TWE'DE BLAD
Dr. C. H. KUENEN,
CHINA MATTEN
sis*»
Gevaarlijke Vrienden.
,0frh<,on z\Geor
bYnnenlandT
P. J. JANSSEN,
WE Q9RLOS
va° kRrSwifsii A- TS
DONDERDAG 21 OCTOBER 1915
DE TOESTAND IN BELGIE.
Anegang h. Warmoesstr.
FEUILLETON
pareLr°°te' PraCbtie lii eli,u«
Voorde Raadsverkiezing in District!
bevelen wij morgen met den meesten
aandrang aan
den candidaat der Rechtsche partijen.
Goecükoopsf adres voor
VERSPREIDE BERICHTEN
I te speten. «eteeenheid is om
VS Cteter TOnd
zou ten°rnStlSr,: Al8 lk,iou Sylvia,
hoofdstuk n.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
(Van onzen Brusselschen Correspondent.)
Brussel, 18 Oct. 1915.
Het beeft heel wat voeten in de aarde
gehad eer de Belgische gemeenten en pro
vincies er toe konden besluiten om juist in
dezen tijd openbare werken te ondernemen
ten einde daardoor de werkloosheid te hel
pen bestrijden. De Credit communal de Bel-
gique, société anonyme, alhier, heeft een
41/2 °/o obligatieleening uitgeschreven, waarbij
de opmerking wordt gemaakt, dat de Credit
communal aan de Belgische provincies ge
durende dezen oorlog tot over de 35 millioen
francs geleend heeft om de openbare dien
sten in stand te houden en de voeding der
bevolking te verzekeren. Deze 4'i/go/o obli
gatieleening heeft ten doel de gemeenten ön
provincies aan de middelen te helpen voor
de uitvoering van productieve en voor het
algemeen welzijn nuttige werken.
Het Duitsche bestuur heeft steeds al ziju
invloed aangewend, om de werkloozen bij
de openbare werken arbeid te doen vinden.
Ten einde zich te verzetten tegen de wei
nige lust tot arbeid, welke zich bij de be
volking openbaarde, beeft de Gouverneur-
Generaal, zooals bekend, eenigen tijd geleden
bepaald, dat de arbeiders, die ondersteuning
ia ontvangst 'nemen en weigeren arbeid Ie
aanvaarden bij de uitvoering van openbare
werken, straf zullen moeten ondergaan. Om
deze verordening van kracht te kunnen doen
zijn, moet er natuurlijk eerst gelegenheid
tot 'de aangegeven werkzaamheden bestaan.
Tot nu ontbrak deze gelegenheid. En een
groot deel der bevolking is er maar al ie
goed aan gewoon geraakt van onderste auin-
gen ie leven. Dit werd slechts al te licht
femakkelijker gevonden dan te moeten wer
en.
Door het ter hand nemen van openbare
werken op groote schaal, zullen de gemeen
ten van heel wat ondersteuningslasten wor
den bevrijd en zal tegelijkertijd, wat
ook een zaak i3 van zeer groote beteekenis
het zedelijk peil der bevolking worden
verhoogd. De rijkdom van ons land immers
steunt op commercieelen en industrieelen
grondslag en werkzaamheid. Het is voor de
toekomst van een land van enorme schade,
wanneer een volk zich' ontwent aan allen
degelijken arbeid. Waar nu een groot deel
der industrie stil ligt wegens gebrek aan
grondstoffen, daarbij nog door de onmoge
lijkheid om waren uit te voeren, kan .niets
beters worden gedaan dan da werklieden te
laten 'deelon in do uitvoering van werken,
welke dienen voor het algemeen welzijn. Het
zou dan ook te wensehen zijn, dat deze eerste
leening nog door een tweede kon worden
ó-evol °d, opdat men zich met nog meer open
bare werken zou kunnen bezig houden.
Omtrent de levensmiddelen voorziening in
België kan ik het volgende mededeeloa:
De voorwaarden, waarop hier de voor
ziening van koren, bestemd voor de broodbe
reiding, werd verzekerd, zijn zeer gerust
stellend. 'De Gouverneur-Generaal van Bel
gië heeft den geheelen binnenlandschen oogst
voor de eigen bevolking voorbehouden.
Daar de voorziening van buitenlandsch koren
on ook van andere eerste levensmiddelen ver
schillende malen door maatregelen van do
Engelsche regeering werd bedreigd, heeft de
Gouverneur-Generaal, om de levensmiddelen
voorziening voortaan geregeld te kunnen 'doen
plaats hebben, een overeenkomst getroffen
met de gezanten der neutrale landen: n.l.
inet de 'Vereenigde Staten, Spanje en Neder
land. Volgens deze overeenkomst i8 de ge-
heele oogst van 1915 voor do Belgische be
volking bestemd, mits de Engelsche regee-
is steeds
TELEF. 2650.
HAARLEB!.
se
ring van haar kant belooft de levensmid
delenvoorziening van België, over zee, tot
aan den oogst van 1916 niet te zullen be
lemmeren.
Na langdurige besprekingen heeft de Brit-
scbe regeering deze voorwaarde aanvaard,
zoodat de le vensmiddelen voorziening voor ons
land voor een jaar verzekerd is. De Engelsche
regeering staat echter slechts den invoer toe
van een beperkt aantal voedingsartikelen
naar hier. Alle andere invoer, zooals de
pioducten voor de bierbrouwerijen bestemd
en ook "die welke moeten dienen voor de voe
ding van het vee, worden door haar niet
toegestaan, in weerwil van de verzekering,
dat die producten niet gerequireerd zullen
worden. Voor deze artikelen blijft het land
dus op zich zelf aangewezen.
Daar de „Commission for Belief in Bel
gium" een grootere hoeveelheid tarwe heeft
kunnen invoeren, heeft de Gouverneut-Ge
neraal op. voorstel van de oogstcentrale,
voorgeschreven, dat van 15 October af de
maatverhouding van 90o/o tot 75o/0 zal worden
verlaagd. Hierdoor zal van den buiten- en
bin nenïandschen tarwe-voorraad als zemelen
voor beestenvoeder beschikbaar worden ge
steld.
De „Commission for Relief in Belgium"
zal van haar kant voortaan slecht3 koren
invoeren in plaats van meel zooals tot nu toe
gedeeltelijk het geval was. Door dezen maat
regel wordt de hoeveelheid zemelen voor de
voeding bestemd, verhoogd.
Algemem wordt geacht, dat door deze
maatregelen de vrees der landbouwers voor
gebrek aan veevoeder zal worden weggeno
men.
De voorbereidingen tot de oprichting van
een Arbeidsuniversiteit door onzen Brussel
schen gemeenteraad zijn geëindigd. Zoodra
het gemeentebestuur een architect zal hebben
aangewezen, wordt met den bouwi begonnen.
De totale kosten zullen drie millioen toe
dragen, waarvoor de gemeenteraad kredie
ten zal toestaan van tot een bedrag van een
millioen per begrootingsjaar. De meest voor
name vakken in den üitgebreidsten zin zullen
worden onderwezen. Ieder vak zal een zelf
standige leiding hebben met een eigen be
stuur. Alleen de administratie wordt door ons
stadsbestuur geconcentreerd en beheerd.
O.
DE STRIJD OM DE HEU
VELS BIJ BELGRADO.
Servië strijdt m»t den moed der wanhoop en
de taaiheid vaa een krijgshaftig' bergvolk om do
beslissing, waarvan misschien het lot van den
geheelen wereldoorlog afhangt. De snelle val
van Belgrado, zoo schrijft Leonhard Adelt aan
het Berliner Ta geld a tt, welke met 't ook op de
zorgvuldige toebereidselen verwacht was, en.ih
politiek opzicht van zeer groote beteekenis is,
is militair het voorspel slecht van den hevigen
strijd, die van dag tot dag in omvang toeneemt.
Niet in staat de bondgenooten te beletten over
de rivier te trekken op het vole honderden kilo-
metal's langie front, schijnen de Serviërs vast be
sloten lederen voetbreed grond tot het uiterste
te verdedigen en, als zij uit d© eene verdedi
gingslinie geworpen worden, in de volgenden,
ie reeds gereed ligt, terug te wijken.
.ooals in de straten van Belgrado aohterhoe-
en en vomitadsji'a uit huizen en van achter
barricaden mot geweren, handgranaten en
machinegeweren, ja met revolvers en dolken
den bondgonooten tegenweer boden, tot zij met
de bajonet neergestoken of met geweerkolven
neergeslagen werden, zoo honden ook de gere
gelde troepen het uit tot het handgemeen in
de loopgraven en in de versterkte steunpunten.
Zoo ia ook het kleine getal gevangenen verklaar
baar, dat thans nog geen duizend bedraagt en
in geen verhouding staat tot het hooge percen
tage van het aantal gevallenen.
Aan de oevers van de Racwa en de Posawina
hebben zioh gevechten om den overtocht ont
wikkeld. Sterke Oostenrijk-Hongaarache troe
pen hebben da beneden-Drina en bij Obreno-
wae ook dio Save geforceerd en bezetten nu de
met biezen begroeide moerassen van de Raowa
m,™.0, tea d°or beschieting oï door langzame
omtrekkende
lifre-enda wJL ^wegingen de weinige hooger
viëi-3 met tnVu ™acllt;8T te worden, die de Ser-
.„■dvwtinsM fTSTd'T.0'*™1™' Tol,edis"
en de Ser
een viervou-
ge-
ten zuiden van Belgrado. Daar hX,
viërs volgens Engelsche plannen «L
dige verdedigingslinie aangelegd, die het
heele terrein het karakter van een moderne
vesting geeft. De eerste linie strekte zich on
middellijk aan den zuidrand der stad van Top
side*, tot Wekliwradcar, gemiddeld honderd
meter boven de huizen van Belgrado uit Ze
was met mijn veld en, wolfskuilen en tien meter
breede draad'- en takkebosohversperringen ga-
dekt en rijkelijk van artillerie voorzien, in het
bijzonder ook van scheepskanonnen v«an Fran-
schen en Engelschen oorsprong. Ze lag echter
op zeven kilometer afstand gemakkelijk binnen
het bereik van de veating-kanonnen van Sem-
lin. En werd door trommelvuur geheel in
elkaar geschoten, terwijl 1» Belgrado nog
straatgevechten geleverd werden, te midden van
brandende en stuk geschoten huizen. Zoo kon
den de Duitsche en Oostenrijk-Hongaarsohe
stormoolonnes bijna tegelijkertijd met de Servi
sche achterhoede de eerste linie bereiken en
deze met de bajonet nemen, eer de vijand de
mogelijkheid had de door het bombardement
ontstane schade weer ts herstellen. Even snel
viel de tweede verdedigingslinie tusschen de
dorpen Zeklinje en Mirijewo.
De Duitsche bataljons vervolgden in het wes
telijk gedeelte de uit Sarkowo geworpen vijan
den tusschen het Rakis-moeras en de Topej-
derska-beek, op den weg naai! Zeleznik, waar
hij probeerde stand: te houden. Ook uit dit dorp
geworpen, vluchtten de Servische afdeelingen
in verwarring naar het zuiden, zonder met het
centrum weer in contact te kunnen komen. Dit
hield zich voorloopig nog in de derde en aterk-
ste verdedigingslinie, op de heuvelreeks Strar
zawa Coenak, Ekmekloek en, Eridno-Brdo,
waarvan de gemiddelde hoogte 250 meter be
draagt en dlie op tien tot twaalf kilometer at
stand van da Duitsche artillerie-ateil 1 ngen op
da noordzijde van de Save ligt-
Hadden tot dusver de zware Oostenrijk-Hon-
gaarseho en Duitsohe kanonnen, namelijk de
15 centimeter houwitsers, de 24 oentimeter
mortieren van Krupp en de 80,5 centimeter
Skoda-mortieren het voornaamste werk ge
daan, nu waren het de ver dragende 10,4 cen
timeter stalen kanonnen der Oostenrijkers, die
over Belgrado en de voor de stelling liggende
hoogten een bres op bres in de schansen van
de Serviërs sloegen.
Be intusschen door de stad heen gekomen
batterijen hielpen mee. De dekkingen storten
in, en de granaten scheurden honderden verde
digers uiteen. De overlevenden hielden dit
vreeselijke bombardement niet uit. Toen de
Duitsche tirailleur-linies spronggewijze nader
bij kwamen en met hun handgranaten nog meer
verwarring veroorzaakten, kon het moedige
voorbeeld van de Servische officieren de uit
geputte troepen niet meer voor een paniek bö-
waren.
Met moeite gelukte hef den oïfioieren de
manschappen in de volgende stelling te verza
mel en, die op den 566 meter hoogen Avalai-berg
en het naburige Welki steunt. Even belangrijk
als dit succes is dat van het meer naar het
oosten opereerends leger ven Gallwitz, die het
gedeelte van de beneden Morawa en Mlawa in
zijn macht had gebracht en langs beide rivieren
voorwaarts dringend, de noordelijke en ooste
lijke versterkingen van Posarewao bestormd
heeft.
HET SCHOOLWEZEN IN
POLEN.
Tot aan de revolutie van het jaar 1906 toe
was het schoolwezen in Congresp£léh geheel en
al Russisch. Het Russisch was zoowel bij het
hooger als lager onderwijs 0p openbaren WJ.
zondere scholen verplichten, ni Pookche taal
werd alleen in de lagere kla^l wi w
onderwijs als hulpvak toeg€]~J? L ka.
stond het onderwijzend personc?'
voor middelbaar onderwijs en flan d^ scholen
te Warschau bij'na geheel en universiteit
sen. Polen werden hier tot het 1 geboren Rus-
toegelaten en ook in de schold ïlrafsambt "iet
wijs deed de Russische regeerine- hef
bevoegde Poolsche leerkrach ten van jaar hft iaar
inkrimpen en verving hen d00r uitgediende on
derofficieren en allerlei ^jfelachfiS^Senten
van het onderwijs by een hoonirenlaatat
ambtenaar aan het Mmisferie van §nderwiis
die den m va; Ju teoTK
tijds gel^e. -f hiina auer curator, zich
van het Ministene geheel onafhankelijk te
maken en hij gea<*Vfbg™°te zelfstandigheid,
die echter de Pools olking niet ten goede
kwam, doch dieI1',[ nde 'ar te onderdrukken.
De grootste voorstan er van de Russificeering
de curator ^ien« streven het
reau, placht hij te bevoeren, dat binnen een kwart
eeuw zelfs de bakers alleen maar Russische wie
geliedjes aan de zuigelingen zouden voorzingen.
Bij dergelijke opvattingen der curatoren waren
de scholen natuurlijk meer kazernes dan inrich
tingen voor geestesontwikkeling. De directeur en
zijn plaatsvervanger, alle leeraren, ja zelfs het
personeel aan schoten voor lager onderwijs, wa
ren verplicht op te passen, dat de leerlingen
tijden» hunne vrije uren geen Poolsch spraken,
dat zij geen Poolsche boeken bij zich hadden en
die ook thuia niet lazen. Zoodoende werd het
Poolsche kind systematisch reeds Yan zijn
vroegste jeugd af tot huichelarij gedwongen, om
dat alle scholen in Rusland voor hem gesloten
bleven, die van een er van was weggezonden.
Als de jonge Pool echter na 8 jaren zulk een
school verliet, óm student te worden, bleef hij op
zijn verderen levensweg een onverzoenlijken haat
tegen den Russischen onderdrukker in het hart
koesteren.
Na de revolutie van 1906 was het veroorloofd
in scholen met bijzonder onderwijs de Poolsche
taal te gebruiken. Toch was voor sommige vak
ken het onderwijs in de Russische taal verplicht
en mocht hierin ook alleen door een geboren Rus
worden gedoceerd. Vier jaar geleden kwam het
zelfs zoo ver, dat de Warschafer curator de
Poolsche scholen zelfs eenvoudig sloot. Eerst toen
deze maatregel in de met Rusland bevriende
staten een pijnlijken indruk maakte, besloot de
Russische regeering de heropening van die
scholen dan maar weer toe te laten. In de binnen-
landsche Russische gouvernementen hadden de
z£. „Landschappen" ongeveer een kwart eeuw
geleden de schoolplicht ingevoerd. In Congres
polen bestaat dit evenwel niet. Integendeel poog
de de Russische regeering het schoolgaan zoo-
veel mogelijk te beletten. Zoo mochten er b.v.
slecht» 40 kinderen per klasse worden opgeno
men. In Warschau waren slechts 3 pCt. der ge
meente-inkomsten voor het schoolwezen uitge
trokken, terwijl 12 pCt dienden, om het politie
wezen te bekostigen.
Wanneer men deze feiten voor oogen heeft, is
het te begrijpen, dat het Burgercomité aanstonds
na de verdrijving der Russen besloot algemeene
leerplicht in te voeren en te dien einde een be
drag van 1,800,000 roebel uittrok.
was cie cuiau» --r- - .-"- oneven net was.
de Poolsche jeugd ^nn^ den kortst mogelijken
tijd te Russificeeren. Bij elke voorkomende gele
genheid, zoo schrijft et Poolsch» Persbu-
De toestand door Clemenceau beoordeeld.
Hot Berl. Jagebl. verneemt, volgens de
Korr. Norden, uit Genève, dat de vage ver
klaringen van .Viviani in de Kamer en in
den Senaat over de medewerking van Rus
land en Italië aan de operatiën op den Bal
kan, deze medewerking blijkbaar niet aan
trekkelijker voor pers en, publiek in Frank
rijk hebben gemaakt. Clemenceau geeft de
stemming in Frankrijk nog het beste weer,
waar hij schrijft: „Indien ik maar een woord
mag gebruiken om den tegenwoordigen toe
stand te kenschetsen, vind ik geen ander
woord dan „obscurité". Met een regeering
die in den blinde rondtast, met een pers die
aan banden gelegd is en met een Kamer
die bang is om de waarheid te leeren kennen,
verkeoren wij nu niet bepaald in de beste
posifie." Tegenover dit vage en onzekere
rondtasten stelt Clemenceau het weloverlcg-
de plan der Duitschers, 't welk aantoont dat
steeds een brein volgens één bepaald plan
aan het werk is, onverschillig op welk ge
deelte ook van de verschillende oorlogstoo-
neelen. „Wat mij het duidelijkste schijnt"
vervolgt Clemenceau „is, dat keizer
Wilhelm H, door aan von Mackensen de
leiding van dit grootsche offensief op te
dragen, niet de bedoeling heeft gehad, het
slechts ten halve door te zetten. Elen onder
neming, die daarin bestond om aan het muur
vaste front in Frankrijk troepen te ontne
men, daarmede de Russen tot Riga en Wilna
terug te drijven en zich vervolgens van
daar op den Balkan te werpen, getuigt van
een groo'tschen opzet van het plan."
De geheimzinnige houding van de Itallaan-
sche regeering.
De „Secoio" verneemt uit Nisj', Uat, ter
wijl 't Oostenrijksch-Duitsche offensief voort
gaat, de Serviërs de hulp van de geallieerden
met spanning afwachten. Het blad tracht
het niet- deelnemen van Italië op het oorloge-
tooneel van den Balkan te verklaren, maar --- "mcoi na ae Kiacnten van
zegt dat Italië de voornemens van de mi-1 die „burgers m de Tweede Kamer die absoluut
nister» blijkbaar niet kent; men heeft wel geen begrip hebben hoe met den 'soldaat moei
veen ten°3effaai1' die voor-den-dit-en-dat toch
J ouw 1S' daargelaten nog, dat de
TWh v eigenhjk op zijn kop staat, als de
tweede Kamer en de pers zich bemoeien met de
wijze, waarop de meerderen in het leger teven d»
minderen optreden; oi er in het leger gevloekt
zal^ worden of met, moet het leger zelf weten
het eereteeken van het Rood© Kruis voor haar
opofferenden arbeid in dienst van d« gewonde
Oostenrijksche soldaten.
Wel een contrast, door den oorlog in het
leven geroepen. Terv ijl ginds in België een
geboren Beiersche prinses, de gewonden Bel
gische soldaten verpleegt, bewijst hier een ge- 1
boren Belgische prinses dezolfde liefdedien.
sten aan Oostenrijksche soldaten, die door da
Belgen ook als vijanden worden besehouwdl
Moge spoedig de tijd komen, dat de vrede alle 1
volkeren weer in Christelijke liefde vereenigo
en verbroederd
Oorlogsleugens.
De „Liberta" 'ontleent aan de „Riscossa dl
Breganze" het volgende bericht: In het laat-
ste nummer van de „Illustrazione Italiana"
komen twee groote fotografieën voor met het
onderschrift: „De intocht onzer troepen in een
dorp van het Sugana-dal" en „een door de
Oostenrijkera verwoeste en door onze troepen
in allerijl herstelde brug". Wij, als kenners van
onze geboortestreek, willen den bedrogen uit
gevers van de „Illustrazione" mededeelen, dat
de beide fotografieën twee kiekjes zijn van
Caltrano, ten Noorden van Thiene in het
Astico-dal. Deze plaats is reeds in 1860 verlost
en heeft met den huid'igen oorlog niets te
maken.
Honden voor het leger.
Het Duitsche legerbestuur heeft een ver
zoek aan bezitters van waak- en politie
honden gericht, om die dieren voor dep
dienst te velde af te staan. Reeds voor
eenigen tijd heeft de regeering. voor den
ambulancedienst afgerichte honden ge
vraagd, maar de thans bedoelde, moeten
voor een ander, niet nader aangeduid doel,
worden gebezigd.
Het moeten dieren zijn, die aan de bui-
tenlucht gewend zijn, moedig, gehoorzaam
en waakzaam. Het meest geschikt zijn ras
honden van de vier politiebondenrassen:
Duitsche herdershonden, Airedale-terrier,
Dobermann-pinchers en Rottweilers, maar
ook groote ruwharige pinchers kunnen
gebruikt worden. De dieren behoeven nie>
speciaal als politie- of ambulancehonden af
gericht jJko zijn. Het geslacht doet er niet
toe, maar de dieren moeten liefst boven
de 18 maanden oud zijn.
De dieren moeten gratis worden af ge-
staan, maar worden, als de eigenaar het wil,
na den oorlog weer teruggegeven.
De leger-autoriteiten beloven, dat de hon
den goed verzorgd zullen worden. Honden
en soldaten zijn altijd goede vrienden.
HET VLOEKEN IN HET LEGER
Het „Vaderland" keert zich in een hoofdar
tikel met nadruk tegen het vloeken in het tegen
Het zegt:
Niettegenstaande minister Bosboom een leger
order heeft uitgevaardigd nadat minister
Colijn in zijn tijd reeds hetzelfde gedaan had
nemen de klachten daarover niet afmaar is he
laas het tegendeel het geval. Zeis weet „De Ba
nier", het orgaan der Nat. Chr. Onderofficier»-
veregniging, mede te deelen, dat de laatste order
van minister Bosboom in een zestal plaatsen niet
is voorgelezen.
Wij kunnen dat niet zoo controleeren. maar het
zou ons absoluut niet verwonderen, als het zoc
was, nademaal zij, die vloeken in het leger
al komen zij gelukkig meer en meer in de min
derheid aaaria niet alleen volstrekt geen
kwaad zien, maar dit iets achten, wat door den
„stand" wordt vereischt. Niemand toch al
zijn er uitzonderingen op eiken regel zal in
het leger vloeken om zijne minachting voor den
godsdienst te kennen te geven, of, erger nog, om
een ander met voorbedachten rade in zijne gevoe
lens te kwetsen.
En als er garnizoenscommandanten zijn ge
weest, die den desbetref f en den legerorder niet
hebben doen voorlezen, maar dien eenvoudig ter
griffie hebben gedeponeerd, dan zal het niet zon
der medelijdenden glimlach geweest zijn, waarbif
AU rrvval hrt mPtipiiiHAn -4^
Naar het Fransch.
2)
Zij stelde
broche, want
uit de natuur, haar oogen hadden die blauw
kleur, die in de aon bijna violet lijkt en haar
gelaatstint was teer en frisoh als een perzik.'
Op negentien-jarigen leeftijd was zij ge
trouwd met een man, die veel ouder was dan
wl' ii nil> op Ihaar vijf-eu-twintigete jaair,
'nïinhtoT, w®duw« en had zij geeni bijzondere
ihaar leven £aa6t<) betrekkingen, aan wie zij
v ens lust en haar rd k le"
zeer veel prijs op die alles weer spoedig f f in
hoef!™»,- Sylvia ging zeer uggekeerd.
kon zich die Weelderee
toch deden haar goede
gelezen, dat do ministerraad de politiek van
Sonnino goedgekeurd heeft, doch men tast
naar de juiste heteekenis van deze woorden.
Het artikel in de „Secoio" is voor hot ver
dere gedeelte door de Italiaansche censuur
geschrapt.
Gravin Lonyay door keizer Frans Joseph
gedecoreerd.
De bekende gravin Stephanie Lonyay, van
geboorte een Belgische prinses, vroeger kroon
prinses van Oostenrijk, ontving van den keizer
in dit geval het medelijden den minister cold
„die toch wel iets doen moest na de klachten van
ie Kamer, die absoluut
met den soldaat moet
eea hoefijzer brengt ge-
Ink aan daarom wilde zij er niet van
,schemen. Want Anna Wolsky zij maakte
or geen geheim van - had een hartstocht'
voor spelen. Zij voelde zich nooit gelukkig
zy leefde eigenlyk maar half, als zb niet in
Carle Imd züT V+n d® firroene tafel' Monte
voo] Iben die aan'" verlatf11 toen de hitte
voor men, me aan een noordelijk klimaat ge-
SBi. ondraaglijk bogoo to wïden tï
<,M VmnnoCbaS
een waarze,
gstert
mer°0da°tChdi>Pr^ft de ,oud« scho°l en het is jam
mer, dat die ook onder de jongeren nou niet
geheel zonder adepten is. zJo zS SVzel
dagen m een der bladen, dat een jfng teitefant
die te kennen wilde geven, dat iets hem absoluut
duizend gulden vermaakt. Haarq|go&d bad belegd, want haar parelen
tigde, een, jong do twee jaren**© verW^waten
- Maar waarom «ou M niet d etnTong advocaat, William Chester tw^ja£n?dieSS*
vroeg Sylvia verW^L genaamd, die haar ^t^hte vriendschap, ze had gekocht, in waarde Sen
Luvg oyjvi» >~V (]flf .genaamu, "«P, ze nau gesocni, in waarde gestegen.
Nu, ik zou i«^ *o°n waarde ver-j maar ook genegenheid roeg, had ge-j Sylvia zei dan ook herhaaldelijk bij zich-
tegenwoordigt al® J Parelsnoer liever on tracht haar over tq halen dit geld op een zelf. dat zii nooit in haar
liever op tracht
een veilige plaat» d P neeren. Want eigen
lijk weten we niets van me Gadame Oaglios-
tra en Montinartre wat de Parijzenaars
een exentriek hoekje noemen.
zeer solide wijze te beleggen. Sylvia daaren
tegen wensdhte he.t te besteden aan een
prachtig snoer parelen. Zij noemde dit ook
op een zelf, dat zij nooit in haar leven iets gekocht
.oor haar
bijna een symbol V1 haar vrijheid; haar
onafhankelijkheid.
Als kind en ale meisje had zij nltb'd
onder de plak gestaan van (Ven strengen
Vader en alleen om hem genoegen te doen
Ja, wat uiterlijk, karakter en
(trof liepen de twee vriendinnen itT
;en dit was misschien de reden, waarom zij
W goed met elkaar overweg konden.
1 Sylvia Baily was het tvne vnn
Wefcehe. Haar kastanjfe^^^
Sylvia ging J«rug«
kon zich die weelL ,ru® m0ül gekleed en
toch deden haar goen veroorloyeu- Maar
geest van het EngpLn^^' d® stemmige
Market Dalling, waar Provinciestadje.
dppItft van lift&r lcvp-n i not grootstB 1 «uoi ©m. ..1 -wx- -- -
schien ook do innerli;na gieten en mis-1 was zij met den ryken maar veej ouderen
r-'i u„nr heter stnnu overtuiging dat;man getrouwd, wiens liefde zij meer ver-
bliiven aan de kleuren \„-iaar elee,ds trouw j dragen dan beantwoord had. George Bailey
en lila. Ook zij droeg 2wart' liohtgrija 'was eon mandte or zyn eigen mee-
pn hpt zelfde sieraad .ander8 dan één ningen op na hield - onder ander ook de
meenmg dat zijn jonge vrouw haar leven
zou richten naar hem en niet naar sten,, ir
Gedurende den korten tijd van hun huweHik
had hij haar overladen met meer opStiS
dan smaakvolle en met zeer kostbare klei-
noochen, niets dat zij nu zij in don rouw
was kon dragen.
Ongeveer een half jaar na den dood van
haar echtgenoot was een tante van Sylvia
gestorven en had haar een legaat van twaalf-
Sylvia Baitey scb^dd|e altijd zeer noode het een bespottelijke bnitensporigheid. °Hii
van haar parelen. C hoon zij er zich niet had ook al zijn overredingskracht aamre.
van bewust w^» P&r^lön v.»-*»-** wpnn om nusT vrti Viqn» ~i-
en het zelfde sieraad, maar hi
zonder mooi en kostbaar 6tuV waa ®e.a y"
snoer e-rnnte.. nrnphfi o- namelijk
Toen de twee vriendinnen na de ^0ffie
weer samen naar hoven gingen, 2ei mevrauw
ik die parelen van middag aan no,, he-
teliouder te bewaren geven. Waartoe zou
het dienen ze te draden op een bezoek aan
wend om haar van haar ulan nf +0. v aang'e*
('Ü^ondertheden waren oorzaak dat
1 1la 8 Par®lsnoer als het ware een eym-
1 ,7ain baar vrijheid was geworden. De.»r -wmr
Iwaalldnizend gulden, belegd op de wijae; die .Zingen m de eigenaardige, kleine winkel.
William Chester haar had geraden, zouden j tjes, gingen Sylvia en Anna de hellende, m#
haar jaarlijks een rente yan zeshonderd gul- en dan zelfs, zeer steile steegjes en straat-
of gekregen had, dat voor haar zulk een
blijvende bron van genoegen was, als haar
parelsnoer.
Maar op dien mooien Junidag deed zij
toch, op raad barer vriendin, haar parelen
voor zij zidh naar Montmartre begaf, af on
deed ze in het étui en gaf dit den heer Gé
rard, eigenaar van het hotel de 1'Horloge,
te Bewaren.
I.eagzaBza, doodbedaard en telkens stil-
jtaande om een blik te werpen op de uitstal
den hebben opgebracht. Hierhad hij haar
op ernstigen, afkeurenden toon op opmerk
zaam gemaakt. Waarop zij hem had geant
woord, dat zij, wèl beschouwd, het recht had
met haar eigen geld te doen wat zij verkoos.
En dus had zij haar zin doorgedreven;
zoodat Chester zelfs geëindigd was met zich
zeer voor de zaak te interesseeren, uit angst,
dat zij zich zou bekoopen. En het eind was
dat zij haa* geld op stuk vanzaken tooh
jea door, 'die naar het hoogste punt van
Montmartre voeren.
Do gelheele bevolking scheen nu,-™»* het
mooie zonnige weer, in de open lucht te le
ven. Zelfs de winkeliers hadden stoelen
naar buiten gedragen en zaten na op de
stoep, onderwijl vroolijk met elkaar lachend
en pratend op die ludhtige manier die allen
Parijzenaars eigen is. Terwijl de twee vrien-
dirnen, beide nog jong en mooi en beid»