TWEEDE BLAD G. H. VOGELZANG, Madonna. BLOUSES en ROKKEN DE OORLOG FEUILLETON Greote Houtstraat 29\ VRIJDAG 8 OCTOBER 1915 De Propaganda-avond van het Plaatselijk Comité der Katholieke Sociale Actie voor Haarlem en Omstreken. SPECIALITEIT IN i volfS VERSPREIDE BERICHTEN \'aar den roman van W. COLLINS. SXe»8 ™aronX NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Het wae een succesavond voor de Katho lieke Sociale Actie, do groote propaganda- vergadering, welke gisterenavond vanwege ihet Plaats!ijk Comité der K. 8. A. in de ■groote zaal van de „Vereeniging" werd ge- kouden. Reeds vóór achten was de zaal tot ut ae uiterste hoeken geheel bezet met Haarlem- sche belangstellenden, onder wie eenige non- derden dames. Onder de aanwezigen nevonden zich de Hoogeerw. h^Grön Bosmftn gil Delten Scof- fels, de Zeereerw. heer Sdhrandt en vele eerw. heeren geestelijken van onderscheidene parochies. Verder de heeren Mr. Heerkens Thijssen. wethouder; Dr. v. d. Berg, Jonckbloedt, Van Liernt, Klein en Elffers, gemeenteraadsleden. De aanzienlijke katholieke families van Haarlem en omstreken waren niet minder vertegenwoordigd. Trouwens: alle rangen en standen van Katholiek Haarlem hadden aan den oproep van het comité gevolg gegeven. Even over achten werden de sprekers voor dezen avond, de Weleerw. Pater Borromaeus de Greeve O. P.M. en de heer A. Baron van Wijnbergen, lid van de Tweede Kamer, door het bestuur op bet podium onder luid ap plaus de zaal binnengeleid Opening door den voorzitter Mr. F. M. J. Hageineyer. De voorzitter, Mr. Hagemeyer, opende de Vergadering met den Ühristelijken groet: Geloofd zij Jesus Christus! Het doet een voorzitter altijd goed, - zoo ongeveer begon de voorzitter zijn openings rede wanneer hij een vergadering mag openen, welke goed is bezocht. Zooveel te meer doet het mij thans goed en stemt het mij tot vreugde, deze vergadering, die zoo talrijk is bezocht, te mogen openen en u het welkom toe te roepen. Het moet u duide lijk 'zijn, zoo zeide spr., dat mijn welkomst groet dan ook heden allerhartelijkst is. Dat gij thans met mij vergaderd zijt, la geen verrassing; reeds maanden lang werd deze vergadering voorbereid en door de ka tholieken van Haarlem verwacht. In zijn welkomstgroet wilde spr. echter meer speciaal de hooggeachte sprekers, den. Weleerw. pater Borromaeus de Greeve en Baron van Wijnbergen welkom heeten. Waarom dan hedenavond deze vergade- ring, zoo ging spr. verder. Toen in Augustus 1914 het oorlogismonster was losgebroken, en de wereldgebeurtenis sen als het ware de aandacht geheel in be slag namen, doorleefde de Katholieke So ciale Actie een zwaren en harden strijd. Welk een invloed de oorlog op den gang van zaken had, blijkt wel zeer duidelijk uit het statistisch overzicht, dat door den penf- niEgmeêster aan den voorzitter was ver strekt. Vóór Augustus 1914 telde het plaatselijk comité 408 donateurs, welk aantal nh Augus tus is gedaald tot op 107. terwijl ook het aan tal begunstigers over hetzelfde tijdvak daal de van 284 tot 57. Uit dit statistisch overzicht wordt dus aangetoond, dat ruim 60 procent der donateurs en begunstigers onze gelede ren hébben verlaten. In do eerste maanden van den oorlog was deze teruggang wel te verklaren, doch nu is (dit niet meer goed te praten. Gedurende de vele maanden van den oorlogsduur heeft de maatschappij zich vervormd en xioh aan die nieuwe omstandigheden aangepast. De druk van den oorlog doet zich econo misch niet meer zoo ernstig gevoelen; ja, zei I's zijn op verscheidene plaatsen en in ver schillende bedrijven de toestanden! veel gun stiger geworden, dan ze vooraf waren. Ne derland heeft in den oorlogstoestand goud verdiend. Ook hier in Haarlem zijn er ve len, die goede zaken hebben gemaakt. Hier begint dan ook mijn verWijt, zeide apr. Waar blijven ze nu, degenen, die onze Ecomsch-Katholieke Actie hebben verlatent Mijn verwijt treft hen, die het „mobilisa- tie"-wapen geregeld gebruiken als een reden om zich terug te trekken van allerlei instel lingen, waar ook financieele offervaardig- held wordt gevraagd,: dit verwijt treft hen, die het „mobilisatie -wapen gebruiken om voor elk doel den noodigen financieelen steun to weigeren. Spreker heeft echter vertrouwen dat er dezen avond weer een gunstige omkeer zal plaats hebben. Luistert daarom goed naar de sperekers, dan de voorz. was ervan over tuigd triomfeert hedenavond onze Katho lieke Sociale Actie, onze Roomsche zaak. Na een hartelijk applaus verkreeg Baron van Wijnbergen het woord ter behandeling van zijn onderwerp: „Katholieke Sociale Actie." Rede van Mr. A. Baron van Wijnbergen. Hoogeerw. en Zeereerw. -heeren, mijne dames en heeren. Men hoort wel eens de meening uitspreken, dat, waar zooveel jaren reeds over sociale zaken het woord is gevoerd, daardoor het aantal onderwerpen wel zoo zoetjes aan zal zijn uitgeput. Dit is echtr© geenszins waar. Sociale onderwerpen zijn er nog vele en noo dig is het, dat ze alle onder de aandacht worden gebracht. Hulde brengend aan het bestuur, dlat Ihet besluit nam om deze vergadering te belegd gen, constateerde spreker, dat dergelijke ver gaderingen ook moedig zijn, om tot dee li- na me aan de Katholieke sociale actie aan te sporen. De Katholieke sociale actie is in het we zenlijk belang van ons zelf, dient tot meer dere eer en glorie van God, tot heil van onze Moeder de H. Kerk en van ons vaderland. Zooals zij, die hun kinderen zenden naar de Roomsche school, of zich hebben geabon neerd op een katholiek blad, hierom nog geen aanspraak kunnen doen gelden op een» bijzondere hulde, doch moeten erkennen, dat zij daarmede niet anders dan hun plicht doen en handelen in hun eigen belang; zoo dienen ook zij, die zich in katholieke veree- nigingen organiseeren, overtuigd te zijn, dat zij daarmede hun plicht doen en dit doen in hun eigen belang. Dg leuze om te zeggen, dat men niet wil deelnemen aan de katholieke sociale actie, omdat men zich niet met eens anders zaak wensoht te bemoeien, gaat dan ook aller minst op. En dit geldt niet alleen voor de genen, die in de maatschappij hooger ge plaatst zijn, hetzij door positie of fortuin, zooals dit uitdrukkelijk ook werd gezegd in zijne encycliek „Craves de comnxunere" door Z. H. Paus Leo XTTT. Bij een krachtige samenwerking der ver schillende standen in de katholieke sociale 'beweging, zal blijken, dat er wel is: standen- verschil, maar geen standenverbittering. Een krachtig katholiek sociaal leven ia ook noodig in het werkelijk belang van onze niet-katholieke landgenooten. Men beschuldigt ons wel eens van sepa- rantisme, omdat wij ons in speciaal katho lieke vereenigingen organiseeren, doch dit verwijt wijzen wij af. Wanneer wij ons afzonderen in katholieke vereenigingen, doen wij dit niet om daarmee alleen voor ons zelf de zegeningen, van het katholicisme deelachtig te worden; maar dat doen wij omdat in onze eigen samenkomsten de geest van ons katholicisme zich In zijn volle kracht alleen kan ontplooien. Gesterkt door di enge est, kunnen wij dan in het maat schappelijk leven van de zegeningen van onzen godsdienst ook onze mei-katholieke medeburgers deelgenoot doen zijn. In m door onze katholieke vereenigingen willen wij er zorg voor dragen, dat wij als goed onderlegde katholieken in onzen omgang met anderen in de wereld, den gunstigen invloed ook op anderen kunnen doen Inwerken. Nuttig en noodig is onze Roomsche orga nisatie ook ter eere Gods en in het belang van onoe Moeder do H. Kerk. Al» er over eenkomstig de voorschriften van Paus en Bisschoppen in onze vereenigingen wordt ge werkt, zal dit zeker strekken in het belang van de Kerk, onze moeder. Dat Rooinsch sociaal werk kan zich alleen in zijn volle kracht ontwikkelen, al» wij al onze mannen en vrouwen brengen in onze katholieke vereenigingen. En dit moet ook. want anders bestaat groot -gevaar, dat wij de moneehen niet alleen missen in omze or ganisaties, maar dat wij ze ook verliezen voor de Kerk. Het ia onze jj Vader Paus Benedietus, die zegt, dat wjj het volk moeten toespreken en voorlichten; maar waar zouden wij dit moe ten doen, als wij niet allen vereenigd zijn? Het Christendom heeft tegen het libera lisme en socialisme een harden 6trijd te strij den, als tegen zijn meest volstrekten vijand en tegenstander. moeten ervan overtuigd zijn, dat, wan- op de noodzakelijkheid van Roomsch-Katho- lieke organisatie, dat dit dan is in het be lang van de Kerk, maar óók dat dit geschiedt uit warme liefde voor ons volk. Onze katholieke organisaties hebben in de afgeloopen 14 maanden getoond, gedreven door oprechte vaderlandsliefde, krachtig mede te willen werken in het ibelang van den Staat. Zeker, wij hadden) daarbij het schitterend voorbeeld van onze geëerbiedigd de Koningin, die verleden jaar in de Kerst dagen, haar volk opriep tot gebed bij den Christus van Bethlehem; doeh zonder goede organisatie hadden wij veel ongedaan moe ten laten, wat nu onze handen te doen von den. ,Zoo moge dus het nut en de noodzakelijk heid zijn gebleken van onze Katholieke So ciale Actie. Als men mij nu zegt zoo gaat spr. voort wij zijn overtuigd, dat wij genoeg doen voor de Roomsche actie, dan raadt spr. aan, dit aan anderen te doen blijken. Vooral moet dit ook blijken aan hen, die hier niet ter vergadering zijn. Een ieder kan nog zooveel goede doen voor de Roomsche actie in particuliere ge- sprekken en bij visites. Ga daarbij eens na, of degenen, die er zich niet toe laten vinden, of zij niet geïnspireerd blijken te zijn döor het lezen van liberale of andere niet-katho lieke kranten. Juist in het belang van onze actie is noo dig, dat onze Roomsche menschen zich ook laten leiden door de Roomsche pers. Velen worden ex gevonden, die 's morgens hij het ontbijt hun geest voeden met datgene wat bet liberale ochtendblad daartoe op- discht. Waar dit thans niet meer om welke reden dan ook uoodig is, daar vraagt spr., dat alle krachten zullen worden ingespannen om daaraan een einde te maken. Allen gevoelen wij den invloed van. die oorlogstoestanden, overal en in allerlei vor men is dit merkbaar geweest. Behalve door onze organisaties is er veel gedaan tot lee- niging van nood door de comité'», welke al» gevolg van de omstandigheden werden in het leven geroepen en in deze comité's heb ben ook vele katholieken groot aandeel ge had. Maar wanneer wij de namen van die katholieken nagaan, dan zien wij daarbij velen, dl® wij nooit hebben gekregen voor ons katholiek-sociaal werk. Op dezulken doet spr. nog eens, een beroep; laten zij nu verder hun arbeidzaamheid in dienst stellen van onze eigen, onze Roomsche zaak. Spreker herinnerde er ten slotte aan, dat de voorzitter er op had gewezen, dat er goud is vex-dien d in Nederland. Welnu, dat men daarmee dun ook steun verleene aan die ka tholieke zaak, de Katholieke Sociale Actiel De wereldoorlog is er en gaat voorhij; maar de fctrijd die er was en is, de strijd te gen Christus en Zijn H. Kerk, gaat nl«t voorbij. Laten wij daarom zorgen, dat wij ge- mobilieeerd blijven. Gij, die toont, door uwe aanwezigheid, lief de te bezitten voor het werk van de K.S.A., werkt krachtig mede, opdat onze heerlijke Roomsche actie moge blijven beantwoorden aan het doel: de behartiging van het eigen belang, de eer van God, het heil van de Kerk en het belang van ons dierbaar vader land 1 Met een daverend applaus werd de meer malen door applaus onderbroken rede van Baron van Wijnbergen besloten. Pauze. De voorzitter deelde hierna mede, dat on geveer eeu kwartier gepauzeerd zou worden, iu welken tijd eenige dames de insohrijvings- biljetten zouden ronddeelen, waarop men kon inteekenen als donateur of begunstiger, en welke na de rede van Pater Borromaeus weer zouden worden ingezameld. Spreker vertrouwde, dat de inwerking van de heerlijke rede van Baron van Wijnbergen zou blijken uit de inschrijvingen. Dit zon voor den spreker de grootste voldoening zijn voor zijn prijzenswaardig* woorden. Na de pauze gaf de voorzitter het woord aan den modernen Cicero, zooals hf} Pater de Greeve noemde, die onder donderend ap plaus het katheder betrad. Rede van Pater Borromaeus de Greeve. Hoogeerw. heeren, Hooggeachte vergadering. Het feit alleen, dat de K. S. A. het aan durft, uwe belangstelling te vragen voor den arbeid, welke moet worden verricht, is een bewijs voor den goeden wil om dien arbeid wederom aan te vangen. Al dondert het kanongebulder, al knettert de mitrailleuse en al heeft de oorlogsmoker al millioenen menschep neergeworpen, het Nederlandsch bloed blijve door de aderen vloeien en niet langs den grondl De eerste gedachte zij een vTedes-gedachte! Maar de Roomsche actie is meer nog een oorlogsgedachte. Die Roomsche actie belemmerd door den oorlog buiten en door de mobilisatie binnen onze landsgrenzen, in sommige plaatsen zelf» geheel stopgezet, die actie moet hervat wor den om nog te redden wat er nog te redden is van de vruchten van vele jaren arbeid». Spr. zeide zijne gedachten te hebben sa mengevat in het onderwerp: „Katholiek van de daad", dat hij behandelen zon. De katholiek zoo zeide spr. heeft zijn eigen levensbeschouwing, zijn eigen idealen, die echter, helaas, door velen geofferd wor den aan halfslachtigheid. Het separatisme, dat wij huldigen, is het breken met aan God vijandige ideeën en stelsels. „Katholiek van de daad" ia een roemruch tige titel, dat is een eere voor de rijken en een rijkdom voor de armen. De katholiek van de daad is de held van Christus! Om dien titel te verdienen moeten wij al leen en geheel katholiek zijn. Wij zijn nu eenmaal anders dan anderen, wijl wij een andere geesteswereld heieven. Er is door die bijzondere levensbeschou wing, welke wij bezitten, een groote afstand van verschil tusschen tusschen katholiek zijn en niet-katholiek. Of ik geloof in een God, of dat ik zeg er is geen God, geen meester, of ik na dit leven verwacht een eeuwig slapen of een eeuwig leven, dat i3 een groot verschil. De opvatting van een wereld zonder God dringt zich reeds op in do opvoeding van onze jeugd. Met al de kracht van zijn welsprekendheid striemt spreker het malthusianisme. Het is een voortwoekerende kwaal onzer dagen. Men weet niet meer, dat het bezit van kin deren een gave is van God; men meent dat het een weelde-artikel is, dat men zich aan schaft als een konijntje of poesje. Dit zijn de. gevolgen van de materialistische leerstel lingen. Het is ergerlijk te moeten ervaren, dat men het huwelijk niet meer verkiest, zooals dit door God is ingesteld. Een katholiek van de daad daarentegen begint bij het begin en wat God hem heeft gegeven ter verzorging, zal hij niet stuk gooien tegen het voetstuk van het gouden De materialist maakt van zijn kind eeu mooie „pop" met mooie kleertjes en krulletjes in het haar; maar een katholiek van de daad maakt er een pracht-,,paap" van. In de moderne wereld wordt op hygiënisch gebied aan de opvoeding alle3 besteed, maar voor de ziel wordt niet gezorgd; dat zullen de zusters wel doen op de bewaarschool. Het gevolg van die sentimenteel» en on godsdienstige opvoeding is, dat onze jeugd op rijperen leeftijd te lamlendig is om iets voor de katholieke zaak te doen. Neen, men behoeft niet met 'n uitgestreken gezicht rond te loopen, de oogen te draaien en met een rozenkrans te zwaaien, maar toch aan het doen en laten moesten wij altijd een katholiek uit anderen kennen. Spreker vindt het gruwelijk, dat men in dien leeftijd zooveel doet aan padvinderij, aan sport en dergelijken, terwijl men niets over heeft voor hetgeen de katholieke zaak betreft. Welk 'n invloed de wereldsohe ideeën ook ingang hebben doen vinden in de kleeding, zien wij vooral bij de dames met het, tot in het bespottelijke toe, volgen van naar ziel en lichaam ongezonde modes, waardoor men do fatsoenlijke vrouw dikwijls niet kan onder scheiden van slechte vrouwen. Alles schijnt geoorloofd; dat zien wij ook in het economisch leven, als er maar geld verdiend wordt. Geld is de mammon, is het gouden kalf. Die eerbied voor den mammon heeft aan het katholicisme al zooveel kwaad berokkend. Wanneer een katholiek al gaat bij dage lijks te communie tegen de kerk stemt om een tariefwet, dan is hij geen katholiek van de daad. Wie zijn kinderen naar de neutrale school zendt, omdat dit wat goedkooper is, is geen katholiek van de daad. Wie voor het verkrijgen van eeu mooie betrekking zijn jasje keert, is geen katho liek van de daad. De ontzettende consequentie van een wereld zonder God is ons duidelijk voor oogen ge steld in de geschiedenis van mevrouw. Cail- laux, maar dan zijn, uiterste uiterste. En die vrouw, voor de Pransche rechtbank gedaagd, werd vrijgelaten, maar onze nonnen werden over de grenzen gejaagd. De katholiek van de daad weet dat hij de waarheid heeft en wil die aan anderen made- deelen. De leuze „ieder voor zich en God voor ons allen" is een dooddoener. Wanneer God voo ons allen is, ia ieder verplicht allen tot God te brengen. Het vereenigingsleven is ook niet, zooals wel eens wordt beweerd, een noodzakelijk „kwaad", maar een noodzakelijk „goed". r Het is een treurige waarheid, dat duizen-j den en honderdduizenden economisch en zede lijk in armoe leven. Dit te beweren, is geen socialisme, maar, zooals kardinaal Manning. het zeide, dit is Christendom. Als wij niet zorgen voor onze minder bedeelden, dan komen de socialisten. Een wezenlijk deel van onze katholieke actie is ook de missie, de binnenlandsche missie, welke bestaat in en wordt behartigd door allerlei vereenigingen. De hulp aan drankzuchtigen, bescherming van meisjes, de apologetische vereeniging tot bekeering van Netlerland, enz. De priester kan zich vele zaken aantrek ken, maar zijn werk zal onvoldoende blijken, als hij daarbij niet wordt gesteund door de katholieke vereenigingen. Na deze beschouwing, meent cle gewijde redenaar gerechtigd te zijn, op te wekken tot het verleenen van financieelen en moreelen steun aan de groote organisatie van de katholieke sociale actie. Z. D. H. deze aartsbisschop noemde eens het Oentraal bureau van de K. S. A. het vliegwiel van de groote organisatie-machine, dat door ons moet worden gesmeerd. Jaarlijks komt het Centraal bureau dui zenden te kort en wanneer niet spoedig hulp wordt geboden, dreigt de ramp, dat het cen traal bureau ten onder gaat. Daarom, laat Haarlem beginnen en een heilige offerzucht toonen, opdat dit voorbeeld navolging vinde en wij voor die ramp moge a blijven bewaard. Zijt ge geen katholiek van de daad, wordt het dan. Zijt ge het, steunt dan de K. S. A., dan stelt ge een daad van een katholiek van de daad! Ook na deze rede, die vele malen met applaus was onderbroken, klonk een oor- verdoovend applaus. Tot slot kwam de heer Kamerbeek, de secretaris van het Plaatselijk comité aan het woord, die in een kernachtige en gloedvol uitgesproken rede, namens het comité, dank bracht aan de beide sprekers, voor hun krach tige opwekking. Spreker sprak ook een woord van dank aan de dames, die het comité terzijde ston den bij het inschrijven van donateurs en begunstigers, aan de Hoogeerw. en Zeereerw. heeren geestelijken voor hun belangstellende tegenwoordigheid en verder aan alle aan wezigen uit alle rangen en standen. Na een hartelijk applaus sloot de voorzitter de zoo uitmuntend geslaagde vergadering met den Chmtelijken groet Het vredeswerk de» Pausen. Zooals men lioht begrijpen kan, zijn er bla den en tijdschriften, wolke tegenover de vredee- bemoeiingen des Pausen een weinig vriende lijke houding aannemen en Zijn brieven hier over slechts „Een blad. papier meer" noemen. Van den anderen kant komen er echter ook tal rijke uitingen uit niet-Katholieke kringen, welke aan deze pogingen van Z. H. een groote en innerlijke waarde hechten. Zoo schrijft d» protestantsche professor dr. F. Pfaff uit Frei burg in Br. in de „SüdcL Ztg.": Paus Benedietus XV zal zich een mannelijke persoonlijkheid toonen.Wjj weten, dat zijn positie in het door oorlogshartstoohten opge jaagde Italië zeer moeilijk en zelfs bedenkelijk is. En toch heeft Benedietus XV zonder aarze len verklaard, dat Hij Zijn post niet zal verla ten, waar Hij inderdaad meer dan noodig ia. Eere dit mannelijk beeluit! Alle Katholieke christenen zullen het ten hoogste waardeeren, wij protestanten niet minder. Politioi zullen dit besluit juist vinden, want de groote oorlog heeft de godsdienstige krachten van haar ban den bevrijd, en drijft de vastbeslotenen zoowel als de wankelenden in de arm*n van een trou wen herder, die te midden van alle verwarrin gen zijn plicht blijft vervullen. Zijn wij verder goed ingelicht, dan heeft Paus Benedietus ook in de beoordeeling van den oorlog en zijn aan stichters de waarheid vrij 'onder de oogen dur ven zien waarlijk een krachtige daad in zulk een omgeving. Dit alles doet ons met achting en vertrouwen naar Benediotua opzien in da zekere verwachting, dat Hij ook in de toekomst Zijn plicht ernstig zal vervullen. Naar aanleiding van den vredesoproep des Pausen schrijft dr. Pfaff; T7 (Uit het Engelsch). Nadat hjj het stuik leder weer in zijn zak feéborgen had, nam hjj de brieven op om die eveneens bij zich te eteken. Toen hij naar Zich toehaalde, viel een lok haar, die er toe vallig tueschen geraakt was, op den grondt lJuiet voor hare voeten. Zij boog zich om die «ie voor hem op te rapen, en toen zij dit deed, Verwonderde zij zich, dat de kleur ei van Juist geleek op de kleur van het haar van Jack, dat zij uit de oud» courant had geno men, en tegen haar boezem Ihad verborgen. H was er over verbaasd, en har» verba- puvj steeg nog, toen hij driftig en bijna met toeweld de haarlok greep, juist toen zij die «temaakte. Zou hij ineeneu, dat zij hem die wdueu ontrooven? Zoo ja, dan kon zij hem Penmkkelük doen begrijpen, dat een lok van gteoks haar nu juist zulk een* zeldzaamheid gtet was, dat inen over het bezit er van rasiQ maken. Zij strekte de hand uit naar de achter haar, en eenig Ihaar nemende, op de oude courant- lag, liet zij' het hem zien met eea glimlach, juist toen hij op het punt stond zijn eigen haarlok iu zijn zak te hergen. Een oogeniblik begreep hu met wat zy mot dit gebaar b&doeldtë, t06H sob een ook li eau eensklaps de gelijkenis tusschen het Ihaar m hare hand en dat, hetwelk hij bezat in het nog te vallen. De uitdrukking van zijn gelaat veranderde eensklaps geheel en al zij werd hiHrntin de Ihand Woedend op aan en terwijl blik naar de hoepita. Terwbf.w J.ra«6ndea beantwoordde, zag Madonna hen/hel wfl omwenden naar het ledikant Taarfn teil UU dnnrW.r, wa?rop JaOÜ 'lag; en toen hiHa^rheen zag, onderging de een< dween, alleen de litteekenen werden, nog^0* r-n-n T nn.nvrnntm vtfifPWn 1 I nilflIO l .-JJ 3 uitdrukking van zijn gelaat opnieuw eene verandering; de donkerrood© kleur riger. Langzaam verwijderd» hij zich~van\le porte-brisée en stapte naar dien verston hoek der kamer; zijne onrustige oogen staarden thans reolit ór zich; in de eene hand hield hij de oude courant, met de andere gaf hij eeu driftigen biedenden wenk aan de ver baasd© en ,-hrikte vrouwen, dat zij hem alleen zouden laten. In d» laatste oogenhlikken had Madonna pu 'herhaling de hand van Patty gevoeld. die haar aanstootte. Zij verlangd» thans even sterk als deze het huis te verlaten en zij verwijderden zich dan ook snel zonder het te wagen Mat nogmaals aan te zien. De hospita volgde haar. Deze hield aan de deur npg een lang gesprek met Patty; naar de I mturukking- van haar beider gelaat te oor- Ueelen, spraken zij over den ruwen boven- I bewoner. Maar Madonna begeerde volstrekt j niet te weten wat zij elkander mededeelden. Hoe het zonderling gedrag van Matthew haar ook vrbaasd had en haar schrikt had 'aangejaagd, op dit oogenblik waa hij niet de hoofdzaak waaraan Z-U c|ocht. Zij was slecht» vervuld met de ontdek king van haar ge heim, het mislukken van haar plan om Jack te helpen met haar eigen geld, en dit maakte haar bedroefd. Zij was in het ge heel niet langer dan vijf minuten in d» zit kamer in Kirketreet geweest en todh, welk een reeks van onverwahete gebeurtenissen hadden in dat korte tijdsbestek plaats gehad. Lang nadat de -vrouwen hem verlaten had den, stond Mat roerloos in den uitersten boek van het vettrek, zoover mogelijk van de porte-brisée verwijderd en den starenden blik naar Jack gericht. Zijn eerste verwon dering vreemden op de trap te hoeren pra ten, toen hij de huisdeur binnentrad; zijn leedwezen hij het vernemen van het ongeluk dat Jack overkomen was; zijne oogenblikke- lijke opwelling om zidb aan het kind van Mary bekend te maken, toen bu hem rees, toen hij on geM z- gekomen was om met w&& nu door de allasoverheenschende aandoening, die de ontdekking op hem had gemaakt, dat het haar van JaCr ï?1?,611 geleek op dat in den brief van Jane Holdsworth, het haar dus van den echtgenoot zijner ongelukkig» zuster.Geen gewon» schok was in staat om Mat zune zelfbeheersching te doen ver liezen; deze ehhok had hem geheel verbij sterd. Naarmate hij langzamerhand zlchzelven weder meeeter werd, nam de begeerte toe om zich nogmaals van d» overeenkomst dier twee haarlokken te overtuigen, op een wijze hls hij dit nog niet had gedaan, onhoorbaar ging hij de porte-brisée door en wierp een blik döor het vertrek waarin Jaak nog altijd in diepen slaap lag. Een oogenblik stond hij stil, schudde treu rig het hoofd, toen hij zag hoe bleek en ver magerd het gelaat was; hij naderde bet hoofdkussen en legde de lok van Arthur Carr's haar vlak naast het hoofd van den zie ke. Het was reeds laat in den namiddag, maar nog niet donker; het raam der zieken kamer waa door geen luik gesloten en het volle licht viel op de peluw, terwijl zijn blik or strak op gericht was. De gelijkheid van kleur tusschen het haar van den slapende en dat van Arthur Carr was volkomen. Beiden hadden dezelfde lichtbruine kleur en over 'heiden lag de zacht gouden glans die in het licht schitterde, terwijl hij niet te bespeuren was in de schaduw. Vanwaar dat deze buitengewone overeen^ komst hem vroeger nooit had getroffent Misschien omdat hij nooit het haar van Ar* thur Carr nauwkeurig had. bezien, vóór hi) in het bezit was van den armband van Ma ry en naar het platteland waa vertrokken. Misschien ook, omdat hij nooit zoo bijzonder op Jack's haar had gelet. En nu die gelijke nis bestond, wat moest hij er nu uit afleiden! Jack was te jong om hem te verdenken. Maar andere bloedverwanten had hij? En op wien geleek hü het meest? Mat zag thans juist den slapend» aan,; «E was iet» in het gelaat van den knaap, dat hem in verwarring bracht en hem belett» door te denken. Hij nam de lok weder van het hoofdkussen en begaf zioh naar de voorka mer. Er stond angst, ja vree» op zijn gelaat te lezen, toen hij nadacht over de noodlottig» beslissend» vraag, welk» uit de zoo pas ge maakt» ontdekking voortsproot ®n die hi| tot Jack moest richten, wanneer deze ont waakt zou zijn. Hij had nooit geweten hoa gaarne hij zijn jeugdigen makker mocht lij den vóór dit oogenblik, nu een treurig ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5