TWEEDE BLAD
LAKLEER
Madonna.
TJS&Vsr - verw lassa
js «aaaLxtrS"
Xïr0,1 mita wMri
voor DAMESHOEDEN
P. J. JANSSEN
DE OORLOG
FEUILLETON
HAA6SCHE BRIEYEN.
Airagang h. Warmoesstr.
VERSPREIDE berichten
.P rw„ r „llen vpJL
DINSDAG 5 OCTOBER 1915
.MPN „Ik
NIEUWE
LXX.
De geestige en begaafde schrijver, die in de
Nieuwe Haarlemsche Courant" de rubriek „Na
bij en Vèraf' bewerkt, heeft onlangs aan de
Hagenaars een artikel gewijd en hun een pluim
on den hoed gestoken, die ons verwaand zou kun
nen maken zoo we.... dit nog niet waren. Ik
heb dat artikel met begrijpelijke voldoening gele
zen maar ook met klimmende bewondering voor
de opmerkingsgave van den schrijver. Ja," zooals
hij ons, Hagenaars, teekende, zóó zijn we. ik
kreeg bij het lezen van zijn artikel datzeIfdeg
voel, dat ik bij mezelven waarneem, als ik
eens een vreemdeling in en f. k
nwo- rondleiden. Zoo'n vreemdeling heelt vaak
veel meer oog voor de schoonheden van „het
dorp der dorpen geen" dan i wi] zeiyen; zijn
extase vestigt ook onze aandacht op punten, waar
wij anders geregeld achteloos langs henen loo-
pen.
Hadde ik nu maar de welversneden pen van
bovengenoemden collega, want ik zou mijn
Haarlemsche en andere lezers gaarne voor heden
eens rondleiden in de vorstelijke residentie, zoo
als zij daar heden te schitteren lag in de gulle
Octoberzonneschijn.
Wat schoonheid en weelde alom!
Kom nu in het Haagsche Bosch- Nauwlijte
is de mist van den nacht als een Jic^n]
dijn omhoog getrokken of de eerstestralen d
volle zon ku«en de dauwige blaadjes van eik
en beuk al droog. Aangrijpend van kleuren
pracht ligt daar de boschrand om de groote
vijvers. Bloedrood en okerbruin der verkleuren
de esschen en beuken wisselen af met het nog
hard-groen der steviger eikeblhren. En de kas
tanjes zijn al helgeel. Droomerig drijven de
blanke zwanen langs de spiegelgladde plas.
Vinken en kwikstaarten schieten schichtig op bij
het kraken van onze voetstappen op het kiezel
en de boomtoppen zijn nog vol gekwinkeleer.
Het is er stil en weemoedig in de weinig be-
gaiioeP'geheel anders aan de andere zijde der
stad. In de z.g. „Scheveningsche Boscbjes" is het
vol gejoel en kindergejuich. Daar zijn op de
hooge gezonde zandgronden de geliefde speel
plekken der Haagsche jeugd. Daar wordt ook op
de poëtische paadjes geminnekoosd zonder eind.
Wel heerlijk toch, om nog zoo jong te zijnl
Waar zijn ze gebleven onze eigen schoone jonge
lingsjaren, toen we hartjes sneden in boomschors
en aan de hooge sparren ons liefdesgeluk toever
trouwden?
„Ja, vadertje, we beginnen saampjes oud te
worden!" interrumpeert mijn betere helft midden
in mijn mijmeringen, of ze den draad mijner
herinneringen intuïtief gevoeld had.
En nu bij de „Wittebrug" even een kopje thee
genoten op het rustig terras. En dan met lijn
9 naar het Gevers Deijnootplein. Langs Kur-
haus en Palacehotel den strandbouievard op.
Niet naar rechts gezien, want de boulevardwin
keltjes zitten al achter de beschermende blinden
en rolluiken en de pantoffelparade der begeerig-
bükkende mondaine vrouwtjes heeft opgehouden.
Maar ziet naar links, waar de eeuwige zee af-
en aanrolt op het nu stille strand. In duizender
lei schakeering van licht tintelen de vroolijke
golfjes. Nü is Scheveningen weer voor de Hage
naars, die er in het volle seizoen niet plegen te
komen dan om even te baden of om er met
vacantie-genietende kinderen en óver-zijnde fa
milieleden rond te drentelen.
Maar nu zijn we weer onder ons. En laten we
het maar bekennen, wij dwepen met ons Haagje
en verwonderen er ons allerminst over, dat steeds
nieuwe inwoners bij duizenden zich hier vestigen.
Waar ter wereld bestaat nog zoo een rijk
gezegend plekje?
Het inwonertal van Den Haag neemt geregeld
jaarlijks met duizenden toe. De werkelijke bevol
king, die op 31 Dec. 1913 bedroeg 137,394 man-
164,457 vrouwen, totaal 301,851, was op
1914 gestegen tot 142,167 mannen,
170,254 vrouwen, totaal 312,421. De bevolking
van een flink dorp of klein stadje er dus weer bij.
De geldmiddelen houden met den aanwas der
bevolking gelijken tred
Naar de laatste door Gedeputeerde Staten
afgesloten rekening over het dienstjaar 1913,
bedroegen de ontvangsten f 22,414,107.96i/a,
de uitgaven f 21,897,899.15%, batig saldo
windt II alleen bij
f 516,208.81volgens de door Ged. Staten goed
gekeurde begrooting voor 't dienstjaar 1915 is 't
geraamd bedrag der ontvangsten 26,968,808.63
en dat der uitgaven f, 26,098,746.13, batig sal
do f 870,062.50,
Is het wonder, dat ons gemeentebestuur opti
mistisch gestemd is en zelfs de oorlogsmisère niet
in staat bleek dit optimisme te dooven?
De Gemeenteraad gaf van dit optimisme on
langs nog overduidelijk blijk, toen hij met ver
pletterende meerderheid den voorzichtigheids
maatregel van B. en W. verwierp, om den aan
leg der nieuwe groote verkeerswegen voorloopig
uit te stellen. Tien millioen zullen er mee ge
moeid zijn; „hier zijn de tien millioen," zei de
Raad. En nu is men druk bezig aan taxeeren
en onteigenen en doet de moker der sloopers al
zijn werk aan het voormalig gebouw van Buiten-
landsche Zaken op het Buitenhof en aan den
Hofsingel. Den Haag zal en moet een grootstad
worden en wie in lang niet hier kwam, herkent
het over enkele jaren zeker niet meer.
Zeker niet meer het bovengenoemde Oevers
Deijnootplein. Rappe handen reppen zien om
dat te vergrooten en te verfraaien, leder bezoeker
van Scheveningen herinnert zich, dat het Gevers
Deijnootplein aan de zijde van de S.S. stoom
tram wordt afgesloten door eene rij vrij onooge-
lijke houten gebouwen en gebouwtjes, alle dienst
doende als café-restaurant. Zij zijn alle gedoemd
om dezen winter te verdwijnen en plaats te
maken voor moderne, luxueuse eet- en drink-
paleizen.
Het Haagje heeft een schoone toekomst. Geen
oprecht Hagenaar, die daaraan twijfelt!
's-Oravenhage, 3 Oct. 1915.
;-= 11
DE STRIJD AAN DE
DARDANELLES
Reuters bijzondere correspondent bij de Engel-
sche strijdkrachten op Gallipoli, zond 10 Sept.
een schrijven, waaraan het volgende is ontleend:
Sinds den strijd om hoogte 60 in de laatste
dagen van Augustus heeft er geen gevecht van
beteekenis meer plaats gehad op onze beide fron
ten (al. het Saevla-Anzac-front en dat aan de
zuidpunt). In de laatste tien dagen is de tem
peratuur aanmerkelijk gedaald; de najaarsstor
men zijn begonnen en dag en nacht giert de
noordoostenwind over het eiland en de onstuP
mige golven van de Aegeïsche zee.
Gelukkig zijn alle landingsplaatsen beschut
tegen een storm uit dien hoek door de hooge heu
vels en rotsen. De kust bij de Soewlabaai is nog
het meest open, maar ook hier ligt het hoogere
terrein dicht genoeg bij om de kracht van den
wind te breken en landingsoperaties mogelijk te
maken De nachten zijn bijzonder koud en wan
neer men niet zeer tegen den wind gedekt is, is
het er lang niet aangenaam. Op zichzelf is na
tuurlijk de daling van de temperatuur niet
kwaad. De troepen hebben deze vier maanden
hitte genoeg gehad en koud weer moet beslist
van goeden invloed zijn op den gezondheidstoe
stand van het leger. Maar het is een voorproefje
en waarschuwing, welke niet in den wind moet
worden geslagen, van hetgeen we te wachten
hebben, indien het leger in zijn tegenwoordige
stellingen den winter moet doormaken. De helft
van het leger loopt met bloote knieën en een
dunne uniform, die 's morgens en 's avonds reeds
onaangenaam luchtig is. Er moeten spoedig
winterkleeren en overjassen komen en een massa
dikke dekens. De streek hier kan ons niets leveren.
In gewone tijden leeft hier een dungezaaide be
volking van rustige boeren; er zijn maar een
paar dorpjes. Zelfs al hadden we de streek geheel
en in i.ons 111 plaats van slechts den
lana van haar onherbergzame kust, dan nog zou
ze ons niet kunnen voorzien van voedsel dek
king, bouwmateriaal, allemaal zaken, welke wij
in groote hoeveelheden noodig zullen hebben Wij
zullen het niet zoo hebben, als het leger in
Frankrijk, verleden winter, waar, na een wacht
tijd in de loopgraven, de mannen teruggenomen
werden buiten het bereik van 's vijands vuur om
in gezellige Fransche dorpen uit te rusten, waar
zij alles wat zij noodig hadden, zonder moeite
konden krijgen.
Ongetwijfeld zullen er hier ook wel plaatsen
i!e v'n^en waar de mannen zich voor eenigen
tijd kunnen terugtrekken om opgemonterd te wor
sen» maar zij zullen veel moeilijker te bereiken
anb en,)ve"ce beschutting zij ook aan de men-
o,u'i vie vers'aPt zijn aoor het verblijf in een
5 ar imaat> zullen kunnen bieden, alles moet
°ns t wnfden gebouwd. Hutten kunnen
ffbmvvd, maar het hout en de spijkers,
het gegolfde ijzer voor de daken en al het andere
dat voor den bouw noodig is, moet toch uit Enge
land komen, moet in ieder geval over zee worden
ïï3E°ewL schiereiland en de eilanden ver-
n» t on3 mets-
zaak haa? aCandadit,eoie Vest!gi thans in hoofd-
De landingsplaatsen «faaT^n vSomS"®'
baar van de heuvels af, door den vSd bezet
die een hardnekkig en lastig vuur onderhoudt op
onze opslagplaatsen en aanvoerwegen. Gewoon
lijk geeft hij granaatkartetsvuur uit veldgeschut
af, maar nu en dan schiet hij ook zwaardere
projectielen. Behalve onder de muilezels van de
convooien, zijn de verliezen niet zwaar. Een
goed getemperde granaatkartets, die boven een
troep muilezels springt, richt natuurlijk een
groote verwoesting aan; er wordt dan ook ge
tracht ze voor zoover mogelijk buiten het bereik
en het gezicht van de vijandelijke kanonniers te
houden.
Onze kustbatterijen en oorlogsschepen in de
baai antwoorden wel, maar zij hebben geen ge
zicht op de vijandelijke stellingen zooals de
vijand op de onze heeft en zij hebben meestal
voor hun vuur slechte den knal van de Turksche
kanonnen tot richtsnoer. Nu en dan vuren de
Turken eenige projectielen af op de schepen in
de baai.
De Turk schijnt er zich toe te bepalen de kust
te beschieten en zich van verdere actie te onthou
den. Misschien rekent hij op de hulp van de
„generaals" December en Januari. Welnu, dan
is het onze zaak er voor te zorgen, dat, als die
uitnemende strategen in het veld komen, ons
leger gereed is hun aanvallen te weerstaan.
De Russische socialisten wekken op tot
'evolutie.
Uit naam van het buiteniandsche secretariaat
van da Russischa socialistische partij, hebben
zich zoo meldt de „Vorwarts" een vijftal
Russische socialisten tot de in Rusland werk
zame partijgenooten gericht met een manifest,
waarin zij uiteenzetten wat thans da taak moet
zijn van het Russische proletariaat. „Dit mani
fast kan schrijft de „Vorwöxts" gezien de
populariteit, die de onderteekenaars onder de
Russische arbeiders genieten, zeker niet be
schouwd worden als een uiting van parti-oulie-
ren die zonder invloed zijn. Wij ontleenen aan
het manifest een paar punten. Scherp wordt de
regeering van den Ozaar gehekeld: „Van het
standpunt der democratie en van dat der belan
gen van da volksmassa moet de voornaamste
misdaad van het Czari&me daarin gezocht wor-
den, dat het Rusland, door een imperialistische
veroveringspolitiek, den wereldoorlog ge
jaagd heeft en daardoor de ontploffing ver
haast heeft in de Europeesche kruitkamer. En
de sch van het Ozarisme word des te zwaar-
er, aar et, bij het volgen van zulk een poli-
re .tegelijk de instellingen, bekrachtigd heeft,
ie et land nederlagen berokkend hebben en
ie bij de verschrikkingen van den oorlog nog
de ramp van een innerlijke ineenstorting; heb
ben gevoegd.
„Daarom mag men er van bet standpunt der
democratie niet aan denken slechte generaals
door goede te vervangen en in de plaats van
onbruikbare imperialisten talentvolle en deug
delijke aan te stellen. Men moet er op uit zijn
om een einde te maken aan de omstandigheden
waardoor imperialisten en militaristen, helden
van plundering en van roof, over het lot van
een volk te beslissen hebben."
En voorts:
„Leugen, huichelarij en onverstand vieren
hoogtij in het kamp der radelooze patriotten.
Zij roepen op tot algeuieene eensgezindheid om
't nationale gevaar af te wenden. Er bestaat
echter geen grooter nationaal gevaar dan de
heerschappij over het Russische rijk in handen
van een hoopje beambten en land-edellieden,
met den Czaar aan bet hoofd. Zoolang die
heerschappij voortduurt ia geen vooruitgang,
geen ontwikkeling in Rusland mogelijk.
Deze heerschappij Terbrokkelt Rusland veel
meer de elkaar dan cefl Scvolgi zou kunnen zijn
van den ergsten, boor hot zegevierende
Duitschland opgedrongen vrede. Rusland door
de vereeniging van be levende krachten des
lands met dit hoopj® r°overa van den onder
gang redden beteek en' niet anders dan: met
de eene hand vernielen wat met de andere op
gebouwd wordt."
Voor zulk een vereeniging jjveren echter de
burgerlijke patriotten van alle richtingen.
„Niemand denkt er a^n deze bende van roovers
en vijanden des volk» É^eel ten val te brengen
en in de plaats van b® alleen heerschappij van
den Czaar en van da kuieaucratische kliek de
alleenheerschappij dt-s volles te plaatsen
worden, tusaohen de overwinnaar», gedwongen
te worden de beslissing over hun lot aan de
wapenen over, te laten, zonder dat met hun
eigen wil ook maar. eenigszins rekening gehou
den wordt.
„Het zegevierende Duitschei imperialisme
kan niet door kracht van wapenen op zijn weg
gestuit worden: hot heeft bewezen de sterkste
van alle imperialistische machten te zijn.
Slechts één macht kan zijn verdere overwinnin
gen, het verder vertrappen van het overwonnen
Rusland, beletten: Dat is de macht, die uitgaat
van de revolutie des volks...."
Het manifest eindigt aldus:
„Slecht» als de Russische democratie er naar
stond bij de verschansing, de bemanning, ty
pen van Holl. matrozen van de vrachtvaart,
stonden het ijzer te krabben en een kwastje
te geven. Langszij lippen de banen der Hol-
landsche vlag in drie kleuren, om toch maan
vooral duidelijk zichtbaar te zijn en kenbaar
als Hollandsch schip. De kapitein is achter
uit, was !het antwoord op onze vraag. En
werkelijk, achteruit stond daar de kapitein
van dat heele schip. Echt verweerde schip
per, zooals we ze bij honderden langs de kus
ten en havensteden van ons land kennen.
Het ringbaardje grijzig rondom zijn kin.
rooie kop van weer en wind, nn verbrand
door de tropische zon, handen diep geplant in
de zakken, even daaruit verschijnen voor de
kennismaking, dan weer weggedoken in diep-
streeft het bolwerk van de wereld-reactie, het1 te en warmte der broekzakken.
Russische Ozarisme, ten val te brengen, zal zij
het werk steunen dat erop gericht is een einde
te maken aan dezen oorlog zonder een nieuwe
verkrachting van de Russische volkeren, zonder
het losscheuren van landstreeken waarvan de
bevolking een scheiding niet wenscht, zonder
het opbrengen van een oorlogsschatting de het
land voor langen tijd ruineeren zon, zonder de
vertrapping van Polen, België en Servië door
de overwinnaars.
Slechts daardoor kan de Russische democra
tie het onheil weer goed maken dat de schuldi
gen aan den wereld-oorlog over Europa en Rua.
land gebracht hebben."
Dienstplicht of vrijwillige dienstneming in
Engeland.
In een conferentie van de voornaamste En-
Goeie reis gehad, kapitein! klonk de vraag.
Mocht wat, meneer, 'k zou het niet graag
overdoen.
Dat ging in Iheel bekend accent, waaraan
we direct den Groninger kapitein herkennen
van Veendam, Windervank, Hoogezand, Sap-
pemeer, Appingedam of Delfzijl.
Van Delfzijl, kapitein!.... informeerden
we non ook maar.
Geboren meneer, maar al jaren in Rotter
dam. En blij zou hij zijn als hij over veertien
dag van Palembang weer de terugreis zon
kunnen aanvaarden naar moeder de vrouw.
Met zoo'n sehoenertje naar Indië dat vond-
ie niks gedaan.
Juist vandaag was het 120 dagen geleden,
dat hij van Rotterdam uitvoer, hopend zei
lend en met zijn motor Palembang te halen.
Maar reeds dadelijk in de haven begon de
gelsche arbeidersorganisaties te Londen, welke °S6 hÜ T+
I volle tanks aan boord geborgen. Maar dat
dezer dagen werd gehouden, is door Asquith en zou niet gaan> 01ie wa6 bande, en al
door Lord Kitchener het woord gevoerd over ging hij ook op zijn kop staan, die vaten moe-
het vrijwilligers-systeem en den dienstplicht, ten' weer van boord.
Omtrent de besluiten dezer conferentie is door; Op hoop van zegen ging het toen maar
het parlementslid Arthur Henderson een com- lug met zijn volle tanks alleen, of liever op
muniqué aan de pers verstrekt, waaruit blijkt hoop van wind. M ant met drie masten, de
dat de Engelsche regeering vooralsnog besloten 110091ge zeilen en een goeie wind kwam je
is geen dienstplicht in te voeren en waaruit
ook een heel eind. Maar nauwelijks de neus
j io zee, begon het al. Links en rechts oorlogs-
voorts blijkt, dat een nieuwe recmteennge- sehepell om een fatsoenlijk schipper die naar
campagne^ op touw gezet zal worden, en wel Indië moest, bet leven zuur te maken. De
ook een, die afzonderlijk dooi de arbeiderspartij Franschen dat ging nog, dat waren beleefde
gevoerd zal worden. lui, maar de Engelschen, die zagen iemand
Aan de conferentie was deelgenomen door die nu al 61 jaar mot god en met eere onder
het parlementaire oomité van het congres der Nederlandsehe vlag thuis behoorde en die
vakvereenigingen, door het uitvoerend comité 4® wereld was rondgescharreld, maar zon-
van de groote federatie der vakvereenigingen, der l°or een smokkelaar, een vijand en
door het uitvoerend comité van de arbeiders- En soms was het vr* hxx*
partij. Lord Kitchener en Asquith gaven eenDan wilden ze hem, den kapitein, arres-
overzicht van den stand der krjjgsverrichtin- teeren. Maar dan toonde hij zijn Holland
gen, waarop de conferentie als haar overtui- 6chen pas, met den naa mder Koningin ei
ging uitsprak, dat het aantal mannen, noodig op en dan zei hij doodeenvoudig, ga je gang
voor Jegrer en vloot en voor do munitio-fab>rie- naaar heeren, maar mijn pas gaat mee. Als
ken, teneinde den oorlog met gunstig resultaat Dc mee moet, dan gaat de Koningin ook mee.
te kunnen voortzetten, opgebracht kan worden I daarvoor waren ze dan wel terugge-
langs den weg der vrijwillige dienstneming. ^hnkt, want de koningin van een bevriend
De conferentie heeft besloten, de regeering 4"! daa,r 1:öken' M
om soldaten voor leger en vloot en arbeiders ouwe schipper, met zijn betrouwenswaardig
voor do munitie-werkplaatsen aan te werven en gezicht, en zijn rustig voo omen misschien
neeft het oog hierop besloten, een afzon- toch ten slotte wel zonder vei denkin# van de
derlijko arbeiders-recruteerings-campagna te i Engelsche officieren was heengegaan,
organiseeren die over het geheele land werk-1 Zoo was het gegaan door de Biscai de
zaam zal zijn. golf van Biscaje en naar Gibraltar, waar
men 17 i gen moest liggen om den motor te
OORLOGS-ALLERLEI «pareeren. Toen de Middellandsehe Zee döor
,v <*>k daar overal aangehouden. Het was in
120 DAGEN NAAR den tijd toen de Ayesha, die de bemanning
DL OOST. |van de Emden aan boord had, zooveel op-
Daar was te Belawan een driemastschoener schudding had verwekt, zoodat het voor d«
binnengeloopen, die zeilend van Europa was hand lag, dat de Engelsche marine waakzaam
gékomen en hier was binnengevallen om- was, al gold het ook de meest vreedzame
dat er geen proviand meer aan boord was. motorschoener, die ooit de reis naar Indië
De Engelsdhen, die zich nogal de voorvech- veer. Zoo was eindelijk Port Said bereikt,
tens der kleine neutrale staten noemen, had- waar men dadht den olievoorraad aan te vul
den in Suez alle olie voor den Ihulpmotor van lea. Maar, ho maar, geen droppel kon hij
boord gehaald en daarna had liet schip we- krijgen en de voorraad, die aan boord was
ken lang in den Indisohen Oceaan onder werd zoo zorgvuldig opgemeten, alsof het d«
windstilte gelegen. beste Schiedamsche jenever was, die de kom-
Zoo ten naastenbij aldus verhaalt de miezen voor de invoerrechten moesten
„Deli-Courant" was het eerste bericht, dat zegelen.
ver-
we vanmorgen hoorden van de „Twee Ambt"
die in Belawan was binnengeloopen,
Toen maar weer verder, zeilend en puffend
naar Aden en vandaar den Indischen Oceaan
Neg ettelijke koeren werden we daarna door naar Sabang. Maar een pech dat ze ge-
opgebeld, om onze aandacht te vestigen op had hpdden, want zelfs in de westmoesson,
het scheepje en omdat we in den laatsten als je anders maar dikwijls met de noodige
tijd zooveel hooren van schoeners in den ar- reven kon zeilen, hadden ze zelfs bijna geen
ehipel, die vreemde allures hebben, zijn we zuchtje ontmoet. En de tabak raakte od,
er maar eens even op af gegaan. ^Wie een laatste draadjes deden opgeld, en allerlei
auto ter beschikking heeft behoeft tegen-andere nuttige dingen aan boord waren fwW
woordig de reis naar Belawan niet meer te niet op zoo lange reis berekend geweest. Ein-
tellen. nel ijk naderde men Sabang, maar ziet. daar
Aan het einde der pieren op stroom lag scheen de kans te keeren, want er kwam
..Slecht» de trioiD-f der democratie, slecht» het ranke slanke sehoenertje, naar schatting zoo'n zalig briesje, dat het zonde en schande
het ten uitvoer brengen van }lot te8tament dat j tusschen de twee en driehonderd waterton geweest, daarvan niet te profiteered
,0n5 aan i, groot. Het lag er nu diood en stil voor anker, lunar net was voor een dag geweest en
de revolutie ™lkjmaar zoo op een afstand kon men zich voor- scharrelden ze verder
nagelaten heeft, kan g brengen, .de oor-;&tellen wat eeu heerlij,k gangetje daar te **- bet zeil. Toen werd besloten om maar DeU
logs-ellende, voor «ogehjk, lenigen en len zou zijn met alles bijgezet aan de drie aan te doen, de laatste olie werd verte-uitt
de in Rusland levend® ™lkoren behoeden voor ranke masten en raas. Even naar boord ge- en toen het anker neerdonderde in f mï
Naar den roman van W. COLLINS.
75 (Uit het Engelsch). te. lvlun eerste- - -------
Scutt," zeidie Se mij daarbij ter^e*stond.
wijl ik, zooals ge wel begrijpen kunt uw
recht om eenige inlichting te vragen,'ont
ken) dat gij de zaken met uw zaakwaarnemer
in orde kunt brengen, zoodra gij wilt De
overledene juffrouw Grice heeft brieven
nieü japieren nagelaten, ik heb die alle ver-
eicen+o °p kaar eigen verlangen in haar
ven macten^0Ordiglleid ea op kaar seschre-
te. Mijn eeMtog^ed,Ur,eadö har0 laatet® zie'k
i raiiKe cu j.ttcio. - -< jA^ruoiiucr 14^ in ra v
liet treurige lat <*at verdeeld, teroeid ea een praatje gemaakt. De sder van de haven, toen ook juist de"
ino-
jAijjiiueer ouull, zeiuie
heer Nawby op beleefden toon tot de klerk, ring mede afleggen> indad' deze yerkla-
,,°m in de eerste plaats getuige te wezen Mat luisterde aandachtig „n.,,.1 ,vei anff
nat ik protesteer tegen het bezoek van den den, maar hoorde verder niet 4?? woor-
heer Tatt a.s volstrekt in strijd met het vak de twee advokaten volgde onmtJinrM8 n
en ten eenenmale afwijkende van de wijze, dorre strijd over de uitleggJuj, fw ,4 6611
waarop men zaken behandelt. In de tweede deze trof ternauwernood zijn oor nl ï?aar
plaats zult gy ook getuige zijn, dat ik de Tatt nam hem onder den arna en bracht
tei wPct ter L v? ?artij niet erken" en bier-'naar buiten; hij was welsprekender dan oori
1 „4 a4„en hetgeen ikthans maar hij kon het genot niet smaken in hem'
j. zeKgen is altijd nog onder pro-; een toehoorder te vinden. Zijn gansdbe ziel
test en ontKennende pro forma, dat hij de scheen zich tot eene vraag te bepalen- hadi
Toen zij Highstreet intraden, kwam hij strekt. ute+„6 'weten vol-
weder eenigszins tot zichzelven, en besefte
hij, dat hjj thans genoodzaakt was een be
sluit te nemen, omtrent hetgeen hem te doen
stond. Nu hij in zjjn laatste hoop was te-
geheel onnoodig. Ma»1' bij moest toch ergens Dibbledean gedoopt was, wendde zich daar
heen beter was naar Kirkstreet terug op plotseling van hem af en pct den heer
te keeren, dan beslultel(1'0s hier te blijven op Tatt midden op straat staan, terwijl hij iü een
ine nieuw opschrijfboekje de verkregen inlich
tingen aanteekende.
ondervonden had.
Hij stond plotseliaS' fitil eil zeide: .jjj I Zoodra Mat wfl6> r&es de wauhe-
hoef hier niet lang»1* te blijven, ik zpl naar pende vraag weder bij hem op; had hii d«
Londen teruggaan;" daarop maakte hij zich laatste kans om den verdwenen echteer,,w
los van Tatt's arm- Maar het was hem niet van zijne zuster op te sporen, ver!oren'/ np
200 gemakkelijk zieb aan diens bijstand als schoon onverbiddelijke feiten schenpn
rechtsgeleerde te onttrekken. wijzen dat dit werkelijk zoo m -
..Veria«t. o„ mijn bvp.r nr. toch vast aan ziin biio-oi^ bielid hij
nog krachtiger en nüi ,gö overtuiging,
den weg IZr hT^T^ °P
eenmaal de hanrlÜ n baalde hyj nog
er lan o- oo m voorschijn en bleef
naar iteJv staren..Nog eenmaal, op zijne reis
7. n"en, hield die zonderlinge overtui-
g hem staande, die hem staande gehou
den had bij vroegere teleurstellingen. ..Ik
„Verlaat u op mim ijver," riep de volhar
dende advocaat uit, en bleef hardnekkig Mat
thew naar het station volgen. „Zoo er nog
een wet in Engeland is, []an zaj
onze iden
titeit bewezen worden en Uw rechten geëer
biedigd. Ik ben van plan deze zaak met hart
en ziel aan te vatten. Q eld, rechtvaardig-
heid, zedelijkheid Een oo#enblik, beste
mijnheer! Zoo gij inderdaad naar Londen te-
mg wilt keeren, geef mij dan toch in elk
mij. ook nog of iü
ver-
Wijl 'hij op den heer Tatt we^ïS,teF'
aangeknoopt ter bereiking van het doei, net-
jfrelk gij mij hebt medegedeeld, dan veroor
loof ik mij ter uwer kennis te brengen, (ter-
teurgesteld, wat schoot hem thans nog over!
keerL ri^n^^^.bii.niet terug te
en te Dibbledean te blijven was^ook
Mat was geneigd om in den toestand waar
in liij nu verkeerde, alles te zeggen en te
deen, zoo de heer Tatt hem maar verliet; hij
gaf daarom zjjn adres in Kirkstreet op den
naam waaronder hij hekend stond, r- Onge
duldig zeide hij: „Ja," op de vraag of hij te
Z&1 hem vinden," dacht Mat hij zichzelven,
terwijl hii in den trein gezeten naar Londen
mg en belangrijke voorvallen. Jack had
evengoed zijn avonturen gehad als Mat; een
vooral was van dien aard, of liever had zulk
een uitwerking, dat het een volkomen ver
andering teweegbracht in Kirkstreet. Vol
gens de belofte aan Valentijn gedaan, ging
Jack den ochtend na het vertrek- van zijn
vriend, met den aanbevelingsbrief naar het
huis van den heer Sirather, precies ten elf
ure, en werd hij nog vóór den avond door
dezen als student, af deeling Schoone Kun
sten, bij het Britsch Museum ingeschreven.
Hij arbeidde onafgebroken door, totdat do
deuren gesloten werden en keerde dan. naar
Kirkstreet terug, maar in geen-en deele in
genomen met zijn nieuwen werkkring; toch
besloot hij er bij te volharden, omdat hij zich
vast had voorgenomen zijn woord, te houden.
'zijn nieuw beroep werd echter veel aan-
Jok heiijker teen de heer Strather hem dien.
avond modenain naar de Akademie in Little
spoedde. „Het is -mij onverschillig waar hij j Bilgestreet. Hier was hij vrij zijn palet te
gebruiken en zijn onderwerp met splinter
nieuwe penseelen op het doek te brengen.
Hier vond hij geestige beoefenaars vc
-■ n— "v ""j o
zich verborgen houdt, vinden zal ik hem.
HOOFDSTUK XV.
EEN SPOOR VAN ARTHUR CARR.
Terwijl Matthew Grice heen en weer reis
de van de eene stad naar de andere, was
het leven dat zijn jonge vriend in de hoofd
stad leidde pok .volstrekt niet zonder afwi®-
schoone kunst, met losse manieren en
derachtig voorkomen, waarmede hij <-•
hlikkelijk op den hesten voet stond.
En hier, dit zette de kroon op alles,
een model, dat een beroemd kampvechter
was geweest, met wien Jack aanstonds een
eenwig .verbond sloot als broeder in het