Elek wat wils
DE 00RL08
RIJWIELBANDEN
Brieven uit Haarlemmermeer.
Saedkospst adres
H. J. v. d. MEER,
Schagchelstraat 7-9 bij de Aneuang
üoriogsvaria«
Spreuken en gezegden
Huttige wenken,
Lachhoekje.
m
o
m
Allerlei.
meJeifdaSelijkSCh br0°d haUgt van den be'
f «rf—* vemiisa 008 vaak
Raadsels.
la
f
i
er
XII.
De tijd var. actie en propaganda is weer aan
gebroken. Overal hoort en leest men van verga
deringen, waar de a. s. wintercampagne zal be
sproken worden. Hier en daar heeft die propa
ganda reeds een begin genomen.
ïn bijna iedere stad, ieder dorp van eenige
beteeken is, wordt de Roomsche propaganda we
derom met vernieuwden ijver gevoerd.
Maar in de Meer, speciaal te Hoofddorp,
hoort men daar niets van. Daar slaapt alles den
slaap des rechtvaardigen.
,,'t Is niet ncodig voor de Meer", is 't ant
woord dat men krijgt wanneer men over deze
zaken spreekt, met de verschillende inwoners uit
onzen grooten polder.
't Is niet noodig 1 't Is veel gezegd in dezen
tijd, om te beweren, dat het niet noodig is, dat
er geen actie, geen propaganda voor onze katho
lieke zaak gevoerd behoeft te worden.
Maar is dit nu wel waar?
Marcheert alles nu wel zooals het behoort?
Is er heelemaal geen reden om ongerust te zijn
voor de toekomst van onzen Haarlemmermeer
polder?
tn dan zeg ik, ja.
Want al wordt er dan door ons katholieken
geen actie gevoerd, en alles maar blauw-blauw
gelaten, onze tegenstanders zitten niet stil.
We hebben dit op politiek terrein ondervonden
met de gemeenteraadsverkiezingen, en nu zullen
we het ook op een ander terrein spoedig genoeg
ondervinden. Onze voornaamste tegenstanders,
de sociaal-democraten, schijnen in de Meer een
goed arbeidsveld gevonden te hebben.
Zoo zoetjes aan gaat dat z'n gang.
Eerst begint men met de drankbestrijding. Er
verrees een Nederlandsche vereeniging tot af
schaffing van alcoholhoudende dranken. Dit is
ook een z.g. neutrale vereeniging, maar in wer
kelijkheid is zij rood.
Toen werd van het Haarlemsch sociaal-demo
cratisch weekblad, de Volksstem, een weekblad
gemaakt voor de kiesdistricten Haarlem, Bever
wijk en Haarlemmermeer. En ten slotte is jl.
Vrijdag te Hoofddorp opgericht een afdeeling
van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tram
wegpersoneel. Een organisatie die beslist rood is,
Wie herinnert zich niet de spoorwegstaking
van 1903, en de houding in deze door boven
genoemde organisatie tentoongespreid?
Wie herinnert zich niet de politieke klopjacht
op Sneevliet en Nathans hoofdbestuurders van
deze organisatie, omdat zij niet door dik en dun
de S. D. A. P.'sche vakvereenigingspolitiek wil
den volgen?
En dat zii daarom door die organisatie zijn
uitgestooten?
Wel een bewijs dat haar gevoerde vakvereeni
gingspolitiek van het zuiverste socialistische
water is.
En nu komt diezelfde Nathans (Sneevliet zit
in Ned.-Indië) intusschen weer aangenomen
door die organisatie in Hoofddorp, om een
afdeeling dezer organisatie op te richten.
Wat daar gesproken en verhandeld is weten
we niet, want de bijeenkomst was niet openbaar,
zooals op de circulaire stond, die onder het
spoorwegpersoneel van Haarlemmermeer ver
spreid is. Maar in eik geval, de organisatie is er.
Het blijkt dus duidelijk dat er door de soci's
in de Meer gewerkt wordt. En dat kunnen en
mogen wij nis katholieken niet ongestoord laten
g£Daar buiten gelaten nog het feit, dat het inder
daad noodig is, dat er in verschillende toestan
den verandering wordt gebracht..
Er moet dus wat worden gedaan.
En dat moet niet te lang op zich laten wach
ten. Maar het blijkt dat uit de Meer zelve daar-
van uiefc veel zal komen. En daarom hebben
anderen deze zaak aangepakt, in de hoop voor de
Meer dat te bereiken, wat er te bereiken valt, en
dat is een afdeeling van den Ned. R. K. Volks
bond.
Deze organisatie zal de grondslag zijn voor
de verdere ontwikkeling van het katholiek ver-
cenigingsleven.
Want is er eenmaal een afdeeling, dan groeit
daaruit de vakbeweging weer. Want op het ter
rein der vakorganisatie is hier nog heel wat te
doen.
Het spoorwegpersoneel is verdeeld in groeps-
organisaties, zooals machinisten, enz. Het katho
liek spoorwegpersoneel hoort in zijn geheel in St.
Raphael thuis. (In verband hiermede, hoe staat
het met de propagandamaand van deze organi
satie? Deze is ook voor de Meer!)
De arbeiders in het land- en tuinbouwbedrijf
beginnen zich ook al te roeren. Ik heb tenminste
al gehoord van een propaganda verga dering van
de oprichting van een vakvereeniging enz. Laten
wij hopen dat het een flinke afdeeling van St,
Deus Dedit moge worden.
Is het dus een feit, dat de sociaal-democraten
hier aan 't weric zijn, de katholieken zijn nu toch
ook besloten de koe bij de horens te pakken.
De eerste stappen zijn reeds gedaan, en bij een
beetje medewerking, zal het een goed resultaat
kunnen opleveren.
En daarom, wanneer binnenkort een oproep
zal worden gedaan aan de katholieken van
Hoofddorp, dat dan deze oproep geen tweemaal
zal behoeven te worden herhaald.
Laten we dus nog wat wachten.
Maar vaat «.tU—
DE AANVAL OP SER-
VIE UIT HET NOORDEN
EN OOSTEN.
Enkele dagen geleden, aldus schrijft majoor
Moraht in het „Berliner Tageblatt", heeft de
Italiaansche krant Idea Nazionale, bij een be
spreking van den toestand op den Balkan, er op
gewezen, hoe belangrijk het is, of Bulgarije
tegelijkertijd met het leger van Mackensen Ser
vië zou aanvallen, of daarmee wachten zou tot
de Duitschers in Nisj binnengerukt waren. De
militaire medewerker van dit blad meent dat de
Duitsche opmarsch in het laatste geval veel ge
vaarlijker zou zijn voor Duitschland, omdat dan
Servië met al zijn krachten zich tegenover de
Duitschers zou kunnen plaatsen. In werkelijkheid
vond de aanval op Servië op deze wijze plaats,
dat de verbonden legers van Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije eerst den zuidelijken Do-
nau-oever bereikten na zware gevechten, terwijl
tegelijkertijd Oosteiirijksche troepen voortrukten
uit den Drina-Save-hoek en uit het gebied van
Visegrad om over de Drina-grens te komen en
genomen. De overwinnaars van Semendria, even
eens uit het leger von Gallwitz, zijn in opmarsch
in het Moravadal. Volgens overeenstemmende
berichten van vriend en vijand wijken de Serviërs
van het westen uit voorwaarts te rukken. Onze
aanval op de noordelijke en westelijke grens van werken van ouderen datum. In de laatste jaren
Servische tegenstand gebroken. De bëheerschero-
de hoogten zijn in onze handen, de overwinnende
legers trekken steeds voorwaarts, waren dus niet
uitgeput door de ernstige gevechten om de hoofd
stad van het land. De monding van de Kolu-
bara bij Obrenovac ligt onder ons vuur. Even
eens de Donau-oever tot Sabac. In het gebied bij
deze stad werd ernstig gevochten, de Oostenrijk-
Hongaarsche troepen behaalden er de overwin
ning. Van het westen, over de beneden-Drina,
zijn troepen van onze bondgenooten in opmarsch
in de richting van de Macwa-spoorlijn.
De situatie van het Servische leger zou echter
na dit succes van de bondgenooten nog niet cata-
strophaal genoemd kunnen worden. Het zou een
groot gebied hebben om zich terug te trekken,
indien met het ingrijpen van het Bulgaarsche
leger ons veel dichter gebracht zou hebben bij
het beslissende gevecht. Na de vlotte mobilisatie
en den stillen opmarsch van een Bulgaarsch
leger naar de westelijke grens, zien wij thans
hoe de aanval van Bulgarije op Servië gedacht
is. De Bulgaarsche hoofdaanval is gericht op
dat stuk van het Servische gebied, dat oostelijk
van de vesting Pirot (aan de spoorlijn Belgrado-
Sofia) tamelijk diep in het Bulgaarsche land
dringt. Een Bulgaarsche legermacht (waarvan
het aantal niet vast staat volgens de eene lezing
30,000 man sterk, volgas een andere 60,000),
heeft den Kadibogaz-pas overschreden éh zich
waaiervormig uitgebreid over het Servische ge
bied, zoodat ze thans staat tegenover de Ser
vische stellingen aan den westelijken oever van
de Timok-rivier. De plaats Knjazevac is waar
schijnlijk de sleutel van de Servische stelling en
is van belang, omdat ze in bet midden ligt van
de spoorlijn Nisj-Zajecar, waarlangs het verkeer
gaat tusschen Servië en Roemenië. Het vervoer
op deze lijn is reeds gestaakt, waarschijnlijk om
dat de Servische regeering het rollend materieel
niet meer veilig achtte of het brengen wilde naar
Salomki voor het transport der troepen van de
Entente. Een andere Bulgaarsche legerafdeeling
is van Sofia uit opgerukt naar de Servische
grens en is over de Rivasa gestoken, op weg -naar
de vesting Pirot, dat het steunpunt is van Nisj.
Pirot is een verschanst kamp, beschermd door
DE TOESTAND IN
RUSLAND.
Paul Michaelis leest in het Berliner Ta
geblatt zijn landgenooten de les, die zich
er over beklagen, dat het in het oosten niet
sneller voorwaarts gaat. Hij zou hen eeai-
gen tfjd aan het front willen brengen en
de inspanning der troepen laten mee maken.
Ten eerste, zoo zegt hij, zouden zij dan
zien, dat het met de Russen nog volstrekt
niet uit is. De hulpbronnen der Russen zijn
nog niet uitgeput, al zijn ze ook niet on
uitputtelijk. Het Russische legerbestuur
heeft, ondanks de onoverzienbare verliezen,
nog steeds een overvloedigen voorraad van
kanonnen en projectielen. Het heeft gewe
ren in overvloed en vooral nog talrijke troe
pen tot zijn beschikking.
Voor zoover men naar de gevangenen
oordeeien kan, zijn deze troepen echter
niet meer dezelfde. Kort geleden zag ik
hier, in Wilna, een troep Russische gevan
genen, die een zeer verworden indruk maak
ten. Het was een zeer gemengde troep,
oud en jong, groot en klein door elkaar,
slecht gekleed en gevoe'd.
Men hoort dan ook wel eens, dat manschap
pen, die juist hun opleiding achter zich
hebben en ternauwernood nog een geweer
hebben afgeschoten, in de loopgraven wer
den gezonden. Met zulke elementen, die in
het ergste geval in den wilde weg in de
lucht schieten, hebben onze geoefende sol
daten gemakkelijk spel. Maar dan ziet men
weer andere gevangenen, die goed gekleed
en gevoed zijn, sterke kerels, waarmede
het niet goed kersen eten is. Uiterlijk
schijnen ze meer waard dan onze solda
ten. Het ontbreekt hun echter aan de gees
telijke en moreele vorming, die in den oor-,
log de beslissing brengt.
Óver het geheel moet men zeggen, dat
het weerstandsvermogen der Russen sedert
den val van grootvorst Nicolai Nicolajewitsj
eer grooter dan kleiner geworden is.
Vooral in den strijd ten oosten van .Wilna
verward liggen.de menschen en bun roin-
meltje door elkaar. Grijsaards, kindereu en
door de lange reis half bewustelooze zieken
(Üufcschen volkomen nutteloos» meuboJs en
gebruiksvoorwerpen, die als bij een brand
in haast bij elkaar zijn geraapt; een afschu
welijk beeld van ellende. Ik ga van den
oenen wagen naar don anderen en probeer
wat met de menschen te praten. Maar nie
mand verstaat Russisch. De meesten rijn
Lithauere, Oekrainiërs en Joden. Onder el
kaar spreken zij een onverstaanbaar taaltje.
Ik wend me tot een hunner met een vraag;
hij antwoordt niet. Zijn buurman verklaart
mij in gebroken Russisch: Hij verstaat de
vreemdelingen niet.
„Welke taal spreekt hij dan?"
,ABoen Oekrainisch. Het is een heele
wagen met vluchtelingen uit Wolhynië."
„Waar reizen jullie naar toe?"
„Dat weten we niet; we worden vervoerd,
maar waarheen weten we niet."
Sinds wanneer ziin jullie onderweg?"
Sinds een maand, antwoordt hij. „Sinds
zes weken," zegt een ander. „Dat doet er ook
niet toe, zegt de eerste, maar er wordt ons
niet eens verteld waarom we moeten reizen
en waarheen we gaan."
„Iemand heeft mij gezegd naar Siberië,"
mengt een derde zich in het gesprek.
„Wat doet het er toe, waarheen men on6
brengt, wanneer het slechts dichter bij den
dood is," zegt de eerste weer in doffe be
rusting.
Tot in mijn ziel ontroerd vraag ik ver
der; „Hebben jullie vandaag al gegeten?"
„Nog niet, we wachten nog..., men
heeft ons beloofd ons alle dagen eten te ge
ven."
„Wanneer hebben jullie de laatste maal
eten gehad?"
„Twee dagen geleden, in Samara."
Honger, vuil en gebrek aan lucht vormen
een vruchtbaren bodem voor allerlei ziekter..
„Zijn er zieken onder jullie?" vraag ik.
Men wees' mij een groot aantal; ;u eiken
Servië begon reeds den 19en September met artil
lerie-gevechten. Nu zijn, drie weken later, de
Bulgaren opgerukt naar de oostelijke grens van
Servië, zoodat het vijandelijke leger thans in het
midden van een gevaarlijke drijfjacht zich be
vindt. Men kan zich geen ongunstiger positie
voorstellen dan die waarin zich thans de woi-
wode Putnick bevindt. Het hoofdleger van de
Serviërs is eerst gedwongen geworden zich te
begeven naar den uitersten noordelijken rand van
zijn gebied. Servië kon niet zonder strijd en een
ernstige poging den toegang uit het noorden af
te snijden, den aanvaller in het land laten. Voor
het Duitsche leger was de hoofdzaak zich mees
ter te maken van de gunstigste opmarsch-voor-
waarden. Deze liggen in het breede Morava-dal,
op de heuvelruggen van Belgrado tot Kragujevac
is het, evenals Nisj en Zajecar, versterkt. De
omvang van het kamp bedraagt 35 kilometer.
Verder wordt een Bulgaarsche opmarsch gemeld
in. de richting van de Vlasina-iivier, een rechter
zijrivier van de Morava, die tegenover de stad
Leskovac 35 kilometer zuidelijk van Nisj daarin
uitmondt.
Over een eventueel landingscorps van de En
tente schrijft majoor Moraht, dat deze hulptroe
pen a.leen van nut kunnen zijn, indien zij bijtijds
komen, om aan de beslissing deel te nemen. Dit
is echter zeer onwaarschijnlijk. Het aantal van de
landingstroepen wordt verschillend opgegeven,
van een half millioen tot 150.000. Voorloopig zijn
er slechts 20,000 in Salónilu'aan wal gezet. Het
transport moet plaats hebben langs de spoorlijn
Saloniki-Ueskjoeb. 'n Militairen-trein kan op deze
en aan de Duna hebben de Russen taaier) wageu waren zieken. „Is er een dokter bij?
tegenstand geboden en bieden zij dien nog.
Onze troepen moeten zich hun weg bijna
voet. voor voet door Russische loopgraven
en draadversperringen banen en steeds weer
als zij den vijand ineenen te pakken 'te
hebben, is hij hun bijtijds weer ontglipt
om een eind verder nieuwen tegenstand te
bieden.
Al deze bezwaren zouden echter minder
erg zijn, als niet de ergste hindernis was
de ellendige toestand van de Russische we
gen. Slechts wie deze wegen kent, vooral
Neen. "Wat scheelt hun?"
„God weet het; ze hebben allemaal diarhec.
Ik ga naar een op den grond liggenden
zieke toe. Hij is naakt. Geheel geel.
„Symptomen: Diarhee, braken, krampen
Geen twijfel mogelijk: dat is cholera.
In een anderen wagen ligt op een paar
vuile lompen een vrouw. Haar gezicht in
met een zakdoek bedekt
„Is ze ziek", vraag ik. „Neen* dood."
„Sinds wanneer?" „Sinds vanmorgen vroeg
Ik kijk op mijn horloge. Het lijk niet ver
in Russisch-Lithauen, die kan waardeer en,, wij der d, er heeft geen desinfeetie plaats ge-
wat onze troepen in liet oosten tot nog toe had.
tot stand gebracht hebben. Die zal er voor j „Zijn er nog meer dooden?" „O ja, ver-
oppassen- een snel oordeel gereed te heb- scheidene. Allen zijn bijna tegelijkertijd en
ban over dingen, die boven men schei ij ke plotseling door de ziekte overvallen."
De meesten zjjn landarbeiders;
kracht gaan.
VERSPREIDE BERICHTEN
Men heeft beloofd ons elkeen dag te eten
te geven.
zijn ook fabrieksarbeiders onder 'hen. Daar
lu&t nu bekend is, dat er in de munitie-fa
brieken gebrek aan werkkrachten is, pr<.>-
jbeer ik te weten te komen of ook een ver-
Het TWlinoi. i,„ tegenwoordiger van de industrie gepoot1
vertaald uit de „Roeskoje Slowo^ waarin' °ud®r d® vluehteliugei1 werklieden i
e'1 in het Kolubaradal. Het Moravadal is voor i lijn niet sterker zijn dan honderd assen, in één
Servië de levensader. Wordt deze afgebonden of trein kunnen dus ten hoogste vervoerd worden
allengs verkort, dan wordt het leger onbewege
lijk en is het niet in staat te vechten, omdat het
onmogelijk wordt het te approviandeeren en het
van ammunitie te voorzien.
een infanteriebataljon of een eskadron of een
batterij. Voor het venroer van een infanterie-dm-
sie van ongeveer 150OO man zouden ongeveer
c.l.nB«Ttach-
nu geantwoord. Een" van de
Men kan nu reeds zeggen, dat dit belangrijke nie« colonnes en trein. Zelfs bij dubbel'spoor
aanvankelijke doel van onze operaties ons gelukt j zoo'n militaire trein niet meer dan eemid-
is, zoo gaat majoor Moraht verder. geld twee-en-twintig kilometer per uur afleggen
Terwijl onze linkervleugel zich vast zet op den Dne tot vier dagen zouden dus verloopen voor
noordelijken Donau-oever en tegelijkertijd de €en enkele divisie het einddoel bereikt
zwakke Servische troepen tusschen de ijzeren 1CA"k,~
poort en het gebied van G rad is ie bedreigt, heb-
ien het centrum en de rechtervleugel van het
eger von Ghllwitz op den zuidelijken Donau-
oever reeds belangrijk terrein gewonnen zuidelijk
van Gradiste, langs de straat, die de Donau ver
bindt met de Morava, ongeveer vijftig kilometer
zuidwaarts. De zegevierende troepen, die Ram
en de sterke werken van de daar bevestigde heu
vels bestormden, hebben, samen met andere groe
pen van dit leger, die over het eiland Ternes
marcheerden, bet werk Pozarevae van drie zijden
150,000 man zijn tien dubbeiedivfei» 'zelfebii
'n verkeer gedurende dag «n nacht zouden er drie
tot Vier weken verloopen voor de Serviërs de zoo
vurig verlangde hulp kregen.
Bedenkt men echter ^tusschen Belgrado en
Pirot, dus tusschen -t, rs der bondgenooten
en der Bulgaren, slechts 240 kilometer liggen,
dan zal men begrijp®. Jat hulp der
is> de schei.
de Rueeiscbe auteur Peter Achefaky een"bë-iWerV^a' •Nee?.' niemaöd Leeft llaar k«'
fchrjjvingf geeft van de ellende der Russi- jvraafd> wordt nu geantwooro. Een van de
eche vluchtelingen, die, toen de DuiWJ^, ongeinkkigen zegt onder tranen: ,Jk ben
nl verder en verder Rusland binnSrongen flo.^eBmaker vai? ^oep Geef me mijn vrij-
door lmn mmurongen, beid weer, en ik zal arbeid vinden."
„Maar wie belet n weg te gaan?"
„Mjjn God, men heeft mö met geweld
voortgesleept. ,Jk heb bet niet verlangd. Ik
over:
door hun eigen overheidspersonen uit' hun
woonsteden zün "verdreven.
Wij nemen er hier een en ander uit
J)e golf der vluchtelingen vloeit over ve- i -*r
heel Rusland tot aan den Oeral en stroomt ^fn m6 me<\vriJmakeu, dat ie onmogelijk
zelfs in Siberië. Ik heb uit de bladen 5!" .V(IrvT, waRrheen?.... ik weet
men hoe het den vluchtelingen in Moskon niGf tegen mij: Wjj hebben
tv."- ,.!ir -moskou u m ontvangst genomen. Wü moeten n ook
vergaan is. Daar was het vreeeelyk, maar -weer afleveren,
liet was een paradijs, vergeleken met dat wat
hun hier wachtte. In Moskon hadden
de armen tenminste een dak boven hnn
hoofd en een stuk brood voor den honger,
en het belangrijkste wat zij hadden het be
wustzijn, dat er voor hen gezorgd werd.
Hier is het geheel anders. Aan 't einde
van de perrons van het station van Oefa
staan eindelooze treinen vol vluchtelingen.
v ,Dat, 400,5 ent den geheelen
toestand. Men behandelt deze menschen al f
vee ais waren. Zü zijn geruïneerd, en ieder
aende ruimte w01?:. Van twee kaaien Om d6 wagens, heen spelen de kindeTen te
gekort en in het mido01101^! het object: het Ser- midden van het waschgoed, dat daar
vische leger.
HET GROETEN IN TURKIJE
Er wordt wel eens beweerd, dat de mili
taire groet., zooals Nederlandsche militairen
dien brengen en welke gelijk is aan den
Duitschen groet, ook ongeveer aan den
Eranschen de Engelsche militaire groet
wordt met vlakke hand recht voor den
petrand gebracht afkomstig zou zijn uit...
Turkije.
Uit Konstantinopel wordt deze bewering
echter tegengesproken.
Do Turksche begroeting heeft voor den
vreemdeling iets zeer eigenaardigs. Gewoon
lijk neemt de Turk behoorlijk den tijd,
om zijn bóleefdheidsgroet te brengen;
slechts zelden groet hij haastig of slordig.
Het achtelooze groetje, zooals hier en el
ders, met het. even opwippen van den hoed
hij draagt immers nooit een hoed maar
een fez kent men daar uit den aard
der zaak niet. Groet de Turk minder plech
tig dan zijn natuurlijke beleefdheid het hem
leerde, dan vormt zijn Oostersche groet toch
steeds een sierlijk wuivend gebaar, met
het voor het gelaat brengen van de rech
terhand om die vervolgens zijwaarts te
waaien.
Gewoonlijk gebruikt de Turk echter bei-
no handen; ook buigt hij den romp diep
voorover, zoodat zijn gestrekte handen bij-
pa den bodem ra-keu. Dan heft hij den romp
fveer recht, breugt beide handen met een-
tellde gebaar naar het hart, strijkt ze langs
Pen mond, beweegt ze over het voorhoofd
tn spreidt ze dan achter zich zijwaarts'
Aan deze vrij ingewikkelde begroeting- is
eer. beteekenis verbonden van volstrekte
hoffelijkheid en quasi-onderworpenheid. De
pedoeling van het gebaar is deze: „Ik wrijf
mjjn voorhoofd met het stof mijner voeten,''
(Uithangt.Het tooneel is overal hetzelfde,
terwjjl de tweede gedachte deze is: „Al
at mijn hart gevoelt, wat mijn mond ook
spreke, en al hetgeen ik denk, - dit alles
is ter UWer eerel..
?faktiik van het groeten, bijvoor-
natuurliik^rm taat,n°Pel °P straat, ziet men
vbftedigheid van dit gebaar
niet' dan het lerder
met eén camengesteld wuitgebaar der twee
a,mS' Van den eenen bekende naar den
„DE WACHT AM RHEIN" HEEFT
EEN ZUSJE.
Eenigen tijd geleden is door een muziek
liefhebber uit ,Weenen een prijskamp uit
geschreven voor een nieuw Oosienrijksch
volkslied „Die ,Wacht an der Donau", als
zusje van „Die Wacht am Rhein." Er'zijn
niet minder dan 1272 gedichten als ant
woord binnengekomen. Ook uit Duitschland
emnenge Komen, «jok un. -uuitscüland foen in be^n-m.ngenamePei' tussckeu
VEEL KOLOSSALER!
Een Duitsche luitenant te Brussel woont
in bij een Delgisn ocaat, die hem niet
slechts tot huisheer maar 0ok tot chauf
feur dient.
De luitenant reed "langs met zijn mr.
chauffeur door k straten en bezag
de stad. Voor de '''luie, verhaalt de
„Matin", trok h'J /luchtend gezicht:
„Niet kwaadl niet k^aadl maar Keulen
len hebben wq e Bj. dle veel „kolos
saler" is dan deze n„ J et Palel» van jus
titie werd eveneens «en vergelijking ge
maakt. „Bah, ons pal J van justitie te Ber
lijn is veel „k°l° vo'
De Belgische advocaat zweeg. Dien
avond echter jvon k ^hntsche luitenant,
zqn
twaalf levende
Woedend stool 9 1 Hij riep zijn gast
heer dien hij, en zonder reden, van
deze ongepaste gr P rdacht. De advocaat
kwam ijlings en z p den meest bemin-
nelijken toon: „Waarde luitenant, dat zijn
de wandluizen van Ussel. Zooals gij zien
kunt zijn zij veel „Kolossaler" dan die van
Berlijn-"
Stilzwijgen is het antwoord op uitbarstin
gen, door onbeschaamdheid, onopgevoed
heid of wangunst ingegeven.
De missionaris Ibler deelde in 41t« „„j
neue Welt" de volgende in China dom h^
opgeteekencle aldaar gebruikelijke spreek
woorden mede: «preek
w6r(** 's Een ei moet niet tegen de rotsen vech
ten.
nog zal d© bekroning worden bekendgemaakt.
^n^te^mst^^e1 deD vele w Qdörk^n?eren
veelvuldig voorkomt In nn J8h Tgen
zeer onkiesche en tevens ongeSde^bel^
hdd 1 t3 deXnthVelTlei^^middeL aan
gewend. In de iransche Academie voor ge
neeskunde is door een der leden nu voor
gesteld het nagelbijten te beletton, niet door
de een of andere behandeling van de nagels,
maar door te maken dat de tanden niet op
elkaar gebracht kunnen worden. Er werd
een toestel vertoond dat daartoe moest die
nen en dat op de onderste kiezen werd ge
plaatst. Ook had !nen op een van de kiezen
een gouden kapje aangebracht, of een val-
sclien tand ingezet, die opzettelijk te lang
was "emaakt. Het best voldeed ©en toestel
dat de tanden een weinig van elkaar hield,
Als de haas sterft, treurt de vos.
Ministers en generaals kunnen niet ge
zaaid worden.
Vergeet de regenschermen ook bij mooi
weer niet!
Om het groote te bereiken moet men het
kleine gebruiken.
Een drenkeling moet men geen steen toe
werpen.
Geld maakt ook de blinden ziende.
Een gedeelte sinaasappel smaakt even lek
ke rals een heele. -
Met veel menschen is het goed arbeiden,
met weinig menschen goed eten.
Ais de wind niet waait beweegt de boom
'J' wie koopt wat hij niet noodig heeft, zal
poedig noodig hebben wat hy met koopen
kan.
Geld is snel uitgegeven maar moeilijk
te verwerven.
Een vaste wet der geschiedenis leert
dat elke onrechtvaardige maatregel op den
duur zich zeiven wreekt en onhoudbaar
maakt.
(Dr. Gisb. Brom.)
De gierigaard offert aan ziin «f«nu
offei't veel, hij offert alles; hü oltort znn
gezondheid, zijn leven.
(Hello.)
DIE KON HET.
Eoo'n aartsleugenaar is die van Domme
len, dat je nog niet eens het tegendeel
kunt gelooven van wat hfj vertelt.
fijn onderscheid.
A. „Men spreekt nu eens van een as
troloog, dan weer van een astronoom. 5Vat
is nu eigenlijk het onderscheid?"
B. „Nog al duidelijk, dunkt me. Een ster
renkundige, die iéts voorspelt, dat uitkomt,
maakt zich hierdoor naam ('t Latijn3Cke no
men), en heet bijgevolg een astronoom. Maar
als hij gewoonlijk iots voorspelt, dat niet
'uitkomt en dus m.a.w. gelogen is, dan heet
hij een astrotoog. Begrijp j"e!
RAAK?
zij if' vadcl-0'k student telegrafeerde aan
„Waar blijft toch het geld, waarom ik
geschreven heb?
Het draad-antwoord luidde:^ Gl0r^e*
,^fn mijn zak.
Uw vader."
ADVERTENTIE-SUCCES.
Het adverteeren in onze courant, zoo ver-
zekerde onlangs een Amerikaansch blad,
geeft u altijd een zeker succes. Verleden
week adverteerde Smith in ons blad om een
jongen en reeds den volgenden dag werd
hij verrast met een tweeling, allebei
jongens.
AANGIFTE VAN OVERLIJDEN.
Iemand stierf aan een ziekte, die de ge
leerden geen naam wisten te geven. Daar
er gevallen van cholera voorkwamen, moes
ten de bedroefde nablijvendè.1 aan den bur
gerlijken stand de oorzaak van het over
lijden opgeven. ZJj waren erg in verlegen
heid. Plotseling kreeg een hunner een ge
lukkigen inval en gaf op „aan naamloos
lijden overleden."
OPLOSSINGEN.
Elkaar de oogen uit te steken*.
De koffieboon.
In het dierenrijk.
NIEUWE OPGAVEN.
10. JVanneer draagt een paard laarzen?.
11. Het is geen huis, toch bouwt men
Let. Men eet het niet, toch kauwt men
het. Als men 't niet kauwt,-verbrandt men
het. Ge kent hét; zeg nu hoe noemt men
het?
12. Van welke gaven kan geen mensclï
rijk worden?
7.
8.
9.
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
el
r> j w J. -.1 IC PPT mtPttoln XT* 1
i liWIIXi MMM V JM1 vlA
XT /vA-n IJ; n o/>!b j\ r\ 1 -r n<m
r J, 1 ,Un J wam UtJ SUlCl- mnuowv/At iaVVfl ViUl/UrcUUg'Ul*.
avuuu CBUfUi JLUIHJ1