«rode-academie TELEGRAMMEN BINNENLAND STATEN-GENERAAL. die zoeken naar de vinden deze 35 jaar bestaande Vakschool alleen op de HEEREN GRACHT 419 b/h Koningsplein te Amsterdam, Pas beginnende concurrenten ontzien zich niet alles uit ons prospectus te adverteeren en woord voor 'woord er uit te nemen, om ieder in den waan te brengen dat het precies hetzeltde is, waar men gaat en dat is lang niet het geval. Wij geven 8 uur les per dag, de Directrice en ervaren Coupeuses zijn den ganschen leertyd bij U, zoodat U bij ons in korten tjjd ééns zooveel leert als bij andere, ook de Conpeurs coupe en de „Coupe vu Moulage"; circa 300 modellen komen in Uwe Boeken, Naaisters en vergevorderden die als Coupeuse, Directrice en Leerares opgeleid willen worden, in 4 a weken, bekomen een Diplo a en krijgen tot Januari 30% korting op onze bekende prijzen; geen extra betaling voor Diploma. Ook voor uames, die alleen 's avonds kunnen komen, is een buitengewoon goedkoope cursus aangelegd, niet alleen voor kniponderricht, maar naaien en afwerken van de Modeplaten er bij, in plaats f75 (vraagt prospectus) thans f25, leertijd 6 maanden, inschrijving geldig tot Januari. U leert het Costnum-, Mantelvak en Kinderkleeding. Uit ons prospectus zult U dra bemerken dat het niet hetzelfde is waar men gaat. In geheel Nederland is niemand die zooveel aanbevelingen en dankbetuigingen kan laten zien dan wij, orsgiueele en geboekte meer dan duizend, zegge 1000. Thans is de tyd voor inschrijving al komt U later. Er is plaats voor 60 Dames. Het Atelier is 28 Meter lang, keurig ingericht, paskamer met spiegels en alles 1ste Etage. Dames, bewaart dit adres. Publicatie van wat op officiëele wijs als ge heim is toevertrouwd, moet niet straffeloos kun nen geschieden." Griekenland en Bulgarije. De Konstantinopolitaanscbe correspondent *&n de Frankf. Ztg. seint dato 20 October: Het ziet er naar uit, dat de betrekkingen tue- feben Griekenland en Bulgarije zich op een .eer vriendschappelijke wijze zullen ontwikke len. Er worden tusschcn Sofia en Athene be- angrijke onderhandelingen gevoerd over hun ïoekomstige regeling tusseheu beide staten met petrekking tot het vroegere Macedonische grondgebied. Over die onderhandelingen kan foorloopig natuurlijk nog niets naders worden meegedeeld, doch Bulgarije is tot oprecht ge- etende tegemoetkomingen bereid, in dien zin, dat Griekenland niet alleen niets van zijn tegenwoordig bezit zal verliezen, doch ook de mogelijkheid bekomt, een belangrijke nieuwe gebiedsuitbreiding to verkrijgen. Daar bij een vijandelijke houding van de Entente tegenover Griekenland geen oogenblik gewacht zal wor den om het uithongevings-prooes too te passen, verdient het. de aandacht, dat op bet. oogen blik-tussèhen Griekenland, Bulgarije en Roe menië, onderhandeld wordt over een overeen komst. betreffende de voorziening niet levens middelen. Bulgarije wenscht Griekenland de uiterste concessie te doen met betrekking tot het in gebruik geven van de Macedonische spoorwegen op Bulgaarseh gebied, zoodat de verzorging van Griekenland met levensmidde len zey gemr.kkeliik kan geschieden. DE SERVISCHE REGEERINGSZETEL VERLEGD. BOEKAREST, 22 Oct. Volgens de Inöépen- dance T'oumuine is de zetel der Servische regeer ring naar Kraljewo verlegd, daar de weg naar Monastir niet vrij meer is. GRIEKENLAND VERWERPT HET AANBOD VAN CYPRUS. LONDEN, 22 Oct. De Times heeft, volgens Reuter, gisteravond van goed ingelichte zijde vernomen dat Griekenland het aanbod van Cyprus (do^r Engeland) heeft verworpen. GRIEKENLAND EISCHT WED ER-INSCHE PING DER ENTENTE-TROEPEN? BERLIJN, 22 Oct. Volgens de Korr. Norden ontleent de „Deutsche Tageszeitnng" aan een oericht uit Boekarest in „A Vilag," dat in de nota die Griekenland aan de Quadruple Entente heeft aangeboden, in besliste termen de weder - inseheping van de gelande troepen geëischt wordt. Mocht de Quadruple Entente aan dezen eisch niet voldoen, dan zal Griekenland de troepen die niet ingescheept worden, ontwape nen en rnterneeren. KEULEN, 22 Oct. Uit Athene wordt aan de „Kölnïscbe Ztg." gemeld: De It&liaansobe ge zant heeft Zaimis meegedeeld dat 80,000 Ita lianen eerlang in Saloniki zouden aankomen. Daarop beeft Zaimis verklaard dat zjj op den tegenstand der Grieksehe kustbatter'ijen zouden «tuiten. (Voor later gekomen telegrammen zie 2de blad.) HET VERLOF DER LANDWEER. Binnen niei ie langen tijd, als dé eerste lich ting van den jongen landstorm voldoende geoe fend is om bij het veldleger haar verdere oplei ding te kunnen ontvangen, zullen er een of meer lichtingen van de landweer met verlof naar huis worden gezonden. Nu vestigt men er de aan dacht van de N. R. Ct. op, dat niet allen, die voor verlof in aanmerking komen, als zij voor de vraag gesteld zouden worden, of zij van onbe paald verlof wenscben gebruik te maken, deze vraag bevestigend zullen beantwoorden. Bij een vroegere gelegenheid, toen er één landweer lichting in het genot van verlof is gesteld, voor zoover dit gewenscht werd, hebben, als wij ons wel herinneren, ongeveer 9 pet. er de voorkeur aan gegeven onder de wapenen te blijven. Zou het nu niet mogelijk zijn, vraagt men aan het blad, om tijdig voor er weer eene lichting landweer met verlof wordt gezonden, gelegenheid tot ruiling te geven. Onder de jon gere lichtingen, die nog niet voor verlof in aan merking komen, schrijft men oas, zijn een aantal mannen, bedrijfsleiders en mannen van nering of met zaken, die gaarne met verlof zouden gaan. Daarentegen zijn er onder de ouderen man nen, die, om welke reden dan ook, liever voor- loopig bij den troep zouden blijven. Is nu niet een systeem van ruiling tusschen deze twee groepen uitvoerbaar? Het netelige, onsympa thieke verlofsvraagstuk zou er een heel eind mee opgelost kunnen worden. OYER PREDIKANTEN EN HUN SOCIALE KENNIS. In „De Voorzorg" schreef S.(lotemaker) de B.(ruine) onlangs het volgende: „De bisschop van Roermond heeft het aantal .geestelijken, dat iu zijn ambtsgebied zich aan het sociale leven wijden zal, uitgebreid tot vijf. Vijf priesters, die aan hun seminarie door wekelijksche colleges jaren lang zijn ingelicht omtrent de sociale nooden, vragen, oplossingen, strijdpunten! En die nu als eigenlijke en eenige taak hebben, zich aan dat werk te wijden Dat doet de Roomsche Kerk. De Hervormde Kerk leidt Uaar leeraren met op voor deze taak. En de Synode heeft wel over wogen, of er speciale predikanten moeten wezen om te arbeiden onder de militairen...... in vredestijd. Maar dat in onze groote steden en onze industrie-streken predikanten voor het sociale werk, iaat ons zeggen: duizend maal noodiger zijn, dat heeft zij zich niet herinnerd. Hef is geen wonder, als sommigen zeggen, dat de werkers hun piaais niet langer kunnen vinden in die Kerk. Kan wellicht een Roomsche bisschop de oogen opeuen van wie de oogen sluiten, zoolang Pro testanten pleiten? Daar gaat de stroom van 't volksleven Eu men merkt, men merkt het niet eens!" De Roomsche Kerk wordt dezer dagen van protestantsche zijde wel in de hoogte gestoken. Eerst Bronsveld en nu bovenstaaud lof woord. Intueschen, nieuws brengt dit niet. De sociale actie in onze rangen werd reeds herhaaldelijk ten voorbeeld gesteld. Ook reeds vroeger door Slotemaker de Bruine, naar we meenden. zoodat de excessen van oneerlijken durf ons trmoyf jTPcpaar/l hlpypn Buitenaf sloop dit euvel zoo vaak binnen, dat men placht te zeggen: wat drie weten weet mor gen heel de wereld, maar zoo boos stond het dusver hier te lande nog niet, en het deed leed dat de Telegraaf, die toch reeds zooveel op haar consciëntie heeft, ook hier weer, door eigen ini tiatief, zich tot schuldige maakte. Toch schuilde het schromelijk kwaad, dat ergernis gaf, hier niet in eezste instantie bij de Pers, maar bij de in kennis gestelde officiëele personen «of bij ambtenaren." En verder: „Wie de verrader was, is zonder proces niet uit te maken. En zoneter meer te weten, kan nie mand zeggen, dat alle Kamerleden vrij uit gaan, zoodot 't wel bij een beambte moet liggen, noch er bij zweren, dat de beambten, om hun post niet te verliezen, natuurlijk hier de schul digen niet zijn, zoodat 't wel schuilen moet bij de Kamerleden. De vraag is nu maar, of de mhter bevoegd heid bezit, om een onderzoek in te stellen, alle betrokken personen onder eede ie hooren, en zoo tot uitvinding van den verrader te komen. Onze juristen mogen uitmaken, of hier eenige kans op bestaat. Zoo ja, dan zouden we wel willen, dat men doorzette om dezen boosdoener aan de kaak te DE TeeÜw VAN REES EEN bNWARE BESCHULDIGING. In het Hbld. van 13 September werd mede gedeeld, wij namen die mededeelipg over dat eenige broodfabrikanten, in antwoord op een klacht omtrent onbruikbaar regeenngsmeel, van den betrokken meelfabrikant ten antwoord ont vangen hadden, dat de minister verklaard zou hebben, dat „die partij tarwe er maar doorheen gedraaid moest worden." Bij een door den minister ingesteld onderzoek, verklaarde de meelfabrikant de geïncrimineerde woorden niet gebezigd te hebben; de hoofdre dactie van het „libld." bereikten intusschen schriftelijke verklaringen van twee broodfaiui- kanien, waarin uitdrukkelijk vermeld was, dat dit wèl het geval was geweest. Minister Posthuma verzekerde in een Onder houd ban het blad, zich nimmer op een dus danige wijze geuit te hebben. Ook de minister betreurde het zeer, dat er partijen inlandsche tarwe onderdoor geloopm waren die later bleken niet zuiver meer te zijn. Bij de 'invoering van het Regeeringsbrood echter had de munster, om de houders van in landsche tarwe, die toen geen afzet meer voor hun tarwe vonden, voor belangrijke, schade te vrijwaren, die partijen voor het rijk opgekocht; destijds natuurlijk niet wetende dat er tarwe bij was die niet lekker meer rook. Dit laatste werd bij het liggen er niet beter op; vandaar in begin September de ernstige klachten. Thans aldus verklaarde de miaister behoeft voor zoo iets geen vices meer te be staan. Maandelijks koopt de minister nu de tarwe op en laat dan dadelijk dorschen. DE TROUWBREUK VAN DE „TELEGRAAF". De „Standaard" heeft het over de Telegraaf- pubiicatie van het onderwijs-rapport. We ont- leenen het volgende aan de beschouwing. „Het buiten verlof der Commissie pubiiceeren van het voorloopig rapport der Onderwijs-Com- missie, heeft onder de eerlijken van zin vrijwel algemeen een uiterst pijnlijken indruk gemaakt. Men weet wel, dat in het buitenland zulke pers-peccadilla's telkens zich voordeden, maar men mocht dusver in ons goede Nederland dan toch nog roemen op de algemeene burgertrouw, stellen. En moest 't zijn, dat men van juridische zijde eenparig tot de conclusie kwam, dat zóó als 't feit er thans ligt, de tegenwoordige strafwet den rechter niet iot actie machtigt, dan i6 hiermede toch de vraag gerezen, of een aanvulling van onze strafwet niet onverwijld noodïg js. Opgepast! Vóór «enigen tijd nam te Landsmeer een rondtrekkend koperslager een koperen melkemmer van een veehouder mede, voorgevende dezen onmogelijk: ter plaatse te kunnen herstellen. Dé veehouder, te goeder trouw, verzuimde naam en adres van den repa rateur te vragen. Woensdag mocht het der poli tie gelukken den man op te sporen. Het bleek iemand uit Amsterdam te zijn. De man had den emmer in plaats van hem te repareeren, te gelde gemaakt. Verschrikkelijk! Te Hornhuizen vond men den landbouwer G. Heller, uit Kolham, dood liggen naast de zaaimaehine met twee paarden bespannen, waarmede hij morgens aan het werk was gegaan. Vermoed wordt, dat hij door een toeval van de been is geraakt en daarna door een der paarden is doodgeslagen, althans zjjn hoofd vertoonde diepe wonden. Diefstal op groote schaal. Men meldt uit Tilburg: Sedert geruimen tijd werd aan hèt in aanleg zijnde Wilhelminakanaal allerlei materiaal ge mist, gereedschap, ijzer, hout, steenkool, enz. Het bedrag van een en ander was reeds tot een respectabele som aangegroeid. Deze week deed, tengevolge der diefstallen, een inspecteur van politie op 40 plaatsen huiszoeking. Bij een groot aantal werklieden werden gestolen goe deren in beslag genomen. Diefstal van militaire goederen. Te Ede is een uitgebreide diefstal en verduisterd van Rjiksgoederen ontdekt, waarbij m et'i de re sol daten en burgers betrokken zijn. Bij -en gioot aantal ingezetenen werd reeds huiszoeking ge daan en men gaat daarmede joeg voort. Bij niet minder dan dertig personen werden tot nu toe van den diefstal afkomstige militaire goederen gevonden. Het blijkt, dat meer dan 300 militaire dekens zijn verdwenen, benevens een hoeveel heid lederwaren, waaronder schoenen en paar dentuigen. Reeds nu staat vast, dat er vele schuldigen zijn. In Ede veroorzaakte het geval heel wat opschudding. Weer ouder dak. Het gezin van een arbei der t© Winterswijk was door gemis aan een woning reeds sedert Mei in'de open lucht ge kampeerd. Dank zjj de bemoeiingen van het gemeentebestuur ia nu «en oude spoorwagen gezocht, waarin het onder dak is gebracht. Doodeljjk ongeluk. Te Anna Paolowna, kreeg het 6-jarig zoontje van den landbouwer J. P. P.uitenburg aan den Lot weg een trap van een paard met 't noodlottig g» volg, dat het in den afgeloopen nacht is overleden. De klompenindustrie. Men schrijft uit Zeeuwsch-Vlaanderen O. D.Doordat de uit voer van klompen in België verboden is, en Duitschland in den laatsten tijd al meer en meer klompen vraagt, begint er in dit artikel een levendige handel te komen. In de afgeloo- per week kwamen hier verschillende Holland- sche kooplieden, die bij allé klompenmakers groote bestellingen deden voor een tot nog toe ongekend hoogen prijs. De klompen zijn in de laatste dagen 7 a 10 gulden per honderd paar opgeslagen, een buitenkansje voor onze klom penmakers, die in de laatste jaren door de hooge boomprijzen geen al te beste zaken ge maakt hebben. GEWISSELDE STUKKEN. Militaire Tehui'zen en vrijdom van port. De heer Duymaer van Twist heeft 30 Sept. de volgende vragen gericht tot den Minister van Oorlog: lo. In de vergadering van de Tweede Ka mer van 15 Juli 1915 heeft de Minister van Oorlog verklaard, te willen overwegen of het binnen toelaatbare grenzen mogelijk zal zijn, hier en daar iets te doen met betrekking tot het verleenen van subsidie aan de mili taire tehuizen. Heeft deze overweging reeds tot oenig resultaat «geleid? Ho. Is het onderzoek naar de juistheid der beweerde ongenoegzaamheid van de gees telijke verzorging der gemobiliseerde troe pen, waarvan- in de Memorie van Antwoord op het wetsontwerp tot het in dienst houden van ingelijfden bij de militie hij brief van 10 Juli 1915 sprake is, reeds afgeloopen? En zoo ja, welk resultaat heeft dat onder zoek opgeleverd? ïlio. Is de Minister van Oorlog bereid zijnerzijds te bevorderen de totstandkoming van een koninklijk besluit waarbij vrijdom van port ten behoeve van de militairen wordt verleend, zooals dit was geregeld bij konink lijk besluit van 28 Augustas 1911, no. 60? T>o Mxnl&ter van Oorlog", (le- ïiocr "Bosboom, heeft op déze schriftelijk gestelde vragen gisteren het volgende, eveneens schrif telijk, geantwoord. Ad lm. Door ondergeteekende is in het begin van September ji. een opgaaf gevraagd van de bestaande militaire tehuizen, Pro testantsche en Boomsch-Katholieke, zoomede van het bedrag, hetwelk als bijdrage voor de instandkoming voor elk tehuis noodza kelijk moet worden geacht. Zoodra door hem over de noodige gegevens wordt beschikt, zal nader worden overwogen wat ten deze kan warden gedaan. Ad Ilm. Door ondergeteekende is aan den toenmaligen veldprediker in afgemeenen dienst bij het leger te velde, ds. A. S. Taima, gevraagd te willen meedeelen of de klacht, omtrent de onvoldoendheid der geestelijke verzorging van militairen geuit, al of niet gegrond is. In antwoord daarop deelde deze mede, dat de klacht niet gegrond mag -worden geactit,. Bij dit antwoord werd door genoemden veldprediker in algemeenen dienst tevens overgelegd een rapport van een door hem op 20 Juli j.l. bijgewoonde vergadering, wel ke te Utrecht was bijeengeroepen door het, hoofdbestuur van den militairen bond en in welke vergadering ook de veldpredikers uit- genoodigd en meerendeels aanwezig warea. Ook deze vergadering kwam op grond van de besprekingen tot de conclus.e,, dat de wij ze waarop door de aanstelling van de veld predikers, in verband met den aanvullenden dienst van oudere predikanten, op dat oogen- Ijlik aan de behoefte aan prediking voldaan wordt, geen grond oplevert voor klacht. Ad IHm. De vrijdom van briefport ten behoeve van militairen, zooals deze geregeld was bij Kon. besluit van 28 Augustus 1914 no. 60 werd, zoowel van militaire als van de zijde van het publiek, op zoo schromelijke wijze misbruikt, ook na een daarover han delende order van dèn opper oeveffie otter van land- en zeemacht, dat beperking noodzake lijk bleek. Bij Kon. besluit van 16 Docember 1914 no. i4 kwam dan ook althans ton aanzien van de verzending van drukwerken deze- beperking tot «tand. Ook daarna echter bleef misbruik bestaan. De Minister van Water staat oordeelende, dat het tijd werd, daar aan paar en perk te stellen, heeft toen 3en Kon. besluit uitgelokt, waarbij met ingang van 20 September 1915 de vrijdom van port tot 'het hoogst noodige werd beperkt. Onder deze omstandigheden kan de onder, geteekende geen vrijheid vindon zijnerzijds te bevorderen, dat de regeling volgens het Kon. besluit van 28 Augustus 1914 no. 60 weder worde hersteld.* BESCHIKBAARSTELLING VAN LEVENS' MLDDELEN enz Op het wetsontwerp tot aanvulling en verhooging van het Xe hoofdstuk (land bouw enz.) der Staatsbegrooting voor 1915 (beschikbaarstelling van levensmiddelen er», kosten van tijdelijke Rijksbureaus) heeft de regeering een nota van wijziging ingediend in verband niet het Kon. besluit van 13 dezer tot instelling van een Rijkscommis sie van toezicht op het centraal administra tiekantoor voor de distributie van levens middelen. Het komt den minister van land bouw het eenvoudigst voor, de kosten dezer commissie en ook de kosten van de 'door hem ingestelde rijkscominissiën van toezicht op de beschikbaarstelling en deu uitvoer van levensmiddelen, te brengen ten laste van art. 160 d. van het genoemde wets ontwerp (kosten van tijdelijke Rijksbureaus resoörteerende onder liet departement van landbouw, voor de regeling iu verband met de tijdsomstandigheden vau iu- en uitvoer enz.), in verband waarmede wordt voorge steld den tekst van dat artikel eenigszins aan te vullen en het uitgetrokken bedrag te verhoogen. Hoewel de uitgaven der ver schillende commission bezwaarlijk thans reeds met eenige juistheid kunnen worden geraamd, mag naar liet den minister wil voorkomen, worden aangenomen dat voor het loopende jaar met eene som van i' 5000 kan worden volstaan. Het voor art. 160 d, aangevraagde bedrag van f 20.000 ware dus te verhoogen tot f 25.000. Een Koloniale Raad. Verschenen is de Memorie van Antwoo. van den Minister van Koloniën op liet v.v. der Tweede Karner aangaande de w.o. tot nadere wijziging van he.t reglement op het beleid der Regeering van Nederlandsch-In- dië en nadere wijziging van de Indische Comptabiliteitswet. De minister deelt daarin mede, dat het hem teleur stelt, dat verscheidene leden zich met- de instelling van den Kolonialen Raad niet konden veïeenigen. Hij vernam intusschen met voldoening, dat daaategen over vele andere leden zich met de voor- Stellen der Regeering ingenomen verklaar den. De meening van sommige leden, dat de instelling voorbarig zou zijn, kan hij geens zins deelen. Juist nu, is het voor de Re geering de tijd om daadwerkelijk te doen blijken, dat isij do maatschappelijke ontwik" k<-nng in de Indische en met name in de Inlandsche maatschappij ziet en doorziet en dat zij eenerzijds bereid is haar. steun te verleenen aan de bevordering van den drang naar ontwikkeling, anderzijds er prijs op stelt, de medewerking in te roepen van de meest-belanghebbenden om gezamenlijk te arbeiden aan het gemeenschappelijk be lang. Niet zonder hen, maar met libn moet de nieuwe toekomst tegemoet gegaan worden en het is zeer zeker voor een regelmatig voortschrijden veel bete! van den aanvang af gezamenlijk den weg te betreden dan eerst alleen voort te gaan en de achter geblevenen eerst aan te roepen als men niet verder kan. Evenals de vele andere leden die later in het Voorloopig Verslag aan het woord zijn, acht de Minister het dus rioodig, dat reeds nu aan de bevolking van Indië een in evenredigheid met de tegenwoordige om standigheden passend medezeggenschap over 's lands zaken wordt gegeven; ook hij ziet in de instelling van een lichaam niet een eenigszins vertegenwoordigend karak ter, hetwelk de staatkundige opvoeding van de bevolking zal bevorderen, een geschikt middel om den band tusschen de inland- sche bevolking en het Nedèrlandschc ge zag te versterken. Dat intusschen met kracht voortgearbeid moet worden aan de verhooging van het peil van de ontwikkeling van de inland* sche bevolking is eene overtuiging, waar van de Minister evenzeer is doordrongen als die leden, die de instelling van den Kolonialen Raad naar de toekomst zouden willen verschuiven. Hij kan dan ook niet toegeven, dat in die richting niet genoeg wordt gedaan. Ook de Minister meent dat de vraag of vestiging van een adviseerend lichaam in Mijn leven! herhaalde Anna. Ik weet nipt of ik zooveel waarde aan mijn leven hecht als u wel denkt. De Engekschen hebben een spreekwoord, mevrouw, dat luidt: „Een kort leven en een prettig leven." V oorspelt u som® dat ik, zoo ik al geen lang, dan toch een prettig leven zal hebben? Ja, antwoordde madame Caglioetra dat durf ik u wel voorspellenEr kwam, terwijl zij dit zeide, geen lach op 'naar bleek sprak zeer snel en verward u weet ook wel dat er iets bestaat als voorgevoel? Zij wachtte toen een oogenblik en vervolg de toen op zakelijken toon: En nn laat ik de kwestie van wat u mij schuldig is ge heel over aan de edelmoedigheid der dames. Anua Wolsky lachte ietwat zuurzoet en 'baalde een tienguldenstuk voor den dag. De kaartlegster boog en mompelde een dankbetuiging. Toen zij weer buiten en in het hobbelige gelaat. En ik kan nog meer zeggen. Als U 6 tl aatje waren, schoot Anna in een lach. myn raad opvolgt, ale u Parijs de eerste.... j Is dat nu geen echte Francaisel vroeg Z\i aarzc-lde even, alsof zij bij zichzelf jets zij. Zij voelde zich werkelijk ziek, zij zag uitrekende, bijvoorbeeld de eerste drie niets in de kaarten eu zij was er te eerlijk maanden niet verlaat, kan ik u voorspellen, <>m ong iets in rekening te willen brengen, dat n zooal geen bijzonder, gelukkig, toch'Maar toen we eenmaal weg waren, na baar een lang en tamelijk prettig leven zult lei- maar rijksdaalder te hebben gegeven, den. Geloof me, ik geef niet lieht raad aan kreeg haar inhaligheid de overhand'op haar mijn cliënten. Het ligt niet op mijn weg dit eerlijkheid. Xi; voelde, dat zij vijf uiooie te doen. Maar ik zou een slecht menseh zijn, ronde guldens had weggegooid. Daarom riep als ik het in dit geval niet deed. Dit is de ze ons terug en gaf ous eeu uitstekenden reden, waarom ik u heb teruggeroepen. jraad. Ik had haar immers gezegd dat ik Is bet naar aanleiding van iets dat n speel. Zij weet natuurlijk evengoed ais ik, in de kaarten hebt gezien, dat n mij dien dat het onverstandig is om Beld te spelen, raad geeft? vroeg Anna nu nieuwsgierig. Zij weet oo-k dat bet ia Parijs voor eene Madame Cflgliostra keek haar weer out- vreemdelinge heel moeilijk is toegang tc ver steld a.nn, ikrijgen in een speelhoL Daarom dacht ze: Neen, neen, zeide zij haastig. Ik her-j „Ik zal die dame een goede raad geven, die bsal u, dat de kaarten mij niets hebben ge- i haar meer waard is dan vijf gulden. Ik zal zegd. Ik las er niets in. Maar wij lezen de haar raden Parijs te verlaten. Zoolang ze in oenomst niet alleen uit de kaarten zij j Parijs n* kan. ze haar geld uiet .verdieunu. Als ze naar Dieppe of naar liouville of naar een andere plaats gaat, waar een Ca sino is, verliest ze haar geld natuurlijk. Daarom geef ik haar een ko&tetijken raad, die meer waard is dan de vijf £u "en die ze mij moet en zal geven." j Misschien heb je gélxjk, zeide Sylvia 'peinzend. En toch.... en toch. %e sprak zoo vreeselijk ernstig, vond je dat zelf ook niet, Anna? Zij scheen werkelijk heel, heel bang, dat we met elkaar weg zouden gaan. I Maar er is ook geen kwestie van met elkaar weggaan, zei Anna Wolsky bijna on- geduldig'. Ik wou dut dit wel liet geval was. Jij gaat naar Zwitsei'land om daar ken nissen te ontmoeten en ik...ik denk dat ik, in weerwil van madame (agliostrae geuoi- zinnige voorspellingen naar een of andere plaats zal gaan, waar ik kan spelen, waar schijnlijk naar Dieppe- Ik boud tenminste het meest van 't Casino van Dieppe. En de herinnering aan jou, mijn aardig Engelsdh vriendinnetje, zal mijn talisman zijn. Je hebt haar ook hooren zeggen, dat ik geluk zou hebben dat ik buitengewoon veel geluk zou hebben, nietwaar? Ja, maar vergeét bet andere niet.,.. Sylvia zeide het hoogst ernstig. De dood was iets zeer werkelijks voor haar, want zij had in de laatste twee jaren aan twee sterfbed den gestaan, aan dat van haar vader en aan dat van baar uian. Vergeet niet dat ze je beeft gezegd, dat je niet lang meer zou-le ven, als je wegging. Dat kon zc veilig zïeggen, zei de ander haastig'. De menschen, die aan het spel verslaafd zijn, die als zij nog jong zijn, door de sp eel koorts worden aangetast worden doorgaans niet oud. Zij maken al te hevige emoties door. Het spel moest eigenlijk alleen voor de ouden van dagen zijn weggelegd. Oude menschen. zijn onverschilliger en door leven niet zulke vreeselijke oogenblikken aan de speeltafel als de jongeren, HOOFDSTUK HL Den ochtend na baar bezoek Cagliostra ontwaakte Sylvia Bal'L ll r gewoonlijk. Zij had slecht ge^pmi Uen nacht en vond het dus een aangenaam oor- uit zk'ht dat zij een langen rnshgen dag voor zich had en niets bijzonders te doen had dan een dier vroolüke. kleine uitstapjes te maken, die Parijs voor een vreemdeling de prettigste stad van de wereld maken. Zij opende haar beide ramen wijd eu een le\ en dig vrooHik gegons drong haar kamer binnen, want in Parijs zijn de menschen vroeg op en negen uur daar, staat gelijk met elf uur in Londen. Zij hoorde het eigenaardige, zangerige g roep der bloemenvel-koopstere in de AveJ™ de l'Opéra: „Bloemen, heeren en dames, bloe men en in weerwil van haar slechten nacht en benauwde droomeu, voelde zij zich volkomen behaaglijk en gelukkig. Steden,z&iju als menscheu. Er zijn er waar) men zich onmiddellijk thuis gevoelt, maar er zijn er ook waar men zich altijd vreemd blijft gevoelen, hoe goed men ze ook kent. Sylvia, die in een Engelsche provinciestad geboren, opgegroeid, getrouwd en weduwe geworden was, had zich altijd vreemd ge voeld in Landen. Maar Parijs, haar ge liefd, verrukkelijk, zonnig Parijs was haar van den eersten dag af dierbaar geweest. 2ij had nog geen maand in Parijs door- gebiacht, of ze kende reeds nauwkeurig elk piekie van de wijk. waann naar rustig klem hotel stond, van dat bekoorlijke stadsgedeel te van een vierkanten kilometer meer x* het niet dat de Grobte Opera tot middel-, punt heeft. En de Rue de la Paix beslaat eveneens het begin van de verschillende; groote verkeerswegen van het moderne Pa rijs. En dat was niet alles. Sylvia Bailey, vvas eenigszins op de hoogte van Frankrijk a' verleden. De bedaarde, intelligente, ouder-, weteche Francaise, die haar had opgevoed, had daarvoor gezorgd. Als zij wandelde door, de nauwe straten van den linker beine-oeveï! herleefden voor haar al de aangrijpende, tra, Sgisc'be, sombere gebeurtenissen der revolutie, (Word d).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 2