van de Openbare Godsdienstoefeningen in de R.-K, Kerken te Haarlem en Omliggende plaatsen De Terugkeer. KERKBER1CHTEN Lo?tr£pSl,,re<Sk elkei1 t» l""" v£[jDAr?r'K DE OFFICIEELE KERKLIJST 1 1 V ^1. i.-1 T A 1 Jlf 1 V 3 Sm «i A«V/vd A Dit nummer behoort b« de „Nieuwe Haarl. Courant" van 23 October 1915. De nadruk van de berichten en mcdedeeflingen in dit blad is verboden. TWEE-EN-TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTEREN. „it den brief van den K. Apostel PauluS aan de Philippensen; I, 6—11. Breeders! Wij vertrouwen in den Heer Je sus, dat Hij, die een goed werk in u begon nen heeft, het voleindigen zal tot op den dag van 0liTi6tu6 Jesus'; gelijk het billijk is, dat lk dit gevoelen heb ten aanzien van u allen, omdat ik u in mijn hart draag, en gij allen, zoowel in mijne gevangenschap als in de ver dediging en bevestiging des Evangelies deel- genocten zijt van mijne vreugde. God toch is mijn getuige, hoezeer ik u allen liefheb met de teedere liefde van Jesus Christus. En dit bid ik, dat uwe liefde meer en meer overvloedig moge worden in kennis en in alle oordeel, om te toetsen wat het beste is, opdat gij rein en zonder smet moogt zijn te gen den dag van Christus, vol zijnde van vrucht der gerechtigheid door Jesus Olm tus tot eêr en lof van God. Evangelie volgens ilen H. MattheuS; XXII, 1521* ln dien tijd gingen de Pharizeën iheen en beraadslaagden, ten einde Jesus in Zijne woerden te vangen. En zij zonden hünne leerlingen met de Herodianen tot Hem, zeg gende: Meester! wij weten dat Gij de waar heid spreekt en den weg Gods naar waar heid leert en niemand ontziet, daar Gij, op den persoon der menschen niet let. Zeg ons derhalve w.at U dunkt: Is het geoorloofd den keizer cijns te betalen of niet? Jesus nu, hunne boosheid kennend, zeide: Wat stelt gij Mij op den proef, huichelaars? Toont Mij den cijns-penning! En zij toonden Hem eenen tieuling. En Jesus zeide tot hen: Van wien is dit het beeld en het opschrift? Zij zeiden Hem: Van den keizer. Toen sprak Hij tot hen: Geef dan den keizer wat des keizers, en Gode wat Gode is. in te nemen; de Joden, die het als heilig-1 nieï- 'dat vertrouwen beschaamd zou' De jonge lieden kwamen spoedig thuis Bij schennis beschouwden, dat een Israëliet zich worden." het zien van kapitein Danglar straalde hun schatplichtig moest bctoonen aan een ande- Kapitein Danglar liet hem kalm uitspreken, beider gelaat van vreugde. Geneveva omhelsde ren opperheer dan de God zijner voorouders; Daarna zei hij: „Iedereen waande n dood, de hem en Eduard drukte hem warm de hand. de Romeinen die het als oproer prediken tijding van uw dood waa officieel gegeven. Ik „Niet waar?" zeide hij in dagen van droef- TW EE-EN -TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTEREN. Reeds meermalen hadden de Phariseën ge- tr<" oh t Jesus in Zijne woorden te verstrik ken, en in tegenspraak met Zich «elven 0f met de wet van Mozes te brengen. Telkens echter waren hunne pogingen verijdeld, en zij zelfs met beschaming teruggewezen. Nog gaven zij echter hunne pogingen niet op, maar hielden raad met elkander, om nog maals te trachten hun doel te bereiken. Zij meenden nu echter van terrein te moeten veranderen. Vroeger richten zij hunne aan vallen tegen Jesus met het opwerpen van nueilijb'beden van godsvruehtigen aard; nu zouden zij een andere wijze van strijd voeren kiezen. Zij besloten den Zaligmaker eene vraag voor te stellen, die het maatschappe lijk leven des volks betrof. Dan zoude de wijsheid, waarvan Jesus zoo dikwijls blijk had gegeven, zeker te kort schieten, dachten zij en hun de gewenscthte gelegenheid aanbie den om Hem te kunnen beschuldigen of van miskenning der rechten van Gods, volk, èf van krenking der majesteit van des keizers vertegenwoordiger. In ieder geval, hetzij de hooge raad der Joden, hetzij de landvoogd zich beleedigd achtte, zij zouden hun oneer lijk spel gewonnen hebben, en Jeeus óf als vijand van Zijn volk óf als opruier tegen het gezag der Romeinen kunnen aanklagen. Ook in Je keuze van hunne afgevaardigden open haarden de Phariseeërs hun laag karakter. Zei ven durfden zij zich niet meer aan een nieuwe nederlaag blootstellen; zij hadden reeds to dikwijls ondervonden, dat zij tegen de wijsheid van Jesus niet bestand waren. Daarom moesten anderen met die taak be last worden. Zij zouden dus hunne leerlingen, ook de Herodianen, de konmgsgezinden van dien tijd, die bij koning Herodes m uitstekende gunst stonden (vandaar hun maakten het volk verafschauwd werden, m deel uit van hun gezantschap. Hoe wei Phariseën en de Herodianen steeds zoo scherp mogelijk tegenover elkander stonden, reikten zij toch elkander de hand, nu het er on aankwam den Zaligmaker te belagen. Vol list en bedrog begonnen zu met Jesus te Vleien Op den toon van menschen, wien het alleen te doen was om de waarheid te vfnden,opraken zij tot Jezus. „Meester vnj weten dat Gij de waarheid spreekt, en den weg Gods naar waarheid leert, en U aan me- mand stoort, want Gij ziet niet op den per soon des menschen." Deze lofspraak op Je sus bevatte de volle waarheid in den meest uitgebreid en zin des woords; Jesus was de waarheid, pn; leerde den weg door God aan alien voorgeschreven. Hij kende geen aanzien van personen, Hij zocht niet aan de menschen 'Cli behagen. Maar wat zij zeiden, was m aun mond niets dan een listige vleierij om den Zaligroakor gunstig voor zich te stemmen en Heui te bewegen dat Hij ©en antwoord' zot: geven op de vraag, die zij Hem wilden voorstellen. De vraag nu, die zij J0" sus deden, luidde: „Zeg ons, wat dunkt U? Ia het geoorloofd den keizer cijns te geven of niet?" Met groote sluwheid was de vraag uitgedacht en ingekleed. De Zaligmaker moest danrop, meenden zij. óf een bev&stigend èf een ontkennend ant woord geven, en eoo in ieder geval aan Zijne vijanden gelegenheid verechaffon Hem bij de een# of andere rechtbank te kunnen aan klagen. De Joden beschouwden zich zeiven nog steede als het volk van God, aan nie mand oijnsplidbtig dan aan God zeiven. Van daar dat het innen der belastingen, toen zij aan de Romeinen onderworpen waren, steeds met de grootste moeilijkheden en dik wijls met oproer vergezeld ging. Men begrijpt du# gemakkelijk, dat het be antwoorden der gestelde vraag voor men- sc 1:olijke wijsheid niet onmogelijk was, zon der óf de Joden èf de Romeinen togen zich zouden besohouwen, indien Hij zeide dat zij het niet verplicht waren. Maar Jesus zou al hunne plannen te schande maken. Eerst echter verweet Hij hunhunne boosheid en huichelarij: „Jesus, huun© booLeid kennnend, zeide: wat beproeft gij Mij, gij huichelaars?" Zij hadden hunne waarheidsliefde als onverwacht op den voor grond geplaatst, maar Jesus bewijst hun door een enkel woord, hoe weinig waarde aan hunne betuigingen te hechten is. Huichelaars waren zij, die zich slechts het masker van vroomheid en waarheidsliefde hadden voor- gehangeu, om hunne booze bedoelingen te verbergen. [.aten wij nu het antwoord van den Zalig maker zien. Het luidt streng, getuigt ook van eene alles te hoven gaande Wijsheid. Eerst_ eisehte Jesus: „toont Mij den cijnspen ning.' En zij reikten Hem eene denarie aan, de in Palestina gangbare munt, waarop de naam en het beeld van den Romednschen keizer gedrukt stonden, dat aldus hunne on derworpenheid aan de Romeinsche opper heerschappij aanduidde. Met den vinger op het munstuk wijzende, vroeg Jesus hen: „wiens beeld en opschrift is dit?" Zij zeggen Hem: de keizer. Daarop zegt Hij tot hen: geeft dan den keizer wat den keizer toekomt, en aan God wat God toekomt." De bovenmen- schelijke, goddelijke Wijsheid van Jesus spreekt zich in deze woorden uit. De zin toch is deze: dewijl beeld en opschrift van deze hij u gangbare munt getuigen dat gij onder de heerschappij der' Romeinen staat, geelt dan aau den keizer wat hem als uw gebieder toe komt, en wat gij als zijne onderdanen hem verschuldigd zijt; dit is geoorloofd en zelfs plichten welke g-ij jegens God en Zijnen tem pel te vervullen hebt; betaalt dus de schat ting aan den keizer, maar betaalt ook de schatting aan den tempel. Door dit antwoord had Jesus beide par tijen ontwapend; de Herodianen konden Hem niet van eenig verzet tegen de wetten der Romeinen aanklagen; de Phariseën konden Hem niet beschuldigen, dat Hu de rechten der Romeinsche overheersohers voorstond ten koste van Gods rechten. De listige on dervragers waren dan ook, dit Ihoorende, ver wonde: d; zulk een antwoprd hadden zij niet verwacht. Verlegen met zich zeiven en zich schamende voor de omstanders, verlieten zij den Zaligmaker en gingen heen, maar even als de duivel, na de hpkoring in de woestijn, den Zaligmaker verliet om Hem weldra op nieuw lastig te vallen, want niet verbeterd of bekeerd, maar hun spijt verkroppende, dropen zij nu af, om na slechts drie dagen Jesus woorden te verdraaien en dan een wa pen daaruit te smeden voor de rechtbank van Pilatus. was nu do voogd uwer dochter en heb gebruik lieid houdt men er van, elkaar weer te zien." Men was op het einde der maand Mei 1814. De zegepraal had de Franse he vlag verlaten. Van tijd tot tijd zag men krijgsgevangenen te- ruggkeeren. Ook kapitein Rocher keerde naar zijn dorp in Champagne terug. De ellende, in gevangenschap geleden, had zijn grachtig gestel verzwakt maar op zijn gelaat waa een natuur- lijke wilskracht te lezen, de wilskracht van den overwonnen soldaat. De sporen van den oorlog die hij overal in zijn land ontmoette, verhoog den nog de wilde uitdrukking van zijn gelaat. Aan een herberg gekomen hield hij stil en trad binnen.. „Kent gij kapitein Danglar?" vroeg hij den waard. „Ja mijnheer, hij woont hier dicht bij. Door zÜn wonden gedwongen den dienst te verlaten, vervult thans het ambt van houtvester, hij alleen?" maifl °ei1' kü woont met een ouden knecht, een w"' evenals hp samen. bij' zich had'\ eohter> da* hp ook een jong meisje „Ik heb er nooit ik woon hier ook eerst^dert van hooren spreken, doch Het gelaat van drie maanden" van toorn aan. twee glazen," a ..aam e0n uitdrukking zei h? ,een fWh -*n en lar zeggen, dat iemand 'wacht8* kapiteln DanS" Hij zette zich voor een tafeltje neer. terwijl de herbergier heen ging m zichzelf mompelend- „Dat is ook geen gemakkelijke klant." Na een uur wachten# verscheten kapitein Danglar. Hij was evenals zijn collega van hoog® gestalte met krijgshaftig uiterlijk, maar zijn rechterarm hing bpna slap langs het lichaam Toen hp zijn ouden wapenmakker herkende slaakte hp ©en uitroep van vreugde en trad met uitgestoken hand op hem toe. „De dappere Roche-, dien wjj allen dood waanden", mompel de hp- „God zij geloofd." Maar Rocher verroerde zich niet en keek hem koel aan. „Alvorens ik je da hand druk», zei hij moet gij op mpn vrag«n antwoorden. Ga zitten". „Zooals ge writ hernam de oude wapenmak ker, tegenover hom plaats nemend. „Toen ik naar 't oorlogsterrein vertrok, her nam Rocher, heb ik mijn dochter, toevertrouwd. Wat hebt ge met haar gedaan? Men heeft mij gezegd, dat ze niet meer bp u woont." „Dat is zoo; toen zij in 'thuwelijk trad, moest zp haar echtgenoot volgen." Kapitein Rooher sprong driftig op. „Wat, riep hp uit, zp is gehuwd en men heeft' er mij niet in gekend. Terwijl ik in die Citadel van Clatz zuchtte, heb ik steeds aan mijn' dochter gedacht, maar ik stelde mij gerust, daar ik haar onder uw bescherming gesteld had, ik vormoed- gemaakt van mijn recht, ik heb mijn plicht ge daan." Deze verklaring kalmeerde echter den heeten militair niet en toornig vroeg hij Zult gij mij ten minste zeggen, met wien zij gehuwd is?" „Neen, niet voor gij eerst kalm zijt geworr den. Ik wil hier geen verhoor ondergaan als een schuldige." Beiden bewaarden eendge t> ogenblikken het stilzwijgen. Eindelijk zei Danglar: „Gij ze*8ft mij niets van uw ouden vriend Renneval?" „Waarom zou ik over hem spreken? Sedert lang waren wij geen vrienden meer. „Zeker om ernstige redenen?" „Te drommel, ik heb hem altijd op mijn Weg ontmoet, als er een gelegenheid was om mij te onderscheiden. Te Albeck had de kolonel een detachement noodig om een Oostenrijksche bat terij buit te maken, ik hoopte dat ik er mee belast zou worden, maar men wees hem er voor aan; hij kreeg het kruis twee jaar voor mi). Te Jena dezelfde geschiedenis, ik wilde mp van een Pruisische vlag meester maken, maar p was mij voor, men beloonde zijn daden met e kapiteins-epauletten. Overal beeft hp mu e beste kansen ontnomen. „Al is uw grief tegen hem nog zoo groo zp zal bp 't graf ophouden," zei Danglar. „Is hp dood?" Dit woord werd met innige droefheid uitgesproken, al zijn hitter ei ver dween .hij zag thans in zijn mededinger slechts den ouden wapenbroeder met wien P vroeger in zoo nauwe vriendschap was ver on en. „Ja, hp is gestorven,' terwijl hp u het even redde. Te Bautzen wierpt gij u als een woedende stier op 'n detachement dat viermaal sterker was dan het uwe. Hp snelde n te hulp, hij viel evenals gij, wp meenden tot heden, dat gij beiden gesneuveld waart, maar gij waart ge vangen, hij echter stond niet meer op." Een smartelijke ontroering teekende zich op het gelaat van Rocher af, een traan rolde over 't ruwe gezicht van den ouden soldaat. „Hij was een dappere," mompelde hp „,'t spijt, mij, dat ik zoo onrechtvaardig jegens hem geweest ben... Zeg mij nu, wie de echtgenoot mijner dochter is." „Geduld, we zullen er wel komen. Herinnert gij je Eduard nog, de zoon van Renmeval?" 4 „Ja, ik herinner mij dien snaak nog, die het waagde, een oog op mijn dochter te slaan." „Welnu, die snaak is thans een knappe jonge man geworden en heeft bewpzeil gegeven van moed en dapperheid. Hij heeft als een leeuw gevochten en is eigenhandig door den keizer gedecoreerd." „Bravo, een dappere gelijk zijn vader." „Gewond in den slag hp Montereau, werd hp bij mij getransporteerd. De twee jongelieden leefden daar te zamen, de een 'n wees, de an dere meende het te zijn. Zp deelden eikaars smart, zp hadden elkaar lief, ^nder het te bekennen. Ik zei tot hen; „Kinderen gp hebt elkaar lief, trouwt met elkaar; indien zp, die er thans niet meer rijn, nog leefden, zouden zij uw vereeniging zegenen." jjob on pel ijk gehad Kapitein Rocher stak hem de hand toe. „Gp hebt goed gedaan, mpn^vriend,»» 2®! hij, vergeef mp en breng mij nu bp hen „Neen, gij moet tot morgen vroeg wachten, dat is je straf, kom mee naar huis, daar zult gij den nacht doorbrengen." Den volgenden moraejj begaven de beide vrienden zich naar het kleine stadje, waar de jonge echtelieden woon ^n. Toen zij dit gena derd waren, hoorden zp t somber gelui der klok. Danglar verhaastte den stap en toen zp voor de kerk waren, «ei hpT „Laten we binnengaan. „Waarom?" „Ga binnen." Hii ging zijn vrienu voor Pn leidde Eem in een der donkerste deden van 't gebouw, achter een groeten pi^ar, die hen voor de blikken verborg. Het altaar was «warf hekleed. Twee jongelieden in rouwgewaad knielden neer bp het priesterkoor. r „Geneveva en E«uar fluisterde kapitein Rocher bewogen. De heilige dienst w_as ten einde, de priester besteeg den preekstoe „Mijne broeders" zel hij, „ik beveel in uw gebeden aan commandant Renneval en kapitein Rocher, beiden der.zdf en dag pp het veld van eer gestorven." „Laten we de kinder® aan de deur opwach ten," fluisterde kapitein Rocher ontroerd. „Ik brand van verlangen hen in mijn armen te drukken." „Neen, de ontroering zou te groot zpn, laten we gaan." Kapitein Rocher waa gehoorzaam geworden als een kind. Zij kwamen voor een klein lief huisje. Danglar trad er binnen, gevolgd door Rocher. De tafel stond gedekt voor twee ner sonen. 1 Marie, zei hij tot de meid dok ook." a0k voor mp „En mijnheer?" „Die zal later eten". Danglar leidde rijn vriend in een klein ver trek, dat aan de eetkamer grensde. „Wacht hier," zei hij. „Wp weten het, gp hebt altijd deelgenomen in onze vreugde en droefheid. Van morgen, toen Eduard en ik over onze dierbare dooden spraken, dachten wp ook aan u. Herinnert gij u nog den dag, waarop wij van vader afscheid namen? Wij vermoedden toen niet, dat 't een afscheid voor eeuwig zou zijn." „Voor eeuwig, wie zegt dat, Geneveva? In de offieieele bulletins staat hij onder de vermis ten, niet onder de dooden." „Gedood of vermist, is dat niet hetzelfde?" „Neen, men heeft gevangenen zien terugkee- ren, die men dood waande." Zp was getroffen door den plechtigen toon, waaro-p hij deze woorden uitsprak. Zij hief het hoofd op en zei: „Gij weet meer dan gij zegt. Mpn God, zou het mogelijk zijn, dat mijn lieve vader mij werd teruggegeven?.0, zeg het mp, spreek." „Wees kalm, bedaar, ik zei jo, dat daar voor beelden van waren.... Welnu, men heeft uw vader gezien, hij zal spoedig hier zijn." „O. heb dank dat gij mij deze goede tijding brengt. O, hoe verlang ik naar hem. „Zal hij even aangenaam zijn aan uw echtge noot als aan u? Rocher was niet altijd even- vriendelijk voor hem „Zeg dat niet," hernam deze. „Gij kent mijn gevoelens jegens hem, al was hij soms een weinig opvliegend, hij had een hart van goud. Dat hij dus kome, ik ben er zeker van, dat wij het goed eens zullen worden." „Ja, wij zullen het eens worden als een vader roet rijn zoon." 't Was kapitein Roeher, die plotseling de deur van 't aangrenzende vertrek opende en de eetzaal binnentrad. „Drommels", yoegde hij er bij, „ik kon mp niet langer inhouden ik heb lang genoeg als een milicien aan dien meneer daar gehoorzaamd." Hij wees op kapitein Danglar. „In mijn armen," zei hp daarna, „in mpn armen, kinderen." En weenend omhelsde hp zijne beide kin deren. Auteursrecht voorbehouden. Kathedrale kerk ST. BAYO. ZONDAG, de H.H. Missen om half 7, 8 en 9 uur en om half II de Hoogmis. Geen Catechismus. Niet om half 7, maar om 6 uur Lof, waaronder opdracht aan Maria. Na de Mis van half 7 Eerste H. Communie der kinderen. DINSDAG, half 11 Huwelijksmis, bij ge legenheid der huwelijksvoltrekking van Wil lem Botermans en Josefina van den Nieuwen- huijzen. DONDERDAG, om half 11 plechtige con- ventueele Mis voor het Hoogw. Kapittel in tegenwoordigheid van .Z D. H. den Bisschop. ZATERDAG, Vastendag. De geheele week om half 8 oefeningen van de Octobermaand. Parochiekerk van den H- Joseph. ZONDAG, de stille H.H. Missen te 7 en half 9; Hoogmis te half 11. Na den middag te 1 uur leering; half 5 Congregatie en te 7 uur Lof met voorgeschreven gebeden. MAANDAG, en volgende dagen 's avonds te half 8 Lof met voorgeschreven gebeden. DINSDAG, te 7 uur Congregatie. WOENSDAG, kwart vóór 8 H. Mis voor mevr. wed. CapteijnStraathof als lid der Br. van het H. Hart. DONDERDAG, te 10 uur Veni Creator en gezongen H. Mis bij gelegenheid van het huwelijk van den heer W. Damen en mej. G. Smits. VRIJDAG, 7 uur voor de leden der Broe derschap H.H. Marbelaren van Gorcum. .Van 6 tot half 8 gelegenheid om te biechten uit sluitend voor kinderen. ZATERDAG, te half 9 H. Mis voor de bekeering der zondaren in de Kapel v/n miraculeus Mariabeeld. Na den middag van 5—10 gelegenheid om te biechten en te half 8 Lof met gebeden voor den viede.- Congregatie der Allerb. Maagd Maria Onbevlekt Ontvangen. ZONDAG half 5 Congregatie. Parochiekerk van den H. Antonius van Padua. ZONDAG, te half 6, 7 uur en half 9 de gelezen H.H. Missen, te half 11 de Hoogmis de H. Mis te half 9 voor den heer Wilhel mus Bartholomaeus Guskens, als Broeder- meester der Haarl. Proc. naar Kevelaar Onder de H.H. Missen van half q en half 11 Liefdadigheidspredikatio door den Eerw Pater Borromaeus de Greeve teï worden 'c Vereeniging bezocht Rozenhoedje "1"3 te half 4 yespers en MAANDAG en overige dagen dezer week. Uitgezonderd Zaterdag, 's avonds te half 8 Dof ter eere der Allerh'. Maagd, Rozenhoedje en gebeden. ,ri t DINSDAG, te 8 uur gezongen H- Alw ter eere van den H. Antonius van Padua. Des avonds te balt 8 Lof, onder het I/)f verga- dering (?er Broederschap. VRIJDAG, te 8 uur gezongen H. Mis. Te half 9 de H. Mis voor da overl. leden der Broederschap. „Haarl. Processie naar Keve laar", 's Avonds to half 8 Lof ter, eere der Ailerh. Maagd en Rozenhoedje. ZATERDAG, te half 9 de H. Mis voor uur en half 9. mej. Anna Fonville geb. Koning, al3 lid der Broederschap van den H. Antonius. Hef Rozenhoedje na de H. Mis van half 10. Kerk van het Allerheiligste Hart (Klevorparkwog). ZONDAG, te 9 uur de stille H. Mis en te half 11 de Hoogmis, onder de H.H. Mis sen predikatie; te half 1 Catechismus; te 4 uur Lof, Rozenhoedje en voorgeschreven ge- Leden. DINSDAG, hall 8 gezongen H. Mis ter eere van den H. Antonius, welke zal wor den opgedragen voor mevrouw wed. C. Musch- terHekking als iid van het Gezellenfonds „St. Joseph". Het H. Sacrament blijft ter aanbidding uitgesteld tot na de H. Mis van 9 uur; 's avonds 7 uur Lof en Rozenhoedje; van half 8half 9 gelegenheid tot het ver krijgen van goede lectuur. DONDERDAG, half 8 de H. Mis voor mej. wed. SaeijsVissendijk, als lid der Eer herstellende Communie. VRIJDAG, haif 8 gezongen H. Mis ter eere van het H. Hart; 7 uur Lof en Rozen hoedje. ZATERDAG, 's avonds van 5half 10 ge legenheid om te biechten. In de week de H.H. Missen om half 8 en 9 uur. Gedurende de Octobermaand de oefening»' op Zondag, Dinsdag en Vrijdag onder he< Lof, de overige dagen na de H. Mis van 9 uur. Parochiekerk van Onze Lieve Vrouw. ZONDAG, de H.H. Missen te half 6, 7 en 9 uur, half 11 de Hoogmis; 12 uur Catechis mus voor de meisjes; 1 uur voor de jongens 's avonds 7 uur Lof met Rozenhoedje en voorgeschreven gebeden. MAANDAG, 's dvonds half 8 Lof met Rozenhoedje en voorgeschreven gebeden. WOENSDAG, 's avonds half 8 Lof met Rozenhoedje en voorgeschreven gebeden. Dinsdag, Done!: dag,Vrijdag en Zaterdag wordt het Rozenhoedje gebeden onder de 11. Mis van kwart over 8. ZATERDAG, Vigilie en geboden vastendag. Aartsbroederschap der H. Familie. ZONDAG, 24 Oct. vergadering van „Voor Eer en Deugd" te half 5. Volgorde: 1. Veni Creator. 2. Lied ter eere v. h H. Sacrament blz. 112. 3. Lied: „God willen wij". 4. Predicatie. 5. Lied: „Voor Eer en Deugd". 6. Magnificat, 7. Ave Verum Tantum ergo. 8. „Lieve Moeder van den i Heer" 3 strophen. Deze vergadering is voor iedereen toe- gankelijk. De vergadering wordt iederen Zondag t# half 5 gehouden in de parochiekerk aan het Spaarne. Vóór de vergadering bestaa: er gelegenheid zich op te geven als lid der U Familie en van „Voor Eer en Deugd." v Parochiekerk van de H.H. Elisabeth en Barbara (Schoterkwartier). ZONDAG,, do H.H.'klissen om half 8 kwart over 7, 9 uur en half 11 Hoogmis.' 'l„ *5 Ten, 1 uur Catechismus, 's Avonds om half t Lof, preek en gebeden der October maand. Gedurende de geheele week 'a avonds U half 8 gebeden der Octobermaand, hetzij on der het Lof hetzij onder de zangoefeningen. DINSDAG, 's avonds half 8 Lof ter eer# vad den H. Antonius. DONDERDAG, om 9 uur H. Mis voor da leden der Broederschap van O. L. Vrouw van Altijdd. Bijstand, 'a Avonds half 8 Lol eere van het Allerh. Sacrament. Parochiekerk St Jan (Amstcrdamstraat). ZONDAG, 7 uur en half 9 de stille H H. Missen; balt 11 de Hoogmis; 2 uur Catn. cliismus; 7 uur Lof met predicatie IWn hoedje en verdere gebeden K">"" «ebedon. zal on dl? °m 9 uur g66n H- Mis> maar zal op den gewonen tijd de H. Communie worden uitgereikt. Om half li de gelezen heid met Yeni °reator en trouwplechtig- DONDERDAG, Vrijdag en Zaterdag om 13 "ur0^n Catechismus, maar om 12 uur voor» tot /ft'ri" (T°0r do kinderen die a.s. Zondag vrijdag, van half 5—half 6 eelelenhoid 0mZATERDip V00r1de1killdereng om te biechten. 10 Sele&eaheid chisi"u'ag 6" •WoensdaS do gewone Cate- Gedurende deze week de H.H. Missen (a 7, half 8 en 9 uur. .Woensdag- en Vrijdagmorgen wordt de kerk om zes uur geopend en kwart over 6 de fl. Communie uitgereikt A.s. Zondag om 7 uur aanneming der kin deren. HEEMSTEDE. ZONDAG, 7 uur en half 9 stili» H.B, Mis sen, 10 uur Hoogmis; 3 u"r Vespers; 6 ""MAANDAG en volgende dagen uitreiking der H Communie óók kwart vóór 7. DINSDAG, Donderdag en Zaterdag des avonds hall' 8 Lof met de Octoberoeieningen DONDERDAG, half 8 gezongen H. Miseer eere van het H- Sacrament des Altairc ZATERDAG, geboden Vastendag. ZATERDAG, 's avonds half 8 Lof. O VEE VEEN- - j ZONDAG, de H.H. Missen te 7 uur cd te half 9, 10 uur de Hoogmis. Te 3 uur de Vespers. ZATERDAG, 'a avonds .7 uur Lof. Gedurende de week de H.H. Missen te Z

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 13