rn. m m m I Jêjêm 9 m rn If m m *\m 'M KS SSa DAMRUBRIEK. BOEKBEOORDEELlNG RECHTSZAKEN."™" isM U INGEZONDEN» S. ma, ■worden gëachtr uoi£*ïier vau dua op neming van kosten te rekenen. .Iet kletn drongen deze leden er op aan er te gaan tot de instelling van een Baad :i Hooier Onderwijs, - waaronder de drie ijksuniversiteiten zonden ressorteeren ierrnede zou naar hun inzien de eerste p gezet worden om tot de noodzakelijke betering te geraken. Eeni.gc leden vroegen of, nu in deze te- nwoordige tijdsomstandigheden zooveel n 's Rijks financiën wordt gevorderd, er en aanleiding is, het algemeen geldend drag der bijdragen voor het volgen der sen aan de hoogescholen te herzien en ■or meer v rn ogenden een bedrag te hef- n, dat den kostenden prijs van het on- ierwijs naderbij komt. Anderzijds vond dit Senkbeeld bestrijding, op grond, dat aldus et standen verschil wordt gesanctionneerd. tgcen ook de verhouding onder de stu nten niet ten goede zou komen. Verscheidene leden drongen er ónder «tinne ring aan de vóór twee jaren in de er gehouden gedachtcnwisseling op an, dat de Regeering onverwijld maatrege- n zou nemen om1 verbetering te brengen do door vela~ gemeenten te karig bere is d i ouder wij zersjaarwedden. In het bijzonder wenschten eenige leden wijzen op de positie, waarin hoofden van holen en bezitters van de hoofdakte ten Kttenlande vrrkeeren. Andere leden meén- |fen dat het thans niet 't oogenblik is om cn ingrijpende 'regeling over te gaan. Bgrraagd werd voorts o.a. of herontwerp tor een na re wettelijke regeling der racktge den kan worden tegemoet gezien. S iniii ige-Leden wezen op de noodzakelijk- ei i om me grooterè voortvarendheid van ge de lichamelijke opvoeding te komen. ■•oude maatregelen zijn op dit gebied isclite 0:11 aan het gymnastiekonder- piaats tc geven waarop het aan- nag m^ien. rd uiteengezet dat het buitenland uiischiand en Zweden en ook Engeland) s tot ::ng strekt. Het. kwam dezen leden niet overbodig voor aandacht te vestigen op het groote aan- puyaieka omwikkeling neemt in de el ij kc vorming van het volk. Gewaar werd tegen de benauwende eischen Bei* en meer bij examens worden ge- 1 Spia: Er I versta: Behuwd !ke Sommige leden hoopten dat de Minister een subsidiepost voor den Ncderl. K Schoolraad zou uittrekken. Op eene n eer nattige samenstelling en leene moer practische inrichting van de Staatscour ant" werd voorts wederom aan- drongen. De aankondigingen zouden in be- nopter vorm moeten zijn vervat. Wordt d in voorts de „Staatscourant" voor Reg eer ings- jincdedeelingen van officieuzen aard georuikt en eene korte inhoudsopgave als ook in "et buitenland gebruikelijk is er aan toe- ^^Svoegd, dan ware dat blad, 'ïov.velk thans bij ve en onmiddellijk van de brievenbus naar de papiermand pleegt te verhuizen, tot een nuttig orgaan te maken, en zoude ongetwij- d het nadeelig saldo der kosten van uit gave belangrijk verminderen, zooal niet ver dwenen. ja zelfs in een bate voor de schat kist verkeeren. Gaarne werden sommige leden ingelicht ham de boterham haalt. Evenwel als u meent dat ik de voorziening moet aangeven wil ik dit gaarne doen, volgens de katholieke leer. E dankend voor de verleende plaatsruimte tEJ/w: dnr., E. yOETS. Mijnlieer de Redacteur. Verzoeke voor onderstaande regelen een plaatsje in uw veel gelezen blad, naar aan leiding van uw onderschrift op het Inge zonden stuk van den heer E Voets, bij voorbaat mijn dank. Ten eerste, mijnheer de Redacteur, daar gij schrijft dat niet alleen de werkman, maar ook de middenstander, de ambtenaar vooral, de druk der tijden gevoelen, met geen regeeringszorg, geen ongevallenwet, en geen pensioen, weet gij dan niet, mijn heer de Redacteur, dat er nog een belang rijke arbeidersklasse bestaat, die óók geen ongevallenwet hebben, ook geen pensioen, landarbeiders geheeten? En dan, is regee ringszorg niet voor alle Nederlanders zoowel arbeiders, als beambten, en ambtenaren? Gij doet het voorkomen als alleen voor arbeiders gemaakt. Met recht onderschrijf ik dan ook geheel de regelen van den heer E. V., omdat zij komen uit het hart van een arbeider, iets dat gelijkt op een noodkreet; gij weet niet mijnheer de Redacteur wat het is met een sober weekloontje rond te komen, iets wat zelfs in normale tijden een heksentoer was. Het is waar, wij hebben geen stand hoog te houden, de arbeidersstand is gauw te hoog, maar wat wij wel hebben is de mo- reele verplichting om te zorgen dat wij vrouw en kinderen van het noodige voedsel en ook kleeding kunnen voorzien, en dit juist gaat nu tot spijt van onze mannelijke eer tot he.t onmogelijke behooren; is het dan te verwonderen dat zij (de arbeiders) al de middelen te baat nemen, om dit van lien af te wenden, dus ook de pers ter hand nemen opdat de maatschappij wete hoe het met de arbeiders gesteld is, uit den mond der arbeiders zelve? Men moet het gevoeld hebben wat het is kinderen te hebben die men de noodige melk niet kan verschaffen, of vet in de hutspot met een lampje te zoeken. En daarom mijnheer de Redacteur eischt de arbeider van den staat dat deze zorge dat de arbeiders het hoogst noodige voedsel kunnen verschaffen, wil men niet dat de ar beiders aan ondervoeding hebben te lijden, hetgeen nu met deze levensmiddelenvoorzie ning wel het geval is. Men zorgt wél voor voldoende vet en vleeseh en andere levensmiddelen voor mili tairen en Belgische vluchtelingen, waarom dan niet voor die duizenden arbeiders in Nederland? Heeft de staat die moreele ver plichting niet? Opdat ook deze regelen bij mogen dragen om den druk der arbeiders te verlichten, achtend, EEN HANDARBEIDER. 'Wij hebben bij deze ingezonden stukken geen bijzondere kantteekeningen of aanmer kingen te maken. Als het alleen hierom te doen is, dat men' erkenne dat de arbeiders, of in het algemeen -wie ook, een behoorlijk levensonderhoud moeten hebben voor zich- omtrenl de bezuinigingsmaatregoien welke I eP ^unDen>wel, wie onzer zou ten aanzien van de uitgave der „Staatscou-niet doen? Wij kennen te dezen op j^.yeJjs«,All1e§f h'oe moelelijk het Is, pver socialë kwesties tnet arbeiders over'het alge meen te polemiseeren, daar er gemeenlijk dadelijk 'óf door gebruik van dezelfde ter men In andere beteekenis, of door het bij halen van vreemde kwesties en begrippen, verwarring in de discussie ontstaat. Wat wij hier, en ook de vorige maal onder het stuk van den heer V. schreven bedoelt dan ook geenszins dat wij het op de zaak welke de geachte inzenders eigenlijk bedoe len (kortweg: de brood vraag!) oneens zouden zijn, maar het is en was een poging om de begrippen duidelijk te omlijnen en definieeren, meer niet. Wij schijnen daarin' tot ons leedwezen niet geslaagd te zijn. Laten wij ten slotte nog dit zeggen, dat wij het ons als katholiek journalist onder meer ten plicht rekenen To. ook aan de ar beiders (niet alleen voor hen, want onze courant is er een voor allen 1) de gelegen heid te geven,, stééds hun bezwaren en wen- schen kenbaar te maken; 2o. óók voor de arbeiders-organisaties en inn rechtmatige verlangens den strijd mede te voeren; 3o. óók de belangen der arbeiders te helpen bevorderen. En daarom zal het ons een ge noegen doen, wanneer mannen als de heer V. en anderen de katholieke courant gebrui ken willen om kenbaar te maken wat er om gaat in de kringen der katholieke arbeiders! Dat kan tot niets anders leiden dan tot beter begrip ook bij anderen en tot juister waar deering van de gevoelens die in die kringen levenI En hiermee sluiten we dit, ètl te lange, onderschrift! Red. TO .ernjgs^peiangv,:^ea,d^gebeurtenis, en na een paar jaren riekte op 26-jartgen leeftijd stierf, zonder ooit „groote'* daden te hebben ?edaan, leert ons wel duidelijk waar de echte hristelijlce verdienste en de ware grootheid is verborgen!....: Het boek is buitengewoon leer zaam op dit punt, vol haast onbegrijpelijke levenswijsheid, en daarenboven onderhoudend en ook wat den vorm betreft, in alle opzichten i uPj?' Voor vrome zielen een prachtwerk tot stichting en leering, voor wereldsche geesten een boek dat stemt tot diepe overdenking. ,Di H- Ignatius van Loyola, door rrancis Thompson, vertaald door H. Koaypun S. J. Bij J, Dieben, firma J. Wvan Leeuwen, te Leiden Een nieuwe levensschets van St. Ignatius, maar zeker de beste die we ooit lazen. Misschien niet de meest-geoetailleerde, misschien ook niet de meest-uitgeplozene wat de levensbijzonder heden aangaat, en zeker niet de allerlangste de meest-uitgewerkfeMaar ongetwijfeld' de meest-menschelijke, als ik dat woord mag gebrui ken, de meest-karaktervolle, de meesi-overzien- bare,en tevens ook een stuk proza van literaire waarde, in mcoi-Hollandseh overge bracht door pater Kooyman. Ignatius en de eerste jaren der Sociëteit van Jezus leven voor u, als ge dit boek doorleest, Ignatius als intellectueel vooral, en de organisa tie van zijn Orde, en zijn groote medehelpers, vooral Franciscus Xaverius, en zijn werk voor de Kerk. Waarlijk, dit is een mooi, een heerlijk boek, geen „heiligenleven" in den gewonen zin des woords, geen saaie studie ook, nog minder een boek enkel voor kinderen, maar een onder houdend verhaal vol historische bizonderheden, „Tom Playfair" of: Hoe hij een wi}ze lessen, aardige en leerrijke episodes, en begin maakte. 2e Uitgave. Bij del no* least in voornamen, keurigen R.-K. Boek-Centrale Amsterdam, j ®kjl. De uitgever zorgde voor een even keurig kleed Wie nu voor zn jongens een leuk, een prettig en een portret van Ignatius door Jan Toorop en tevens uitnemend boek wenscht als Sint Nico-; naar Alonzo Sanchez Coello siert het boek. laascadeau, hij koope dit alleraardigste werk PROBLEEM No. 15. van „Het Centrum" Eerste publicatie.) y/Z///', van den Amerikaanschen Jezuïet Francis Finn, die het jongenshart zoo goed kent! 'Fis een prachtboek, zoo goed als het bekende „Percy Wynn" van denzelfden schrijver, dat als het vervolg van dit werk kan gerekend worden. Tom Playfair is geen heiligboontje, geen boekentype, maar een echte jongen, zij het ook naar onze opvattingen wat Amerikaansch, hij lééft voor u van het begin tot het einde, en hoe hij leeft is even onderhoudend ais leerrijk. Jongens, zoo'n boek met St. Nicolaas! „Tenochtitlan"Romantisch gesclüed- verhaal, door J. R. van der Lans. 2e Druk. Bij de R.-K. Boek-Centrale. Amsterdam. rant." s hi.'nen te zijn genomen- Voorts dron gen eenige leden aan op handiger formaat der Handelingen en op vroegere verschij ning van den index, op het Staatsblad. (Wordt vervolgd). 11 1 1 - Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aausprakelijk. Mijnheer de Redacteurl Vergun mij een klein repliekje op uw oii- zichte de uitnemende formuleering van wij len Paus Leo XHI in zijne Encyclieken te goed! Wij zijn het in dezen geheel met de inzenders eens en stellen het dus maar op rekening van ons bescheiden begripsvermo gen, dat we uit het eerste stuk van den heer V. lazen dat hij voor de arbeiders herstel van den „normalen toestand" van den Staat eischte. Intusschen meenen wij toch in alle be scheidenheid, dat èn door den Staat, èn door particulieren, èn door Steuncomité's èn door vereenigingen werkelijk heel wat wordt gedaan om in de uiterst buitengewone om rschrift. Ten eerste vermeen ik, dat het standigheden die de maatschappij doorleeft, Richt i? als katholiek, hem (of hij arbeider althans werkelijken nood te voorkómen, wel kleine middenstander heet) die het en... dat juist bij alles wat er gedaan iiepste in de moeras geraakt, het eerste uit wordt en gegeven en gezorgd, men toch wel Je trekken. En wie geraakt er naar uw meening het diepst in de schuld? Ten tweede kan u niet uit mijn stukje hebben gelezen, dat ik verlangde, dat alles E wederom normaal werd, doch wel de nood- za'ielijkelevensbehoeften of wel het voedsel. Ik meen dat en van Regeeringsvisch en Begeeringsgroenten de prijzen nog hooger zijn gesteld, dan nu de handelsprijs is, vindt u dat dan goed ingrijpen van onze Regee ring? Ten derde meen ik dat zoo de arbeider en kleine man meerdere koopkracht bezit, (of het is door vermindering der prijzen der noodzakelijke behoeften, of wel door hooger loon te eischenl dit den middenstander ten goede komt. Want lijdt de middenstander Öan niet het meest, door dat de grootste v massa geen koopkracht bezit? .Wat het ons land zal kosten, ik meen dat ze bij onze Regeering ook wel zullen weten waar Abra- het recht mist om te boud te spreken van „lapmiddeltjes", onz., ook al blijft natuur lijk het recht van strenge eritiek en afkeu ring van dezen of genen maatregel onge schonden. Dat laatste nu .hebben wij maar eens willen doen uitkomen in ons onder schrift. Wat de tweede inzender over „landarbei ders" opmerkt, gaat natuurlijk geheel buiten de door den heer V. opgeworpen kwestie heen, doch als wij hem hooren gewagen van „militairen en Belgische vluchtelingen" waar voor wèl gezorgd wordt enarbeiders waarvoor naar hij zegt niet gezorgd wordt, dan is de vraag of hier niet een bedenke lijke verwarring van denkbeelden oprijst, eigenlijk geen vraag meer! De geachte in zender wil toch de ondersteuning aan de Belgen gegeven, niet met het loon van den arbeider gaan gelijkstellen?... Intusschen maken wij van deze begripsverwarring den geachten inzender allerminst een verwijt: Dit boek is velen ouderen bekend. Van der Lans is een boeiend, belezen, smaakvol schrijver, van wien ik het altijd jammer heb gevonden, dat hij zijn groot verhaaltalent in de ephemeridische werkzaamheid van het joumalistenleven heeft begravenMaar toch heeft hij genoeg boeien de, prachtige verhalen van echt-katholieken opzet en talentvolle aankleeding in vroegere dagen geschreven, om nü nog altijd de hoop te doen voeden dat wij hem nog eens en dan liefst in de „Katholieke Illustratie", waaraan hij zoo veel van zijn groot talent heeft gegeven als romanschrijver zullen thogen weerzienl „Tenochtitlan" is een van de beste historisch- romantische verhalen van van der Lans: het is een schildering van de verovering van Mexico door Hernando Cortez, en tevens van den opgang der zon van het ware geloof in de heidensche duisternis van dat land. Het boek is boeiend, nleesleepend, onderhoudend geschreven, ik heb het als nieuw weer, achter elkaar, uitgelezen Een der besté herdrukken die in den laatsten tijd verschenen zijn! P.S. Op den omslag van dat boek (schut blad) staat als uitgeefster de N. V. R.-K. Boek- Centrale, op het titelblad evenwel staat als zoodanig de uitgever L. C. S. Malmberg te Nijmegenis dat niet wat vreemd? „Meer vreugdedoor Mgr. von Keppler. Bij C. L. van Langerthuijsen, Amsterdam, Rotterdam. 2e Druk. Een blij teeken dat van dit heerlijke boek, zoo vol gezonde lessen voor onzen tijd van verval en „Weltschmerz" vooral, al een 2e druk in 't Hollandsch noodig is. Dit boek is hier vroeger uitvoerig besproken en aangeprezen: wij kunnen dus volstaan met de aankondiging. Er bij ge voegd mag nog worden dat het allerprettigst is gedrukt en dat Jan Wiegman er een aardige, sprekende bandversiering voor teekende. „Lof van God's heerlijkheid"Herin neringen aan Zuster Elisabeth der H. Drieèenheid, ongeschoeide Carmelie- tes 1880—1906. Uit het Fransch door Corrie Louwerse. Bij G. Mosmans Zoon, 's-Hertogenbosch. Een levensschets van een heilige kloosterzuster uit onzen tijd, en tevens een prachtige beschrij ving en verheerlijking van 'het beschouwende leven in de kloosters, waarvan wijding en pieteit uitgaat. Dit jonge zustertje, dochter van een Fransch officier, dat na een eenvoudigen novicen- Tien sociale studiën voor Katholieke Werkgevers, door Prof. L. van Aken, pr. Bij C. H. Teulings, 's-Hertogenbosch. Dit zijn in een net omslag tien afzon derlijke essays, handig en duidelijk zoowel van inkleeding, van stofverdeeling, van inhoud,, als van uiterlijk. Prof. van Aken is in ons land op het stuk der patroonsorganisatie een man van invloed geworden, van gezag was hij dit reeds lang door de ijverige en volhardende, diepgaande en aanhoudende studie die hij aan dit stuk van sociaal leven heeft gewijd. Zijn tien „studiën" zijn bovenal practisch, geven lessen, aanwijzingen en regelen zóó dui delijk en uit het leven, dat geen enkel katholiek werkg'ever ze missen mag! Wat de 's-Hertogenbossche Kath. werkgevers viva voce bij de voordracht hebben gehoord, moge naklinken voor alle anderen in deze ge schriften, en nu die voordrachten kunnen en zullen geraadpleegd worden, als ware 't een handleiding, nu zullen ze nog méér en langer goed kunnen doen! Ontvangen boeken. Wij ontvingen nog een heelen stapel Fransche oorlogsliteratuur«trij dscKrif ten tegen de O uit- schers cn aanklachten tegen de „barbaren", Onder allerlei propagandalectuur, waarvan wij een deel gracieuselijk danken aan den heer J. H. Sauveur, consulair agent van Frankrijk te dezer stede, noemen wij als voornaamste ge schriften Henri Lavedan: Les Grandes Heures Victor Giraud: Le Miracle Francais. J. Jaquier: Le Protestantisme allemand. Ardant c. s.: l'Eveil de l'ame frangaise. O. Langlois: Le Clergé, les Catholiques et la Guerre. C. Begotten: La Guerre devant la conscience catholique. B. Gaudeati: Le danger pour l'église est en Allemagne. Daar wij ook van de Duitsche strijdschriften geen besprekingen, noch minder beoordeelingen hebben gegeven, volstaan wij ook voor deze Fransche tendenz-lectuur met een korte aankon diging. MISHANDELING VAN EEN SCHILDWACHT. De rechtbank te Groningen heeft Jan Niezwaag, J»c* Duitscher, Joh. Duitscher en Geert Bonder wegens mishandeling van den schildwacht J. Marijnissen, die bij een voor de Engelsche geïnterneerden verboden café op post stond, ieder tot 2% jaar gevangenisstraf ver oordeeld, overeenkomstig den eisch van het O. M. FAILLISSEMENTEN. Failliet verklaard: 5 Nov. J. J. Onnes, theehandelaar, Groningen. 11 Nov. A. O. Spoorenberg, directeur eener zeepfabriek, Nijmegen. ZW22rt272 9Sh^9en °P£' 5' 8' I!' 13' 1?' I8> \Y7 i t V- en 37' ao ^Ch&'en °P 10> 14> 24> 29> 30 35, 39 dy. 41, 43, 47 en 48. PROBLEEM No. 16, van „Het Centrum". (Eerste publicatie.) 16 £6 36 35 15 Zwart 13 schijven op 7, 8, 12, 13, 14, 13. 19, 22, 23, 24, 26, 30 en 36. Wit 14 schijven op 21, 27, 32, 33, 35, 38, 39, 40, 41, 43, 44, 47, 49 en 50. Oplossingen dezer problemen worden gaarne ingewacht uiterlijk Maandag 29 November 1915. Oplossing van Probleem No. 11 van den auteur: Wit 26—21, 21—17, 27—21, 37—31, 39—34, 38—32, 42:21! Bij-oplossing: 26—21, 39—34, 31—26, 38— 32, 42:2!! Oplossing van Probleem No 12 van den auteur: Wit 32—28, 33—29. 27:38, 38—32, 50—44, 48—42. 31:21! Ooede oplossingen ontvangen van de boeren: J. van Looij J, Meijer, W. J. A. Matla, B. Fransman, A. Kuijpers, Jb. Mettes, allen te Haarlem; N. v. d. Poel, J. H Hilders en H. v. d. Geest, te Lisse, en J. Roosloot te Heemskerk. De Haarlemsche Damclub houdt haar bijeen komsten des Maandagsavonds van 8 tot 12 uur in de bovenzaal van Café „de Korenbeurs", Spaarne 36. Liefhebbers van het Damspel zijg daar welkom. Alle correspondentie deze Rubriek betreffende gelieve men te zenden aan den heer H. W. Zit man, Harmen Jansweg 63 CORRESPONDENTIE. A. K„ alhier. Uwe opmerking is juist, waar voor mijn dank. J. R., te H. Uwe oplossingen zijn goed. Mag ik u in het vervolg steeds bij de goede oplossers vinden? DAMMEN. Zondagmiddag te 2 uur had in de bovenzaal van Café „de Korenbeurs", Spaarne 36, de Return-match plaats tusschen de Damclub „Door Oefening Sterk (Amsterdam), en da „Haarlemsche Damclub". De uitslag is als volgt: D. O. S.: M. Koperberg 1, B. Springer Jr. 2, J. Groenteman Sr. 2, J Groenteman Jr 0, A. Cardozo 1, J. Pinto 2, J. Ereira 1, S. Ereira 2, L. Onderwijzer 2, S. Waas 0. H. D.: M. ten Brink 1, A. Zijlstra 0, P. J. Eijpe 0, H. W. Zitman 2, W. B. J. Pippijn 1, C Serodini O, J. Lycklama 1, J. van Looij O, F. Th. Timmer 0, W. J. van Dartelen 2. Vorige stand: D. O. S. 12 punten, H. D. 8 punten, zoodat D. O. S. den geheelen wedstrijd won met 2515 punten. Paul boog diep voor haar en kuete haar /eebterhand. Mag ik u mevrouw Bailey voorstellen, jn lieve peettante, zeide hij. En Sylvia ide dat een paar doordringende, maar onvriendelijke oogen haar onderzoekend jpuainen.een paar oogen, die diep in ïr.n kassen wegzonken en dof van ouderdom iren en die toclh misschien, meer opmerk- j dan menig jong oog. De oude markiezin knikte Paul toe en ea- men wandeld enzij langzaam den tuin in in de richting van een lommerrijken laan. Voor het eerst waren Sylvia en Marie-Anne 4'Eglemont met elkaar. Ik ben blij dat ik u nu eena kan be- Ênken voor uw vriendelijkheid jegens mijn men Paul, zei dehertogin zacht en aarze- ad. U hebt zooveel invloed op hem, fcievrouw. Sylvia aehudde het hoofd. O, ja, zeker, dat hebt u!.... Zij zag Syl- /ia Bmeekend aan. U weet wat ik bedoel I |J vreet wat ik u vragen wilde! Mijn man jou Paul werk kunnen bezorgen, werk dat prettig k>u vinden, want hij houdt bij- *°ll(~er VRtt paarden. Als hjj die .vree- teluke verslaafdheid aan.... die passie voor et spel maar van zich kon schudden. Zij zweeg plotseling, want Paul en de fu'ie dame hadden hun wandeling geëindigd in waren op 't punt weer binnen te komen. Sylvia stond werktuigelijk op, want de oude markiezin had iets over zieh, dat groe ten eerbied afdwong. Blijf zitten, mevrouw! zeide zij gebie dend. En Sylvia gehoorzaamde gedwee. De oude dame zag de Engelsche goedkeu- dend aan, omhelsde baar hartelijk en onder hield zieh met Sylvia en de anderen een poosje alleraangenaamst. HOOFDSTUK XIV. De dag na haar gedenkwaardig uitstapje ,naar Parijs begon aangenaam voor Sylvia I Bailey, ofschoon het wei vreemd was, zoo stil en somber als de V illa du Lac haar leek zonder Paul- de Virieu. Maar morgen zou hij terugkomen en over morgen zouden zij samen gaan paardrijden. Weer ging zij iu haar herinnering iedere minuut na van de twee uren, die zij in het groote huis in den Faubourg St. Germain had doorgebracht. Hoe vriendelijk waren die twee dames voor haar geweest, Paul's sympathieke zus ter en 't kleine, aristocratische, sprookjes achtige markiezinnetje, dat 'zijn petemoe ;was. Maar toch was de houding der herto gin utierst vormelijk, bijna plechtstatig; en wat de ander betreft.... Sylvia voelde nog dien doffen en toch zoo zeldzaam vorschen- dep blik op zich rneten en zii vroerr zich af welken indruk zij wel gemaakt zou hebben op die oude markiezin. Langzamerhand begon zij te vinden, dat het tijd werd weer eens een teeken van le- Iven te geven aan Anna Wolsky. De lange 'middag en de avond, die er voor haar la gen, beloofden saai voor haar te zullen zijn en dus schreef zij Anna een briefje, waarin zij haar voorstelde samen een ritje te ma- Iken naar het bosch van Montmorency. Zij ^wist dat Anna dergelijke ritjes vervelend 'vond, maar daar zij toch'niet naar het Ca sino zou gaan, zou dit toch beter zijn dan niets uit te voeren. En nu zat Sylvia voor bet raam van haar slaapkamer en wachtte op Annas antwoord. Zij had het briefje even voor de lunch door een dienstman naar het Pension Malfait 'laten brengen en zij bad dus reeds antwoord kunnen hebben. j Na den rit zouden zij en Anna samen een jvisite kunuou maken aan de Wachners en hun aanbieden met haar mee te rijden naar het Casino. En de gedachte aan de VVach- ners deed opeens een gevoel van spijt in haar opkomen, dat Paul zoo trotüdh was. Hij 'scheen bepaald iets tegen de Wachners te hebben. Als bij hen in 't Casino zag, groette hij hen hoogstens mot een lichte hoofdbui ging. 'tW'as geen»wonder, dat mevrouw Wacbner zieh zoo ongunstig over hem uit liet. Sylvia had een zeer eerlijk karakter en I zij zeide hij- ziehzelf, dat die twee menschen die Paul zulk een Instinctmatige afkeer in boezemden, toeh zoo iets echt guls en goed hartigs hadden. Altijd zou zij dankbaar blij ven voor de bereidwilligheid, waarmee me vrouw Wachner haar en Anna de eerste da gen van haar verblijf in Lacville omtrent alles had ingelicht en haar op de hoogte had gebracht van allerlei bijzonderheden van de plaats zelf en van het Casino. Gister nog! Hoe hartelijk waren de Wach ners toen nog geweest, toen zij Anna aanzet ten bij hen te komen soupeeren, terwijl Syl- 1 via in Parijs zou zijn. j Op dat oogenblik werd er geklopt en Syl via sprong op. Zeker was het Anaa zelf, die' haar het antwoord op het briefje kwam jbrengen. Binneul riep Sylvia in het Engelsen. Er volgde een korte stilte. Toen werd er weer gelopt. Dan was 't Anna niet! j Entrez! De dienstman, die Sylvia's briefje naar 'het Pension Malfait had gebracht, trad nu 'binnen. Tot haar groote verbazing bracht hij den brief terug. De enveloppe was openge scheurd en met haai* eigen brief vond zij er een velletje goedkoop postpapier in, waar 'met potlood do woorden „mevrouw Wolsky is vertrokken" op gekrabbeld waren, i Sylvia zag op. „Vertrokken!".... Z.ij wist niet wat zij hiervan moest denken. Zeker bedoelde men „uitgegaan". Misschien was Anna naar Parijs gegaan om het door baar gewonnen geld naftr een Bank te brengen. Dus mevrouw Wolsky was uit! vroeg zij. Mevrouw Wolsky heeft het pension Malfait verlaten, zei de man kortaf. Me vrouw is vertrokken. Dat moet een vergissing zijn! riep Syl via nit. Mijn vriendin zou Lacville nooit verlaten zonder het eeret aan mij te vertel len. Maar ik heb gezegd dat er een auto voor is, zoo»!® u me gezegd had, vervolgd* de man. Zij betaalde hem en ging haastig naar be neden. Wat eeh vreemd» vergissing! Het was onmogelijk;, dat Anna Lacville kon heb ben verlaten zonder er haar iet» van te zeg* gen. Maar daar zü nu toch een automobiel tot haar beschikking had, zou zij zelf even naar Pension Malfait rijden en vragen wat die boodschap beteekende en ook waarom men baar brief aan Anna had geopend. Als Anna werkelijk-voor een dag naar Par rijs was, bleef haar niets andere te doen over dan alleen haar ritje te maken. Ho» vooruitzicht lachte haar niet bijzonder toe, maar bet was toch beter dan om dien beo- len middag op iiaar kflinor of zolfs in doil, tuin te zitten- j (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 6