Zijn vuurproef.
WETENSWAARDIGHEDEN
VAN OVERAL
grootste gevaar figt nu dadelijk: voor ons.
De schildwachten Deneden hebben juist de
wacht betrokken en zijn misschien nog niet
wakker genoeg om over-nieuwsgierig te zijn.
We moeten ze laten gelooven dat wa afge
lost en achtergebleven zöjn, om Joubertte
helpen bij het onderzoek van een cel."
„Zullen ze niet dadelijk zien dat ik geen
soldaat van de Garde ben," vroeg Otto.
„Niet als je je gezicht zoo goed mogelijk
■verbergt. Ze kennen mij niet. Ik ben hier
gisterenavond pas voor het eerst geweest;
heb me expres 'hiervoor laten inschrijven.
O God, geef dat ik moge slagen! Nu, voor
waarts marschl"
Aan den voet der trap was een deur, die
de ijverige schildwacht met een sleutel, dien
hij uit den zak van den bewaker genomen
had, ontsloot De deur opendoende riep. hij,
de norsche stem van den bewaker zooveel
mogelijk nabootsend: „Ga nu maar, ik dank
je voor je hulp."
„Tot uw dienst maar u heeft me van ben
half uur slaap beroofd, goeden nacht, mon
sieur Joubert"
De laatste woorden waren nog op zijne
lippen, toen hij de benedengang betrad en
de schildwacht, die daar stond, dacht natuur
lijk dat hij tot den bewaker boven sprak.
„Nu, kameraad," zei. onze soldaat van de
Garde tot den dienstdoenden schildwacht, „als
je ons uit wilt laten, zullen we je dankbaar
zijn. We hebben monsieur Joubert met een
Weerspannigen gevangene geholpen."
„Zeker, kameraad." En zonder te aarzelen
bracht hij hen naar de vestibule, vanwaar
zij zich naar het open plein begaven.
„Nu, mijn jongen, luister nog eens. Ik ben
Pierre Dubois en jij bent Julien Bizet
beide van de Nationale Garde. Ik heb een
pas in mijn zak, geteekend door kolonel de
Brèzo of het zal denzelfden dienst doen
als zijne handteekening. Ik geloof dat ze
ocs de vrijheid zal geven. Kom!"
Moedig traden ze het kantoor van den
nachtwacht binnen, waar Pierre zijn pas liet
zien. Het geluk was hun gunstig. De nacht-
bewaker was suf en slaperig. Hij las den
pas en gaf hem terug, brommend dat hij
gestoord was, stond op en opende de deur
voor het tweetal, dat vurig verlangde weg
te komen.
In de uniform der Nationale Garde en
met den pas van kolonel de Brèze, was het
voor de vluchtelingen gemakkelijk hun .weg
te volgen, naar de buitenversterkingen, van
waar zij ongehinderd de Duitsche linies kon
den bereiken, waar zij met groote vreugde
ontvangen werden.
In den winter van 187576 werd kolonel
de Brèze voor staatszaken naar de Duitsche
hoofdstad geroepen en bezocht daar den
schouwburg. Het eerste stuk, dat hij zag,
heette: „De soldaat van de Garde", waar
van de hoofdpersoon een vroolijke soldaat
van de Franache Nationale Garde was, wel
ke rol vervuld werd door den Berlijnscken
favoriet Martin Ölsau. Toen de soldaat op het
tooneel verscheen, schrikte De Brèze. Hij
herkende den man zijn recruut van Ra-
meau's wijnhuis zijn ijverige schildwacht
van La Force zijn Pierre Dubois!
De Brèze respecteerde dappere mannen.
Een paar dagen later bezocht hij M. Olsau
en bracht een genoeglijk uurtje bij hem door;
en niet lang daarna ontmoette hij Otto Maxi
milian daar ook.
„Mijne vrienden," zei de kolonel, zijn ledig
wijnglas neerzettend, „als je me op dien
Novembermorgen gezien had, toen mijn ge
vangene van mij geëischt werd en ik een
ledige cel vond on een schildwacht miste,
zoudt ge niet hebben kunnen geloovea dat
eone ontmoeting als deze plaats'zou kunnen
vinden."
„Dank den Hemel voor vrede en vriend
schap", was Olsau's antwoord.
En zij vulden hunne glazen en ledigden
ze op de toekomstige vrede en vriendschap.
Op Moubyou, het prachtige, in de nabijheid
van Galway gelegen landgoed van sir William
Anstruther, was een uitgelezen gezelschap bij
een. Daar bevonden zich lady Essingham, een
jonge weduwe, miss Jenny, een zuster van den
gastheer, miss Bining, een groote, aardige bru
nette, alsook sir Richard Bernard, een bekende
wereldreiziger, advocaat Johnson, mr. Sinclair,
gardeofficier, mr. Kilanos, van het Orieksche ge
zantschap, en nog eenige andere dames en
heeren.
Eenige der gasten hadden hun eigen bedien
den meegebracht, zoodat AnstruthePs huis tot
aan de vliering bezet was. Alles ging echter goed
storen.
Op een avond, terwijl alle gasten in de zaal
waren, vindt een dienstmeisje in de kamer van
lady Essingham de leege étui van een broche.
Daar haar dit vreemd voorkwam, besloot ze het
Elise, de Fransche kaïnerjuffrouw van de lady,
mee te deelen. Deze verklaarde dat haar me
vrouw dien avond de broche niet aan had, en
dat deze zeer mooi was en van groote waarde.
Zij achtte zich dus verplicht het geval aan haar
mevrouw mee te deelen.
Een gemeenschappelijk zoeken in de kamer
leidde tot niets, de broche was niet te vinden
Ook was geen spoor van inbraak te bekomen.
De heeren, die zich in de rookkamer hadden
teruggetrokken, hoorden verbaasd op, toen ze de
zaak vernamen.
„Een diefstal dus, voor zoover ik kan nagaan,"
zei sir William; het ergste is echter, dat de
diefstal door een der huisgenooten gepleegd
schijnt te zijn. Wat denkt gij er van, Johnson?"
„riet heeft er veel van," zei deze en wijdde
toen al zijn aandacht aan het opsteken van een
sigaar.
Het geval werd levendig besprokendeze wilde
een detectiye laten komen, gene de politie, weer
een ander den veldwachter, omdat er op Mon-
byou noch detectives, noch politieagenten te vin
den waren. Hiertegen maakte sir William echter
bezwaar, omdat de veldwachter een oudgediende
was, die al heel slecht met het opsporen van
een dief weg zou weten.
Eer men tot ear besluit gekomen was, werd
de deur geopend en trad Finland, de huisknecht
binnen. Het was een verstandig uitziende man
van ongeveer dertig jaren, met een ernstig,
deftig voorkomen, zooals men er ia de huizen
van de Engelsche aristocratie meer aantreft
„Sir," begon hij op een toon, waaraan men
duidelijk kon hooren dat hij slechts met moeite
z'n ontsteltenis verborg, „sir, neem mij niet kwa
lijk, maar met het oog op den diefstal zou ik en
de andere bedienden ik kom ook in hun naam
gaarne willen, dat u onze koffers liet door
zoeken. Wij willen gaarne dat dit geschiedde
voor
„Bedaard, bedaard," zei sir William Anstru
ther, „alles op zijn tijd, ik weet nog niet
we
„Mag ik het antwoord van u overnemen?"
vroeg sir Bernard, de wereldreiziger, die nu
eerst zich in de zaak mengde. „Mag ik hem voor
u ten antwoord staan?" vroeg hij nog eens.
„Als u dit weascht met genoegen," antwoord
de Anstruther.
Zich tot den huisknecht wendend, zei sir Ber
nard: „Kom over 5 minuten terug."
De man boog en verliet de kamer. Zoodra de
deur achter hem gesloten was, zei sir Bernard:
„Ik heb niet veel vertrouwen in een onderzoek
van de koffers Als werkelijk een van het perso
neel de broche gestolen heeft, zal hij wel gezorgd
hebben ze in veiligheid te brengen. Neen, zooals
het hier gesteld is, zonder detectives en politie,
bestaat er, geloof ik, slechts één uitweg."
„En die is," riepen de aanwezigen in koor.
„Ge zult weinig vertrouwen hebben in mijn
voorstel en mijn plan zal u zeer twijfelachtig in
zijn gevolgen schijnen. Het is ik verzoek u
niet te schrikken een soort vuurproef."
„Wat?"
„Wilt ge het personeel over gloeiende kolen
laten loopen?"
„Of op een ijzer roosteren?"
„Waarom stek ge niet liever de pijnbank
voor?"
„Mijne heeren, als u mij voor een barbaar
wilt aanzien, gaat dan gerust uw gang," lachte
sir. Bernard, „maar wacht liever een oogenblik
tot ge mijn plan gehoord hebt. De vuurproef,
waarvan ik spreek, is de onschadelijkste en meest
ongevaarlijke van de wereld. Ik heb het middel
ergens in Indië door een Hindoepriester zien
toepassen, weet natuurlijk niet of het hier
lukken zal. De vraag blijft maar, of Anstruther
mij toestaat de proef te nemen."
„Als er geen gevaar bij is. kunt ge uw gang
gaan; maar eerst moet gij u overtuigen, dat het
personeel er genoegen mee neemt."
„Natuurlijk; maar ik geloof niet, dat ze er
iets tegen zullen hebben, die er geen genoegen
mee nam
„Zou waarschijnlijk de schuldige zijn."
„Begrepen. Daarom zullen ze het allen goed
vinden. Maar nu nog iets: ik zou gaarne willen,
dat ook de dames eu heeren zich aan de proef
onderwierpen."
Niemand maakte hiertegen bedenking en spoe
dig was sir Bernard gereed om de proef te laten
beginnen.
Hüj verzamelde allen in de muziekkamer. Het
was een groot, hoog vertrek. Toen allen er aan
wezig waren, trad hij midden in de kamer en
sprak de aanwezigen aldus aan:
„In dit huis is een diefstal gepleegd. Wij zijn
er allen op uit den dief te ontdekken, maar hoe?
heden kunuen leiden en veel tijd to nesiag nem«*
Daarom geloof ik een beter middel gevonden te
hebben dit toe te passen. Het is een eenvoudig
en onschadelijk middel en hindert niemand. De
zaak komt hierop neer: ge kent allen de alkoof
daar aan het eind van de kamer, ge ziet ook d«
gordijnen aan beide kanten van den ingang. Nu
verzoek ik u een voor een in de alkoof te gaan,
en als ge er in zijt de gordijnen goed te sluiten,
zoodat niemand u kan zien Als dit geschied is,
hebt ge niets anders te doen dan dezen stok, dien
ik te voren op een stoel zal leggen, met beide
handen aan te vatten en hem driemaal in de
handen rond te draaien; daarna legt ge hem
gewoon weer op den stoel. Ik moet u ook nog
hierop opmerkzaam maken hier verhief sir
Bernard zijn stem de schuldige persoon, de
dief, die ae broche gestolen heeft, zal niet in
staat zijn den stok weer neer te leggen, hij zal
aan zijn vingers blijven vastzitten. Hij zal den
stok eerst kunnen loslaten als ik hem dien af
neem. Wilt gij u aan die proef onderwerpen?"
Na een oogenblik van stilte zei Finlan:
„Ja sir, wij willen het doen."
Sir Bernard ging in de alkoof, legde den stok
op een stoel en nu gingen de aanwezigen er
een voor een in. Met groote spanning werd de
operatie gevolgd, maar er gebeurde niets bijzon
ders, allen kwamen er uit zöoals ze er waren in
gegaan Men ging er aan den eenen kant in en
aan den anderen kant uit Op eenigen afstand
van den uitgang had sir Bernard post gevat
zoodat de personen, die uit de alkoof kwamen,
allen langs hem heen moesten komen.
Toen het personeel de proef ondergaan had
(Finland was de laatste geweest), kwam de
beurt aan de gasten. Daar bemerkte men, dat
sir Bernard uit de kamer was verdwenen. Men
wachtte tot hij terugkwam.
Na eenige oogenblikken kwam hij en verzocht
den gastheer en lady Essingham een oogenblik
alleen te mogen spreken. ioen ze de studeer
kamer van Anstruther binnengetreden waren,
reikte hij lady Essingham de broche over, zeg
gende:
„Mag ik u uw eigendom weer ter hand stel
len, lady?"
Verbaasd riep de gastheer uit:
^Hoe hebt ge dat klaargespeeld?"
„Och, dat is nogal eenvoudig."
„De broche was toch gestolen?"
„Ja het spijt me, dat ik het moet zeggen, An
struther, uw huisknecht had ze weggenomen."
„Dat kan ik niet gelooven, voor hij het zelf be
kend heeft"
„Hij heeft al bekend."
„Hoe is dat dan gegaan?"
„Ik zal u de zaak ophelderen. Vóór ik den
stok in de alkoof neerlegde, had ik hem met
een sterkriekende Oostersche olie ngewreven. Als
iemand hem dus in de handen had gehad, kon
ik het ruiken, als hij langs mij liep. Het is dus
duidelijk dat de dief, overtuigd dat niemand
hem zag, zich veiliger zou vinden den stok niet
aan te raken. Ik ging hem achterna en nam zijn
handen in de mijne en bracht ze aan mijn ge
zicht. Nu had ik zekerheid, en hem strak aan
ziende, zei ik:
„Waarom hebt ge het gedaan?"
Eerst zweeg hij. Toen ik nogmaals met aan
drang vroeg, zei hij aarzelend:
,Het ging om een weddenschap. Ik wist dat de
kamer leeg was; toen ben ik er ingegaan. Hier
hebt u de broche weer terug."
„Wonderbaar."
„Werkelijk origineel,"
„Origineel van den Hindoe-priester, die het mi}
geleerd heeft. Geloof me, er valt van de Oos
terlingen nog wel iets te leeren,"
HET ONTCIJFEREN VAN ONLEESBAAR
SCHRIFT.
Het Phann. Weekblad bevatte dezer da
gen een mededaeling van den heer Van
Waegeningh, gedaan in de jaarvergadering
van de Vereeniging van pharmaceutieche
officieren:
Het ontcijferen van onleesbaar schrift, zoo
als dit tegenwoordig zoo dikwijls wordt aan
gewend tot het overbrengen van geheime be
richten, of anderszins, ten einde de censuur
te ontgaan, komt in den regel neer op een
tweetal hoofdbewerkingen, n.l. de verdachte
papieren boven een vlam tot een vrij hoog*
temperatuur te brengen, of door deze een
voudig met gepigmenteerden inkt te be
strijken.
Een algemeen bekend geworden middel la
toch het beschrijven van papier met eene
nieuwe stalen pon, welke vooraf in een door
gesneden citroen wordt geprikt. De pen vult
zich bij dit eigenaard igo soort inktpot met
citroensap, waarmede de brief geheel kleur
loos kan beschreven worden, terwijl bij ver-
Een ander middel bestaat in het besohrfj- I Huisvrouw", het beeld van de minachting, om-
ven van goed gelijmd papier met een pendat deze bloem de minste harer zusters is en
met gewoon water. Wordt later een papier; de meeste zorg vereiscüt, evenals menschen, die
met zulk onleesbaar schrift met inkt in een
dunne laag bestreken, dan vertoon en die
plaatsen, waarop letters voorkomen, meer
neiging tot opname van inkt dan het overige
papier, waardoor het schrift goed leesbaar
wordt. Het is niet buitengesloten, dat bij
deze bewerking de groeven, door de beide
penpunten in het gelijmde papier aange
bracht, een werkzaam aandeel "nebben in de
verhoogde opname van den inkt.
Een wfeïlicht minder bekend middel ter
verkrijging van z.g. geheimschrift trof spre
ker eenigen tijd geleden aan in een vel pa
pier, dat als monster pakpapier voor sla
gers, bakkers, enz. verzonden werd en in
verband met den inbond van een begelei
denden brief terecht verdacht werd geheim
schrift te bevatten.
Dit monster had blijkens een groote
zwarte inktvlek en een deels afgebranden.
hoek van het papier, de heide boven om
schreven bewerkingen waarschijnlijk needs
ondergaan, evenwel zonder resultaat.
Bij schuin invallend licht was de aanwe
zigheid van geheim schrift roede met vrij
weinig beteekenen, meer aanspraak maken dan
anderen en zich daardoor verachtelijk aanstel
len.
De brandnetel is het beeld van de wreedheid;
de reden daarvan ligt voor de hand. Al komt
men nog zoo vriendelijk naar de brandnetel toe,
toch kwetst ze de hand, die haar aanraakt.
De pijnboom is het beeld van de stoutmoedig
heid; deze boom groeit niet in de nederige tui
nen der vallei, doch steekt zijn hoofd fier in de
lucht op de hoogste bergtopper en verheft zich
tot hoog in de wolken en, als hij eenmaal van
zijn bladeren ontdaan is, dient hij voor mast
op 't een of ander schip en doorklieft daarmee
onverschrokken de Oceanen.
De wilde pruimeboom is het beeld der onaf
hankelijkheid; deze boom is, om zoo te zeggen,
niet te temmen; hij kan niet verplant, noch ge
snoeid worden, en om een tammen pruimeboom
te krijgen, plant men een tak er van op een
abrikozenboom.
De onrechtvaardigheid wordt, in de plantkun
de vertegenwoordigd door de hop, men zou die
plant ook het beeld der inhaligheid kunnen noe
schip zal men steeds het onderste in de scha
duw liggende deel, het eerst zién, terwijl hel
bovenste met den achtergrond vervaagt. Wan
neer men de onderste banen lichter verfde, zou
het lichtschip veel minder gauw gezien worden.
Ook bij onderzeebooten, mijnen en pantserto
rens zou dit eenvoudige middel veel succes heb
ben. Voor de uniformen der soldaten zou men
deze theorie aldus moeten doortrekken, dat zij
bij een kruipen uit de loopgraaf op het Wes
telijk front, als viervoetig dier een hertevacht
moeten aantrekken en dat ze die afwerpen, zoo
dra ze weer op twee beenen staan.
zigfherd van geneun scnxiit roeos met wy daar zij zich overal heen verspifidt' en het
groote zekerheid vast te stellen, terwijll hetterreiflJvoor zichzelf kiest, zonder er op
daaropvolgend microscopischi onderzoek de leü o{ er meer recht op hebben,
aanwezigheid van kristaiblaadjes verraadde. - -
Om het materiaal niet te bederven, werden
op de veerdaehte plaatsen mot behulp van
een pen van celluloid streepreacties verricht,
waardoor na aanwending van alkaliën, zich
terstond „phenolphthaleïne" verraadde.
Papier van nagenoeg dezelfde soort werd
met een spiritueuse oplossing van pihenolph-
tale(ne beschreven, waardoor hetzelfde type
van schrift, n.l. sterk uitgevloeide letters,
verkregen werd. Dit materiaal kon zonder
schade met water bevochtigd worden, aan
gezien phenolphtaleïne daarin nagenoeg on
oplosbaar is. Een geringe hoeveelheid alkali
oplossing (kali, natron of ammonia) deed het
schrift terstond voor den dag treden in roo
de letters, welke echter, door haar oplos
baarheid in alakaliën spoedig in het zeer
poreuze papier uitvloeiden en onleesbaar
werden.
Tevergeefs werd getracht net roode schrift
te fixeeren, maar ten slotte leverde de vol
gende bewerking het gewensehte resultaat:
Het papiermonster met behulp eener spray-
met gedistilleerd water flink vochtig ma
ken, op een glazen plaat persen en het over
tollige water met filtreerpapier verwijderen.
Deze glazen plaat met het papier aan o»e
onderzijde leggen op een fotografische
schaal, die gedeeltelijk met ammonia gevuld
is. Het söbirift komt spoedig voor den dag.
zonder gelegenheid te hebben in het gelijk
matig vochtige papier te diffundeeren. Als
de plaat van de schaal genomen wordt, ver
dwijnt bijna onmiddellijk de roode kleur, oan
bij 't wederopleggen opnieuw te verschijnen.
Aangezien het ontcijferen van het sterk
uitgevloeide schrift een langeren tijd zou
vorderen dan voor het behoud van dit schrift
wel dienstbaar kon zijn, had spreker zoowel
dat zoogenaamde papiermonster als de keer
zijde van den beschreven brief (die bleek
eveneens geheimschrift te bevatten) fotogra
fisch op nagenoeg hunne oorsprankelijjke
grootte gereproduceerd, en leze reproducties
bij zijn rapport overgelegd. De oorspronke
lijke stukken konden in ongeschonden staat
daarbij gevoegd werden.
De xcse-roode kleur der phenolphth.aleïne-
letters is althans voor de gewone fotografi
sche plaat zoo licht, dat spreker bij deze
opnamen gebruik moest maken van ortho-
cbromatiscibe platen, onder inschakeling van
een lichtgroen filter.
EEN ZOEKLICHTAIITOMOBIEL.
Een verplaatsbaar militair zoeklicht is gecon
strueerd in Italië, dat zich beroemen kan op ver
scheidene nieuwe vindingen. De automobiel, die
zoowel het zoeklicht als het lichtproduceerende
uitrusting draagt, bezit een motor van 30 P K.
Deze motor kan den wagen een snelheid geven
van per uur 4, 7, 9 en 12 mijl, respectievelijk
met de 1ste, 2e, 3e en 4e versnelling.
De generator, die gebruikt wordt om het zoek
licht van stroom te voorzien, heeft een stroom-
sterkte van 100 amphères en 80 volts. Het in
wendige van den wagen lijkt veel op een gewo
nen tourauto. Er zijn 6 zitplaatsen. Het zoek-
Ofschooa door de bierbrouwers zeer gezocht, is
de hop, wat haar karakter betreft, niet aan te
bevelen.
De baisemine is het beeld van het ongeduld,
deze plant heeft vijf zaadlobben, waaruit de
zaadjes plotseling te voorschijn springen, als
-hadden ze geen geduld om er langer in te
blijven.
De olijfboom is het beeld van den vrede. De
Ouden kroonden de wijsheid, den vrede, de een
dracht, de smart, de goedheid, de vreugde met
olijfbladeren. De duif, die door Noach uit was
gezonden, kwam terug met een olijftakje in haar
bek, tot teeken, dat de Hemel vrede had geslo
ten met de aarde.
Het lelietje van dalen beteekent in de bloemen
taal: „het geluk keert terug". Deze bloem toch
is een van de eerste, die de lente aankondigt;
zoodra haar ivoorwitte bloemen de lucht vervul
len met haar zoete geuren, verlaat de'nachte
gaal zijn nestje en doet het bosch weerklinken
van zijn schoonen zang, ten teeken, dat de winter
met al zijn plagen voorbij en er een betere tijd
in aantocht is.
DE INWERKING YAN GRANAAT
EXPLOSIE.
Het komt in dezen oorlog dikwijls voor, dat
solddten zonder zichtbare verwondingen dood
gevonden worden, en wel precies in de houding,
waarin een granaatexplosie ze verraste. Men
verklaart dezen plotselingen dood door den in
vloed van de ontploffing op den atmospheri-
schen druk. Er is nl. een sterke storing opge
merkt bij een aneroidbarometer, die zich in de
nabijheid van een ontploffende granaat bevond.
Op menschen is de' uitwerking van een granaat-
explosie dezelfde, als wanneer ze in een ruimte,
die met samengeperste lucht gevuld is, plotse
ling worden blootgesteld aan verdunde lucht.
Door de plotselinge depressie worden de zich in
het bloed bevindende gassen vrij, wat 'bij het
snelle tempo dien dood tengevolge heeft.
DE IDEALE KLEUR VOOR SOLDATEN
UNIFORMEN.
De militaire auioiteiten van vele landen hou
den zich op het oogenblik druk bezig met een
kwestie, die oogenschijniijk zeer eenvoudig lijkt,
doch dat in de practijk niet blijkt te zijn. Men
zoekt naar de ideale kleur voor soldatenunifor
men.
Hierbij wordt absoluut geen rekening gehou
den met aesthetische of industriëele eischen,
doch het gaat uitsluitend om dt moeilijkheid, de
manschappen in het veld zoo onzichtbaar moge
lijk te maken. Men heeft daarvoor de dieren
wereld tot voorbeeld genomen. Het is echter niet
alleen door de kleur, dat het dier zich aan zijn
omgeving aanpast, maar ook door het „schadu
wen", de donkerder of lichtere beharing al naar
de belichting.
In de heele dierenwereld is de bovenste
lichaamshelft waar meer licht op valt, donker
der gekleurd dan de onderste. Bij de ree bijv.
wordt de kleur van boven naar beneden lang
zaam lichter, terwijl daarentegen bij den Afri
cht rotfopeenZieligonderstel, Zc^dat hêt 1 kaanschen steenbok de grens tusschen licht en
uit den auto genomen worden kan en in elke 1 donker een schuine lijn is, zonder overgangen,
DE VALKEN VLUCHT.
De Deenen beoorloogden in het laatst der
Xde eeuw Schotland. Z.ij deden een Inval
in dit koninkrijk en waren zoo gelukkig,
om de Schotten, reeds bij het eerste gevecht
geheel ,te verslaan. Een vreeselijke wanorde
maakte zich van de Sohotsche benden inwa
ter; het geheel© leger sloeg op de vlucht eu
zou door de Deensche vervolgers geheel ver
nield zijn geworden, zoo niet op den beslis
sende© dag een landman, Hay genaamd,
het vaderland gered had.
De vluchtelingen namen de wijk langs een
hollen weg, waar Hay zich juist bevond. Als
een tweede Leonidas stelde hij zich met zijn
beide zonen tegen den aanstormenden vijand
te weer; hij hield de drommen der vijanden
tegen en verschafte daardoor aan zijne Land-
gcuooton den tijd om zich weder te verzame
len. Deze schepten nieuwen moed, keerden
terug, vielen den vijand met onverschrok
ken moed aan, verstrooiden en ontrukten
hem de overwinning, welke hij reeds meende
behaald te hebben.
Aldus had het land zijne vrijheid, de
vorst het behoud van zijn reeds waggelen
den troon aan dezen onversaagden land
man te danken; en tot belooning ontving de
dappere Hay den hoogsten adel en eene
valkenvlucht-landerijen. Op het slagveld liet
men, zooals de oude kronieken van Schot
land yermelden, een valk vliegen, en van
daar tot aan de rots, waarop de vogel neer
streek was alles het eigendom van dea koe
nen Hay en van zijne zonen. Nog ten hui
dige dage heet deze rots de valkenklip, ter
wijl nakomelingen van dezen Schotschen
landman, de hoogste waardigheden van
Schotland bekleeden.
DIE TROUWE PAARDEN.
Een stukrijder van „The Royal Field Ar
tillery" vertelde van zijn paarden: Drie
jaren lang had ik ze gereden, en ik kan
verzekeren, dat ik met hen praten kon,
net als met u. Ik zei geen woord of ze
verstondon het, en ze konden me antwoor
den ook, waarachtig!
Als ik op een van het span zat, hoefde
ik soms maar te denken, wat ik van hem
wilde en hij deed het al, zonder dat ik
het zei:
Toen we van- Mons terug moesten trek
ken, viel er een granaat midden in onze
sectie. Een stukrijder vlak voor mij, werd
uit elkaar geslagen. Mijn stuk was onklaar
geraakt en ik kreeg bevel bij een ander
kanon te helpen. Toen ik op een ander
paard zat, 't gebeurde alles in een omme
zien zag ik mijn twee paarden op den
grond liggen trappelen en schoppen om los
te maken uit het tuig. Ik kon niet afstijgen
om ze te helpen en dat speet me geweldig.
Opeens zie ik een Franschen jager op
hen afsnellen, die de strengen doorsneed en
de paarden overeind hielp. Ik was al een
eind verder, doch keek steeds om naar mijn
beesten en ze zagen me zoodra ze op de
been waren.
Vier dagen lang hebben ze me gevolgd.
We kregen nauwelijks vijf minuten rust in
dien overhaasten marsch en ik kon ze niet
bereiken. Ze hadden niets te trekken, maar
bleven naast elkaar in de file als geoefen
de soldaten. Ze zagen me steeds en meer
malen vroeg ik me vol zelfverwijt af: wat
moeten de jongens wel denken van mij op
een ander paard? Werd er „halt" 1 gecom
mandeerd, dan zwaaide ik mijn hand om
hoog voor de verre vrienden en ze ston
den, mijn wenken beantwoordden ze met
hun trouwe koppen. Of ze te eten kregen!
ik weet het niet, ik hoop, dat zo niet van
uitputting neergevallen zijn doch op een
eewehschte richt inn voortbewogen'. Het is voor-1 zooals noodig is, om de zooveel sterkere tropi-morgen miste ik mijn paarden in den troep-
zien van een projector van 75 cM of van 90 cM„ -che belichting met hare scherpe contrasten tus- Wellicht zie ik ze nimmer terug!
duisternis troepcnafdeelingen te ontdekken.
WAT SOMMIGE BLOEMEN BETEEKENEN.
makkelijk te bewijzen.
Hangt men een donkerkleurige kogel naast
.pitna; llrliivr is, ran u ei:-
Eén van die namen, die dagelijks ge*
bruikt worden, zonder dat men eigenlijk de