Zijn vuurproef. WETENSWAARDIGHEDEN VAN OVERAL grootste gevaar figt nu dadelijk: voor ons. De schildwachten Deneden hebben juist de wacht betrokken en zijn misschien nog niet wakker genoeg om over-nieuwsgierig te zijn. We moeten ze laten gelooven dat wa afge lost en achtergebleven zöjn, om Joubertte helpen bij het onderzoek van een cel." „Zullen ze niet dadelijk zien dat ik geen soldaat van de Garde ben," vroeg Otto. „Niet als je je gezicht zoo goed mogelijk ■verbergt. Ze kennen mij niet. Ik ben hier gisterenavond pas voor het eerst geweest; heb me expres 'hiervoor laten inschrijven. O God, geef dat ik moge slagen! Nu, voor waarts marschl" Aan den voet der trap was een deur, die de ijverige schildwacht met een sleutel, dien hij uit den zak van den bewaker genomen had, ontsloot De deur opendoende riep. hij, de norsche stem van den bewaker zooveel mogelijk nabootsend: „Ga nu maar, ik dank je voor je hulp." „Tot uw dienst maar u heeft me van ben half uur slaap beroofd, goeden nacht, mon sieur Joubert" De laatste woorden waren nog op zijne lippen, toen hij de benedengang betrad en de schildwacht, die daar stond, dacht natuur lijk dat hij tot den bewaker boven sprak. „Nu, kameraad," zei. onze soldaat van de Garde tot den dienstdoenden schildwacht, „als je ons uit wilt laten, zullen we je dankbaar zijn. We hebben monsieur Joubert met een Weerspannigen gevangene geholpen." „Zeker, kameraad." En zonder te aarzelen bracht hij hen naar de vestibule, vanwaar zij zich naar het open plein begaven. „Nu, mijn jongen, luister nog eens. Ik ben Pierre Dubois en jij bent Julien Bizet beide van de Nationale Garde. Ik heb een pas in mijn zak, geteekend door kolonel de Brèzo of het zal denzelfden dienst doen als zijne handteekening. Ik geloof dat ze ocs de vrijheid zal geven. Kom!" Moedig traden ze het kantoor van den nachtwacht binnen, waar Pierre zijn pas liet zien. Het geluk was hun gunstig. De nacht- bewaker was suf en slaperig. Hij las den pas en gaf hem terug, brommend dat hij gestoord was, stond op en opende de deur voor het tweetal, dat vurig verlangde weg te komen. In de uniform der Nationale Garde en met den pas van kolonel de Brèze, was het voor de vluchtelingen gemakkelijk hun .weg te volgen, naar de buitenversterkingen, van waar zij ongehinderd de Duitsche linies kon den bereiken, waar zij met groote vreugde ontvangen werden. In den winter van 187576 werd kolonel de Brèze voor staatszaken naar de Duitsche hoofdstad geroepen en bezocht daar den schouwburg. Het eerste stuk, dat hij zag, heette: „De soldaat van de Garde", waar van de hoofdpersoon een vroolijke soldaat van de Franache Nationale Garde was, wel ke rol vervuld werd door den Berlijnscken favoriet Martin Ölsau. Toen de soldaat op het tooneel verscheen, schrikte De Brèze. Hij herkende den man zijn recruut van Ra- meau's wijnhuis zijn ijverige schildwacht van La Force zijn Pierre Dubois! De Brèze respecteerde dappere mannen. Een paar dagen later bezocht hij M. Olsau en bracht een genoeglijk uurtje bij hem door; en niet lang daarna ontmoette hij Otto Maxi milian daar ook. „Mijne vrienden," zei de kolonel, zijn ledig wijnglas neerzettend, „als je me op dien Novembermorgen gezien had, toen mijn ge vangene van mij geëischt werd en ik een ledige cel vond on een schildwacht miste, zoudt ge niet hebben kunnen geloovea dat eone ontmoeting als deze plaats'zou kunnen vinden." „Dank den Hemel voor vrede en vriend schap", was Olsau's antwoord. En zij vulden hunne glazen en ledigden ze op de toekomstige vrede en vriendschap. Op Moubyou, het prachtige, in de nabijheid van Galway gelegen landgoed van sir William Anstruther, was een uitgelezen gezelschap bij een. Daar bevonden zich lady Essingham, een jonge weduwe, miss Jenny, een zuster van den gastheer, miss Bining, een groote, aardige bru nette, alsook sir Richard Bernard, een bekende wereldreiziger, advocaat Johnson, mr. Sinclair, gardeofficier, mr. Kilanos, van het Orieksche ge zantschap, en nog eenige andere dames en heeren. Eenige der gasten hadden hun eigen bedien den meegebracht, zoodat AnstruthePs huis tot aan de vliering bezet was. Alles ging echter goed storen. Op een avond, terwijl alle gasten in de zaal waren, vindt een dienstmeisje in de kamer van lady Essingham de leege étui van een broche. Daar haar dit vreemd voorkwam, besloot ze het Elise, de Fransche kaïnerjuffrouw van de lady, mee te deelen. Deze verklaarde dat haar me vrouw dien avond de broche niet aan had, en dat deze zeer mooi was en van groote waarde. Zij achtte zich dus verplicht het geval aan haar mevrouw mee te deelen. Een gemeenschappelijk zoeken in de kamer leidde tot niets, de broche was niet te vinden Ook was geen spoor van inbraak te bekomen. De heeren, die zich in de rookkamer hadden teruggetrokken, hoorden verbaasd op, toen ze de zaak vernamen. „Een diefstal dus, voor zoover ik kan nagaan," zei sir William; het ergste is echter, dat de diefstal door een der huisgenooten gepleegd schijnt te zijn. Wat denkt gij er van, Johnson?" „riet heeft er veel van," zei deze en wijdde toen al zijn aandacht aan het opsteken van een sigaar. Het geval werd levendig besprokendeze wilde een detectiye laten komen, gene de politie, weer een ander den veldwachter, omdat er op Mon- byou noch detectives, noch politieagenten te vin den waren. Hiertegen maakte sir William echter bezwaar, omdat de veldwachter een oudgediende was, die al heel slecht met het opsporen van een dief weg zou weten. Eer men tot ear besluit gekomen was, werd de deur geopend en trad Finland, de huisknecht binnen. Het was een verstandig uitziende man van ongeveer dertig jaren, met een ernstig, deftig voorkomen, zooals men er ia de huizen van de Engelsche aristocratie meer aantreft „Sir," begon hij op een toon, waaraan men duidelijk kon hooren dat hij slechts met moeite z'n ontsteltenis verborg, „sir, neem mij niet kwa lijk, maar met het oog op den diefstal zou ik en de andere bedienden ik kom ook in hun naam gaarne willen, dat u onze koffers liet door zoeken. Wij willen gaarne dat dit geschiedde voor „Bedaard, bedaard," zei sir William Anstru ther, „alles op zijn tijd, ik weet nog niet we „Mag ik het antwoord van u overnemen?" vroeg sir Bernard, de wereldreiziger, die nu eerst zich in de zaak mengde. „Mag ik hem voor u ten antwoord staan?" vroeg hij nog eens. „Als u dit weascht met genoegen," antwoord de Anstruther. Zich tot den huisknecht wendend, zei sir Ber nard: „Kom over 5 minuten terug." De man boog en verliet de kamer. Zoodra de deur achter hem gesloten was, zei sir Bernard: „Ik heb niet veel vertrouwen in een onderzoek van de koffers Als werkelijk een van het perso neel de broche gestolen heeft, zal hij wel gezorgd hebben ze in veiligheid te brengen. Neen, zooals het hier gesteld is, zonder detectives en politie, bestaat er, geloof ik, slechts één uitweg." „En die is," riepen de aanwezigen in koor. „Ge zult weinig vertrouwen hebben in mijn voorstel en mijn plan zal u zeer twijfelachtig in zijn gevolgen schijnen. Het is ik verzoek u niet te schrikken een soort vuurproef." „Wat?" „Wilt ge het personeel over gloeiende kolen laten loopen?" „Of op een ijzer roosteren?" „Waarom stek ge niet liever de pijnbank voor?" „Mijne heeren, als u mij voor een barbaar wilt aanzien, gaat dan gerust uw gang," lachte sir. Bernard, „maar wacht liever een oogenblik tot ge mijn plan gehoord hebt. De vuurproef, waarvan ik spreek, is de onschadelijkste en meest ongevaarlijke van de wereld. Ik heb het middel ergens in Indië door een Hindoepriester zien toepassen, weet natuurlijk niet of het hier lukken zal. De vraag blijft maar, of Anstruther mij toestaat de proef te nemen." „Als er geen gevaar bij is. kunt ge uw gang gaan; maar eerst moet gij u overtuigen, dat het personeel er genoegen mee neemt." „Natuurlijk; maar ik geloof niet, dat ze er iets tegen zullen hebben, die er geen genoegen mee nam „Zou waarschijnlijk de schuldige zijn." „Begrepen. Daarom zullen ze het allen goed vinden. Maar nu nog iets: ik zou gaarne willen, dat ook de dames eu heeren zich aan de proef onderwierpen." Niemand maakte hiertegen bedenking en spoe dig was sir Bernard gereed om de proef te laten beginnen. Hüj verzamelde allen in de muziekkamer. Het was een groot, hoog vertrek. Toen allen er aan wezig waren, trad hij midden in de kamer en sprak de aanwezigen aldus aan: „In dit huis is een diefstal gepleegd. Wij zijn er allen op uit den dief te ontdekken, maar hoe? heden kunuen leiden en veel tijd to nesiag nem«* Daarom geloof ik een beter middel gevonden te hebben dit toe te passen. Het is een eenvoudig en onschadelijk middel en hindert niemand. De zaak komt hierop neer: ge kent allen de alkoof daar aan het eind van de kamer, ge ziet ook d« gordijnen aan beide kanten van den ingang. Nu verzoek ik u een voor een in de alkoof te gaan, en als ge er in zijt de gordijnen goed te sluiten, zoodat niemand u kan zien Als dit geschied is, hebt ge niets anders te doen dan dezen stok, dien ik te voren op een stoel zal leggen, met beide handen aan te vatten en hem driemaal in de handen rond te draaien; daarna legt ge hem gewoon weer op den stoel. Ik moet u ook nog hierop opmerkzaam maken hier verhief sir Bernard zijn stem de schuldige persoon, de dief, die ae broche gestolen heeft, zal niet in staat zijn den stok weer neer te leggen, hij zal aan zijn vingers blijven vastzitten. Hij zal den stok eerst kunnen loslaten als ik hem dien af neem. Wilt gij u aan die proef onderwerpen?" Na een oogenblik van stilte zei Finlan: „Ja sir, wij willen het doen." Sir Bernard ging in de alkoof, legde den stok op een stoel en nu gingen de aanwezigen er een voor een in. Met groote spanning werd de operatie gevolgd, maar er gebeurde niets bijzon ders, allen kwamen er uit zöoals ze er waren in gegaan Men ging er aan den eenen kant in en aan den anderen kant uit Op eenigen afstand van den uitgang had sir Bernard post gevat zoodat de personen, die uit de alkoof kwamen, allen langs hem heen moesten komen. Toen het personeel de proef ondergaan had (Finland was de laatste geweest), kwam de beurt aan de gasten. Daar bemerkte men, dat sir Bernard uit de kamer was verdwenen. Men wachtte tot hij terugkwam. Na eenige oogenblikken kwam hij en verzocht den gastheer en lady Essingham een oogenblik alleen te mogen spreken. ioen ze de studeer kamer van Anstruther binnengetreden waren, reikte hij lady Essingham de broche over, zeg gende: „Mag ik u uw eigendom weer ter hand stel len, lady?" Verbaasd riep de gastheer uit: ^Hoe hebt ge dat klaargespeeld?" „Och, dat is nogal eenvoudig." „De broche was toch gestolen?" „Ja het spijt me, dat ik het moet zeggen, An struther, uw huisknecht had ze weggenomen." „Dat kan ik niet gelooven, voor hij het zelf be kend heeft" „Hij heeft al bekend." „Hoe is dat dan gegaan?" „Ik zal u de zaak ophelderen. Vóór ik den stok in de alkoof neerlegde, had ik hem met een sterkriekende Oostersche olie ngewreven. Als iemand hem dus in de handen had gehad, kon ik het ruiken, als hij langs mij liep. Het is dus duidelijk dat de dief, overtuigd dat niemand hem zag, zich veiliger zou vinden den stok niet aan te raken. Ik ging hem achterna en nam zijn handen in de mijne en bracht ze aan mijn ge zicht. Nu had ik zekerheid, en hem strak aan ziende, zei ik: „Waarom hebt ge het gedaan?" Eerst zweeg hij. Toen ik nogmaals met aan drang vroeg, zei hij aarzelend: ,Het ging om een weddenschap. Ik wist dat de kamer leeg was; toen ben ik er ingegaan. Hier hebt u de broche weer terug." „Wonderbaar." „Werkelijk origineel," „Origineel van den Hindoe-priester, die het mi} geleerd heeft. Geloof me, er valt van de Oos terlingen nog wel iets te leeren," HET ONTCIJFEREN VAN ONLEESBAAR SCHRIFT. Het Phann. Weekblad bevatte dezer da gen een mededaeling van den heer Van Waegeningh, gedaan in de jaarvergadering van de Vereeniging van pharmaceutieche officieren: Het ontcijferen van onleesbaar schrift, zoo als dit tegenwoordig zoo dikwijls wordt aan gewend tot het overbrengen van geheime be richten, of anderszins, ten einde de censuur te ontgaan, komt in den regel neer op een tweetal hoofdbewerkingen, n.l. de verdachte papieren boven een vlam tot een vrij hoog* temperatuur te brengen, of door deze een voudig met gepigmenteerden inkt te be strijken. Een algemeen bekend geworden middel la toch het beschrijven van papier met eene nieuwe stalen pon, welke vooraf in een door gesneden citroen wordt geprikt. De pen vult zich bij dit eigenaard igo soort inktpot met citroensap, waarmede de brief geheel kleur loos kan beschreven worden, terwijl bij ver- Een ander middel bestaat in het besohrfj- I Huisvrouw", het beeld van de minachting, om- ven van goed gelijmd papier met een pendat deze bloem de minste harer zusters is en met gewoon water. Wordt later een papier; de meeste zorg vereiscüt, evenals menschen, die met zulk onleesbaar schrift met inkt in een dunne laag bestreken, dan vertoon en die plaatsen, waarop letters voorkomen, meer neiging tot opname van inkt dan het overige papier, waardoor het schrift goed leesbaar wordt. Het is niet buitengesloten, dat bij deze bewerking de groeven, door de beide penpunten in het gelijmde papier aange bracht, een werkzaam aandeel "nebben in de verhoogde opname van den inkt. Een wfeïlicht minder bekend middel ter verkrijging van z.g. geheimschrift trof spre ker eenigen tijd geleden aan in een vel pa pier, dat als monster pakpapier voor sla gers, bakkers, enz. verzonden werd en in verband met den inbond van een begelei denden brief terecht verdacht werd geheim schrift te bevatten. Dit monster had blijkens een groote zwarte inktvlek en een deels afgebranden. hoek van het papier, de heide boven om schreven bewerkingen waarschijnlijk needs ondergaan, evenwel zonder resultaat. Bij schuin invallend licht was de aanwe zigheid van geheim schrift roede met vrij weinig beteekenen, meer aanspraak maken dan anderen en zich daardoor verachtelijk aanstel len. De brandnetel is het beeld van de wreedheid; de reden daarvan ligt voor de hand. Al komt men nog zoo vriendelijk naar de brandnetel toe, toch kwetst ze de hand, die haar aanraakt. De pijnboom is het beeld van de stoutmoedig heid; deze boom groeit niet in de nederige tui nen der vallei, doch steekt zijn hoofd fier in de lucht op de hoogste bergtopper en verheft zich tot hoog in de wolken en, als hij eenmaal van zijn bladeren ontdaan is, dient hij voor mast op 't een of ander schip en doorklieft daarmee onverschrokken de Oceanen. De wilde pruimeboom is het beeld der onaf hankelijkheid; deze boom is, om zoo te zeggen, niet te temmen; hij kan niet verplant, noch ge snoeid worden, en om een tammen pruimeboom te krijgen, plant men een tak er van op een abrikozenboom. De onrechtvaardigheid wordt, in de plantkun de vertegenwoordigd door de hop, men zou die plant ook het beeld der inhaligheid kunnen noe schip zal men steeds het onderste in de scha duw liggende deel, het eerst zién, terwijl hel bovenste met den achtergrond vervaagt. Wan neer men de onderste banen lichter verfde, zou het lichtschip veel minder gauw gezien worden. Ook bij onderzeebooten, mijnen en pantserto rens zou dit eenvoudige middel veel succes heb ben. Voor de uniformen der soldaten zou men deze theorie aldus moeten doortrekken, dat zij bij een kruipen uit de loopgraaf op het Wes telijk front, als viervoetig dier een hertevacht moeten aantrekken en dat ze die afwerpen, zoo dra ze weer op twee beenen staan. zigfherd van geneun scnxiit roeos met wy daar zij zich overal heen verspifidt' en het groote zekerheid vast te stellen, terwijll hetterreiflJvoor zichzelf kiest, zonder er op daaropvolgend microscopischi onderzoek de leü o{ er meer recht op hebben, aanwezigheid van kristaiblaadjes verraadde. - - Om het materiaal niet te bederven, werden op de veerdaehte plaatsen mot behulp van een pen van celluloid streepreacties verricht, waardoor na aanwending van alkaliën, zich terstond „phenolphthaleïne" verraadde. Papier van nagenoeg dezelfde soort werd met een spiritueuse oplossing van pihenolph- tale(ne beschreven, waardoor hetzelfde type van schrift, n.l. sterk uitgevloeide letters, verkregen werd. Dit materiaal kon zonder schade met water bevochtigd worden, aan gezien phenolphtaleïne daarin nagenoeg on oplosbaar is. Een geringe hoeveelheid alkali oplossing (kali, natron of ammonia) deed het schrift terstond voor den dag treden in roo de letters, welke echter, door haar oplos baarheid in alakaliën spoedig in het zeer poreuze papier uitvloeiden en onleesbaar werden. Tevergeefs werd getracht net roode schrift te fixeeren, maar ten slotte leverde de vol gende bewerking het gewensehte resultaat: Het papiermonster met behulp eener spray- met gedistilleerd water flink vochtig ma ken, op een glazen plaat persen en het over tollige water met filtreerpapier verwijderen. Deze glazen plaat met het papier aan o»e onderzijde leggen op een fotografische schaal, die gedeeltelijk met ammonia gevuld is. Het söbirift komt spoedig voor den dag. zonder gelegenheid te hebben in het gelijk matig vochtige papier te diffundeeren. Als de plaat van de schaal genomen wordt, ver dwijnt bijna onmiddellijk de roode kleur, oan bij 't wederopleggen opnieuw te verschijnen. Aangezien het ontcijferen van het sterk uitgevloeide schrift een langeren tijd zou vorderen dan voor het behoud van dit schrift wel dienstbaar kon zijn, had spreker zoowel dat zoogenaamde papiermonster als de keer zijde van den beschreven brief (die bleek eveneens geheimschrift te bevatten) fotogra fisch op nagenoeg hunne oorsprankelijjke grootte gereproduceerd, en leze reproducties bij zijn rapport overgelegd. De oorspronke lijke stukken konden in ongeschonden staat daarbij gevoegd werden. De xcse-roode kleur der phenolphth.aleïne- letters is althans voor de gewone fotografi sche plaat zoo licht, dat spreker bij deze opnamen gebruik moest maken van ortho- cbromatiscibe platen, onder inschakeling van een lichtgroen filter. EEN ZOEKLICHTAIITOMOBIEL. Een verplaatsbaar militair zoeklicht is gecon strueerd in Italië, dat zich beroemen kan op ver scheidene nieuwe vindingen. De automobiel, die zoowel het zoeklicht als het lichtproduceerende uitrusting draagt, bezit een motor van 30 P K. Deze motor kan den wagen een snelheid geven van per uur 4, 7, 9 en 12 mijl, respectievelijk met de 1ste, 2e, 3e en 4e versnelling. De generator, die gebruikt wordt om het zoek licht van stroom te voorzien, heeft een stroom- sterkte van 100 amphères en 80 volts. Het in wendige van den wagen lijkt veel op een gewo nen tourauto. Er zijn 6 zitplaatsen. Het zoek- Ofschooa door de bierbrouwers zeer gezocht, is de hop, wat haar karakter betreft, niet aan te bevelen. De baisemine is het beeld van het ongeduld, deze plant heeft vijf zaadlobben, waaruit de zaadjes plotseling te voorschijn springen, als -hadden ze geen geduld om er langer in te blijven. De olijfboom is het beeld van den vrede. De Ouden kroonden de wijsheid, den vrede, de een dracht, de smart, de goedheid, de vreugde met olijfbladeren. De duif, die door Noach uit was gezonden, kwam terug met een olijftakje in haar bek, tot teeken, dat de Hemel vrede had geslo ten met de aarde. Het lelietje van dalen beteekent in de bloemen taal: „het geluk keert terug". Deze bloem toch is een van de eerste, die de lente aankondigt; zoodra haar ivoorwitte bloemen de lucht vervul len met haar zoete geuren, verlaat de'nachte gaal zijn nestje en doet het bosch weerklinken van zijn schoonen zang, ten teeken, dat de winter met al zijn plagen voorbij en er een betere tijd in aantocht is. DE INWERKING YAN GRANAAT EXPLOSIE. Het komt in dezen oorlog dikwijls voor, dat solddten zonder zichtbare verwondingen dood gevonden worden, en wel precies in de houding, waarin een granaatexplosie ze verraste. Men verklaart dezen plotselingen dood door den in vloed van de ontploffing op den atmospheri- schen druk. Er is nl. een sterke storing opge merkt bij een aneroidbarometer, die zich in de nabijheid van een ontploffende granaat bevond. Op menschen is de' uitwerking van een granaat- explosie dezelfde, als wanneer ze in een ruimte, die met samengeperste lucht gevuld is, plotse ling worden blootgesteld aan verdunde lucht. Door de plotselinge depressie worden de zich in het bloed bevindende gassen vrij, wat 'bij het snelle tempo dien dood tengevolge heeft. DE IDEALE KLEUR VOOR SOLDATEN UNIFORMEN. De militaire auioiteiten van vele landen hou den zich op het oogenblik druk bezig met een kwestie, die oogenschijniijk zeer eenvoudig lijkt, doch dat in de practijk niet blijkt te zijn. Men zoekt naar de ideale kleur voor soldatenunifor men. Hierbij wordt absoluut geen rekening gehou den met aesthetische of industriëele eischen, doch het gaat uitsluitend om dt moeilijkheid, de manschappen in het veld zoo onzichtbaar moge lijk te maken. Men heeft daarvoor de dieren wereld tot voorbeeld genomen. Het is echter niet alleen door de kleur, dat het dier zich aan zijn omgeving aanpast, maar ook door het „schadu wen", de donkerder of lichtere beharing al naar de belichting. In de heele dierenwereld is de bovenste lichaamshelft waar meer licht op valt, donker der gekleurd dan de onderste. Bij de ree bijv. wordt de kleur van boven naar beneden lang zaam lichter, terwijl daarentegen bij den Afri cht rotfopeenZieligonderstel, Zc^dat hêt 1 kaanschen steenbok de grens tusschen licht en uit den auto genomen worden kan en in elke 1 donker een schuine lijn is, zonder overgangen, DE VALKEN VLUCHT. De Deenen beoorloogden in het laatst der Xde eeuw Schotland. Z.ij deden een Inval in dit koninkrijk en waren zoo gelukkig, om de Schotten, reeds bij het eerste gevecht geheel ,te verslaan. Een vreeselijke wanorde maakte zich van de Sohotsche benden inwa ter; het geheel© leger sloeg op de vlucht eu zou door de Deensche vervolgers geheel ver nield zijn geworden, zoo niet op den beslis sende© dag een landman, Hay genaamd, het vaderland gered had. De vluchtelingen namen de wijk langs een hollen weg, waar Hay zich juist bevond. Als een tweede Leonidas stelde hij zich met zijn beide zonen tegen den aanstormenden vijand te weer; hij hield de drommen der vijanden tegen en verschafte daardoor aan zijne Land- gcuooton den tijd om zich weder te verzame len. Deze schepten nieuwen moed, keerden terug, vielen den vijand met onverschrok ken moed aan, verstrooiden en ontrukten hem de overwinning, welke hij reeds meende behaald te hebben. Aldus had het land zijne vrijheid, de vorst het behoud van zijn reeds waggelen den troon aan dezen onversaagden land man te danken; en tot belooning ontving de dappere Hay den hoogsten adel en eene valkenvlucht-landerijen. Op het slagveld liet men, zooals de oude kronieken van Schot land yermelden, een valk vliegen, en van daar tot aan de rots, waarop de vogel neer streek was alles het eigendom van dea koe nen Hay en van zijne zonen. Nog ten hui dige dage heet deze rots de valkenklip, ter wijl nakomelingen van dezen Schotschen landman, de hoogste waardigheden van Schotland bekleeden. DIE TROUWE PAARDEN. Een stukrijder van „The Royal Field Ar tillery" vertelde van zijn paarden: Drie jaren lang had ik ze gereden, en ik kan verzekeren, dat ik met hen praten kon, net als met u. Ik zei geen woord of ze verstondon het, en ze konden me antwoor den ook, waarachtig! Als ik op een van het span zat, hoefde ik soms maar te denken, wat ik van hem wilde en hij deed het al, zonder dat ik het zei: Toen we van- Mons terug moesten trek ken, viel er een granaat midden in onze sectie. Een stukrijder vlak voor mij, werd uit elkaar geslagen. Mijn stuk was onklaar geraakt en ik kreeg bevel bij een ander kanon te helpen. Toen ik op een ander paard zat, 't gebeurde alles in een omme zien zag ik mijn twee paarden op den grond liggen trappelen en schoppen om los te maken uit het tuig. Ik kon niet afstijgen om ze te helpen en dat speet me geweldig. Opeens zie ik een Franschen jager op hen afsnellen, die de strengen doorsneed en de paarden overeind hielp. Ik was al een eind verder, doch keek steeds om naar mijn beesten en ze zagen me zoodra ze op de been waren. Vier dagen lang hebben ze me gevolgd. We kregen nauwelijks vijf minuten rust in dien overhaasten marsch en ik kon ze niet bereiken. Ze hadden niets te trekken, maar bleven naast elkaar in de file als geoefen de soldaten. Ze zagen me steeds en meer malen vroeg ik me vol zelfverwijt af: wat moeten de jongens wel denken van mij op een ander paard? Werd er „halt" 1 gecom mandeerd, dan zwaaide ik mijn hand om hoog voor de verre vrienden en ze ston den, mijn wenken beantwoordden ze met hun trouwe koppen. Of ze te eten kregen! ik weet het niet, ik hoop, dat zo niet van uitputting neergevallen zijn doch op een eewehschte richt inn voortbewogen'. Het is voor-1 zooals noodig is, om de zooveel sterkere tropi-morgen miste ik mijn paarden in den troep- zien van een projector van 75 cM of van 90 cM„ -che belichting met hare scherpe contrasten tus- Wellicht zie ik ze nimmer terug! duisternis troepcnafdeelingen te ontdekken. WAT SOMMIGE BLOEMEN BETEEKENEN. makkelijk te bewijzen. Hangt men een donkerkleurige kogel naast .pitna; llrliivr is, ran u ei:- Eén van die namen, die dagelijks ge* bruikt worden, zonder dat men eigenlijk de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 8