Rijwielbanden Madonna. DE TOESTAND IN BELG1E Hoeiikoopsi adres H. J. V. d. MEER, Schajjcbeistraat 7-9 bij de Anegaig. DE OORLOG BINNENLAND FEUILLETON (Van onzen Brusselschen Correspondent. Brussel, 17 Sept. 1915. De nieuwe Belgische onderwijs-wet zal te oeginnen met dit nieuwe schooljaar door de Duitschers moeten worden uitgevoerd. Z'j doen dit in overeenstemming; met de bepalingen der Jlaagsche conventie en derhalve zuil ui zij het doen in den geest van de vret, zooals zij indertijd door de Belgische Kamer werd aangenomen. Velen zijn nu benieuwd over het verschil, dat er bestaan zal tusschen de Duitsche en de Belgische toepassing der taal. Het gaat hier natuurlijk weer over het al of niet Vlaamsch in de uitvoering en over de vraag of het uitvoerend gezag- zich meer onbekrompen dan vroeger toonen zal. Het is te verwachten, dat de bezetter voor- loopig niet zal afwijken van de officieele wetsinterpretatie, omdat hij in niets zal wil len afwijken van de bepalingen der Haag- sche conventie. Dit is in het afgeloopen jaar ♦oldoende gebleken. Het vreemde verschijn sel doet zich voor, dat de nieuwe wetten ge heel zullen worden toegepast buiten de Bel gische ministers om. Hoe zal het dus nu worden: naai den Vlaamschen of naar den Waalschen kant? 'Afwachten is hier de bood schap. Overdreven is natuurlijk de toets, welke velen aan de komende uitvoering' mee- nen te mogen toepassen over Vlaamsche^ of Waalsche gezindheid der Duitschers, welke zij meenen, dat uit de uitvoering! der nieuwe Wetten zou kunnen blijken. Bocht door zee zaL ook wel hier het parool zijn om tusschen al die jptroomingen en partijen goedschiks heen te zeilen. Anders voorwaar toch al geen pleizierig werkje, waar men reeds door .de geheele wereld op z'n vingers wordt ge keken. Er zal over deze kwestie nog wel een en ander te schrijven komen. Beide partijen speuren nu reeds naar welken kant de uitvoering zou kunnen overheden. Bij het invullen van de kaarten, welke moeten dienen om aan te duiden welke de moedertaal is der kinderen, is al verschil gerezen en moet al bij voorbaat Fransch zijn ingevuld. Daarover kan dus al de strijd beginnen, naar het schijnt in hoofdzaak tegen sóm mige schoolopzieners. De volgende mededeeling kan een overzicht geven van de werkzaamheid der Brusselsche spijshuizen. Tot einde Juli werden in Brussel en" voorsteden 969.439 maaitijden verstrekt tegen geringen prijs. Van deze goedkoops maaltijden kunnen siecht3 gebruik maken die personen, die tengevolge van den oorlog hun inkomen zagen verminderen en geen onder stand genieten. De ingezetenen van Ander- lecht maken van de geboden gelegenheid het meeste gebruik. Na een onderzoek, dat naar de levensvoorwaarden van deelnemers aan het werk der spijshuizen werd ingesteld, wer den meer dan 300 kaarten ontnomen. Ofwel vrees voor het onderzoek ofwel het feit, dat •wellicht betere gevoelens bovenkwamen deed S95 personen besluiten hunne kaarten uit eigen beweging terug te zenden. Och, ais ai ie menschen er eens toe konden besluiten oit eens daadwerkelijk te uiten, dat zij weten en voelen een deel te zijn van het gemeene- bestl Want zou er zelfs in onzen economi- schen tijd, in onzen tijd van economische berekening, wel ooit zoozeer aan den lijve ondervonden zijn hoeveel er- gerekend en gewikt en gewogen moet worden juist tor wille van dat algemeen welzijn? En niet alleen in de oorlogvoerende landen. Boven dien moet gelet op zoovele verhoudingen. Juist om den ouderlingen samenhang. Zou den bijv. ook de landbouwers wel odit de praelische zuinigheid in die mate hebben betracht als waartoe zij nu gedwongen zijn? Zoo was eene oude gewoonte onzer Belgische landbouwers om een gedeelte van den rog ge oogst voor het voedsel van het vee af te zoiideren. Dit geschiedde vooral in de zand achtige streken van het Noorden. Maar dit jaar. waarin men op alles moet zijn be dacht op zuinigheid, bij alles wat de bodem opbrengt, niets onpractisch mag worden aan gewend, eiseht de voorzorg, dat alle rogge voor de voeding van den mensch wordt gebruikt. De roggeoogst is derhalve in be slag genomen evenals de tarweoogst. Niets mag verspild en niets voor de volksvoeding Verloren gaan. Overal waar rogge verbouwd werd, beschouwde men deze als een graan gewas voor de bereiding van brood bestemd. Slechts toen er dit jaar kunstmatig voeder ontbrak, werd een deel van den roggeoogst voor veevoeder bestemd. Een verordening! van den Gouverneur Generaal beeft de hoeveelheid op. 7,5 kilogram per maand en per stuk groot vee gesteld. Dit moge gering schijnen maar toch be- teekent het niet minder dan 100,000 ton of een vierde deel van den geheelen Belgischen roggeoogst. Het Nationaal komiteit beijvert zich nu om te helpen de boeren van zeme len te voorzien. .Voorts worden tal van wen ken gegeven, terwijl ook kunstmatig voeder voor vee in België zelf zal worden bereid. Hef volgende kan als aansluiting dienen op, mijn laatsten brief. Het is officieel mee gedeeld: Er werd in den laatsten tijd her haaldelijk vastgesteld, dat in Groot-Brussel onbekende personen, die zich als geheime agenten der Duitsche politie uitgaven, met goed gevolg geldafpersingen gepleegd heb ben. Die personen beweerden door de Duit sche politie te zijn gelast tot het overgaan van huiszoekingen en aanhoudingen, ma-ar verklaarden zich echter bereid, van deze maatregels af te zien, wanneer terstond een borgsom gestort werd. De "betrokken per sonen lieten zich in verscheiden gevallen vinden om aan dat verzoek te beantwoorden en werden daardoor zeer benadeeld. Leden der Duitsche politie hebben in geen geval het recht, borgstelling ter plaatse aan te nemen, door welke aanhoudingen of andere rechtelijke maatregelen afgekeerd kunnen worden. Tegen de in mijn vorigen brief aan gehaalde feiten zijn verder door den Gouver neur Generaal bereids strafmaatregelen be paald. .0. „GEKLEURDE" SOLDATEN IN DEN OORLOG. Het Duitsche ministerie van buitenland- sche zaken heeft een witboek doen verschij nen, waarin het gedrag der gekleurde troe pen op het slagveld.wordt besproken. Zoo- als bekend is, wordt het gebruik van ge kleurde troepen in een Europeeschen oor log niet als strijdig tegen het volkenrecht beschouwd. Een andere vraag is echter, of niet de eiscb moet worden gesteld, dat deze troepen zoodanig onder tucht gesteld moeten zijn, dat zij hun gebruiken van oorlogvoeren niet in een Europeeschen oor log kunnen overbrengen. iWjat Reze gebrui ken zijn, blijkt uit de documenten, in dit witboek openbaar gemaakt. Deze documen ten bevatten de beëedigde verklaringen van een aantal ooggetuigen, brieven van Fran sche militairen, op het slagveld gevonden, het verhaal van den vrijwilliger Goorg .Wolf, wien beide oogen doör zouaven werden uitgestoken enz. Uit alle stukken blijkt, dat het afsnijden van vingers en ooren her haaldelijk is voorgekomen. Het is zelfs geen ongewoon geval, dat de zwarten een snoer van afgesneden ooren als krijgstropee bij zich dragen 1 Erger nog, ook afgeslagen hoofden van vijanden worden in den ransel meegedragen I Dat aan het bezit van een afgeslagen hoofd blijkbaar veel waarde door de zwarten wordt toegekend, valt af te leiden uit de in het witboek meegedeelde gevallen, waar telkens blijkt, dat de zwar te soldaten, zelfs als zij gevangen genomen zijn, er zich met alle kracht tegen ver zetten, dat hun dit wordt afgenomen, ter wijl zij zich toch overigens alles zonder tegenstand laten afnemen. Zeer aangrijpend is de foto van den vrijwilliger LWolf en het daarbij in zeer sobere bewoordingen weergegeven verhaal van zijn ongeluk. Een Belgisch soldaat schrijft in een brief aan zijn broeder, dat hij met eigen oogen Duit schers door Indische soldaten beeft zien afmaken. Zij slaan, aldus de brief, den krijgsgevangenen het hoofd af, alsof het niets was. Sommigen dezer Indiërs dragen ook groote hamers bij zich, waarmee zij de krijgsgevangenen dood slaan. Treffend is de opmerking van dezen Belgischen sol daat: „Ik geloof niet, dat dergelijke din gen zijn voorgekomen in den Balkanoor log, 'toen wij toch zooveel van de verschrik kingen des oorlogs hebben gehoord. Het is waar, de Duitschers zijn onze vijanden, maar men moet toch op het vasteland van Europa meer *de mensclielijkheid betrach ten." Nog stuitender voor het natuurlijk gevoel is echter het in het witboek vermelde feit, dat voor het vervoer van gewonde krijgs gevangenen zwarte soldaten als begeleiders werden gebruikt en ook aan zwarte soldaten de bewaking van vrouwen werd overgela ten. Wat het gevolg van 'dit laatste was, behoeft wel niet nader te worden aange duid. Bij het vervoer van gewonde krijgs gevangenen onder bewaking van Senegalee- zen kwamen de meeste gevangenen niet meer levend op, de plaats van bestemming aan. Zij werden, volgens een uitlating van een Franschen dragonder-luitenant, uoor hun begeleiders neergestoken cn gedood. Voor deze laatste gevallen kan de Fran sche regeering geen verontschuldigingen vinden. Zij moet toch ten volle weten, wat zij van haar zwarte hulptroepen in dit op zicht kan verwachten en het zou haar toch slechts weinig moeite kosten, voor derge lijke. gevallen niet bij voorkeur zwarten te gebruiken. I VERSPREIDE BERICHTEN De politieke toestand in .Engeland. Uit Londen wordt gemeld, dat hoewel de meeningen 'der leden van het kabinet over de invoering van algemeenen dienstplicht in Engeland verdeeld zijn de. bewering, dat liet kabinet van p.l'an zou zijn, af te treden, teneinde nieuwe algemeene verkiezingen noo- dig te maken, om over deze. aangelegenheid te beslissen, toch voorbarig is. Intusschen heeft de pers van de voorstanders der conscriptie met vuur de uitdaging van de Daily, News aangenomen. Aan beide zijden geeft men zich blijkbaar de grootste moeite om de jongste mededeelingen van Asquith en Kitchener ten gunste van de eigen op vattingen te verdraaien en uit te leggen. De Daily News, die _de namen der .voorstanders van conscriptie in het kabinet heeft gepu bliceerd, stelt nu de liberale leden van het kabinet, die de invoering van den algemeenen dienstplicht ondersteunen, aan de kaak. Het blad beschouwt deze ministers blijkbaar als verraders in het liberale kamp. De meer verantwoordelijke bladen geven den raad, zich' te matigen en .wijzen erop, dat het eenig noodige is, de zege te bevechten en dat de .wjjze, waarop men daartoe komen moet uitsluitend de zaak van het coalitie- ministerie is en niet het onderwerp; van partij twisten moest vormen, p© goed onderrichte politieke medewerker van de Standard vat den toestand van het ministerie als .volgt te sqmen De voorstanders van gedwongen dienst neming! In het kabinet zijn, volgens de „Daily News": Curzon, Landsdowne, Lloyd George, Churchill, Bonar Law, Long, Ohamberline, Selborne en Carson. Zou 'n «nti-cïericale Fmnsche regeering dat doen? Over bet Elzas-Lotharingsche vraagstuk is, naar da Gaulois mededeelt, een boek ver-, schenen van Henri en Andre Lichtenberger. De Gaulois geeft de inzichten van de schrij vers weer omtrent den overgang van deze provincies aan Frankrijk voor het geval, de Franschen de overwinning behalen. De Elzas is in het bijzonder gedurende da laatste 40 jaren, vooral op industrieel gebied, door oeco- nqmischa banden aan Duitschland verbonden. Daarom zouden bijzondere overeenkomsten moeten worden gesloten teneinde deze be trekkingen niet te plotseling te verbreken. Nog moeilijker ligt het vraagstuk ten op zichte van den godsdienst en de opvoeding. Voorat in den Elzas, doch ook ia Lotharin gen wordt zeer veel Duitsch gesproken. 'Het is verkeerd, het Duitsche stelsel na te vol gen en de vreemde talen te onderdrukken, hoewel het onderwijs in het Fransch natuur lijk zeer moet worden uitgebreid. Daaren tegen is het niet gewenscht, dat de schei ding van kerk en staat en het anti-clerikale streven in den Elzas zou worden ingevoerd, want het onderwijs ligt grootendeels in han den der geestelijkheid. Da Gaulois wijst er op, 'dat ook de abbé Wetterlé in zijn boek „Ce qui était l'Assaee Loraine et oe qu'elle sera", heeft 'gewezen op de noodzakelijkheid, Elzas-Lotharingen zijn bijzonder karakter te laten behouden. Zou 'n anti-clericale Fransche regeering dat doen?... Wij gelooven het nog niet. Z. II. de Paus en de krijgsgevangenen. In de „Osservatore Romano" wordt thans medegedeeld, dat de Duitsche regeeringzich had beklaagd over den toestand der Duit sche krijgsgevangenen in Dahomey en dat bij wijze van weerwraakmaatregel een groot aantal Fransche krijgsgevangenen waren overgebracht naar de moerassige streek van Neuenkïrchen. Overeenkomstig het verzoek van aanzienlijke Fransche Katholieken wend- j da de H. Stoel zijn bemiddelenden invloed aan bij de regeering te Berlijn, en thans vernemen wij met voldoening dat de Fran sche regeering de Duitsche gevangenen uit Dahomey heeft overgebracht naar meer ge zonde streken in N.-Afrika, de Duitsche regeering heeft nu de „représaille-kampen" van Neuenkirchen opgeheven. De Duitsche regeering heeft haar gezant opgedragen .den H. Stoel hiermee in kennis te stellen en tegelijkertijd hem gelast aan Z. H. voor diens mensehlievende bemidde- ling de gevoelens van de meest oprechte dankbaarheid der keizerlijke regeering over te brengen. Nasporing van Duitsche bloedverwanten. Nasporing van vermiste bloedverwanten. Het Comité „i'Oeuvre des Missions Africaines" verzoekt ons opname van de volgende publicatie: Naar men weet heeft Z. H. de Paus, getroffen door de talrijke tot hem gerichte brieven, waarbij in -ongerustheid verkeerende menschen hem ver zochten. zijn invloed aan te wenden ten einde hun behulpzaam te zijn bij de nasporing van tijdens den oorlog verdwenen bloedverwanten, in het Vaticaan een inlichtingsbureau op gericht als tijdelijke onderafdeeling van het staatssecretariaat. Hij verzocht tevens Mgr. dr. Schulte, bisschop van Paderborn (D.) in wiens diocees vele en groote krijgsgevangenenkampen gelegen zijn, zich met de opsporing van Bel gische, Fransche en Engelsche krijgsgevangenen in Duitschland te willen belasten. De bisschop van Freiburg in Zwitserland werd door den H. Stoel aangewezen als tusschenpersoon tus schen de families van de landen der Entente en Duitschland en omgekeerd (ook in Frankrijk worden nl. nasporingen gedaan naar Duitsche vermisten). Mgr. Bovet, bisschop van Freiburg, heeft daarop met toestemming der autoriteiten in Duitschland een der professoren zijner bis schopsstad, den heer Devaud, aangewezen om de interneeringskampen in Duitschland te bezoeken en zorg te dragen voor de opsporing van offi cieren en soldaten, die verdwenen zijn zonder eenig spoor achter te laten, die op geen enkele officiëele lijst van gevangenen, gewonden of gesneuvelden voorkwamen en omtrent wie de vereeniging van het Roode Kruis geen inlich tingen hebben kunnen verschaffen. Ongeveer 40,000 dezer nasporingen zijn op het oogenblik reeds ondernomen. Om de vermisten terug te vinden worden lijsten, vermeldende hunne namen en signalementen, geregeld bijna dagelijks naar alle kampen en hospitalen, waar zich krijgsge vangenen bevinden of verpleegd worden en naar alle vereenigen, die van de opsporing der ver misten werk maken, verzonden. Tot de soldaten wordt dan het verzoek gericht, deze in het openbaar aangeplakte lijsten, in te zien en van al hetgeen hun omtrent den eenen of anderen hunner vermiste kameraden mocht bekend zijn, mededeeling te doen. Alle op deze wijze verkregen gegevens wor den naar Paderborn verzonden en vandaar door tusschenkomst van het Freiburgsche bureau aan de betrokken families verstrekt. Een groot aantal vermisten zoowel gesneuvelden als andéren, om trent welke het Roode Kruis of de ministeries geen inlichtingen hadden kunnen geven, zijn op deze wijze opgespoord (einde Juni bedroeg dit aantal 4000). Ter bespoediging van dit onderzoek en tevens om meer orde te brengen in de voor de opspo ring van zooveel vermisten van verschillende nationaliteit te nemen maatregelen en een onnoo- dig dubbel onderzoek te voorkomen, is nu het volgende bepaald. Het bureau te Freiburg zal met medewerking van den bisschop van Paderborn zich blijven be lasten met de nasporingen in Duitschland van Fransche vermisten en van Duitsche vermisten in Frankrijk, doch zal voortaan geen gevolg meer geven aan verzoeken betreffende Belgische en Engelsche vermisten. In het vervolg zullen deze behandeld worden door de Katholieke missie te Keer bij Maastricht, die de aanvragen zal verzamelen, lijsten opma ken en verzenden naar Paderborn, waar voor de aanplakking en openbaarmaking in de kampen wordt zorg gedragen, en de van Duitschland ontvangen antwoorden aan de familieleden der Belgische of Engelsche vermisten zal doen toe komen. De verzoeken om inlichtingen moeten gericht worden aan het adres „Oeuvre des Missions Africaines a Keer prés Maestricht." De bemoeiingen van het Liefdewerk zijn ge heel kosteloos. Daar echter aan de nasporingen vele uitgaven verbonden zijn, zullen alle giften, ook kleine, in geld of postzegels ter bestrijding der kosten, dankbaar aanvaard worden. Terug van den oorlog in bet Ooston. Het volgende is een uittreksel van een brief door een Hongaarsch ingenieur gezonden aan „Az Est" te Boedapest. Steller is de heer Ladislas Fehèr, die sedert jaren te Peking woont en onlangs door den president der Chineesche Republiek ontvangen werd: „Tijdens eene audiëntie, welke hij mij verleende, heeft de dicta tor mij de verzekering gegeven, van de absolute onzijdigheid van China, en van zijne „hooge vriendschap" voor Duitschland en Oostenrijk- HongarijeHier in China weet men nage noeg niets van den oorlog afHet volk weet het alleen door de talrijke gevangenen, die uit Siberië naar het „Hemelsche Rijk" gevlucht zijn. De diplomatieke vertegenwoordigers der oorlog voerende mogendheden te Peking ontwijken elkaar zorgvuldig, ofschoon de Engelsche gezant, sir Jordan, in het begin van den oorlog getracht heeft om de goede verstandhouding tus schen de Europeanen te doen voortduren. Sir Jordan zeide o. a. tot den Duitschen gezant: „Wij zijn heden tegenstanders, dat is zoo, doch de verzoening zal stellig eens plaats vinden. De vijand is het gele ras Sedert den val van Tsingisau is de oppositie tusschen Engelschen en japanners scherper ge worden. De Engelschen kunnen het den Japan ners niet vergeven, dat de Engelsche troepen bij deze gelegenheid verplicht zijn geweest om de eer te bewijzen aan de Japansche vlag, en waar zij eenigszins kunnen, toonen zi] hun mistrouwen tegen de „Japs". Van zijn kant verbergt de Japansche gezant, de heer \V. Hiroki, geenszins zijn afkeer voor de Engelschen en maak. van iedere gelegenheid gebruik om zijn voorliefde voor al wat Duitsch is aan den dag te leggen. Daarentegen zijn de betrekkingen tusschen de diplomatieke vertegen woordigers van Japan en Rusland bijzonder intiem. De zwaarwichtige Russische gezant, de heer Kroupensky, doet in de japansche legatie alsof hij thuis was WIE VERGETEN WORDEN. In zijne nota aangaande den economiscnen toestand over de maand Juli waarvan wij een uittreksel publiceerden, vestigde de minister van Landbouw enz. o.m. de aandacht op den kleinen winkelstand, welke volgens hem „in tal van groote steden" den nadeeligen invloed ondergaat van den slechten toestand. Naar aanleiding daarvan doet de Maasbode terecht opmerken: Wie dus het meest, te dragen hebben van den last der buitengewone omstandighedene zijn de kleine zelfstandigen. Wij vergeten hierbij niet, dat veie arbeiders werkloos zijn geworden. Doch, zoo de werk loosheid al niet geheel heeft plaats gemaakt voor drukken arbeid, dan mag niet vergeten worden, dat kleine zelfstandigen veel minder in uitkeeringen deelen en toch mede den vollen druk der duurdere tijden dragen. Zij genieten vaak alleen tegemoetkoming door de brood- en vleeschpolitiek dor Regeering. Met welk een vreugde zullen zij daarvan ge bruik gemaakt hebben. Een budget van een ambtenaarsgezin ver toont in de nota als weekuitgaaf vóór den oor log (in Juli 1914) 24.10, een jaar later 28,94, doch terzelfder tijd door het regee- ringsbrood en vleesch 20.60. Dat voordeel genieten ontegenzeggelijk ook de winkeliers, de rijveren, in het algemeen de kleine zelfstandigen. Doch naast de opdrijving welke dan nog in hun budget te Bespeuren is, hebben ze al te veelvuldig groote vermindering van inkomen te constateeren. Nu is slechts de groote vraag, of bij de veler hande maatregelen, welke door de Regeering genomen worden aan deze achteruitgedrongen bevolkingsgroep wel genoeg wordt gedacht. Wat is er bijvoorbeeld in het begin der meel- verschaffing voor het regeeringsbrood niet slordig omgesprongen met het belang der bak kers, die in verschillende plaatsen zeer uiteen- loopende prijzen betalen moesten voor de grond stof, waarvan ze toch allen hetzelfde brood voor denzelfden prijs vervaardigen moesten. Later is gelukkig een eenheidsprijs ingevoerd. Maar aanvankelijk was het, alsof de bakkers waarvan onder gewone omstandigheden reeds een groot deel nauwelijks drijvende blijft, zoo goed als vergeten werden. Wie levert ons de breed-opgevatte critische studie over de beteekenis der Verschillende re- geeringsmaatregelen in economisch opzicht en. vooral hun invloed op de positie der verschil lende bevolkingsgroepen? Het zou blijken, gelooven we, dat de maat regelen der Regeering (en der N. O. T. I) den zegen doen neerdalen vooral daar, waar hij het minst onontbeerlijk is. Naar onze overtuiging, aan dageRjkscke in drukken gevoed, zou blijken, dat tot heden de kleine zelfstandigen te veel neerzitten aan de schaduwzijde van ons maatschappelijk erf, waarop toch reeds de zon der welvaart zop rijke bundels van haar licht neerzendt. Dat men hunner meer gedenke. TEGEN DE TABAKSBELASTING. Vanwege het Bestuur van het verbond van vereenigingen van sigarenfabrikanten in Nederland is aan de Tweede Kamer een adres gezonden, aanvoerende eenige bezwaren tegen eene tabaksbelasting. Adressant voert o.a. aan: dat de gerechtvaardigde vrees bestaat en dat ervaringen in Duitschland hebben Naar den roman van W. COLLINS. (Uit het Engelsch). »De huid van je hoofd hè!" herhaalde 7 alen tij n, met zijn welluidende stem en dronk Feder ueu teug uit zijn glas, wierp zich aoh- I °ver in zijn stoel en nam nog steeds niet minste notitie van Jack. legde zijn pijp neder en zag een oogen- Li Blyth sterk aan daarop begon hij Ug en gehoorzaam te vertollen, zonder aansporing af te wachten, jthorpe zette zich zoo gemakkelijk moge- ten ii'^- me* a^e aandadbt te kunnen luisite- t uui keerde zijn rug naai- Vaten tijn toe) sterkte zijn beenen in hunne volle lengte i den grond uit. .)va6 0V6r höt algemeen zeer be- fchtori Xuet "'"•in verbalen, die zijn eigen ge- Itaof ms bevatten: maar ditmaal was bet kn vi-i eiud aau zou komen. In plaats buis tAl! ,het verkort verhaal der gebeur- KlU'ri^i. j' Jack op de brug van Pr voo,- 1 medegedeeld, toen zij elkan- net eerst ontmoetten, daalde hij thans telkens tot de kleinste bijzonderheden af en schilderde hij de gevaren, welke bij doorstaan had, altijd op denzelfden en lang- zamen toon. Na eenige minuten gevoelde Jack een ze kere lusteloosheid, die zich langzamerhand geheel van hem. meester maakte, maar deze verdween eensklaps, toen hij achter zich een vervaarlijk geraas hoorde. Hij zag rond. Daar lag Blyth in een diepen slaap, met wijd geopenden mond en uitgestrekte armen. „Pas op," fluisterde Mat, toen Jack een uitgepersten citroen opnam en dezen in Va- lentijn s mond wilde stoppen. „Maak hem niet wakker. Hebt gij lust in wat oesters?" I „Wel zeker, waarom niet?" antwoordde Thorpe. „Geef maar een schaal. Sally is reeds naar bed ik zal ze wel even zelf aan den overkant halen. Maar, zeg ik moet [nog een drupje hebben." „Ga eerst de oesters halen," zeide Mat, en reikte hem een groot-en vleeschsehotel toe. „Laten wij hem liever met zulk een sinjeur [wakker maken. Kom, voort nu. tk zal je naar beneden brengen, de kaars op de trap laten staan en de deur op een kier, zoo.dat ge gemakkelijk weder hoven kunt komen. Pas op en zorg vooral voor het bord, als je de straat oversteekt." Met deze woorden ging Marksman met hem naar de voordeur en keerde oogenblik- kelijk naar zijn gaat terug. Valentijn was nog in een diepen slaap ge dompeld en snurkte reeds uit alle macht. Mat's hand verdween weder in zijn zak, maar kwam nu te voorsdhijn, en dezen keer zeer spoedig, met het stuk was, dat hij dien och tend gekocht had. Met zijn armen op de ta fel geleund, maakte hij het sleuteltje van den horlogeketting los, nam er een nauw- keurigen afdruk van in was, van den ring tot de pijp, maakte het toen weder aan den ketting vast, nam van het stuk was de over tollige gedeelten weg, borg het in een oude tinnen tabaksdoos, die hij van den schoor steenmantel kreeg, stale deze doos in zijn zak en ging toen bedaard op zijne vroegere plaats aan tafel zitten. „Nu," zeide Mat, niet een blik op den be- wusteioozen Blytlb, toen hij zijn pijp weder aangestoken had, „nu, schilder, kunt gij zoo spoedig wakker worden als ge wilt." j Jack trad binnen. Een heftige slag van de straatdeur kondigde zijn thuiskomst aan een gestommel en geraas was liet bewijs dal hij de trap opklom een gil, een harde bons en een luide lach strekten ten bewijze dat bij boven was. Mat stond onmiddellijk 'op cn vond hem op den grond liggen en den sdhotel in duizenden Hukken onder aan de trap en de oesterschelpen iu alle richtin gen verspreid. „Bezeerd?" vroeg Mat, Ibem bij den kraag vattende en hem in do kamer sleepende. „Neen, in het geheel niet," antwoordde Jack, en lachte zoo hartelijk, alsof zijn val slechts Jen aardigheid was geweest. „Ik heb Blyth zeker wakker gemaakt (dat is jam mer). En onze grap valt nu ook in het wa ter. Goede hemel! Kijk eens hoe verschrikt hij er uitziet!" Valentijn was inderdaad geschrikt. Hij stond op, leunde tegen den muur en zag met de grootste verwondering de kamer rond- Of zijn korte slaap, of de wijze waarop h(j daar uit ontwaakt was, hadden in hem een veran- dering teweeggebracht, maar niet tot zijn voordeel. Toen hij zich langzamerhand zijn 'toestand herinnerde, was. al zijn spraakzaam- jkeid en hartelijkheid verdwenen. Hij schud- de droevig het hoofd'; weigerde iets te eten of te drinken, en zeide op doffen, plechtigen toon, dat zijn gestel nu geheel iu de war was j teu gevolge van zijn verkeer in dit ge zelschap, en drong er op aan terstond naar huis te gaan, wat Jack daar ook tegen in bracht. De huisbaas, die door het gedruiseb uit zijn winkel was gekomen en het zeer wenschelijk achtte dat het gezelschap uiteen- I ging voor er nog meer groc gebruikt werd, liep snel naar heneden en haalde een rijtuig en het gevolg hiervan was, dat alles af liep zooals de tabaksverkooper het wenischte. Op het oogenblik toen het geratel der wielen gehoord werd, vroeg Blyth zijn hoed en jas; en m eenig verzet we.r4.Wj teh laatste injkft rijtuig geholpen op d® voorkomendste er vriendelijkste manier door Marksman zelf. „Doe de lichten hoven nit en help dat jonge mensch in bed, wilt ge?" zeide Mat tot zijn huisheex-, toen zij te zamen aan de deur ston den. „Ik moet wat versche lucht gaan scheppen." Met deze woorden verliet hij hem, en toen hij aan het einde der straat gekomen waa sloeg hij in plaats van rechts den weg te nemen die naar buiten leidde, linksom en bevond zidh weldra in de onaanzienlijkste straten van deze wijk, waar de versche luoht sedert jai-en niet was doorgedrongen en stel selmatig geweerd was, behalve onder het gif tig geleide van de dietricts-overheid: Koning Slijk. Flink doorstappende, riohtte Marks man zijne schreden naar die lage en kleine woningen, welke hij reeds eenmaal bezocht had, en stond stil voor den oudroestwinkel. Deze was gesloten; maar een mat licht, al» van een kleine kaars, straalde door de reten en de ronde gaten hoven in de luiken, en toen Marksman aan de deur klopte, werd die terstónd geopend door denzelfden persoon, waarmede hij dien ochtend gesproken bad. „Heb je 't?" vroeg de vuile man met schorre stem, terwijl hij de deur half opende. „Alles in orde," antwoordde Mat, met zijn zwaarste stem en overhandigde hem de ta baksdoos. „Wij bebbéO jnorgenavond gezegd, niefe, NIEUWE HAARIEMSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5