DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
&issnr.a& vsswsrt p sfs.™: vsnur. Eirr, ïussslt.
OPRUIMING
Nieuwe reamed Slobkousen.
NASSAULAAN 49, HAARLEM
14003 f500 f300 f ISO f 100 f75 f60 f 15
3 DE OORLOG
EERSTE BLAD
THEOD. G. v. DUSSELDORP,
HAAGSCHE BRIEVEN.
P. W. TWEEHUIJSEN
40ste jaargang n°. 9843
ABONNEMENTSPRIJS]
Fm a maanden voot Haarlem en voor de plaatsen waar een agent
gevestigd is (kom der gemeente)1,60
Voor de overige plaatsen ta Nederland per post. 2,
Per week voor Haarlem en de agentschappen r •••0,12*
Afzonderlijke nummers0,05
Bureau van Redactie en Administraties
Infercomm. Telefoonnummers 1426 en 2741
PRIJS DER ADVERTENTIEN a
Van 1—5 regel»
Iedere regel meer.
Buitenland per regel
Advertentiën in de rubriek „Vraag en Aanbod" van 1—5 regels
Elke regel meer
Alle betalende abonnés op dit Blad, die in het bezit zijn van eene Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
De uitkeermg dezer bedragen wordt gegarandeerd door de »Hollandscne Algemeene Verzekeringsbank* te Schiedam. (De vóór I October 1911 uitgegeven polissen zijn niet geldig.)
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN
HAARLEÜiSCHE ALLËMAGJES No. 1807
3EV0LGEN VAN DE
DRANKBESTRIJDING.
Het trok dc aandacht, dat men in de laatste
jaren op den Nieuwjaarsdag ook nu weder
lange na niet zooveel dronken lui langs de
itraken ziet loopen dan vroeger.
Ook het politierapport vermeldde geeue ge
vallen van openbare dronkenschap, die een
handelend optreden van de politie noodig
maakten.
Een succes, waarmede wij den drankbestrijders
geluk mogen wenschen, daar het toont, dat hun
strijd tegen het misbruik maken van sterken
drank niet te vergeefs is geweest.
Vooral nu, is het aangenaam dit te consta-
teeren.
Vooral nu, in dezen critieken tijd, is het aan
genaam dit te mogen constateeren, en wij geloo-
ven niet dat wij er vér van af zijn, wanneer wij
zulke veandering aan het onvermoeid werken
der drankbestrijding toeschrijven.
Wat wel eens mag worden geconstateerd!
5 Barteijopisstraat 5,
Telefoons 2144.
Adv.
AGENDA. 5 JANUARI.
Gebouw St. Bavo Smedestraat 2a
Particulier. Algem. Ledenvergadering
Volksbond SVt uur.
Stateuzaal Prinsenhof IX uur Ge
meen teraatls vergadering.
Bisschoppelijk Museum Jansstraat
79 geopend eiken dag van 10—5 uur tegen
betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zater
dagen en R.-K. feestdagen.
LXXVI.
De Provinciale Staten van Zuid-Holland be-
hoóren, evenals dergelijke colleges in andere
provincies, nu niet juist tot die lichamen, die
door hun optreden naar buiten groote belang
stelling wekken.
Slechts tegen den tijd, dat de periodieke ver
kiezingen voor de Staten aan de orde komen,
vestigen zij de aandacht op zich, omdat van de
samenstelling der Staten ook de samenstelling
van de Eerste Kamer afhangt.
Zoo zai het ook weer zijn in het jaar, dat we
zoo juist zijn ingetreden, bij welks intrede ik in
het voorbijgaan gaarne aan al mijne lezers mijn
„Zalig Nieuwjaar" aanbied.
in den zomer van dit jaar zullen de Staten
voor de helft vernieuwd worden en reeds wor
den door de politieke bladen de kiesverenigin
gen opgewekt, om al haar aandacht aan die
verkiezingen ie wijden, omdat van den uitslag
daarvan zal afhangen, of de Eerste Kamer, die
nu nog rechts is, zal „om" gaan.
De vrijzinnigen zullen alles op haren en
$naren zeiten, want zij bereiken bij een over
winning een dubbel doel; ten eerste geven zij
hun partijen in de Tweede Kamer en hun
regeermg een steun in den rug, ten tweede
leveren zij mocht Rechts ooit weer aan de
S^kenita^d^-wel. cliristdiJke P°litiek een
Er moet dus den reschtschen partijen alles aan
gelegen zijn, om dit dubbel onheil af te weren
Hier in den Haag kunnen wij er weinig aan
doen, want Den Haag is voor de Staten nog
één kiesdistrict en geldt als een liberaal bolwerk
van de eerste orde. Toch is bet mogelijk geble
ken met zeer populaire candidaten een bres te
schieten in de vesting. Zoo in 1910, toen Air.
A. Baron Alackay (C.-H.) het wist te bren
gen tot een overwinning en in 1913, toen de heer
Wesseling (R.-K,), met 11000 stemmen 'n
voor een katholieken candidaat waarlijk ver
bluffend getal een liberalen advocaat van
zijn zetel wist te dringen. Genoemde heer is
echter het eenige rechtsche lid van de 10 leden
in de Staten, die Den Haag vertegenwoordigen.
Als kiescollege van de Eerste Kamer hebben
dus de Staten hoog-politiek karakter. Overigens
leven zij een stil leventje en wordt er maar
weinig notitie genomen van de verslagen van
hun vergaderingen, die trouwens buitenge
wone omstandigheden buitengesloten maat
twee malen in het jaar plaats hebben.
In afwijking van den gewonen regel heeft
echter de Najaarszitting van December van de
Z.-H. Provinciale Staten buitengewoon de aan
dacht getrokken, zelfs eenige beroering gewekt
en hebben bladen van allerlei richting commen
taren geleverd op hetgeen daar in de deftige
Statenzaal op het Binnenhof meer bekend
«la vergaderzaal van de Eerste Kamer ge-
^urd was.
wat was het geval?
dgjT'^puteerde Staten van Zuid-Holland had-
aan a^a Provinciale Staten voorgesteld, om
n.rj,e.Openbare Leeszaal en Bibliotheek te
tJirk een subsidie te verleenen van f 350.—
laars.
Pit
voorstel was in handen gesteld van een
commissie ad hoe, om praeadvies er over uit te
brengen. Die commissie bestond uit zes leden,
waarvan drie rechtschen en drie linkschen, ter
wijl het lid van Gedeputeerde Staten, aan de
commissie toegevoegd, eveneens rechtsch is, nl.
de heer Vegtel (A.-R.)
Die commissie adviseerde, om het subsidie-
voorstel van Gedeputeerden toe te staan, maar
een minderheid in de commissie was blijkbaar
een andere meening toegedaan en verzette zich
op principiëele en opportunistische gronden
tegen het voorstel van de Ged. Staten.
Die minderheid bleek in het openbaar debat,
dat later gehouden werd en de stemming, die
er op volgde, alleen te bestaan uit den heer
Wesseling, het R.-K. lid der commissie ad hoe,
die bij genoemd openbaar debat op 23 Dec.
jl. in een uitvoerige rede zijn standpunt toe
lichtte.
Enkele omstandigheden hebben aan het debat
merkwaardigheid gegeven.
Ten eerste valt al dadelijk in het oog, dat
dit college van Gedeputeerden met zoodanig
voorstel kwam. Het college bestaat uit zes
leden, waarvan er maar één linksch is, nl. de
heer Air. Limburg (vrijz.-dem.) De anderen
zijn de heeren Mr. v. d. Velde en Vegtel (A.-R.),
Jhr. Air. de Oeer (C.-H.), en ]hr. Air. von
Fisenne en Mr. Kolkman (R.-K.), terwijl com
missaris der Provincie is Baron Sweerts de
Landas Wyborgh, vroeger burgemeester van
Den Haag, later onder Minister Heemskerk tot
Commissaris voorgedragen, nadat gebleken was,
dat hij de anti-revolutionnaire richting was toe
gedaan.
Van zoodanig overwegend rechtsch college
had men allicht geen voorstel tot subsidiëering
verwacht van een inrichting, waarover de mee
ningen zoo uiteenloopen, waartegen de over-
groote meerderheid der rechtsche partijen bezwa
ren hebben, waartegen alle katholieke bladen
steeds eenstemmig gewaarschuwd hebben.
Een openbare leeszaal heeft dus in ieder geval
niet een zóó evident karakter van algemeen
belang, dat Provinciale Staten wel genoodzaakt
zijn, om het te steunen, zooals b.v. bij het vak
onderwijs.
In 1914 werd dan ook een aanvrage om een
subsidie van de Haagsche Openbare Leeszaal
afgewezen door Ged. Staten. -
'Toen baseerden Ged. Staten echter hun afwij
zend voorstel niet op principiëele gronden. In
hun advies luidt het
„Wij zullen niet in beschouwingen treden
omtrent de principiëele vraag of openbare
leeszalen en bibliotheken voor steun uit de
Erovinciale kas in aanmerking behooren te
omen. Wij meenen nl. dat ook bij bevesti
gende beantwoording van die vraag voor
het verleenen van een provinciaal subsidie
de eisch gesteld moet worden, dat bij zoo
danige instelling een intercommunaal belang
van voldoende beteekenis betrokken zij,
enz
Dit „intercommunaal belang" zou dan vol
gens Gedeputeerden hierin gelegen zijn, dat ook
ingezetenen van aridere gemeenten van die in
stelling profiteeren Dit was bij de Haag
sche leeszaal niet het geval en dus werd haar
verzoek afgewezen. De Provinciale Staten gin
gen met deze afwijzing mede. Gedeputeerden
nadoen oe beginselquaestie weten te ontzeilen
Bij Dordrecht ging dit echter niet, want
daarvan profiteeren wèl lezers uit omliggende
plaatsjes.
De exceptie van het jaar 1914 kon dus in
1915 niet meer gepleit worden en nu kwamen
Gedeputeerden met hun voorstel.
Van een minderheid in hun college bleek
niets. Ook de twee bovengenoemde katholieke
leden hadden geen principiëel bezwaar. Bij de
openbare beraadslaging en stemming bleek
echter het anti-rev. lid van Gedeputeerden, Mr.
v. d. Velde tegen. Het rechtsche college van
Gedeputeerden kwam dus met een voorstel, dat
bij een groot deel der rechtsche leden ernstige
ontstemming wekte en dat slechts koren was op
den molen van vrijzinnigheid en socialisme en
met dezer hulp een meerderheid kreeg van 44
tegen 26 stemmen.
De N. H. Ct. van 24 Dec. jl., die aan dit
geval een „kruiskepje" wijdde, mocht waarlijk
wel op de merkwaardigheid ervan wijzen.
„Het merkwaardigste van het geval is
echter" zoo schreef ons blad „dat het
voorstel zeer warm en heftig werd verdedigd
doorden heer Kolkman, den katholie
ken Kamercandidaat voor Nijmegen. En wel
tegenover het sterke, principiëele verzet van
•den heer Wesseling. het katholieke Haag
sche gemeenteraadslid."
Inderdaad was dit nog merkwaardiger dan
het voorstellen en aannemen door rechtsche
colleges zelf, maar het merkwaardigste was het
toch nog met. Het merkwaardigste wordt ge
vormd door de argumenten, die de heer Kolk
man aanvoerde.
De Handelingen van de Statenzitting zijn
nog niet verschenen, maar de groote bladen
gaven uitvoerige verslagen, waaruit men een
voldoende overzicht zou krijgen, al zal het goed
zijn, enkele reserves te maken, want het is bijna
ongelooflijk, dat de heer Kolkman de argumen
ten zóó heeft gehanteerd, als de bladen hebben
weergegeven. Volgens de verslagen roemde hij
de openbare neutrale leeszalen juist om hare
neutraliteit. Dat is z. i. heel andere neutraliteit
dan die van de openbare school. Dat is posi
tieve neutraliteit, terwijl die van de openbare
school negatieve neutraliteit is. Terecht mocht
onze redactie uitspreken (zie N. H. Ct. 24 Dec.
1915), dat zij over dergelijke argumenten „ten
zeerste verwonderd" was.Hét is pure onzin. Ais
de zuiverste neutraliteit kan voorgesteld worden
door O, dan moet de heer Kolkman maar eens
uitleggen wat O meer is dan O. Het komt
echter hierop neer, dat in de openbare leeszaal
alles voorhanden is, naast de vrijzinnige, socia
listische, vrijdenkige, anti-godsdienstige, pro-
testantsche, neutrale ook de katholieke propa-
ganda-lectuur. Alsof de openbare neutrale
school haar godsdienstig vijandig, haar door
ons verderfelijk geacht karakter zou verliezen,
als er naast alleiTei andere, ook maar katholieke
leerstellingen werden onderwezen-.
De Standaard van 1911 no, 24, Jan. met
opzet citeeren wij geen Roomsch orgaan, omdat
men daarin tevergeefs naar een verheerlijking
van het vrije onderzoek door onbevoegden zai
zoeken De Standaard dan oordeelde over
die alles omvattende, alles pres enteeren de neu
traliteit als volgt:
„In lijnrechten strijd nu met de lessen
der paedago-gie wil de Leeszaal volstaan
met een leeftijdsgrens te trekken, en, mits die
maar in het oog wordt gehouden, Jan en
alleman aan de vuurproef wagen. Én wel
wagen, niet enkel in -dien zin, dat men een
ieder toelaat, maar dat men het publiek lokt
en trekt, en op alle manier overhaalt, om
deze vuurproef aan te durven.
Want wel wordt hiertegen aangevoerd, dat
de boekerij van zulk een Leeszaal naar keur
wordt samengesteld, maar dit is slechts ten
deele waar. Vooral op het sexueel gevaarlijke
zal men toezien, en zelfs ernstig toezien. In
dit opzicht mag men de bedoeling van het
bestuur in 't minst niet verdenken. Toch zul
len ze alle dagbladen toelaten, dus ook met
de hoogst verleidelijke feuilletons, die niet
zelden in deze dagbladen voorkomen. Maar
ook afgezien hiervan is het een principiëele
fout, te wanen, dat het gevaar alleen of
hoofdzakelijk in het pornografische schuilt.
Wie dit zoekt, weet het wel elders te vinden.
Neen, het groote, het meest ernstige gevaar
schuilt ten deze juist op het gebied van het
geloof, van de waarheid, van de levensop
vatting, van de sociale, de oeconomische en
de politieke vraagstukken. Zonder de noo-
dige ontwikkeling, zonder er op gewapend te
zijn, werpt men jongelui van Christelijken
huize in den maalstroom van ongoddelijke,
van demonische theorieën, en zoo er jonge
lui zijn die daardoor hun geloof verliezen en
voor altoos ondergaan, rust op de Leeszaal
voor dit nameloos kwaad de volle verant
woordelijkheid."
Het is waarlijk geen wonder, dat mèf zeven
katholieke leden niet minder dan negentien
protestantsche leden der Staten weigerden een
stukje van die verantwoordelijkheid te dragen.
De heeren von Fisenne en Kolkman kregen
nog slechts twee andere katholieke leden mee,
nl. de heeren van Wichen en van Oils. De an
dere argumenten van den liéer Kolkman
waren van hetzelfde gehalte. Achttienjarigen
kan men niet meer 200 in alles aan den teugel
houden, zei hij. „Hoe zou ik anders mijn zoon
met gerustheid- naar de Academie zenden?"
vroeg hij. Alsof een a.s. student, die Middelbare
of Gymnasiale sludiën achter den rug heeft,
niet Wat boven den eersten den besten jongen
fabrieksarbeider of kantoorklerk staat. Trou
wens, wij dachten nog altijd, dat de neutrale
Universiteiten door ons als een groot gevaar
werden beschouwd, waaraan zelfs het instituut
der katholieke bijzondere leerstoelen niet vol
doende tegemoet komt.
De actie voor een Nederlandsche Katholieke
Universiteit lean wel gestaakt worden, als de
Nederlandsche katholieke intellectueelen er
allemaal over denken als de heer Mr. Kolkman.
Is het wonder, dat de vrijzinnige en vooral
de socialistische Statenleden stonden te gnuiven
van pleizier en zelfs applaudisseerden?
Over zoo'n paar „dompers", die nu nog hun
achterlijken mond open durven te doen, behoeft
men zich nu niet meer bezorgd te maken. Mr.
Kolkman heeft hun immers zelf de le3 gelezen!
De Nieuwe Courant schreef den volgenden
dag al:
„Wij zagen met voldoening het lid van
Gedeputeerde Staten, den heer Kolkman,
zijn partijgenoot en geloofsverwant Wesse
ling in de vergadering van de Provinciale
Staten van gisteren een gevoelig lesje geven."
Het Vaderland, Het Volk enz. enz. juichten
De Nieuwe Courant allemaal na. „Groote vol
doening" was schering en inslag.
Of die groote voldoening aan den heer Kolk
man ook zooveel voldoening zal geven?
Ook in onze eigen bladen gaat men zich met
het geval bezig houden. Men staat echter nog
wat schuw. Men zou blijkbaar wel gaarne hier
en daar met het kranige en moderne van Mr.
Kolkman meedoen, maar
't Is te hopen, dat over deze quaestie bevoeg
de stemmen zich laten hooren. Er dreigt ver
warring in onze gelederen.
's-Gravenhage, 2 Jan. '16..
OVERZICHT.
De Engelsche en Engelsch-Arnerikaansche
pers is vol verontwaardiging over de tor
pedeering van de „Persia" en dringt er bij
do Amerikaansche regeering op aan om de
„onderhandelingen" te staken en met de
daad te tooneu, dat Amerika het moe is,
dat telkens schepen met non-combattanten
aan boord aan de duikbootenactie ten prooi
vallen.
I)e Amerikaansche regeering is echter
niet zoo voorbarig als die persmannen en
wenscht eerst de noodige inlichtingen om
trent de nationaliteit van de duikboot, waar
van tot lieden niets- naders is bekend ge
worden, te vernemen. In verband met den
nieuwen internationalen toestand, welk©
door het in den grond boren- van de „Per
sia" is ontstaan, zou president [Wilson zijn
huwelijksreis zelfs afgebroken hebben en
naar Washington teruggekeerd zijn.
Evenals do Engelsche pers zich druk
maakt over de actie der duikbooten der cen-
tralen, zoo is do Duitsch gezinde pers in
Griekenland en de Oostenrijksehe, Bulgaar-
sclie, Turksche eu Duitsche pers vol veront
waardiging over de schending van örie-
keiilancl's neutraliteit door de geallieerden.
Generaal Sarrail heeft, ongevoelig voor
voor de ontvangen prolesten, de gevangen
neming der vijandelijke consuls in Salo
nika doen volgen door do arrestatie van
nog wel een duizend personen, onder wie
zelfs den Nóorachen consul-generaal See-
felder ,dus een vertegenwoordiger van een
een neutralen staat. In de Entente-berich
ten wordt hieromtrent gezegd, dat van deze
personen hun schuld is gebleken uit de,
iu de consulaten gevonden, bescheiden. Op
grond van diezelfde bescheiden gaf Sarrail
ook opdracht tot in hechtenisneming van
den Noorsclien consul, die tevens mede
plichtig aan spionnage wordt geheeten.
In Grieksclie regeeringskringen wordt de
gevangenneming uiteenloopend beoordeeld.
De regeering heeft opnieuw een protest tot
de entente gericht, nu tegen dé gevangen
neming van zelfs Grieksclie onderdanen op
verdenking van spionnage.
Hot optreden der geallieerden in Saloniki
ontstemt de Grieksche bevolking uitermate
en het blijkbaar niets ontziende optreden
van generaal Sarrail eu zijn minachting
van de rechten van Griekenland wekt over
al groote verbittering. De aanmatiging van
de Entente-mogendheden Wordt voor de
Grieken zelf steeds onverdraaglijker.
Van de gevechtsfronton zelf is nu juist
niet veel belangrijks te melden, dan alleen
dat in Rusland op verschillende doelen van
het front groote bedrijvigheid nogheerscht,
waarbij in den eenen sector do llussen en
op een ander deel de Duitschers eenig suc
ces hadden te boeken, Een aanmerkelijke
wijziging in den strategischen toestand is
echter nog niet het gevolg geweest van de
daar gevoerde actie.
Hoewel de Engelsche regeeringspers tot
in de laatste dagen het nog deed voorko
men alsof geen ministerieele crisis liet ge
volg zou zijn van do invoering van den
dienstplicht, wist de „Daily Chronicle"
gelijk wij gisteren onder de nagekomen be
richten nog konden melden te vertellen,
dat sir John Simon toch zal aftreden als
minister wegens verschil van opinie ten
aanzien van den dienstplicht. In liberale
kringen is men dan ook nu woer van bor
deel dat een crisis nog netelige gevolgen
zou kunnen hebben. De politieke toestand
in Engeland is dus nog geenszins volko
men opgehelderd.
BARTELJOKiSSTifSAAT 27
TELEFOON 1770.
Adv.
Ook Montenegro heeft z'n Kabinets-crisis.
Het kabinet is afgetreden. Lazuro Mi.oe.rie-
kowits is met de vorming van een uu aiv
kabinet belast.
VERSPREIDE BERICHTEN
Vreilesklanken in Rusland.
De „Neue Zürcher Ztg." en de „Munchcr.ct
Post" bevatten verschillende berichten u:t oo
Russische bladen „Djen" en „Rjetsj", volgens
welke in Rusland meer en meer stemmen op zou
den gaan om een afzonderlijken vrede met
Duitschland te sluiten. De vroegere minister van
binnenlandsche zaken, Raklakoff, zou, evenals
een vroegere minister van justitie, verklaard
hebben, dat het hem onbegrijpelijk was, wam a
Rusland eigenlijk oorlog voert met Duitsch AnJ,
aangezien beide Rijken bestemd zijn om met el
kaar in vrede te leven. Volgens de „Rjelsj" zou
den de rechtsche partijen uil de Doeina op een
afzonderlijken vrede aangedrongen hebben. Wel
wens elite men geen bijzondere actie daarvoor te
voeren, doch tegelijkwerd er den nadruk op
gelegd, dat Rusland niet verder nutteloos oorlog
moest voeren.
De „Rjetsj" drukt het hoofdartikel over van
het reactionaire blad „Kolokol", volgens hetwelk
het Russische volk zware tijden doorleeft, dia
toenemende apathie en moedeloosheid meebren
gen. De „Rjetsj" geeft zulks toe en verklaart
het door den toenemenden invloed van de anti
liberale-reactionaire partijen. De oorlogsgeest
drift is verdwenen eu de inwendige verhoudin
gen van het-Rijk leenen er zich niet toe, om het
optimistische vertrouwen te doen herleven,
Slechts zijn totale verandering van het binnen
landsche systeem kan den strijdlust wederom
doen aanwakkeren.
Een opzienbarende vondst.
Een Oostenrijksch-Hongaarsche onderzeesche
boot nam op 4 December in de Middellandsdie
Zee de zich op de Grieksche stoomboot „Spet-
sai" als koerier reizende Engelsche officier, kolo
nel Wapier, vroeger militair attaché in Bulgarije,
later toegevoegd aan het Engelsche gezantschap
in Athene, en het parlementslid kapitein Wilson,
beiden van Athene komende, gevangen.
Een door deze -officieren vooraf over boord
geworpen depêchezak werd opgevischt; onder de
daarin zich bevindende officiëele corresponden
ties zijn uiterst merkwaardige stukken, die door
de Centralen nu worden openbaar gemaakt.
Zoo bevat een brief" uit Saloniki, van een En-
gelsch ambtenaar bij den Engelsdien dipioma-
tieken dienst van 25 November de volgende
plaats:
„Ik twijfel er zeer aan of Griekenland aan
onze zijde zal komen, en zou niet verrast zijn,
zoo het tegendeel gebeurde."
In een brief uit Athene van 28 November
zegt de heer W. Y, Gsecretaris van het
Engelsche gezantschap te Athene:
„Naar mijn meening zou het 't beste zijn den
koning van den iroon te jagen en Venizelos tot
president der Helleensche Republiek uit te roe
pen, maar iedereen schijnt voor zulke drastische
maatregelen terug te schrikken. Ongelukkiger
wijze is de koning bij het grootste deel van het
leger zeer populair."
In een brief van 2 December van den heer K.,
lid der Engelsche marine-missie te Athene, zegt
deze over den Griekschen koning:
„Hij is zulk een koppige hond (obstinate
beast), dat hij halstarrig blijft. Naar mijn over
tuiging kunnen na dezen oorlog zoo iets als
koningen niet meer blijven bestaan. Zij hebben
den oorlog en alle ellenden veroorzaakt, en
slechts zij alleen."
De heer E. W., secretaris van de Engelsche
ambassade te Athene, schrijft:
„De Grieken vreezen Duitschland te zeer, óm
de verdediging van hun land te wagen. Zij zeg--,
gen, dat zij zullen blijven toezien, en den vijand^
in him land laten, als wij er op staan hier ta
blijven. Zij zijn de ellendigste keffers, die men,
zich kan voorstellen. Alles wat wij kunnen doen,'
is, hun méér vrees voor ons in te boezemen, dan
zij voor de Duitschers hebben."
In een brief aan den heer G. H. T. te Londen,
aan het departement van buitenlandsche zakeug
staat:
„De Grieken verdienen zeker niets dan een
goeden trap."
Aan een majoor in Londen schrijft een vriend
in Athene op 30 November:
„De Grieken zijn een verachtelijk volkje."
Men kan zich denken, welke uitwerking deze;
publicatie in Griekenland zal hébben!
In een brief van 1 December van een andeï.
lid van het gezantschap, aan R. C, van da,
Engelsche ambassade te Washington, zegt d$:
schrijver;
Éi
HBRE HURLEMSCHE COiRJMT
0,15
0.20
0,40
0,10