TELEGRAMMEN
Van hedenmorgen.
BINNENLAND
fêsan gedeelte van dit bedrag, zoo meldt het
Reuterbericht verder, zal binnen enkele maan
den terugbetaald worden, de rest zijn voor
schotten voor toekomstige uitgaven.
De oorlogskosten bedragen thans per dag
31/2 millioen pond sterling.
Asquith vervolgde: De totale uitgaven voor
het begrootingsjaar tot nu toe bedragen 600
millioen.
De uitgaven voor de vloot gedurende de
laatste 6 maanden van het begrootingsjaar
zullen, zoo verwacht wordt, niet de begroo
ting te boven gaan.
Hij schatte, dat de wekelijksche algemeene
uitgaven de 35 millioen niet zouden te boven
'gaan, en het nieuwe erediet zou loopen tot
de derde week van November.
Alles wat thans vereischt werd, om den
'grooten, noodzakelijken arbeid van het mu-
niiie-departement te voltooien .was in een vol
doend aantalarbeidskrachten te voorzien.
Asquith verklaarde verder, dat van het be-
in van den oorlog, bijna drie millioen man
ienst hadden genomen bij de land- en zee
macht.
Na een overzicht gegeven te hebben van
den militairen toestand, zeide Asquith: Deze
oorlog is er een van mechanisme, organi
satie en uithoudingsvermogen.
De overwinning schijnt 't meest naar die
zijde te gaan, welke zich het best wapent,
en het 't langst kan uithouden. Dit is wat wij
voornemens zijn te doen. (Toejuichingen.)
Asquith deelde ten slotte mee: De voor
schotten, die vfcij pan andere landen gedaan
of beloofd hebben, beloopen 250 millioen
sterling.
In het Hoogerhuis, dat eveneens gisteren
vergaderde, gaf lord Kitchener een uitvoerig
overzicht over dea oorlogstoestand. Het ge
heel was van een optimistischen toon.
Omtrent de positie der Russen verklaarde
hij: De Duitschers schijnen zoo nagenoeg
hun kruit verschoten te hebben. Hun dage-
lijksche avance is van vijf mijl tot minder
dan 1 mijl geworden.
Het Russische leger is nog altijd even
machtig en niet verslagen.
De Duitschers hebben niets gewonnen dan
waardeloos gebied, en ontruimde vestingen.
Het is duidelijk, dat de strategie van
Duitschland mislukt is. De. overwinningen,
welke zij opeischen, zijn slechts verkapte
nederlagen.
Kitchener deelde mede, dat 11 nieuwe
divisies naar maarschalk French gezonden
waren, die daardoor in staat was een frontlijn
Yan meer dan 17 mijlen van de Franschen
over te nemen.
Omtrent de Dardanellen zeide hij: Er zijn
overvloedige bewijzen van demoralisatie ón
der de, door de Duitschers voortgedreven
Turken en wel tengevolge van de zware
verliezen en het toenemend gebrek aan hulp
middelen.
Gedurende de laatste maanden, zoo zeide
Kitchener, is het front dat de geallieerden in
het Westen bezet houden, practisch onver
anderd; dit beteekent niet, dat er niet ge
werkt is in het veld. Gedurende dien tijd zijn
onze posities zeer versterkt niet alleen door
een zorgvuldige uitwerking van het systeem
van loopgraven-fortificaties, maar ook door
een groote vermeerdering van zware kanon
nen.
De Fransche loopgraven vormen thans een
netwerk van nagenoeg onneembare fortifi
caties.
De Duitschers gebruikten onlangs gassen
en brandende vloeistoffen en bombardeerden
onze linies met vergiftige granaten, maar deze
Wijze van aanvallen, die geen verrassing meer
brengen, beantwoorden niet aan haar doel; zij
hebben veel van hun offensieve wéarde ver
loren, tengevolge van onze maatregelen om
de uitwerking van deze schandelijke metho
des van den vijand tegen te gaan.
Een belangrijke versterking is gezonden
aan sir John French. Deze nieuwe divisies
hebben ondervinding .van de huidige wijzen
van oorlogvoeren en zoodoende kunnen zij
dadelijk hun plaats innemen in de linies
naast de rest van het Engelsche leger.
VERSPREIDE BERICHTEN
De toestand in Riga.
Over den toestand te Riga geeft een der
oorlogscorrespondenten van de Times, die
drie dagen in en om de stad vertoefde, nog
merkwaardige bijzonderheden in een. tele
gram van 9 September. Hij vertelt o.a:
Riga op zichzelf schijnt niet in onmiddel
lijk gevaar, en, na een bezoek aan de ver
dedigingswerken, schijnt het mij onwaar
schijnlijk, dat het door rechtstrecksche aan
vallen kan worden genomen en. indien het
wordt prijsgegeven, zal het zijn als resultaat
van manoeuvres elders, evenals het geval
was bij Warsehgu. De stad is niet in paniek
stemming, maar wacht kalm af wat komen
za!. Het deel van de bevolking, 'dat, dob*
vrees of ervaring, niet onder Duitseh be
stuur wenschte te komen, is reeds lang ver
trokken, en de wegen, die naar Riga leiden,
zijn in alle opzichten normaal en men ziet
er weinig vluchtelingen. Men vertelt mij, dat
tv eederden of de helft van de bevolking
eenigen tijd geleden vertrokken is. In alle
geval is de stad buitengewoon rustig en des
avonds vertoonen zich maar weinig mem-
schen op straat, die er dan onverlicht zeer
onbehagelijk uitziet. Zelfs de rijtuigen heb'-
ben hun gordijntjes dicht, in verband met
het gevaar voor vliegtuigen en Zeppelins,
ofschoon deze, naar ik meen, de stad slechts
zelden hebben bezocht. Dit moet waarschijn
lijk aan de meening der Duitschers worden
toegeschreven, dat de meerderheid der be
volking hun vriendelijk is gezind.
Wij hebben uit St. Petersburg wel eens
andere, minder optimistische beoordeelingen
over Riga ontvangen. De Russische autori
teiten schijnen er zelf ook anders over te
denken, hetgeen blijkt uit de verordeningen
tot ontruiming.
KORTE BERICHTEN
Door vier kogels getroffen en toch niet
gewond. In de Duitsche pers circuleert het
volgende bericht:
Een merkwaardig geval deed zich voor hij
een soldaat, die aan het Westelijk front
6treed. Bij een gevecht bevond hij zich in een
van de voorste rijen waar hem achter elkaar
vier kogels troffen. De twee eerste doorscho
ten zijn mouwen zonder echter de armen te
raken. Een shrapnell verbrijzelde zijn ge-
Aveer, vei"wondde echter zijn hand niet. Het
laatste schot uit een machinegeweer zou
hem waarschijnlijk het leven gekost hebben,
wanneer 'hij niet juist zijn veklflesch aan
den mond gezet had. De kogel verbrijzelde
den bodem, maar bleef in den hals van de
flesch steken.
De U-oorlog. Uit Mandal wordt gemeld, dat
de. schoener „Norte" van Christiania met een
lading hout voor Londen door een Duitsche
duikboot werd vernield. De bemanning is ge
red.
De "Vesuvius. De Secoio meldt, dat de Vesu
vius-de laatsto dagen teekenen van levendige
werkzaamheid vertoont. Er stijgen hooge wittTe
rookwolken uit op en er worden uitbarstingen
waargenomen. Sedert Maandagavond tien uur
stroomt lava uit den hoofdkrater.
Voorzorg in Zwitserland? De Zwitsersche
Bondsraad heeft op verlangen van den gene-
ralen staf en met goedvinden van het militaire
departement de vierde divisie tegen 6 October
onder de wapenen geroepen.
De toestand in Riga. Aanplakbiljetten in de
straten van Riga geven kennis, dat inkoop van
levensmiddelen tot wederverkoop gestraft
wordt met gevangenisstraf en verbanning naar
Siberië.
Het koperen dak der'Evangelisch-Lutherscbe
kerk te Riga, dat eveneens verwijderd is en van
1633 dateert heeft een waarde van 50,000 roebel.
Het bl(jft roerig in Z.-Wales. De Daily Mail
meldt, dat 1100 kolendelvers van de mijn Stan
dard te Ynyskir, in Glamorgan (Zuid-Wales)
geweigerd hebben met niet-vakvereenigings-
mannen samen te werken en het werk gestaakt
hebben.
Verleden week staakten to Tylorstown 2000
man om dezelfde reden. Dezen zijn nu echter
weer aan het werk gegaan.
Verweer. Bij de firma O. L. van Langen-
huysen, AmsterdamRotterdam, is verschenen
eeno Ho-l.landsche vertaling van „Der Deutsche
Krieg und der Katholiziemus" het verweer
schrift van Duitsche Katholieken tegen het
Fransche boek: La guerre allemande et le
Catholicisme.
GRIEKENLAND EN BULGARIJE.
BERLIJN, 15 Sept. (Part.) Het „Berliner
Tageblatt" verneemt uit Athene, dat Koning
Konstantijn dezer dagen den Bulgaarsehen ge
zant Passarew een audiëntie verleende, welke
een hartelijk verloop had, wat te Sofia een be
vredigende indruk wekte. Aan het slot der con
ferentie tusschen den Minister-President Ra-
doslawow en den Griekschen gezant te Sofia,
gehouden na de audiëntie van Passarew, werd
uiting gegeven aan den bevredigenden stand
der wederzijdsehe betrekkingen en beiden spra
ken den wensch uit, die betrekking nog harte
lijker en hechter te doen worden.
1, EEN ZEESLAG?
ïfen. seint ons uit Hoek van Holland d.d. 15
September (10 uur, 'S avonds)Het laatste half
uur wordt hier zwaar kanongebulder gehoord
uit Westelijke richting. Hef laatste kwartier
weerklonken dertig tot veertig zware schoten,
die de ramen deden rinkelen.
MOBILISEERT ROEMENIE?
ROME, 15 Sept. (Part.) Een niet-officieel
telegram uit Boekarest zegt, dat de Regeering
van Roemenië een gedeeltelijke mobilisatie der
Roemeensche strijdkrachten in het geheele
koninkrijk gelast heeft, teneinde voor elke mo
gelijkheid gereed te zijn.
Aan het telegram is de mededeeling toege
voegd, dat de Regeering van Roemenië geen ge
loof hecht aan de Oostenrijksche verklaring,
dat de concentratie van Oostenrijksche troepen
aan de Roemeensche grenzen uitsluitend met
het tegengaan van spionnage in Zevenbergen in
verband staat.
DE NIEUWE DUITSCHE ATTACHE TE
SOFIA.
PARIJS, IB Sept. (Part.) Uit Sofia wordt
aan de „Temps" geseind: Het gerucht loopt,
dat de Duitsche militaire attaché te Sofia,
Kolonel Von Goltz, vervangen zou zijn door
generaal Yon Laszov, die gedurende de beide
Balakanoorlogen attaché was.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Koninklijk besluit is benoemd tot sur
numerair bij den dienst van 's Rijks schatkist
M. C. van der Mandele, te Zutphen.
MINISTER POSTHUMA OVER DE
GRAANPOLITIEK.
Uit een onderhoud dat de Haagsche cor
respondent van ,;De Telegraaf" met minister
Posthuma gehad heeft over de becijfering
van een inzender, G. P., in eenige bladen, dat
van 1 Augustus 1911—1 Juli 1915 minstens
18 millioen gulden winst, moet zijn gemaakt
op, den verkoop van graan, zoodat de regee
ring volstrekt niet noodig had een erediet te
vragen voor de bruinbood-verschaffing i—
blijkt dat de inkoopsprijs van tarwe althans
gedurende enkele maanden hooger is geweest
dan door G. P. werd opgegeven.
„De heer G. P. zoo zeide de minister
tot den corerspondent bouwt zijn 'geheele
betoog op de onjuiste praemisse, dat de re
geering voor de tarwe niet meer zou heiben
betaald dan 325 a 350 gulden (per last) en
komt. dan tot de conclusie, dat, waar de
regeering de tarwe wederom A'erkocht voor
prijzen, die tot 425 gulden opliepen, een
winst van ettelijke millioenen in de schatkist
moet zijn gevloeid. Ik behoef u niet te ver
zekeren, dat die winst slechts in de fantasie
van G. P., bestaat.
Da regeering heeft zich n.l. van den aan
vang af op. het standpunt geplaatst, dat op
het artikel tarwe geen winst mocht worden
gemaakt. Daarom werden de prijzen, waar
voor de aangekochte tarwe weer Averd ver
kocht, steeds vastgesteld naar den doorsnee-
aankoopsprijs van den voorraad, waarover de
regeering op een bepaald tijdstip de beschik
king had. Dit stelsel had bovendien dit voor
deel, dat de prijsschommelingen van de Arne-
rikaansche markt werden genivelleerd.
Waar de prijzen, van meel en bloem en
de maximum-broodprijzen telkenmale in even
redigheid tot den tarweprijs werden vastge
steld, kon worden bereikt, dat het publiek
voor het brood niet meer behoefde te be
talen, dan in verband met den aankoopsprijs
van tarwe noodzakelijk was."
VRIJSTELLING VAN BRIEFPORT VOOR
MILITAIREN EN GEÏNTERNEERDEN.
De directeur-generaal der posterijen en tele
graphic maakt bekend, dat de ten behoeve
van de militairen en van de hier te lande
geïnterneerde buitenlandsche militairen ver
leende vrijstelling van briefport bij Konink
lijk besluit met ingang van 20 September
u,s. is ingetrokken.
Met ingang van dienzelfden datum is bij
datzelfde besluit (in het binnenlandsch ver
keer), tot nadere, beschikking, vrijstelling
van port verleend voor de verzending door
en aan onder de .wapenen zyjnde militairen
beneden 'den rang' van officier, alsmede door
en aan in Nederland geïnterneerde buiten
landsche militairen van:
a. briefkaarten, met uitzondering van die
welke berichten omtrent handelszaken of
bestellingen, of aanbiedingen van handels-
of fabrieksgoederen bevatten;
b. gedrukte stukken, welke ten minste één
maal per maand verschijnen, als courant of
tijdschrift, tot een gewicht van 109 gram.
De portvrij te verzenden stukken moeten,
voor zooveel zij afkomstig zijn van militai
ren, aan de adreszijde dragen het opschrift
„Militair", gewaarmerkt door de handtee-
Vóór ons, in het verlengde van de kale met
een honderd-tal stoelen gevulde ruimte, waar wij
ons bevonden, was andermaal een half-cirkelvor-
mig, eenigszins verhoogd platvorm, dat het mid
den hield tusschen een apsis en een tooneel-ge-
raamte, in steen. In den vloer, maar weer iets
hooger, was een soort raam aangebracht, een
menschenlengte groot, en overtrokken met bruin
achtig zeildoek. Mijn geleidster bleef hier in ge
dachten voor staan. Ik zag naa: haar op. Haar
gelaat was nog even schoon, haar mond nog
even streng en vast-besloten, maar het leek mij,
of er in haar oogen een verbeelding was van
ongeweten dingen, wier kennis verschrikking
bracht. Zij voelde mijn vragenden blik en sprak,
nu zeer zacht: „Dat is.de lift." Dit nu was
even zakelijk als raadselachtig, maar zij schonk
fnij niet veel tijd hierover na te denken. Zij ging
mij verder vóór, door een trap-portiekje, dat ik
tot mijn niet geringe verbazing niet eerder had
opgemerkt dan het oogenblik, waarop ik er vlak
voor stond, en daalde af langs ijzeren trapjes;
zooals men die in de machine-kamer van fabrie
ken of groote schepen vindt.
„Ik breng u nu eerst in het columbarium,"
zeide zij, \veer met die voorkeur voor vreemde
Avoorden, die mij opnieuw in verlegenheid bracht,
aangezien ik, dezen keer het wooid zeer duidelijk
verstaand, me zijn beteekenis niet onmiddellijk
herinneren kon.
Zij ontsloot een groot hek. Voor mijn verbaasde
oogen strekten zich in een bijna eindeloos ver
schiet.... wij waren hier ongetwijfeld onder
den grond.... de zich rijende kolommen van
loom-doolende gaanderijen uit, aan de wanden
waarvan, in kleine kastjes, ontelbare vreemdsoor
tig gevormde vazen stonden, gelijk men die
afgebeeld ziet in plaatwerken, handelende over
de Grieksche beeldhouwkunst. „Hierbinnen zijn
kening van don afzender.
Stukken welke niet beantwoorden aan de
hiervoren 'genoemde bepalingen worden met
port belast.
VRIJ.-DEMOOEATISCHE BOND EN LIBE
RALE UNIE.
De Vrijzinnig-DDemocr. .Vereeniging te
Dordrecht heeft, naar de „D. G:t." meldt,
besloten, op, de agenda van de algemeene
vergadering van den Vrijz.-Democr. Bond,
het volgende voorstel te plaatsen:
„Het hoofdbestuur wende zich tot de aan
gesloten vereenigingen met het verzoek, de
vraag of fusie van den V. D. B. met de
Liberale .Unie gewenscht is, tot onderwerp
van beraadslaging te maken en van het
resultaat der bespreking voor 1 Juni a.s.
mededeeling te doen aan het hoofdbestuur.
DE WET-AALBERSE.
De Amsterdamsche Vereeniging van Siga
renwinkeliers houdt op Woensdag 22 Sep
tember een groote openbare vergadering,
in de groote zaal van het gebouw Bellevue,
aan de Marnixstraat te Amsterdam, waar
over het onderwerp: De Wet op de On
eerlijke Mededinging (Wet Mr. Aalberse)
als sprekers zullen optreden Mr. Paul C.
Reymer, advocaat te Hilversum, die de al
gemeene beteekenis der Wet voor den Mid
denstand zal toelichten en de heer V. Augs-
purg, sigarenwinkelier te Amsterdam, die
de speciale beteekenis dezer Wet voor den
sigarenwinkelier zal bespreken.
POSTPPAKKETTEN naar INDIë.
nl de vergadering van de Haagsche Ka
mervan Koophandel werd o.a. behandeld
een schrijven van de firma J. C. van der
Rungen, klagende, dat men sigaretten in
het buitenland vervaardigd en waarvan hior
dus geen certificaat van oorsprong tege
ven is, niet per postpakket kan verzenden
naar onze koloniën of naar de landen der
Triple Entente, wel door de bemiddeling
van de N. O. T.
De heer Koppel merkt op, dat hier zelfs
voor den handel met onze eigen koloniën
de N. O. T. feitelijk wordt gesteld boven
den Nederlandsehen staat.
Na eenige inlichtingen ter zake door den
secretaris, die een officieus voorloopi.g on
derzoek instelde, besluit de Kamer een
schrijven te richten tot den directeur-gene
raal der P. en T., Avaarin gewezen zal wor
den op, de bezwaren en om een redres ge
vraagd,, indien mogelijk.
Het tonjjnengcvaarDe van de haring
vangst teruggekeerde vissehers beginnen ern
stig te klagen over de aanwezigheid, in en bij
de vischgronden van buitengewoon veel tonij
nen. Voor een jaar of vijf kwamen deze vis
sollen, die eigenlijk in de Middellansehe Zee
thuis behooren, slechts hoogst zelden in de
Noordzee voor. Van jaar tot jaar nam hun aan
tal toe en vooral dit jaar zijn zij zoodanig in
aantal toegenomen, dat het geen zeldzaamheid
is, wanneer er scholen van een dertigtal dier
vischen zich in de nabijheid van het logger-
vaartuig ophouden. Deze visschen leven gedeel
telijk van hetgeen wordt over boord geworpen,
doch levende haring schijnt ook voor hen een
uitnemend voedsel te zijn. De vissehers st|?n
over het gevaar van genoemde visschen zoo
sterk in hun meening, dat zij reeds vastgesteld
hebben, dat de geringe vangsten aan de aanwe
zigheid van die visschen moeten worden toege
schreven. Zoo af en toe hoort men wel, dat een
dergelijke visch is gevangen, maar zij vermenig
vuldigen zoo sterk, dat zulks daarop invloed
uitoefent.
Dankbaarheid! Te Rotterdam is aange
houden de Belgische vluchtelinge P. P., die zich
te Vlissingen schuldig maakte aan diefstal van
een portefeuille met geld, ten nadeele van een
sleepbootkapitein en die, zooals het onderzoek
uitwees, zich daarvan te Middelburg in nieuwe
kleeren stak. De portefeuille was reeds in haar
woning te Vlissingen gevonden. De oude klee
ren had zij te Middelburg achtergelaten.
De mislukte speculatie in paarden. Nu
men in Duitschland niet meer de tegen de
enorme hooge prijzen in ons land opgekochte
jonge paarden wil koopen, is de prijs plotseling
gedaald en zit menig opkooper in zak en asch.
Het moest wel zoo komen. Ieder kocht paarden:
kleermakers, schoenmakers zelfs. Paarden met
tal van gebreken, lichtgebouwd, werden betaald
met 300 tot 400 gulden per stuk. Nu zit men er
mee. In Friesland zijn opkoopers, die 70, 80, ja
zelfs nog 150 paarden, voor Duitschland be
stemd, in voorraad hebben. Dat kan dus een
strop worden.
Het middel erger dan de kwaal. Men
schrijft van Stadskanaal: Een onzer ingeze-
er nog veel meer," zeide zij met een huiverige,
maar zeer zachte stem,
Neen, het was toch niet zóó, als ik verwacht
had. Ik keek het meisje nog eens aan. Ik begon
mij af te vragen, hoe het mogelijk was geweest,
dat mijn eerste indrukken van haar zoozeer ver
schilden van wat ik nu in haar zag.
„U is misschien een beetje bedroefd?" vroeg
ik aarzelend. „Bedroefd," antwoordde zij eenigs
zins verbaasd, neen, maar, voor je Zondag.-...
„Is u een voorstander?" vroeg ze nu wat leven
diger. „Een voorstander," antwoordde ik, „ik
begrijp u niet," hiermede onwillekeurig haar
woorden van daareven herhalend. „Ach," zei ze,
„het zal u niet veel kunnen schelen, dat merk ik
wel." „Maar integendeel,'? haastte ik mij haar
te verzekeren. „Kom," ging ze verder, „ik kan
dat toch dadelijk merken. Als het voorstanders
zijn, zeggen ze aldoor hoe prachtig! wat interes
sant! maar zijn het tegenstanders, dan trekken
ze den neus op en zeggen: bah! vies! kom ga
gauw mee, maar ondertusschen kijken ze toch
goed." Het meisje sprak in volkomen raadselen,
maar ze werd van dit oogenblik af zeer bedrijvig
en langs andere ijzeren trapjes leidde ze me
verder. „Is u erg bang voor hitte?" vroeg ze
plotseling. Ik schrok, maar zij glimlachte veront
schuldigend en ik bemerkte dat een heete lucht,
vermengd met een doordringend scherpen geur,
als men wel in de buurt van steenovens waar
neemt, ons tegemoet kwam. „ja," zei ze, „dat is
de gasoline, waarmee deze oven wordt gestookt,
wel tot 1000 gr. toe." Ik antwoordde maar niet,
dat deze temperatuur mij wel wat te hoog leek
voor het bakken van vazen. „En hier," ging zij
verder, terwijl wij in een veel lichter, aangren
zend vertrek kwamen, „hier is dezelfde lift, die
u ook boven hebt gezien. Dit is de hefboom, en
zóó langzaam kan de lift dalen. Is-ie beneden
tenen -trachtte zich dezer dagen van de ver
schrikkelijke vliegenplaag te bevrijden door mid
del van brandende zwavel. Een paar potjes sul
fer werden voor dit doel aangestoken en daarna
snel de deuren gesloten. Een half uur daarna
bleek, dat de proef schitterend was geslaagd.
Een dikke laag doode vliegen bedekte vloer en
meubelen. Dat was een opluchting! Maar....
het middel was erger dan de kwaal, want de'
hond, die men vergeten had te verwijderen, had
ook al het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.
En het kleurige behangsel en de mooie verf,
waarmee het woonvertrek nog pas in Mei zot
netjes was opgeknapt, waren totaal bedorven.
Daar zat bij den schilder weer een kleine vijftig
gulden aan vast. Een leelijke smaak!
Post-oplichting. Eenige jaren geleden
het te Amsterdam enkele malen, dat ken
nisgevingen van aankomst van aange-tee-
teekende brieven uit de brievenbrieven der
geadresseerden verdwenen, met het gevolg,
dat zij ook de betreffende brieven niet in
handen kregen, daar de dief van de kennis
gevingen hen aan het postkantoor reeds
was voor geweest. Het gelukte de politie
destijds den dader, een kleermaker, en zijn
handlanger te arresteeren, en het slot vac
de geschiedenis was dat beiden veroordeeld
werden, de hoofddader tot 4 jaar gevange
nisstraf.
Die vier jaren waren voor eenigen tijd
verstreken, en de politie vernam weet
enkele klachten over het zoekraken van
aangeteekende stukken. Natuurlijk dacht
men terstond aan het geval voor eenige ja
ren, en de recherche besteedde eenigó bij
zondere aandacht aan den bedrijver der
vroegere oplichtingen, die zijn oude beroep,
van kleermaker weer had opgevat. En in
derdaad bleek het, dat er eenige aanleiding
was om hem in 't oog te houden.
Hij had zich aldus het N. v. d. D.
een nieuwen handlanger gezocht, en met
dezen te zamen werd het bedrijf als volgt
uitgeoefend: 'sMorgens, bij de eerste be
stelling, werd de een of andere besteller
gevolgd om te zien waar hij een kennisge
ving voor een aangeteekenden brief in de
bus deed.
Gebeurde dit aan een kantoor waar de
deur op een kier stond, dan werd eenvou
dig binnenshuis de bus opengebroken, en
met de buitgemaakte kennisgeving ging men
vlug naar het postkantoor om op een val-
sche handteekening het betreffende stuk
te lichten.
Gisterenmorgen zou dif weer gebeuren.
De hoofddader wilde juist aan het loket
op het hoofdburea ueen stuk in ontvangst
nemen, toen hij gearresteerd werd door een
rechercheur, die achter hem stond. Hij zal
dus nu wel weer voor een jaar of wat on
schadelijk gemaakt worden. Het staat nog
niet vast of het bedrijf steeds weder groo-
ter omvang had aangenomen.
Een oesterschip gezonken. Een door
een motorvaartuig gesleepte tjalk met
600.000 leverbare oesters, behoorende aan
een kweeker uit Igrseke is bij Willemstad
gezonken. De oesters waren in de Zuider
zee gevischt en aan boord genomen en be
stemd voor Ostende. Dé lading was verze
kerd. De bemanning der tjalk kon zich in
haar roeiboot rédden en op hét motorvaar
tuig opgenomen worden.
De voerliedenstaking te Groningen. De
stakers te Groningen hebben, na een rede
van den heer S. v. d. Berg, uit Rotterdam,
hoofdbestuurslid van de Transportarbeiders-
federatie in Nederland, met algemeene stem
men besloten, vol te houden „tot het bit
tere einde" terwijl zij te allen tijde bereid
zijn door een schikking een einde aan het
conflict te maken.
De koetsiers-actie is geëindigd, ten ge
volge van een bemiddelingsvoorstel der pa
troons, waarbij aan alle koetsiers een week
loon van f 9 werd toegekend.
De „N. Gr. Gt." meldt nog dat verschei
dene beurtschippers, die des Maandags ge
regeld met hunne schepen in de stad komen,
deze week zijn weggebleven. De enkelen
die nog zijn aangekomen, losten hun graan
onmiddellijk aan het pakhuis door middel
van 'elevatoren.
Het is te begrijpen, dat de handel aan de
beurs ten gevolge van den geringen aan
voer zeer gedrukt was.
Op eene vergadering van stakers is be
sloten niet mede te werken aan uitbreiding
van het conflict; de stakers zullen niet be
letten dat door de gemeentewerklieden de
kolen (voor de gasfabriek) in de schuiten
worden overgeladen.
Ook werd besloten, zich niet te mengen
in een conflict, dat ontstaan is onder de
pakhuisknechts. Ook zij schijnen op, een
staking te willen aansturen. Zij zijn n.I. on
tevreden, dat zij door den geringen aanvoer
dan wordt de wagen de oven in gereden." Zijl
had onder het spreken de lift een weinig omhoog
gebracht, en nu zag ik 'm dalen, maar zóó, zó®
langzaam, dat ik wel zou durven schatten, nief
meer dan één m.M. in de 30 seconden. Ik kan:
den indruk daarvan niet beter weergeven dan
door hem te vergelijken met de gewaarwording
die ons bevangt als wij, opziende naar het ver
lichte firmament, denken aan de duizelingwek-,
kende getallen, die de snelheid der sterren uit
drukken.
„Nu," zei ik, daarbij doelende op de ontelbare
vazen, die ik beneden in de onderaardsohe keL
ders had gezien, „ze moeten dan wel kostbaa#-
zijn, als ze met zooveel omzichtigheid in den
oven worden geschoven."
„Kostbaar, kostbaar?" mompelde zij, mij aan
ziend met den blik, waarmede eenvoudige meu-
schen al te overdreven of al te moderne uitdruk
kingen ontvangen, maar zich dan bezinnende,
sprak ze de zeer veel verklarende woorden:
„Neen, kostbaar niet, de kransen worden ,-jet
meeverbrand."
Toen ik dien avond in het logement van boen
Havezak uitrustte van mijn wandeling, onder het!
drinken van een versterkend glas bier, bracht i)
met opzet het gesprek op het vreemde gebouwj
met den blinden toren. Ik wilde vólle zekerheid^
„O dat," zei de waardin met denzelfden weerzin,
dien ik eerder bij de boeren had waargenomen
„dat is het Remerstorium."
„Crematorium," verbeterde de dokter, met een
blik van vriendelijke verstandhouding naar mijne
kant.
primitief stadium van de jongelingsjaren op de
verbeelding maken. Haar stem was niet opzette
lijk onvriendelijk, maar scheen mij op dat oogen
blik niet geheel vrij van een booze ironie. Of ik
maar aan den voorkant wilde wachten, tot ze
met „dezen meneer" klaar Avas. Hoewel ik geheel
in het onzekere verkeerde omtrent het lot van
dengene, die zich in dat duister gewelf aan de
leiding van de zwartoogige gedaante toever-
trouAvde, en ik een onbestemd voorgevoel had
van komende gebeurtenissen, waaraan het beter
is zich niet onvoorbereid of althans niet onwe
tend over te geven, volgde ik loom het gegeven
bevel op. Ik zette mij. aan den voet van de steenen
trap in het mulle zand met de zware voetsporen.
Een kwartier verlieptoen openden zich de hooge
ingangsdeuren en een meneer)- waarschijnlijk
„déze meneer", verscheen met een in het plotse
linge zonlicht opvallend bleek'gelaat en schuwe
oogen, vergezeld van een jongetje, dat, naar het
mij voorkwam, op zijn minst zijn natuurlijke
vroolijkheid had verloren. „Zij komt aanstonds,"
zeide hij beleefd, hoewel eenigszins bedremmeld,
op een toon alsof hij te kennen wilde geven:
„Het is niet zóó erg." Ik dankte hem met een
pijnlijken glimlach en liep geaffaireerd de trap
op, aan het boveneinde waarvan ik nog juist
gelegenheid vond voor een dame uit te wijken,
wier corpulentie, zooals het mij toescheen, geen
voldoende verklaring bevatte voor haar onna-
tuurlijk-roode complectie.
Older de hooge deuren echter stond 'de zwarte
gedaante, mij opnieuw niet onvriendelijk, maar
ditmaal niet zonder een nauwelijks verholen
prikkeling in haar schoone, donkere oogen wen
kend om binnen te gaan. Ik trad binnen en zij
floot de deuren achter ons in het knarsende slot.
Vóór ik mij nog rekenschap had kunnen geven
van het soort zaal, waarin ik me bevond, sprak
zij met een licht beflöersde stem, mij tegelijk
uitvorschend en diep in de oogen ziend, terwijl
zij daarbij onwillekeurig met de sleutels ram
melde: „Is u lid?" Het. was misschien niet man
haftig, maar ik voelde mij niet gedrongen haar
te antwoorden, dat ik in onzekerheid verkeerde
omtrent den aard van het lidmaatschap, waarop
zij verkoos te zinspelen, en ik stamelde slechts:
„Ikik.... ik
„O," ging zij verder met een niet noodeloos
verstuursigde stem, „het is niet erg; u moet een
kleinigheid betalen." En zij verdween in een nis.
Ik beken, dat deze woorden in hun onverwachte
zakelijkheid mij een groote verlichting schonken
en ik benutte het oogenblik om eens rónd'te zien.
Blijkbaar bevond ik mij onder den Imogen koepel
toren. Het was ijzingwekkend. Tot eén hoogte,
waarvan ik de afmeting zelfs niet gissen wil,
één botpuntig toeloopende, nergens versierde of
ook maar geaccidenteerde, cement-wand. Ik
trachtte van onder dien domperenden koker weg
te komen, maar ik moest op mijn geleidster
wachten. Zij verscheen echter na enkele korte
oogenblikken met een papier, dat ik in het duis
ter niet lezen kon, maar dat zij mij verzocht te
bewaren.
„Dat moet alles beschilderd worden," zeide
zij, wijzend op de blinde cement-muren. „Welke
da Vinei zal daarvoor nitgenoodigd worden?"
informeerde ik schertsend; mij op dit terrein
eenigszins veilig gevoelend. „Ik begrijp u niet,"
antwoordde zij koel. Zij ging nu Aroor naar een
ronde ruimte, in den wand waarvan ergens om
hoog ik een miniatuur-orgel bespeurde. „Kan
dat wezenlijk Avorden bespeeld," vroeg ik.
„Zeker," hernam zij, „altijd, als er een.is."
Hier gebruikte zij een vreemd woord, dat ik niet
verstond. „Maar," voegde zij er berispend aan
toe, „Ik zal u geleidelijk alles vertellen."