TWEEDE BLAD
Gevaarlijke Vrienden.
SE OORLOG.
RIJWIELBANDEN
Goedkoopst adres
H. J. v. d- MEERy
Schagchelstraat 7-9
BINNENLAND
óu'Sodl'ÏSSn* M1
FEUILLETON
MAANDAG 6 DECEMBER 1915
OORLOGS-ALLERLEI.
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
HOE HET ER IN DUITSCH
LAND TOEGAAT.
Een onzer correspondenten schrijft ons:
.Heden ontmoette ik iemand, die juist ë^erm
lit Duitschland alhier bij
Vas. Niets natuurlijker, dan dat «n j- gg
'prek volgde over den toestand in Djitschland,
peciaal over dien in Hamburg, alwaar hij ja-
'enlan(r gewoond heeft
Beoonnen werd met te vragen over de
Khaarschte der levensmiddelen en den vleesch-
lood.
In Hamburg zijn verschillende keukens opge-
jicht, waar mindergegoeden een middagmaal
tunnen bekomen, thans voor 12 cent, voor enkele
[/eken was deze prijs 9 cent. Het vleescb hierbij
f ordt niet afzonderlijk opgediend, maar is in
•iet maal vermengd. Mijn zegsman dacht wel,
dat het een geringe portie zal zijn, maar er is
loch „vleesch" in.
De priis van ossenvleesch bedroeg 1 Mark 30
pf. tot f Mark 40 pf. (70 a 80 ct.). Varkens-
vleesch kostte voor acht dagen 1 Mark 32 pf.
t)e verwachting was, dat het goedkooper zou
°Margarine en vet waren duur. Boter kostte
vóór 8 das en f 1.53, in Westfalen echter voor
enkele dafen 1 Mark 60 pf of f 0.96.
Eieren kostten de laatste dagen 13 cent.
Koffie, en thee kostten f 1.50 het pond. Koffie
werd schaarscher, slecht en duur.
Militairen ziet men in Hamburg in overvloed
Het is steeds een gaan en komen vooral van
verlofgangers. Die van het Oosterfront krijgen
drie weken verlof, die van het Westerfront twee
weken. De jonge mannen hebben minder verlof
ge^ad dan de gehuwden.
Beweerd wordt, dat ruim 7 millioen man on
der de wapens zijn. Hieronder zijn velen, die
reeds een of meer malen gewond geweest zijn.
Telkens keeren zij weer naar het front terug.
Mijn zegsman had een jonge man gesproken, die
reeds vier keer gewond geweest was. „Jongen,
?t kon de vijfde keer wel eens mis loopem Kan je
jiiet in het garnizoen blijven?" „Dank je wel.
was het antwoord. „Ik ga liever naar het front,
Jan in het garnizoen blijven, om me daar te
vervelen."
De algemeene stemming is, dat Duitschland
overwin fen ia Hamburg heerscht de meening,
dat na den oorlog Duitschland zóó sterk wordt,
dat binnen de komende 100 jaar geen land meer
het den oorlog durft verklaren, 01 zoo dus de
Wereldvrede verzekerd zal zijn-
De wereldhandel ligt 'n Duitschland stil.
Geen scheepvaart. Toch is er geen werkloosheid.
Zelfs-gebrekkigen, die anders met verdienden,
Vinden werk. Daarvoor Wordt gezorgd.
Met Kerstmis van het vorig jaar waren aan
den veldpostdienst alleen 12o0 peisonen werk
zaam.
De offervaardigheid is verbazend groot.
Gedurende den oorlog is ten behoeve van het
&.<$de Kruis en voor hulpbehoevenden, reeds
voor 12 millioen mark geschonken. In October
jjl, is een offerde# gehouden voor versnaperingen
Ivoor de mannen aan het front. Dames collec-
fpprden met bussen langs de straten. Geofferd
Sla Hamburg dien dag 447000 Mark!
Hoe staat het met de politie in Hamburg?
vroco- ik. Hiervan is 1/3 deel van het aantal
agenten in het leger. Twee deraen zijn in de
stad gebleven. Het aantal opgeroepenen is groot.
Mijn zegsman vond hiervoor de oorzaak in
de bepaling, dat iemand, die in
Itieagent wil worden, op zijn minst onderofiicier
geweest moet zijn en liefst in staat zijn oiiicie -
•diensten te verrichten. De aangestelden Z1ln
|den regel op zijn minst 28 jaar. De mee»
tomen vr de onderofficierenschool.
Het pu„dek vermaak heeft zijn gewonen
gang. Schouwburgen en concerten gaan door
Danspartijen alleen worden met gehouden. Om
1 uur 's nachts moet alles sluiten.
Sedert de verbinding met Bulgarije tot stand
gekomen is, verwacht men een algemeene daling
der prijzen van levensmiddelen.
Het brood was reeds gedaald van 24 op 21
cent.
Het brood werd ook ruimer verstrekt. Waar
■eerst 3V2 pond verstrekt werd op een brood
kaart, wordt thans gegeven 4y2 Pond> en aan
'werklieden tot zelfs 7'pond.
Geld is er nog genoeg.
Soldaten ook nog. De lichting 1916 is wel
gekeurd, doch nog niet opgeroepen.
Adv.
Aldus de mededeelingen van een onpartijdi-
gen Hollander over den toestand in Duitsch
land.
KONING KONSTANTIJN
EN VENIZELOS.
De Bayrische Staatszeitung geeft van deze
beide leiders van Griekenland de volgende ka
rakterschets. Zooals bekend, gaat Venizelos door
voor Engelsch gezind, terwijl koning Konstan-
iija het ware belang van Griekenland meer
aan den kant van Duitschland ziet.
Genoemd blad schrijft:
Een oppervlakkig toeschouwer mocht allicht
gelooven, dat Venizelos, de eens zoo gevierde
staatsman, heel eenvoudig door Engeland en
Frankrijk omgekocht is en dat heel zijne hou
ding alleen door eigenbelang te verklaren is.
Wie den kleinen, levendigen Kretenser, met zijn
professors-uiterlijk nader kent, weet, dat hij veel
meer de gedweeë dienaar is van een politieke
theorie: Engeland, meester der zeeën, dus ook
van de Grieksche kusten, Frankrijk en Enge
land de oude beschermheiligen van Grieken
land, Rusland, de machtige beschermheer van
Set Oostersch-Christen geloof, Turkije en Bul
garije, de historische erfvijanden van het Griek
sche volk. Venizelos kan zijne Kretaansche af
komst en de ervaringen die hij onder de oude
Turksche heerschappij in Kreta opdeed, nooit
verloochenen; noch verloochenen, dat hij nood
gedwongen zijne loopbaan begon als samen
zweerder en ook in Griekenland zijn eerste suc
cessen oogstte in samenhang met een samenzwe
ring. Het is de verdienste van de Engelsche
staatslieden, zeer vroeg de waarde van den slim-
men man erkend te hebben en hem op menige
wijze, die niet altijd met zijne eer strookte, aan
hen verbonden te hebben. Het Grieksche volk
won hij echter niet alleen door de uitslagen van
zijne buitenlaiidsche politiek, de door hem door
gevoerde legerhervorming, maar vooral ook
daardoor, dat hij in de innerlijke Grieksche ver
houdingen orde bracht en afbrak met het stelsel
volgens hetwelk alle Grieksche beambten afhan
kelijk waren van de politieke partij aan het be
wind. Slechts zoo is het begrijpelijk, dat een
groot deel van het Grieksche volk den minister
president ook dan volgde, als zijn geloof aan
Engeland en Frankrijk er hem meer en meer toe
brachten, zijn land afhankelijk te maken van de
westelijke mogendheden en het na twee zware
oorlogen, bijna den last van een derden op te
leggen.
Koning Konstantijn heeft zich op bezonnen,
rustige wijze gescheiden van zijn minister.
Reeds als kroonprins mocht de huidige koning
zich verheugen in een bijzondere liefde van zijn
volk. Door de overwinning in den eersten Bal
kanoorlog, tot welke kroonprins Konstantijn
zich in ernstige militaire bedrijvigheid, onder
andere ook in den Duitschen grooten legerstaf
had voorbereid, en die men terecht aanzag als
een persoonlijke verdienste van den kroonprins,
steeg de populariteit van Konstantijn, en zij steeg
nog na den tweeden Balkanoorlog en wanneer
hij, na den moord op zijn vader, den troon be
steeg. Het volk had vertrouwen in zijn koning,
het wist dat hij Grieksdie politiek voerde en
geen andere en het zag in de verzoening met
Venizelos vóór den eersten Balkanoorlog een
waarborg voor de politieke ernst van zijn toe-
komstigen koning. Beide mannen hadden langen
tijd bijna vijandig tegenover elkander gestaan,
nu werkten zij jarenlang samen aan de groot
heid van het vaderland. Maar, liet anders mee-
nend dan Venizelos, had de koning reeds vroeg
tijdig ingezien, dat Griekenland voor alles be
hoefte had aan innerlijken opbouw en vrede,
zonder nochtans zijne rechtvaardige aanspraak
op Macedonië en Albanië op te geven. De weg
daartoe bracht noodzakelijk tot de poging een
betere verhouding tot Turkije en tot Bulgarije te
bewerken, en op de eerste plaats, eene kóntinen-
tale Grieksche Balkanpolitiek te voeren. Wan
neer zich daarbij een tegenstelling vormde met
Italië en terzelfder tijd een sterkere toenadering
tot Oostenrijk, een verwijdering, namelijk sedert
het uitbreken van den oorlog, van de westelijke
mogendheden, zoo was dat niet het gevolg van
eenigen Duitschen invloed, maar van een zuivere
nationaal-Grieksche politiek. Steeds voort stuur
de koning Konstantijn zijn schip door alle klip
pen en over alle ondiepten en zijn heldere geest
bleek uit den wensch, de Balkanverhoudingen
rfnu .re£e'e.n door de Balkan-staten zelf,
0 7™elewl. ,van den keizer van Bulga-
dan'kwipn Griekenland aan zijn koning te
«ifetTnrr a^n,,. v00r allen, dat het zijne
zelfstandige stelling bewaard heeft; de Balkan
echter, dat hij met volledig afhankelijk geraakte
van de Entente en dat oen gelukkig uitricht be
staat, de nationale verzuchtingen van Grieken
en Bulgaren in verstandhouding met Turkiie «r
de centrale mogendheden te zien regelen.
ARME BANELINGEN.
In het „Berliner Tageblatt" vertelt een
Duitscli officier van do landbewoners, die in het
oosten van de frontstreek vijftig tot zestig kilo
meters achteruit werden gebracht.
Wie eenmaal, zoo zegt liij, met twee tot drie
duizend van deze bannelingen dagen lang door
het land getrokken is, weet, dat hij den beker
ven liet menschelijk geduld tot den klutsten
druppel moet ledigen en tevens ook, dat hij zijn
hart drie maal verloochenen moet, als liij nog
vooruit wil komen. Het transport over een af
stand van vijftig tot zestig kilometer eisclit
vele dagen. De lange, torenhoog Lepake lad
derwagens, waarop bovendien ook nog de oude
rouwen en de moeders niet kleine
kinderen zitten, komen' slechts lang
zaam voort op de zware zandwegen.
Kinderen, vrouwen, mannen en grijsaards
loopen er naast. Vier honderd van Vco wagens
met begeleiding - minkan zfeb een voorstel
ling maken van het marsclitempo. Zoo een kilo
meters lango stoet van schuddende, knarsende
liittenwagens en het bont gekleed© barrevoet-
sclie volk er naast is het toppunt van trooste
loosheid. Ik heb oude veldofficieren gezien, die
lien met vochtige oogen nastaarden. Daar drij
ven drie kleine barrevoetscne meisjes met den
hoofddoek haar gezicht tegen den wind beschut
tende, onder voortdurend geschreeuw, het laat
ste, weerbarstig© varken der familie met stok
slagen in de modder voor zich uit. Hier sleepen
twee vrouwen een zwaren zak met aardappels,
die van den wagen gegleden is en trachten den
vorder rollenden wagen weer in te halen. An
dere vrouwen loopen gebogen met kleine kin
deren in lange gele doeken op den rug. En nog
een anderen bundel hebben ze onder den arm.
Merkwaardig hoe dof en onverschillig de man
nin £>jn. Waa* iets !e dien is tf te «iet-pen, deen
het de vrouwen. De mannen sturen slechts den
wagen. Vergeefs tracht ik eeu verschrompeld
oud moedertje op een wagen te laden. Ze is er
niet van af te brengen op haar gelijkmatige
wezenlooze manier verder te loopen. Ze ziet niet
naar rechts en o'<> nietnaa: links Ze ln.ort mets
In zich zelf gekeerd trippelt ze haar weg. Haar
oogen zijn koud en hard en zien over ons heen,
als waren wij maar ééndagsvliegen. Ze klaagt
niet, ze. loopt, met do rechterband op een stok,
terwijl zij met de linker een heiligeneend tegen
de borst, gedrukt houdt. Dit is baar gewichtiger
dan eten en drinken. Ze zal bet overal mee heen
sleepen. Na drie marschdagen zie 1 iet out je
nog met baar beeld in den zelfden gei ijk mati
gen, bijna eigenzitinigen pas naast den wagen.
Er is iets /heldhaftigs in deze oude kracht en
stille berusting in het noodlot. In het algemeen
toon,en deze menschen een verbazende taaiheid
en weerstandsvermogen tegen weer, wind en
ontberingen. Vijf dagen lang was ik met onge
veer drie duizend mensehen onderweg, onder
wie kleine kindoren en oude vrouwen. Vier
11 a«hten hebben zij gedeeltelijk bij sneeuw en
slechts beschut door het.,.kampvuur en primi
tieve gevlochten, borden teg-en don wind in do
open lucht gekampeerd. Geen enkele zieke heb
ik onder bert gezien. Even verbazïnkv okkend is
do taaiheid der kleine paarden. Van hooi, een
beetjo haverstroo en gras levende, trekken ze
do zware lasten in het diepe zand tot ze er bij
neer vallen. Toen ik het bevel kreeg met twintig
ruiters de ontzaggelijke colonne te begeleiden en
achter het front in te kwartieren, meende ik met
do gebrekkige wagens en m.et deze ellendige
menschen geen drie kilometer ver te komen.
Toen wij na vijf dagen aankwamen, ontbrak er
ternauwernood een wagen. De menschen weten
zich ook te behelpen. Bleekt een wiel, dan krij
gen zij wel, dc duivel weet wa,ar vandaan, een
ander. Of ze lappen hot op eenige wijze op' zoo.
dat do wagen weer verder bonkt. Ze willen zelf
vooruit, omdat ze weten, dat daarginds een
nieuw tehuis voor hen gcoPeilci WOrdt. Is de
colonne eenmaal in gang, dan rolt zij bijna, van
zelf verder.
Het ergste echter is het vertrek.
Op een morgen worden de dorpen door gen
darmerie-patrouilles^omsingeld en den inwoners
medegedeeld, dat zij in rie uur klaar moeten
zijn voor den marsob. Den plotselinge aankon
diging en de omsmgelenS noodzakelijk, omdat
anders vele families in o bosschen de wijk zou
den nemen, waar zij ellendig moesten omkomen.
Onmiddellijk verheft zich een groot gehuil en
geschreeuw in het heele orp. In de huizen wer
pen eenigo weerspannigen zich op den grond en
moeten met geweld weggecleept worden. Dan
begint het. inpakken. Natuurlek willen zij eerst
het onmogelijkste mee nemen, tot zij zelf inzien,
dat liet paard en de wagen niet zoo veel verdra
gen kunnen. Daarom wordt neg eens overge-
elders stroomde het, zegt hij, bij onze corresl
pondenten om aanvragen tot plaatsing van kin
deren in Holland. Alleen uit het district Den
dermonde meldden er zich meer dan 300 aan
De meesien dezer kinderen moesten met groepen
van 10 tot 15 slapen in varkensstallen en schu
ren, omdat de woningen met den grond gelijk
waren gemaakt. En dat in 't hartje van ren
winter! Kan men zich vreeselijker toestand den
ken? Daarbij kwam nog een hongersnood n het
district Dendermonde, terwijl bet in Antwerpen
op 't kantje af hongersnood was Onze middelen
stelden ons in staat, elke week kinderen in groep
jes van 30 tot 100 uit deze ellende te haler en zt
naar Holland te brengen.
Aan de beschrijving zijner ervaringen, opge
daan op de 30 reizen naar België, die de heer
Kellenaers deed, ontleeneri wij het volgende:
De kinderen van Dendermonde werden ver
zameld door den industriëel van Schoor, de
eenige wiens fabriek in Dendermonde var. de
verwoesting gespaard bleef
In een zoogenaamde camion (groote vei huis-
wagen, waar een 40-tal kindereu ir. konden) ging
het dooi de verwoeste straten van Dendermonde
naar Hamme. In Hamme op de markl werd in
paSt. Van elk stuk huisraad wordt onder tranen
afscheid genomen. Eenigen hebben kreupele
paarden, anderen geen tuig. Zij schelden elkaar
uit, omdat eenige familie-leden niets van de an
deren willen opladen. Ten slotte zijn er nog
eenigen, die in het geheel geen paard en wagen
hebben. Voor hen staan eenige groote ladder
wagens van onze bagage gereed. Daar dit ech
ter ten slotte geen meubelwagens zijn en de
menschen rneenen er alles te kunnen opladen,
houdt bij elk van deze wagens een gendarme
streng toezicht. Dan zitten natuurlijk de man
nen en jonge vrouwen bij lioopen op de vol be
laden wagens, zoodat de paarden niet vooruit
kunnen. Allen, op de gebrekkigen na, worden ®r
afgejaagd. Men moet zich bij het uitvoeren van
dit onverkwikkelijk bevel zelf hardvochtigheid
inpraten. Want anders staat men acht dagen
later nog op dezelfde plek.
Een andere moeilijkheid levert, het nacht
kwartier. Dit moet zooveel mogelijk in de nabij
heid van een waterput en van bosch opgesla
gen worden, opdat paarden en mensehen water
en eenige bescherming tegen de koude zullen
hebben. Daar echter de eindelooze rij niet op een hotei halt gehouden en werden aan d? kin-
den weg, die vrij moet blijven voor colonnes deren eenige versnaperingen toegediend
van automobielen, mag blijven staan, most rr.enl Te midden van e^n onafzienbaren vo.ksoploop
het land op. Dat kost reeds in het leger veel Sing he{ daa met den camion verder tot aan de
oefening. Men kan dus denken hoe het hier ia.oevers van de nvl?' d5 waai de, bru«
Nauwelijks zien de achtersten, dat de voorsteve™oest's en ee? boot>e de kmderen moest over-
auweips zetten. Hier verliet men de cam.on en de kin-
wagens den weg .verlaten of zy weten reeds dat demi s(apteD jn he( boo,]e
er een put is en rijden zelf het and op, dwars Nu moet u zich voorstellen een rivier cic zeei
over het veld hem. Plotseling staat men tegen- diep ligt. En dan moet u denken dat boven
over een reusachtige golf van naderende langs de oevers honderden menschen siaan, die
wagens, een onontwarbare bluwe. Men gelooft, mei tranen in de oogen op dat booije, beiaden
neoit meer orde to krijgen. De ruiters komen met dat kostbare vrachtje, neerzien Zachtjes
er bij te pas. Vloeken en razen. Ik zelf galop- soms door den feilen wind bewogen, glijdt het
neer in den troep, dreig de lieden door den bootje over't water Kinderen en publiek wuiver i
tolk, dat ik ze zal laten ophangen, braden, op- elkaar ee" }aatf^ a*fheidsgroet toe, ben vaar-
,b Vl. wei aan het vaderland, dat zij op eene zoo treu-
spietsen, als ze met stil houden. Ik laat mijn V£rlat£n moeten
paard^stappen als een Pruisische gendarme by £)an gaat het in de tram, die ons naar Viaam-
cen oploop, zoo dat alles schreeuwend uit el- scjje j-jopfj (Antwerpen) brengt. Deze tramieis
kaar vliegt en bereik ten slotte, dat alles stil duurt iy2 uur. In „Vlaamsche Hoofd" moeten
houdt. Dan worden de wagens bij twintig afge- de kinderen over de Schelde varen. Aan de kade
teld en door een kurassier in de rij gesteld, in Antwerpen staat reeds het publiek gereed om
Twee uur duurt het voor dat het veld met orde- de arme stakkerdjes uit Dendermonde van kiee-
lijke rijen bezet is. Als bij tooverslag branden ding en versnaperingen te vooizien. Ik zie rijke
dan overal tusschen de wagenrijen de kampvu- dames, die haar bontjes afwerpen en ze oen kin
tt iii j i- deren omhangen Dan gaat het naar het Ant-
ren. Het is mij nog een raadsel boe deze lie- UCICu omuaug s> H
j- i -t werpsche Doorgangshuis, waai de kinaeren der
den, die meestal geen lueifcrs hebben, met doorbrer|eii*om verv0lgens den volgenden
natte hout zoo gauw vuur aanleggen. j daw de rds naar Hollana, bl,n tweede vader-
Den volgenden morgen bij het. vertrek weer ja°d t£ onhernemen
een dergelijk tooneel. Ieder wil de eerste zijn. Naar Holland, liet Holland,
's Middags gaat het echter reeds geregelder. Jn Holland Staat een buis!
En den avond van den vierden dag rijden ze Een boek, vol van ervaringen, zou ik verder i
allen zoo goemoedig en ordelijk op hun plaats, kunnen mededeelen over mijne tochten in en om
als hadden ze acht weken Pruisische oefening Antwerpen, waar we in 't hartje van den winter
achter zich. en tot in de laatste weken bijna elke 14 dagen
Éindelijk'op den vijfden dag komt de verlos- groepjes kinderen van 20—50 uit de allerarmste
sing en de belooning. In do morgenzon liggen bufleT maar oak d£ bui&eirkiassc
f _i gehaald en naar Holland gebracht htm ben. we
de dorpen, die op de nieuwe inwoners wa i- j1£j)j:)£Il daar kinderen aangetroffen, die sinds
ten. Van den heuvel af kan ik drie dorpen over- maanden als hoofdmaaltijd kregen gekooka
zien. Ik laat de huizen tellen en verdeel de lie- aar(jappelschillen, kinderen ook, die in geen drie
den over -dorp na dorp. Bij het verdeelen der dagen warm eten hadden genoten
buizen worden zelfs de mannen wakker. Zelden I j Jjj deelt verder mede, dat hel 1385e Kind IS
heb ik zulke begeerïge en levendige oogen ge- ingeschreven, waarvan een paar honderd terug
zien, als weermede zij de rijen huizen afkeken gingen en dat het comité nu nog 1200 kinderen
om er een uit te zoeken, dat zij voor het beste onder zijn bescherming heeft. Under deze kin-
houden. deren bevinden zich een 40-tal Joodjes, die wij,
I aldus schrijver, in overleg met onze geestelijke
i Overheid, Z. D. H. Mgr. v. d. Wetering gehol
pen hebben en door bemiddeling van de Opper
rabbijnen te Amsterdam en den heer Weijl tt
Leiden bij Joden geplaatst hebben. In Zwolle
plaatsten we op gelijke wijze 3 Protestaütjes. AI
HET R. K. HUISVESTING S-COMITE.
In het K. S. W. doet de heer A. Kellenaers,
directeur van het R. K. Huisvestingscomité ver-
slag van den arbeid van dat comité ten bate onze overige kinderen zijn Katholiek en
van Belgische kinderen Daaruit blijkt, dat 't nu Katholieken geplaatst
een jaar is geleden, dat dit comité zijn volle'
actie is beginnen te ontplooien en dat reeds aan
stonds, nadat een oproeping om steun was ver
schenen de gelden voor dit mooie werk van chris
telijk charitas mild toestroomden. Binnen eenige
weken had men reeds over duizenden guldens te
beschikken en het regende aanvragen van hen,
die verzochten kostelooze opneming van een arm
kind uit België.- De eerste twee kinderen kreeg
•men pas enkele dagen vóór de groote vlucht uit
Antwerpen. Daarna begon de arbeid voor goed.
Binnen kort steeg 't aantal aanvragen tot
opneming van kinderen tot meer dan 3000 en
er werd besloten eene reddingsbrigade naar Bel
gië te zenden. Dit plan vond steun onder geheel
het katholieke Nederland en al spoedig had men
meer dan f 10,000 bij elkaar, zoodat 't plan
kon worden doorgevoerd. Schrijver gewaagt dan
van de tochten gedaan in België om de kinderen
op te sporen en hoe, evenals in Holland, dui
zenden aanvragen tot opname van een kind
En dat alles hebben wij tot stand kunneb
brengen met nauwelijks 20 duizend gulden, die
ons. aan giften uit Nederland en deels ook uii
Amerika en Australië bereikten!
En vanwaar komen al deze kinderen en waar
zijn ze geplaatst? Ze komen uit 78 verschillende
plaatsen van België en Noord-Frankrijk en zijn
in 183 verschillende steden en dorpen van Ne
derland opgenomen. Naar verschillende plaatsen
werden ook kinderen in groepen gezonden ei
geplaatst door bemiddeling van Boerenbond of
Hanze.
In Limburg zijn dorpjes van 600 tot 1000
zielen, waar 20 tot 30 kinderen een passend»
plaats bij goede menschen gevonden hebben, zóó
zelfs, dat 't straks, als de oorlog gedaan zal zijn,
voor honderden pleegouders een heele toer zal
zijn, als zij weer van de kinderen, die zij hebben
lief gekregen en waarvoor zij zich zulke heerlijke
offers getroosten, moeten afscheid nemen.
Maar zij weten er allen van en komt uit Lei-
ouders zich bij
't verzoek, hu
eten en kleeding
brenSen' Dendermonde, Leuven, Dinant, Lier en i Ja daa het fee8t ziï° ia harten!
Ook in
Naar het Fransch.
40 -
Zij wilde meer te weten komen van dien
bedaarden Engelsohman. Waarom was hij
in Laeville gekomen? Hoe lang zou hij er
olijven? Wat wae zijn eigenlijke verhouding
tot Sylvia?
Zij wist het niet en eindigde dus met hem
feen rechtstreeksche vraag t© doen.
Denkt u lang in 't mooie Laeville te
blijven, mijnheer? vroeg zij.
Dat weet ik niet, zeide Chester kortaf.
Ik denk niet zoo heel lang. Ik ben op weg
paar Zwitserland. Hoe lang ik hier "blijf, zal
éerigszins van mervouw Bailey afhangen.
Ik heb nog geen tijd gehad een en ander met
baar te hespreken. Wat voor hotel is de Villa
üu Lac eigenlijk?
Hij deed die vraag vrij onverwacht. Alles
in Laeville boezemde hem weerzin en ach-
jer doch tin. Maar de Wacbnere waren aar
dige, eenvoudige mensehen.
O, de Villa du Lac is een heel goed ho-
pl. Neen, wat dat betreft kunt u gerust rijm
vrrondom logeert daar uitstekend. En
zoo heel dikwijls gaat ze niet naar het Ca
sinoMevrouw Wachner zei de leugen
met het grootste aplomb. Haar instinct zei
haar, dat zoolang Chester in Laeville was,
Sylvia er niet zoo dikwijls heen zou gaan
als zij gewend was.
TirEl\.volgf6 6011 stilte. Toen deed mevrouw
Wachner hem een tweede vraag.
Misschien gaat u door naar Zwitser-
an en laat u mevrouw Bailey hier achter,
hal en 1*^ °P UW ^rugreis hier te komen
Misschien wel, zei hij afgetrokken, zon-
deJ",ria denken over wat hij zei.
Zij Bepen nu langs hreede, beschaduwde
wegen, die hem deden denken aan die in een
goed onderkou en Londensche vorostad.
Geen geluid werd gehoord in de villa's aan
weerszijden van den weg en in het licht dei-
maan zag hij, dat overal de deuren en venr
sterluiken hermetisch gesloten waren. Het
leek wel alsof dit gedeelte van het stadje
uit niets anders dan onbewoonde huizen be
stond.
j En weer maakte hij hij zichzelf de opmer
king, hoe gevaarlijk deze eenzame wegen
t toch waren voor menschen, die veel geld bij
zich hadden. Zij waren* nadat zij den weg die
j langs het meer voerde hadden verlaten, geen
enkelen poli tie-agent, zelfs geen enkelen
I voorbijganger tegengekomen.
1 Eindelijk bleef mevrouw Wachner stil
staan voor een groote houten deur.
We zijn er, zeide Z)J- U wordt zeker
verwacht, nietwaar? A» ze niet weten dat u
komt, zijn ze waarschijnlijk allemaal naar
bed. Laten we dus even wachten, nietwaar,
i vriend Frits, tot mnIlüeei' Chester goed en
wel binnen is. Mocht net zijn dat er niet
meer open wordt gedaan, dan zou u altijd
met ons mee kunnen gaan en een nacht bij
ons logeeren.
U is werkelijk heel vriendelijk, zeide
Chester met warmte. Kn de gulle gastvrij
heid dezer menschen, aie hem nog zoo wei-
nig kenden, deed hem werkelijk aan.
S Wat een geuk, dat byivia hier, in dit
wonderlijke plaatsje, met zulk een eenvou
dige, goedhartige. vriendelijke vrouw als
mevrouw Wachner m Kennus was gekomen?
i Haar gastvrij aanbod behoefde niet in
overweging genomen te worden, want kort
nadat zij gebeld hadden, werden er op do
binnenplaats achter de houten deur voet
stappen gehoord en weinige oogenhlikken
later werd er opengedaan.
Wie is daar! riep de heer Malfait met
luide stem.
't Is de Engelsche heer, de vriend van
mevrouw Bailey, haastte mevrouw Waehr
ner zich te zeggen. Waarop er dadelijk een
zachtere klank kwam in de stem van den
I hotelhouder.
i O zoo. w» hedden mi inkeer niet meer
verwacht. Kom binnen, kom binnen. Ja, het
valies is bezorgd. Maar zooveel gasten zen
den bun bagage voor zij zelf komen. En ze
laten hun bagage ook wel eens achter nadat
ze vertrokken zijn.
Chester schudde de Wachnere de hand.
Ik dank u zeer voor al uw vriendelijk
heid, zeide hij. Ik hoop u spoedig weer te
ontmoeten. Ik blijf hier stellig nog een paar
dagen. Misschien mag ik u wel een visite
komen maken?
I En het goedhartige echtpaar wandelde ge
armd in het nachtelijk duister weg, de deur
van het- Pension Malfait werd gesloten en
gegrendeld, en Chester volgde dèD eigenaar
in de lange, donkere gang.
Men moet een beetje voorzichtig rijn.
Er zwerft dikwijls zulke vreemd volk rond,
zei de heer Malfait. Wil mijnheer soms
nog iets gebruiken? Nog een kleine versna
pering, een glas limonade of een glas bier,
besloot hij ijverig.
Maar Chester schudde lachend 't boord.
Neen, ik heb al in Parijs gedineerd, zei
hij langzaam in zijn slecht Fransch. Het
eeuige waaraan ik nn behoefte heb is rust.
i Nn, daar zal bet mijnheer niet aan ont
breken, zei de hotelhouder. De lucht van
Laeville is er voor bekend, dat zij zoo slaap
verwekkend is. Daarom brengen zooveel Pa-
Irijzenaars hier hun vacantie door en niet in
'de meer bekende, verder afgelegen mode-
badplaatsen.
Zij waren nog beneden, toen de heer Mal
fait opeens uitriep:
Daar vergeet ik de badkamer! En ik
weet, dat de Engelschen zoo gesteld zijn op
badkamers.
Het vooruitzicht van een warm bad deed
Chester's vermoeid hoofd en lichaam aange
naam aan. Het huis was dus niet zoo primi
tief als hij het eerste oogenblik dacht, toen
hij den eigenaar met een brandende kaars
in de hand zag opendoen.
De heer Malfait keerde rich om en duw
de een deur open.
- 't Is een idee van mun vrouw, zex hu
trotsch. U riet, het kamertje dient voor
twee doeleinden.
i Dt was ook zoo. Het kleme vertrek, waar
'hü Chester nu inliet, deed dienst voor bad- en
provisiekamer. Langs de muren waren plan
ken, waarop potten met eigengemaakte jam,
'flesechen met olie en azijn en groote bussen
met rijst, vermicelli, tapioca enz. stonden.
In een hoek stond een groote ronde zinken
kuip onder eeu koudwater-kraan.
i 't Bad ia voor onze gasten, die de by-
'dropatische behandeling, waar Laeville be-
roemd voor ifi» iiiot g^reg^ld volgon, zerd©
Malfait Maar ik moet n vriendelijk ver
zoeken bet bad niet te vol te maken, want
het is een heel werk om het te ledigen.
(Wordt vervolgd.)