TWEEDE BLAD Gevaarlijke Vrienden. SE OORLOG. RIJWIELBANDEN Goedkoopst adres H. J. v. d- MEERy Schagchelstraat 7-9 BINNENLAND óu'Sodl'ÏSSn* M1 FEUILLETON MAANDAG 6 DECEMBER 1915 OORLOGS-ALLERLEI. NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT HOE HET ER IN DUITSCH LAND TOEGAAT. Een onzer correspondenten schrijft ons: .Heden ontmoette ik iemand, die juist ë^erm lit Duitschland alhier bij Vas. Niets natuurlijker, dan dat «n j- gg 'prek volgde over den toestand in Djitschland, peciaal over dien in Hamburg, alwaar hij ja- 'enlan(r gewoond heeft Beoonnen werd met te vragen over de Khaarschte der levensmiddelen en den vleesch- lood. In Hamburg zijn verschillende keukens opge- jicht, waar mindergegoeden een middagmaal tunnen bekomen, thans voor 12 cent, voor enkele [/eken was deze prijs 9 cent. Het vleescb hierbij f ordt niet afzonderlijk opgediend, maar is in •iet maal vermengd. Mijn zegsman dacht wel, dat het een geringe portie zal zijn, maar er is loch „vleesch" in. De priis van ossenvleesch bedroeg 1 Mark 30 pf. tot f Mark 40 pf. (70 a 80 ct.). Varkens- vleesch kostte voor acht dagen 1 Mark 32 pf. t)e verwachting was, dat het goedkooper zou °Margarine en vet waren duur. Boter kostte vóór 8 das en f 1.53, in Westfalen echter voor enkele dafen 1 Mark 60 pf of f 0.96. Eieren kostten de laatste dagen 13 cent. Koffie, en thee kostten f 1.50 het pond. Koffie werd schaarscher, slecht en duur. Militairen ziet men in Hamburg in overvloed Het is steeds een gaan en komen vooral van verlofgangers. Die van het Oosterfront krijgen drie weken verlof, die van het Westerfront twee weken. De jonge mannen hebben minder verlof ge^ad dan de gehuwden. Beweerd wordt, dat ruim 7 millioen man on der de wapens zijn. Hieronder zijn velen, die reeds een of meer malen gewond geweest zijn. Telkens keeren zij weer naar het front terug. Mijn zegsman had een jonge man gesproken, die reeds vier keer gewond geweest was. „Jongen, ?t kon de vijfde keer wel eens mis loopem Kan je jiiet in het garnizoen blijven?" „Dank je wel. was het antwoord. „Ik ga liever naar het front, Jan in het garnizoen blijven, om me daar te vervelen." De algemeene stemming is, dat Duitschland overwin fen ia Hamburg heerscht de meening, dat na den oorlog Duitschland zóó sterk wordt, dat binnen de komende 100 jaar geen land meer het den oorlog durft verklaren, 01 zoo dus de Wereldvrede verzekerd zal zijn- De wereldhandel ligt 'n Duitschland stil. Geen scheepvaart. Toch is er geen werkloosheid. Zelfs-gebrekkigen, die anders met verdienden, Vinden werk. Daarvoor Wordt gezorgd. Met Kerstmis van het vorig jaar waren aan den veldpostdienst alleen 12o0 peisonen werk zaam. De offervaardigheid is verbazend groot. Gedurende den oorlog is ten behoeve van het &.<$de Kruis en voor hulpbehoevenden, reeds voor 12 millioen mark geschonken. In October jjl, is een offerde# gehouden voor versnaperingen Ivoor de mannen aan het front. Dames collec- fpprden met bussen langs de straten. Geofferd Sla Hamburg dien dag 447000 Mark! Hoe staat het met de politie in Hamburg? vroco- ik. Hiervan is 1/3 deel van het aantal agenten in het leger. Twee deraen zijn in de stad gebleven. Het aantal opgeroepenen is groot. Mijn zegsman vond hiervoor de oorzaak in de bepaling, dat iemand, die in Itieagent wil worden, op zijn minst onderofiicier geweest moet zijn en liefst in staat zijn oiiicie - •diensten te verrichten. De aangestelden Z1ln |den regel op zijn minst 28 jaar. De mee» tomen vr de onderofficierenschool. Het pu„dek vermaak heeft zijn gewonen gang. Schouwburgen en concerten gaan door Danspartijen alleen worden met gehouden. Om 1 uur 's nachts moet alles sluiten. Sedert de verbinding met Bulgarije tot stand gekomen is, verwacht men een algemeene daling der prijzen van levensmiddelen. Het brood was reeds gedaald van 24 op 21 cent. Het brood werd ook ruimer verstrekt. Waar ■eerst 3V2 pond verstrekt werd op een brood kaart, wordt thans gegeven 4y2 Pond> en aan 'werklieden tot zelfs 7'pond. Geld is er nog genoeg. Soldaten ook nog. De lichting 1916 is wel gekeurd, doch nog niet opgeroepen. Adv. Aldus de mededeelingen van een onpartijdi- gen Hollander over den toestand in Duitsch land. KONING KONSTANTIJN EN VENIZELOS. De Bayrische Staatszeitung geeft van deze beide leiders van Griekenland de volgende ka rakterschets. Zooals bekend, gaat Venizelos door voor Engelsch gezind, terwijl koning Konstan- iija het ware belang van Griekenland meer aan den kant van Duitschland ziet. Genoemd blad schrijft: Een oppervlakkig toeschouwer mocht allicht gelooven, dat Venizelos, de eens zoo gevierde staatsman, heel eenvoudig door Engeland en Frankrijk omgekocht is en dat heel zijne hou ding alleen door eigenbelang te verklaren is. Wie den kleinen, levendigen Kretenser, met zijn professors-uiterlijk nader kent, weet, dat hij veel meer de gedweeë dienaar is van een politieke theorie: Engeland, meester der zeeën, dus ook van de Grieksche kusten, Frankrijk en Enge land de oude beschermheiligen van Grieken land, Rusland, de machtige beschermheer van Set Oostersch-Christen geloof, Turkije en Bul garije, de historische erfvijanden van het Griek sche volk. Venizelos kan zijne Kretaansche af komst en de ervaringen die hij onder de oude Turksche heerschappij in Kreta opdeed, nooit verloochenen; noch verloochenen, dat hij nood gedwongen zijne loopbaan begon als samen zweerder en ook in Griekenland zijn eerste suc cessen oogstte in samenhang met een samenzwe ring. Het is de verdienste van de Engelsche staatslieden, zeer vroeg de waarde van den slim- men man erkend te hebben en hem op menige wijze, die niet altijd met zijne eer strookte, aan hen verbonden te hebben. Het Grieksche volk won hij echter niet alleen door de uitslagen van zijne buitenlaiidsche politiek, de door hem door gevoerde legerhervorming, maar vooral ook daardoor, dat hij in de innerlijke Grieksche ver houdingen orde bracht en afbrak met het stelsel volgens hetwelk alle Grieksche beambten afhan kelijk waren van de politieke partij aan het be wind. Slechts zoo is het begrijpelijk, dat een groot deel van het Grieksche volk den minister president ook dan volgde, als zijn geloof aan Engeland en Frankrijk er hem meer en meer toe brachten, zijn land afhankelijk te maken van de westelijke mogendheden en het na twee zware oorlogen, bijna den last van een derden op te leggen. Koning Konstantijn heeft zich op bezonnen, rustige wijze gescheiden van zijn minister. Reeds als kroonprins mocht de huidige koning zich verheugen in een bijzondere liefde van zijn volk. Door de overwinning in den eersten Bal kanoorlog, tot welke kroonprins Konstantijn zich in ernstige militaire bedrijvigheid, onder andere ook in den Duitschen grooten legerstaf had voorbereid, en die men terecht aanzag als een persoonlijke verdienste van den kroonprins, steeg de populariteit van Konstantijn, en zij steeg nog na den tweeden Balkanoorlog en wanneer hij, na den moord op zijn vader, den troon be steeg. Het volk had vertrouwen in zijn koning, het wist dat hij Grieksdie politiek voerde en geen andere en het zag in de verzoening met Venizelos vóór den eersten Balkanoorlog een waarborg voor de politieke ernst van zijn toe- komstigen koning. Beide mannen hadden langen tijd bijna vijandig tegenover elkander gestaan, nu werkten zij jarenlang samen aan de groot heid van het vaderland. Maar, liet anders mee- nend dan Venizelos, had de koning reeds vroeg tijdig ingezien, dat Griekenland voor alles be hoefte had aan innerlijken opbouw en vrede, zonder nochtans zijne rechtvaardige aanspraak op Macedonië en Albanië op te geven. De weg daartoe bracht noodzakelijk tot de poging een betere verhouding tot Turkije en tot Bulgarije te bewerken, en op de eerste plaats, eene kóntinen- tale Grieksche Balkanpolitiek te voeren. Wan neer zich daarbij een tegenstelling vormde met Italië en terzelfder tijd een sterkere toenadering tot Oostenrijk, een verwijdering, namelijk sedert het uitbreken van den oorlog, van de westelijke mogendheden, zoo was dat niet het gevolg van eenigen Duitschen invloed, maar van een zuivere nationaal-Grieksche politiek. Steeds voort stuur de koning Konstantijn zijn schip door alle klip pen en over alle ondiepten en zijn heldere geest bleek uit den wensch, de Balkanverhoudingen rfnu .re£e'e.n door de Balkan-staten zelf, 0 7™elewl. ,van den keizer van Bulga- dan'kwipn Griekenland aan zijn koning te «ifetTnrr a^n,,. v00r allen, dat het zijne zelfstandige stelling bewaard heeft; de Balkan echter, dat hij met volledig afhankelijk geraakte van de Entente en dat oen gelukkig uitricht be staat, de nationale verzuchtingen van Grieken en Bulgaren in verstandhouding met Turkiie «r de centrale mogendheden te zien regelen. ARME BANELINGEN. In het „Berliner Tageblatt" vertelt een Duitscli officier van do landbewoners, die in het oosten van de frontstreek vijftig tot zestig kilo meters achteruit werden gebracht. Wie eenmaal, zoo zegt liij, met twee tot drie duizend van deze bannelingen dagen lang door het land getrokken is, weet, dat hij den beker ven liet menschelijk geduld tot den klutsten druppel moet ledigen en tevens ook, dat hij zijn hart drie maal verloochenen moet, als liij nog vooruit wil komen. Het transport over een af stand van vijftig tot zestig kilometer eisclit vele dagen. De lange, torenhoog Lepake lad derwagens, waarop bovendien ook nog de oude rouwen en de moeders niet kleine kinderen zitten, komen' slechts lang zaam voort op de zware zandwegen. Kinderen, vrouwen, mannen en grijsaards loopen er naast. Vier honderd van Vco wagens met begeleiding - minkan zfeb een voorstel ling maken van het marsclitempo. Zoo een kilo meters lango stoet van schuddende, knarsende liittenwagens en het bont gekleed© barrevoet- sclie volk er naast is het toppunt van trooste loosheid. Ik heb oude veldofficieren gezien, die lien met vochtige oogen nastaarden. Daar drij ven drie kleine barrevoetscne meisjes met den hoofddoek haar gezicht tegen den wind beschut tende, onder voortdurend geschreeuw, het laat ste, weerbarstig© varken der familie met stok slagen in de modder voor zich uit. Hier sleepen twee vrouwen een zwaren zak met aardappels, die van den wagen gegleden is en trachten den vorder rollenden wagen weer in te halen. An dere vrouwen loopen gebogen met kleine kin deren in lange gele doeken op den rug. En nog een anderen bundel hebben ze onder den arm. Merkwaardig hoe dof en onverschillig de man nin £>jn. Waa* iets !e dien is tf te «iet-pen, deen het de vrouwen. De mannen sturen slechts den wagen. Vergeefs tracht ik eeu verschrompeld oud moedertje op een wagen te laden. Ze is er niet van af te brengen op haar gelijkmatige wezenlooze manier verder te loopen. Ze ziet niet naar rechts en o'<> nietnaa: links Ze ln.ort mets In zich zelf gekeerd trippelt ze haar weg. Haar oogen zijn koud en hard en zien over ons heen, als waren wij maar ééndagsvliegen. Ze klaagt niet, ze. loopt, met do rechterband op een stok, terwijl zij met de linker een heiligeneend tegen de borst, gedrukt houdt. Dit is baar gewichtiger dan eten en drinken. Ze zal bet overal mee heen sleepen. Na drie marschdagen zie 1 iet out je nog met baar beeld in den zelfden gei ijk mati gen, bijna eigenzitinigen pas naast den wagen. Er is iets /heldhaftigs in deze oude kracht en stille berusting in het noodlot. In het algemeen toon,en deze menschen een verbazende taaiheid en weerstandsvermogen tegen weer, wind en ontberingen. Vijf dagen lang was ik met onge veer drie duizend mensehen onderweg, onder wie kleine kindoren en oude vrouwen. Vier 11 a«hten hebben zij gedeeltelijk bij sneeuw en slechts beschut door het.,.kampvuur en primi tieve gevlochten, borden teg-en don wind in do open lucht gekampeerd. Geen enkele zieke heb ik onder bert gezien. Even verbazïnkv okkend is do taaiheid der kleine paarden. Van hooi, een beetjo haverstroo en gras levende, trekken ze do zware lasten in het diepe zand tot ze er bij neer vallen. Toen ik het bevel kreeg met twintig ruiters de ontzaggelijke colonne te begeleiden en achter het front in te kwartieren, meende ik met do gebrekkige wagens en m.et deze ellendige menschen geen drie kilometer ver te komen. Toen wij na vijf dagen aankwamen, ontbrak er ternauwernood een wagen. De menschen weten zich ook te behelpen. Bleekt een wiel, dan krij gen zij wel, dc duivel weet wa,ar vandaan, een ander. Of ze lappen hot op eenige wijze op' zoo. dat do wagen weer verder bonkt. Ze willen zelf vooruit, omdat ze weten, dat daarginds een nieuw tehuis voor hen gcoPeilci WOrdt. Is de colonne eenmaal in gang, dan rolt zij bijna, van zelf verder. Het ergste echter is het vertrek. Op een morgen worden de dorpen door gen darmerie-patrouilles^omsingeld en den inwoners medegedeeld, dat zij in rie uur klaar moeten zijn voor den marsob. Den plotselinge aankon diging en de omsmgelenS noodzakelijk, omdat anders vele families in o bosschen de wijk zou den nemen, waar zij ellendig moesten omkomen. Onmiddellijk verheft zich een groot gehuil en geschreeuw in het heele orp. In de huizen wer pen eenigo weerspannigen zich op den grond en moeten met geweld weggecleept worden. Dan begint het. inpakken. Natuurlek willen zij eerst het onmogelijkste mee nemen, tot zij zelf inzien, dat liet paard en de wagen niet zoo veel verdra gen kunnen. Daarom wordt neg eens overge- elders stroomde het, zegt hij, bij onze corresl pondenten om aanvragen tot plaatsing van kin deren in Holland. Alleen uit het district Den dermonde meldden er zich meer dan 300 aan De meesien dezer kinderen moesten met groepen van 10 tot 15 slapen in varkensstallen en schu ren, omdat de woningen met den grond gelijk waren gemaakt. En dat in 't hartje van ren winter! Kan men zich vreeselijker toestand den ken? Daarbij kwam nog een hongersnood n het district Dendermonde, terwijl bet in Antwerpen op 't kantje af hongersnood was Onze middelen stelden ons in staat, elke week kinderen in groep jes van 30 tot 100 uit deze ellende te haler en zt naar Holland te brengen. Aan de beschrijving zijner ervaringen, opge daan op de 30 reizen naar België, die de heer Kellenaers deed, ontleeneri wij het volgende: De kinderen van Dendermonde werden ver zameld door den industriëel van Schoor, de eenige wiens fabriek in Dendermonde var. de verwoesting gespaard bleef In een zoogenaamde camion (groote vei huis- wagen, waar een 40-tal kindereu ir. konden) ging het dooi de verwoeste straten van Dendermonde naar Hamme. In Hamme op de markl werd in paSt. Van elk stuk huisraad wordt onder tranen afscheid genomen. Eenigen hebben kreupele paarden, anderen geen tuig. Zij schelden elkaar uit, omdat eenige familie-leden niets van de an deren willen opladen. Ten slotte zijn er nog eenigen, die in het geheel geen paard en wagen hebben. Voor hen staan eenige groote ladder wagens van onze bagage gereed. Daar dit ech ter ten slotte geen meubelwagens zijn en de menschen rneenen er alles te kunnen opladen, houdt bij elk van deze wagens een gendarme streng toezicht. Dan zitten natuurlijk de man nen en jonge vrouwen bij lioopen op de vol be laden wagens, zoodat de paarden niet vooruit kunnen. Allen, op de gebrekkigen na, worden ®r afgejaagd. Men moet zich bij het uitvoeren van dit onverkwikkelijk bevel zelf hardvochtigheid inpraten. Want anders staat men acht dagen later nog op dezelfde plek. Een andere moeilijkheid levert, het nacht kwartier. Dit moet zooveel mogelijk in de nabij heid van een waterput en van bosch opgesla gen worden, opdat paarden en mensehen water en eenige bescherming tegen de koude zullen hebben. Daar echter de eindelooze rij niet op een hotei halt gehouden en werden aan d? kin- den weg, die vrij moet blijven voor colonnes deren eenige versnaperingen toegediend van automobielen, mag blijven staan, most rr.enl Te midden van e^n onafzienbaren vo.ksoploop het land op. Dat kost reeds in het leger veel Sing he{ daa met den camion verder tot aan de oefening. Men kan dus denken hoe het hier ia.oevers van de nvl?' d5 waai de, bru« Nauwelijks zien de achtersten, dat de voorsteve™oest's en ee? boot>e de kmderen moest over- auweips zetten. Hier verliet men de cam.on en de kin- wagens den weg .verlaten of zy weten reeds dat demi s(apteD jn he( boo,]e er een put is en rijden zelf het and op, dwars Nu moet u zich voorstellen een rivier cic zeei over het veld hem. Plotseling staat men tegen- diep ligt. En dan moet u denken dat boven over een reusachtige golf van naderende langs de oevers honderden menschen siaan, die wagens, een onontwarbare bluwe. Men gelooft, mei tranen in de oogen op dat booije, beiaden neoit meer orde to krijgen. De ruiters komen met dat kostbare vrachtje, neerzien Zachtjes er bij te pas. Vloeken en razen. Ik zelf galop- soms door den feilen wind bewogen, glijdt het neer in den troep, dreig de lieden door den bootje over't water Kinderen en publiek wuiver i tolk, dat ik ze zal laten ophangen, braden, op- elkaar ee" }aatf^ a*fheidsgroet toe, ben vaar- ,b Vl. wei aan het vaderland, dat zij op eene zoo treu- spietsen, als ze met stil houden. Ik laat mijn V£rlat£n moeten paard^stappen als een Pruisische gendarme by £)an gaat het in de tram, die ons naar Viaam- cen oploop, zoo dat alles schreeuwend uit el- scjje j-jopfj (Antwerpen) brengt. Deze tramieis kaar vliegt en bereik ten slotte, dat alles stil duurt iy2 uur. In „Vlaamsche Hoofd" moeten houdt. Dan worden de wagens bij twintig afge- de kinderen over de Schelde varen. Aan de kade teld en door een kurassier in de rij gesteld, in Antwerpen staat reeds het publiek gereed om Twee uur duurt het voor dat het veld met orde- de arme stakkerdjes uit Dendermonde van kiee- lijke rijen bezet is. Als bij tooverslag branden ding en versnaperingen te vooizien. Ik zie rijke dan overal tusschen de wagenrijen de kampvu- dames, die haar bontjes afwerpen en ze oen kin tt iii j i- deren omhangen Dan gaat het naar het Ant- ren. Het is mij nog een raadsel boe deze lie- UCICu omuaug s> H j- i -t werpsche Doorgangshuis, waai de kinaeren der den, die meestal geen lueifcrs hebben, met doorbrer|eii*om verv0lgens den volgenden natte hout zoo gauw vuur aanleggen. j daw de rds naar Hollana, bl,n tweede vader- Den volgenden morgen bij het. vertrek weer ja°d t£ onhernemen een dergelijk tooneel. Ieder wil de eerste zijn. Naar Holland, liet Holland, 's Middags gaat het echter reeds geregelder. Jn Holland Staat een buis! En den avond van den vierden dag rijden ze Een boek, vol van ervaringen, zou ik verder i allen zoo goemoedig en ordelijk op hun plaats, kunnen mededeelen over mijne tochten in en om als hadden ze acht weken Pruisische oefening Antwerpen, waar we in 't hartje van den winter achter zich. en tot in de laatste weken bijna elke 14 dagen Éindelijk'op den vijfden dag komt de verlos- groepjes kinderen van 20—50 uit de allerarmste sing en de belooning. In do morgenzon liggen bufleT maar oak d£ bui&eirkiassc f _i gehaald en naar Holland gebracht htm ben. we de dorpen, die op de nieuwe inwoners wa i- j1£j)j:)£Il daar kinderen aangetroffen, die sinds ten. Van den heuvel af kan ik drie dorpen over- maanden als hoofdmaaltijd kregen gekooka zien. Ik laat de huizen tellen en verdeel de lie- aar(jappelschillen, kinderen ook, die in geen drie den over -dorp na dorp. Bij het verdeelen der dagen warm eten hadden genoten buizen worden zelfs de mannen wakker. Zelden I j Jjj deelt verder mede, dat hel 1385e Kind IS heb ik zulke begeerïge en levendige oogen ge- ingeschreven, waarvan een paar honderd terug zien, als weermede zij de rijen huizen afkeken gingen en dat het comité nu nog 1200 kinderen om er een uit te zoeken, dat zij voor het beste onder zijn bescherming heeft. Under deze kin- houden. deren bevinden zich een 40-tal Joodjes, die wij, I aldus schrijver, in overleg met onze geestelijke i Overheid, Z. D. H. Mgr. v. d. Wetering gehol pen hebben en door bemiddeling van de Opper rabbijnen te Amsterdam en den heer Weijl tt Leiden bij Joden geplaatst hebben. In Zwolle plaatsten we op gelijke wijze 3 Protestaütjes. AI HET R. K. HUISVESTING S-COMITE. In het K. S. W. doet de heer A. Kellenaers, directeur van het R. K. Huisvestingscomité ver- slag van den arbeid van dat comité ten bate onze overige kinderen zijn Katholiek en van Belgische kinderen Daaruit blijkt, dat 't nu Katholieken geplaatst een jaar is geleden, dat dit comité zijn volle' actie is beginnen te ontplooien en dat reeds aan stonds, nadat een oproeping om steun was ver schenen de gelden voor dit mooie werk van chris telijk charitas mild toestroomden. Binnen eenige weken had men reeds over duizenden guldens te beschikken en het regende aanvragen van hen, die verzochten kostelooze opneming van een arm kind uit België.- De eerste twee kinderen kreeg •men pas enkele dagen vóór de groote vlucht uit Antwerpen. Daarna begon de arbeid voor goed. Binnen kort steeg 't aantal aanvragen tot opneming van kinderen tot meer dan 3000 en er werd besloten eene reddingsbrigade naar Bel gië te zenden. Dit plan vond steun onder geheel het katholieke Nederland en al spoedig had men meer dan f 10,000 bij elkaar, zoodat 't plan kon worden doorgevoerd. Schrijver gewaagt dan van de tochten gedaan in België om de kinderen op te sporen en hoe, evenals in Holland, dui zenden aanvragen tot opname van een kind En dat alles hebben wij tot stand kunneb brengen met nauwelijks 20 duizend gulden, die ons. aan giften uit Nederland en deels ook uii Amerika en Australië bereikten! En vanwaar komen al deze kinderen en waar zijn ze geplaatst? Ze komen uit 78 verschillende plaatsen van België en Noord-Frankrijk en zijn in 183 verschillende steden en dorpen van Ne derland opgenomen. Naar verschillende plaatsen werden ook kinderen in groepen gezonden ei geplaatst door bemiddeling van Boerenbond of Hanze. In Limburg zijn dorpjes van 600 tot 1000 zielen, waar 20 tot 30 kinderen een passend» plaats bij goede menschen gevonden hebben, zóó zelfs, dat 't straks, als de oorlog gedaan zal zijn, voor honderden pleegouders een heele toer zal zijn, als zij weer van de kinderen, die zij hebben lief gekregen en waarvoor zij zich zulke heerlijke offers getroosten, moeten afscheid nemen. Maar zij weten er allen van en komt uit Lei- ouders zich bij 't verzoek, hu eten en kleeding brenSen' Dendermonde, Leuven, Dinant, Lier en i Ja daa het fee8t ziï° ia harten! Ook in Naar het Fransch. 40 - Zij wilde meer te weten komen van dien bedaarden Engelsohman. Waarom was hij in Laeville gekomen? Hoe lang zou hij er olijven? Wat wae zijn eigenlijke verhouding tot Sylvia? Zij wist het niet en eindigde dus met hem feen rechtstreeksche vraag t© doen. Denkt u lang in 't mooie Laeville te blijven, mijnheer? vroeg zij. Dat weet ik niet, zeide Chester kortaf. Ik denk niet zoo heel lang. Ik ben op weg paar Zwitserland. Hoe lang ik hier "blijf, zal éerigszins van mervouw Bailey afhangen. Ik heb nog geen tijd gehad een en ander met baar te hespreken. Wat voor hotel is de Villa üu Lac eigenlijk? Hij deed die vraag vrij onverwacht. Alles in Laeville boezemde hem weerzin en ach- jer doch tin. Maar de Wacbnere waren aar dige, eenvoudige mensehen. O, de Villa du Lac is een heel goed ho- pl. Neen, wat dat betreft kunt u gerust rijm vrrondom logeert daar uitstekend. En zoo heel dikwijls gaat ze niet naar het Ca sinoMevrouw Wachner zei de leugen met het grootste aplomb. Haar instinct zei haar, dat zoolang Chester in Laeville was, Sylvia er niet zoo dikwijls heen zou gaan als zij gewend was. TirEl\.volgf6 6011 stilte. Toen deed mevrouw Wachner hem een tweede vraag. Misschien gaat u door naar Zwitser- an en laat u mevrouw Bailey hier achter, hal en 1*^ °P UW ^rugreis hier te komen Misschien wel, zei hij afgetrokken, zon- deJ",ria denken over wat hij zei. Zij Bepen nu langs hreede, beschaduwde wegen, die hem deden denken aan die in een goed onderkou en Londensche vorostad. Geen geluid werd gehoord in de villa's aan weerszijden van den weg en in het licht dei- maan zag hij, dat overal de deuren en venr sterluiken hermetisch gesloten waren. Het leek wel alsof dit gedeelte van het stadje uit niets anders dan onbewoonde huizen be stond. j En weer maakte hij hij zichzelf de opmer king, hoe gevaarlijk deze eenzame wegen t toch waren voor menschen, die veel geld bij zich hadden. Zij waren* nadat zij den weg die j langs het meer voerde hadden verlaten, geen enkelen poli tie-agent, zelfs geen enkelen I voorbijganger tegengekomen. 1 Eindelijk bleef mevrouw Wachner stil staan voor een groote houten deur. We zijn er, zeide Z)J- U wordt zeker verwacht, nietwaar? A» ze niet weten dat u komt, zijn ze waarschijnlijk allemaal naar bed. Laten we dus even wachten, nietwaar, i vriend Frits, tot mnIlüeei' Chester goed en wel binnen is. Mocht net zijn dat er niet meer open wordt gedaan, dan zou u altijd met ons mee kunnen gaan en een nacht bij ons logeeren. U is werkelijk heel vriendelijk, zeide Chester met warmte. Kn de gulle gastvrij heid dezer menschen, aie hem nog zoo wei- nig kenden, deed hem werkelijk aan. S Wat een geuk, dat byivia hier, in dit wonderlijke plaatsje, met zulk een eenvou dige, goedhartige. vriendelijke vrouw als mevrouw Wachner m Kennus was gekomen? i Haar gastvrij aanbod behoefde niet in overweging genomen te worden, want kort nadat zij gebeld hadden, werden er op do binnenplaats achter de houten deur voet stappen gehoord en weinige oogenhlikken later werd er opengedaan. Wie is daar! riep de heer Malfait met luide stem. 't Is de Engelsche heer, de vriend van mevrouw Bailey, haastte mevrouw Waehr ner zich te zeggen. Waarop er dadelijk een zachtere klank kwam in de stem van den I hotelhouder. i O zoo. w» hedden mi inkeer niet meer verwacht. Kom binnen, kom binnen. Ja, het valies is bezorgd. Maar zooveel gasten zen den bun bagage voor zij zelf komen. En ze laten hun bagage ook wel eens achter nadat ze vertrokken zijn. Chester schudde de Wachnere de hand. Ik dank u zeer voor al uw vriendelijk heid, zeide hij. Ik hoop u spoedig weer te ontmoeten. Ik blijf hier stellig nog een paar dagen. Misschien mag ik u wel een visite komen maken? I En het goedhartige echtpaar wandelde ge armd in het nachtelijk duister weg, de deur van het- Pension Malfait werd gesloten en gegrendeld, en Chester volgde dèD eigenaar in de lange, donkere gang. Men moet een beetje voorzichtig rijn. Er zwerft dikwijls zulke vreemd volk rond, zei de heer Malfait. Wil mijnheer soms nog iets gebruiken? Nog een kleine versna pering, een glas limonade of een glas bier, besloot hij ijverig. Maar Chester schudde lachend 't boord. Neen, ik heb al in Parijs gedineerd, zei hij langzaam in zijn slecht Fransch. Het eeuige waaraan ik nn behoefte heb is rust. i Nn, daar zal bet mijnheer niet aan ont breken, zei de hotelhouder. De lucht van Laeville is er voor bekend, dat zij zoo slaap verwekkend is. Daarom brengen zooveel Pa- Irijzenaars hier hun vacantie door en niet in 'de meer bekende, verder afgelegen mode- badplaatsen. Zij waren nog beneden, toen de heer Mal fait opeens uitriep: Daar vergeet ik de badkamer! En ik weet, dat de Engelschen zoo gesteld zijn op badkamers. Het vooruitzicht van een warm bad deed Chester's vermoeid hoofd en lichaam aange naam aan. Het huis was dus niet zoo primi tief als hij het eerste oogenblik dacht, toen hij den eigenaar met een brandende kaars in de hand zag opendoen. De heer Malfait keerde rich om en duw de een deur open. - 't Is een idee van mun vrouw, zex hu trotsch. U riet, het kamertje dient voor twee doeleinden. i Dt was ook zoo. Het kleme vertrek, waar 'hü Chester nu inliet, deed dienst voor bad- en provisiekamer. Langs de muren waren plan ken, waarop potten met eigengemaakte jam, 'flesechen met olie en azijn en groote bussen met rijst, vermicelli, tapioca enz. stonden. In een hoek stond een groote ronde zinken kuip onder eeu koudwater-kraan. i 't Bad ia voor onze gasten, die de by- 'dropatische behandeling, waar Laeville be- roemd voor ifi» iiiot g^reg^ld volgon, zerd© Malfait Maar ik moet n vriendelijk ver zoeken bet bad niet te vol te maken, want het is een heel werk om het te ledigen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5