BUITENLAND
BINNENLAND
VRAGENBUS
die kan maar enkele menschen bergen, en
daarvoor staan 's nachts al menschen in file.
INGEZONDEN.
liggen ook 3e aanzienlijkste en historisch be
langrijkste plaatsen van dit gouvernement!
Wladimir Wolynsky, Kremenetz en Ostrog.
Wladimir Wolynsky is in de 'oorlogs'feten der
laatste weken zeer vaak genoemd en er is dik
wijls in de buurt gevochten. De stad ligt 'aan
een zijrivier van den Bug, do Lug. Zij is reeds
van ouden oorsprong, men vindt er al melding
van gemaakt'door den Slavïschen kroniekschrij
ver Nestor en zij vormde een der oudste middel
punten van Slavische macht en beschaving.
Zwaar heeft dikwerf het noodlot van den oorlog
op haar gerust. De Mongolen, de Tataren en Ko
zakken hebben haar beurtelings verwoest en
verbrand, zoodat Wladimir Wolynsky aan bet
einde der 18e eeuw geheel in verval is geraakt.
Sedert heeft de stad zich ie wat hersteld, vooral
door haar handel met Galicië. Het zijn voorna
melijk de Joden, die dien handel drijven.
Ten zuidoosten van Wladimir Wolynsky ligt
Kremenetz, dat reeds tot het gebied der Prïpjet
behoort en dat in ouderdom en wisselvalligheid
zijner lotgevallen wedijvert- met Wladimir. Op
een steile boogte vindt men nog de schilder
achtige ruinen van een vroeger zeer versterkt
slot als een herinnering aan de vroegere ge
schiedenis van die stad. Do Chan der Tataren,
Batoe, heeft haar vroeger vergeefs belegerd,
maar de Kozakken wisten zich in 1648 van haar
meester te maken. Doch Kremenetz is niet al
leen het middelpunt, van oorlogsgebeurtenissen
geweest, het was ook eens een centrum der
Klein-Russische, der Oekrainische cull uur. Van
1805 tot 1832 was het athenaeum van Kreme
netz het middelpunt van het hooger onderwijs in
de geheele Oekraïne; na de Pool9che revolutie
\verd het echter naar Kiëf verplaatst en werd
daar later hervormd in een hoogeschöol.
De derde der groote steden van zuidelijk Wol-
fcynië, die historische beteekenis hebben, is Os
trog, aan de Gorin, een zijrivier der Pripjet
ook deze stad was in oude tijden de hoofdstad
van een zelfstandig vorstendom. Te Ostrog is
in het jaar 1581 de eerste volledige uitgave van
den Bijbel in de Slavische taal gedrukt: het bad
in dien tijd ook een bekend lyceum. Nog heden
heeft do stad iets buitengewoon schilderachtigs,
en wel door de vele ruines van oude gebouwen,
die zich bevinden tusschen de nederige hutten
der boeren en daar dikwijls ver boven uitste
ken. Het zijn geweldige massa's van oude ronde
torens, brokstukken van groote kerken en menig
boerenhuis is midden tusschen zoo'n ouden, in-
drukwekkenden puinhoop gebouwd.
ITALIë.
De organisatie der Katholieken in Italië.
In de „Osservatore Romano" wordt het
nieuwe, uit 14 artikelen bestaande reglement,
met de algemeene bepalingen, betreffende de
jrganisatie der Katholieken in Italië gepubli
ceerd, zooals dat in de jongste zitting van bet
hoofdbestuur der Katholieke Actie goedge
keurd werd.
Daarin wordt o.m. bepaald, dat de Unione
popolaïe de geheele Katholieke beweging van
Italië moet omvatten, terwijl de organisatie
en het huishoudelijk reglement aan de activiteit
der afzonderlijke bonden wordt overgelaten.
Alle Katholieken, tot welke vereeniging zij
ook mogen behooren, moeten lid zijn van do
ünione Popolare, en deze verplichting moet in
de statuten der desbetreffende vereeniging op
genomen worden. TJigezonderd hiervan is de
Katholieke Vrouwenbond, welke leden zich zon-
ier meer aan de algemeene Katholieke bewe
ging mogen wijden.
In de toekomst zal niemand aan een alge
meene vergadering der Katholieken van Italië
kunnen deelnemen, als hij zijn lidmèatskaart
van de Unione popolare niet kan toonen. Voor
do leden der vakvereenigingen en die der Katho
lieke jongelingsbonden beneden de 21 is het
loetreden tot de Unione popolare niet verplich
tend, doch wel zeer gewenscht.
De leden der Unione popolare worden volgens
de parochies gegroepeerd en deze parochiale
vereenigingen vormen weer de diocesane bon
den, welke het diocesane comité benoemen. Dit
laatste moet dan de propaganda ter hand ne
men, en scholen voor de opleiding van propa
gandisten oprichten.
WEGGEWORPEN GELD?
Do correspondente van het Hbld. te Yoko
hama, mevrouw Henriette Holst—Hendrix,
geeft eenige beschouwingen over de zen
ding der heeren Van Kol en Ketner naar Ja
pan, die, naar men weet, daar een regee-
ringsopdracht hadden en over de manier,
waarop zij die opdracht vervulden. In. ver
band met het laatste vreest de schrijfster
i
gens ontmoeten mocht; waarop Jack ant
woordde, dat hem dit waarschijnlijk niet
spoedig te beurt vallen, daar juffrouw Beck-
over te Rubbleford woonde, waar haar echt
genoot een betrekking had en zijzelf ook een
winkeltje had opgericht. „Zij komt maar een
maal in het jaar hier", zeide Jack, terwijl
hij z'n sigaar aanstak, „en dan blijft die oude
schoone steede binnen de muren van Blyth's
woning."
De heer Marksman luisterde aandachtig
naar dit antwoord, maar sprak er niet ver-
Ier over. Hij ging naar de achterkamer om
het glas- en aardewerk Van zijn oude vrijers
huishouden om te wasschen, ten einde het
bij het bezoek van den heer Blyth sdhoon te
hebben.
Eindelijk werd Jack, op wien een boek of
courant altijd de uitwerking van een slaap
middel had, geheel versuft; zijn grog werd
koud, de sigaar viel uit zijn mond en weldra
was hij in een vasten slaap verzonken. Toen
hij geheel verkleumd ontwaakte, stond zijn
horloge stil, de kaars was uitgebrand, de ka
chel was uit en de heer Marksman was noch
in de voor- nodh' in de achterkamer te vin
den. Thorpe kende te goed de zonderlinge
gewoonte van zijn vriend om 's nachts uit
te gaan ea de zon op het veld te ontmoeten,
dan dat hij zieh in het minst verwonderde
toen hij zich alleen bevond. Hij waggelde sla
perig naar zijn bed. terwijl hij de volgende
ten zeerste, „dat Üe regeering met royale
hand eenige tienduizenden verkwist' heeft,
die niemand ten goede komen." Ze schrijft
o.m.ï „Ik heb de heeren Van' Kol en Ketner
herhaaldelijk ontmoet en beiden over hun
werk hooren spreken. Juist een jaar geleden
deelde de Keer Van Kol mij' al mede, dat hij
zoogoed als klaar was met zijn werk. Kort
daarop brak de oorlog uit en werd het nood
zakelijk geacht, dat de beide heeren terug
keerden naar Nederland. Uit hun tweede
bezoek aan Japan is, dunkt mij, gebleken,
dat de heer Van Kol wel wat voorbarig was
met zijn uitspraak; het lijkt mij integen
deel, dat het meest belangrijke deel van hun
werk nu eerst verricht is.
[Wat toch is het geval?
Do bedoeling van onze regeering is, nauw
gezet na te gaan, welke factoren er in hoofd
zaak toe hebben bijgedragen om Japan zoo
snel van een landbouwstaat in een indus
triestaat te veranderen, hoe het fabrieks
wezen in het algemeen in Japan is inge
richt en in hoever het mogelijk zou zijn, ook
in onze Ned.-Indische koloniën overeenkom
stige industrieën in te voeren."
Nu rijzen al dadelijk eenige vragen, die
bij het opstellen van een rapport hierover
beantwoord dienen te worden. Is Japan in
welvaart en beschaving door de ingrijpende
veranderingen vooruitgegaan? Is de bevol
king er gelukkiger door geworden? Is de
inlaudsche bevolking van onze Oost een ras
met gelijke capaciteiten, gelijk bevattings-
begrip, gelijk accommodatievermogen als de
Japanners?"
Voor het beantwoorden van de eerste vra
gen is het noodzakelijk met Japanners van
allerlei slag en uit allerlei kringen zooveel
mogelijk te praten, en de heer Van Kol, die
bij zijn aankomst hier al in de kranten be
schreven was en dadelijk geïnterviewd werd,
die den reporters onmiddellijk met even
groote onvoorzichtige openhartigheid als in
dertijd in België en Frankrijk meedeelde,
dat zijn sympathieën met de Verbondenen
waren, de heer Van Kol, lid van da Eerste
Kamer, bekend socialistisch leider, vond hier
alle kringen voor hem openstaan.
Hoe makkelijk ware het geweest, hiervan
gebruik te maken; welk een gelegenheid
om in kennis te komen met al de menschen,
die hij noodig had om te zamen met den
heer Ketner op verkenning uit te gaau,
oogen en ooren open te zetten en in zoo
kort mogelijken tijd zooveel mogelijk ma
teriaal te verzamelen.
Maar die gelegenheid werd niet aange
grepen, het eenige resultaat van de aan
vankelijke veelbesprokenheid was, dat de
heer Van Kol aan allerlei legaties te dinee;
ren gevraagd werd, dat hem verzocht werd
voordrachten te geven over zijn reis door
"het verwoeste België, enz. De heer Ketner,
van wien niet verteld was, dat hij fel anti-
Duitsch voelde wat ook trouwens niet
zou kunneu bracht deze eerste weken met
hard werken door.
Ik wil niet beweren, dat de heer Van
Kol geen tijd over had voor werken; hij is
een buitengewoon energiek werker, en wat
hij zich voorneemt af te doen, doet hij ook
af, al draagt zijn arbeid vaak de duidelijke
sporen van onzorgvuldigheid en vluchtig
heid; hij werkt op aile tijden van den dag
en den nacht, zonder zich er aan te storen,
dat de samenleving vE^te tijden om te eten
en te slapen voorschrijft.
Maar uit zijn gesprekken maakte ik op,
dat zijn werken hoofdzakelijk bestaat uit
bibliotheekwerk, zooveel mogelijk excerpten
uit zooveel mogelijk boeken halen, zooveel
mogelijk statistieken maken, om met getal
len van alles te bewijzen, zpnder na te
gaan, of die cijfers wel betrouwbaar zijn,
hetgeen heiaas in Japan maar uiterst zeldeu
het geval is. Zulk werken is in Bonden of
Berlijn even goed mogelijk, en voor de en
kele fabrieken en instellingen, die vluchtig
werden bezocht, was toch geen maandenlang
verblijf in Japan noodig."
EEN UITVOERVERBOD VAN EIEREN
WENSGEELIJK?
De invoer van eieren in ons land bedroeg
in de eerste zeven maanden van d,it jaar
slechts ruim 60.00U K.G. tegen 9.2 en 10.8
millioen in de eerste zeven maanden van
1912 en 1913. Daarentegen bedroeg de uit
voer in de eerste zeven maanden van dit
jaar ruim 23 millioen K.G. tegen ruim 16 en
ruim 17 millioen in Januari-Juli 1913 ep
1914. De netto-uitvoer is dus dit jaar bijna
15 millioen K.G. grooter geweest dan in het
vorig jaar. Per hoofd der bevolking is een
K.G. op 16 eieren gerekend in de eerste
maanden van 1915 ongeveer 87 88 eieren
per hoofd minder gegeten dan in de eerste
zeven maanden van 1914.
Onwillekeurig doet zich zegt de Maasb.
de vraag voor: zou een uitvoerverbod van
eieren niet wenschelijk zijn? Het kan toch
immers niet goed zijn, dat het gebruik van
eieren door onze bevolking zoo vermindert.
Een uitvoerverbod van eieren zou zeer zeker
de prijzen sterk doen dalen en de eieren
meer onder het bereik van iedereen brengen
en dat zou zeker goed zijn. Iets anders zou
evenwel kunnen gebeuren en wel dit,
woorden mompelde: „Ik zal den ouden jon
gen morgenochtend wel weder terugzien, zoo
dra ik ontwaak."
Toen de morgen aanbrak, bleek dat zijn
vermoeden onjuist was geweest. Het eerste
voorwerp waarop zijn blik viel, toen hij met
een zwaar hoofd ten elf ure ontwaakte, was
een arm met een brief, die halverwege door
de deur zijner slaapkamer te voorschijn
kwamen. Ofschoon ook deze arm geenszins
te minachten was, wat de ontwikkeling der
spieren betrof, was het toch met de harige
Herkules-arm van Mat. Het was die van de
meid, die zulk een heilzame vrees voor den
ruwen Marksman koesterde, dat zij nog nooit
geheel en al het verboden vertrek had dur
ven binnentreden, sedert hij het had betrok
ken. Jack sprong het bed uit en nam den
brief aan. Hij was van Valentijn, die hem
verzocht om terstond hij hem te komen, daar
mevrouw Thorpe zeer verlangde hem te
spreken. Zijn kleur verschoot, toen hij de
weinige regels las, die de heer Blyth ge
schreven had, hij de gedachte zijn moeder
weder van aangezicht tot aangezicht te zien,
voor de eerste maal sedert hij het ouderlijke
huig ontvlucht was. Hij trok snel zijn klee
deren aan en begaf zieh op weg, nu eens
zoo snel hij kon stappende, dan weder in ga
lop voorthollende, opdat hij tooh maar niet
zou beschuldigd worden van langzaamheid
of onverschilligheid in het «ehoorzameD ean
dat dan de pluimveehouderij niet pieer loo-
nend ware. [We moeten tocfi niet vergeten,
dat de prijzen der voederartikelen zeer zijn
gestegen en dat daardoor van zelf ook de
prijzen der eieren de h'oogte in moesten
gaan.
•Bij een uitvoerverbod van eieren zouden
wij zeer vreezen, dat in den herfst een zeer
groot aantal hoenders zouden worden opge
ruimd, te meer nu ook de prijzen der ge
slachte hoenders zijn gestegen en dat daar
door een groot nadeel aan onze pluimvee
houders zou worden toegebracht.' Er komt
nog bij, dat onze pluimveehouders meestal
geen groote boeren zijn, die wel tegen een
stootje kunnen, maar kleine boertjes; een
verbod van uitvoer zou voor hen zeer nadee-
lig zijn. Aan de andere zijde is de tegen
woordige toestand van volkomen vrijen uit
voer voor de consumenten nadeelig, daar de
eieren te weinig vallen onder het bereik
van velen.
[Wellicht zou het aanbevelenswaardig zijn
een gedeeltelijk uitvoerverbod uit te vaar
digen, waardoor beide klippen werden ver
meden, zoodat èn de pluimveehouder vol
doende winst kan maken en üe consument
zooals andere jaren zijne eieren kan eten.
Wat bij den uitvoer van kaas en boter en
zooveel andere artikelen geschiedt, zal toch
waarlijk voor eieren niet onmogelijk zijn.
Voor elke maand kon dan bijvoorbeeld wor
den vastgesteld welk gedeelte der eierpro-
ductie voor het buitenland en welk gedeelte
voor het binnenland beschikbaar bleef.
Smokkelen. Men meldt aan de Msb.
uit Oldenzaal: Een der plaatsen, waar het
meest langs onze Oostgrens gesmokkeld
wordt is blijkbaar tusschen Langeveen en
Denekamp.
Donderdagnacht om half één is door de
Rijksambtenaren Groenendijk en Duiven we
derom een smokkelpartij aangehouden. Om
streeks half 12 uur hun post betrekken
de, tusschen paal 93 en 94 zagen ze van de
richting der grens vijf mannen komen, als
eenden achter elkaar loopende, onhoorbaar
op kousen. Deze hadden hun werk volbracht
en veilig de smokkelwaar de grens over
gekregen. De rijksambtenaren legden zich
in hinderlaag, overtuigd, dat de poging zou
herhaald worden. Omstreeks half één kwa
men dan ook twee mannen aangestapt, even
eens onhoorbaar, elk op den rug een zak
met 25 K.G. tarwemeel. Onder den uitroep:
„halt, rijksambtenaren" sprongen de kom
miezen te voorschijn, waarop, een der smok
kelaars zijn last wegwierp en de grens over
vluchtte. De andere kon nog juist worden1
aangehouden en bleek een zekere B. land
bouwer aldaar te zijn. Deze kreeg een pro
ces-verbaal wegens poging tot verboden uit
voer en vervoer zonder geleldebiljet.
't Was weer een gelukje voor de ambte
naren, die, niettegenstaande ze eiken nacht
hun post betrekken, toch telkens moeten
zien, dat de smokkelaars hen te slim zijn af
geweest, 't Is dan ook verbazend, hoe goed
deze hun spionnagedienst hebben ingericht.
De woningen der ambtenaren worden steeds
bewaakt, overal staan posten uit, die hun
gangen bespieden, men legt dorre takken op,
do wegen, opdat de ambtenaren door hun
gekraak hun nadering zullen verraden, in
één "woord, een reeheroh.eur zou bij dat soort
lui in de leer kunnen gaan.
Maar niet alleen meel en dergelijke zaken
worden gesmokkeld, ook paarden zijn daar
herhaaldelijk de grens gepasseerd. In het
zoogenaamde Gietelerveen, tusschen Lange
veen en Manderveen, op Duitscli gebied,-
staan ongeveer een vijftigtal boerenwagens,
die hun diensten bij de paardensmokkelarij
verricht hebben. Nieuwsgierig, hoe dergelij
ke smokkelarij bij zulk een bewaakte grens
kon plaats vinden, informeerden wij naar de
wijze waarop zulks geschieden kon. Inte
ressant was het, dit te hooren verhalen.
Men smokkelt eenvoudig op het geleidebiljet
door den commandant afgegeven.
Het geschiedt aldus: Boer A. heeft ergens
een paard gekocht, laten we keggen een
vos, en stalt dit te Almelo, daar deze stad
ligt buiten het in staat van beleg verkeeren-
de gebied. Hij gaat naar een boer uit zijn
omgeving, die eveneens een vos heeft en
zegt: Boer B. wilt ge f 60 verdienen, ga
dan met je paard en wagen naar Almelo, zet
je paard en wagen op stal, span mijn vos die
daar staat voor een ouden boerenwagen,
dien ik gekocht heb en kom met dat span in
Langeveen jian de grens. Komt je een pa
trouille tegen, zeg dan, dat ge turf gaat ha
len van de grens.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Boer B. gaat met
zijn paard en wagen onder zijn geleidebil
jet naar Almelo, doet het zaakje op stal en
gaat met het andere span onder hetzelfde
geleidebiljet naar de grens. Telkens door
wachten aangehouden, toont hij het gelei
biljet en de zaak is in orde. Boer B. komt
aan de grens, waar de eigenlijke smokke
laars in het veen druk bezig zijn met turf
graven, opstapelen enz., slechts een 20 M.
van de streep af. Is de omgeving veilig, dan
gaat het rechtuit de grens over, is het niet
veilig, dan wordt turf geladen en ergens in
do uitnoodiging, die 'hij zoo juist had ont
vangen.
Toen hij aan de woning van den schilder
kwam, werd hij in het spreekkamertje go-
laten; daar zat mevrouw Thorpe met den
heer Blyth. De ontmoeting tutschen moeder
en zoon was van beide zijden zeer eigenaar
dig. Zonder Valentijn tijd te laten van zijn
stoel naar de deur te gaan, zonder een oogen-
blik na te gaan welke gewaarwording op
mevrouw Thorpe's gelaat te lezen stond,
zonder in het minst acht te slaan op de wan
orde die hij in haar toilet aanrichtte, be
groette Jack zijn moeder met den gewonen
vloed van kussen en de oude wilde liefko
zingen uit zijn school jongensdagen. En zij,
de arme vrouw, had harerzijds de eerste
woorden van verwijt reeds geheel vergeten;
daarop begaf haar hare stem; zij drukte
slechts in Jack's hand een rolletje geld, dat
zij voor hem medegebracht had en stortte
tranen aan zijn borst, zonder een woord te
uiten. Hetzelfde dat altijd plaats had, toen
zij nog een jonge vrouw en hij een kleine
knaap was, gebeurde ook thans op lateren en
veel ongelukkiger tijd.
Het duurde een geruime poos eer mevrouw
Thorpe weder hare zelfbeheersdbing had.
herkregen, die zij hij het zien van haar zoon
verleren had. De omstandigheden, die met
hunne eerste ontmoeting in verband ston
de»- hadden baar evenzeer overweldigd als
Langeveen gebracht. Dit Herhaalt Hij
zoo dikwijls, totdat 't plan gelukt is en
het paard de grens is gepasseerd.
Is het paard de grens over, dan' wordt 'de
wagen en het tuig bij een boer op Duitsch
gebied gelaten en het' paard gaat Duitsciï-
land In, den Smokkelaars een zoet winstje
van een f 500 bezorgend.
Boer B. komt intusschen toet leege Kanden
uit Duitschland terug, begeeft zich' naar
Almelo, haalt zijn vos uit den stal, doet het
voor den wagen en rijdt huiswaarts. Komt
de grenswacht een onderzoek instellen naar
het smokkelen van een vos, dan blijkt de
zaak toch in orde te zijn. Aldus zijn talrijke
paarden gesmokkeld, bewijzen Üe wagens,
die in 't Gietelerveen staan. Met dit &1 is
er echter gebrek gekomen aan oude boereu-
wagens, .want deze blij ven alle over de grens
staan. Kostten dezen oude wagens in den
gewonen regel f 10 f 15, nu betaalt men
er f 80 voor. Ze zijn 100 pet. duurder ge
worden.
Het gebeurt echter ook wel, dat het paard
voor de grens wordt uitgespannen en met
een flinken zweepslag de grens wordt over-
gejaagd. Dan blijven 'de wagens voor de
grens staan en vallen dikwijls in handen
der grenswacht, die ze meeneemt. Zoo staan
er aan het gebouw, der grenswacht te Fle-
ringen een tiental boerenwagens, die aldus
in beslag zijn genomen.
Ongeluk met een wherry. Donderdag
waxen twee Amsterdamsche heeren met twee
dames op, een tochtje met een motorwherry
in het Smalweesp te We esp, toen nabij de
boerderij „Demerary" van de wed. Sorber
een motorboot der melkfabriek „Neerlandia"
passeerde. Door de sterke zuiging sloeg de
kleine wherry, genaamd „Oolibri", om en
geraakten alle üizlttenden te water. Ge
lukkig wisten de heeren zich spoedig weer
op, het droge te Werken en konden zij ook
dé dames uit haar benarde positie helpen.
Het gekantelde bootje werd hier naar het
hotel „De Roskam" gesleept, waar de reizi
gers van droge kleeren werden voorzien,
waarna zij per rijtuig huiswaarts keerden.
Een taschje met eenige waarde, dat eerst
vermist was, werd later opgevischt.
.Vraag. Een meisje dient voor halve da
gen; heelt de kermisfooi gehad en zegt tegen
4 September haar betrekking op. Mag me
vrouw de kermisfooi terugnemen?
Antw. Ja.
Vraag. Hoe is de beste weg: pier fiets
van Zandvoort naar Venraaij, bij Nijmegen,
en hoeveel kilometers is het?
A n t w. U bedoelt zeker Venraaij in Lim
burg, dat ligt nog ruim 40 K.M. beneden
Nijmegen 1 U gaat van ZandvoortHoofddorp
Uithoorn Mijdrecht Kreukelen
Utrecht Odijk Wijk-bij-Duurstedo
Maurik Ingen Lienden Kesteren
Ochten Bruten Afferden Bergharen
Leur Graven Linden öeffelt
Beugen - Boxmeer Vierlingsbeek;Maas
heesVenraaij;..
Vraag. Is voor het bijwonen van de
opening der beide Kamers op. Dinsdag 21
Sept. een toegangsbewijs noodig? Zoo ja,
waar en wanneer moet men dat aanvragen?
Autw. Er Is ©en publiek© tribune, doch
Vraag van W. V. te Haarlem, over
notarieel© aangelegenheid.
A n t w. Het best is, dat u naar den notaris
toegaat, en hem de zaak' precies vertelt.
.Vraag. Heeft een Mevrouw het recht om
de getuigschriften van een dienstbode in te
houden tot op, den laatsten dag van haar
vertrek
Antw. Ja.
Vraag. Wanneer mag zij vertrekken? Zij
heeft haar betrekking opgezegd op Zaterdag
met de zes weken. De bedoeling ligt hierin
's morgens of's avonds en Zaterdag of
Zondag
Antw. Zaterdagavond.
V r a a g. Kunt u mij ook melden wat het
Nederlandsch record is van vèrspringen zon
der pols.
Antw. Het Ned. record vèrspringen zon
der aanloop staat sedert Augustus 1913 op
naam van M. de Herder met 2.95 M.
Vraag onder letter B.
Antw. Het eerste kunnen wij niet na
gaan. U kunt in beroep, gaan bij,! den Raad
van Beroep, Spaarne alhier.
Vraag. Weet u een afdoend middel tegen
paddestoelen onder den vloer .van een be
woond huis?
Antw. U moet den grond afgraven en
dan opvullen met zand.
Vraag; van G. v. _G., te Haarlemmermeer,
over militaire uitkeering.
Antw. Wendt u tot den heer O. P. G.
Cassee, .Gouvernementsgebouw, Jansstraat,
Haarlem, die secretaris is van de ingestelde
commissie van bemiddeling in zake vergoe
ding wegens kostwinnerschap, voor de pro
vincie Noord-Holland.
Vraag. Mijn dochter heeft zich per drie
maanden verhuurd en ontvangt met de maand
de ontmoeting zelve. Het was haar eigen
verlangen geweest om alleen aiaar Jack'»
woning te gaan, maar de heer Blyth, wien
zij in dit geval geraadpleegd had, wilde
hiervan niets hooren, totdat hij zelf gezien
had wat voor verblijf het wasi en welke soort
van menschen er weenden; en hij drong er
zoo sterk op aan dat zijn huis de plaats der
ontmoeting zou wezen, dat zij het hein on
mogelijk kon weigeren. Hare onbepaalde ge
hoorzaamheid aan haar man was oorzaak,
dat zij niet dan bevend en beangst Valen-
tijn's huis binnentrad, want uithoofde van
haar echtgenoot^ onmeedoogende vooroor-
deelen, was zij sedert jaren daar geheel
vreemd geworden en zij had zijne toestem
ming tot dit bezoek niet gevraagd. Het be
sef dat zij iets deed wat zij misschien niet
mocht doen, was reeds voldoende geweest
om haar, vóór zij Blyth's drempel nog had
oversdb reden, reeds geheel van haar stuk te
brengen, en hare gejaagdheid was nog tien
maal sterker geworden, toen zij boven kwam
(terwijl de heer Blyth het briefje aan Jack
schreef) en daar haar lang verwaarloosde
vriendschap met mevrouw Blyth weder her
nieuwde en Madonna voor de eerste maal
sedert het doofstomme meisje bij den schil
der was gekomen, de hand drukte. Al deze
aandoeningen hadden dus veel bijgedragen
om haar hare gewone zelfbekeersching te
doen verliezen en dit was oorzaak, dat zij ter-
haar 'geld. Mag zij met 14 dagen haar dienst
opzeggen?
Antw. Neen; met een maand moet ze
opzeggen.
Vraag van N. P. te H.
Antw. U moet daarvoor ©en advertentie
plaatsen.
Vraag. Mijn kanarie is erg jeukerig en
pikt zich' kaal. Wat ts daar aan 'te doen?
Antw. Maak u nog niet ongerust. Uw
kanarie zal sterk aan het ruien zijn. Wacht
nog wat af. Wordt het nog erger, smeer het
beestje dan met petroleum in.
Vraag. Ik heb een fiets verkocht aan
een dienstbode onder beding, dat zij elke
maand wat zou afbetalen. Zij heeft de fiets
een half jaar in gebruik gehad en maar f 4.50
afbetaald. Nu heeft ze het rijwiel terugge
geven, omdat ik mopperde, dat de afbetaling
zoo lang duurde. Dat gestorte geld heb ik
niet. teruggegeven, want dat beschouw ik
als huurgeld. Maar nu houdt de dienstbode
het waschgeld van mijn vrouw in, dat mijn
vrouw via de dienstbode moet- ontvangen
van de meesteres der dienstbode. Kan ik daar
een rechtszaak van maken? Waar moet ik
mij vervoegen
Antw. Zeker kunt u daar een rechtszaak
van maken, als u maar een schriftelijk be
wijs hebt. Vervoeg u daarmede bij ©en deur
waarder.
V r a a g. Kunt u mij ook zeggen, hoe of
het. adres is van den Directeur of voorzitter
van den Christelijken Werkmansbond, die
ook wel inlichtingen inwint aangaande verlof
voor militairen buiten Haarlem
Antw. Wij kunnen waarlijk niet gissen
wat u bedoelt.
Vraag. Kent u het adres van den voor
zitter van de commissie van voorlichting in
zake vergoeding wegens kostwinnerschap
voor Z.-Holland, zoo mogelijk ook voor N.-
Holland?
Antw. Wendt u voor Noord-Holland tot
den heer J. Zijp Hzn., lid van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, te Wieringerwaard
voor Zuid-Holland tot mi'. M. J. C. M. Kolk
man, lid van Ged. Staten van Zuid-Holland,
oud-minister van Financiën, te Den Haag
Vraag. Zoudt u mij s.v.p. oen adres op
kunnen geven van een katholieke ziekenin-
richting, waar meisjes zonder middelen, ver
pleegster kunnen worden.
Antw. Wendt u om inlichtingen tot Dr.
H. v. d. Berg, Spaarne 6, Haarlem.
Vraag. Wanneer er slechts één stuk van
een of andere leening op. de Beurs verhan
deld wordt, (b.v. op. 2 September) wordt er
dan nog aanteekening van gehouden in de
officiëele beursnoteering?
Antw. Neen.
V r a a g. Bedraagt in de gem. Schoten de
aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud bij
ongehuwden ook f 400 of minder? (bij de
belAsting op het inkomen.)
Antw. f 400.
Vraag. Hoe vindt de afzondering plaats
bij de berekening; van het inkomen, opwaarts
of naar beneden? Afgerond op. een 100-voud
of 50-voud?
Antw. De verordening schrijft hierom
trent niets voor. Het wordt altijd tot op. een
26-voud afgerond, in het voerdeel van den
belastingbetaler.
V r a a g. Moet ik als landstormplichtige
der aarklasse 1913 op 10 Nov. e.k. in wer-
kelijken dienst komen, of wordt met degenen,-
die een vrijstelling hebben wegens kostwin
nerschap, tot een lateren datum gewacht?
Antw. Als u Landstormplichtig zijt ge
worden tengevolge van een u als militie
plichtige verleende vrijstelling wegens kost
winnerschap, behoeftu nog niet op te komen
Vraag. Hoe lang blijft de lichting 1915
in dienst?
Antw. Tot op, den dag, dat liet Nederland-
sche léger gedémobiliseerd wordt.
Vraag. Ik heb twee zoons in dienst en
een thuis, die thans de kostwinner is. Met
November gaat deze laatste trouwen. Komt
er dan een uit dienst, of krijg; ik dan ver
goeding. Ik moet mijn derden zoon loon
geven, want die werkt bij mij.
Antw. De burgemeester in uw gemeente
zal u kunnen inlichten omtrent deze zaak;
vervoeg u bij hem.
Vraag. Ik ben van de lichting 1912, en
moet 20 December in dienst. Ik ben gehuwd
en heb een kind. Ben ik nu vrij. als kost
winner?
Antw. zijt niet vrij. Wendt u om ver
goeding tot den burgemeester.
Voer den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
ONTWIKKELINGSVEREENIGING.
Geachte Redactie 1
Zouden wij U voor het onderstaande beleefd
plaatsing mogen vragen? Bij voorbaat vriende
lijk dank.
Er; is hier ter plaatse opgericht een Vereeni
ging, welke zieh de bevordering der' geestelijke
ontwikkeling ten doel stelt. Zij wil dit trachten
te bereiken door de verschillende richtingen en
stond bezweek onder den zwaren last, die
haar te wachten stond bij de eerste ontmoe
ting met haar weggeloopen zoon.
Jack betuigde haar bij herhaling zijn diep
berouw en menigmaal vernieuwde hij zijn be
lofte om aan het plan van Blyth, dat deze.
(hem bij het tolhek had voorgesteld, gehooi,
te geven, voordat zijne moeder kalm genoe;
was geworden om, zonder in tranen uit W
barsten, drie woorden met hem te «preker,
Toen hjj zich eindelijk voldoende hersteld
had, om met kalmte het woord tot hem te
kunnen richten, sprak zij niet, zooals hij ver
wacht had, over zijn vroeger slecht gedrag
of over zijn plannen voor de toekomst, maar
over de woning die hij thans had betrokken
en over den vreemdeling, wiens vriend
schap hij zich had laten welgevallen. De red
ding van Columbus had veel tot Valentijn'*
welwillende meening omtrent Mat bijgedrs-
gen, maar todh. was de schilder te eerlijk om
uit dien hoofde eenige verzachtende omstan-
digheden aan te voeren, toen hij Jack's moe
der verteld had, waar haar zoon thans leef
de en welk een xn&n hij tot zijn kameraad
had uitverkoren,