BINNENLAND ONANCIEELE BERICHTEN 4Usee ^faatsSoferij* KATHOLIEKENDAG VOOR HET NOORDEN. 18 333 731 1100 1461 1090 193 262 288 349 377 412 520 777 860 876 951 1226 1457 1658 1687 1802 7010 7012 7030 7101 7113 7121 7125 7142 7148 7216 7225 7248 7340 7371 7403 7416 7481 7504 7522 7524 7528 7544 7609 7630 7645 7710 7712 7749 7777 7799 7821 7918 7937 7956 7967 a>10 8020 8034 8147 8181 8280 8357 8490 8491 8599 8607 8680 8683 8693 8806 8344 9034 9057 9116 9228 9257 9401 9420 9421 9133 9488 9519 9533 9540 9557 9566 9600 9?36 9647 9656 9729 9775 9832 9909 9934 9953 9980 9985 9980 10001 10029 10060 10069 10Ü76 10073 10075 10105 10150 10151 10166 10185 10195 10259 10285 10341 10344 10389 10422 10505 10549 10619 10628 10635 1066 10779 10795 10802 10809 10S29 10888 10891 10927 11086 11144 11172 11173 11178 11185 11275 11277 11312 11411 11439 11504 11584 11639 11641 11651 11685 11709 11744 11746 11751 11853 11867 11873 11892 11926 11994 12010 12037 12077 1214S 12214 12249 12308 12403 12425 12452 12-.56 12460 12526 12532 12575 12578 12630 12755 12761 12834 12849 12909 12912 12932 12954 13021 13060 13140 13144 13304 13364 13370 13376 13411 13480 13522 13610 13655 13üy6 13725 13782 13901 14019 14042 14044 14047 14077 14166 14216 14218 14219 14285 14324 14345 14388 14401 14531 14555 14585 14587 14631 14674 14768 14775 14793 14800 14803 14832 14836 14886 14967 15113 15129 15132 16145 15187 15224 15298 15351 15365 15384 15542 15620 15643 15690 15717 15769 15802 15819 15869 15898 16933 15936 15951 15959 16009 16050 16087 16110 16115 16168 162ür 16236 16272 16326 16346 16415 16446 16561 16573 16575 16590 16713 16732 17017 17025 17077 17133 17188 17208 17247 17261 17265 17314 17355 17445 17560 17675 17698 17705 17706 17727 17802 17806 17975 18019 18025 18073 18246 18250 18327 18340 18377 18389 18393 18403 184Ü8 18530 18681 18(28 18736 18767 18(64 18804 18810 18920 18960 190/7 19086 19099. 19102 19168 19178 19418 19493 1.9587 19625 19634 19646 19655 19688 19689 19750 19/53 19812 19835 19889 19903 19909 19933 19965 20013 20019 20109 20115 20119 z0i40 20158 20174 20-2/ 20254 20281 20297 20340 20357 20366 20369 20393 2u39ö 20397 20398 20437 20458 20504 20548 20688 20638 20661 20681 20(89 20807 20834 20858 20890 20910 20984 5e klasse le lijst: 20644 m.z. 20674; 6595 m.z. beperken zich' tot de verkenningen der Verhoudingen onmiddellijk voor hun front. Pngetwijfeld hadden ze van den aanvang ff gebrek aan een werkelijk goed en goed geoefend aviateurscorps; hun verliezen aan Aviateurs, zoowel door naar beneden schie ten als ook door weersomstandigheden, zijn fceer groot geweest. De Karpatiien hebben nen een groot aantal vliegers gekost. Door deze verliezen is het getal der zich nog in dienst bevindende werkelijk goede aviateurs geer beperkt. Zij worden bepaald ontzien, "m een voorbeeld te noemen: ik ben twee aanden aan het gevechtsfront in het Oos- en geweest, zonder ook maar één enkelen teissischen vlieger te zien. In het begin an den oorlog vlogen de Russen ook ta melijk laag, wat hun eveneens op een aan- al machines te staan is gekomen. Nu zijn se slimmer geworden en blijven ze door gaans op grooter hoogte, i Het materiaal aan vliegmachines, dat de Russen mee in het veld namen, was over wegend van Franschen oorsprong. Van Russisch maaksel waren eigenlijk alleen de reuzenvechtmachines Sikorski, waarvan de Russen zich wonderen voorstelden, doch die Peer weinig hebben uitgericht en nauwe lijks te voorschijn zijn gekomen, i Wanneer we dan het Russische met het Öostenrijksch-Hongaarsche aviateurscorps Vergelijken, kan het oordeel, zoowel wat materiaal als vooral wat oefening en pres taties betreft, slechts ten gunste van het laatste uitvallen. Gedurende bijna 10 maan den van den oorlog hebben de K. en K. vlie gertroepen getoond, dat zij zoowel wat uit rusting, als vooral wat durf en uithoudings vermogen aaügaat, op buitengewoon hoogen trap staan en verre superieur boven de Russen. Het beschieten van luchtvaartuigen is met het oog op de groote hoogten, waarop tegenwoordig wordt gevlogen en de snelle verplaatsing van het bevochten doel buiten gewoon moeilijk en er behoort werkelijk eenig geluk bij om een vliegmachine tot dalen te brengen. De talrijke beschietingen van vliegtuigen, waarvan ik getuige was, zoowel van ons als van de Franschen, ble ven steeds zonder gevolg. Het meeste re sultaat werd nog met houwitsers behaald, doch men gebruikt deze met het oog op het groote munitieverbruik niet graag tegen de, aviateurs. In het algemeen is, echter een hevige beschieting reeds voldoende om een vlieger tot den terugtocht te doen beslui ten, zoodat hij zijn opdracht, bommen te gaan werpen, niet kan volvoeren. Dat hoe langer hoe meer steeds grooter wordende aantallen luchtschepen en vlieg machines in onderling verband optreden, wijst op de nieuwe wegen, welke de lucht oorlog in de toekomst zal inslaan. In elk geval kunnen wij deze ontwikkeling rustig tegemoet zien, daar wij ons overwicht op onze tegenstanders zoowel op het gebied van de luchtschip- ais van de vliegdieust- organisatie, wat kwaliteit zoowel als wat kwantiteit betreft, hebben doen blijken en onze aviateurs, wat durf en bekwaamheid aangaat, werkelijk onovertrefbaar zijn. DE AANVAL OP MARIE THéEèSE. Zijn verhalen over den strijd in Argoune voortzettend, vertelt Reruhard Kellermaun in het „Berliner Tageblatt" verder van den aan val op Marie ïhérèse nog het volgende: „Precies om acht uur begon het. Óp dat oogenblik vuurde een zwaar stuk en het donderde in Argonne. De zware kanon nen vuurden nu salvo's al!. Pauze. Toen be gun het aan alle kanten. i>e kanonniers had den overal gereed gestaan, gioeiend van stiijdiust. De granaten zaten ai in den loop, de stukken waren gericht. Nu trokken ze af. De hel raasde, donderde, laetite, ratelde, liet blies, siste en huilde in de lucht. Het stampte, beukte, stommeMe en knorde. Soms klunk het aisof een reus, zoo groot als een berg, met een hamer op een stalen wand siotg. Woedend en bescüonken. De kanon niers werkten als gek geworden duivels. De granaten moesten vanzeif in de heete loopen springen. De een achter de ander aan. Seüot. Laden. Het zweet loopt hun over het gezicht. Maar zij zijn in huu element. Links boven mij, aan mijn linkeroor, vuurt met harde sagen een zware batterij. Zoo, dat de grond siduerL De projectielen rommelen en ratelen door de lucht als een spoortrein, die over een brug gaat. Rechts boven, aan mijn rechteroor, knalt een batterij. Eu de granaten vliegen er xnet een sis uit, alsof eeu locomotief de veiligheidsklep openzet. Daarbij komt tiet kraken en knetteren van het sprin gen der granaten, dat wij duidelijk hooren, daar we er niet ver van af zijn. Ei1 is een geraas in de tucht, zooais wamjeer een trein euu dal, een kloof passeert. ïusschenbeide hoort men een geschreeuw eu een gekerm uit de lucht, alsof menschen door demonen Winden ontvoerd en wauüopig jammeren. Dat is het begin. Drie uren, drie volle aren, tot elf uur toe, moet dit vuur duren. Het is de openuig van het schaakspel, dat men mij gisteren heeft uitgelegd. Mudra speelt. Dit is de opening van Mudra. Ik zou *><iuawsarank deed 'hem spoedig zwijgen. Hij bepaalde zich dus om slechts in afgemeene bewoordingen over Jack's toekomstige plan- hen te spreken, en trachtte Marksman de noodzakelijkheid ervan te doen inzien, om al den invloed dien hij op het jougemensoh had te gchruiaen, om hem tot kalmte en ijver aan te sporen, zóodat hij er niet alleen in siagen mocht een schilder te worden, maar ook een achtenswaardig man. Mat luisterde schijnbaar met alle aandacht naar de woor den van zijn gast, maar zijn oogen dwaalden toch van tijd tot tijd ongeduldig naar de tuindeur en toen hij eenig antwoord moest gt\en, deed hij slechts vragen over beroem de schilders en achtenswaardige mannen in het algemeen, waaruit zulk een verregaande onbekendheid doorstraalde met de meest maatschappelijke beleefdheid en alle gewoon ten uer samenleving, dat de heer Blyth in de grootste verlegenheid geraakte om en tets op te zeggen dat voor een antwoord kon doorgaan. Hij de bijzondere gave van Mat °ni domme vragen te doen en het gemis aan tact van de zijde van Vaientijn om afgetrok ken begrippen duidelijk te maken, was het Misschien voor beiden gelukkig, dat hun ge- T ek door de komst van den jongen Thorpe Verd afgebroken, juist toen het zoo inge wikkeld en verward was geworden, dat het met geen mogelijkheid verder zou zijn voort Vezetten geweest. dit spel niet met hem willen spelen. Ik kijk op mijn horloge. Het is twaalf minuten over acht. Alles is op straat geloopen. Bij wijze van spreken. De straat is een erbarmelijke weg in het bosch. Daarnaast ligt de verband- plaais. Dokters, hospitaalsoldaten, .ordonnan sen, veldbakkers en chauffeurs, alles staat op den weg om het vuur te zien en te hooren, ofschoon er eigenlijk niets te zien is. Het geraas in de lucht is alles. Allen zijn in opgewonden, geestdriftige stemming. (Nie mand denkt aan Marie Tlxérèse). Het vuur maakt iemand dronken. Het is de muziek van vuurspuwende bergen en onweer. In de loopgraven bukt men zich achter de aarden wallen, zoo vreeselijk sissen de gra- naien. Boven Marie Thérèse is de blauwe muur van rook tot een dikken, geelgrijzen wal geworden en niets levends is te zien. Fonteinen van aarde schieten de lucht in. Het is half negen. Do Fransehman antwoordt. Hij komt slechts langzaam op gang. Hij vuurt verward. Het ziju de granaten, die hij toevallig bij de hand had, het zijn de batterijen, die nog niet na het morgenwerk waren gaan ontbijten. Telefoondraden zijn afgeschoten. De bat terijen wachten op bevel. Eerst om half- negen wordt het Fransche vuur regelmatig. Nu komen zijn lagen hierheen. Een Duitsehe vlieger bromt over het bosch. Naast de verbandplaats tref ik den divisie- commandant. Onder het geraas der granaten staat hij gelijkmoedig en kalm, aisof hij thuis was. En toch kan ieder oogenblik een granaat neervallen, dat de splinters rond vliegen. De granaat heeft voor niemand respect. „Het is de hel," zegt de divisiecomman- dant gelaten, met een zachten ondertoon van verwondering en medelijden. „Het was levendig," zegt hij vervolgens, even kalm. „Het zal niet lang meer duren, dan schieten ze hierheen." Een granaat vliegt over ons hoofd, als een bliksemsnelle, kwaadaardige reuzenwesp. En op den boschheuvel, dicht tegenover ons, stijgt plotseling een reusachtige, zwarte pijn- boon van aarde en rook omhoog, hooger dan de hoogste eik. Eigenaardig, deze zwarte zuil staat reeds in het bosch, terwijl het oor nog het sissen van het projectiel hoorde. Een grijze rookklomp verstuift tusschen de hoo rnen. Vervolgens konjen een paar granaten met ontsteking. De vijand zoekt naar onze batterijen. Onze houwitsers knallen, dat de aarde beeft. Naast ons, op de verbandplaats, is reeds alles tot het uiterste voorbereid. Een vrien delijke dokter voert hier het opperbevel. Hij tintelt van leven en ijver. Operatietafel, ver- bandgoed, instrumenten, alles ligt klaar. D© kleine vertrekken zijn kraakzindelijk. De dok ters wachten. Vervolgens vertelt Kellermann, hoe hij in een hut komt, waar oen brigadegeneraal met zijn staf tijdens het gevecht zijn kwartier genomen heeft. Hier in deze hut wórdt koortsachtig en toch kalm gewerkt. Een kapitein zit voort durend aan de telefoon. „Geef me die of die aansluiting. Roep meneer die en die. Wat? Het vuur ligt uitstekend. Bij de Franschen heeft men een ontploffing 'gezien. Het zal een ammunitievoorraad geweest ziju. Vertel de batterij 'L. dat schitterende resultaten heeft Een vlieger heeft het gemeld. Het eerste schot was onmiddellijk in Harazée (een klein dorp). En evenzoo het eerste schot in Vienne le Chateau. Er is rapport gekomen, dat de Franschen daar en daar versterkingen naar voren schuiven." De telefoon toetert. „Jawel, het regiment X meldt, dat ons vuur te kort ligt en de eigen loopgraven' bedreigt. Dit is onmogelijk," am woordt de kapitein. „Het zulleu vijande lijke granaten zijn." Een paar minuten later komt het bericht, dat twee vijandelijke vlie gers in de lucht zijn en be't artillerievuur naai' de betrokken loopgraaf leiden. „Ik zal een vlieger Omhoog sturen," antwoord de adjudant. Een ander moest er echter reeds voor gezorgd hebben, want vijf minuten later bromt een Duitsehe tweedekker hoog boven de bosschen. „Wij gaan eten. Want eten moet een mensch, ondanks alles. De adjudant zit in het nauwe vertrek met den rug naar de telefoon om zijn hand maar te behoeven uit te strek ken naar den hoorder. Een dozijn malen wordt hij onderbroken, maar toch vindt hij nog tijd om met mij te praten en te kijken of mij niets ontbreekt. Te elf uur wordt het vuur weer zoo wild als te voren. De kanonnen wankelen van woede. Het bosch kraakt door de vreeselijke ontploffingen. Mijnen gaan in de lucht. De aarde siddert. Nu is het elf uur. Nu moeten ze uit de loopgraven. Het zijn minuteu van da grootste spanning. MOBILISATIE TOT IN LENGTE VAN DAGEN? Dr. D. Bos doet in de Vrijz. Dem. op merken: „Na het einde van de Kamer-vacantia zal 'zich onvermijdelijk met kracht do vraag naar voren dringen, of een regeling waar bij al hetgeen wij als beschikbare troepen op de been kunnen brengen ook werkelijk op de been blijft, noodzakelijk is. Van demobilisatie kan natuurlijk geen sprake zijn; maar moet het zoo blijven, dat duizenden hun zaken moeten zien verloopen, tal van jongelieden geen verlof kunnen krij gen van zoodanigen duur, dat zij hun stu die kunnen voortzetten? Men schatte de gevolgen niet gering. Het loopt er op uit, dat ons land na de demobilisatie hard zal zijn achteruitgegaan in volkskracht. Juist de jonge mannen, die nu onder de wapens zijn, zullen ons economisch leven dan moeten versterken. Duizenden zullen echter hun loopbaan missen, waarvoor zij geschiktheid hadden getoond. Kan dat niet anders? Wie heeft gezien, dat zelfs in een oor logvoerend land als Duitschland, nog met economische onderwijs- en andere belangen terdege wordt rekening gehouden, laat zich niet met een beroep op moeilijkheden ge makkelijk uit het veld slaan. Vooral om dat daarbij de vraag zal moeten behandeld worden, of betere regelingen niet zijn in het belang van de weermacht, welker kracht van haar goeden geest in hooge mate afhankelijk is. Thans ergeren vaak bepalingen van stui verszuinigheid in het leger, zoolang niet boven allen twijfel staat of miliioenen kon den worden bespaard door vermindering van het effectief. Daarover moet na de vacantie licht schij nen. Wie ziet hoe gelukkig meer en meer do vrees, ook in het buitenland, wijkt, om dingen, die andere regeeringen toch al lang weten, in de parlementen te behandelen, zal begrijpen dat men dien weg ook hier zal moeten inslaan." In de maand October van dit jaar zal, met voorkennis en toestemming van Z. D. H. den Aartsbisschop, een voorbereidende propaganda-vergaderiug worden gehouden voor een Katholiekendag te houden in 1916. Het comité van vooruereiding heeft zich dien dag als volgt voorgesteld: Na een korte godsdienstoefening sectie vergaderingen voor de verschillende katho lieke vereenigingen. waardoor zich het ka tholiek leven op het oogenblik openbaart, daarna de pauze en vervolgens de groote vergadering waarin de conclusies aange nomen in de sectie-vergaderingen worden bekrachtigd. Een of meer sprekers zullen dan nog het woord veeren, om te bewer ken, dat ook die conclusies in de praktijk door alle vereenigingen naar vermogen zul len worden uitgevoerd. Wenscheiijk wordt geacht, dat er sectie vergaderingen zijn voor Vincentiusvereeni- giug, arbeiuersorganisatie, middenstandsor ganisatie, landbouw, drankbestrijding, ont wikkeling voor ons katholiek volk ais door vereenigingen van „Betrits Canisiuslees gezelschappen enz., en voor patronaten. Deze verschillende organisaties kunnen door onderiinge bespreking van katholieken uit verschillende plaatsen tot grooten bloei worden gebracht zoo ateit zich do com missie voor en daar waar ze niet be staan, kan zaad worden uitgestrooid voor het oprichten van nieuwe vereenigingen. De Katholiekendag, in 1916 te huuden, stelt zich ten doei het bevorderen van het katholiek leven in de provincies Groningen en Drente. DE TOESTAND IN DUITSCHLAND. Dr. Kuyper, die zoo juist van zijne vacantie welke hij ergens in Duitschland heeft door gebracht, is teruggekeerd, schrijft in een „S t andaar d" - dries t ar over wat hij er zag het volgende: „Bij eenigszins langduriger verblijf in Duitschland bespeurt men daar van ernstige spanning in de gemoederen steeds minder. Het geeft aan de bevolking een gevoel van gerustkéid, dat ze tot zelfs in liet hart van Duitschland nog altoos meer troepen dan ooit op de straten en wegen ontmoet. Nu op alle grenzen de 3trijd zoo heet toegaat, zou men gewaand hebben, dat in het midden van het land bijna geen militair meer te vinden ware. En vlak het omgekeerde is waar. Wie er nu komt, stuit er bijna op een -hpirieger soldaten, dat van alle kanten op marcheert en zich oefent. Eu van een be drukt uitzien is er bij dit militair geen sprake. Onder het marcheeren zingen ze dat 'teen aard heeft en stappen lustig door. Zelfs de leerlingen van de heogere klassen der Gym nasia en soortgelijke scholen trekken onder gezang en gejubel, in scharen zonder eind, naar de kampementen. Zonder ophouden komen er berichten van genomen piaatsen, eü dan staat 't in een oogwenk alles in vlaggentooi. Ontmoet men famiueieden,'die verliezen op 't slagveld leden, dan is er 'geen drukkende rouw eu geen verpletterende droefheid. Eer een familie-eergevoel 'dat men offeren mocht. Het gewone leven gaat stil en rustig door. Er wordt iets meer gekerkt. Publieke festij nen zijn ingekrompen of staan stil. Maar, en dit is niet zonder bedenking, spanning zelfs kent men ganschelijk niet meer. Toen Italië omsloeg, even een kleine verzuchting. Maar toen Venizelos te Athene weer aan 't bewind kwam, niets dan zeker heid dat 't wel los zou loopen. En voorts voor Coster- noch voor Westerfront vrees. Zelfs van bezorgdheid voor de Dardanellen is geen sprake. En last not jeast, ook geldelijk is men zoo goed als ganschelijk zonder zorge. Haast zou men zeggen, de bevolking schiet in spanning te kort. Een kieine tegenslag die even zekere bezorgdheid wekte, zou eer goed doen dan kwaad. 1837 1912 1923 1927 1967 2170 2188 2189 2333 2334 2727 2752 2870 8010 3506 3728 3835 3866 3909 3948 4121 4345 4435 4497 4640 4643 4904 5177 5297 5458 55881 5623 5654 5706 6143 6194 6273 6585 6636 6875 7171 7241 7398 7713 7774 8040 8251 8355 8361 8432 8529 8625 8709 8724 8811 8S40 8998 9009 9463 9478 9555 9720 9766 10070 10157 10226 10393 10419 10550 10558 10575 10627 10712 10901 10954 11476 11515 11546 11601 11654 11670 11706 11841 11894 12047 12231 12323 12386 12423 12583 12665 12717 12752 12799 13403 13-182 13599 13715 13761 13749 13869 14241.14418 14445 14454 14714 14740 14870 15096 15256 15260 15265 15430 15527 15548 15557 15655 15911 16077 16082 10270 16356 16362 16412 16435 16711 17359 17362 17370 17534 17585 17613 18040 18078 18088 18362 Een stemming met althans eenige spau- j 18852 19076 19199 19409 19507 19515 19684 ning zou beter beantwoorden aan don ernst j 20147 20359 20425 20446 20486 20537 2G539 van het oogenblik. Het aanpassingsvermogen waarvan Duitsch land op dit oogenblik een proeve levert, gaat haast, zou meu zeggen, de serieuse maat te buiten. En toch is van gemaaktheid geen sprake, -..'."i De vraag is nu maar, of de uitkomst geheel aan deze schier ai te geruste stem ming beantwoorden zal. Ook in gemis aan spanning kan iets be- 1f,sr denkelijks liggen." 2811 Brandstichting. Maandagavond is zoowel .^02 te Middelburg als op Het Zand het direct aan Middelburg grenzend deel van Koudekerke, getracht brand te stichten door van buitenaf 4115 de gordijnen aan te steken. In- beido gevallen 4806 werd de brand in de aanvang gebluscht. De 4629 politie stelt een onderzoek naar de daders of *"^1 den dader in. Hetzelfde is ook te Vlissingen den laatsten tijd een paar maal voorgekomen Op heeterdaad betrapt. Door het kordaat 6846 optreden van den zoon des huizes is Maan dagavond in een perceel aan den Zuidwal te Den Haag een inbreker aangehouden en aan de politie overgeleverd. Bedoeld jongmensob, een student, die met zijn moeder daar woont, was gisteravond een boodschap gaan doen, terwijl zijn moeder ook even later het huis had verlaten. In zijn woning terugkeerende en zich dadelijk naar zijn op de bovenverdieping gelegen stu deerkamer begevende, bemerkte hij twee hem onbekende personen, die wilden wegloopen. Hjj greep de twee personen aan, doch een hunner wist zich bij de straatdeur los te rukken en te ontkomen. Den anderen, een man van omstreeks 30 jaar, hield hij echter stevig vast, totdat bij hem aan de politie kon overleveren. In het bezit van den aangehoudene werd o.a. een looper gevonden, die wonöergoed paste op het slot van de huisdeur. De politie moet ook den ontvluchten persoon reeds op het spoor zijn. Treurig- ongeval. Te Maastricht is het zesjarig zoontje van schipper Marlens, die met zijn schip aan de Pieterskade ligt, over boord in het kanaal gevallen en tusschen twee schepen terecht gekomen. Na een half uur dreggen werd het lijk opgehaald. Een schadepost. De paardenhandelaar J. Seligman te Wirdum (Gron.) verzond Don derdag twaalf jonge paarden naar Norden (Duitschland) en ontving bericht, dat alle dieren door verstikking in de spoorwagens den dood hadden gevonden, hetgeen een ver lies beteekent van 9000. Een vat carbid uiteengesprongen. Op het terrein van de firma H. te West-IJssel- monde, werd een vat carbid geopend. Het sprong uiteen en de 27-jarige brandersbaas A. V., wonende aldaar, werd door de uit slaande vlammen ernstig in het gelaat ge brand. Hij is naar het ziekenhuis te Rotter dam vervoerd. Een gevaarlijk persoon. Nadat langer dan een. week door de gemeentepolitie van Havelte, de marechaussee en rijkspolitie van Meppel, Steenwijk, Diever en N(jeveen tevergeefs jacht was gemaakt op den gevaarlijken en zoo ge- vreesden ruim 80-jarigen vaxkensdief Jans T., die al vele veroordeelingen achter den rug heeft en ook verdacht wordt van een de vorige xnet 70. Week gepleegden diefstal met inbraak, mocht het gisteren den onbezoldigden rijksveldwach ter M. gelukken hem in zijn ouderlijke woning te arresteeren en gevankelijk weg te voeren. Den vorigen dag was nog tevergeefs door poli tie en tal van ingezetenen een klopjacht óp hem gehouden. 20557 20690 20742 20852 20965 20972 NIETEN. 30 136 138 160 175 188 391 379 418 538 595 604 618 7of 745 830 849 882 959 962 1006 1057 1075 1076 1077 1089 1112 1111 1173 1285 1379 1396 1403 1438 1443 1490 1501 1549 1553 1580 1616 1642 1694 1831 1844 1870 1935 1952 1969 2018 2055 2120 2131 2137 2309 2316 2498 2546 2552 2649 2680 2744 2768 2850 2923 2978 3002 3018 3081 30P 3187 3213 3217 3240 3254 3279 3287 3359 3365 3371 3405 3406 3407 3530 3557 3623 3668 3725 3734 3775 3819 4127 4136 4144 4224 4248 4254 4271 4344 4351 5360 4411 4548 4577 4582 4655 4704 4805 4911 4995 5200 5206 5349 5513 5529 5548 5605 5625 5713 5816 5834 5873 5888 5956 6017 6033 6179 6266 6270 6272 6291 6436 6454 6607 6660 6718 6823 6856 6899 6935 6950 6036 6492 Vijfde klasse. 2e lijst. HOOGE PRIJZEN. 1500: 9101. 1000: 17365. 4(H): 16974 17860. 200: 2157 11506. 100: 603 9259 11652 13243. Prijzen van 70. BEURS VAN AMSTERDAM. Noteeringen van 21 September. Staatsleeningen. NEDERL. pet. Ned. W.S. Obl. (kl.) 5 Ned. W.S. Obli. (gr.) 5 Ned. W.S. Oblig. 3% Ned. W.S. Oblig. 3 Ned. WS. Certif. 8 Ned. WS. Certif. 2% Grootboek Oblig. 3 Grootboek Oblig. 2% V.K. L.K. H.K. 1027./16 102% 102 101.15/16 102.1/16 84 84 76.3/16 75% 76% 75713/16 75.11/16 75% 65.13/16 65% 65.13/16 75% 65.13/16 Jack kondigde het naderende souper aan en waarschuwde „Hercules" om den Ery- manlhiaanschen beer te laten varen en toch spoedig zijn jas aan te trekken, zoo hij de meid niet een hevigeu schrik wilde aanja gen. Bij deze aanmaning schoof Blyth zijn tee kenbord terzijde en Marksman trok zijn jas aan. Hij luisterde geen oogenblik naar de dankbetuigingen van den schilder en scheen zich over niets dan over zijn jas te bekom meren. Zoodra hij ze aanhad, stak hij zijn hand in den zak en zag Vaientijn strak aan; maar juist op dat oogenblik trad de meid binnen, waarop hij zich ongeduldig omkeer de eii zich weder naar bet andere gedeelte der kamer begaf. j Toen de dienstbode de deur achter zich sloot, wendde hij zich tot Blyth met den vee- ren waaier in zijn hand en zeide op zijn ge wonen korten toon, dat hij van Jack ge hoord had dat mevrouw Blyth altijd ziek was en dat zij bijzonder veel van merkwaar digheden hield, en bood den schilder dit voorwerp aan. Vaientijn, die nog niet zeer gerustgesteld was omtrent Marksman's naam, aarzelde thans ook om een geschenk aan te nemen van iemand, die hem geheel vreemd was; hij bedacht zich, stamelde eeni- woorden en eindigde ten laatste om tijd te winnen met den waaier te bewonderen. Maar hij werd zonder eenige complimenten door zijn gast in de rede gevallen, vóór hij nog drie woorden had kunnen uiten. „Ik had hem voor een vrouw gekocht, die uren ver van hier woont, zeide Mat en stop te Blyth den waaier in de hand. „Toen ik terugkeerde en hem haar wilde geven was zij dood en vergeten. In geheel Engeland is er geen vrouw die mij lief heeft noch kent. Zoo gij te trotsch zift hem aan uwe echtge noot te geven, werp hem dan maar in het vuur. Ik heb niemand anders om hem aan te geven, en ik kan en wil het ding niet niet langer houden." In den toon dezer woorden lag zooveel ruwe hartstocht en smartelijke herinnering aan een groote ramp, dat de teederste sna ren in V alen tij n's hart werden geroerd. Zijn edel hart bracht aanstonds de stem der voor zichtigheid tot zwijgen en deed hem beslui ten, om wel het geschenk nog niet aan te nemen, maar te zoggen dat mevrouw Blyth er verrukt over zou wezen. „Jack," zeide 'hij zacht tot Thorpe, die naar Mat's laatste woorden geluisterd had en nu den waaier in stille bewondering van alle zijden bekeek. „Jack, ik zal La- vinia den waaier gaan brengen, want uw vriend mocht eens denken dat ik deze be leefdheid niet op prijs stelde. Houd gij zoo lang de eer van de tafel op, ge weet wel hoe diat gedaan moet worden, nietwaarf" Onder het uiten dezer woorden ijlde Blytlh de kamer uit. Een paar minuten daarna stak Mat weder de hand in zijn zak en naderde Jack ge heimzinnig, maakte het papier open, waar in de rood lederen tabakszak gewikkeld was, die met koralen was versierd. „Gelooft ge dat het jonge meisje dit mooi zou vinden," zeide hij, „ik zou het hein wel gevraagd hebben (en hij wees bij die woor den naar de deur), maar hij was zoo in zijn schik over den waaier en snelde zoo plotse ling de kamer uit...." Hier viel Jack hem met een schaterlach in de rede, nikte den zak uit zijn handen en begon harder dan ooit den spot met zijn vriend te drijven. Voor de een te maal werd Mat boos bij de gedachte, dat hü een jong welopgevoed meisje een tabakszak ten ge schenke zou geven en maakte hier spoedig met een driftige verwensching een einde aan. M°PPer nu niet, Don Juanl' riep Jack uit, vrooiijker dan ooit „Ik zal het haar bren gen en zij zal het hebben, zoo Blyth het goed vindt, ik zal mijn best doen, haar naar heneden te krijgen. O, hemel, wat zal dat een prachtig tafereelzijn, dien ouden tani- gen kerel het hof te zien maken aan Ma- donnal" Dit zeggende trok Thorpe lachend de deur achter zich dicht en nam de tabaks zak mede. Mat luisterde met ingehouden adem tot dat de voetstappen langzamerhand wegstier ven; daarop ging hij snel eu zacht naar de tuindeur, ontsloot deze schier onhoorbaai, 6ehoof de grendels terug en overtuigde zich dat hij, door den klink op te lichten, haal baar ook van buiten openen kon. Vervolgens sloot hij haar slechts met de klink, én geen verandering was er in te be- speuren, tenzij iemand er dicht bijkwam of scherp genoeg zag om te bemerken, dat de deur niet op het nachtslot en niet gegren deld was. i „Nu eerst nog de lessenaar," dadht Mat, terwijl hij den vulschen sleutel uit zijn zak haalde en op zijn teeuen naar het andere 'gedeelte der kamer sloop. „Zoo Jack of de schilder soms terug mocht komen voor ik tijd heb gehad de lade te openen, dan heb i ik toch altijd nog een tweede kans, wanneer 'allen te bed zijn." Hij had den sieutel reeds bij deze gedach te in het slot gestoken en wilde hem jukt omdraaien, toen zijn geoefend oor getroffen werd door het gedruisch van iemand die snel de trappen afkwam. „Te laat," mompelde Mat. „Ik moet het nu maar met de tuindeur wagen." 1 Hij stak den sleutel in zijn zak, 'terwijl hij dit zeide, en keerde terug naar de kachel. ■Juist trad Blyth binnen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 7