Rijwielbanden
Madonna.
DE TOESTAND IN BELG1E
Hoeiikoopsi adres
H. J. V. d. MEER,
Schajjcbeistraat 7-9 bij de Anegaig.
DE OORLOG
BINNENLAND
FEUILLETON
(Van onzen Brusselschen Correspondent.
Brussel, 17 Sept. 1915.
De nieuwe Belgische onderwijs-wet zal te
oeginnen met dit nieuwe schooljaar door de
Duitschers moeten worden uitgevoerd. Z'j doen
dit in overeenstemming; met de bepalingen
der Jlaagsche conventie en derhalve zuil ui
zij het doen in den geest van de vret, zooals
zij indertijd door de Belgische Kamer werd
aangenomen. Velen zijn nu benieuwd over
het verschil, dat er bestaan zal tusschen
de Duitsche en de Belgische toepassing der
taal. Het gaat hier natuurlijk weer over het
al of niet Vlaamsch in de uitvoering en
over de vraag of het uitvoerend gezag- zich
meer onbekrompen dan vroeger toonen zal.
Het is te verwachten, dat de bezetter voor-
loopig niet zal afwijken van de officieele
wetsinterpretatie, omdat hij in niets zal wil
len afwijken van de bepalingen der Haag-
sche conventie. Dit is in het afgeloopen jaar
♦oldoende gebleken. Het vreemde verschijn
sel doet zich voor, dat de nieuwe wetten ge
heel zullen worden toegepast buiten de Bel
gische ministers om. Hoe zal het dus nu
worden: naai den Vlaamschen of naar den
Waalschen kant? 'Afwachten is hier de bood
schap. Overdreven is natuurlijk de toets,
welke velen aan de komende uitvoering' mee-
nen te mogen toepassen over Vlaamsche^ of
Waalsche gezindheid der Duitschers, welke
zij meenen, dat uit de uitvoering! der nieuwe
Wetten zou kunnen blijken. Bocht door zee
zaL ook wel hier het parool zijn om tusschen
al die jptroomingen en partijen goedschiks
heen te zeilen. Anders voorwaar toch al geen
pleizierig werkje, waar men reeds door .de
geheele wereld op z'n vingers wordt ge
keken. Er zal over deze kwestie nog wel
een en ander te schrijven komen. Beide
partijen speuren nu reeds naar welken kant
de uitvoering zou kunnen overheden. Bij
het invullen van de kaarten, welke moeten
dienen om aan te duiden welke de moedertaal
is der kinderen, is al verschil gerezen en
moet al bij voorbaat Fransch zijn ingevuld.
Daarover kan dus al de strijd beginnen,
naar het schijnt in hoofdzaak tegen sóm
mige schoolopzieners.
De volgende mededeeling kan een overzicht
geven van de werkzaamheid der Brusselsche
spijshuizen. Tot einde Juli werden in Brussel
en" voorsteden 969.439 maaitijden verstrekt
tegen geringen prijs. Van deze goedkoops
maaltijden kunnen siecht3 gebruik maken die
personen, die tengevolge van den oorlog hun
inkomen zagen verminderen en geen onder
stand genieten. De ingezetenen van Ander-
lecht maken van de geboden gelegenheid het
meeste gebruik. Na een onderzoek, dat naar
de levensvoorwaarden van deelnemers aan
het werk der spijshuizen werd ingesteld, wer
den meer dan 300 kaarten ontnomen. Ofwel
vrees voor het onderzoek ofwel het feit, dat
•wellicht betere gevoelens bovenkwamen deed
S95 personen besluiten hunne kaarten uit
eigen beweging terug te zenden. Och, ais
ai ie menschen er eens toe konden besluiten
oit eens daadwerkelijk te uiten, dat zij weten
en voelen een deel te zijn van het gemeene-
bestl Want zou er zelfs in onzen economi-
schen tijd, in onzen tijd van economische
berekening, wel ooit zoozeer aan den lijve
ondervonden zijn hoeveel er- gerekend en
gewikt en gewogen moet worden juist tor
wille van dat algemeen welzijn? En niet
alleen in de oorlogvoerende landen. Boven
dien moet gelet op zoovele verhoudingen.
Juist om den ouderlingen samenhang. Zou
den bijv. ook de landbouwers wel odit de
praelische zuinigheid in die mate hebben
betracht als waartoe zij nu gedwongen zijn?
Zoo was eene oude gewoonte onzer Belgische
landbouwers om een gedeelte van den rog ge
oogst voor het voedsel van het vee af te
zoiideren. Dit geschiedde vooral in de zand
achtige streken van het Noorden. Maar dit
jaar. waarin men op alles moet zijn be
dacht op zuinigheid, bij alles wat de bodem
opbrengt, niets onpractisch mag worden aan
gewend, eiseht de voorzorg, dat alle rogge
voor de voeding van den mensch wordt
gebruikt. De roggeoogst is derhalve in be
slag genomen evenals de tarweoogst. Niets
mag verspild en niets voor de volksvoeding
Verloren gaan. Overal waar rogge verbouwd
werd, beschouwde men deze als een graan
gewas voor de bereiding van brood bestemd.
Slechts toen er dit jaar kunstmatig voeder
ontbrak, werd een deel van den roggeoogst
voor veevoeder bestemd.
Een verordening! van den Gouverneur
Generaal beeft de hoeveelheid op. 7,5 kilogram
per maand en per stuk groot vee gesteld.
Dit moge gering schijnen maar toch be-
teekent het niet minder dan 100,000 ton of
een vierde deel van den geheelen Belgischen
roggeoogst. Het Nationaal komiteit beijvert
zich nu om te helpen de boeren van zeme
len te voorzien. .Voorts worden tal van wen
ken gegeven, terwijl ook kunstmatig voeder
voor vee in België zelf zal worden bereid.
Hef volgende kan als aansluiting dienen
op, mijn laatsten brief. Het is officieel mee
gedeeld: Er werd in den laatsten tijd her
haaldelijk vastgesteld, dat in Groot-Brussel
onbekende personen, die zich als geheime
agenten der Duitsche politie uitgaven, met
goed gevolg geldafpersingen gepleegd heb
ben. Die personen beweerden door de Duit
sche politie te zijn gelast tot het overgaan
van huiszoekingen en aanhoudingen, ma-ar
verklaarden zich echter bereid, van deze
maatregels af te zien, wanneer terstond een
borgsom gestort werd. De "betrokken per
sonen lieten zich in verscheiden gevallen
vinden om aan dat verzoek te beantwoorden
en werden daardoor zeer benadeeld. Leden
der Duitsche politie hebben in geen geval
het recht, borgstelling ter plaatse aan te
nemen, door welke aanhoudingen of andere
rechtelijke maatregelen afgekeerd kunnen
worden. Tegen de in mijn vorigen brief aan
gehaalde feiten zijn verder door den Gouver
neur Generaal bereids strafmaatregelen be
paald. .0.
„GEKLEURDE" SOLDATEN
IN DEN OORLOG.
Het Duitsche ministerie van buitenland-
sche zaken heeft een witboek doen verschij
nen, waarin het gedrag der gekleurde troe
pen op het slagveld.wordt besproken. Zoo-
als bekend is, wordt het gebruik van ge
kleurde troepen in een Europeeschen oor
log niet als strijdig tegen het volkenrecht
beschouwd. Een andere vraag is echter,
of niet de eiscb moet worden gesteld, dat
deze troepen zoodanig onder tucht gesteld
moeten zijn, dat zij hun gebruiken van
oorlogvoeren niet in een Europeeschen oor
log kunnen overbrengen. iWjat Reze gebrui
ken zijn, blijkt uit de documenten, in dit
witboek openbaar gemaakt. Deze documen
ten bevatten de beëedigde verklaringen van
een aantal ooggetuigen, brieven van Fran
sche militairen, op het slagveld gevonden,
het verhaal van den vrijwilliger Goorg .Wolf,
wien beide oogen doör zouaven werden
uitgestoken enz. Uit alle stukken blijkt,
dat het afsnijden van vingers en ooren her
haaldelijk is voorgekomen. Het is zelfs geen
ongewoon geval, dat de zwarten een snoer
van afgesneden ooren als krijgstropee bij
zich dragen 1 Erger nog, ook afgeslagen
hoofden van vijanden worden in den ransel
meegedragen I Dat aan het bezit van een
afgeslagen hoofd blijkbaar veel waarde door
de zwarten wordt toegekend, valt af te
leiden uit de in het witboek meegedeelde
gevallen, waar telkens blijkt, dat de zwar
te soldaten, zelfs als zij gevangen genomen
zijn, er zich met alle kracht tegen ver
zetten, dat hun dit wordt afgenomen, ter
wijl zij zich toch overigens alles zonder
tegenstand laten afnemen. Zeer aangrijpend
is de foto van den vrijwilliger LWolf en
het daarbij in zeer sobere bewoordingen
weergegeven verhaal van zijn ongeluk. Een
Belgisch soldaat schrijft in een brief aan
zijn broeder, dat hij met eigen oogen Duit
schers door Indische soldaten beeft zien
afmaken. Zij slaan, aldus de brief, den
krijgsgevangenen het hoofd af, alsof het
niets was. Sommigen dezer Indiërs dragen
ook groote hamers bij zich, waarmee zij de
krijgsgevangenen dood slaan. Treffend is
de opmerking van dezen Belgischen sol
daat: „Ik geloof niet, dat dergelijke din
gen zijn voorgekomen in den Balkanoor
log, 'toen wij toch zooveel van de verschrik
kingen des oorlogs hebben gehoord. Het is
waar, de Duitschers zijn onze vijanden,
maar men moet toch op het vasteland van
Europa meer *de mensclielijkheid betrach
ten."
Nog stuitender voor het natuurlijk gevoel
is echter het in het witboek vermelde feit,
dat voor het vervoer van gewonde krijgs
gevangenen zwarte soldaten als begeleiders
werden gebruikt en ook aan zwarte soldaten
de bewaking van vrouwen werd overgela
ten. Wat het gevolg van 'dit laatste was,
behoeft wel niet nader te worden aange
duid. Bij het vervoer van gewonde krijgs
gevangenen onder bewaking van Senegalee-
zen kwamen de meeste gevangenen niet
meer levend op, de plaats van bestemming
aan. Zij werden, volgens een uitlating van
een Franschen dragonder-luitenant, uoor
hun begeleiders neergestoken cn gedood.
Voor deze laatste gevallen kan de Fran
sche regeering geen verontschuldigingen
vinden. Zij moet toch ten volle weten, wat
zij van haar zwarte hulptroepen in dit op
zicht kan verwachten en het zou haar toch
slechts weinig moeite kosten, voor derge
lijke. gevallen niet bij voorkeur zwarten
te gebruiken. I
VERSPREIDE BERICHTEN
De politieke toestand in .Engeland.
Uit Londen wordt gemeld, dat hoewel
de meeningen 'der leden van het kabinet over
de invoering van algemeenen dienstplicht in
Engeland verdeeld zijn de. bewering, dat
liet kabinet van p.l'an zou zijn, af te treden,
teneinde nieuwe algemeene verkiezingen noo-
dig te maken, om over deze. aangelegenheid
te beslissen, toch voorbarig is. Intusschen
heeft de pers van de voorstanders der
conscriptie met vuur de uitdaging van de
Daily, News aangenomen. Aan beide zijden
geeft men zich blijkbaar de grootste moeite
om de jongste mededeelingen van Asquith
en Kitchener ten gunste van de eigen op
vattingen te verdraaien en uit te leggen. De
Daily News, die _de namen der .voorstanders
van conscriptie in het kabinet heeft gepu
bliceerd, stelt nu de liberale leden van het
kabinet, die de invoering van den algemeenen
dienstplicht ondersteunen, aan de kaak. Het
blad beschouwt deze ministers blijkbaar als
verraders in het liberale kamp. De meer
verantwoordelijke bladen geven den raad,
zich' te matigen en .wijzen erop, dat het
eenig noodige is, de zege te bevechten en
dat de .wjjze, waarop men daartoe komen
moet uitsluitend de zaak van het coalitie-
ministerie is en niet het onderwerp; van partij
twisten moest vormen, p© goed onderrichte
politieke medewerker van de Standard vat
den toestand van het ministerie als .volgt
te sqmen
De voorstanders van gedwongen dienst
neming! In het kabinet zijn, volgens de „Daily
News": Curzon, Landsdowne, Lloyd George,
Churchill, Bonar Law, Long, Ohamberline,
Selborne en Carson.
Zou 'n «nti-cïericale Fmnsche regeering dat
doen?
Over bet Elzas-Lotharingsche vraagstuk is,
naar da Gaulois mededeelt, een boek ver-,
schenen van Henri en Andre Lichtenberger.
De Gaulois geeft de inzichten van de schrij
vers weer omtrent den overgang van deze
provincies aan Frankrijk voor het geval, de
Franschen de overwinning behalen. De Elzas
is in het bijzonder gedurende da laatste 40
jaren, vooral op industrieel gebied, door oeco-
nqmischa banden aan Duitschland verbonden.
Daarom zouden bijzondere overeenkomsten
moeten worden gesloten teneinde deze be
trekkingen niet te plotseling te verbreken.
Nog moeilijker ligt het vraagstuk ten op
zichte van den godsdienst en de opvoeding.
Voorat in den Elzas, doch ook ia Lotharin
gen wordt zeer veel Duitsch gesproken. 'Het
is verkeerd, het Duitsche stelsel na te vol
gen en de vreemde talen te onderdrukken,
hoewel het onderwijs in het Fransch natuur
lijk zeer moet worden uitgebreid. Daaren
tegen is het niet gewenscht, dat de schei
ding van kerk en staat en het anti-clerikale
streven in den Elzas zou worden ingevoerd,
want het onderwijs ligt grootendeels in han
den der geestelijkheid. Da Gaulois wijst er
op, 'dat ook de abbé Wetterlé in zijn boek
„Ce qui était l'Assaee Loraine et oe qu'elle
sera", heeft 'gewezen op de noodzakelijkheid,
Elzas-Lotharingen zijn bijzonder karakter te
laten behouden.
Zou 'n anti-clericale Fransche regeering
dat doen?... Wij gelooven het nog niet.
Z. II. de Paus en de krijgsgevangenen.
In de „Osservatore Romano" wordt thans
medegedeeld, dat de Duitsche regeeringzich
had beklaagd over den toestand der Duit
sche krijgsgevangenen in Dahomey en dat
bij wijze van weerwraakmaatregel een groot
aantal Fransche krijgsgevangenen waren
overgebracht naar de moerassige streek van
Neuenkïrchen. Overeenkomstig het verzoek
van aanzienlijke Fransche Katholieken wend- j
da de H. Stoel zijn bemiddelenden invloed
aan bij de regeering te Berlijn, en thans
vernemen wij met voldoening dat de Fran
sche regeering de Duitsche gevangenen uit
Dahomey heeft overgebracht naar meer ge
zonde streken in N.-Afrika, de Duitsche
regeering heeft nu de „représaille-kampen"
van Neuenkirchen opgeheven.
De Duitsche regeering heeft haar gezant
opgedragen .den H. Stoel hiermee in kennis
te stellen en tegelijkertijd hem gelast aan
Z. H. voor diens mensehlievende bemidde-
ling de gevoelens van de meest oprechte
dankbaarheid der keizerlijke regeering over
te brengen.
Nasporing van Duitsche bloedverwanten.
Nasporing van vermiste bloedverwanten.
Het Comité „i'Oeuvre des Missions Africaines"
verzoekt ons opname van de volgende publicatie:
Naar men weet heeft Z. H. de Paus, getroffen
door de talrijke tot hem gerichte brieven, waarbij
in -ongerustheid verkeerende menschen hem ver
zochten. zijn invloed aan te wenden ten einde
hun behulpzaam te zijn bij de nasporing van
tijdens den oorlog verdwenen bloedverwanten,
in het Vaticaan een inlichtingsbureau op
gericht als tijdelijke onderafdeeling van het
staatssecretariaat. Hij verzocht tevens Mgr. dr.
Schulte, bisschop van Paderborn (D.) in wiens
diocees vele en groote krijgsgevangenenkampen
gelegen zijn, zich met de opsporing van Bel
gische, Fransche en Engelsche krijgsgevangenen
in Duitschland te willen belasten. De bisschop
van Freiburg in Zwitserland werd door den
H. Stoel aangewezen als tusschenpersoon tus
schen de families van de landen der Entente en
Duitschland en omgekeerd (ook in Frankrijk
worden nl. nasporingen gedaan naar Duitsche
vermisten).
Mgr. Bovet, bisschop van Freiburg, heeft
daarop met toestemming der autoriteiten in
Duitschland een der professoren zijner bis
schopsstad, den heer Devaud, aangewezen om de
interneeringskampen in Duitschland te bezoeken
en zorg te dragen voor de opsporing van offi
cieren en soldaten, die verdwenen zijn zonder
eenig spoor achter te laten, die op geen enkele
officiëele lijst van gevangenen, gewonden of
gesneuvelden voorkwamen en omtrent wie de
vereeniging van het Roode Kruis geen inlich
tingen hebben kunnen verschaffen. Ongeveer
40,000 dezer nasporingen zijn op het oogenblik
reeds ondernomen. Om de vermisten terug te
vinden worden lijsten, vermeldende hunne namen
en signalementen, geregeld bijna dagelijks naar
alle kampen en hospitalen, waar zich krijgsge
vangenen bevinden of verpleegd worden en naar
alle vereenigen, die van de opsporing der ver
misten werk maken, verzonden.
Tot de soldaten wordt dan het verzoek gericht,
deze in het openbaar aangeplakte lijsten, in te
zien en van al hetgeen hun omtrent den eenen
of anderen hunner vermiste kameraden mocht
bekend zijn, mededeeling te doen.
Alle op deze wijze verkregen gegevens wor
den naar Paderborn verzonden en vandaar door
tusschenkomst van het Freiburgsche bureau aan
de betrokken families verstrekt. Een groot aantal
vermisten zoowel gesneuvelden als andéren, om
trent welke het Roode Kruis of de ministeries
geen inlichtingen hadden kunnen geven, zijn op
deze wijze opgespoord (einde Juni bedroeg dit
aantal 4000).
Ter bespoediging van dit onderzoek en tevens
om meer orde te brengen in de voor de opspo
ring van zooveel vermisten van verschillende
nationaliteit te nemen maatregelen en een onnoo-
dig dubbel onderzoek te voorkomen, is nu het
volgende bepaald.
Het bureau te Freiburg zal met medewerking
van den bisschop van Paderborn zich blijven be
lasten met de nasporingen in Duitschland van
Fransche vermisten en van Duitsche vermisten in
Frankrijk, doch zal voortaan geen gevolg meer
geven aan verzoeken betreffende Belgische en
Engelsche vermisten.
In het vervolg zullen deze behandeld worden
door de Katholieke missie te Keer bij Maastricht,
die de aanvragen zal verzamelen, lijsten opma
ken en verzenden naar Paderborn, waar voor de
aanplakking en openbaarmaking in de kampen
wordt zorg gedragen, en de van Duitschland
ontvangen antwoorden aan de familieleden der
Belgische of Engelsche vermisten zal doen toe
komen.
De verzoeken om inlichtingen moeten gericht
worden aan het adres „Oeuvre des Missions
Africaines a Keer prés Maestricht."
De bemoeiingen van het Liefdewerk zijn ge
heel kosteloos. Daar echter aan de nasporingen
vele uitgaven verbonden zijn, zullen alle giften,
ook kleine, in geld of postzegels ter bestrijding
der kosten, dankbaar aanvaard worden.
Terug van den oorlog in bet Ooston.
Het volgende is een uittreksel van een brief
door een Hongaarsch ingenieur gezonden aan
„Az Est" te Boedapest. Steller is de heer
Ladislas Fehèr, die sedert jaren te Peking woont
en onlangs door den president der Chineesche
Republiek ontvangen werd: „Tijdens eene
audiëntie, welke hij mij verleende, heeft de dicta
tor mij de verzekering gegeven, van de absolute
onzijdigheid van China, en van zijne „hooge
vriendschap" voor Duitschland en Oostenrijk-
HongarijeHier in China weet men nage
noeg niets van den oorlog afHet volk weet
het alleen door de talrijke gevangenen, die uit
Siberië naar het „Hemelsche Rijk" gevlucht zijn.
De diplomatieke vertegenwoordigers der oorlog
voerende mogendheden te Peking ontwijken
elkaar zorgvuldig, ofschoon de Engelsche
gezant, sir Jordan, in het begin van den oorlog
getracht heeft om de goede verstandhouding tus
schen de Europeanen te doen voortduren. Sir
Jordan zeide o. a. tot den Duitschen gezant:
„Wij zijn heden tegenstanders, dat is zoo, doch
de verzoening zal stellig eens plaats vinden. De
vijand is het gele ras
Sedert den val van Tsingisau is de oppositie
tusschen Engelschen en japanners scherper ge
worden. De Engelschen kunnen het den Japan
ners niet vergeven, dat de Engelsche troepen bij
deze gelegenheid verplicht zijn geweest om de
eer te bewijzen aan de Japansche vlag, en waar
zij eenigszins kunnen, toonen zi] hun mistrouwen
tegen de „Japs".
Van zijn kant verbergt de Japansche gezant,
de heer \V. Hiroki, geenszins zijn afkeer voor
de Engelschen en maak. van iedere gelegenheid
gebruik om zijn voorliefde voor al wat Duitsch
is aan den dag te leggen. Daarentegen zijn de
betrekkingen tusschen de diplomatieke vertegen
woordigers van Japan en Rusland bijzonder
intiem. De zwaarwichtige Russische gezant, de
heer Kroupensky, doet in de japansche legatie
alsof hij thuis was
WIE VERGETEN WORDEN.
In zijne nota aangaande den economiscnen
toestand over de maand Juli waarvan wij een
uittreksel publiceerden, vestigde de minister
van Landbouw enz. o.m. de aandacht op den
kleinen winkelstand, welke volgens hem „in
tal van groote steden" den nadeeligen invloed
ondergaat van den slechten toestand. Naar
aanleiding daarvan doet de Maasbode terecht
opmerken:
Wie dus het meest, te dragen hebben van den
last der buitengewone omstandighedene zijn de
kleine zelfstandigen.
Wij vergeten hierbij niet, dat veie arbeiders
werkloos zijn geworden. Doch, zoo de werk
loosheid al niet geheel heeft plaats gemaakt
voor drukken arbeid, dan mag niet vergeten
worden, dat kleine zelfstandigen veel minder
in uitkeeringen deelen en toch mede den vollen
druk der duurdere tijden dragen.
Zij genieten vaak alleen tegemoetkoming
door de brood- en vleeschpolitiek dor Regeering.
Met welk een vreugde zullen zij daarvan ge
bruik gemaakt hebben.
Een budget van een ambtenaarsgezin ver
toont in de nota als weekuitgaaf vóór den oor
log (in Juli 1914) 24.10, een jaar later
28,94, doch terzelfder tijd door het regee-
ringsbrood en vleesch 20.60.
Dat voordeel genieten ontegenzeggelijk ook
de winkeliers, de rijveren, in het algemeen de
kleine zelfstandigen.
Doch naast de opdrijving welke dan nog in
hun budget te Bespeuren is, hebben ze al te
veelvuldig groote vermindering van inkomen
te constateeren.
Nu is slechts de groote vraag, of bij de veler
hande maatregelen, welke door de Regeering
genomen worden aan deze achteruitgedrongen
bevolkingsgroep wel genoeg wordt gedacht.
Wat is er bijvoorbeeld in het begin der meel-
verschaffing voor het regeeringsbrood niet
slordig omgesprongen met het belang der bak
kers, die in verschillende plaatsen zeer uiteen-
loopende prijzen betalen moesten voor de grond
stof, waarvan ze toch allen hetzelfde brood
voor denzelfden prijs vervaardigen moesten.
Later is gelukkig een eenheidsprijs ingevoerd.
Maar aanvankelijk was het, alsof de bakkers
waarvan onder gewone omstandigheden reeds
een groot deel nauwelijks drijvende blijft, zoo
goed als vergeten werden.
Wie levert ons de breed-opgevatte critische
studie over de beteekenis der Verschillende re-
geeringsmaatregelen in economisch opzicht en.
vooral hun invloed op de positie der verschil
lende bevolkingsgroepen?
Het zou blijken, gelooven we, dat de maat
regelen der Regeering (en der N. O. T. I) den
zegen doen neerdalen vooral daar, waar hij het
minst onontbeerlijk is.
Naar onze overtuiging, aan dageRjkscke in
drukken gevoed, zou blijken, dat tot heden de
kleine zelfstandigen te veel neerzitten aan de
schaduwzijde van ons maatschappelijk
erf, waarop toch reeds de zon der welvaart zop
rijke bundels van haar licht neerzendt.
Dat men hunner meer gedenke.
TEGEN DE TABAKSBELASTING.
Vanwege het Bestuur van het verbond
van vereenigingen van sigarenfabrikanten
in Nederland is aan de Tweede Kamer
een adres gezonden, aanvoerende eenige
bezwaren tegen eene tabaksbelasting.
Adressant voert o.a. aan:
dat de gerechtvaardigde vrees bestaat
en dat ervaringen in Duitschland hebben
Naar den roman van W. COLLINS.
(Uit het Engelsch).
»De huid van je hoofd hè!" herhaalde
7 alen tij n, met zijn welluidende stem en dronk
Feder ueu teug uit zijn glas, wierp zich aoh-
I °ver in zijn stoel en nam nog steeds niet
minste notitie van Jack.
legde zijn pijp neder en zag een oogen-
Li Blyth sterk aan daarop begon hij
Ug en gehoorzaam te vertollen, zonder
aansporing af te wachten,
jthorpe zette zich zoo gemakkelijk moge-
ten ii'^- me* a^e aandadbt te kunnen luisite-
t uui keerde zijn rug naai- Vaten tijn toe)
sterkte zijn beenen in hunne volle lengte
i den grond uit.
.)va6 0V6r höt algemeen zeer be-
fchtori Xuet "'"•in verbalen, die zijn eigen ge-
Itaof ms bevatten: maar ditmaal was bet
kn vi-i eiud aau zou komen. In plaats
buis tAl! ,het verkort verhaal der gebeur-
KlU'ri^i. j' Jack op de brug van
Pr voo,- 1 medegedeeld, toen zij elkan-
net eerst ontmoetten, daalde hij
thans telkens tot de kleinste bijzonderheden
af en schilderde hij de gevaren, welke bij
doorstaan had, altijd op denzelfden en lang-
zamen toon.
Na eenige minuten gevoelde Jack een ze
kere lusteloosheid, die zich langzamerhand
geheel van hem. meester maakte, maar deze
verdween eensklaps, toen hij achter zich een
vervaarlijk geraas hoorde. Hij zag rond.
Daar lag Blyth in een diepen slaap, met
wijd geopenden mond en uitgestrekte armen.
„Pas op," fluisterde Mat, toen Jack een
uitgepersten citroen opnam en dezen in Va-
lentijn s mond wilde stoppen. „Maak hem
niet wakker. Hebt gij lust in wat oesters?"
I „Wel zeker, waarom niet?" antwoordde
Thorpe. „Geef maar een schaal. Sally is
reeds naar bed ik zal ze wel even zelf aan
den overkant halen. Maar, zeg ik moet
[nog een drupje hebben."
„Ga eerst de oesters halen," zeide Mat, en
reikte hem een groot-en vleeschsehotel toe.
„Laten wij hem liever met zulk een sinjeur
[wakker maken. Kom, voort nu. tk zal je
naar beneden brengen, de kaars op de trap
laten staan en de deur op een kier, zoo.dat
ge gemakkelijk weder hoven kunt komen.
Pas op en zorg vooral voor het bord, als je
de straat oversteekt."
Met deze woorden ging Marksman met
hem naar de voordeur en keerde oogenblik-
kelijk naar zijn gaat terug.
Valentijn was nog in een diepen slaap ge
dompeld en snurkte reeds uit alle macht.
Mat's hand verdween weder in zijn zak, maar
kwam nu te voorsdhijn, en dezen keer zeer
spoedig, met het stuk was, dat hij dien och
tend gekocht had. Met zijn armen op de ta
fel geleund, maakte hij het sleuteltje van
den horlogeketting los, nam er een nauw-
keurigen afdruk van in was, van den ring
tot de pijp, maakte het toen weder aan den
ketting vast, nam van het stuk was de over
tollige gedeelten weg, borg het in een oude
tinnen tabaksdoos, die hij van den schoor
steenmantel kreeg, stale deze doos in zijn
zak en ging toen bedaard op zijne vroegere
plaats aan tafel zitten.
„Nu," zeide Mat, niet een blik op den be-
wusteioozen Blytlb, toen hij zijn pijp weder
aangestoken had, „nu, schilder, kunt gij
zoo spoedig wakker worden als ge wilt."
j Jack trad binnen. Een heftige slag van
de straatdeur kondigde zijn thuiskomst aan
een gestommel en geraas was liet bewijs
dal hij de trap opklom een gil, een harde
bons en een luide lach strekten ten bewijze
dat bij boven was. Mat stond onmiddellijk
'op cn vond hem op den grond liggen en den
sdhotel in duizenden Hukken onder aan de
trap en de oesterschelpen iu alle richtin
gen verspreid.
„Bezeerd?" vroeg Mat, Ibem bij den kraag
vattende en hem in do kamer sleepende.
„Neen, in het geheel niet," antwoordde
Jack, en lachte zoo hartelijk, alsof zijn val
slechts Jen aardigheid was geweest. „Ik heb
Blyth zeker wakker gemaakt (dat is jam
mer). En onze grap valt nu ook in het wa
ter. Goede hemel! Kijk eens hoe verschrikt
hij er uitziet!"
Valentijn was inderdaad geschrikt. Hij
stond op, leunde tegen den muur en zag met
de grootste verwondering de kamer rond- Of
zijn korte slaap, of de wijze waarop h(j daar
uit ontwaakt was, hadden in hem een veran-
dering teweeggebracht, maar niet tot zijn
voordeel. Toen hij zich langzamerhand zijn
'toestand herinnerde, was. al zijn spraakzaam-
jkeid en hartelijkheid verdwenen. Hij schud-
de droevig het hoofd'; weigerde iets te eten
of te drinken, en zeide op doffen, plechtigen
toon, dat zijn gestel nu geheel iu de war was
j teu gevolge van zijn verkeer in dit ge
zelschap, en drong er op aan terstond naar
huis te gaan, wat Jack daar ook tegen in
bracht. De huisbaas, die door het gedruiseb
uit zijn winkel was gekomen en het zeer
wenschelijk achtte dat het gezelschap uiteen-
I ging voor er nog meer groc gebruikt werd,
liep snel naar heneden en haalde een rijtuig
en het gevolg hiervan was, dat alles af
liep zooals de tabaksverkooper het wenischte.
Op het oogenblik toen het geratel der wielen
gehoord werd, vroeg Blyth zijn hoed en jas;
en m eenig verzet we.r4.Wj teh laatste injkft
rijtuig geholpen op d® voorkomendste er
vriendelijkste manier door Marksman zelf.
„Doe de lichten hoven nit en help dat jonge
mensch in bed, wilt ge?" zeide Mat tot zijn
huisheex-, toen zij te zamen aan de deur ston
den. „Ik moet wat versche lucht gaan
scheppen."
Met deze woorden verliet hij hem, en toen
hij aan het einde der straat gekomen waa
sloeg hij in plaats van rechts den weg te
nemen die naar buiten leidde, linksom en
bevond zidh weldra in de onaanzienlijkste
straten van deze wijk, waar de versche luoht
sedert jai-en niet was doorgedrongen en stel
selmatig geweerd was, behalve onder het gif
tig geleide van de dietricts-overheid: Koning
Slijk. Flink doorstappende, riohtte Marks
man zijne schreden naar die lage en kleine
woningen, welke hij reeds eenmaal bezocht
had, en stond stil voor den oudroestwinkel.
Deze was gesloten; maar een mat licht, al»
van een kleine kaars, straalde door de reten
en de ronde gaten hoven in de luiken, en
toen Marksman aan de deur klopte, werd die
terstónd geopend door denzelfden persoon,
waarmede hij dien ochtend gesproken bad.
„Heb je 't?" vroeg de vuile man met
schorre stem, terwijl hij de deur half opende.
„Alles in orde," antwoordde Mat, met zijn
zwaarste stem en overhandigde hem de ta
baksdoos.
„Wij bebbéO jnorgenavond gezegd, niefe,
NIEUWE HAARIEMSCHE COURANT