DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. &issnr.a& vsswsrt p sfs.™: vsnur. Eirr, ïussslt. OPRUIMING Nieuwe reamed Slobkousen. NASSAULAAN 49, HAARLEM 14003 f500 f300 f ISO f 100 f75 f60 f 15 3 DE OORLOG EERSTE BLAD THEOD. G. v. DUSSELDORP, HAAGSCHE BRIEVEN. P. W. TWEEHUIJSEN 40ste jaargang n°. 9843 ABONNEMENTSPRIJS] Fm a maanden voot Haarlem en voor de plaatsen waar een agent gevestigd is (kom der gemeente)1,60 Voor de overige plaatsen ta Nederland per post. 2, Per week voor Haarlem en de agentschappen r •••0,12* Afzonderlijke nummers0,05 Bureau van Redactie en Administraties Infercomm. Telefoonnummers 1426 en 2741 PRIJS DER ADVERTENTIEN a Van 1—5 regel» Iedere regel meer. Buitenland per regel Advertentiën in de rubriek „Vraag en Aanbod" van 1—5 regels Elke regel meer Alle betalende abonnés op dit Blad, die in het bezit zijn van eene Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: De uitkeermg dezer bedragen wordt gegarandeerd door de »Hollandscne Algemeene Verzekeringsbank* te Schiedam. (De vóór I October 1911 uitgegeven polissen zijn niet geldig.) DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN HAARLEÜiSCHE ALLËMAGJES No. 1807 3EV0LGEN VAN DE DRANKBESTRIJDING. Het trok dc aandacht, dat men in de laatste jaren op den Nieuwjaarsdag ook nu weder lange na niet zooveel dronken lui langs de itraken ziet loopen dan vroeger. Ook het politierapport vermeldde geeue ge vallen van openbare dronkenschap, die een handelend optreden van de politie noodig maakten. Een succes, waarmede wij den drankbestrijders geluk mogen wenschen, daar het toont, dat hun strijd tegen het misbruik maken van sterken drank niet te vergeefs is geweest. Vooral nu, is het aangenaam dit te consta- teeren. Vooral nu, in dezen critieken tijd, is het aan genaam dit te mogen constateeren, en wij geloo- ven niet dat wij er vér van af zijn, wanneer wij zulke veandering aan het onvermoeid werken der drankbestrijding toeschrijven. Wat wel eens mag worden geconstateerd! 5 Barteijopisstraat 5, Telefoons 2144. Adv. AGENDA. 5 JANUARI. Gebouw St. Bavo Smedestraat 2a Particulier. Algem. Ledenvergadering Volksbond SVt uur. Stateuzaal Prinsenhof IX uur Ge meen teraatls vergadering. Bisschoppelijk Museum Jansstraat 79 geopend eiken dag van 10—5 uur tegen betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zater dagen en R.-K. feestdagen. LXXVI. De Provinciale Staten van Zuid-Holland be- hoóren, evenals dergelijke colleges in andere provincies, nu niet juist tot die lichamen, die door hun optreden naar buiten groote belang stelling wekken. Slechts tegen den tijd, dat de periodieke ver kiezingen voor de Staten aan de orde komen, vestigen zij de aandacht op zich, omdat van de samenstelling der Staten ook de samenstelling van de Eerste Kamer afhangt. Zoo zai het ook weer zijn in het jaar, dat we zoo juist zijn ingetreden, bij welks intrede ik in het voorbijgaan gaarne aan al mijne lezers mijn „Zalig Nieuwjaar" aanbied. in den zomer van dit jaar zullen de Staten voor de helft vernieuwd worden en reeds wor den door de politieke bladen de kiesverenigin gen opgewekt, om al haar aandacht aan die verkiezingen ie wijden, omdat van den uitslag daarvan zal afhangen, of de Eerste Kamer, die nu nog rechts is, zal „om" gaan. De vrijzinnigen zullen alles op haren en $naren zeiten, want zij bereiken bij een over winning een dubbel doel; ten eerste geven zij hun partijen in de Tweede Kamer en hun regeermg een steun in den rug, ten tweede leveren zij mocht Rechts ooit weer aan de S^kenita^d^-wel. cliristdiJke P°litiek een Er moet dus den reschtschen partijen alles aan gelegen zijn, om dit dubbel onheil af te weren Hier in den Haag kunnen wij er weinig aan doen, want Den Haag is voor de Staten nog één kiesdistrict en geldt als een liberaal bolwerk van de eerste orde. Toch is bet mogelijk geble ken met zeer populaire candidaten een bres te schieten in de vesting. Zoo in 1910, toen Air. A. Baron Alackay (C.-H.) het wist te bren gen tot een overwinning en in 1913, toen de heer Wesseling (R.-K,), met 11000 stemmen 'n voor een katholieken candidaat waarlijk ver bluffend getal een liberalen advocaat van zijn zetel wist te dringen. Genoemde heer is echter het eenige rechtsche lid van de 10 leden in de Staten, die Den Haag vertegenwoordigen. Als kiescollege van de Eerste Kamer hebben dus de Staten hoog-politiek karakter. Overigens leven zij een stil leventje en wordt er maar weinig notitie genomen van de verslagen van hun vergaderingen, die trouwens buitenge wone omstandigheden buitengesloten maat twee malen in het jaar plaats hebben. In afwijking van den gewonen regel heeft echter de Najaarszitting van December van de Z.-H. Provinciale Staten buitengewoon de aan dacht getrokken, zelfs eenige beroering gewekt en hebben bladen van allerlei richting commen taren geleverd op hetgeen daar in de deftige Statenzaal op het Binnenhof meer bekend «la vergaderzaal van de Eerste Kamer ge- ^urd was. wat was het geval? dgjT'^puteerde Staten van Zuid-Holland had- aan a^a Provinciale Staten voorgesteld, om n.rj,e.Openbare Leeszaal en Bibliotheek te tJirk een subsidie te verleenen van f 350.— laars. Pit voorstel was in handen gesteld van een commissie ad hoe, om praeadvies er over uit te brengen. Die commissie bestond uit zes leden, waarvan drie rechtschen en drie linkschen, ter wijl het lid van Gedeputeerde Staten, aan de commissie toegevoegd, eveneens rechtsch is, nl. de heer Vegtel (A.-R.) Die commissie adviseerde, om het subsidie- voorstel van Gedeputeerden toe te staan, maar een minderheid in de commissie was blijkbaar een andere meening toegedaan en verzette zich op principiëele en opportunistische gronden tegen het voorstel van de Ged. Staten. Die minderheid bleek in het openbaar debat, dat later gehouden werd en de stemming, die er op volgde, alleen te bestaan uit den heer Wesseling, het R.-K. lid der commissie ad hoe, die bij genoemd openbaar debat op 23 Dec. jl. in een uitvoerige rede zijn standpunt toe lichtte. Enkele omstandigheden hebben aan het debat merkwaardigheid gegeven. Ten eerste valt al dadelijk in het oog, dat dit college van Gedeputeerden met zoodanig voorstel kwam. Het college bestaat uit zes leden, waarvan er maar één linksch is, nl. de heer Air. Limburg (vrijz.-dem.) De anderen zijn de heeren Mr. v. d. Velde en Vegtel (A.-R.), Jhr. Air. de Oeer (C.-H.), en ]hr. Air. von Fisenne en Mr. Kolkman (R.-K.), terwijl com missaris der Provincie is Baron Sweerts de Landas Wyborgh, vroeger burgemeester van Den Haag, later onder Minister Heemskerk tot Commissaris voorgedragen, nadat gebleken was, dat hij de anti-revolutionnaire richting was toe gedaan. Van zoodanig overwegend rechtsch college had men allicht geen voorstel tot subsidiëering verwacht van een inrichting, waarover de mee ningen zoo uiteenloopen, waartegen de over- groote meerderheid der rechtsche partijen bezwa ren hebben, waartegen alle katholieke bladen steeds eenstemmig gewaarschuwd hebben. Een openbare leeszaal heeft dus in ieder geval niet een zóó evident karakter van algemeen belang, dat Provinciale Staten wel genoodzaakt zijn, om het te steunen, zooals b.v. bij het vak onderwijs. In 1914 werd dan ook een aanvrage om een subsidie van de Haagsche Openbare Leeszaal afgewezen door Ged. Staten. - 'Toen baseerden Ged. Staten echter hun afwij zend voorstel niet op principiëele gronden. In hun advies luidt het „Wij zullen niet in beschouwingen treden omtrent de principiëele vraag of openbare leeszalen en bibliotheken voor steun uit de Erovinciale kas in aanmerking behooren te omen. Wij meenen nl. dat ook bij bevesti gende beantwoording van die vraag voor het verleenen van een provinciaal subsidie de eisch gesteld moet worden, dat bij zoo danige instelling een intercommunaal belang van voldoende beteekenis betrokken zij, enz Dit „intercommunaal belang" zou dan vol gens Gedeputeerden hierin gelegen zijn, dat ook ingezetenen van aridere gemeenten van die in stelling profiteeren Dit was bij de Haag sche leeszaal niet het geval en dus werd haar verzoek afgewezen. De Provinciale Staten gin gen met deze afwijzing mede. Gedeputeerden nadoen oe beginselquaestie weten te ontzeilen Bij Dordrecht ging dit echter niet, want daarvan profiteeren wèl lezers uit omliggende plaatsjes. De exceptie van het jaar 1914 kon dus in 1915 niet meer gepleit worden en nu kwamen Gedeputeerden met hun voorstel. Van een minderheid in hun college bleek niets. Ook de twee bovengenoemde katholieke leden hadden geen principiëel bezwaar. Bij de openbare beraadslaging en stemming bleek echter het anti-rev. lid van Gedeputeerden, Mr. v. d. Velde tegen. Het rechtsche college van Gedeputeerden kwam dus met een voorstel, dat bij een groot deel der rechtsche leden ernstige ontstemming wekte en dat slechts koren was op den molen van vrijzinnigheid en socialisme en met dezer hulp een meerderheid kreeg van 44 tegen 26 stemmen. De N. H. Ct. van 24 Dec. jl., die aan dit geval een „kruiskepje" wijdde, mocht waarlijk wel op de merkwaardigheid ervan wijzen. „Het merkwaardigste van het geval is echter" zoo schreef ons blad „dat het voorstel zeer warm en heftig werd verdedigd doorden heer Kolkman, den katholie ken Kamercandidaat voor Nijmegen. En wel tegenover het sterke, principiëele verzet van •den heer Wesseling. het katholieke Haag sche gemeenteraadslid." Inderdaad was dit nog merkwaardiger dan het voorstellen en aannemen door rechtsche colleges zelf, maar het merkwaardigste was het toch nog met. Het merkwaardigste wordt ge vormd door de argumenten, die de heer Kolk man aanvoerde. De Handelingen van de Statenzitting zijn nog niet verschenen, maar de groote bladen gaven uitvoerige verslagen, waaruit men een voldoende overzicht zou krijgen, al zal het goed zijn, enkele reserves te maken, want het is bijna ongelooflijk, dat de heer Kolkman de argumen ten zóó heeft gehanteerd, als de bladen hebben weergegeven. Volgens de verslagen roemde hij de openbare neutrale leeszalen juist om hare neutraliteit. Dat is z. i. heel andere neutraliteit dan die van de openbare school. Dat is posi tieve neutraliteit, terwijl die van de openbare school negatieve neutraliteit is. Terecht mocht onze redactie uitspreken (zie N. H. Ct. 24 Dec. 1915), dat zij over dergelijke argumenten „ten zeerste verwonderd" was.Hét is pure onzin. Ais de zuiverste neutraliteit kan voorgesteld worden door O, dan moet de heer Kolkman maar eens uitleggen wat O meer is dan O. Het komt echter hierop neer, dat in de openbare leeszaal alles voorhanden is, naast de vrijzinnige, socia listische, vrijdenkige, anti-godsdienstige, pro- testantsche, neutrale ook de katholieke propa- ganda-lectuur. Alsof de openbare neutrale school haar godsdienstig vijandig, haar door ons verderfelijk geacht karakter zou verliezen, als er naast alleiTei andere, ook maar katholieke leerstellingen werden onderwezen-. De Standaard van 1911 no, 24, Jan. met opzet citeeren wij geen Roomsch orgaan, omdat men daarin tevergeefs naar een verheerlijking van het vrije onderzoek door onbevoegden zai zoeken De Standaard dan oordeelde over die alles omvattende, alles pres enteeren de neu traliteit als volgt: „In lijnrechten strijd nu met de lessen der paedago-gie wil de Leeszaal volstaan met een leeftijdsgrens te trekken, en, mits die maar in het oog wordt gehouden, Jan en alleman aan de vuurproef wagen. Én wel wagen, niet enkel in -dien zin, dat men een ieder toelaat, maar dat men het publiek lokt en trekt, en op alle manier overhaalt, om deze vuurproef aan te durven. Want wel wordt hiertegen aangevoerd, dat de boekerij van zulk een Leeszaal naar keur wordt samengesteld, maar dit is slechts ten deele waar. Vooral op het sexueel gevaarlijke zal men toezien, en zelfs ernstig toezien. In dit opzicht mag men de bedoeling van het bestuur in 't minst niet verdenken. Toch zul len ze alle dagbladen toelaten, dus ook met de hoogst verleidelijke feuilletons, die niet zelden in deze dagbladen voorkomen. Maar ook afgezien hiervan is het een principiëele fout, te wanen, dat het gevaar alleen of hoofdzakelijk in het pornografische schuilt. Wie dit zoekt, weet het wel elders te vinden. Neen, het groote, het meest ernstige gevaar schuilt ten deze juist op het gebied van het geloof, van de waarheid, van de levensop vatting, van de sociale, de oeconomische en de politieke vraagstukken. Zonder de noo- dige ontwikkeling, zonder er op gewapend te zijn, werpt men jongelui van Christelijken huize in den maalstroom van ongoddelijke, van demonische theorieën, en zoo er jonge lui zijn die daardoor hun geloof verliezen en voor altoos ondergaan, rust op de Leeszaal voor dit nameloos kwaad de volle verant woordelijkheid." Het is waarlijk geen wonder, dat mèf zeven katholieke leden niet minder dan negentien protestantsche leden der Staten weigerden een stukje van die verantwoordelijkheid te dragen. De heeren von Fisenne en Kolkman kregen nog slechts twee andere katholieke leden mee, nl. de heeren van Wichen en van Oils. De an dere argumenten van den liéer Kolkman waren van hetzelfde gehalte. Achttienjarigen kan men niet meer 200 in alles aan den teugel houden, zei hij. „Hoe zou ik anders mijn zoon met gerustheid- naar de Academie zenden?" vroeg hij. Alsof een a.s. student, die Middelbare of Gymnasiale sludiën achter den rug heeft, niet Wat boven den eersten den besten jongen fabrieksarbeider of kantoorklerk staat. Trou wens, wij dachten nog altijd, dat de neutrale Universiteiten door ons als een groot gevaar werden beschouwd, waaraan zelfs het instituut der katholieke bijzondere leerstoelen niet vol doende tegemoet komt. De actie voor een Nederlandsche Katholieke Universiteit lean wel gestaakt worden, als de Nederlandsche katholieke intellectueelen er allemaal over denken als de heer Mr. Kolkman. Is het wonder, dat de vrijzinnige en vooral de socialistische Statenleden stonden te gnuiven van pleizier en zelfs applaudisseerden? Over zoo'n paar „dompers", die nu nog hun achterlijken mond open durven te doen, behoeft men zich nu niet meer bezorgd te maken. Mr. Kolkman heeft hun immers zelf de le3 gelezen! De Nieuwe Courant schreef den volgenden dag al: „Wij zagen met voldoening het lid van Gedeputeerde Staten, den heer Kolkman, zijn partijgenoot en geloofsverwant Wesse ling in de vergadering van de Provinciale Staten van gisteren een gevoelig lesje geven." Het Vaderland, Het Volk enz. enz. juichten De Nieuwe Courant allemaal na. „Groote vol doening" was schering en inslag. Of die groote voldoening aan den heer Kolk man ook zooveel voldoening zal geven? Ook in onze eigen bladen gaat men zich met het geval bezig houden. Men staat echter nog wat schuw. Men zou blijkbaar wel gaarne hier en daar met het kranige en moderne van Mr. Kolkman meedoen, maar 't Is te hopen, dat over deze quaestie bevoeg de stemmen zich laten hooren. Er dreigt ver warring in onze gelederen. 's-Gravenhage, 2 Jan. '16.. OVERZICHT. De Engelsche en Engelsch-Arnerikaansche pers is vol verontwaardiging over de tor pedeering van de „Persia" en dringt er bij do Amerikaansche regeering op aan om de „onderhandelingen" te staken en met de daad te tooneu, dat Amerika het moe is, dat telkens schepen met non-combattanten aan boord aan de duikbootenactie ten prooi vallen. I)e Amerikaansche regeering is echter niet zoo voorbarig als die persmannen en wenscht eerst de noodige inlichtingen om trent de nationaliteit van de duikboot, waar van tot lieden niets- naders is bekend ge worden, te vernemen. In verband met den nieuwen internationalen toestand, welk© door het in den grond boren- van de „Per sia" is ontstaan, zou president [Wilson zijn huwelijksreis zelfs afgebroken hebben en naar Washington teruggekeerd zijn. Evenals do Engelsche pers zich druk maakt over de actie der duikbooten der cen- tralen, zoo is do Duitsch gezinde pers in Griekenland en de Oostenrijksehe, Bulgaar- sclie, Turksche eu Duitsche pers vol veront waardiging over de schending van örie- keiilancl's neutraliteit door de geallieerden. Generaal Sarrail heeft, ongevoelig voor voor de ontvangen prolesten, de gevangen neming der vijandelijke consuls in Salo nika doen volgen door do arrestatie van nog wel een duizend personen, onder wie zelfs den Nóorachen consul-generaal See- felder ,dus een vertegenwoordiger van een een neutralen staat. In de Entente-berich ten wordt hieromtrent gezegd, dat van deze personen hun schuld is gebleken uit de, iu de consulaten gevonden, bescheiden. Op grond van diezelfde bescheiden gaf Sarrail ook opdracht tot in hechtenisneming van den Noorsclien consul, die tevens mede plichtig aan spionnage wordt geheeten. In Grieksclie regeeringskringen wordt de gevangenneming uiteenloopend beoordeeld. De regeering heeft opnieuw een protest tot de entente gericht, nu tegen dé gevangen neming van zelfs Grieksclie onderdanen op verdenking van spionnage. Hot optreden der geallieerden in Saloniki ontstemt de Grieksche bevolking uitermate en het blijkbaar niets ontziende optreden van generaal Sarrail eu zijn minachting van de rechten van Griekenland wekt over al groote verbittering. De aanmatiging van de Entente-mogendheden Wordt voor de Grieken zelf steeds onverdraaglijker. Van de gevechtsfronton zelf is nu juist niet veel belangrijks te melden, dan alleen dat in Rusland op verschillende doelen van het front groote bedrijvigheid nogheerscht, waarbij in den eenen sector do llussen en op een ander deel de Duitschers eenig suc ces hadden te boeken, Een aanmerkelijke wijziging in den strategischen toestand is echter nog niet het gevolg geweest van de daar gevoerde actie. Hoewel de Engelsche regeeringspers tot in de laatste dagen het nog deed voorko men alsof geen ministerieele crisis liet ge volg zou zijn van do invoering van den dienstplicht, wist de „Daily Chronicle" gelijk wij gisteren onder de nagekomen be richten nog konden melden te vertellen, dat sir John Simon toch zal aftreden als minister wegens verschil van opinie ten aanzien van den dienstplicht. In liberale kringen is men dan ook nu woer van bor deel dat een crisis nog netelige gevolgen zou kunnen hebben. De politieke toestand in Engeland is dus nog geenszins volko men opgehelderd. BARTELJOKiSSTifSAAT 27 TELEFOON 1770. Adv. Ook Montenegro heeft z'n Kabinets-crisis. Het kabinet is afgetreden. Lazuro Mi.oe.rie- kowits is met de vorming van een uu aiv kabinet belast. VERSPREIDE BERICHTEN Vreilesklanken in Rusland. De „Neue Zürcher Ztg." en de „Munchcr.ct Post" bevatten verschillende berichten u:t oo Russische bladen „Djen" en „Rjetsj", volgens welke in Rusland meer en meer stemmen op zou den gaan om een afzonderlijken vrede met Duitschland te sluiten. De vroegere minister van binnenlandsche zaken, Raklakoff, zou, evenals een vroegere minister van justitie, verklaard hebben, dat het hem onbegrijpelijk was, wam a Rusland eigenlijk oorlog voert met Duitsch AnJ, aangezien beide Rijken bestemd zijn om met el kaar in vrede te leven. Volgens de „Rjelsj" zou den de rechtsche partijen uil de Doeina op een afzonderlijken vrede aangedrongen hebben. Wel wens elite men geen bijzondere actie daarvoor te voeren, doch tegelijkwerd er den nadruk op gelegd, dat Rusland niet verder nutteloos oorlog moest voeren. De „Rjetsj" drukt het hoofdartikel over van het reactionaire blad „Kolokol", volgens hetwelk het Russische volk zware tijden doorleeft, dia toenemende apathie en moedeloosheid meebren gen. De „Rjetsj" geeft zulks toe en verklaart het door den toenemenden invloed van de anti liberale-reactionaire partijen. De oorlogsgeest drift is verdwenen eu de inwendige verhoudin gen van het-Rijk leenen er zich niet toe, om het optimistische vertrouwen te doen herleven, Slechts zijn totale verandering van het binnen landsche systeem kan den strijdlust wederom doen aanwakkeren. Een opzienbarende vondst. Een Oostenrijksch-Hongaarsche onderzeesche boot nam op 4 December in de Middellandsdie Zee de zich op de Grieksche stoomboot „Spet- sai" als koerier reizende Engelsche officier, kolo nel Wapier, vroeger militair attaché in Bulgarije, later toegevoegd aan het Engelsche gezantschap in Athene, en het parlementslid kapitein Wilson, beiden van Athene komende, gevangen. Een door deze -officieren vooraf over boord geworpen depêchezak werd opgevischt; onder de daarin zich bevindende officiëele corresponden ties zijn uiterst merkwaardige stukken, die door de Centralen nu worden openbaar gemaakt. Zoo bevat een brief" uit Saloniki, van een En- gelsch ambtenaar bij den Engelsdien dipioma- tieken dienst van 25 November de volgende plaats: „Ik twijfel er zeer aan of Griekenland aan onze zijde zal komen, en zou niet verrast zijn, zoo het tegendeel gebeurde." In een brief uit Athene van 28 November zegt de heer W. Y, Gsecretaris van het Engelsche gezantschap te Athene: „Naar mijn meening zou het 't beste zijn den koning van den iroon te jagen en Venizelos tot president der Helleensche Republiek uit te roe pen, maar iedereen schijnt voor zulke drastische maatregelen terug te schrikken. Ongelukkiger wijze is de koning bij het grootste deel van het leger zeer populair." In een brief van 2 December van den heer K., lid der Engelsche marine-missie te Athene, zegt deze over den Griekschen koning: „Hij is zulk een koppige hond (obstinate beast), dat hij halstarrig blijft. Naar mijn over tuiging kunnen na dezen oorlog zoo iets als koningen niet meer blijven bestaan. Zij hebben den oorlog en alle ellenden veroorzaakt, en slechts zij alleen." De heer E. W., secretaris van de Engelsche ambassade te Athene, schrijft: „De Grieken vreezen Duitschland te zeer, óm de verdediging van hun land te wagen. Zij zeg--, gen, dat zij zullen blijven toezien, en den vijand^ in him land laten, als wij er op staan hier ta blijven. Zij zijn de ellendigste keffers, die men, zich kan voorstellen. Alles wat wij kunnen doen,' is, hun méér vrees voor ons in te boezemen, dan zij voor de Duitschers hebben." In een brief aan den heer G. H. T. te Londen, aan het departement van buitenlandsche zakeug staat: „De Grieken verdienen zeker niets dan een goeden trap." Aan een majoor in Londen schrijft een vriend in Athene op 30 November: „De Grieken zijn een verachtelijk volkje." Men kan zich denken, welke uitwerking deze; publicatie in Griekenland zal hébben! In een brief van 1 December van een andeï. lid van het gezantschap, aan R. C, van da, Engelsche ambassade te Washington, zegt d$: schrijver; Éi HBRE HURLEMSCHE COiRJMT 0,15 0.20 0,40 0,10

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 1