheden zullen dus strengere maat regelen van de zijde der regeering te ver wachten zijn, en het mag zelfs niet ondenk baar geacht worden, dat de grenzen voor den uitvoer dientengevolge zullen gesloten worden. Opnieuw vestigt het. bestuur de aandacht op de gevaren, diQ uit deze onnadenkende wijze van handelen kunnen voortspruiten." Er zijn kaashandelaars, die de voor het binnenland bestemde kaas, waarvoor zij aan de veehouders het door de Regeering vast gestelde bedrag van 38 gulden per 50 E.G. betaald hebben, naar hét buitenland van de hand doen. DE KLEINE SLAGER. In de „Residentiebode" becijfert een in zender, welke gevolgen het jongste Regee- ringsbésluit betreffende de varkensdistribu tie voor de kleine slagers hebben zal. Zoo ais men weet, is nu bepaald, dat de geza menlijke slagers die Regeeringsvarkens be komen, verplicht zijn om tot 1/3 van het verstrekte slachtgewicht zelf bij te koopen. Dit wil zeggen, dat en Blager, die 2 var kens van de .Regeering ontvangt, er zelf 1 moet bijkoopen tegen den marktprijs. Wat is nu het geval? De winst per regeeringsvarkens is pl.m. f 20, alsoo twee varkens f 40. Om dit te verkrijgen moet men een varken' bijkoopen en hiervan 't vleesch enz. leveren voor vast- gestelden prijs. Dit gaat gepaard met een verlies van pl.m. f 10, blijft winst f 80. Hiervan moet bestreden worden huishuur pl.m. f 8, aankomende knecht of jongen f 7, belasting, licht, onderhoud enz., totaal f 22. Dan blijft er voor den patroon en zijn ge- heele gezin voor levensonderhoud f 8 per week over; iets meer dus dan voor den aan komenden iongen. Dat kan niet anders, als een marteldood zijn. (PIJNLIJK MAAR WAAR. Een pijnlijke opmerking maakte pen En- gelscke dame, vertegenwoordigster van de „Society of Friends'tot den verslaggever J. J. B. van het „Hbld.", dien zij bij een bezoek aan het Belgische interneeringskamp toevallig ontmoette. Een opmerking cvenwelt die overeenstemt met hetgeen men vrij alge* meen hier verneemt. Men sprak over de annfli Belgische vluchtelingen en over de vrouwefl en kinderen der geïnterneerde soldaten, web ke vrijwillig naar hier zijn gekomen om in de buurt van man en vader te zijn en nu veelal in zeer behoeftige omstandigheden ver- keeren. De Engelsche dame zeide: „Ik werk overal voor de vluchtelingen, en- wat mij pijnlijk opvalt, ik heb bijna nooit medewerking van Belgische dames onder vonden. Hoeveel gegoede Belgen, zelfs van de rijkste, er ook heele dagen in de deftig* café's van Den Haag en Amsterdam zitten, lunchen, dineeren, vooraan in de comedie, en waar er maar geld uit te 'geven is. Zo zijB uit bun land in nood vertrokken of ze voor hun genoegen naar een luxe badplaats reis- den. „J'ai le plus grand mépris pour ceux-lA I In België zelf is 't daarentegen heel anders.... wat we hier in Holland ondervinden, tee kent gelukkig niet de Belgische natie in 't land zelve daar is een aandoenlijke soli dariteit van alle standen." SCHOOL DES VERDEIIFS. Te Amsterdam is een klucht „Prinsenschool" ten tooneele gevoerd, waarvan de titel beter „School des verderfs" had kunnen luiden. De tooneelcriticus de heer J. H. Róssing breekt er in het N. v. d. D. als volgt den staf over: „Prinsenschool I Om van te gruwen, om van te walgen, j Dat is de eenige en de twijfelachtige eer voor deze vuile klucht in een schoon kleed. Eb. Erfmann, de nieuwe directeur, heeft woord gehouden. Hij zou het verband niet verbreken met de richting, tot dusver in f rascati gevolgd, maar fijner, beschaafder. Dat is zoo, doch nu zijn cr witgepleisterde graven, doch van binnen vol doodsbeenderen en venijn. Het is fijner geworden. Daarom des te erger lijker. Pervers jn den hoogsten graad! Het derde bedrijf eindigt met een verwen- sching, met slotwoorden, waarvoor men in de gemeenste buurt zich zou wachten. Van dit ver derfelijke, gemeene en liederlijke stuk lust het mij niet iets te zeggen. Wie wil vuilnisdrager zijn! Wie verdierlijkte jonge en oude vrouwen te aanschouwen geven, bijna tot in haar bedrijf?" We vermelden het als een waa'rschüwene staaltje van het soort vuii dat men op het tooneel durft brengen. Het is waarlijk meer dan tijd deC de overheid eens krachtig ingrijpe, opdat het publiek niet langer zulke schunnigheden word' voorgezet. Aan zooiets dient paa1 en perk gesteld te worden. Meer toezicht op publieke vertoonin gen mag niet uitblijven j KIEZERS-STATISTIEK. Volgens de officiëele statistiek slaan er op de thans geldige lijsten 1,016,569 kiezers voor de Tweede Kamer, 1,011,683 voor de Provinciale Staten en 943,518 voor de Gemeenteraden. Het aantal mannen van 25- jaar of ouder was op 1 Januari geraamd op 1,466,125, zoodat voor de verschillende colleges het percentage kiesgerech tigden beliep respectievelijk 69.34, 69 en 64.35 pCt. In de gemeenten van 5000 tot 15000 inwo ners was de kiesbevoegdheid het hoogst e; wat de provinciën betreft staat Zeeland bovenaan met 77.29 pCt. Het laagst staan Noord-Brabant en Limburg met 58.68 en 59.76 pCt. voor de Twee de Kamer. De rubriek wanbetalers is nét "Hoogst in de provinciën Noord- en Zuid-H.oliand, waar in de groote steden liggen. In het geheel zijn er 42,580 wanbetalers. Van de 1,016,569 kiezers zijn er 925,475 belastingkiezers. UIT V OERKN OEIERI JE N Verschillende importeurs van olie ên vetten te Rotterdam zijn door de Nederl. Overzee-Trust- maatsehappij zwaar beboet. Dit houdt verband met de, volgens het con tract met de N. O. T. niet geoorloofde, doch plaats gehad hebbende uitvoeren vau kunstspij- zenvet naar Duitschland, welk vet vermeld is in cognossementen, waarvan deze importeurs de houders en waarvoor zij aansprakelijk zijn. In het geheel zijn, naar nader is gebleken, een vijftal huizen in deze zaak betrokken en beloopen de boeten voor elk van f 40,000 tot f 60,000 en zelfs van f 80,000. De betrokkenen beroepen zich ter verdediging van hun uitvoer op het voorbeeld van margarine, dat, zoolang .dit artikel door Engeland niet als contrabande werd beschouwd, mocht worden uitgevoerd, hoewel het wordt samengesteld uit stoffen, die elk op zichzelf wel onder dien titel vallen. Zij oordeelen nu, dat kunstspijzenvet een product i3, dat, zoolang het geen contraba -de is, onder dezelfde bepalingen valt, als vroeger de margarine en dus inag worden uitgevoerd. De N. O. T. meent echter, dat deze redenee ring niet opgaat. Margarine is haars inziens ren vaststaand begrip, waaromtrent weinig of geen twijfel mogelijk is, terwijl kunstspijzenvet voor 90 pCt. bestaat uit katoenzaadolie en voor de rest uit andere vetten. Volgens een zegsman der N. R. Ct. zou het dan ook van andere same - stelling zijn, dan het echte Duitsche kunstspij zenvet. De Rotterdamsche huizen, zoo zeide hij, heb ben eenvoudig het kind maar een naam gegeven, om katoenzaadolie te kunnen uitvoeren. Hun kunstspijzenvet ontstaat niet door een min ot het stuk uit den brief van Johanna Grice» dat hij zooeven gelezen had. Daarna begon hij op zijn vingers te tellen, aanvangende met het jaar 1828 als nommer één, eni ein- (ligent;e_ niet het loopende jaar 1851 als nomr mer drie-en-twintig. „Drie-en-twintig", herhaalde hij daarop hij zichzelf, „drieen-twintig jaar, ik zal dat ont houden." Daarop liet hij zijn blik wee op het papier rusten. Hjj las: „Voor ik nog verder ga met iets te zeg- *en omtrent den verkoop van onze zaak, den dood van mijn broeder en. het leven, dat ik sedert dien tijd leidde, wil ik liever over gaan tot de dingen die mijne nicht achter gelaten heeft, toen zij ons huis verliet. De omstandigheden zullen dit misschien een maal van belang doen zijn. Ik wil daarom mededeelen, dat alles, wat aan haar behoor de, bewaard is in een doos (tfbans in mijn bezit) juist zooals zij het heeft achtergelaten. „Daar de brieven, onderteekend A. C„ eerst gevonden zijn, toen ons huis verbouwd werd, wierp ik ze zelf in de doos. Het geld dat zij overgespaard had is haar bij hare "vlucht behulpzaam geweest. Ik wist in welk doosje zij het bewaarde, maar dit stond open °P e tafel en was geheel leeg, toen ik ontdekte, dat zij verdwenen was. Wat de drie overige klcinoodiën betreft, die rij be zat, had ik zelf gezien, dat zij ze aan Ellen Gengil gegeven, had hare oorringen droeg zij altijd en ik kon slechts veronderstellen ((daar ik ze nooit gevonden had) dat zij deze met haar haren afmband in hare vlucht medenam." „Daar hebben wij het alweder!" riep Mat (nit, terwijl hij den brief verbaasd liet val len, toen hij de woorden „haren armband" (weder las. Nauwelijks had hij zich deze uit drukking laten ontglippen of hij hoorde de huiedeur openen en daarop weder met een dreunenden slag sluiten. Jack was juist "bin nengetreden met zijn huissleutel. ï,Ik ben blij dat hij gekomen is," mompelde (Mat en xaapte den brief van den grond op èn wierp hem snel in de doos. „Nog twee an dere dingen moet ik ontdekken, vóór ik een stap verder doe ©P Jack kan mij hierin behulpzaam aijn." HOOFDSTUK IX. NOG EENIGE ONTDEKKINGEN. Toen Jack de kamer binnentrad en rijn zonderlingen vriend met de beenen over el kander gekruist en de handen In deni zak, ernstig in den verst verwijderden hoek der kamer zag zitten, met ©en flesch brandewijn aan de eene zijde, en oen afdruipend© kaars aan de andere, barstte hij in een schaterlaoh uit en stampt© hij c© zijne gewon© woest© wijze met den voet op den grond, zoodat bet 'de bests ©n flinkste kerel ter wereld. Maar (in uw eigen buis zijt. Vertel hem eenige van huis sidderde op zijn grondslagen. De heer ik schaam mij bijna u te moeten zeggen, dat die prachtige verbalen. Ik lieb hem reeds Marksman verdroeg al dit leven en die hij kinderachtig genoeg is om van limonade (den schrik op het lijf gejaagd aoor hem een (dwaasheid, en ook al den onzin die daarop (volgde over een ongelukkige liefde, die hij in den brandewijn wilde vergeten, met de (meeste gelatenheid en uiterste kalmte. De 'zelfbeheersching, die liij hierbij aan den dag legde, bleef niet onbeloond. Jack werd ein delijk het schertsen inoede, daar hij bemerk- eni thee te honden. Ik geloof dat hij teretond (paar staaltjes te vertellen. Verhaal hem ziek zou worden als hij rookte en wat grog (eens, toen gij en die andere knapen op jacb betreft, Ik durf wel wedden, dat er bet ge- waart, en bijna véto honger omkwanmt en heele jaar geen druppel over zijn lippen jukt bezig waart om te loten wie het eerst komt. Een zwak hoofd, Mat een verdui- zou worden geslacht. Hoe doodsbleek zal hjj veld zwak hoofd om iets te gebruiken," ein- worden als bij dit hoort, en boe gastvrij zul- digde Jack op zijn voorhoofd slaande om Ten wij hem ontvangen vindt ge ook mett te dat zijn vriend er ongevoelig voor was, (zijn eigen voortreffelijkheid in het drinken Gij zult zijn baren ten berge^doen rijden; en en ook geraakte hij uitgeput in het verzin- aan te duiden. .ik zal voor hem thee zetten. nen van ongerijmde dwaasheden, welke toch! De beer Marksman scheen weder in diep j „Wat doet hij met zijn scbiu' -iyeni vroeg geen uitwerking op Mat hadden; zoodat hij'gepeins verzonken. Hij gaf geen antwoord; ;Mat, „verkoopt hij zet tot groote verbazing van dezen plotseling maar d© flesch brandewijn voor d© kaars j „Natuurlijk! antwoordde Jack vertrouwe- dlen toon liet varen en hem zeer onverwacht houdende, zag hij hoeveel er nog van dit lijk, „en soms krijgt "b er fabelachtige som- eon belangrijk nieuws mededeelde. vocht over was gebleven. men gelds voor. loo dikwijls Jack de kan© „Nu. Mat, alle-gekheid op een stokje, nu „Gij moet u over den brandewijn niet on- maar schoon zag om zijn vriend op te neuie- moet lk je vertellen dat wij deze kamer eens gerust maken; voer Blyth behoeven wij niets len, maakt© by hiervan zonder den minsten, zoo netjes mogelijk moeten maken, opdat zij te bewaren;" zeide hij, toen hij zijn vriends 'schroom ge ruik, en greep elk© gelegen eio morgenavond er op haar voordeeligst nit beweging opmerkte. „Zeg, oude jongen, daartoe aan, zonder een oogenblik aai7.ee zal zien. Mijn vriend Blyth wil morgen eens weet ge wel, dat het beste, wat ge ooit in of ©en woord van verontschuldiging. uw leven gedaan hebt, was Valentijn's schil- j «Veel geld er voor krijgen, is dat inde^f derij te redden? Gij hebt zijn hart daarmee daad waar?' hernam Mat. „En dat epaar» gestolen. Eerst koesterde hij eenige vrees (hij zeker op evenals gij allen dat doetl voor mij, dat ik vriendschap met u had ge sloten; maar nu, geloof mij, ie er naar zijne meening in heel de Engelsche taal geen woord goed genoeg voor u. Hij zeide, dat hij niets liever wenschte, dan je nogmaals dank te. zeggen. Toen noodigde ik hem uit om bii ons te komen en eens te zien hoe gij S een rustigen en gezelligen avond met ons doorbrengen. Ik bleef wachten tot alle be zoeker» weg waren, om hem dit te vragen." Meent gij dat hij hier een glas grog zal drinken en een pijp zal komen rooken?" vroeg Marksman in de hoogst© mate ver baasd. -Ik meen niet» andere, klam dat hij: hier zal komen; maar wat grog en pijpen betreft, hij gebruikt bet een noch het ander. Hi> Ib (Wordt vet'volgd-1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 6