BINNENLAND
ONANCIEELE BERICHTEN
4Usee ^faatsSoferij*
KATHOLIEKENDAG VOOR HET
NOORDEN.
18
333
731
1100
1461
1090
193 262 288 349 377 412 520 777
860 876 951 1226 1457 1658 1687 1802
7010 7012 7030 7101 7113 7121 7125 7142
7148 7216 7225 7248 7340 7371 7403 7416
7481 7504 7522 7524 7528 7544 7609 7630
7645 7710 7712 7749 7777 7799 7821
7918 7937 7956 7967 a>10 8020 8034 8147
8181 8280 8357 8490 8491 8599 8607 8680
8683 8693 8806 8344 9034 9057 9116 9228
9257 9401 9420 9421 9133 9488 9519 9533
9540 9557 9566 9600 9?36 9647 9656 9729
9775 9832 9909 9934 9953 9980 9985 9980
10001 10029 10060 10069 10Ü76 10073 10075
10105 10150 10151 10166 10185 10195 10259
10285 10341 10344 10389 10422 10505 10549
10619 10628 10635 1066 10779 10795 10802
10809 10S29 10888 10891 10927 11086 11144
11172 11173 11178 11185 11275
11277 11312 11411 11439 11504
11584 11639 11641 11651 11685 11709
11744 11746 11751 11853 11867 11873
11892 11926 11994 12010 12037 12077 1214S
12214 12249 12308 12403 12425 12452 12-.56
12460 12526 12532 12575 12578 12630 12755
12761 12834 12849 12909 12912 12932 12954
13021 13060 13140 13144 13304 13364 13370
13376 13411 13480 13522 13610 13655 13üy6
13725 13782 13901 14019 14042 14044 14047
14077 14166 14216 14218 14219 14285 14324
14345 14388 14401 14531 14555 14585 14587
14631 14674 14768 14775 14793 14800 14803
14832 14836 14886 14967 15113 15129 15132
16145 15187 15224 15298 15351 15365 15384
15542 15620 15643 15690 15717 15769 15802
15819 15869 15898 16933 15936 15951 15959
16009 16050 16087 16110 16115 16168 162ür
16236 16272 16326 16346 16415 16446 16561
16573 16575 16590 16713 16732 17017 17025
17077 17133 17188 17208 17247 17261 17265
17314 17355 17445 17560 17675 17698 17705
17706 17727 17802 17806 17975 18019 18025
18073 18246 18250 18327 18340 18377 18389
18393 18403 184Ü8 18530 18681 18(28 18736
18767 18(64 18804 18810 18920 18960 190/7
19086 19099. 19102 19168 19178 19418 19493
1.9587 19625 19634 19646 19655 19688 19689
19750 19/53 19812 19835 19889 19903 19909
19933 19965 20013 20019 20109 20115 20119
z0i40 20158 20174 20-2/ 20254 20281 20297
20340 20357 20366 20369 20393 2u39ö 20397
20398 20437 20458 20504 20548 20688 20638
20661 20681 20(89 20807 20834 20858 20890
20910 20984
5e klasse le lijst: 20644 m.z. 20674; 6595 m.z.
beperken zich' tot de verkenningen der
Verhoudingen onmiddellijk voor hun front.
Pngetwijfeld hadden ze van den aanvang
ff gebrek aan een werkelijk goed en goed
geoefend aviateurscorps; hun verliezen aan
Aviateurs, zoowel door naar beneden schie
ten als ook door weersomstandigheden, zijn
fceer groot geweest. De Karpatiien hebben
nen een groot aantal vliegers gekost. Door
deze verliezen is het getal der zich nog in
dienst bevindende werkelijk goede aviateurs
geer beperkt. Zij worden bepaald ontzien,
"m een voorbeeld te noemen: ik ben twee
aanden aan het gevechtsfront in het Oos-
en geweest, zonder ook maar één enkelen
teissischen vlieger te zien. In het begin
an den oorlog vlogen de Russen ook ta
melijk laag, wat hun eveneens op een aan-
al machines te staan is gekomen. Nu zijn
se slimmer geworden en blijven ze door
gaans op grooter hoogte,
i Het materiaal aan vliegmachines, dat de
Russen mee in het veld namen, was over
wegend van Franschen oorsprong. Van
Russisch maaksel waren eigenlijk alleen de
reuzenvechtmachines Sikorski, waarvan de
Russen zich wonderen voorstelden, doch die
Peer weinig hebben uitgericht en nauwe
lijks te voorschijn zijn gekomen,
i Wanneer we dan het Russische met het
Öostenrijksch-Hongaarsche aviateurscorps
Vergelijken, kan het oordeel, zoowel wat
materiaal als vooral wat oefening en pres
taties betreft, slechts ten gunste van het
laatste uitvallen. Gedurende bijna 10 maan
den van den oorlog hebben de K. en K. vlie
gertroepen getoond, dat zij zoowel wat uit
rusting, als vooral wat durf en uithoudings
vermogen aaügaat, op buitengewoon hoogen
trap staan en verre superieur boven de
Russen.
Het beschieten van luchtvaartuigen is
met het oog op de groote hoogten, waarop
tegenwoordig wordt gevlogen en de snelle
verplaatsing van het bevochten doel buiten
gewoon moeilijk en er behoort werkelijk
eenig geluk bij om een vliegmachine tot
dalen te brengen. De talrijke beschietingen
van vliegtuigen, waarvan ik getuige was,
zoowel van ons als van de Franschen, ble
ven steeds zonder gevolg. Het meeste re
sultaat werd nog met houwitsers behaald,
doch men gebruikt deze met het oog op
het groote munitieverbruik niet graag tegen
de, aviateurs. In het algemeen is, echter een
hevige beschieting reeds voldoende om een
vlieger tot den terugtocht te doen beslui
ten, zoodat hij zijn opdracht, bommen te
gaan werpen, niet kan volvoeren.
Dat hoe langer hoe meer steeds grooter
wordende aantallen luchtschepen en vlieg
machines in onderling verband optreden,
wijst op de nieuwe wegen, welke de lucht
oorlog in de toekomst zal inslaan. In elk
geval kunnen wij deze ontwikkeling rustig
tegemoet zien, daar wij ons overwicht op
onze tegenstanders zoowel op het gebied
van de luchtschip- ais van de vliegdieust-
organisatie, wat kwaliteit zoowel als wat
kwantiteit betreft, hebben doen blijken en
onze aviateurs, wat durf en bekwaamheid
aangaat, werkelijk onovertrefbaar zijn.
DE AANVAL OP
MARIE THéEèSE.
Zijn verhalen over den strijd in Argoune
voortzettend, vertelt Reruhard Kellermaun in
het „Berliner Tageblatt" verder van den aan
val op Marie ïhérèse nog het volgende:
„Precies om acht uur begon het.
Óp dat oogenblik vuurde een zwaar stuk
en het donderde in Argonne. De zware kanon
nen vuurden nu salvo's al!. Pauze. Toen be
gun het aan alle kanten. i>e kanonniers had
den overal gereed gestaan, gioeiend van
stiijdiust. De granaten zaten ai in den loop,
de stukken waren gericht. Nu trokken ze
af. De hel raasde, donderde, laetite, ratelde,
liet blies, siste en huilde in de lucht. Het
stampte, beukte, stommeMe en knorde. Soms
klunk het aisof een reus, zoo groot als een
berg, met een hamer op een stalen wand
siotg. Woedend en bescüonken. De kanon
niers werkten als gek geworden duivels. De
granaten moesten vanzeif in de heete loopen
springen. De een achter de ander aan. Seüot.
Laden. Het zweet loopt hun over het gezicht.
Maar zij zijn in huu element.
Links boven mij, aan mijn linkeroor, vuurt
met harde sagen een zware batterij. Zoo, dat
de grond siduerL De projectielen rommelen
en ratelen door de lucht als een spoortrein,
die over een brug gaat. Rechts boven, aan
mijn rechteroor, knalt een batterij. Eu de
granaten vliegen er xnet een sis uit, alsof eeu
locomotief de veiligheidsklep openzet. Daarbij
komt tiet kraken en knetteren van het sprin
gen der granaten, dat wij duidelijk hooren,
daar we er niet ver van af zijn. Ei1 is een
geraas in de tucht, zooais wamjeer een trein
euu dal, een kloof passeert. ïusschenbeide
hoort men een geschreeuw eu een gekerm
uit de lucht, alsof menschen door demonen
Winden ontvoerd en wauüopig jammeren.
Dat is het begin. Drie uren, drie volle
aren, tot elf uur toe, moet dit vuur duren.
Het is de openuig van het schaakspel, dat
men mij gisteren heeft uitgelegd. Mudra
speelt. Dit is de opening van Mudra. Ik zou
*><iuawsarank deed 'hem spoedig zwijgen. Hij
bepaalde zich dus om slechts in afgemeene
bewoordingen over Jack's toekomstige plan-
hen te spreken, en trachtte Marksman de
noodzakelijkheid ervan te doen inzien, om
al den invloed dien hij op het jougemensoh
had te gchruiaen, om hem tot kalmte en ijver
aan te sporen, zóodat hij er niet alleen in
siagen mocht een schilder te worden, maar
ook een achtenswaardig man. Mat luisterde
schijnbaar met alle aandacht naar de woor
den van zijn gast, maar zijn oogen dwaalden
toch van tijd tot tijd ongeduldig naar de
tuindeur en toen hij eenig antwoord moest
gt\en, deed hij slechts vragen over beroem
de schilders en achtenswaardige mannen in
het algemeen, waaruit zulk een verregaande
onbekendheid doorstraalde met de meest
maatschappelijke beleefdheid en alle gewoon
ten uer samenleving, dat de heer Blyth in
de grootste verlegenheid geraakte om en
tets op te zeggen dat voor een antwoord kon
doorgaan. Hij de bijzondere gave van Mat
°ni domme vragen te doen en het gemis aan
tact van de zijde van Vaientijn om afgetrok
ken begrippen duidelijk te maken, was het
Misschien voor beiden gelukkig, dat hun ge-
T ek door de komst van den jongen Thorpe
Verd afgebroken, juist toen het zoo inge
wikkeld en verward was geworden, dat het
met geen mogelijkheid verder zou zijn voort
Vezetten geweest.
dit spel niet met hem willen spelen. Ik kijk
op mijn horloge. Het is twaalf minuten over
acht. Alles is op straat geloopen. Bij wijze
van spreken. De straat is een erbarmelijke
weg in het bosch. Daarnaast ligt de verband-
plaais. Dokters, hospitaalsoldaten, .ordonnan
sen, veldbakkers en chauffeurs, alles staat
op den weg om het vuur te zien en te hooren,
ofschoon er eigenlijk niets te zien is. Het
geraas in de lucht is alles. Allen zijn in
opgewonden, geestdriftige stemming. (Nie
mand denkt aan Marie Tlxérèse). Het vuur
maakt iemand dronken. Het is de muziek
van vuurspuwende bergen en onweer.
In de loopgraven bukt men zich achter de
aarden wallen, zoo vreeselijk sissen de gra-
naien. Boven Marie Thérèse is de blauwe
muur van rook tot een dikken, geelgrijzen
wal geworden en niets levends is te zien.
Fonteinen van aarde schieten de lucht in.
Het is half negen.
Do Fransehman antwoordt. Hij komt slechts
langzaam op gang. Hij vuurt verward. Het
ziju de granaten, die hij toevallig bij de
hand had, het zijn de batterijen, die nog niet
na het morgenwerk waren gaan ontbijten.
Telefoondraden zijn afgeschoten. De bat
terijen wachten op bevel. Eerst om half-
negen wordt het Fransche vuur regelmatig.
Nu komen zijn lagen hierheen.
Een Duitsehe vlieger bromt over het bosch.
Naast de verbandplaats tref ik den divisie-
commandant. Onder het geraas der granaten
staat hij gelijkmoedig en kalm, aisof hij
thuis was. En toch kan ieder oogenblik een
granaat neervallen, dat de splinters rond
vliegen. De granaat heeft voor niemand
respect.
„Het is de hel," zegt de divisiecomman-
dant gelaten, met een zachten ondertoon van
verwondering en medelijden.
„Het was levendig," zegt hij vervolgens,
even kalm. „Het zal niet lang meer duren,
dan schieten ze hierheen."
Een granaat vliegt over ons hoofd, als een
bliksemsnelle, kwaadaardige reuzenwesp. En
op den boschheuvel, dicht tegenover ons,
stijgt plotseling een reusachtige, zwarte pijn-
boon van aarde en rook omhoog, hooger dan
de hoogste eik. Eigenaardig, deze zwarte zuil
staat reeds in het bosch, terwijl het oor nog
het sissen van het projectiel hoorde. Een
grijze rookklomp verstuift tusschen de hoo
rnen. Vervolgens konjen een paar granaten
met ontsteking. De vijand zoekt naar onze
batterijen.
Onze houwitsers knallen, dat de aarde beeft.
Naast ons, op de verbandplaats, is reeds
alles tot het uiterste voorbereid. Een vrien
delijke dokter voert hier het opperbevel. Hij
tintelt van leven en ijver. Operatietafel, ver-
bandgoed, instrumenten, alles ligt klaar. D©
kleine vertrekken zijn kraakzindelijk. De dok
ters wachten.
Vervolgens vertelt Kellermann, hoe hij in
een hut komt, waar oen brigadegeneraal met
zijn staf tijdens het gevecht zijn kwartier
genomen heeft.
Hier in deze hut wórdt koortsachtig en
toch kalm gewerkt. Een kapitein zit voort
durend aan de telefoon. „Geef me die of die
aansluiting. Roep meneer die en die. Wat?
Het vuur ligt uitstekend. Bij de Franschen
heeft men een ontploffing 'gezien. Het zal een
ammunitievoorraad geweest ziju. Vertel de
batterij 'L. dat schitterende resultaten heeft
Een vlieger heeft het gemeld. Het eerste
schot was onmiddellijk in Harazée (een klein
dorp). En evenzoo het eerste schot in Vienne
le Chateau. Er is rapport gekomen, dat de
Franschen daar en daar versterkingen naar
voren schuiven."
De telefoon toetert. „Jawel, het regiment
X meldt, dat ons vuur te kort ligt en de
eigen loopgraven' bedreigt. Dit is onmogelijk,"
am woordt de kapitein. „Het zulleu vijande
lijke granaten zijn." Een paar minuten later
komt het bericht, dat twee vijandelijke vlie
gers in de lucht zijn en be't artillerievuur
naai' de betrokken loopgraaf leiden. „Ik zal
een vlieger Omhoog sturen," antwoord de
adjudant. Een ander moest er echter reeds
voor gezorgd hebben, want vijf minuten later
bromt een Duitsehe tweedekker hoog boven
de bosschen.
„Wij gaan eten. Want eten moet een
mensch, ondanks alles. De adjudant zit in het
nauwe vertrek met den rug naar de telefoon
om zijn hand maar te behoeven uit te strek
ken naar den hoorder. Een dozijn malen
wordt hij onderbroken, maar toch vindt hij
nog tijd om met mij te praten en te kijken
of mij niets ontbreekt.
Te elf uur wordt het vuur weer zoo wild
als te voren. De kanonnen wankelen van
woede. Het bosch kraakt door de vreeselijke
ontploffingen. Mijnen gaan in de lucht. De
aarde siddert. Nu is het elf uur. Nu moeten
ze uit de loopgraven. Het zijn minuteu van
da grootste spanning.
MOBILISATIE TOT IN LENGTE VAN
DAGEN?
Dr. D. Bos doet in de Vrijz. Dem. op
merken:
„Na het einde van de Kamer-vacantia
zal 'zich onvermijdelijk met kracht do vraag
naar voren dringen, of een regeling waar
bij al hetgeen wij als beschikbare troepen
op de been kunnen brengen ook werkelijk
op de been blijft, noodzakelijk is.
Van demobilisatie kan natuurlijk geen
sprake zijn; maar moet het zoo blijven, dat
duizenden hun zaken moeten zien verloopen,
tal van jongelieden geen verlof kunnen krij
gen van zoodanigen duur, dat zij hun stu
die kunnen voortzetten?
Men schatte de gevolgen niet gering.
Het loopt er op uit, dat ons land na de
demobilisatie hard zal zijn achteruitgegaan
in volkskracht.
Juist de jonge mannen, die nu onder de
wapens zijn, zullen ons economisch leven
dan moeten versterken. Duizenden zullen
echter hun loopbaan missen, waarvoor zij
geschiktheid hadden getoond.
Kan dat niet anders?
Wie heeft gezien, dat zelfs in een oor
logvoerend land als Duitschland, nog met
economische onderwijs- en andere belangen
terdege wordt rekening gehouden, laat zich
niet met een beroep op moeilijkheden ge
makkelijk uit het veld slaan. Vooral om
dat daarbij de vraag zal moeten behandeld
worden, of betere regelingen niet zijn in
het belang van de weermacht, welker
kracht van haar goeden geest in hooge
mate afhankelijk is.
Thans ergeren vaak bepalingen van stui
verszuinigheid in het leger, zoolang niet
boven allen twijfel staat of miliioenen kon
den worden bespaard door vermindering van
het effectief.
Daarover moet na de vacantie licht schij
nen.
Wie ziet hoe gelukkig meer en meer do
vrees, ook in het buitenland, wijkt, om
dingen, die andere regeeringen toch al lang
weten, in de parlementen te behandelen,
zal begrijpen dat men dien weg ook hier
zal moeten inslaan."
In de maand October van dit jaar zal,
met voorkennis en toestemming van Z. D.
H. den Aartsbisschop, een voorbereidende
propaganda-vergaderiug worden gehouden
voor een Katholiekendag te houden in 1916.
Het comité van vooruereiding heeft zich
dien dag als volgt voorgesteld:
Na een korte godsdienstoefening sectie
vergaderingen voor de verschillende katho
lieke vereenigingen. waardoor zich het ka
tholiek leven op het oogenblik openbaart,
daarna de pauze en vervolgens de groote
vergadering waarin de conclusies aange
nomen in de sectie-vergaderingen worden
bekrachtigd. Een of meer sprekers zullen
dan nog het woord veeren, om te bewer
ken, dat ook die conclusies in de praktijk
door alle vereenigingen naar vermogen zul
len worden uitgevoerd.
Wenscheiijk wordt geacht, dat er sectie
vergaderingen zijn voor Vincentiusvereeni-
giug, arbeiuersorganisatie, middenstandsor
ganisatie, landbouw, drankbestrijding, ont
wikkeling voor ons katholiek volk ais door
vereenigingen van „Betrits Canisiuslees
gezelschappen enz., en voor patronaten.
Deze verschillende organisaties kunnen
door onderiinge bespreking van katholieken
uit verschillende plaatsen tot grooten bloei
worden gebracht zoo ateit zich do com
missie voor en daar waar ze niet be
staan, kan zaad worden uitgestrooid voor
het oprichten van nieuwe vereenigingen.
De Katholiekendag, in 1916 te huuden,
stelt zich ten doei het bevorderen van het
katholiek leven in de provincies Groningen
en Drente.
DE TOESTAND IN DUITSCHLAND.
Dr. Kuyper, die zoo juist van zijne vacantie
welke hij ergens in Duitschland heeft door
gebracht, is teruggekeerd, schrijft in een
„S t andaar d" - dries t ar over wat hij er zag het
volgende:
„Bij eenigszins langduriger verblijf in
Duitschland bespeurt men daar van ernstige
spanning in de gemoederen steeds minder.
Het geeft aan de bevolking een gevoel
van gerustkéid, dat ze tot zelfs in liet hart
van Duitschland nog altoos meer troepen
dan ooit op de straten en wegen ontmoet.
Nu op alle grenzen de 3trijd zoo heet toegaat,
zou men gewaand hebben, dat in het midden
van het land bijna geen militair meer te
vinden ware. En vlak het omgekeerde is
waar. Wie er nu komt, stuit er bijna op een
-hpirieger soldaten, dat van alle kanten op
marcheert en zich oefent. Eu van een be
drukt uitzien is er bij dit militair geen sprake.
Onder het marcheeren zingen ze dat 'teen
aard heeft en stappen lustig door. Zelfs de
leerlingen van de heogere klassen der Gym
nasia en soortgelijke scholen trekken onder
gezang en gejubel, in scharen zonder eind,
naar de kampementen.
Zonder ophouden komen er berichten van
genomen piaatsen, eü dan staat 't in een
oogwenk alles in vlaggentooi.
Ontmoet men famiueieden,'die verliezen op
't slagveld leden, dan is er 'geen drukkende
rouw eu geen verpletterende droefheid. Eer
een familie-eergevoel 'dat men offeren mocht.
Het gewone leven gaat stil en rustig door.
Er wordt iets meer gekerkt. Publieke festij
nen zijn ingekrompen of staan stil.
Maar, en dit is niet zonder bedenking,
spanning zelfs kent men ganschelijk niet
meer. Toen Italië omsloeg, even een kleine
verzuchting. Maar toen Venizelos te Athene
weer aan 't bewind kwam, niets dan zeker
heid dat 't wel los zou loopen. En voorts
voor Coster- noch voor Westerfront vrees.
Zelfs van bezorgdheid voor de Dardanellen
is geen sprake.
En last not jeast, ook geldelijk is men
zoo goed als ganschelijk zonder zorge.
Haast zou men zeggen, de bevolking schiet
in spanning te kort. Een kieine tegenslag die
even zekere bezorgdheid wekte, zou eer goed
doen dan kwaad.
1837 1912 1923 1927 1967 2170 2188 2189
2333 2334 2727 2752 2870 8010 3506 3728
3835 3866 3909 3948 4121 4345 4435 4497
4640 4643 4904 5177 5297 5458 55881 5623
5654 5706 6143 6194 6273 6585 6636 6875
7171 7241 7398 7713 7774 8040 8251 8355
8361 8432 8529 8625 8709 8724 8811 8S40
8998 9009 9463 9478 9555 9720 9766 10070
10157 10226 10393 10419 10550 10558 10575
10627 10712 10901 10954 11476 11515 11546
11601 11654 11670 11706 11841 11894 12047
12231 12323 12386 12423 12583 12665 12717
12752 12799
13403 13-182 13599 13715 13761 13749 13869
14241.14418 14445 14454 14714 14740 14870
15096 15256 15260 15265 15430 15527 15548
15557 15655 15911 16077 16082 10270 16356
16362 16412 16435 16711 17359 17362 17370
17534 17585 17613 18040 18078 18088 18362
Een stemming met althans eenige spau- j 18852 19076 19199 19409 19507 19515 19684
ning zou beter beantwoorden aan don ernst j 20147 20359 20425 20446 20486 20537 2G539
van het oogenblik.
Het aanpassingsvermogen waarvan Duitsch
land op dit oogenblik een proeve levert,
gaat haast, zou meu zeggen, de serieuse maat
te buiten.
En toch is van gemaaktheid geen sprake, -..'."i
De vraag is nu maar, of de uitkomst
geheel aan deze schier ai te geruste stem
ming beantwoorden zal.
Ook in gemis aan spanning kan iets be- 1f,sr
denkelijks liggen."
2811
Brandstichting. Maandagavond is zoowel .^02
te Middelburg als op Het Zand het direct aan
Middelburg grenzend deel van Koudekerke,
getracht brand te stichten door van buitenaf 4115
de gordijnen aan te steken. In- beido gevallen 4806
werd de brand in de aanvang gebluscht. De 4629
politie stelt een onderzoek naar de daders of *"^1
den dader in. Hetzelfde is ook te Vlissingen
den laatsten tijd een paar maal voorgekomen
Op heeterdaad betrapt. Door het kordaat 6846
optreden van den zoon des huizes is Maan
dagavond in een perceel aan den Zuidwal te
Den Haag een inbreker aangehouden en aan
de politie overgeleverd.
Bedoeld jongmensob, een student, die met
zijn moeder daar woont, was gisteravond een
boodschap gaan doen, terwijl zijn moeder
ook even later het huis had verlaten. In
zijn woning terugkeerende en zich dadelijk
naar zijn op de bovenverdieping gelegen stu
deerkamer begevende, bemerkte hij twee hem
onbekende personen, die wilden wegloopen.
Hjj greep de twee personen aan, doch een
hunner wist zich bij de straatdeur los te
rukken en te ontkomen. Den anderen, een
man van omstreeks 30 jaar, hield hij echter
stevig vast, totdat bij hem aan de politie kon
overleveren.
In het bezit van den aangehoudene werd
o.a. een looper gevonden, die wonöergoed
paste op het slot van de huisdeur. De politie
moet ook den ontvluchten persoon reeds op
het spoor zijn.
Treurig- ongeval. Te Maastricht is het
zesjarig zoontje van schipper Marlens, die
met zijn schip aan de Pieterskade ligt, over
boord in het kanaal gevallen en tusschen
twee schepen terecht gekomen. Na een half
uur dreggen werd het lijk opgehaald.
Een schadepost. De paardenhandelaar J.
Seligman te Wirdum (Gron.) verzond Don
derdag twaalf jonge paarden naar Norden
(Duitschland) en ontving bericht, dat alle
dieren door verstikking in de spoorwagens
den dood hadden gevonden, hetgeen een ver
lies beteekent van 9000.
Een vat carbid uiteengesprongen. Op
het terrein van de firma H. te West-IJssel-
monde, werd een vat carbid geopend. Het
sprong uiteen en de 27-jarige brandersbaas
A. V., wonende aldaar, werd door de uit
slaande vlammen ernstig in het gelaat ge
brand. Hij is naar het ziekenhuis te Rotter
dam vervoerd.
Een gevaarlijk persoon. Nadat langer dan
een. week door de gemeentepolitie van Havelte,
de marechaussee en rijkspolitie van Meppel,
Steenwijk, Diever en N(jeveen tevergeefs jacht
was gemaakt op den gevaarlijken en zoo ge-
vreesden ruim 80-jarigen vaxkensdief Jans
T., die al vele veroordeelingen achter den rug
heeft en ook verdacht wordt van een de vorige xnet 70.
Week gepleegden diefstal met inbraak, mocht
het gisteren den onbezoldigden rijksveldwach
ter M. gelukken hem in zijn ouderlijke woning
te arresteeren en gevankelijk weg te voeren.
Den vorigen dag was nog tevergeefs door poli
tie en tal van ingezetenen een klopjacht óp
hem gehouden.
20557 20690 20742 20852 20965 20972
NIETEN.
30 136 138 160 175 188 391
379 418 538 595 604 618 7of
745 830 849 882 959 962 1006
1057 1075 1076 1077 1089 1112 1111
1173 1285 1379 1396 1403 1438 1443
1490 1501 1549 1553 1580 1616 1642
1694 1831 1844 1870 1935 1952 1969
2018 2055 2120 2131 2137 2309 2316
2498 2546 2552 2649 2680 2744 2768
2850 2923 2978 3002 3018 3081 30P
3187 3213 3217 3240 3254 3279 3287
3359 3365 3371 3405 3406 3407 3530
3557 3623 3668 3725 3734 3775 3819
4127 4136 4144 4224 4248 4254 4271
4344 4351 5360 4411 4548 4577 4582
4655 4704 4805 4911 4995 5200 5206
5349 5513 5529 5548 5605 5625 5713
5816 5834 5873 5888 5956 6017 6033
6179 6266 6270 6272 6291 6436 6454
6607 6660 6718 6823 6856 6899 6935
6950
6036
6492
Vijfde klasse. 2e lijst.
HOOGE PRIJZEN.
1500: 9101.
1000: 17365.
4(H): 16974 17860.
200: 2157 11506.
100: 603 9259 11652 13243.
Prijzen van 70.
BEURS VAN AMSTERDAM.
Noteeringen van 21 September.
Staatsleeningen.
NEDERL. pet.
Ned. W.S. Obl. (kl.) 5
Ned. W.S. Obli. (gr.) 5
Ned. W.S. Oblig. 3%
Ned. W.S. Oblig. 3
Ned. WS. Certif. 8
Ned. WS. Certif. 2%
Grootboek Oblig. 3
Grootboek Oblig. 2%
V.K. L.K. H.K.
1027./16 102%
102 101.15/16 102.1/16
84 84
76.3/16 75% 76%
75713/16 75.11/16 75%
65.13/16 65% 65.13/16
75%
65.13/16
Jack kondigde het naderende souper aan
en waarschuwde „Hercules" om den Ery-
manlhiaanschen beer te laten varen en toch
spoedig zijn jas aan te trekken, zoo hij de
meid niet een hevigeu schrik wilde aanja
gen.
Bij deze aanmaning schoof Blyth zijn tee
kenbord terzijde en Marksman trok zijn jas
aan. Hij luisterde geen oogenblik naar de
dankbetuigingen van den schilder en scheen
zich over niets dan over zijn jas te bekom
meren. Zoodra hij ze aanhad, stak hij zijn
hand in den zak en zag Vaientijn strak aan;
maar juist op dat oogenblik trad de meid
binnen, waarop hij zich ongeduldig omkeer
de eii zich weder naar bet andere gedeelte
der kamer begaf.
j Toen de dienstbode de deur achter zich
sloot, wendde hij zich tot Blyth met den vee-
ren waaier in zijn hand en zeide op zijn ge
wonen korten toon, dat hij van Jack ge
hoord had dat mevrouw Blyth altijd ziek
was en dat zij bijzonder veel van merkwaar
digheden hield, en bood den schilder dit
voorwerp aan. Vaientijn, die nog niet zeer
gerustgesteld was omtrent Marksman's
naam, aarzelde thans ook om een geschenk
aan te nemen van iemand, die hem geheel
vreemd was; hij bedacht zich, stamelde eeni-
woorden en eindigde ten laatste om tijd te
winnen met den waaier te bewonderen.
Maar hij werd zonder eenige complimenten
door zijn gast in de rede gevallen, vóór hij
nog drie woorden had kunnen uiten.
„Ik had hem voor een vrouw gekocht, die
uren ver van hier woont, zeide Mat en stop
te Blyth den waaier in de hand. „Toen ik
terugkeerde en hem haar wilde geven was
zij dood en vergeten. In geheel Engeland is
er geen vrouw die mij lief heeft noch kent.
Zoo gij te trotsch zift hem aan uwe echtge
noot te geven, werp hem dan maar in het
vuur. Ik heb niemand anders om hem aan
te geven, en ik kan en wil het ding niet
niet langer houden."
In den toon dezer woorden lag zooveel
ruwe hartstocht en smartelijke herinnering
aan een groote ramp, dat de teederste sna
ren in V alen tij n's hart werden geroerd. Zijn
edel hart bracht aanstonds de stem der voor
zichtigheid tot zwijgen en deed hem beslui
ten, om wel het geschenk nog niet aan te
nemen, maar te zoggen dat mevrouw
Blyth er verrukt over zou wezen.
„Jack," zeide 'hij zacht tot Thorpe, die
naar Mat's laatste woorden geluisterd had
en nu den waaier in stille bewondering
van alle zijden bekeek. „Jack, ik zal La-
vinia den waaier gaan brengen, want uw
vriend mocht eens denken dat ik deze be
leefdheid niet op prijs stelde. Houd gij zoo
lang de eer van de tafel op, ge weet wel
hoe diat gedaan moet worden, nietwaarf"
Onder het uiten dezer woorden ijlde Blytlh
de kamer uit.
Een paar minuten daarna stak Mat weder
de hand in zijn zak en naderde Jack ge
heimzinnig, maakte het papier open, waar
in de rood lederen tabakszak gewikkeld
was, die met koralen was versierd.
„Gelooft ge dat het jonge meisje dit mooi
zou vinden," zeide hij, „ik zou het hein wel
gevraagd hebben (en hij wees bij die woor
den naar de deur), maar hij was zoo in zijn
schik over den waaier en snelde zoo plotse
ling de kamer uit...."
Hier viel Jack hem met een schaterlach
in de rede, nikte den zak uit zijn handen en
begon harder dan ooit den spot met zijn
vriend te drijven. Voor de een te maal werd
Mat boos bij de gedachte, dat hü een jong
welopgevoed meisje een tabakszak ten ge
schenke zou geven en maakte hier spoedig
met een driftige verwensching een einde aan.
M°PPer nu niet, Don Juanl' riep Jack uit,
vrooiijker dan ooit „Ik zal het haar bren
gen en zij zal het hebben, zoo Blyth het
goed vindt, ik zal mijn best doen, haar naar
heneden te krijgen. O, hemel, wat zal dat
een prachtig tafereelzijn, dien ouden tani-
gen kerel het hof te zien maken aan Ma-
donnal" Dit zeggende trok Thorpe lachend
de deur achter zich dicht en nam de tabaks
zak mede.
Mat luisterde met ingehouden adem tot
dat de voetstappen langzamerhand wegstier
ven; daarop ging hij snel eu zacht naar de
tuindeur, ontsloot deze schier onhoorbaai,
6ehoof de grendels terug en overtuigde zich
dat hij, door den klink op te lichten, haal
baar ook van buiten openen kon.
Vervolgens sloot hij haar slechts met de
klink, én geen verandering was er in te be-
speuren, tenzij iemand er dicht bijkwam of
scherp genoeg zag om te bemerken, dat de
deur niet op het nachtslot en niet gegren
deld was.
i „Nu eerst nog de lessenaar," dadht Mat,
terwijl hij den vulschen sleutel uit zijn zak
haalde en op zijn teeuen naar het andere
'gedeelte der kamer sloop. „Zoo Jack of de
schilder soms terug mocht komen voor ik
tijd heb gehad de lade te openen, dan heb
i ik toch altijd nog een tweede kans, wanneer
'allen te bed zijn."
Hij had den sieutel reeds bij deze gedach
te in het slot gestoken en wilde hem jukt
omdraaien, toen zijn geoefend oor getroffen
werd door het gedruisch van iemand die
snel de trappen afkwam.
„Te laat," mompelde Mat. „Ik moet het nu
maar met de tuindeur wagen."
1 Hij stak den sleutel in zijn zak, 'terwijl hij
dit zeide, en keerde terug naar de kachel.
■Juist trad Blyth binnen.
(Wordt vervolgd).