TWEEDE BLAD
TAFELKLEEDEN
Gevaarlijke Vrienden.
P. J. JANSSEN,
BUITENLAND
GEMENGD NIEUWS
FEUILLETON
DE OORLOG.
Jtnegsangj h. Warmoesstr.
DONDERDAG 9 DECEMBER 1915
VERSPREIDE BERICHTEN
Goedkoopst adres voor
is steeds
OORLOGS-ALLERLEI.
43
DE ÏTALIAANSCHE STRIJD.
Dit het optreden van de Italianen aan het
Italiaansche front, blijkt, dat sedert Joffre
een bezoek heeft gebracht aan dit front, de
strijdwijze aldaar ia veranderd. Over deze
Wijziging in de gevechtsmethode der Italia
nen meldt een oorlogscorrespondent van de
Vose. Ztg. een en ander, waaraan wij het
Volgende ontleenen:
De Italianen houden vooral met groote
hardnekkigheid vast aan de keuze van het
aan vakgebied. Steeds maar door worden ge
weldige stooten tegen dezelfde stellingen ge
richt. En daarbij wordt de bekende taktiek
Van Joffre van den aanval in massa gevolgd.
Sedert den derden slag aan de Isonzo treden
de Italianen niet meer als vroeger in eenige
losse tirailleurslinies op, maar de voorste
linie wordt steeds weer door nieuwe in vele
gelederen voorwaarts rukkende reserven
Vooruit gedreven. Vier, vijfmaal door ver
liezen teruggeworpen, wordt zij steeds weer
door de nakomende reserven opgenomen, tot
zij voor onze hindernissen is aangeland. Deze
wijze van aanvallen geeft de bestorming on
getwijfeld meer kracht, maar zij gaat ook
meestal met zware verliezen gepaard. In
den laats ten tijd heeft men opgemerkt, dat
Ivele Italiaansche regimenten een vroeger
niet waargenomen standvastigheid betoónen
in het verdragen van zware verliezen. In
deze regimenten bevinden zich steeds eenige
honderden vastberaden, dappere mannen,
die n]s zij met den golfslag van hun aan-
valsooiormes voor onze hindernissen geko
men zijn, hij het afslaan van den aanval niet
teruggaan, of zich overgeven, maar voor de
hindernissen blijven liggen en zóó lang vu
ren, tot zij zelf gedood zijn, want het ingra
ven onder vuur is in den steengrond niet
mogelijk.
De economische maatregelen tijdens don
oorlog in Duitseliland.
De Duitsche Regeering heeft aan het Bu
reau van den Rijksdag een Memorie gezon
den, waarin alle economische maatregelen
sedert de laatste parlementaire zitting met'
het oog op den oorlog genomen, worden uit
eengezet. In deze memorie wordt verklaard,
dat er in Duitseliland geen sprake van be
hoeft te wezen, dat er gebrek aan levensmid
delen zou zijn of zou komen. Ook behoeft niet
te worden gevreesd, dat minder levensmid
delen zouden kunnen worden opgeslagen.
Niet alleen is ruimschoots gezorgd voor de
herioodigdheden van het geheele land voor
*00ver dit op het oogenblik en voor de naaste
teekomst vereischt wordt, en voor den géliee-
len verderen duur van den oorlog, maar ook
zijn talrijke economische feu technische vin
dingen tot stand gekomen, waarvan na den1
oorlog de voordeelen bestendig kunnen wor-1
den getrokken. De productie der voedings-1
stoffen is aanmerkelijk vermeerderd, en bo
vendien heeft men tal van nieuwe wegen'
door de ontwikkeling der politieke en mili
taire vraagstukken, kunnen openen. De me
morie doet verder uitkomen, dat de meeste
maatregelen genomen zijn om prijsstijging
te voorkomen en niet omdat er gebrek was
aan levensmiddelen.
Deze memorie gaat lijnrecht in tegen wat
Velen omtrent den toestand in Duitschland
Uaeenen ten beste te mogen geven. Het steekt
ook af tegen wat overjlen ouderlingen vrede
Vooral in de landen der geallieerden tenop-
ticlite van Duitschland wordt meegedeeld
aan het volk. De Sociaal Democraat en af
gevaardigd© Südekum kwam nog dezer dagen
op tegen de poging om elke uiting van hoop
Op vrede, welke uit Duitschland heet te ko
teen, zou moeten worden opgevat als een toe
ken 'van Duitsche uitputting.
Genoemd: afgevaardigde beschouwt een en
ander als nieuwe poging om de breede volks
massa's tegen Duitschland nog meer te verbit
teren en zegt: Wij willen in geen geval de
ïumpen, die ons drukken kleiner maken dan
*(j in werkelijkheid zijn. Maar het spel, dat
de verantwoordelijke mannen in Frankrijk
met de uit duizend wonden bloedende bevol
king van hun land spelen, is een misdadig
Spel Duitschland is niet het slachtoffer van
een hongersnood. Niet de vrees voor uitput-
tin^ maar de rechtmatige toorn over do
Adv.
latigheden van zoovele belanghebbenden en
vfin zoovelen» die hunne verplichtingen niet
nakwamen, zijn de oorzaken van de ontstem
ming in steeds grooter volkskringen. Onder
ons is geen verstandig mensch die niet nit
hetgeen onze legers tot nu gepresteerd heb
ben, de overtuiging putte, dat de wal van
staal aan iederen nieuwen stormloop der vij
anden weerstand zou bieden. Aan het epecu-
leeren op inuerlij'ke onlusten kunnen onze
vijanden wel voor goed 'n einde maken. Dit
culeeren is belachelijk. Nadat ook nog den
toegang tot het naburige Oosten zal zijn be
vechten en het volslagen afsnijden der Cen
trale mogendheden van voorraadgebieden zal
zijn verijdeld, kan aangenomen worden, dat
ieder gevaar van economische vernietiging
voor goed is afgeweerd. De liefde van het
Duitsch volk voor den vrede is niet een ge
volg van zwakheid, maar een uiting van
meiischlievende gevoelens eener sterke na
tie. Ten slotte wordt gewaarschuwd tegen
een lichtzinnig spelen met het zelfbewustzijn
van een volk. Op hen, die dit doen zou dan
het bloed neerkomen, dat nog zou moeten
vloeien.
De sociale werken in Duitschland gedurfcnde
den oorlog.
De heer Dove, ondervoorzitter van den
Rijksdag, deelt in „Nord und Siid" aan de
hand van officieele statistieken een en an
der mede, waardoor een beeld wordt ver
kregen van de resultaten der sociale politiek
in Duitschland tijdens den oorlog.
Van de 5500 arbeiders-ziekenfondsen heb
ben 3500 de onderstandsuitkeeringen kunnen
verhoogèn, terwijl de bijdragen wérden ver
minderd. De overige 2000 konden eveneens de
bijdragen verminderen, zonder dat dit eeni-
ger. storenden invloed op de uitkeeringen uit
oefende.
De invaliditeitsfondsen gaan door de voor
geschreven vergoedingen aan de rechtheb
benden uit ta keeren, hoewel de leden die zich
onder de wapenen bevinden geen bijdragen
meer behoeven te storten. De weezen dei-
werklieden, die in deze fondsen waren en op
het slagveld of in de hospitalen gestorven
zijn, ontvangt eveneens het deel waarop zij
in normalen tijd recht hebben. Hierbij dient
te worden opgemerkt, dat de weduwen en
weezen terzelfder tijd pensioenn ontvangen,
dat door den Staat verleend wordt aan de
gezinnen der overleden soldaten. De weduwe
heeft het recht de invaliditeitsrente van den
echtgenoot te ontvangen, wanneer zij onge-
scrikt is voor den arbeid.
Deze vermeerdering van uitgaven heeft
het werkliedenziekenfonds gemakkelijk kun
nen dragen, omdat het over een reserve be
schikt van ruim twee milliard mark, welke
men langzamerhand heeft verworven. Dit
fonds heeft tot einde Mei 1915 de meerdere
dertien millioen kunnen betalen en hoven-
dien nog 56 millien mank als liefdadigheids
ondersteuning kunnen voorschieten.
De voorschotten door de sociale verzeke-
rii.gsfondsen verleend aan werken van alge
meen nnt bedroegen op het einde van 1914
127 milliard.
In 1914 werden 499 milioen geleend voor
het bouwen van arbeiderswoningen, verblij
ven voor ongehuwde werklieden ene., wat de
som der voorschotten, sinds de oprichting
der Sociale Ondersteuningfondsen brengt op
5325 millioen mark.
Door deze fondsen werden nog voorgescho
ten: 92 millioen in 1914 (1289 millioen sedert
de oprichting) in den vorm van landbouw-
credieten voor de aanplanting- van bosset-en,
verbeteringen van bouwlanden, voor bet aan
leggen van buurtspoorwegen, enz. Verder
nog 435 millioen in 1914 (totaal 6054 millioen)
voor werken van algemeen nut, zooals bet
bouwen van hospitalen, sanatoria, toevluchts
oorden voor invalieden, enz., enz., enz. In
deze som zijn niet begrepen voorschotten
voor de slachtoffers van den oorlog. Dit be
drag was op het einde van 1914 233 millioen
mark.
Perzië.
De „Bund" geeft een overzicht over de ge
schiedenis van Perzië in de laatste jaren en
veklaart, dat Perzië thans op een keerpunt
is gekomen.
De acht stammen in het land zijn militair
geschoold en goed bewapend en zonden teza
men 500.000 man op de been kunnen brengen.
Reeds in 1911 moest generaal Federow ern
stige gevechten tegen hen leveren en hun be
wapening is thans meer volmaakt. Zoo zijn
onlangs wederom 100.000 geweren met daarbij
behoorende munitie ingevoerd.
De pers in Teheran dringt tenslotte aan op
een toenadering van Perzië tot Turkije in
den oorlog tegen Rusland en Engeland. Ook
kan men een sterke agitatie waarnemen ten
gunste van een nieuw Muzelmansch drievou
dig verhond, bestaande uit Turkije, Perzië en
Afghanistan.
Volgens de „Roesskoje Slowo" verlangt
Perzië, dat het Russisch-Eugelseh verdrag
over Perzië wordt veranderd.
Ondertueschen hebben Russische troepen-
afdeelingen van Kaswin het hevel ontvan
gen, zich op weg te hegeven naar Teheran.
Eng'elsclie offervaardigheid.
Volgens de „Daily Mail" heeft het Engel-
sche volk van zeer groote edelmoedigheid In
dezen oorlog hl ijk gegeven. Men schat, dat
in Groot-Brittannië alleen ongeveer 25 mil
lioen pond st. is bijeengebracht voor fond
sen, die voor verschillende doeleinden zijn
gesticht. Naar verhouding hebben de armen
stellig niet minder hijgedragen dan de rij
ken. Zoo zijn bijv. voor het roode-kruis 7 mil
lioen stuiverstukken ingezameld, terwijl het
Times-fonds van één enkelen gever 25000
pond st. cadeau kreeg. Ook de giften van
Australië zijn belangrijk en bedragen onge
veer 1 pond st. per hoofd, over de geheele
bevolking gerekend. In Canada werd in de
provincie Ontario alleen op één dag 200.000
pd. st. opgehaald voor het Britsche Roode
Kruis. Er is geen andere oorlogvoerende na
tie, die ons wat deze cijfers aangaat, over
treft, zegt de „Daily Mail" aan het slot.
HOE HET ER IN GORZ
UITZIET.
Een oorlogscorrespondent van de „National
Zeitung", aan het Italiaansche front, heeft
Görz bezocht. Het publiek, zoo vertelt hij, is
volkomen onverschillig voor de beschieting. De
straten wemelen van mannen, vrouwen en
kinderen en ieder gaat gelaten zijns weegs, of
staat op straat alsof niet de loopgraven een
kilometer in vogelvlucht verder lagen en alsof
er geen shrapnells en verdwaalde kogels be
stonden. Toch gaat hier geen dag voorbij, dat
er geeu dooden vallen. Geen wagen rijdt echter
sneller, geen mensch versnelt den pas. Aan
den ingang van Görz ligt onder hooge cypres-
sen een kerkhof, dat zooals alle kerkhoven in
de buurt vol ligt met graven van soldaten.
Niemand heeft haast. De lieden nemen niet
eens den kortsten weg. Ze slenteren op hun ge
wone manier iond, blijven staan kijken of pra
ten. De groote spiegelruit .van het koffiehuis,
waarin de kcllners in rok heen én weer trippe
len, heeft reeds drie ronde pleisters van metaal.
Hier is kort geleden een gast dood neer gegle
den, naast zijn marmeren tafeltje. Nu zit er
aan het zelfde venster en aan de zelfde tafel
een andere gast en leest rustig zijn krant. Van
morgen is in een naburige straat een heel raam
ingeslagen door een Btuk shrapnel]. Daar
naast staat nu een getresde hotelportièr met
alle gemoedelijkheid, die een hotelportier eigen
is, in de poort.
Met verbazing gaat men door de witte stad
met haar stijgende straten en met haar witte
pleinen, waarop waterputten en zuilen. Vele
winkels zijn gesloten. Die behooren aan Ita
liaansche onderdanen of aan onbetrouwbare
elementen. Toch is overal nog veel vertier en
men kan van alles koopen, zelfs een ei, als men
er maar 44 ct. heller voor betaalt. In een uit
stalkast staan champagneflesschen en uitge
zochte lekkernijen. Op iederen hoek worden
ringen uit alluminium van de ontstekers der
shrapnells verkocht. Daarop staat: souvernir
van Görz.
In de buurt van een kleine levendige markt
is zooeven een granaat ontploft. Niemand be
kommert zich er om. Bijna in elke straat ziet
men huizen met verbrijzelde muren of sporen
van granaten. Een toren draagt een heelen
gordel van shrapneltreffers. Er zijn plekken
die bijzonder toegetakeld werden. Daar ziin de
kozijnen weggebroken, de muren afgebrok
keld, en vele sporen van shrapnellkogels, de
uithangborden verbrijzeld, de neergelaten ijze
ren rolluiken doorboord, als had iemand overal
zijn vinger gestoken door dun bordpapier. Ook
hier loopt niemand sneller. Vele straten zijn,
omdat zij bijzonder door de vijandelijke kanon
nen bestreken worden, met houte schuttingen
afgezet. Het volk zelf noemt deze de shrap-
nellstraten. Er zijn toch nog menschen,, die zich
tusschen den muur en de schutting heen wrin
gen, om geen omweg te maken. Op hun ge
mak loopen, zij door het gevaarlijke slop. Men
zou meenen, dat de blindrondvliegende projec
tielen de menschen bij iederen stap angstig ge
maakt had. Zij heeft hun integendeel met on
verschilligheid gewapend.
Een wijk, die naar de Isonzo loopt, heelt men
moeten ontruimen. Elk huis is daar door de
schapnells beknaagd, elke muur, elke venster
doorzeefd. Aan de Isonzobrug staan nog slechts
ruines. Zorgvuldig dekking zoekende, gaan wij
tot hot laatste huis. Wij komen aan de Isonzo.
Vlak bij liggen de galerijen van Podgora, op
[den heuvel daarachter staan de Ttaüanen. In
twintig minuten kunnen wij in de gevechtsli
nie zijn
BEZIENSWAARDIGHEDEN
AAN HET FRONT.
Max Osbom schrijft van de Cote Lorraine
over bezienswaardigheden aan het front aan de
Vossische Zeitung: Een van de merkwaardigste
inrichtingen noemt hij een oorlogsbibliotheek.
Een vriendelijke piek door hooge noteboomen om
geven is zorgvuldig afgeperkt. Ernst Moritz
Amdtpalatz staat boyen den ingang, 's Zomers
is het een aangenaam plantsoen. Op den achter
grond staat een groote barak, bevattende een
ruime en aangenaam ingerichte lees- en schrijf-
zaal. Terzijde daarvan echter iets heel merk
waardigs, een rijdende veldbibliotheek. Ze ziet
er uit als een groote verhuiswagen Voor, bij
den bok, is het kamertje van den bibliothecaris,
waar zelfs een kachel staat, waarachter in rek
ken, netjes op rijen, de boeken. Een stuk van
den zijwand wordt opgeslagen en men staat
tegen regen en sneeuw beschut voor een boek
handel, die tegelijkertijd een" gewone huurbiblio-
theek is. Een divisie-prekikant heeft de voor
naamste verdienste voor het tot stand komen
dezer inrichting, die thans op vele andere plaat
sen ook in het oosten, navolging gevonden moet
hebben.
Het vermaak op dit gedeelte van het. front
levert de circus. Jawel, een echte circus. Onmid
dellijk achter het front, nog onder de vuurlinie,
is in de open lucht de arena afgeperkt. Een
vroolijke, beschilderde toren aan den ingang,
waarop de muziek zit; draagt den naam: Circus
de Spaansche ruiter. De inrichting is dus naar
de bekende prikkeldraadversperring genoemd.
Voor mij ligt het programma Begin drie uur
's middags. Openingsmarsch. kunstruiters, salto
mortale, August de domme en clowns, slangen-
mensch, athletische vertooning aan de ringen,
troep Gerhardi, Peppo, de gedresseerde ezel,
jongleur, de doodsrit, enz De directie behoudt
zich het recht voor veranderingen in het pro
gramma aan te brengen.
Alles door lieden van het vak uitgevoerd. Geen
dilettanten Eerste rangswerk.
In een groot amphitheater zitten de toeschou
wers in uniform, vol bewondering en pret. Hier
heeft men het theater der duizenden, waarover
in vredestijd zooveel gesproken is in een vorm,
zooals niemand het gedroomd heeft.
AMERIKA.
Het congres geopend.
Eergisteren is het congres geopend met een
boodschap van president Wilson aan de-Kamer.
In zijn boodschap zeido Wilson, naar Reuter
meldt, o.m.:
Bij mij bestaat niet de gedachte aan eenig
direct of bijzonder geaar, voortvloeiende uit
onze betrekkingen tot andere naties. Wij leven
in vrede met alle naties der wereld en er is aan
leiding om te hopen, dat geen geschilpunt in
de gedaclitenwisselingen tusschen deze en
andere regeeringen tot eenige breuk in vriend
schappelijke betrekkingen aal leiden, Al zijn
sommige cruaestios betreffende houding "en po
litiek ook ernstig geweest en al kunnen rij dat
nogmaals worden, doet het mij leed te verklaren,
dat de ernstige bedreigingen tegen onzen natïo-
nalen vredo en veiligheid binnen onze grenzen
z(jn geuit. Ik schaam mij te moeten toegeven, dat
burgers geboren onder een andere vlag maar
genaturaliseerd in Amerika trachtten, het ge
zag en den goeden naam van de regeering te
schande te maken, door onze industrie te willen
vernietigen, waar zij het in het belang hunner
wraakgferdge doeleinden achtten, deze te tref
fen, en onze staatkunde te verlagen ten voor-
deele van vreemde intriges.
Hij spoorde vervolgens het congres aan, met
gepaste wetten tegen het kwaad op te treilen.
Zulks schepsels vol hartstocht, ontrouw en anar
chie moeten worden onschadelijk gemaakt.
Voortgaande, zeide de President: Wij hebben
ons niet in den oorlog gemengd. Dat was klaar-
b lij kol ijk onze plioht. Niet enkel hadden wij
deel noch belang in de politieke stroomingen,
diie het conflict schijnen te hebben ontketend;
maar ook was het noodzakelijk, dat wilde
een algemeene ramp worden voorkomen er
een grens zou worden gesteld aan den invloed
van den wereldoorlog en dat een deel van de
groote familie der naties de vredes-werkzaam-
heden aan den gang zou houden, al was het al
leen maar om een al gemeen en economisclien
ondergang te beletten en te voorkomen dat.
overal in de wereld de takken van bedrijvig
heid, door welke de volken worden gevoed en
onderhouden, zouden worden stop gezet. Het
was duidelijk de plicht van de zelfbesturende
naties in dit halfrond om zoo mogelijk de econo
misclien verliezen en den choas in het andere
haifrond te eompenseeren. al hadden zij niets
meer kunnen doen dan dat. Op de dagen van
het vergelijk en het herstel zullen zü, dat hopen
en gelooven wij, ernstiglijk van bniten gewoon
nut zijn.
JAPAN.
Japansche welvaart.
De correspondent van „The Economist" te
Sjanghai schrijft aan zijn blad, dat in het
Verre Oosten de aandacht zeer wordt getrok
ken door de bijzonder groote goudreserves van
Japan, die thans worden geschat op 50 millioen
pond sterling, meer dus dan Duitschland bezat
twee jaren voor den oorlog.
De munitiefabrieken in het land werken dag
en nacht en de geallieerden betalen vlot; daar
bij komen de hooge vrachtprijzen tengevolge
van het ontbreken van veel Engelsche handels
schepen die vroeger in deze wateren voeren.
Weliswaar heeft de Japansche handel mot
China geleden tengevolge^ van verwikkelingen
met dat rijk, maar in andere opzichten heeft
de Japansche handel groote voordeelen be
haald, vooral de handel met, de koloniën van
Engeland. Japan heeft echter deze voordeelen
hard noodig, want de nationale schuld bedroeg
I in 1914 254 millioen pd. st., voornamelijk ten
gevolge van den oorlog met- Rusland en maakte
daardoor een jaarlijksche uitgave noocig van
j meer dan 14 millioen pond. Sommigen denken,
dat de Japansche regeering ais gevolg van de
groote verdiensten een groote uitbreiding zal
geven aan het militaire- en marineprogram.
Dit valt echter zeer te betwijfelen, daar Japan
deze uitbreiding minder noodig heeft.
De machten van de Entente zullen er wel
voor zorgen, dat aan het einde van de vyande-
- lijkheden stappen worden gedaan om, mensehe-
lijkerwijs gesproken, ervoor zorg te dragen, dat
i in de naaste toekomst de vrede niet meer zal
worden verstoord. Het is zelfs mogelijk, dat in
het volgend jaar de Japansche belas: ngc,. /ui
len worden verminderd en dat het land In
hooge mate in de gelegenheid zal worden ge
steld ten volle van zijn goedkoope werkkrach
ten te profiteeren.
De zwaargetroffen boer! Het Rott.
Nwsbld. verhaalt: In een der vele welvarende
dorpen om het schoone Leiden, werd dezer
dagen in een drukbevolkte stal van een braven
landman mond- en klauwzeer geconstateerd.
Dit was een ramp!
Niet minder dan 213 stuks vee moesten wor
den onteigend in het belang van Neer lands vee-
1 stapel. Den armen veehouder kwam daarvoor
een behoorlijke schadevergoeding toe. En die
werd, door deskundigen geschat op 70 i 75
duizend gulden.
Welk bedrag aan den getroffen landbouwer
werd uitbetaald.
O, de man was verrukt! Zóóveel geld had hij
nooit gedroomd te zullen bezitten en by
richtte in zijn vreugde een Weelderig festijn
voor zijn vrienden aan in „De Turk" te Leiden.
En tijdens dat festijn bracht een schrandere
medelandbouwer hem op een idea.
Hij kon nog meer krijgen dan de 70 milla
Hij kon nog bedrijfsschade reclameeren. Wan1
zijn heele bedrijf staat immers stil.
Sapperloot ja, dit was een idee.
En de brave boer heeft waarlijk een- "lech
tot vergoeding van bedrijfsschade Snot dir-nd
voor ettelijke duizenden guldens.
En ook die zal hij ontvangen!
De man dweept met mond- en klauwreor!
Smokkelarij en vervnlscbingen. De heeren
dr. Van Hamel Roos en Harmens aohrijven iD
hun Maandblad dat het met de eerlijkheid en
goede trouw van den handel in vele kringen
treurig geeteld ia. Zoo hadden zij gelegenheid
te dien opzichte ervaringen op te doen, die wel
al« een reoord van brutaal bedrog kunnen gel
den. Zij deelen n.l. het volgende mede:
„Zooals bekend ia, heeft onze regeerig den
uitvoer o.a. van vette olaëen en machineolie
verboden; hierbij waren evenwel o.a. uitgezon
derd: mais-olie en traan. Voor den uitvoer wer
den deze artikelen derhalve ten verkoop aange
boden, doch de kooper was zoo verstandig van
deze „uitzonderingsartikelen" eerst monsters
te laten onderzoeken. En nu bleek ons ten eer
ste dat de z.g. „mais-olie" bestond uit raapolie,
zonder één spoor mais-olie, en ten tweede, dat
Naar het Fransch.
Maar Paul die Virien keelt niet naar hen
en praatte niet met hen, wat een Emgelsch-
m.an, dSe op goeden voet met ©en der andere
gasten in een hotel is, waarschijnlijk wel zou
hebben gedaan. In plaats daarvan verdiepte
hij zich tusschen de verschillende gangen
van den maaltijd, in zijn courant. Maar toch
zag Chester dat de Virieu zijn oogen nu en
dan met peinzenden, onderzoekenden blik op
Graaf de Virieu is heel vriendelijk voor hem richtte. Wat beteekende het, dat de ke-
tee geweest, Chester. Hij heeft mij meegeno- tel soms op die manier naar hem keekï
teen. naar Parijs en mij kennis laten maken Wat Sylvia betreft, zij was klaarblijkelijk
teet zijn zuster, de hertogin d'Eglemont. Je niet op haar gemak. Zij sprak haastig en nu
*nlt je den naam van den hertog d'Eglemiont en clan een beetje onsamenhangend over ver
hel herinneren. Twee jaar geleden, won hij schillende aangelegenheden, die betrekking
den Derbyprijs. haddien op hun beider leven in Engeland. Zij
En toen Chester met-antwoordde, vervolg- vertelde hem veel van den heerlijken tijd,
de Zij, alsof zij vond dat zij zich moest ver- dien zij in Parijs had gehad, maar sprak vol-
uedigen. 1 1
j strekt niet over Lacvi]]©.
Hij moest naar Bretagne" om de begra- i Lang voordat de andere gasten klaar wa
tenis bij te wonen van zijn peettante. Het ren met den lunch, stond Paul de Virien van
«Put mij wel, want het zou mij genoegen heb- tafel op. Alvorens de eetzaal te verlaten, j
weu gedaan als jullie kennis met elkaar had- keerde hij zih naar Sylvia en haar Engel-1
n tt" u 1 4 -"*■J en boog diep voor hen. 't Kwam1
dat met zijn verdwijning Syl-
rp via opeens weer de oude werd en haar ge-j
ierwijl zij den uitstekenden lunch, door woon opgeruimd, natuurlijk, eenvoudige we-i
Cb" keer l oij-eiTo zelf bej'eid, nuttigden, had zen terugkreeg. Ook sprak zij minder en luis- 1
y'iester het onbehaaglijkste gevoel, dat de torde meer, zoodat Chester eindelijk van hun 1
xou, die alleen aan een andier tafeltje zat, samenzijn begon te genieten
er woord, dat zy tot elkaar zeiden, kon j Na den lnnch gingen zij
en gemaakt. Hy is op kostschool geweest schen vriend
j^ fteffeiand, daarom spreekt hij zoo good! Chester voor,
ngelsch.
te'fctaan.
gingen zij den tuin in en
het uitgestrekte gazon, met de donkere be-1
schutte plekje®, bood een heerlijke gelegen
heid om nog een rustig, gezellig uurtje te
hebben. Hier gingen zü zitten en dronken
koffie onder een van ce ceders.
Ik moet zeggen, diit is ©en allerliefst,
gezellig hotel, zei Chester eindelijk. Ik
begin nu te begrijpen, dat je van Lacville
houdt. Maar ik begrijp niet hij zag haar
ernstig aan dat je er van houdt naar dat
Casino te gaan.
Ach, ©r is hier zoo weinig andere te
doen, zéi Sylvia. En wel beschouwd schuilt
er toch geen kwaad in züu geld op het spel
te zetten, als men het toch heeft.
Hij schudde schertsenderwijze, maar toch
bedenkelijk het hoofd. Vindt je daar wer
kelijk èeen kwaad ih> Sylvia T vroeg hij
droogjes.
O, daar heb je mevrouw Wachner! riep
Sylvia opeens, en het kwam Chester voor,
dat zü het op een toon van verlichting zei.
Mevrouw Wachnerf Chester keek op en
toen hij het korte, dikke figuur van me
vrouw Wachner over het grasveld naar hem
toe zag waggelen, herinnerde hij zich haar
weer.
Dat was het goedhartige mensch, dat den
vorigen avond zoo vriendelijk voor hem was
geweest en hem zelfs had aangeboden dien
nacht by hen te logeeren, als het Pensioen
Malfait gesloten, was geweest.
We hebben in de stad geluncht, zeide
zij half en half het woord richtend tot Ches- Virien, maar hij was een uitzondering, geen
ter. En nu kom ik in het voorbijgaan hier regel.
evon aan, om u, mevrouw Sylvia en nw j Zie je» Chester. Lacville is een plaats.
I vriend te vragen vanmiddag hij ons in den waar men elkander niet byzonder vertrouwt.
Oho let des Muguets te komen theedrinken. Ik voor mü geloof dat vele mensehen hier
Zü zaff me^ haar kleine, heldere oogjes het zün haast alle vreemdelingen, Russen en
Sylvia strak aan. iDnitschers het vreemd vinden, dat ik hier
Sylvia keek naar Chester en lachte vere'alleen
heugd. Hij begreep, dat zij gaarne de uitnoo-
I diging wilde aannemen,
i Dat is heel vriendelijk van u! zei hü bar-
telyk.
Zij sprak zonder na te denken over wat zü
si, zy dacht eigenlijk overluid.
Dus je geeft toe, dat het werkelijk geen
plaats voor je is om je er alleen op te hou-
Sylvia knikte vroolijk van ja. Méér dan den, zei hij langzaam,
j' vriendelyk, lieve mevrouw! riep zij uit WijNeen, dat geef ik niet toe, zei zü haastig
zullen met bijzonder veel genoegen komen! Maar laten we nu niet over zulke ouaau
Ik was van plan met mijnheer Chester een genante dingen spreken. Ik wou juist zoo'i
rytoertje 1e maken door het Bosch van Mont- heerlijk rijtoertje met je maken.
(monrency. Vindt u het dna goed, dat we tegen Chester vergat dien eersten dag in Lacville
vijf uur koment
Uitstekend!
En tot Chester's groote
nooit. Het was verreweg de prettigste dagij
dien hü er doorbracht, en het gelukte SylviV
vreugde keerde zü zich om heen te gaan. Éthem te verbergen, dat haar stemming nie
kan nu niet langer blijven, want Vriend zoo aangenaam was als de syne. Dank z
Frits wacht op me. En hij hond niet tbji Polperro'a bemoeiingen konden xij over ee:
wachten. (uitstekende auto beschikken. Toen zij een
j Wat een lieve vrouw! zei Chester. Je maal al de kleine" fantastische villatjes e
leunt wel van geluk spreken, Sylvia, dat j« het houtterrein, dat te koop was, achter zie
hier in dit wonderlijke plaatsje, met zoo hadden, hoe schilderachtig en lieflyk warei
iemand kennis hebt gemaakt. Maar je hebt toen de gehuchtjes en de boschachtige plek,
je in het hotel toch zeker ook wel bij eenige jee en de rustige dorpjes en stadjes waar zij
menschen aangeslotent doorheen stoven.
Neen, eigenlyk niet.... Zij bleef steken. Op bun terugweg zei Sylvia iets, dat Ohee-
Zij had kennis gemaakt met den graaf de ter onaangenaam verraste, Zij bad het feit-