TWEEDE BLAD Gevaarlijke Vrienden. C. H. ?08ELZA8fi Engeland en België. BINNENLAND FEU1LLEÏON VRIJDAG 17 DECEMBER 1915 aan het engelsche parlement - Messieurs les Sénateurs, Messieurs les Députés, Onze BLOUSES en ÏUMfCEfi tauntem uit doos* goeden tsasvo^m en afwerking GROOTE HOUTSTRAAT 29. Aav. EEN NIEUWE ROL. De Nederlander schrijft Het Amsterdamsche blad, dat zich beijvert ons volk in de oogen der belligerenten verdacht te maken, is onzen Kameroverzichtschrijver wel- i willend gezind. Dat is zonder het redactie geheim te schenden mogen we dit wel verklap pen —dat is hem een pak van 't hart. Het orgaan koestert medelijden voor den on gelukkige, die „natuurlijk in zijn blad niet anders schrij ven mag dan de heer De Savornin Lohman, de politieke hoofdredacteur, in de Kamer spreekt. De heer Lohman sprak spottend over het adres van de 24 hoogleeraren, de overzichtschrijver doet het ook. De heer Lohman sprak schimpend en beleedigena over het publiek dat ons steunt, de overzicht schrijver doet het ook Hij kan niet anders. Hij zit er aan vast. Dat is de mooie onaf- hankelijkheid(!) van den journalist die ver bonden is aan een blad waarvan de politieke leider in de Kamer zit. En aangezien de overzicht-schrijver van De Nederlander al de kromme sprongen moet meemaken en na doen, die de heer de Savornin Lohman in de Kamer vertoont, zou het voor ons bijzon der onbarmhartig zijn den arme te bestrij den. Daarom een woord van oprecht medelij den met hem. Hij kan het heusch niet hel pen." De rol van beschermer der journalisten is nieuw voor den verantwoordelijken leider van De Telegraaf, en hij speelt haar dan ook mise rabel slecht. I Geen wonder, de man die zoolang hij dat blad bestuurd", met het lot van journalisten caramboleerde alsof het (uitgezogen) citroenen waren de lieer Holdert n.b.! treedt op als beschermer van journalisten, die zich verheugen mogen in de frissche atfosmeer 'buiten de St. Nikolaasstraat! Dat is waarlijk het comble der onbeschaamdheid. De Nederlandsche Journalistenkring zal Zon dag a.s. vergaderen over „de zaak-Schröder". Zou hij, en passant, niet verstandig 'doen, zich ook eens met de manieren van dezen heer Hol dert tegenover de journalisten onledig te houden? DE KWESTIE OPGELOST! Terwijl men tot nog toe tevergeefs naar een oplossing der kwestie van het vrouwenkiesrecht zocht en de Concentratie gemakshalve maar aanstonds met een blanco-artikel kwam, cm alle innerlijke ruzie te vermijden, is nu aldus de Resbode met één slag de oplossing daar. 't Is werkelijk het ei van Coiumbus! Dr. Wijnaendts Francken komt nl. in de „Am sterdammer" met het volgende idee: j A le vrouwen krijgen het kiesrecht, maar slechts voor een zeker aantal Kamerzetels. De viouwen kiezen alleen, zonder medewer- jktng der mannen, stel twintig afgevaardigden, i terwijl de taentig an dei en door de mannelijke I kiezers worden gekozen. Dan nemen alle vrouwen aan de verkiezing deel en kiezen zij haar eigen vertegenwoordigers, j maar de macht in het cijfer blijft aan de mannen, l De Grondwet zou natuurlijk voor een derge- lijke oplossing gewijzigd moeten worden. Intusschen, zou men nu werkelijk meenen, met een dergelijk voorstel iets uit te richten? De tegenstanders van vrouwenkiesrecht wil len natuurlijk ook van deze oplossing niet welen, die immers begint met den vrouwen het kies recht te geven. En de voorstanders zijn immers met een der gelijke achterstelling der vrouw allerminst con tent. En geen wonder: men is voor algeheele gelijk stelling van man en,vrouw en geeft de vrouw een vierde van de macht der mannen! Erkent men daardoor, dat het met die gelijk stelling toch eigenlijk geen ernst is? DUURDER BIER! Ons potje bier gaat duurder worden! In een circulaire van den Bond van Neder landsche brouwerijen aan kasteleins en botfe- laars wordt medegedeeld, dat deze Bond in zijn vergadering van 20 November jl. besloot, met het oog op de steeds stijgende kosten, de prijzen van alle biersoorten met minstens 1 gulden per H. L. hooger te stellen dan deze prijzen op 1 November 1914 bedroegen. Deze prijsverhooging zal ingaan op 1 Januari 1916. Agenten en handelaren op fust, aldus de circulaire zullen hunne prijzen ook met min stens 1 gulden per H.L, moeten verhoogen. De j Bond staat er op. dat kasteleins en bottelaars hun prijzen per glas en per halve flesch met 1 cent verhoogen. De brouwerijen hebben zich verplicht tot de meest krachtige maatregelen over te gaan ter bestrijding van het verkleinen van glazen en flesschen, het niet-verhoogen der prijzen en der gelijke middelen. Gedurende de maand December zullen de brouwerijen geen buitengewone bestellingen uit voeren, die klaarblijkelijk ten doel hebben een voorraad bier tegen den huidigen prijs op te doen. DE HEER MEUWSEN HERDACHT. Op de te Utrecht gehouden vergadering van het Bestuur van den Middenstandsbond bracht de waarnemende.voorzitter een woord van hulde aan de nagedachtenis van den overleden voor zitter, den heer J. S. Meuwsen, die vooral bij zijne medeleden in het bestuur, die met hem aar de organisatie gewerkt hebben, in aangename herinnering zal blijven Op voorstel van de Al- Igemeene Winkeliers-Vereeniging te Amsterdam werd besloten van bondswege een monument te doen plaatsen op het graf. Aan de vereenigin- gen van den Bond en de bekende middenstands vrienden, zal dit besluit ter kennis gebracht wor den, die dan bijdragen daarvoor kunnen zenden aan den heer Das, bondspenningmeester. Naar het Fransch. '5o Sylvia was niet meer met Paul de Virieu hieea. Zij en Chester maakten dien middag een auto-tochtje, waarop de Wacknens hen Htogezelden.... zij hadden'dit den dag te vo- »ên met elkaar afgesproken, en er was geen pnkele reden om liet plan niet te volvoeren. t Lu toen mevrouw Wachner hoorde, dat 'hester en Paul de Virieu beide vertrokken, féodigde zij met haar gewone impulsieve |t i telijkiieid Sylvia uit, dien avond bij haar den Chalet des Muguets door te brengen Sylvia nam de nitnoodiging lusteloos aan. Kon haar niet schelen wat zij deed en waar Hl heenging'. Eindelijk kwam het iiur van scheidten.. Ik ga naar het station, om je daar nog Ls goede reis te wenschen, zei zij en Ches- 4 zag haar verbaasd aan en maakte eenige areu. Ik hen vast besloten naar het Htion te gaan zei zij hoos Wat is liet toch 'tuner, Chester, dat je je altijd wilt be- met de zaken van anderen! u zij ging ook naar het station alleen om er'later spijt van te hebben. Paul de Virieu, die baar band voor bet laatst krampachtig omklemde, was akelig bleek geworden, en'terwijl zij alleen terug wandelde naar het Casino, waar de Wacli- ners reeds op baar wachtten, werd Sylvia vervolgd door de gedachte aan zijn verwij tende, wanhopige eogen. Het liep naar negen uur en 't was juist zeer leeg in het Casino, want de middagspelers waren heengegaan en de avondserie, zooals de heer Polperro het met zekere minachting noemde—de zeer. ongelijke stroom van nachtelijke bezoekers was nog niet uit Parijs gekomen. - Ilin nu, zei mevrouw Wachner plotseling is bet nu geen tijd om naar buk te gaan en ons soupeertje te verorberen? De „wereMburgeres" had haar man en Syl via die baccarat speelden, gadegeslagen. Bei den hadden gewonnen en Sylvia was blij, dat de opwinding van bet spel baar in staat stelde liet afscheid tijdelijk te vergeten. Paxils laatste woorden klonken baar n% in de ooren en de weelderig versierde speel zaal scheen vol van zijn tegenwoordigheid. Zij deed liaar'uiterste bost om de gedachte aan hem van zich af te zetten. Den volgen- i den dag zou zij naar Engeland terngkceren, trachten te vergeten dat er een plaats be stond, die Laeville heette en Panl de Virieu voor goed uit baar hart en haar geheugen 1 bannen. Ja, er bestond nn voor baar geen enkele reden om hier te blijven, in dit won derlijke plaatsje, waar zij op meer dan één manier de bittere vrucht van den boom der kennis had geproefd. Met een diepen zucht stond zij van tafel op. Lij keek naar het groene kleed, naar de ill ens eh en, die er omheen stonden, met het vreemde gevoel! dat noch de tafel, noch de meiischen werkelijkheid waren. Haar hart en haar gedachten waren vér weg,-bij die twee mannen, die haar, ieder op zijn manier, lief hadden. Toen wendde zij zich met een gedwongen lachje tot de Wacbners. Haar persoonlijkheid mocht het genoegen van die twee goedhar tige merusehen niet bederven. Het was toch zoo vriendelijk van hen, dat zij haar hadden gevraagd den avond in den Chalet des Mu- guets door te brengen. Zij Z(m zich trooste loos eenzaam hebben gevoeld in de Villa du Lac.... Ik ben klaar, zei zij tot mevrouw Wach ner en het drietal wandelde bet Casino uit. Zullen we oen rijtuig nemen? vroeg Syl via, die wel wist dat de corpulente mevrouw Wachner niet veel van loopen hield. Neen, neen, zei mijnheer Wachner kort af. Het is volstrekt niet noodig vanavond een rijtuig te nemen, 't Is mooi weer, eu 't is trouwens niet ver. Het gebeurde zoo zelden, dat hü tusschen- bc-ide kwam of zich beslist aankantte tegen 1 iets, dat werd voorgesteld, dat Sylvia een beetje verbaasd was, temeer daar het werke lijk een vrij groote afstand was van het Casi no naar den afgelegen Chalet des Muguets. Maar daar mevrouw Wachner met een hoofdknikje te kennen gaf, dat zij het met haar man eens was, drong Sylvia niet ver der aan. Dus togen zij op Weg. 't Was heldere mane schijn en Sylvia met haar vluggen, veer- krachtigeii gang^ hield gelijken tred met vriend Erits teiwijl zijn vrouw altijd eenige passen achterbleef. En als gewoonlijk be waarde de heer V achner het stilzwijgen, ter wijl hij het woord liet aan de dames. Dién avond echter legde mevrouw Wach- ner haar gewonen tact niet aan den dag. Zij bracht onmiddellijk het gesprek op de twee heeren, die nu zeker goed en wel in den Zwit- eerscben trein zaten, en gaf op een toon vol minachting baar verbazing te kennen dat de i heer de Virieu Laeville bad verlaten, j Ik ben blij, dat hij weg is, zei zij v rooi ijk. Die man heeft zoo vreeselijk veel verbeel ding van zichzelf hij is zoo heel anders i dan die goede mijnheer Chesterl Het verwon dert me, dat mijnheer Chester met hem op reis wil gaan. Maar hij is nog niet voor je verloren, 6chatje. Hij zal wel gauw weer to- imgkomenl 1 Zij lachte, een zware, grove lach, en Sylvia gaf geen antwoord. Zij vond het waarschijn lijk uat zij Paul de Virieu nooit terug z u zien en dat denkbeeld leek haar ondraaglijk, t 4\as haar pijnlijk juist nu aan hem herin nerd te worden, en nog wel door de vrouw, die zij wist dat iets tegen hem had en hem minachtte. Plotseling berouwde het haar, dat zij de uitnoodiging der Wachners had aangenomen. Dezen keer scheen de weg naar den Chalet dea Muguets haar langer dan gewoonlijk veel langer dan hij Sylvia den Jaatsten keer was toegeschenen, toen zij hem in gezelschap van Paul Virieu gegaan was. Het was haar alsof er sedert dien dag eeu .oneindig lange tijd verstreken was Sylvia was blij, toen zij eindelijk het wel bekende witte hek in 't oog kreeg. Hoe vreemd en eenzaam zag het huisje er uit in het schemerlicht van den helderen zomer nacht. 't Verwondert me zei Sylvia, naar haar zv ('genden metgezel, viend Frits, opziende, die gedurende de geheele wandeling den mond niet had opengedaan, het verwon dert me dat u geen van beiden bang zijt den chalet eiken dag zoo lang leeg te laten! De werkvrouw gaat na den lunch immers altijd naar huis. Wordt vervolgd). NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Het. Amerikaansehe blad „Tlie Evening Mail" Left een opmerkelijk stuk in banden gekregen gepubliceerd. Het is een open brief, door. een Belg onder titel „Why did no British army help Bel- uial" aan alle leden van het Engelsche Hoo ker- en Lagerhuis in gesloten omslag gericht luidt volgens vertaling van de Limb. Koerier «is volgt; (Waarom heeft geen Engelseh leger België geholpen? Ik, een gewond Belgisch soldaat, die alles ver loren heeft, heb op de hulp van eenen Engel sehen vriend beroep gedaan, om U eerbiedig te Vlagen; Waarom hielpen de Engelsehe troepen België" niet? België beklaagt zijn lijden niet, België voelt, dat er een antwoord bestaat op~de Vraag: waarom kwam dan toch het Engelsehe leger niet naar Antwerpen, alvorens de vijand Buik, Namen en Antwerpen veroverde? Wij Plaatsen onzen trots in do verdediging van de heiligheid der verdragen in roemvolle samen werking met Engeland. Maar waarom ontzegde Ons Engeland zijne medewerking in den eenigen Vorm, die ons kon helpen en die ook Frankrijk Zou geholpen hebben? De Engelsche regeering verlangde van ons, dat wij onze onzijdigheid met wapengeweld zou den verdedigen en tegelijkertijd verplichtte zich Engeland, pns met wapenmacht bij den weer stand tegen den vijandelijken indringer te zullen ondersteunen. Wij hadden ook niet minder dan deze belofte verwacht. Sedert Algesiras en het Jaar 1900 waren de legers van Engeland en Bel gië met 't oog op een© gemeenschappelijk© ver dediging togen eenen Duitselien inval in België overeengekomen. De generale staven beider legers hadden de hierop slaande noodwendig heden en plannen besproken. Men-beloofde Bel- fcië, dat 160.000 Engelsehe soldaten naar Ant werpen zouden komen, waar zij zich met 14 mil- lioen Belgen zouden vereenigen, Ieder Engelseh officier, dien ik aantref en ik heb met vel© ge broken, zei mij steeds, dat het Engelseh expedi tieleger immer bereid stond, op het eerste nood- 8'-in haar Antwerpen te komen. Een Engelseh officier, uitmuntend generaal, zei mij, dat bin den ééne week na de oorlogsverklaring ten binst© 100.000 man Engelsehe troepen op onze hade zouden geland zijn en het overige binnen ®&kel© dagen of uren volgen zou. Nu kwam de dood. De vijand rukte België binnen. Het Bel gische leger streed om zijn leven, om de vrijheid Van het land, vóór de vallen der forten van Luik, Namen en Antwerpen. Waarom bekwam 'vhpt ge-enen steun van zijne Engelsche kamera- <W? Waarom kwam dan niet één dezer beroem de Engelsche regimenten naar België, om ten hiinste Antwerpen te helpen houden? Mijne Heeren, dit feit kan niet wegge,loochend Worden! Het door het Engelsche ministerie van buitenlandsche Zaken afgekondigd Witboek be vat volgend besluit van den Engelsehen minis ter van Buitenlandsche Zaken aan den Enge)- tohen-gezant te Brussel den 4en Augustus 1914 öiedegedeeld, dat van ons Belg-en eisekte, de Luitsche leg-ers met alle middelen weerstand te hieden en ons Engelsehe hulp en een gemeen, tehappelijk optreden tegen de Duitsche legers Waarborgde. Mijne Héeren, leden van Hooger- eU Lagerhuis, gelieft dit besluit te lezen Sir Edward Grey aan Sir F. Villiers. Engelseh gezant te Brussel. Telegrafisch i' Ministerie van Buitenlandsche Zaken, Londen, 4 Augustus 1914. „Deel de Belgische? regeering mede, dat, indien door Duitsohland eene drukking op haar worlt geoefend, om hare onzijdigheid op to geven, Z. M., Regeering er op rekent, dat zij met alle middelen tea, barer beschik king zal weerstand bieden; dat Z. M. Re- goering haar bij het bieden van dezen weer stand zal ondersteunen en dat Z. M. Regee- ring in dit geval bereid is, zich zoo g®- wenscht met Rusland en Frankrijk te ver binden, om do Belgische Regeering tegelij kertijd een gemeenschappelijk optreden aan te bieden tegen het aanwenden van geweld van wege Dnitschland tegenover haar en haar de instandhouding barer onafhanke lijkheid en ongeschondenheid voor de toe komst te waarborgen." Was het mogelijk uitdrukkelijker waarborg en verplichting Uit te spreken, plechtiger belofte te doen, dat Engeland België zou bijspringen, in dien België zijne onzijdigheid tegen Dudtsch- land verdedigde? Edoch, Mijne Heeren, hoewel Luik en Namen in gruis lagen, hoewel mijne dappere kameraden uit het Belgisch leger bij elke mogelijke verweerstellingen van ons onge lukkig lana vaak tegen tienvoudige overmacht stand hielden, hoewel Antwerpen eerst op 9 October (meer dan 2 maanden na den Duitselien inval) in de handen der Duitschers viel, zoo kwam gedurende dezen heldhaftigen weerstand toch geen enkel man, geen enkel paard, noch i één stuk gesehut uit Engeland ter hulp, of- schoon haast het geheele Engelsche expeditie- leger binnen ééne week op de Scheldo had kun nen zijn. Ik mag betreffende de groot© waarde van het Belgische leger te Antwerpen in de volgende regelen eenen uwer eigen geschiedschrijvers aanhalen, voor wiens boek Lord Rosebory eene I inleiding schreef en dat door uwen uitsteken den criticus, M.' Belloc, geprezen werd. Daar leest men: „Het verslagen, maar nog onover wonnen leger van generaal Solliers de Moran- ville had achter de versterkingen van Antwer pen: beschutting gezocht. Het telde met de ver- sche vrijwilligers wel niet minder dan 120.000 man; het was met rijken schietvoorraad voor zien, zijne vuurmonden waren goed en voortreffij ijk bespannen, zijn geest uitstekend en het stelde zich met den stut van Antwerpen niet tevreden. Den 23en Augustus rukte het zuidwaarts vooruit en verdreef de Duitschers uit Meehelen. Gedurende de volgende drie weken hadden de gevechten hoofdzakelijk in eenen driehoek plaats, waarvan Antwerpen de spil vormde en de grondlijn van Dendermonde naar Aarschot liep." I Een blik op de kaart toont aan, lioe zeer de Belgische aanval de verbindingslijn van het Duitsche leger bedreigde. De Duitachers had den sterke verliezen, de Belgen eveneens, zooals blijkt uit liet feit, dat- binnen éée week onge veer 8000 gewonden alleen in d© gasthuizen van Antwerpen binnengebracht werden. Buiten twijfel zon de Duitsche bezetting van België een volledige misslag geworden zijn, indien Engeland alsdan ongeveer een legerkorps te Oostende had kunnen aan land zetten. Helaas, de Belgen moesten het alleen uitvechten. Twee maanden, Mijne Hoeren Leden uit Ilooger- en Lagerhuis, hielden mijne dappere kameraden de Duitseho massa, terug. Gedurende deze twee j maanden was Antwerpen het bolwerk der Belgi sche onzijdigheid, tot welker gemeenschappe lijke verdediging met ons Engeland zich ver- benden had. Gedurende 2 maanden lag de breede waterweg van Antwerpen voor Engel sche schepen open. Maar er kwam geene hulp uit Eng-eJand. Mijne kameraden en mijn vader land werden ten gronde geslagen, zonder dat gedurende dezen heldhaftigen tijd van den on dergang ook maar de minste hulp verleend werd. Zooals d© door mij aangehaalde geschied schrijver zegt: „Dagelijks, haast elk uur, reik halsde het kleine Belgische leger naar het Wes ten, van waai- het do aankomst zijner bondgo- nooten, Frankrijk en Engeland verwachtte." Waarom kwamen geene Engelsehe troepen Bel gië ter hulp? Het talmen van Engeland had schuld aan de Fransche nederlaag. De Engelsche Regeer! ug vervulde aldus tegenover mijn vaderland niet hare belofte ons 1 bij den weerstand -tegen DuitsehlanJ te zullen steunen en ons terstond een hulpleger to zenden I tegen een gewelddadig binnendringen van j Duitacliland in België. Dit verzuim, dat voor ons zulke verschrikkelijke gevolgen had, was ook oorzaak der nederlaag van het groote Fransche leger op de grens van Frankrijk en België. Van deze zijde der ramp wordt in do Engelsehe pers nooit gewag gemaakt, Waar echter Fransche of Belgische krijgslieden samen zijn, komt dit met groote bezorgdheid ter sprake. In werkelijkheid heeft het overbrengen der Engelsehe hulpmacht van België naar Frankrijk niet alleen mijn eigen land onbeschermd gelaten, maar het heeft ook de Fransche verdediging belemmerd. Wjj weten, dat het Britsehe expeditieleger binnen minder dan één week na het uitbreken van den oorlog te Antwerpen had kunnen aan komen. Dit leger had enkel in de vervoersclie- pen hoeven te stappen en naar onze groot© zee vesting te varen. Daar was alles bereid: Onder komen, verpleging, bevoorrading, uitstekend bevestigde stellingen, kortom alles, wat tot een j werkdadig ingrijpen de troepen in den strijd I noodig was. Toen de Engelsche troepen in de plaats daarvan naar Boulogne en Havre gezon den werden, moest alles eerst voorbereid en i aangeschaft worden: spoortreinen en andere landvervoermiddelen, om verre slagvelden aan eene onbekende grens te bereiken. Nadat op 4 Augustus de Engelsehe oorlogsverklaring ge- daan was geworden, kon het expeditieleger, hoe wel het pas do helft der manschappen telde, die den lOen of 12en Augustus té Antwerpen had den kunnen zijn zich eerst den 22en Augustus te Bergen hij het Fransche leger vervoegen. Zoo werd den Duitschers al den tijd gelaten om Luik en Namen te veroveren. Vooral deze vesting was volstrekt noodzakelijk voor het slagen of de veiligheid van den Franschen aantocht. Had de Engelsohè regeering tegenover België haar woord gestand gedaan en 'een leger naar Ant werpen gezonden ter ondersteuning van het alsdan nog onoverwonnen Belgisch leger, zoo hadden de Duitschers met dergelijk gevaar in den rug, niet kunnen tegen Frankrijk afrukken. Dan hadden wij niet den Engelsch-Fransclien aftocht van Bergen uit beleefd en Antwerpen ware tot op heden een oninneembaar bolwerk van België en de Verbondenen geweest, i Ik wilde hier gaarne meer dan voornoemden Engelsehen geschiedschrijver aanhalen. Ik hoef niet nader uiteen te zetten, hoe zwaarwichtig en vreesdijk de vergissing was, waarbij het En gelsehe expeditieleger over den grooten en langzamen omweg naar Norniandië en Vlaan deren geleid werd, weswege liet eerst den 2üeu Augustus met den vijand in aanraking kwam. Beter ware do eenvoudige, rechtstieeksehe en doelmatige weg over het Kanaal naar Antwer pen geweest, waar het Engelsche korps nog voor den lOen Augustus hadden kunnen aankomen. Gedurende deze te loor gesmeten veertien dagen ging- België te gronde en de aftocht, van Bergen hadde bijna de inneming van Parijs tengevolge gehad. Vermelde geschiedschrijver zegt lietvol- i gende: „Hadden de Verbondenen vóór den lóen Augustus verre in België kunnen doordringen en samen met het Belgische veldleger de linie AntwerpenNamen houden, dan ware onze stelling uiterst gunstig geweest. Onze op Antwerpen steunende linkerflank zou onsckend- baar geweest zijn, de geweldige Duitsche rech tervleugel had zdeli binnen eene enge ruimte moeten ontplooien en Namen ware niet alleen 1 door zijne forten maar ook door de lieele sterkte j van 't linkeren-midden der Verbondenen verde digd geworden. Maar deze onaantastbare stelling van Ant werpen werd nooit ingenomen, daar de Engel sche legermacht naar Frankrijk was gezonden geworden en niet naar België, waaraan onder steuning plechtig was beloofd geworden; dan, zelfs in Frankrijk -was het Engelsche leger niet bij macht©, het Fransche leger op tijd in eenen slag tegen de Duitschers te ondersteunen, die tegen Namen in aantocht waren. Nog niet eens op 21 Augustus waven de Engelsehen volkomen' op het Fransche front samengetrokken. Ik haal i de woorden van uwen door mij vermelden ge- sebiedsehrij.ver aan: „Zoo was de toestand der Verbondenen in het N. van Frankrijk op Vrij dag 21 Augustus, :s middags. Het oprukken was juist geëindigd en do gedeelten van bet Engel sche korps" waren' nog in vollen aantocht. De Belgen werden uiit Namen verjaagd, daar de Franschen noch de Engelsehen hen hielpen. De Duitschers bezetten de gevallen vesting. De val dezer stad kostte België ongeveer 14.000 man en zou den Verbondenen nog meer kosten, want het vallen der sterke vesting bracht 1 millioen soldaten op den rand van den afgrond." Mijne Heeren Leden van Hooger- en Lager huis, ik heb er niets aan toe te voegen en hoef ook niets meer te zeggen. Het uitblijven der En gelsehen te Antwerpen, de-r Fransehen te Namén, de aftocht van Bergen, de Duitsche bezetting van Frankrijk tot aan de Aisne, de verplettering van België en zijn ondergang waren de gevolgen. Het eerste oorlogsjaar was voor ons rampspoedig efl verloren. Waarom heb ben geene Engelsche troepen België geholpen? Ik blijf, Mijne Heeren, Uw bedroefde smeekschrijver, Un blessê d'Anvers. j De Engelsche regeering heeft alles gedaan, om de openbaarmaking van dit stuk te voor komen. De parlementaire leiders der verschil lende partijen zamelden de exemplaren bij hunne partijgenooten in, om de heele oplaag te ver- nietiigen. Een exemplaar geraakte niettemin in handen van den Amerikaansehen journalist, di© den brief, om de echtheid ervan te bewijzen, in zijn fotografisch facsimile deed afdrukken. Het was 24 September j.l., dat de „Evening Mail" deze opzienbarende publicatie deed. Wjj hebben lang gewacht alvorens ze weei te geven, om te zien of de Engelsche regeering de echt heid ervan loochenen zou. Dit is echter niet ge, schied. Liefde en Vaderland Een meisje uit Sil- volde (G.) was verleden week te Bienen (Rheinland) gehuwd met een Duitsch militair, die daarvoor met verlof van het front naar zijn geboorteplaats was gekomen. Het ging hem evenwel aan het hart, zoo direct het huwelijks geluk vaarwel te moeten zeggen. Na eerst van d© betrokken autoriteiten verlof te hebben ge- j kregen om zijne meubels naar Nederland ovex te brengen, heeft hij aldus meldt het Hbld. thans zelf de wjjk naar ons land en zyn intrek bij zijne schoonouders genomen. Toen men daar van in zijn Heïmath de lucht kreeg, werden zijn vader en dp pastoor van Bienen naar Sü- j volde afgevaardigd om hem te bewegen het vaderland weer te dienen. Hun gang v as echter tevergeefs. De liefde voor zijn vrouwtje ging boven die voor zijn vaderland en hij verkoos daarom maar in ons land als deserteur te blijven. Het onschadelijk maken van een mijn. Hoe men van de week te Sclieveningen een mijn onschadelijk maakt en w'elke de gevolgen waren, j vertelt „Het Vad." als volgt: I Met het vuurtoren-personeel gingen de lui tenants ter zee Canters en Van Roosendaal naar de mijn. In een taschje werd het materiaal mee- gedragen. Dit materiaal is zeer eenvoudig: een I blokje pikrine-zuur, waarin een slaghoedje zit en een flink stuk Bickfort brandkoord. Bij de mijn gekomen, moest allereerst een uiterst gevaarlijk werk de hevel worden weggenomen. De hevel heeft, in het midden een parallelogram achtig gat, dat, net als een fie'ts- sleutel, op de schroef van den mijnkop past Door een veer wordt de hevel tegen de schroef ge klemd. Uiterst voorzichtig werd d© hevel aan beide uiteinden vast gepakt, terwijl een derde de veer zachtjes terugtrok, waarna de hevel af gelicht kon worden. Toen bleek, dat de mijn in hoogst gevaarlijken toestand verkeerde. De toestand is het best te vergelijken met de haan van het geweer, die over de rust gehaald is! Door dien toestand wordt dan ook het feit ver klaard, dat de miïn niet, zoomaar dadelijk to taal in de lucht vloog. Men wilde toch eerst, zooals gebruikelijk is, den mantel laten sprin gen en daarna de lading. Blijkbaar heeft de eer ste schok dadelijk ook het contact met de lading bewerkt. Een stuk pikrinezuur werd tegen de mijn be vestigd, het brandkoord aan het stuk vastge maakt en daarna de lont, die tot aan den duin rand reikte, aangestoken. De moedige, kalm© uitvoerders van dit gevaarliik werkje maakte toen een sauve qui peut. Onverwacht snel vertoonde zich het machtige schouwspel. Het leek, alsof opeens de grond zwarte stralen met wittige wolkkoppen lijnrecht in de hoogte begon te spuiten. Even flitste een vuurgloed in de wit-zwarte dampmassa, die bij het hooger stijgen al het zwarte scheen te ver zwelgen, en daarop zeer snel naar zee dreef; waar ze neerkwam, kon men duideRik den brok-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1915 | | pagina 5