TWEEDE BLAD
EINDE VAN DEN OORLOG
PE ©«ULTC
BINNBNLAMD'
DINSDAG 4 JANUARI 1916
HHSlS&'aSnaiismc». echter in het vredesverdrag toch veer zullen
Bailltairisniei. opduiken op last der Bondgenoot©©. Een
Het spookbeeld van den tegenwoordigen tijd interessante vraag is, of de Oenti-alen c.(i. die
(3ijet js ie begrijpen in dezen oorlog! regeeringen nog als subjecten erkennen zul-
iet militairisme". Hen of willen. Willen waarschijn lijk niet,
Ge hoort menschen, die zelfs de be teekenis maar moeteu.
«ar dat woord niet begrijpen, erover spreken, Elk vredesverdrag heeft min of meer het
frat beteekenter op afgeven. karakter van een transactie, waarbij par-
En daar volgens „Telegraaf" en consorten tijen met inachtneming van fle resultaten
Duitschland zoo ongeveer de incarnatie is van van den krijg hare wederkeerjge verhouding
het militairisme", keert zich de gevoelsuiting op nieuwe grondslagen opbouwen en in ze-
van menigeen die tegen den oorlog en diens keren zin een nieuw begin maken,
gruwelen en ongerechtigheden is (wie zou het Bevoegd tot het sluiten van het vredesver-
ciet zijn?) tegen de Duitschers. drag zijn alleen de oorlogvoerende partijen
Maar nu is, zooals nog al eens gebeurt, de die tevens eouvereine Staten zijn. Biji suzerei-
geschiedenis van den dag-zelve vrij satyriek op niteit van oen ander is de medewerking van
dit punt. den laatste noodig. (Vrede van Tornova
Om er niet van te spreken, dat het ,piili- tusèchen Bulgarije en Servië in 1886, waarin
tairisme" van Frankrijk b.v. (zoo goed als dat Turkije ais suzerien van Bulgarije mede als
Van Italië, van Servië, van Bulgarije, van Grie- partij optrad). Ook kan een alliantieverdrag
kenland e. a.) precies overeenkomt met dat van een der verbondenen beletten^ afzonderlijk
Duitschland: het leger (l'armêe) opvoeren tot vrede te sluiten. En ook zonder formeel bond-
het hoogste, zoo sterk mogelijk maken, de sol- genootschap komt bet voor, dat derden wor-
daterij liet eerste en het voornaamste vinden, den uitgenoodigd als partijen aan een yre-
om nu hiervan maar niet te spreken, heeft de desverdrag deel te nemen, zaoale Pruisen
historie van den dag nog aangetoond, dat aan den vrede van Parijs in 18;;6; ofwel on-
aaast het' woord „militairisme", ook het woord gevraagd zich daarin mengen, zooals in de
„marinisme" met precies dezelfde beteekenis kan praeliminairéh van San Stefsuo (3 Haart
sclirikbe-
1878) op initiatief van Groot-Brittannië en
in, den vrede van Shimonoseki (1895 Ohina
Japftn), door Duitschland, Frankrijk en Rus
torden gebruikt.
„Marinisme" is specifiek-Engelsch.
Tegen alle volkenrecht in, een Hl
wind voeren over de zee, de neutrale volkeren land. Een ander orgaan in den. Staat kan
op de meest-ergerlijke wijze aan banden leggen, vrede sluiten, een ander oorlog verklaren,
een „blokkade" afkondigen die in de verste verte doch hij liet vredesverdrag zal wel steeds
niet naar volkenrecht bestaan kan, dit alles is medewerking der volksvertegenwoordiging
„marinisme", en omdat het met den vinger is (zoo deze er is) noodig zijn.
aan te wijzen, hoe onrechtvaardig het is tegen-Wie nu deze voorwaarden gelezen lieeft.
over anderen, is het „marinisme" nog vrij wat begrijpt, waar in den buidigen oorlog ên
ergerlijker en gevaarlijker dan wat men doode subjecten bestaan, èn een alliantle-ver-
^miiitairisme" noemt.
En nu het mooiste van alles.
drag (het Londensch protocol) do meeste
partijen bindt, maar toch weer niet het ge-
Het heet dan, dat er van de zijde der geal- heel, en- waar de belanghebbenden legio zijn
lieerden wordt geoorlogd tegen„het mili- en neutrale rechten in het verdrag moeten
tairisme". Dat was zoo zeide men de werden opgenomen, hetzij erkend hetzij ge-
grooiste kankerplek van Europa!I schonden, en buitendien geen vrees voor
En ziet nu wat er gebeurtoutsiders meer klemt, want deze zijn er schier
Frankrijk heeft allang z'n militaire uitrusting "iet, wie dit alles overdenkt, begrijpt dat de
op Duitschen leest geschoeid, en het „militai-j groote vrede, het groot© vredesverdrag een
lisme" van Frankrijk is op een haar na (behalve puzzle wordt van de allereerste grootte,
dan de organisatie!) dat van Duitschland. I E" hoe geweldig omvangrijk moet de In-
Maar Engeland, dat voorheen aan zijn vloothoud van dat vredesverdrag worden; willen
genoeg had, en dus met „militairisme" op de althans alle kwesties opgelost worden zonder
vloot alléén kon volstaan, volgt nu óók Duitsch-gevaar voor nieuwe wrijving,
land na, gaat den dienstplicht (het historischDot zal een tegenhanger zijn van het
schrikbeeld van de eilandbewoners!) invoeren, kortste vredesverdrag, gesloten in 1886 tus-
kortom, het gaat nu een leger vormen zooals achen Servië en Bulgarije: „De vrede is her-
het in vredestijd een oorlogsvloot onderhield, j „steld tusschen Servië en Bulgarije vanaf de
Men vraagt zich nu af, waarom dan toch 1 „toekening van dit verdrag" uit. De Bal-
tegen „het militairisme" zoo te velde getrokken, i knnvolken schijnen zoowel vaardig met de
als men hét zëlf zij het ook laatonont-P®" ak snel met het zwaard. Het ie een
heerlijk acht! j mooi stuk werk, doch men, begrijp© dat in
'X'aar moeten nu de „Telegraaf'-kliek en de den regel de inhoud veel minder eenvoudig
°Phitsers tegen Duitschland (dat „zoo militairis- is en men zelfs onderscheidt buiten de pro-
•«ïsch" zou wezen) blijven, als hun Éngelsche ambule of Inleiding, de nlgcraeene en bijzon-
Vrienden, Zij het na veel binnenlandschen strijd dero bepeljng-en plus vaak additioneel® nr-
'zèlf „militairistisch" gaan worden in optima tikelen
veel hooger geschat heeft, ligt aan de ont
zaglijke hoeveelheden maieriaal, die vooral do
Engelschen mede brengen. Voor clkcn twee-
wieiigen amunitiewagen hebben zij1 acht ijaar-
den ter beschikking. Hun heele uitrusting ziet
er indrukwekkend uit. In tegenstelling tot de
Eranschen, die hier veel populairder zijn,
zijn ze van top tot teen nieuw uitgerust. Ze
smijten met geld om zich heen. Een keliner
vertelde me, dat rekeningen van tachtig franc
per man en per avond niet tot de uitzonderin
gen behooren. In de c.afé-chantants treden ze
als grandseigneurs. Zo zijn niet karig met
fooien en z.elfs do menschen, dio hen bij bet
graafwerk helpen, betalen zij een half pond
per dag. Dat heeft natuurlijk grooten invloed
op het heele leven in de stad. Bij de troepen
der entente komen nog mger dan duizend
Servische vluchtelingen, die men in den be-
ginrfe zeer liefderijk behandelde. Hun vrou
wen zond men naar West-Griekenland, Mar
seille en Alexandrië."
Sedert acht dagen gaat men echter anders
met hen te werk, ze Worden door tie Engel-
sche patrouilles gevat, opnieuw uitgemonsterd
en naar het front gezonden; Geld krijgen zij
niet meer als ondersteuning, maar wi;> cenigs-
zins kan, moet ten minste bij het graafwerk
mee helpen.
De Éngelsche en Eranschen hebben tot nog
toe reeds meer dan 1200 kanonnen ontscheept.
In het begin waren het stukken van oud ka
liber, maar thans zijn het alleen terugloop
kanonnen en zware batterijen mét reusachtige
stukken, die voor -den eersten verdedigings
gordel bestemd zijn. In de laatste dagen zijn
500 Fransche mariniers aan land gezet en
deze zijn onmiddellijk naar het front ver
trokken.
De Engelschen hebben een heele steenbak
kerij gehuurd, waarvan de producten kers-
versch uit den own worden gereden, tegelijk
met taliooze karren cement, zware blokken
natuursteen, balken en jjzeren binten.
De eerste verdedigingslinie om "Saloniki is
reeds geheel gereed en thans wordt aan tie
tweede gewerkt. Het draaipunt -der eerste
linie is het dorp Topein, twintig K.M. ten
noordwesten van Saloniki, tusschen de spoor
weglij nen naar Karassoeli en Monastir,, waar
uiterst sterk bruggehoofd aangelegd'
'.forma?.
De algemeen© bepalingen behelzen de
hoofdzaak, het beëindigen van den oorlog
en de algemeen erkende gevolgen, die hier
uit voortvloeien. Die gevolgen zullen meest
al wel deze zijn: (de Louter II 358 e.v.):
a. Staking van vijandelijkheden. De ge-
Hoe zouden wij wenschen hier een piac- sehiedenis kent voorbeelden van vijandeljjik-
tiiche zaak te kunnen behandelen, het feit heden na teekening van bet vredesverdrag,
van bet einde van den grooten of Europee- zelfs onze nationale geschiedenis door het
.sc-lien oorlog! Dit zal slechts een causerie dubium van Stadhouder Willem III. Een
WJU over de theorie. Maar wij gevoelen het merkwaardig voorbeeld is de zeeslag van
Heli: 19K) wordt vredejaar. Er is zeker niets 8 Januari 1815 voor New-Orleans tueschen
dat wij vuriger hopen en verwachten; I de Britsche en Amerikaansche vloten» waar-
Hoe eindigt een oorlog! Met vrede zult ge hij o.a. de Engelschen 2GOO man verloren, hoe-
^ftgen. JTu is vrede de normale toestand, we* de vrede te Gent op 24 December 1814
■XT log do abnormale, doch beide zijn toe- wa6 gesloten. Onbekendheid.
«standen en hunne overgang wordt verklaard h. Terugzending der wederzüdsche krijgs-
tkor een feit. Van vrede tot oorlog geraakt gevangenen.
luen door een oorlogsverklaring, gevolgd c- De amnestie, hij gebiedsafstand van groot
door de opening van het krijgsbedrijf. gewicht.
Van oorlog tot vrede nu kan men geraken d. De herleving van den vroegenen recht
op drieërlei wijze: lo. Do«r staking der vu-toestand en de vroegere rechtsbetrekkingen
an del (jk bed en. Vroeger de gewone wijze (Status quo ante Bellum, oh Duitschland en
thans zelden of niet meer voorkomend; Voor- Engeland I)
heelden in de geschiedenis: Staking der krijgs. i Gewoonlijk: vergoeding der oorlogekoe»
operaties tusschen Zweden en Polen in 1716: ten.
do formeole vrede volgde in 1729, verder bet j f- Vaak. afstand van grondgebied,
vertrek der Fransche troepen in 1867 uijy
Mexico en het grappig® voorbeeld van Lich-j TV ij willen ons niet verdiepen in het ho-
teEetein, een vorstendommetje dat in 1866 pelooze vraagstuk hoe dit alles geregeld moet
'egen Pruisen vocht maar bij de vrecesvcr- worden tusschen, let wel, Duitschland, inge
dragen glad vergeten werd. jland, Turkije, Bulgarije, Japan, Oostenrijk-
2o. Door verovering en .onderwerping, de Hongarije, Rusland, Servië, Frankrijk, Mon
ro! kom en overwinning van een der oorlog- j tencgro, Italië en België, waarbij nog ko-
voerenden. Do vijandelijke Staat moet ver-!1"6" de Ételaedeerde Perzen, Grieken en wel
slagen» zijn land veroverd, zijn regeer ing, i Hebt Riuneenen en de mede-beroerende neu-
zegt de Louter, onderstboven geworpen zijn!tralen (de Sont, Zeeuwscb-Vlaanderen, Al-
Alsdan is een der subjecten verdwenen. ibanië en de koloniale kwqetiën).
Voorbeelden: Verovering maakt een einde i Het zal alles geregeld worden,
aan het koninkrijk Polen en de eenheid van De vrede, die aan vroegere geschillen de-
Italië en ook van Duitschland i» door ver- I finitief een einde maakt, opent een nieuw
overing der weerspannige deelen (b.v. Pau--hegin en vormt den grondslag der toekom-
eelijke Staten in 1870!) verkregen. Bij Duitsch- stige verhoudingen tusschen de gewezen vij-
land's eeuiheid is Hannover het meest frap- ""den (do L. II 865).
pante voorbeeld. j Ook hier zal een einde gemaakt, een nieuw
8o. In den regel eindigt de moderne oorlog hegin geopend, ©en grondslag der toelcom-
door een vredesverdrag, vaak minder nauw.stige verhoudingen gevormd worden.
keurig „Vrede" genoemd, (de Louter II 855).
De vrede, die door het vredesverdrag wordt
gesticht, onderscheidt zich van den wapen
stilstand door zijn karakter van duurzaam
heid.
Weliswaar. z(}n er vreden van 5 jaren ge
weest en wapenstilstanden van 100 jaren maar
deze voorheelden ontkennen niet dat het vre
desverdrag bedoelt een duurzamen toestand;
met een tijdelijke schorsing, zoodat een nieu
we oorlog- in nieuwe geschillen zijn oor
sprong vindt.
Hier zij als curiositeit opgemerkt dat de
Islam den eeuwigen oorlog togen de onge-
loovigen voorschrijft zoolang zij niet bekeerd
of onderworpen zijn en dientengevolge Tur
kije tot 'aan het vredesverdrag van Kutehuk-
R-ainardjl in 1774 steeds geweigerd heeft met
Christelijke Staten meer dan wapenstilstan
den te sluiten.
Een vredesverdrag wordt gesloten tusschen
r log voor endendie hun geschil hebben uifc-
fvoc]iten zonder elkander volkomen te héb-
fP'n Vernietigd of onderworpen. Zoodanig zal
v<)'? °ok het eind© van den Europeesehen; of
h®ebs onze Oosterburen: Duitschen oon-
tijen rn' ®en Ter"i®tiging van een der per-
denkb ""'Üvel uitgesloten, hoewel niet on-
v, 'aar is dat ©enige sulbjecten worden
gevaagd, in'ei1 aan Servië, België
u .wellicht Montenegro» subjecten» welke
Mr. BOMANS.
Haarlem, 80 Dec. 1915-
DE ENTENTE IN SALONIKI.
Mario Passargo, een medeworkor van de
„Voss. Zeit.", is to Saloniki geweest en dost
in zijn blad de volgende uitvoerige mede-
deelingen over do toestanden aldaar:
„Tot den löen December waren in het sc
heel 210.000 man- aan land gezet, waaronder
ongeveer 90.000 Engelschen, de rest Fran-
schcn en daarvan weer het grootste gedeelte
koloniale troepen, 27,000 man aan zieken en
gewonden zijn tot nog too teruggebracht.
Van Éngelsche zijde hoorde ik de gezamen
lijke verliezen op ongeveer 40,000 man schat
ten, zoodat nog ongeveer 170.000 man ter be
schikking zijn. Men wacht echter nog meer
versterkingen. Van Marseille was een groot
transport onderweg. Men sprak van 40.000
man. De eerste drie schepen daarvan waren
juist den 19den December aangekomen. De
Engelschen hadden in den laatsten tijd bijna
alleen Schotten overgebracht, Hooglanders, die
onder de Grieken door hun dracht en hun doe
delzakken veel vroolijkheid wekten. Dat men
het getal der gelande ,troe]>ea ia jjen b^giauc
een
wordt. Do eerste linie loopt 'dan verder langs
den lniker Wardar-hoog t en, noordelijk, buigt
dan dertig K.M. in vogelvlucht van Saloniki
naar het oosten om en loopt In een zeer re-
gelmatigen boog', van ieder© hoogte gebruik
makend, oostelijk om de stad. Dit is gedeelte
lijk weer het zelfde terrein, waar in den
eersten Balkan-oorlog over het lot - van de
stad beslist werd. Het voornaamste steun
punt van de tweede linie, die thans nog in
aanleg is, vooral de heuvelreeks ongeveer
één K.M. ten zuiden van Saloniki, aan den
spoorlijn naar Doïran, is eveneens een soort
van bruggehoofd aan .de Calico-rivier. De
tweede halve cirkel loopt vrijwel parallel
met den eersten. l>eze linie is zoo dicht bij
de stad, dat deze niet meer voïlig Is, als zij'
in gebruik genomen wordt. Het doel is de
beide dalen, die toegang geven, at te sluiten.
De Engelsehen en Eranschen leggen achter
deze linies nieuwe wegen aan en verbeteren
de oude. De verschillende kampen zijn van
veel automobielen voorzien, om snel troepen
verschuivingen te kunnen tot stand 'brengen.
Ondanks al deze toebereidselen eischt Ha
milton nog steeds versterking. Sarrail heeft
verklaard, dat hij de verdediging niet ryp zich
nemen kon, ais niet voor het begin van de
operaties nog' 100.000 man versterking kwa
men, "die men hem ook beloofd heeft. AUe
bruggen van de drie spoorwegen zijn reeds
ondermijnd.
De Duitsche kolonie te Saloniki is reeds
grootendeels vertrokken.
Thans zijn er nóg' slechts vijftien families
achtergebleven. Zij, zullen, naar gezegd wor.lt,
voor zoover ze niet uit eigen beweging! ver
trekken, naar West-Griekenland wordan over
gebracht. Zoodra de entente de poiitie-macht
ter hand zal nemen, zijn de consuls van de
centrale mogendheden overbodig geworden en
die zullen dan als laatsten vertrekken.
Verder vertelt de schrijver nog: Tot bot
singen tusschen Griekscbe en Éngelsche sol
daten is het nog piet gekomen. Men weet ei
genlijk niet meer goed jyio nu 'in Saloniki
de baas is. Nog! heeft de Grieksche overheid
het heft niet uit handen .gegeven en het Is
niet' juist dat zijl allee doet naar den wensch
der indringers. Op de .spoorwegen beklagen
de Engelschen zich, en met reden, dat in de
eerste plaats met de Grieksche belangen re
kening wordt gehouden. Dringend noodige re
serves moeten vaak ter wille van Grieksche
goederentreinen een dag lang wachten.
Acht dagen geleden moet In Kavvalla een
opstootje hebben plaats gehad, doordat de
troepen eischten mee te mogen vechten, het
zij aan den ©enen of anderen kant. Het voort
durend gemobiliseer hielden zij niet langer
uit.
Gelijk men weet, zijn zij intu3schen
door de geallieerden gevangen genomen. Red.
Generaal Sjostof over den terugtocht i\>r
Entente-troepen.
Een medewerker van het „Berl. Tageiblatt"
Heeft in het Bulgaarscho hoofdkwartier met
den chef van den general ca staf, generaal
"Sjostof, een ondel'bcud gehad over den te
rugtocht der* Entente-troepen.
Do terugtocht was voor de Engekehen en
Frausehen niet gemakkelijk, zeide de gene
raal. Zij waren soms in groot gevaar omsin
geld te worden. En eigenlijk hebben zij. bun
I redding nit den T j er na-W E rd ar -driel ©>ek
sleclits aan de elleudige wegen te danken.
|Wij hadden hen reeds van drie zijden omvat
en een van onze divisies, die over de Ma-
rianska-FianiHa voorwaarts gedrongen was,
stond reeds in den rug van onze vijanden,
hier in het zuiden bij Pctrowo. De divisie
had echter slechts twee kanonnen over ae
onbegaanbare bergen kunnen brengen en
daardoor konden de Engelseh-Franecke trow-
pen zieli over de Griekscbe grens in veilig
heid brengen.
Over de sterkte der strijdkrachten; die de
Fransclien en Engelschen tot nog toe in Sa
loniki geland hadden, zei. do generaal:
.Volgens de berichten» die wij ontvangen
hebben, zijn tot nu toe ongeveer 180,000 man
in Saloniki geland. Daar echter de Eranschen
en Engelschen bij de laatste gevechten ten
minste 20,000 man verloren hebben en hun
trein buitengewoon sterk is, kan het getal
van hun troepen in het front op het oogen-
blik niet meer dan 120,000 bedragen."
De generaal meende, evenals de generalis
simus Sjekof, dat de Enten te-troepen in de
eerste plaats te Saloniki bleven om de strijd
krachten van de Bulgaren en hunne bond-
genootea vast te houden en te versplinteren,
voornamelijk voor bet geval, dat de Russen
toch nog een Balkan-actie zouden onderne
men.
Over de samenwerking der verbonden Ge
nerale Staven zeide generaal Sjostof: „Over
het geheel genomen hebben de staven van
het Bulgaan&che en het Duitsche leger geheel
zelfstandig gewerkt. Voor de operaties van
het eerste Bnlgaarsche leger, onder comman
do van generaal Bojadsjef, dat, zooals men
weet, met de legers van Gallwitz en Rovews
samengewerkt heeft, heeft maarschalk von
Mackersen eenige algemeen© aanwijzingen
gegeven. Het tweede Bnlgaarsche leger, dat
onder generaal Pedorof in Znid-Macedonlë
tegen Engelschen en Fransehen vocht, heeft
geheel zelfstandig naar door ons ontworpen
plannen geopereerd."
De generaal geloofde volstrekt niet, dat de
oorlog op den Balkan reeds ten einde was.
Montenegro voorheen en thans.
Het tegenwoordig Montenegro is ontstaan
uit het oude koninkrijk Zeta. Het is de oude
Rome ins che provincie Xentha inferior. Pas
in de 18e eeuw onder Peter I hoort men den
naam Montenegro. De grenzen van het ln
Montenegrijneeh bezit zijnde Zeta, zijn niet
die* van het oude Zeta. "Wel liggen er alle
historische plaatsen, die de bakermat heeten
van het Oud-Servische koningsgeslacht, de
Nomanijiën. Deze hebben van de 12de tot de
13de eeuw het Servische volk geregeerd en
honderd jaar lang de Serviërs de eerste
plaats op den Balkan versehaft. Het tegen
woordige Montenegro bestaat uit de noorde
lijke deelen van bet oude Zeta, verder uit
deelen van de oud-Servische vorstendommen
Easa, Konovlijen, Huhr en Travumië.
Misleiding van het EngolscHc volk.
„Hoe het publiek misleid werd" plaatst de
„Daily Mail" als opschrift boven aanhalingen
uit vroeger door de ministers over de Darda-
nellen gehoudon rede/voeringen. Zoo sprak
op 5 Juni Churchill te Dundee "Ie bekende
woorden: „Het leger van pir lan ïïamilton,
de vloot van admiraal Robeck zijn slechts
door een paar mijlen gescheiden van een
overwinning', zoodanig als deze oorlog nog
niet heeft gezien. Als lk van overwinning
spreek, doel ik niet op die overwinningen,
welko de dagelijksche plakkaten van de bla
den vullen. Ik spreek van overwinning ln
de beteekenia van teen schitterend en ge
ducht feit, dat de lotsbestemming! van naties
vormt en den duur van den oorlog bekort
Door het Nauw van de Dardanellen en over
de hoogten van het schiereiland van Galllpoli
voert een van de kortste wegen naar een
zegevierenden vreded'
Te Croydon verklaarde Lord Robert. Cecil
op 9 September, dat „wij] een klein eind van
van een groot succes af zijn, een succes dat
in alle deelen van do wereld een ontzaglijke
uitwerking zal hebben." .Toen men verleden
week Woensdag Lord Robert in het parlement
vroeg, wat die uitlating beteokend had, ant
woordde hij „dat de opmerking' juist was,
maar dat zij ongelukkig een indruk had ge
vestigd, die tot zijn groote spijt door ^do
gebeurtenissen niet gerechtvaardigd was."
Lord Kitchener eindelijk zeido op, 15 Sep
tember in het Koogerbuis:
„Er zijn nu overvloedige bewijzen dat een
proces van demoralisatie onder de Turken,
die 'door de Duitschers geleid, of liever door
de Duitschers gedreven worden, begonnen is,
dat, ongetwijfeld het gevolg is van hun buiten
gewoon «ware verliezen en van de toenemen
de uitputting' van hun hulpmiddelen.'*
NA HET BF.GROOTINGSDEBAT.
De schrijver der Haagsche Brieven ln „De
Tijd" maakt de opmerking, dat, Indien men,
het geheel der Begrootingsdebatten over
ziende, eene algemeen© conclusie daaruit moot
trekken, die moeilijk een andere kan zijn,
dan dat het Kabinet weinig reden heeft om
over den afloop te juichen.
Stevig in den zadel zitten zegt hij
slechts drie Ministers; de heeren Cort van der
Linden, Loudon en Lely en zeer waarschijn
lijk zullen echter de heeren Posthuma, Ram-
bonnot en Ort het nog wel halen; zij; hebben
dit te danken aan de politieke omstandighe
den. Wie gelooft echter in gemoede, dat de.
heeren Pieyte, Bosboom en Ort als Ministers
het einde van 1916 halen? Van den heer
Treub is het doodvonnis haast al geteckend.
De voorzitter heeft tooh medegedeeld, dat de
Kamer tegen 25 Januari zou bijeenkomen
en dan eerst zal behandelen het ontwerp
Staatsbedeeling en de eedswet, mitsgaders nog
eenige andere ontwerpen, die bij de begroo
ting zijn uitgesteld. Eerst daarna dat is
dus zeker niet veel voor Maart zullen de
Grondwetsherziening en de belastingontwer-
pen in de afdeelingen komen. De heer Treub
steldo voor ia zijn rede bij de algemeen© be
schouwingen als termijn, waarop zijn voor
stellen behandeld zouden moeten worden Dm
i.ijdig te worden aangenomen; Maart of April
1916. Men kan nu ai zeggen, dat er dan nog;
geen voorloopig verslag zal zijn.
Zoo gaat dan straks vermoedelijk het
groote Ministerie, zöoals het kort na den
oorlog in liberale bladen is gedoopt; de grond
wetsherziening tegemoet met een, door den
val van enkele Ministers, waaronder de pre
mier II, ontredderd kabinet, met een leeg©
schatkist, een verworpen Staatsbedeeling-, een
uitgestelde ziekte- en invaiiditedts- regeling.
En dit alle3 alleen, omdat de premier of moge
lijk alleen de heer Treub het erop gezet had
den den wapenstilstand op te «eggen.
Ware dit niet gebeurd dan hadden de so
ciaal-democraten, die daarop zeker hebben
gehoopt, de ziekte- en invaliditeits-regettng
gekregen, zouden 20 millioen aan belastingen
gaarne zijn bewilligd en dus het gat in de
schatkist zijn gestopt, zou een bereidwillig©
Kamer met een krachtiger Ministerie de
grondwetsherziening hebben kunnen brengen
Het eenige offer, dat daartoe gebraclu bal
moeten worden, zou zijn geweest: te be rus
ten in de niet behandeling - niet de aanne-
neming, die uitgesloten is van liet Staats
pensioen.
Aan den wensch van den heer Treub, om
met het vroeger uitgejouwde Staatspensioen
to worden begraven, wordt de rust in het
land geofferd. Maar het is waar ook; zooals
ik uit den mond van mijn zegsman onlangs
opteekende; wat zon er dezen zomer komen'
van do verkiezingen voor de Staten ©n d er
mede van een verovering van de meerderheid
in de Eerste Kamer, indien niet vooraf e u
boetje het politiek vuurtje werd opgestookt
Van mannen alB de hoeren Cort van der Lïn
den en Treub zou men beter verwachten.
DE PRINS HENDRIK-STICHTING.
Dc heer G. E. A. van Hall, directeur der
Prins. Hendrik-stichting voor oudo zceL-rl
te Egmond aan Zee, heeft zich, zeer tot Led
wezen van regenten der instelling, genoyl
zaakt gezien wegens gevorderden leeft; l zijn
ontslag te nemen als directeur. Dit onts'a." L
hem op do meest eervolle wijze verleend, met
ingang van 1 Mei a.s.
De heer Van Hall heeft een groo: <1 el ven
zijn leven o,ngeveer veertig jaar, zijn be bv
krachten aan de stich'.ing gegeven, aanvan e-
lijk als secretaris, daarna als direct ur. To.
zijn opvolger is benoemd de heer J. Ter ns
ma, oud-gezagvoerder der Stoom vaartmaat»
schappij „Nederland."
i De vogels van de Noordzee-eilamlen
Jac. P. Thijsse herinnert in D. L. N. aan hel
ongeval, waardoor de vogels van Rottum zijn
getroffen. „Uit alles blijkt," schrijft hij naai
aanleiding van 't geen daarover geschreven ir
„dat men over het algemeen nog lang geen
goed inzicht heeft, in wat ik nu maar eens zal
noe Ti de vogeltoestanden ep de Wadden
eilanden."
Ongetwijfeld heeft de mobilisatie veel onher.
aangericht en lang niet alleen op Rottum. Vooi
een groot deel was dit met den besten wil ter
wereld niet te verhoeden, en de militaire over
heid heeft in vele gevallen haar goeden wi>
getoond, in andere gevallen haar onmacht be
seft.
Reeds in het voorjaar van 1915 ontving m
van den militairen commandant van Rottum he.
verzoek, om voor zijn mannen een voordraclu
met lichtbeelden te doen houden, ten einde bij
hen goede begrippen te vestigen omtrent vogel
bescherming. Toen is in opdracht van de Ver-
eeniging tot Behoud van Natuurmonumenten ce
heer J. Drijver naar het verre eiland getogen
met plaatjes en lantaarn en heeft' daar de goec'e
zaak bevorderd. Hij werd uitstekend ontvangen
en wij hoopten, dat het helpen zou.
Toch had ik er niet veel vertrouwen op en
daarin zal ieder mij bijvallen die Rottum kent
De groote zeezwaluwen, de starriets, hadden
reeds ia 1914 het eiland verlaten, dus in 1915
broedden er hoofdzakelijk zilvermeeuwen. Zoo:, s
ik ia vorige jaargangen' van dit tijdschrift ree:'©
bij herhaling verteld reb, leven die zilvermeeu
wen over het heele eiland verspreid. Zé nestelen
evengoed in de oude duinbrokken en In h;:t
vlakke grasland als in de nieuwe bolletjes in liet
Oosten of het vlakke richeltje langs den Noord
rand. Het dichtst lagen ze in 1911 op de hoog©
strook vlak voor het huis van den voogd.
Het was dus wel onvermijdelijk, dat een groofe
hoeveelheid der broedsels al reeds te gronde
moest gaan, alleen door de aanwezigheid en
bewogingen van de bezetting, die ver over de hou
der-d man sterk was. Toen wij in 1913 op Rottum
waren, kwam er op een dag ook bezoek uit Bor-
kum, een tiental menschen, alles met alles waren
er toen negentien menschen op het eiland en dat
leek ons toen al druk genoeg. Want 't is maar.
zooals de geestige schrijver van „The Riddle oi
the Stands" zegt: „een klein ouweltje van een
eiland."
Nadere berichten van den voogd melden ons.
dat er toch nog wel enkele broedsels geslaagd
zijn. Wat mij betreft, ik zie de zaak niet zoo
heel «omber in. Wanneer het geluk ons bescho
ren was, dat vóór Mei 1916 de wede werd
gesloten, dan zou reeds dadelijk het eiland weer
vol met zilvermeeuwen zitten. Die vogels toch
verkeeren tegenwoordig in een periode van voor
spoed, van expansie, en .zuilen die tijdelijke
leemte wel weer gauw genoeg opvullen.
Ook kan ik met groote voldoening mededee-
len, dat op de Noordwestplaat, die sinds eenige
jaren door de Vereeniging tot Behoud van Na
tuurmonumenfen gepacht is en viak bij Rottum
ligt, bij de duizend ziivermeeuwen-broedsell
zijn geslaagd. Volgens zijn contract met die ven
eeniging moet de voogd ervoor zorgen, dat ma
mand dat nieuwe eilandje betreedt en daar heeft
hij tot nu toe trouw de hand aan gehouden. Wij
kunnen van dat nieuwe eilandje nog veel pleizier
beleven» evenveel als de Duitschers van hum
nieuwe eilandje Mellum.
De sterntjes, die veel gauwer van de wijs zlin,
hadden het ook al vóór 1914 te pakken. Die
zeezwaluwen zoeken nieuw veilig land; hun ge
lukkig gesternte voerde een tweetal paren naar
„De Steert" bezitting van de Vereeniging lot,
behoud van Natuurmonumenten op Texel.
Thijsse wijst ten besluite op het werk van de
Duitschers en vermeldt nog eens weer het
eilandje Mellum, dat vooral door de bemoeiin
gen van den heer Franzius uit Kiel wordt be
schermd, dank rij den Bund für Vogelschutz,
en vestigt de aandacht op de Memmerf. de
meest klassieke van de Duitsche Vogelfreistattem
die waarschijnlijk de Rottumer sterns een velli-
Iger woonplaats hebben verschaft, dan hun op
onze eilanden de bevolking laat, die van ouder
tot ouder „te eizoek gaan", beschouwt als eeq
van de hoogste levensgenietingen. Wat zij doen
is dan ook veel erger dan het tijdelijke doen eq
drijven van de landstormmannetjes op Rotting
en een paar eilandjes meer.
De steile boer. In Zuid-Holland woond#
'n boer.
Eén zijner koeien kreeg de gevreesde ziekte!
mond- en klauwzeer. In gehoorzaamheid aan dl
van Qod gestelde overheid, ging hij heen «4
gaf het aan.
De burgemeester kwam er bij.
De veeartsen kwamen er bij.
De rijks-slachters kwamen ook.
Maar de boer, al bood htf met geen pink weer»
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT