Elek wat wils DE 00RL08 RIJWIELBANDEN Brieven uit Haarlemmermeer. Saedkospst adres H. J. v. d. MEER, Schagchelstraat 7-9 bij de Aneuang üoriogsvaria« Spreuken en gezegden Huttige wenken, Lachhoekje. m o m Allerlei. meJeifdaSelijkSCh br0°d haUgt van den be' f «rf—* vemiisa 008 vaak Raadsels. la f i er XII. De tijd var. actie en propaganda is weer aan gebroken. Overal hoort en leest men van verga deringen, waar de a. s. wintercampagne zal be sproken worden. Hier en daar heeft die propa ganda reeds een begin genomen. ïn bijna iedere stad, ieder dorp van eenige beteeken is, wordt de Roomsche propaganda we derom met vernieuwden ijver gevoerd. Maar in de Meer, speciaal te Hoofddorp, hoort men daar niets van. Daar slaapt alles den slaap des rechtvaardigen. ,,'t Is niet ncodig voor de Meer", is 't ant woord dat men krijgt wanneer men over deze zaken spreekt, met de verschillende inwoners uit onzen grooten polder. 't Is niet noodig 1 't Is veel gezegd in dezen tijd, om te beweren, dat het niet noodig is, dat er geen actie, geen propaganda voor onze katho lieke zaak gevoerd behoeft te worden. Maar is dit nu wel waar? Marcheert alles nu wel zooals het behoort? Is er heelemaal geen reden om ongerust te zijn voor de toekomst van onzen Haarlemmermeer polder? tn dan zeg ik, ja. Want al wordt er dan door ons katholieken geen actie gevoerd, en alles maar blauw-blauw gelaten, onze tegenstanders zitten niet stil. We hebben dit op politiek terrein ondervonden met de gemeenteraadsverkiezingen, en nu zullen we het ook op een ander terrein spoedig genoeg ondervinden. Onze voornaamste tegenstanders, de sociaal-democraten, schijnen in de Meer een goed arbeidsveld gevonden te hebben. Zoo zoetjes aan gaat dat z'n gang. Eerst begint men met de drankbestrijding. Er verrees een Nederlandsche vereeniging tot af schaffing van alcoholhoudende dranken. Dit is ook een z.g. neutrale vereeniging, maar in wer kelijkheid is zij rood. Toen werd van het Haarlemsch sociaal-demo cratisch weekblad, de Volksstem, een weekblad gemaakt voor de kiesdistricten Haarlem, Bever wijk en Haarlemmermeer. En ten slotte is jl. Vrijdag te Hoofddorp opgericht een afdeeling van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tram wegpersoneel. Een organisatie die beslist rood is, Wie herinnert zich niet de spoorwegstaking van 1903, en de houding in deze door boven genoemde organisatie tentoongespreid? Wie herinnert zich niet de politieke klopjacht op Sneevliet en Nathans hoofdbestuurders van deze organisatie, omdat zij niet door dik en dun de S. D. A. P.'sche vakvereenigingspolitiek wil den volgen? En dat zii daarom door die organisatie zijn uitgestooten? Wel een bewijs dat haar gevoerde vakvereeni gingspolitiek van het zuiverste socialistische water is. En nu komt diezelfde Nathans (Sneevliet zit in Ned.-Indië) intusschen weer aangenomen door die organisatie in Hoofddorp, om een afdeeling dezer organisatie op te richten. Wat daar gesproken en verhandeld is weten we niet, want de bijeenkomst was niet openbaar, zooals op de circulaire stond, die onder het spoorwegpersoneel van Haarlemmermeer ver spreid is. Maar in eik geval, de organisatie is er. Het blijkt dus duidelijk dat er door de soci's in de Meer gewerkt wordt. En dat kunnen en mogen wij nis katholieken niet ongestoord laten g£Daar buiten gelaten nog het feit, dat het inder daad noodig is, dat er in verschillende toestan den verandering wordt gebracht.. Er moet dus wat worden gedaan. En dat moet niet te lang op zich laten wach ten. Maar het blijkt dat uit de Meer zelve daar- van uiefc veel zal komen. En daarom hebben anderen deze zaak aangepakt, in de hoop voor de Meer dat te bereiken, wat er te bereiken valt, en dat is een afdeeling van den Ned. R. K. Volks bond. Deze organisatie zal de grondslag zijn voor de verdere ontwikkeling van het katholiek ver- cenigingsleven. Want is er eenmaal een afdeeling, dan groeit daaruit de vakbeweging weer. Want op het ter rein der vakorganisatie is hier nog heel wat te doen. Het spoorwegpersoneel is verdeeld in groeps- organisaties, zooals machinisten, enz. Het katho liek spoorwegpersoneel hoort in zijn geheel in St. Raphael thuis. (In verband hiermede, hoe staat het met de propagandamaand van deze organi satie? Deze is ook voor de Meer!) De arbeiders in het land- en tuinbouwbedrijf beginnen zich ook al te roeren. Ik heb tenminste al gehoord van een propaganda verga dering van de oprichting van een vakvereeniging enz. Laten wij hopen dat het een flinke afdeeling van St, Deus Dedit moge worden. Is het dus een feit, dat de sociaal-democraten hier aan 't weric zijn, de katholieken zijn nu toch ook besloten de koe bij de horens te pakken. De eerste stappen zijn reeds gedaan, en bij een beetje medewerking, zal het een goed resultaat kunnen opleveren. En daarom, wanneer binnenkort een oproep zal worden gedaan aan de katholieken van Hoofddorp, dat dan deze oproep geen tweemaal zal behoeven te worden herhaald. Laten we dus nog wat wachten. Maar vaat «.tU— DE AANVAL OP SER- VIE UIT HET NOORDEN EN OOSTEN. Enkele dagen geleden, aldus schrijft majoor Moraht in het „Berliner Tageblatt", heeft de Italiaansche krant Idea Nazionale, bij een be spreking van den toestand op den Balkan, er op gewezen, hoe belangrijk het is, of Bulgarije tegelijkertijd met het leger van Mackensen Ser vië zou aanvallen, of daarmee wachten zou tot de Duitschers in Nisj binnengerukt waren. De militaire medewerker van dit blad meent dat de Duitsche opmarsch in het laatste geval veel ge vaarlijker zou zijn voor Duitschland, omdat dan Servië met al zijn krachten zich tegenover de Duitschers zou kunnen plaatsen. In werkelijkheid vond de aanval op Servië op deze wijze plaats, dat de verbonden legers van Duitschland en Oostenrijk-Hongarije eerst den zuidelijken Do- nau-oever bereikten na zware gevechten, terwijl tegelijkertijd Oosteiirijksche troepen voortrukten uit den Drina-Save-hoek en uit het gebied van Visegrad om over de Drina-grens te komen en genomen. De overwinnaars van Semendria, even eens uit het leger von Gallwitz, zijn in opmarsch in het Moravadal. Volgens overeenstemmende berichten van vriend en vijand wijken de Serviërs van het westen uit voorwaarts te rukken. Onze aanval op de noordelijke en westelijke grens van werken van ouderen datum. In de laatste jaren Servische tegenstand gebroken. De bëheerschero- de hoogten zijn in onze handen, de overwinnende legers trekken steeds voorwaarts, waren dus niet uitgeput door de ernstige gevechten om de hoofd stad van het land. De monding van de Kolu- bara bij Obrenovac ligt onder ons vuur. Even eens de Donau-oever tot Sabac. In het gebied bij deze stad werd ernstig gevochten, de Oostenrijk- Hongaarsche troepen behaalden er de overwin ning. Van het westen, over de beneden-Drina, zijn troepen van onze bondgenooten in opmarsch in de richting van de Macwa-spoorlijn. De situatie van het Servische leger zou echter na dit succes van de bondgenooten nog niet cata- strophaal genoemd kunnen worden. Het zou een groot gebied hebben om zich terug te trekken, indien met het ingrijpen van het Bulgaarsche leger ons veel dichter gebracht zou hebben bij het beslissende gevecht. Na de vlotte mobilisatie en den stillen opmarsch van een Bulgaarsch leger naar de westelijke grens, zien wij thans hoe de aanval van Bulgarije op Servië gedacht is. De Bulgaarsche hoofdaanval is gericht op dat stuk van het Servische gebied, dat oostelijk van de vesting Pirot (aan de spoorlijn Belgrado- Sofia) tamelijk diep in het Bulgaarsche land dringt. Een Bulgaarsche legermacht (waarvan het aantal niet vast staat volgens de eene lezing 30,000 man sterk, volgas een andere 60,000), heeft den Kadibogaz-pas overschreden éh zich waaiervormig uitgebreid over het Servische ge bied, zoodat ze thans staat tegenover de Ser vische stellingen aan den westelijken oever van de Timok-rivier. De plaats Knjazevac is waar schijnlijk de sleutel van de Servische stelling en is van belang, omdat ze in bet midden ligt van de spoorlijn Nisj-Zajecar, waarlangs het verkeer gaat tusschen Servië en Roemenië. Het vervoer op deze lijn is reeds gestaakt, waarschijnlijk om dat de Servische regeering het rollend materieel niet meer veilig achtte of het brengen wilde naar Salomki voor het transport der troepen van de Entente. Een andere Bulgaarsche legerafdeeling is van Sofia uit opgerukt naar de Servische grens en is over de Rivasa gestoken, op weg -naar de vesting Pirot, dat het steunpunt is van Nisj. Pirot is een verschanst kamp, beschermd door DE TOESTAND IN RUSLAND. Paul Michaelis leest in het Berliner Ta geblatt zijn landgenooten de les, die zich er over beklagen, dat het in het oosten niet sneller voorwaarts gaat. Hij zou hen eeai- gen tfjd aan het front willen brengen en de inspanning der troepen laten mee maken. Ten eerste, zoo zegt hij, zouden zij dan zien, dat het met de Russen nog volstrekt niet uit is. De hulpbronnen der Russen zijn nog niet uitgeput, al zijn ze ook niet on uitputtelijk. Het Russische legerbestuur heeft, ondanks de onoverzienbare verliezen, nog steeds een overvloedigen voorraad van kanonnen en projectielen. Het heeft gewe ren in overvloed en vooral nog talrijke troe pen tot zijn beschikking. Voor zoover men naar de gevangenen oordeeien kan, zijn deze troepen echter niet meer dezelfde. Kort geleden zag ik hier, in Wilna, een troep Russische gevan genen, die een zeer verworden indruk maak ten. Het was een zeer gemengde troep, oud en jong, groot en klein door elkaar, slecht gekleed en gevoe'd. Men hoort dan ook wel eens, dat manschap pen, die juist hun opleiding achter zich hebben en ternauwernood nog een geweer hebben afgeschoten, in de loopgraven wer den gezonden. Met zulke elementen, die in het ergste geval in den wilde weg in de lucht schieten, hebben onze geoefende sol daten gemakkelijk spel. Maar dan ziet men weer andere gevangenen, die goed gekleed en gevoed zijn, sterke kerels, waarmede het niet goed kersen eten is. Uiterlijk schijnen ze meer waard dan onze solda ten. Het ontbreekt hun echter aan de gees telijke en moreele vorming, die in den oor-, log de beslissing brengt. Óver het geheel moet men zeggen, dat het weerstandsvermogen der Russen sedert den val van grootvorst Nicolai Nicolajewitsj eer grooter dan kleiner geworden is. Vooral in den strijd ten oosten van .Wilna verward liggen.de menschen en bun roin- meltje door elkaar. Grijsaards, kindereu en door de lange reis half bewustelooze zieken (Üufcschen volkomen nutteloos» meuboJs en gebruiksvoorwerpen, die als bij een brand in haast bij elkaar zijn geraapt; een afschu welijk beeld van ellende. Ik ga van den oenen wagen naar don anderen en probeer wat met de menschen te praten. Maar nie mand verstaat Russisch. De meesten rijn Lithauere, Oekrainiërs en Joden. Onder el kaar spreken zij een onverstaanbaar taaltje. Ik wend me tot een hunner met een vraag; hij antwoordt niet. Zijn buurman verklaart mij in gebroken Russisch: Hij verstaat de vreemdelingen niet. „Welke taal spreekt hij dan?" ,ABoen Oekrainisch. Het is een heele wagen met vluchtelingen uit Wolhynië." „Waar reizen jullie naar toe?" „Dat weten we niet; we worden vervoerd, maar waarheen weten we niet." Sinds wanneer ziin jullie onderweg?" Sinds een maand, antwoordt hij. „Sinds zes weken," zegt een ander. „Dat doet er ook niet toe, zegt de eerste, maar er wordt ons niet eens verteld waarom we moeten reizen en waarheen we gaan." „Iemand heeft mij gezegd naar Siberië," mengt een derde zich in het gesprek. „Wat doet het er toe, waarheen men on6 brengt, wanneer het slechts dichter bij den dood is," zegt de eerste weer in doffe be rusting. Tot in mijn ziel ontroerd vraag ik ver der; „Hebben jullie vandaag al gegeten?" „Nog niet, we wachten nog..., men heeft ons beloofd ons alle dagen eten te ge ven." „Wanneer hebben jullie de laatste maal eten gehad?" „Twee dagen geleden, in Samara." Honger, vuil en gebrek aan lucht vormen een vruchtbaren bodem voor allerlei ziekter.. „Zijn er zieken onder jullie?" vraag ik. Men wees' mij een groot aantal; ;u eiken Servië begon reeds den 19en September met artil lerie-gevechten. Nu zijn, drie weken later, de Bulgaren opgerukt naar de oostelijke grens van Servië, zoodat het vijandelijke leger thans in het midden van een gevaarlijke drijfjacht zich be vindt. Men kan zich geen ongunstiger positie voorstellen dan die waarin zich thans de woi- wode Putnick bevindt. Het hoofdleger van de Serviërs is eerst gedwongen geworden zich te begeven naar den uitersten noordelijken rand van zijn gebied. Servië kon niet zonder strijd en een ernstige poging den toegang uit het noorden af te snijden, den aanvaller in het land laten. Voor het Duitsche leger was de hoofdzaak zich mees ter te maken van de gunstigste opmarsch-voor- waarden. Deze liggen in het breede Morava-dal, op de heuvelruggen van Belgrado tot Kragujevac is het, evenals Nisj en Zajecar, versterkt. De omvang van het kamp bedraagt 35 kilometer. Verder wordt een Bulgaarsche opmarsch gemeld in. de richting van de Vlasina-iivier, een rechter zijrivier van de Morava, die tegenover de stad Leskovac 35 kilometer zuidelijk van Nisj daarin uitmondt. Over een eventueel landingscorps van de En tente schrijft majoor Moraht, dat deze hulptroe pen a.leen van nut kunnen zijn, indien zij bijtijds komen, om aan de beslissing deel te nemen. Dit is echter zeer onwaarschijnlijk. Het aantal van de landingstroepen wordt verschillend opgegeven, van een half millioen tot 150.000. Voorloopig zijn er slechts 20,000 in Salónilu'aan wal gezet. Het transport moet plaats hebben langs de spoorlijn Saloniki-Ueskjoeb. 'n Militairen-trein kan op deze en aan de Duna hebben de Russen taaier) wageu waren zieken. „Is er een dokter bij? tegenstand geboden en bieden zij dien nog. Onze troepen moeten zich hun weg bijna voet. voor voet door Russische loopgraven en draadversperringen banen en steeds weer als zij den vijand ineenen te pakken 'te hebben, is hij hun bijtijds weer ontglipt om een eind verder nieuwen tegenstand te bieden. Al deze bezwaren zouden echter minder erg zijn, als niet de ergste hindernis was de ellendige toestand van de Russische we gen. Slechts wie deze wegen kent, vooral Neen. "Wat scheelt hun?" „God weet het; ze hebben allemaal diarhec. Ik ga naar een op den grond liggenden zieke toe. Hij is naakt. Geheel geel. „Symptomen: Diarhee, braken, krampen Geen twijfel mogelijk: dat is cholera. In een anderen wagen ligt op een paar vuile lompen een vrouw. Haar gezicht in met een zakdoek bedekt „Is ze ziek", vraag ik. „Neen* dood." „Sinds wanneer?" „Sinds vanmorgen vroeg Ik kijk op mijn horloge. Het lijk niet ver in Russisch-Lithauen, die kan waardeer en,, wij der d, er heeft geen desinfeetie plaats ge- wat onze troepen in liet oosten tot nog toe had. tot stand gebracht hebben. Die zal er voor j „Zijn er nog meer dooden?" „O ja, ver- oppassen- een snel oordeel gereed te heb- scheidene. Allen zijn bijna tegelijkertijd en ban over dingen, die boven men schei ij ke plotseling door de ziekte overvallen." De meesten zjjn landarbeiders; kracht gaan. VERSPREIDE BERICHTEN Men heeft beloofd ons elkeen dag te eten te geven. zijn ook fabrieksarbeiders onder 'hen. Daar lu&t nu bekend is, dat er in de munitie-fa brieken gebrek aan werkkrachten is, pr<.>- jbeer ik te weten te komen of ook een ver- Het TWlinoi. i,„ tegenwoordiger van de industrie gepoot1 vertaald uit de „Roeskoje Slowo^ waarin' °ud®r d® vluehteliugei1 werklieden i e'1 in het Kolubaradal. Het Moravadal is voor i lijn niet sterker zijn dan honderd assen, in één Servië de levensader. Wordt deze afgebonden of trein kunnen dus ten hoogste vervoerd worden allengs verkort, dan wordt het leger onbewege lijk en is het niet in staat te vechten, omdat het onmogelijk wordt het te approviandeeren en het van ammunitie te voorzien. een infanteriebataljon of een eskadron of een batterij. Voor het venroer van een infanterie-dm- sie van ongeveer 150OO man zouden ongeveer c.l.nB«Ttach- nu geantwoord. Een" van de Men kan nu reeds zeggen, dat dit belangrijke nie« colonnes en trein. Zelfs bij dubbel'spoor aanvankelijke doel van onze operaties ons gelukt j zoo'n militaire trein niet meer dan eemid- is, zoo gaat majoor Moraht verder. geld twee-en-twintig kilometer per uur afleggen Terwijl onze linkervleugel zich vast zet op den Dne tot vier dagen zouden dus verloopen voor noordelijken Donau-oever en tegelijkertijd de €en enkele divisie het einddoel bereikt zwakke Servische troepen tusschen de ijzeren 1CA"k,~ poort en het gebied van G rad is ie bedreigt, heb- ien het centrum en de rechtervleugel van het eger von Ghllwitz op den zuidelijken Donau- oever reeds belangrijk terrein gewonnen zuidelijk van Gradiste, langs de straat, die de Donau ver bindt met de Morava, ongeveer vijftig kilometer zuidwaarts. De zegevierende troepen, die Ram en de sterke werken van de daar bevestigde heu vels bestormden, hebben, samen met andere groe pen van dit leger, die over het eiland Ternes marcheerden, bet werk Pozarevae van drie zijden 150,000 man zijn tien dubbeiedivfei» 'zelfebii 'n verkeer gedurende dag «n nacht zouden er drie tot Vier weken verloopen voor de Serviërs de zoo vurig verlangde hulp kregen. Bedenkt men echter ^tusschen Belgrado en Pirot, dus tusschen -t, rs der bondgenooten en der Bulgaren, slechts 240 kilometer liggen, dan zal men begrijp®. Jat hulp der is> de schei. de Rueeiscbe auteur Peter Achefaky een"bë-iWerV^a' •Nee?.' niemaöd Leeft llaar k«' fchrjjvingf geeft van de ellende der Russi- jvraafd> wordt nu geantwooro. Een van de eche vluchtelingen, die, toen de DuiWJ^, ongeinkkigen zegt onder tranen: ,Jk ben nl verder en verder Rusland binnSrongen flo.^eBmaker vai? ^oep Geef me mijn vrij- door lmn mmurongen, beid weer, en ik zal arbeid vinden." „Maar wie belet n weg te gaan?" „Mjjn God, men heeft mö met geweld voortgesleept. ,Jk heb bet niet verlangd. Ik over: door hun eigen overheidspersonen uit' hun woonsteden zün "verdreven. Wij nemen er hier een en ander uit J)e golf der vluchtelingen vloeit over ve- i -*r heel Rusland tot aan den Oeral en stroomt ^fn m6 me<\vriJmakeu, dat ie onmogelijk zelfs in Siberië. Ik heb uit de bladen 5!" .V(IrvT, waRrheen?.... ik weet men hoe het den vluchtelingen in Moskon niGf tegen mij: Wjj hebben tv."- ,.!ir -moskou u m ontvangst genomen. Wü moeten n ook vergaan is. Daar was het vreeeelyk, maar -weer afleveren, liet was een paradijs, vergeleken met dat wat hun hier wachtte. In Moskon hadden de armen tenminste een dak boven hnn hoofd en een stuk brood voor den honger, en het belangrijkste wat zij hadden het be wustzijn, dat er voor hen gezorgd werd. Hier is het geheel anders. Aan 't einde van de perrons van het station van Oefa staan eindelooze treinen vol vluchtelingen. v ,Dat, 400,5 ent den geheelen toestand. Men behandelt deze menschen al f vee ais waren. Zü zijn geruïneerd, en ieder aende ruimte w01?:. Van twee kaaien Om d6 wagens, heen spelen de kindeTen te gekort en in het mido01101^! het object: het Ser- midden van het waschgoed, dat daar vische leger. HET GROETEN IN TURKIJE Er wordt wel eens beweerd, dat de mili taire groet., zooals Nederlandsche militairen dien brengen en welke gelijk is aan den Duitschen groet, ook ongeveer aan den Eranschen de Engelsche militaire groet wordt met vlakke hand recht voor den petrand gebracht afkomstig zou zijn uit... Turkije. Uit Konstantinopel wordt deze bewering echter tegengesproken. Do Turksche begroeting heeft voor den vreemdeling iets zeer eigenaardigs. Gewoon lijk neemt de Turk behoorlijk den tijd, om zijn bóleefdheidsgroet te brengen; slechts zelden groet hij haastig of slordig. Het achtelooze groetje, zooals hier en el ders, met het. even opwippen van den hoed hij draagt immers nooit een hoed maar een fez kent men daar uit den aard der zaak niet. Groet de Turk minder plech tig dan zijn natuurlijke beleefdheid het hem leerde, dan vormt zijn Oostersche groet toch steeds een sierlijk wuivend gebaar, met het voor het gelaat brengen van de rech terhand om die vervolgens zijwaarts te waaien. Gewoonlijk gebruikt de Turk echter bei- no handen; ook buigt hij den romp diep voorover, zoodat zijn gestrekte handen bij- pa den bodem ra-keu. Dan heft hij den romp fveer recht, breugt beide handen met een- tellde gebaar naar het hart, strijkt ze langs Pen mond, beweegt ze over het voorhoofd tn spreidt ze dan achter zich zijwaarts' Aan deze vrij ingewikkelde begroeting- is eer. beteekenis verbonden van volstrekte hoffelijkheid en quasi-onderworpenheid. De pedoeling van het gebaar is deze: „Ik wrijf mjjn voorhoofd met het stof mijner voeten,'' (Uithangt.Het tooneel is overal hetzelfde, terwjjl de tweede gedachte deze is: „Al at mijn hart gevoelt, wat mijn mond ook spreke, en al hetgeen ik denk, - dit alles is ter UWer eerel.. ?faktiik van het groeten, bijvoor- natuurliik^rm taat,n°Pel °P straat, ziet men vbftedigheid van dit gebaar niet' dan het lerder met eén camengesteld wuitgebaar der twee a,mS' Van den eenen bekende naar den „DE WACHT AM RHEIN" HEEFT EEN ZUSJE. Eenigen tijd geleden is door een muziek liefhebber uit ,Weenen een prijskamp uit geschreven voor een nieuw Oosienrijksch volkslied „Die ,Wacht an der Donau", als zusje van „Die Wacht am Rhein." Er'zijn niet minder dan 1272 gedichten als ant woord binnengekomen. Ook uit Duitschland emnenge Komen, «jok un. -uuitscüland foen in be^n-m.ngenamePei' tussckeu VEEL KOLOSSALER! Een Duitsche luitenant te Brussel woont in bij een Delgisn ocaat, die hem niet slechts tot huisheer maar 0ok tot chauf feur dient. De luitenant reed "langs met zijn mr. chauffeur door k straten en bezag de stad. Voor de '''luie, verhaalt de „Matin", trok h'J /luchtend gezicht: „Niet kwaadl niet k^aadl maar Keulen len hebben wq e Bj. dle veel „kolos saler" is dan deze n„ J et Palel» van jus titie werd eveneens «en vergelijking ge maakt. „Bah, ons pal J van justitie te Ber lijn is veel „k°l° vo' De Belgische advocaat zweeg. Dien avond echter jvon k ^hntsche luitenant, zqn twaalf levende Woedend stool 9 1 Hij riep zijn gast heer dien hij, en zonder reden, van deze ongepaste gr P rdacht. De advocaat kwam ijlings en z p den meest bemin- nelijken toon: „Waarde luitenant, dat zijn de wandluizen van Ussel. Zooals gij zien kunt zijn zij veel „Kolossaler" dan die van Berlijn-" Stilzwijgen is het antwoord op uitbarstin gen, door onbeschaamdheid, onopgevoed heid of wangunst ingegeven. De missionaris Ibler deelde in 41t« „„j neue Welt" de volgende in China dom h^ opgeteekencle aldaar gebruikelijke spreek woorden mede: «preek w6r(** 's Een ei moet niet tegen de rotsen vech ten. nog zal d© bekroning worden bekendgemaakt. ^n^te^mst^^e1 deD vele w Qdörk^n?eren veelvuldig voorkomt In nn J8h Tgen zeer onkiesche en tevens ongeSde^bel^ hdd 1 t3 deXnthVelTlei^^middeL aan gewend. In de iransche Academie voor ge neeskunde is door een der leden nu voor gesteld het nagelbijten te beletton, niet door de een of andere behandeling van de nagels, maar door te maken dat de tanden niet op elkaar gebracht kunnen worden. Er werd een toestel vertoond dat daartoe moest die nen en dat op de onderste kiezen werd ge plaatst. Ook had !nen op een van de kiezen een gouden kapje aangebracht, of een val- sclien tand ingezet, die opzettelijk te lang was "emaakt. Het best voldeed ©en toestel dat de tanden een weinig van elkaar hield, Als de haas sterft, treurt de vos. Ministers en generaals kunnen niet ge zaaid worden. Vergeet de regenschermen ook bij mooi weer niet! Om het groote te bereiken moet men het kleine gebruiken. Een drenkeling moet men geen steen toe werpen. Geld maakt ook de blinden ziende. Een gedeelte sinaasappel smaakt even lek ke rals een heele. - Met veel menschen is het goed arbeiden, met weinig menschen goed eten. Ais de wind niet waait beweegt de boom 'J' wie koopt wat hij niet noodig heeft, zal poedig noodig hebben wat hy met koopen kan. Geld is snel uitgegeven maar moeilijk te verwerven. Een vaste wet der geschiedenis leert dat elke onrechtvaardige maatregel op den duur zich zeiven wreekt en onhoudbaar maakt. (Dr. Gisb. Brom.) De gierigaard offert aan ziin «f«nu offei't veel, hij offert alles; hü oltort znn gezondheid, zijn leven. (Hello.) DIE KON HET. Eoo'n aartsleugenaar is die van Domme len, dat je nog niet eens het tegendeel kunt gelooven van wat hfj vertelt. fijn onderscheid. A. „Men spreekt nu eens van een as troloog, dan weer van een astronoom. 5Vat is nu eigenlijk het onderscheid?" B. „Nog al duidelijk, dunkt me. Een ster renkundige, die iéts voorspelt, dat uitkomt, maakt zich hierdoor naam ('t Latijn3Cke no men), en heet bijgevolg een astronoom. Maar als hij gewoonlijk iots voorspelt, dat niet 'uitkomt en dus m.a.w. gelogen is, dan heet hij een astrotoog. Begrijp j"e! RAAK? zij if' vadcl-0'k student telegrafeerde aan „Waar blijft toch het geld, waarom ik geschreven heb? Het draad-antwoord luidde:^ Gl0r^e* ,^fn mijn zak. Uw vader." ADVERTENTIE-SUCCES. Het adverteeren in onze courant, zoo ver- zekerde onlangs een Amerikaansch blad, geeft u altijd een zeker succes. Verleden week adverteerde Smith in ons blad om een jongen en reeds den volgenden dag werd hij verrast met een tweeling, allebei jongens. AANGIFTE VAN OVERLIJDEN. Iemand stierf aan een ziekte, die de ge leerden geen naam wisten te geven. Daar er gevallen van cholera voorkwamen, moes ten de bedroefde nablijvendè.1 aan den bur gerlijken stand de oorzaak van het over lijden opgeven. ZJj waren erg in verlegen heid. Plotseling kreeg een hunner een ge lukkigen inval en gaf op „aan naamloos lijden overleden." OPLOSSINGEN. Elkaar de oogen uit te steken*. De koffieboon. In het dierenrijk. NIEUWE OPGAVEN. 10. JVanneer draagt een paard laarzen?. 11. Het is geen huis, toch bouwt men Let. Men eet het niet, toch kauwt men het. Als men 't niet kauwt,-verbrandt men het. Ge kent hét; zeg nu hoe noemt men het? 12. Van welke gaven kan geen mensclï rijk worden? 7. 8. 9. NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT el r> j w J. -.1 IC PPT mtPttoln XT* 1 i liWIIXi MMM V JM1 vlA XT /vA-n IJ; n o/>!b j\ r\ 1 -r n<m r J, 1 ,Un J wam UtJ SUlCl- mnuowv/At iaVVfl ViUl/UrcUUg'Ul*. avuuu CBUfUi JLUIHJ1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5