rn. m m m
I
Jêjêm 9 m
rn If m m
*\m 'M KS SSa
DAMRUBRIEK.
BOEKBEOORDEELlNG
RECHTSZAKEN."™"
isM
U
INGEZONDEN»
S.
ma,
■worden gëachtr uoi£*ïier vau dua op
neming van kosten te rekenen.
.Iet kletn drongen deze leden er op aan
er te gaan tot de instelling van een Baad
:i Hooier Onderwijs, - waaronder de drie
ijksuniversiteiten zonden ressorteeren
ierrnede zou naar hun inzien de eerste
p gezet worden om tot de noodzakelijke
betering te geraken.
Eeni.gc leden vroegen of, nu in deze te-
nwoordige tijdsomstandigheden zooveel
n 's Rijks financiën wordt gevorderd, er
en aanleiding is, het algemeen geldend
drag der bijdragen voor het volgen der
sen aan de hoogescholen te herzien en
■or meer v rn ogenden een bedrag te hef-
n, dat den kostenden prijs van het on-
ierwijs naderbij komt. Anderzijds vond dit
Senkbeeld bestrijding, op grond, dat aldus
et standen verschil wordt gesanctionneerd.
tgcen ook de verhouding onder de stu
nten niet ten goede zou komen.
Verscheidene leden drongen er ónder
«tinne ring aan de vóór twee jaren in de
er gehouden gedachtcnwisseling op
an, dat de Regeering onverwijld maatrege-
n zou nemen om1 verbetering te brengen
do door vela~ gemeenten te karig bere
is d i ouder wij zersjaarwedden.
In het bijzonder wenschten eenige leden
wijzen op de positie, waarin hoofden van
holen en bezitters van de hoofdakte ten
Kttenlande vrrkeeren. Andere leden meén-
|fen dat het thans niet 't oogenblik is om
cn ingrijpende 'regeling over te gaan.
Bgrraagd werd voorts o.a. of herontwerp
tor een na re wettelijke regeling der
racktge den kan worden tegemoet gezien.
S iniii ige-Leden wezen op de noodzakelijk-
ei i om me grooterè voortvarendheid van
ge de lichamelijke opvoeding te
komen.
■•oude maatregelen zijn op dit gebied
isclite 0:11 aan het gymnastiekonder-
piaats tc geven waarop het aan-
nag m^ien.
rd uiteengezet dat het buitenland
uiischiand en Zweden en ook Engeland)
s tot ::ng strekt.
Het. kwam dezen leden niet overbodig voor
aandacht te vestigen op het groote aan-
puyaieka omwikkeling neemt in de
el ij kc vorming van het volk. Gewaar
werd tegen de benauwende eischen
Bei* en meer bij examens worden ge-
1
Spia:
Er
I versta:
Behuwd
!ke
Sommige leden hoopten dat de Minister
een subsidiepost voor den Ncderl.
K Schoolraad zou uittrekken.
Op eene n eer nattige samenstelling en
leene moer practische inrichting van de
Staatscour ant" werd voorts wederom aan-
drongen. De aankondigingen zouden in be-
nopter vorm moeten zijn vervat. Wordt d in
voorts de „Staatscourant" voor Reg eer ings-
jincdedeelingen van officieuzen aard georuikt
en eene korte inhoudsopgave als ook in
"et buitenland gebruikelijk is er aan toe-
^^Svoegd, dan ware dat blad, 'ïov.velk thans
bij ve en onmiddellijk van de brievenbus naar
de papiermand pleegt te verhuizen, tot een
nuttig orgaan te maken, en zoude ongetwij-
d het nadeelig saldo der kosten van uit
gave belangrijk verminderen, zooal niet ver
dwenen. ja zelfs in een bate voor de schat
kist verkeeren.
Gaarne werden sommige leden ingelicht
ham de boterham haalt. Evenwel als u meent
dat ik de voorziening moet aangeven wil ik
dit gaarne doen, volgens de katholieke leer.
E dankend voor de verleende plaatsruimte
tEJ/w: dnr.,
E. yOETS.
Mijnlieer de Redacteur.
Verzoeke voor onderstaande regelen een
plaatsje in uw veel gelezen blad, naar aan
leiding van uw onderschrift op het Inge
zonden stuk van den heer E Voets, bij
voorbaat mijn dank.
Ten eerste, mijnheer de Redacteur, daar
gij schrijft dat niet alleen de werkman,
maar ook de middenstander, de ambtenaar
vooral, de druk der tijden gevoelen, met
geen regeeringszorg, geen ongevallenwet, en
geen pensioen, weet gij dan niet, mijn
heer de Redacteur, dat er nog een belang
rijke arbeidersklasse bestaat, die óók geen
ongevallenwet hebben, ook geen pensioen,
landarbeiders geheeten? En dan, is regee
ringszorg niet voor alle Nederlanders zoowel
arbeiders, als beambten, en ambtenaren? Gij
doet het voorkomen als alleen voor arbeiders
gemaakt.
Met recht onderschrijf ik dan ook geheel
de regelen van den heer E. V., omdat zij
komen uit het hart van een arbeider, iets
dat gelijkt op een noodkreet; gij weet niet
mijnheer de Redacteur wat het is met een
sober weekloontje rond te komen, iets wat
zelfs in normale tijden een heksentoer was.
Het is waar, wij hebben geen stand hoog
te houden, de arbeidersstand is gauw te
hoog, maar wat wij wel hebben is de mo-
reele verplichting om te zorgen dat wij
vrouw en kinderen van het noodige voedsel
en ook kleeding kunnen voorzien, en dit
juist gaat nu tot spijt van onze mannelijke
eer tot he.t onmogelijke behooren; is het
dan te verwonderen dat zij (de arbeiders) al
de middelen te baat nemen, om dit van lien
af te wenden, dus ook de pers ter hand
nemen opdat de maatschappij wete hoe het
met de arbeiders gesteld is, uit den mond
der arbeiders zelve?
Men moet het gevoeld hebben wat het is
kinderen te hebben die men de noodige
melk niet kan verschaffen, of vet in de
hutspot met een lampje te zoeken.
En daarom mijnheer de Redacteur eischt
de arbeider van den staat dat deze zorge
dat de arbeiders het hoogst noodige voedsel
kunnen verschaffen, wil men niet dat de ar
beiders aan ondervoeding hebben te lijden,
hetgeen nu met deze levensmiddelenvoorzie
ning wel het geval is.
Men zorgt wél voor voldoende vet en
vleeseh en andere levensmiddelen voor mili
tairen en Belgische vluchtelingen, waarom
dan niet voor die duizenden arbeiders in
Nederland? Heeft de staat die moreele ver
plichting niet? Opdat ook deze regelen bij
mogen dragen om den druk der arbeiders
te verlichten, achtend,
EEN HANDARBEIDER.
'Wij hebben bij deze ingezonden stukken
geen bijzondere kantteekeningen of aanmer
kingen te maken. Als het alleen hierom te
doen is, dat men' erkenne dat de arbeiders,
of in het algemeen -wie ook, een behoorlijk
levensonderhoud moeten hebben voor zich-
omtrenl de bezuinigingsmaatregoien welke I eP ^unDen>wel, wie onzer zou
ten aanzien van de uitgave der „Staatscou-niet doen? Wij kennen te dezen op
j^.yeJjs«,All1e§f h'oe moelelijk het Is, pver
socialë kwesties tnet arbeiders over'het alge
meen te polemiseeren, daar er gemeenlijk
dadelijk 'óf door gebruik van dezelfde ter
men In andere beteekenis, of door het bij
halen van vreemde kwesties en begrippen,
verwarring in de discussie ontstaat.
Wat wij hier, en ook de vorige maal onder
het stuk van den heer V. schreven bedoelt
dan ook geenszins dat wij het op de zaak
welke de geachte inzenders eigenlijk bedoe
len (kortweg: de brood vraag!) oneens
zouden zijn, maar het is en was een poging
om de begrippen duidelijk te omlijnen en
definieeren, meer niet. Wij schijnen daarin'
tot ons leedwezen niet geslaagd te zijn.
Laten wij ten slotte nog dit zeggen, dat
wij het ons als katholiek journalist onder
meer ten plicht rekenen To. ook aan de ar
beiders (niet alleen voor hen, want onze
courant is er een voor allen 1) de gelegen
heid te geven,, stééds hun bezwaren en wen-
schen kenbaar te maken; 2o. óók voor de
arbeiders-organisaties en inn rechtmatige
verlangens den strijd mede te voeren; 3o.
óók de belangen der arbeiders te helpen
bevorderen. En daarom zal het ons een ge
noegen doen, wanneer mannen als de heer
V. en anderen de katholieke courant gebrui
ken willen om kenbaar te maken wat er om
gaat in de kringen der katholieke arbeiders!
Dat kan tot niets anders leiden dan tot beter
begrip ook bij anderen en tot juister waar
deering van de gevoelens die in die kringen
levenI En hiermee sluiten we dit, ètl te
lange, onderschrift! Red.
TO .ernjgs^peiangv,:^ea,d^gebeurtenis,
en na een paar jaren riekte op 26-jartgen leeftijd
stierf, zonder ooit „groote'* daden te hebben
?edaan, leert ons wel duidelijk waar de echte
hristelijlce verdienste en de ware grootheid is
verborgen!....: Het boek is buitengewoon leer
zaam op dit punt, vol haast onbegrijpelijke
levenswijsheid, en daarenboven onderhoudend
en ook wat den vorm betreft, in alle opzichten
i uPj?' Voor vrome zielen een prachtwerk tot
stichting en leering, voor wereldsche geesten een
boek dat stemt tot diepe overdenking.
,Di H- Ignatius van Loyola, door
rrancis Thompson, vertaald door H.
Koaypun S. J. Bij J, Dieben, firma
J. Wvan Leeuwen, te Leiden
Een nieuwe levensschets van St. Ignatius,
maar zeker de beste die we ooit lazen. Misschien
niet de meest-geoetailleerde, misschien ook niet
de meest-uitgeplozene wat de levensbijzonder
heden aangaat, en zeker niet de allerlangste de
meest-uitgewerkfeMaar ongetwijfeld' de
meest-menschelijke, als ik dat woord mag gebrui
ken, de meest-karaktervolle, de meesi-overzien-
bare,en tevens ook een stuk proza van
literaire waarde, in mcoi-Hollandseh overge
bracht door pater Kooyman.
Ignatius en de eerste jaren der Sociëteit van
Jezus leven voor u, als ge dit boek doorleest,
Ignatius als intellectueel vooral, en de organisa
tie van zijn Orde, en zijn groote medehelpers,
vooral Franciscus Xaverius, en zijn werk voor
de Kerk.
Waarlijk, dit is een mooi, een heerlijk boek,
geen „heiligenleven" in den gewonen zin des
woords, geen saaie studie ook, nog minder
een boek enkel voor kinderen, maar een onder
houdend verhaal vol historische bizonderheden,
„Tom Playfair" of: Hoe hij een wi}ze lessen, aardige en leerrijke episodes, en
begin maakte. 2e Uitgave. Bij del no* least in voornamen, keurigen
R.-K. Boek-Centrale Amsterdam, j ®kjl.
De uitgever zorgde voor een even keurig kleed
Wie nu voor zn jongens een leuk, een prettig en een portret van Ignatius door Jan Toorop
en tevens uitnemend boek wenscht als Sint Nico-; naar Alonzo Sanchez Coello siert het boek.
laascadeau, hij koope dit alleraardigste werk
PROBLEEM No. 15.
van „Het Centrum"
Eerste publicatie.)
y/Z///',
van den Amerikaanschen Jezuïet Francis Finn,
die het jongenshart zoo goed kent! 'Fis een
prachtboek, zoo goed als het bekende „Percy
Wynn" van denzelfden schrijver, dat als het
vervolg van dit werk kan gerekend worden. Tom
Playfair is geen heiligboontje, geen boekentype,
maar een echte jongen, zij het ook naar onze
opvattingen wat Amerikaansch, hij lééft voor
u van het begin tot het einde, en hoe hij leeft
is even onderhoudend ais leerrijk. Jongens, zoo'n
boek met St. Nicolaas!
„Tenochtitlan"Romantisch gesclüed-
verhaal, door J. R. van der Lans.
2e Druk. Bij de R.-K. Boek-Centrale.
Amsterdam.
rant." s hi.'nen te zijn genomen- Voorts dron
gen eenige leden aan op handiger formaat
der Handelingen en op vroegere verschij
ning van den index, op het Staatsblad.
(Wordt vervolgd).
11 1 1 -
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aausprakelijk.
Mijnheer de Redacteurl
Vergun mij een klein repliekje op uw oii-
zichte de uitnemende formuleering van wij
len Paus Leo XHI in zijne Encyclieken te
goed! Wij zijn het in dezen geheel met de
inzenders eens en stellen het dus maar op
rekening van ons bescheiden begripsvermo
gen, dat we uit het eerste stuk van den
heer V. lazen dat hij voor de arbeiders
herstel van den „normalen toestand" van den
Staat eischte.
Intusschen meenen wij toch in alle be
scheidenheid, dat èn door den Staat, èn
door particulieren, èn door Steuncomité's èn
door vereenigingen werkelijk heel wat wordt
gedaan om in de uiterst buitengewone om
rschrift. Ten eerste vermeen ik, dat het standigheden die de maatschappij doorleeft,
Richt i? als katholiek, hem (of hij arbeider althans werkelijken nood te voorkómen,
wel kleine middenstander heet) die het en... dat juist bij alles wat er gedaan
iiepste in de moeras geraakt, het eerste uit wordt en gegeven en gezorgd, men toch wel
Je trekken.
En wie geraakt er naar uw meening het
diepst in de schuld?
Ten tweede kan u niet uit mijn stukje
hebben gelezen, dat ik verlangde, dat alles
E wederom normaal werd, doch wel de nood-
za'ielijkelevensbehoeften of wel het voedsel.
Ik meen dat en van Regeeringsvisch en
Begeeringsgroenten de prijzen nog hooger
zijn gesteld, dan nu de handelsprijs is, vindt
u dat dan goed ingrijpen van onze Regee
ring?
Ten derde meen ik dat zoo de arbeider en
kleine man meerdere koopkracht bezit, (of
het is door vermindering der prijzen der
noodzakelijke behoeften, of wel door hooger
loon te eischenl dit den middenstander ten
goede komt. Want lijdt de middenstander
Öan niet het meest, door dat de grootste
v massa geen koopkracht bezit? .Wat het ons
land zal kosten, ik meen dat ze bij onze
Regeering ook wel zullen weten waar Abra-
het recht mist om te boud te spreken van
„lapmiddeltjes", onz., ook al blijft natuur
lijk het recht van strenge eritiek en afkeu
ring van dezen of genen maatregel onge
schonden. Dat laatste nu .hebben wij maar
eens willen doen uitkomen in ons onder
schrift.
Wat de tweede inzender over „landarbei
ders" opmerkt, gaat natuurlijk geheel buiten
de door den heer V. opgeworpen kwestie
heen, doch als wij hem hooren gewagen van
„militairen en Belgische vluchtelingen" waar
voor wèl gezorgd wordt enarbeiders
waarvoor naar hij zegt niet gezorgd wordt,
dan is de vraag of hier niet een bedenke
lijke verwarring van denkbeelden oprijst,
eigenlijk geen vraag meer! De geachte in
zender wil toch de ondersteuning aan de
Belgen gegeven, niet met het loon van den
arbeider gaan gelijkstellen?... Intusschen
maken wij van deze begripsverwarring den
geachten inzender allerminst een verwijt:
Dit boek is velen ouderen bekend. Van der
Lans is een boeiend, belezen, smaakvol schrijver,
van wien ik het altijd jammer heb gevonden, dat
hij zijn groot verhaaltalent in de ephemeridische
werkzaamheid van het joumalistenleven heeft
begravenMaar toch heeft hij genoeg boeien
de, prachtige verhalen van echt-katholieken opzet
en talentvolle aankleeding in vroegere dagen
geschreven, om nü nog altijd de hoop te doen
voeden dat wij hem nog eens en dan liefst
in de „Katholieke Illustratie", waaraan hij zoo
veel van zijn groot talent heeft gegeven als
romanschrijver zullen thogen weerzienl
„Tenochtitlan" is een van de beste historisch-
romantische verhalen van van der Lans: het is
een schildering van de verovering van Mexico
door Hernando Cortez, en tevens van den opgang
der zon van het ware geloof in de heidensche
duisternis van dat land. Het boek is boeiend,
nleesleepend, onderhoudend geschreven, ik
heb het als nieuw weer, achter elkaar, uitgelezen
Een der besté herdrukken die in den laatsten
tijd verschenen zijn!
P.S. Op den omslag van dat boek (schut
blad) staat als uitgeefster de N. V. R.-K. Boek-
Centrale, op het titelblad evenwel staat als
zoodanig de uitgever L. C. S. Malmberg te
Nijmegenis dat niet wat vreemd?
„Meer vreugdedoor Mgr. von
Keppler. Bij C. L. van Langerthuijsen,
Amsterdam, Rotterdam. 2e Druk.
Een blij teeken dat van dit heerlijke boek, zoo
vol gezonde lessen voor onzen tijd van verval
en „Weltschmerz" vooral, al een 2e druk in
't Hollandsch noodig is. Dit boek is hier vroeger
uitvoerig besproken en aangeprezen: wij kunnen
dus volstaan met de aankondiging. Er bij ge
voegd mag nog worden dat het allerprettigst
is gedrukt en dat Jan Wiegman er een aardige,
sprekende bandversiering voor teekende.
„Lof van God's heerlijkheid"Herin
neringen aan Zuster Elisabeth der
H. Drieèenheid, ongeschoeide Carmelie-
tes 1880—1906. Uit het Fransch door
Corrie Louwerse. Bij G. Mosmans
Zoon, 's-Hertogenbosch.
Een levensschets van een heilige kloosterzuster
uit onzen tijd, en tevens een prachtige beschrij
ving en verheerlijking van 'het beschouwende
leven in de kloosters, waarvan wijding en pieteit
uitgaat. Dit jonge zustertje, dochter van een
Fransch officier, dat na een eenvoudigen novicen-
Tien sociale studiën voor Katholieke
Werkgevers, door Prof. L. van Aken,
pr. Bij C. H. Teulings, 's-Hertogenbosch.
Dit zijn in een net omslag tien afzon
derlijke essays, handig en duidelijk zoowel
van inkleeding, van stofverdeeling, van inhoud,,
als van uiterlijk.
Prof. van Aken is in ons land op het stuk
der patroonsorganisatie een man van invloed
geworden, van gezag was hij dit reeds lang
door de ijverige en volhardende, diepgaande en
aanhoudende studie die hij aan dit stuk van
sociaal leven heeft gewijd.
Zijn tien „studiën" zijn bovenal practisch,
geven lessen, aanwijzingen en regelen zóó dui
delijk en uit het leven, dat geen enkel
katholiek werkg'ever ze missen mag!
Wat de 's-Hertogenbossche Kath. werkgevers
viva voce bij de voordracht hebben gehoord,
moge naklinken voor alle anderen in deze ge
schriften, en nu die voordrachten kunnen en
zullen geraadpleegd worden, als ware 't een
handleiding, nu zullen ze nog méér en langer
goed kunnen doen!
Ontvangen boeken.
Wij ontvingen nog een heelen stapel Fransche
oorlogsliteratuur«trij dscKrif ten tegen de O uit-
schers cn aanklachten tegen de „barbaren",
Onder allerlei propagandalectuur, waarvan
wij een deel gracieuselijk danken aan den heer
J. H. Sauveur, consulair agent van Frankrijk
te dezer stede, noemen wij als voornaamste ge
schriften
Henri Lavedan: Les Grandes Heures
Victor Giraud: Le Miracle Francais.
J. Jaquier: Le Protestantisme allemand.
Ardant c. s.: l'Eveil de l'ame frangaise.
O. Langlois: Le Clergé, les Catholiques et la
Guerre.
C. Begotten: La Guerre devant la conscience
catholique.
B. Gaudeati: Le danger pour l'église est en
Allemagne.
Daar wij ook van de Duitsche strijdschriften
geen besprekingen, noch minder beoordeelingen
hebben gegeven, volstaan wij ook voor deze
Fransche tendenz-lectuur met een korte aankon
diging.
MISHANDELING VAN EEN
SCHILDWACHT.
De rechtbank te Groningen heeft Jan
Niezwaag, J»c* Duitscher, Joh. Duitscher en
Geert Bonder wegens mishandeling van den
schildwacht J. Marijnissen, die bij een voor de
Engelsche geïnterneerden verboden café op post
stond, ieder tot 2% jaar gevangenisstraf ver
oordeeld, overeenkomstig den eisch van het
O. M.
FAILLISSEMENTEN.
Failliet verklaard: 5 Nov. J. J. Onnes,
theehandelaar, Groningen.
11 Nov. A. O. Spoorenberg, directeur eener
zeepfabriek, Nijmegen.
ZW22rt272 9Sh^9en °P£' 5' 8' I!' 13' 1?' I8>
\Y7 i t V- en 37'
ao ^Ch&'en °P 10> 14> 24> 29> 30 35, 39
dy. 41, 43, 47 en 48.
PROBLEEM No. 16,
van „Het Centrum".
(Eerste publicatie.)
16
£6
36
35
15
Zwart 13 schijven op 7, 8, 12, 13, 14, 13.
19, 22, 23, 24, 26, 30 en 36.
Wit 14 schijven op 21, 27, 32, 33, 35, 38,
39, 40, 41, 43, 44, 47, 49 en 50.
Oplossingen dezer problemen worden gaarne
ingewacht uiterlijk Maandag 29 November 1915.
Oplossing van Probleem No. 11 van den
auteur:
Wit 26—21, 21—17, 27—21, 37—31, 39—34,
38—32, 42:21!
Bij-oplossing: 26—21, 39—34, 31—26, 38—
32, 42:2!!
Oplossing van Probleem No 12 van den
auteur:
Wit 32—28, 33—29. 27:38, 38—32, 50—44,
48—42. 31:21!
Ooede oplossingen ontvangen van de boeren:
J. van Looij J, Meijer, W. J. A. Matla, B.
Fransman, A. Kuijpers, Jb. Mettes, allen te
Haarlem; N. v. d. Poel, J. H Hilders en H. v. d.
Geest, te Lisse, en J. Roosloot te Heemskerk.
De Haarlemsche Damclub houdt haar bijeen
komsten des Maandagsavonds van 8 tot 12 uur
in de bovenzaal van Café „de Korenbeurs",
Spaarne 36. Liefhebbers van het Damspel zijg
daar welkom.
Alle correspondentie deze Rubriek betreffende
gelieve men te zenden aan den heer H. W. Zit
man, Harmen Jansweg 63
CORRESPONDENTIE.
A. K„ alhier. Uwe opmerking is juist, waar
voor mijn dank.
J. R., te H. Uwe oplossingen zijn goed. Mag
ik u in het vervolg steeds bij de goede oplossers
vinden?
DAMMEN.
Zondagmiddag te 2 uur had in de bovenzaal
van Café „de Korenbeurs", Spaarne 36, de
Return-match plaats tusschen de Damclub
„Door Oefening Sterk (Amsterdam), en da
„Haarlemsche Damclub". De uitslag is als
volgt:
D. O. S.: M. Koperberg 1, B. Springer Jr. 2,
J. Groenteman Sr. 2, J Groenteman Jr 0,
A. Cardozo 1, J. Pinto 2, J. Ereira 1, S. Ereira
2, L. Onderwijzer 2, S. Waas 0.
H. D.: M. ten Brink 1, A. Zijlstra 0, P. J.
Eijpe 0, H. W. Zitman 2, W. B. J. Pippijn 1,
C Serodini O, J. Lycklama 1, J. van Looij O,
F. Th. Timmer 0, W. J. van Dartelen 2.
Vorige stand: D. O. S. 12 punten, H. D. 8
punten, zoodat D. O. S. den geheelen wedstrijd
won met 2515 punten.
Paul boog diep voor haar en kuete haar
/eebterhand.
Mag ik u mevrouw Bailey voorstellen,
jn lieve peettante, zeide hij. En Sylvia
ide dat een paar doordringende, maar
onvriendelijke oogen haar onderzoekend
jpuainen.een paar oogen, die diep in
ïr.n kassen wegzonken en dof van ouderdom
iren en die toclh misschien, meer opmerk-
j dan menig jong oog.
De oude markiezin knikte Paul toe en ea-
men wandeld enzij langzaam den tuin in
in de richting van een lommerrijken laan.
Voor het eerst waren Sylvia en Marie-Anne
4'Eglemont met elkaar.
Ik ben blij dat ik u nu eena kan be-
Ênken voor uw vriendelijkheid jegens mijn
men Paul, zei dehertogin zacht en aarze-
ad. U hebt zooveel invloed op hem,
fcievrouw.
Sylvia aehudde het hoofd.
O, ja, zeker, dat hebt u!.... Zij zag Syl-
/ia Bmeekend aan. U weet wat ik bedoel I
|J vreet wat ik u vragen wilde! Mijn man
jou Paul werk kunnen bezorgen, werk dat
prettig k>u vinden, want hij houdt bij-
*°ll(~er VRtt paarden. Als hjj die .vree-
teluke verslaafdheid aan.... die passie voor
et spel maar van zich kon schudden.
Zij zweeg plotseling, want Paul en de
fu'ie dame hadden hun wandeling geëindigd
in waren op 't punt weer binnen te komen.
Sylvia stond werktuigelijk op, want de
oude markiezin had iets over zieh, dat groe
ten eerbied afdwong.
Blijf zitten, mevrouw! zeide zij gebie
dend. En Sylvia gehoorzaamde gedwee.
De oude dame zag de Engelsche goedkeu-
dend aan, omhelsde baar hartelijk en onder
hield zieh met Sylvia en de anderen een
poosje alleraangenaamst.
HOOFDSTUK XIV.
De dag na haar gedenkwaardig uitstapje
,naar Parijs begon aangenaam voor Sylvia
I Bailey, ofschoon het wei vreemd was, zoo
stil en somber als de V illa du Lac haar leek
zonder Paul- de Virieu.
Maar morgen zou hij terugkomen en over
morgen zouden zij samen gaan paardrijden.
Weer ging zij iu haar herinnering iedere
minuut na van de twee uren, die zij in het
groote huis in den Faubourg St. Germain
had doorgebracht.
Hoe vriendelijk waren die twee dames
voor haar geweest, Paul's sympathieke zus
ter en 't kleine, aristocratische, sprookjes
achtige markiezinnetje, dat 'zijn petemoe
;was. Maar toch was de houding der herto
gin utierst vormelijk, bijna plechtstatig; en
wat de ander betreft.... Sylvia voelde nog
dien doffen en toch zoo zeldzaam vorschen-
dep blik op zich rneten en zii vroerr zich af
welken indruk zij wel gemaakt zou hebben
op die oude markiezin.
Langzamerhand begon zij te vinden, dat
het tijd werd weer eens een teeken van le-
Iven te geven aan Anna Wolsky. De lange
'middag en de avond, die er voor haar la
gen, beloofden saai voor haar te zullen zijn
en dus schreef zij Anna een briefje, waarin
zij haar voorstelde samen een ritje te ma-
Iken naar het bosch van Montmorency. Zij
^wist dat Anna dergelijke ritjes vervelend
'vond, maar daar zij toch'niet naar het Ca
sino zou gaan, zou dit toch beter zijn dan
niets uit te voeren.
En nu zat Sylvia voor bet raam van haar
slaapkamer en wachtte op Annas antwoord.
Zij had het briefje even voor de lunch door
een dienstman naar het Pension Malfait
'laten brengen en zij bad dus reeds antwoord
kunnen hebben.
j Na den rit zouden zij en Anna samen een
jvisite kunuou maken aan de Wachners en
hun aanbieden met haar mee te rijden naar
het Casino. En de gedachte aan de VVach-
ners deed opeens een gevoel van spijt in haar
opkomen, dat Paul zoo trotüdh was. Hij
'scheen bepaald iets tegen de Wachners te
hebben. Als bij hen in 't Casino zag, groette
hij hen hoogstens mot een lichte hoofdbui
ging. 'tW'as geen»wonder, dat mevrouw
Wacbner zieh zoo ongunstig over hem uit
liet.
Sylvia had een zeer eerlijk karakter en
I zij zeide hij- ziehzelf, dat die twee menschen
die Paul zulk een Instinctmatige afkeer in
boezemden, toeh zoo iets echt guls en goed
hartigs hadden. Altijd zou zij dankbaar blij
ven voor de bereidwilligheid, waarmee me
vrouw Wachner haar en Anna de eerste da
gen van haar verblijf in Lacville omtrent
alles had ingelicht en haar op de hoogte had
gebracht van allerlei bijzonderheden van de
plaats zelf en van het Casino.
Gister nog! Hoe hartelijk waren de Wach
ners toen nog geweest, toen zij Anna aanzet
ten bij hen te komen soupeeren, terwijl Syl-
1 via in Parijs zou zijn.
j Op dat oogenblik werd er geklopt en Syl
via sprong op. Zeker was het Anaa zelf, die'
haar het antwoord op het briefje kwam
jbrengen.
Binneul riep Sylvia in het Engelsen.
Er volgde een korte stilte. Toen werd er
weer gelopt. Dan was 't Anna niet!
j Entrez!
De dienstman, die Sylvia's briefje naar
'het Pension Malfait had gebracht, trad nu
'binnen. Tot haar groote verbazing bracht hij
den brief terug. De enveloppe was openge
scheurd en met haai* eigen brief vond zij er
een velletje goedkoop postpapier in, waar
'met potlood do woorden „mevrouw Wolsky
is vertrokken" op gekrabbeld waren,
i Sylvia zag op. „Vertrokken!".... Z.ij wist
niet wat zij hiervan moest denken. Zeker
bedoelde men „uitgegaan". Misschien was
Anna naar Parijs gegaan om het door baar
gewonnen geld naftr een Bank te brengen.
Dus mevrouw Wolsky was uit! vroeg zij.
Mevrouw Wolsky heeft het pension
Malfait verlaten, zei de man kortaf. Me
vrouw is vertrokken.
Dat moet een vergissing zijn! riep Syl
via nit. Mijn vriendin zou Lacville nooit
verlaten zonder het eeret aan mij te vertel
len.
Maar ik heb gezegd dat er een auto
voor is, zoo»!® u me gezegd had, vervolgd*
de man.
Zij betaalde hem en ging haastig naar be
neden. Wat eeh vreemd» vergissing! Het
was onmogelijk;, dat Anna Lacville kon heb
ben verlaten zonder er haar iet» van te zeg*
gen. Maar daar zü nu toch een automobiel
tot haar beschikking had, zou zij zelf even
naar Pension Malfait rijden en vragen wat
die boodschap beteekende en ook waarom
men baar brief aan Anna had geopend.
Als Anna werkelijk-voor een dag naar Par
rijs was, bleef haar niets andere te doen
over dan alleen haar ritje te maken. Ho»
vooruitzicht lachte haar niet bijzonder toe,
maar bet was toch beter dan om dien beo-
len middag op iiaar kflinor of zolfs in doil,
tuin te zitten-
j (Wordt vervolgd.)