TWEEDE BLAD De afstammeling van Robinson C. H. VOGELZANG BINNENLAND DE WATERSNOOD. ingezonden. UIT DE PROVINCIE FEUILLETON STADSNIEUWS pasvorm en afwepking VRIJDAG 21 JANUARI 1916 Nog eens Speenhoff. Dus zal de heer Speenhoff voor de Groot» fi outstraat-vereeniging optreden. En dit hoe- f .wel vele, vooral katholieke leden, 8peenhoff niet op hun feestavond wenschten te zien. Een der plaatselijke bladen sprak zelfs van„De Speenhoff-kwestie" en zet dit hoofd je boven de tallooze berichten, die het hier over publiceert. De hemel beware onsl Of Speenhoff voor de Groote Houtstraat-vereeniging' voordraagt of niet, is dat een Haarlemsche kwestie? Wij kennen een dorp, waar ook een „kwes tie" is die de bevolking zelfs in twee partijen splitst. Die kwestie is dan of je voor of tegen de nieuwe „Harmonie," dan wel voor of tegen de oude „Harmonie" bent. Beide partijen hebben hun eigen café's, hun eigen Kruidenierswinkels, stellen hun eigen raads- candidaten en de aanhangers van de &ens partij kijken de aanhangers van de andere partij pertinent niet aan. Och kom, beste collega, bewaar ons in Haarlem zooveel mogelijk voor dat platte- landseh gedoe en blaas toch de zaak niet al te erg op! Maar nu de historie zelve! Zacht uitgedrukt lijkt het ons een klein gebrek aan „savoir-vrevre" bij die 'eden der Houtstraat-vereeniging, die toch, ondanks het uitgesproken verlangen hunner medeleden, het besluit hielpen nemen om het optreden van den heer Speenhoff te handhaven. Zeker, formeel hadden de voorzitter en diegenen gelijk, die opmerkten dat in de eerste vergadering de bezwaren tegen den heer Speenhoff beter op hun p aate waren gewest. Zelfs kreeg de discussie, gevoerd door de tegenstanders van het genomen uesluit, lang zamerhand het wrange karakter van een ulti matum, waardoor misschien bij sommigen de indruk werd gewekt alsof een. zekere cata- gorie de heela vereeniging" wilde do mi nee - 'ren. Maar toch bleek uit de heele discussie, hoe men die ook opvatte, dat eon aantal per sonen, mede-leden, werd gegriefd als de heer Speenhoff zou optreden. Met oen weinig defe rentie yoor die bezwaren had men dan kun nen bestuiten die leden ter wille te zijn en hun geen beleediging hunner gevoelens op te leggen. De politiek van het sparen van de kool en de geit, die aoo dikwijls door ingebeelde welwillende neutraliteit wordt aan geprezen! Nu een enkel woord over den heer Speen hoff zelf. Voor een groot deel ging de discussie langs de feitelijke bezwaren heen. liet is niet da vraag' of de heer Speenhoff op den komenden feestavond „braaf" zal zijn en niemands overtuiging zal kwetsen. We nemen aan dat zulks eens bet geval zal zijn en geiooven zelfs graag dat de heer Speenhoff beloofd heeft, „braaf' te zijn, De heer Speen hoff schijnt er een Janus-gezicht op na te houden, waarmede hij aan den eenen kant tegen „de braven" lonkjes geeft en glimlacht en <uin de andere zijde misschien wei met den vinger over den schouder naar de carsten Wijzend, gezichten trekt en zijn verdorven moraal uitzingt. Wat doe je tegenwoordig al niet voor je broodje? Maar dat is het niet. De heer Speenhoff heeft het sinds lang bij ons katholieken, verbruid om welbekende redenen; de heer Speenhof! is geen gewild persoon bij' ons; de heer Speenhoff moet door ons, katholieken worden gemeden. En nu zijn er katholieken, die, Godlof, Speenhoff niet kennen en dus geen kwaal van hem weten en dit zelfs «in openbare vergaderingen verzekeren; er zijn ook katholieken, -die Speenhoff „al eens" hoorden en toen niets kwaads in zijn voordracht von den. Bravo! Maar..... bet oewijst niets. Het vermakelijks!» echter is de man, die vertelt dat hij nooit iets van eeu „beleediging; van den godsdienst" gemerkt hééft, die zijn tehoor en zijn lezers wil dóen geiooven dat e heer Speenhoff „nooit de katholieke be ginselen beleedigde," en die aldus blijkt geeft absoluut geen idéé van de katholieke beginselen tehebben! Daargelaten de vele malen dat een venijnig kleinzieligheidje door den heer Speenhoff wordt gelanceerd tegen leiders of instellin gen van een godsdienstige levensbeschouwing en godsdienstige beginselen, denkt men dat Onze BLOUSES en ROKKEN munten uit doop goeden GROOTE HOUTSTRAAT 29. Adv. de heer 8peenhoff ons niet aantast in onze hei ligste kath. beginselen wanneer hij buv. de echtbreuk tot een ietwat lachwekkend dage- lfjksch werk maakt? De vrije liefde tot alle- daagsche kost? Ons te pas en te onpas be kend maakt en vertrouwd tracht te maken met socialistische ideeën en leerstellingen? Het is de verderfelijke moraal van Speenhoff, die een beleediging ia voor onze Katholieke beginselen. Wie denkt dat de moraal van Speenhoff strookt met onze beginselen, spreke nooit fineer een oordeel uit of katholieken beleedigd worden of niet, door. iets of iemand. Conclusie: de heer Speenhoff heeft sinds lang de sympathie der katholieken en der ge- loovige menschen verbruidals c h a n on- n i e r is hij ongenietbaar voor ons. Dit waren de bezwaren der opposanten In de Groote Houtstraat-veréeniging én e^u blijk van groot kameraadschappelijk gevoel ware het geweest, als de niet-opposanten een con cessie hadden gedaan aan de gemoedsbezwa ren hunner collega's. VAN ONZE RECHTBANK UITSPRAKEN. Gisteren werden de navolgende uitspraken gedaan G. P., werkman te Velsen, beleed, 'ambte naar, 14 dagen gev. straf. P. M„ arbeider te Beverwijk, vernieling, 14 dagen gev. straf. F. S., zonder beroep te Beverwijk, zware mishandeling, f 25 boete of 1 maand tucht- Bchool. T. T., vrachtrijder te Beverwijk, dief stal, f 15 boete of een maand tuchtschool. L. van D., voermansknecht to Haarlem, ver boden uitvoer, t 10 boete of 10 dagen hechte nis. G. V,, winkelier te Haarlem, poging tot verboden uitvoer, f 6 boet© of 6 dagen hech tenis. J. K., gezagvoerder te Boskoop, ver- iboden uitvoer, vrijgesproken. M. J. P, ar beidster te Schoten, verduistering f 15 boete of 15 dagen hechtenis. J. A. v. d. M., machi nist te Velsen, mishandeling, vrijgesproken. J. J. van P., zeeman te Schiedam, desertip, 3 dagen gev. straf. M. S,. zonder beroep te Purmerend, mishandeling, 10 dagen gev. straf. W. Z., visscher te Egmond aan Zee, desertie, 14 dagen gev. straf. A. F. V., werkman te Haarlem, vernieling, 14 dagen gev. Btraf. R. G. S., veehouder te Alkemade, mishandeling, f 15 boete oï' 15 dagen hechtenis. P. Z., werk man te Schoten, appèl 2 overtredingen jacht wet, 2 maal 30 gld!. boete of 2 maal 8 dagen hechtenis. A. G. werkman te Haarlem^ ti'ppèl 4 overtredingen jachtwet en 1 overtreding motor- en rijwielreglement, 8 maal f 80 en 1 maal f 15 boete en 1 maal f 2 boete of 3 maal 8 dagen, 1 maal 14 dagen en 1 maal f 2 boete of 2 dagen hechtenis. R. B., land bouwer te Haarl.liede, appèl verboden invo r van vee, f 10 boete of 10 dagen iieohtenis. De toestand in Volendam. Een medewerker van de N. R. Ct. schrijft omtrent den toestand in het door den watera- nood zoo zwaar geteisterde Volendam o. m In de laatste 25 jaar heeft Volendam zich tot een zeer groot dorp uitgebreid, dat niet meer slechts uit twee huisjesrijen langs den zeedijk bestaat; uitgestrekte buurten liggen er achter den dij-k tot ver in het polderland. En hier hebben de menschen plotseling, niet in-het minst bedacht op het verschrikkelijke gebéuren, dat daar over hun veelal schamel, maar rustig bestaan kwam, in wilde Vlucht hun keurig-schoone huisjes met al hun kostelijk huisraad en kleeren, alles wat zij ter wereld het hunne konden noemen, en hoe bescheiden was dat, aan het verbijsterend snel wassende water moeten overlaten. Nauwelijks hadden zij den tijd, zichzelf met hun kinderen, hun zieken, gebrekkigen en ouden van dagen, in veiligheid te stellen. Zeer vele vluchtelingen werden in de onaangetaste huis jes langs den dijk door meer gelukkige dorps- genooten opgenomen, beroofd van al het hunne, behalve de kieeren, welke zij aan het lijf droe gen. De anderen vloden in hun botters in de haven, waar nu soms twee of drie talrijke gezin nen. soms 15 tot 20 personen sterk, huizen in de kleine roefjes en in doffe berusting afwach ten de hulp, waarop zij hopen, al kunnen zij zich niet voorstellen, in welken vorm die hun zal kunnen worden gebracht. Want ook hier zal, met allen nadruk moge erop worden gewezen, krachtige en doeltreffende vooral snelle hulp van buiten noodig zijn, wil men het heele dorp niet vrijwel geheel econo misch ten onder zien gaan. We hoorden het overal, in de huisjes en in ae botters, al ziet men openlijk maar weinig van ai die wanhoop en angstige zorg voor de toe komst aan den dag komen: niemand weet of begrijpt ook maar in de verte, of durft er zelfs R.-K. kerft van Heemstede en was er getuige eener begrafenis. Onder de H. Mis stond ik ver wonderd over de houding van den „aanspreker. Toen ik hierover iemand inlichtingen vroeg, ver nam ik dat bedoelde persoon een protestant was, en naar mijn zegsman verklaarde, moet het daar meer gebeuren dat R.-K. begraven worden door rotes tanten, terwijl er, zooals mij gezegd werd, t Heemstede vier R.-K. begrafenisaannemera zijn. Zulk een handelwijs, mijnheer de Redacteur, is m. i. te betreuren en ik denk dat meerderen mijne meening deelen, en hoop dat voortaan het: K. steunt elkanderJ" in Heemstede meer in beoefening worde gebracht. Nogmaals dank voor de plaatsing, EEN VRfeEMDE. Haarlemmerliede, 19 Jan. 1916. RETRAITE VOOR H.H. ONDER OFFICIEREN. Mijnheer de Redacteur, beleefd verzoeken wij onderstaande in Uw veelgelezen blad te willen opnemen. Daar door de militairen al zeer weinig is ver richt kunnen worden om te voldoen aan het ver langen van Z. H. den Paus en de verschillende Bisschoppen van ons vaderland, n.l. door het houden van vastendagen enz. om zoodoende een spoedigen vrede te verkrijgen, diende onlangs een der leden der Ver van R. K Onderofficie ren „St. Michaël", welke vereeniging deel uit maakt van den R. K. Bond „St. Martinus", het voorstel in, om een gezamelijke retraite te hou den voor onderoff. in de maand Februari aa., welk voorstel aller sympathie wegdroeg. Te 's-Gravenhage werd daarom onder goed keuring van het H. B van den Bond „St, Mar tinus", voor dat doel een comité gevonnd be staande uit den weleerw. heer H. W. v. Beek, geestelijk adviseur, Dh. Th. P. H. v. Maastrigt, voorzitter en Dh P. L. W. de Caluwe, secreta ris, hetwelk de geheele regeling op zich nam, en waartoe men zich kan wenden voor inlichtin gen, en tot en met 29 Januari, met de opgave voor deelname, welke duidelijk moet bevatten: naam, korps en onderdeel, garnizoen of tegen woordige standplaats. Voor een en ander gelieve men zich te wenden tot dei secretaris der vereeniging. „St. Michaël" en tevens van het comité. j Door genoemd comité werd in het maand blad van 16 November en 10 December 1.1., uit gegeven door onzen Bond, reeds een oproep ge daan tot de leden, met het verzoek, om ook n iet leden b.v. verlofsonderofticieren, uit te noodigen en aan te sporen tot deelname, aan welke op roep waarschijnlijk, door onbekendheid, of door het niet ontvangen van het maandblad door weinige onderofficieren gevolg is gegeven Daarom dan heeft het uitvoerend comité ge dacht, om langs dezen weg te trachten meer Be kendheid te geven aan de taak, die het op zich heeft genomen. - -- Welaan dan H.H. onderofficieren, wilt deel- inzijn geheel alle welvaart gebannen heeft, j nemen aan een retraite voor ons en zendt uw doen heeft in den stikdonkeren avond diezelf-0pgave Van deelname ten spoedigste aan den de arme, brave „pujenboer", die maar nauwe- secretaris van het comité, en zoodra juiste da- lijks zijn mooie zelfbeheerschmg wist te bewa-1 turns en plaatsen zijn vastgesteld, zullen dezen ren, en telkens wel wou gaan grienen als een i aaa deelnemers worden bekend gemaakt, kind, als hij vertel ae van zijn wreed vermoordeEchter kunnen wij nu reeds mededeelen,dat bruiloft, ons in een vlet geboomd achter langs ggu teder zooveel mogelijk in het voor hem aan denken, boe het nu zal moeten gaan met feitelijk de twee eenige bestaansbronnen van Volendam: met de visscherij en met de eenden- fokkerij. In ae benauwde vooronders der botters, vol gepakt met zeildoek, rommel en allerlei scheeps tuig, vonden we daar bij tientallen de gezinnen neergehurkt om het potkacheltje bij het spaar zame licht van een petroleumpit; en als eerst de vrouwen hadden uitgeklaagd over het ver schrikkelijke, dat rij niets, niets uit den vloed hadden kunnen redden, dan begonnen de man oen met hun diepe, ernstige stemmen van de zorgelijke naaste toekomst te praten. Want wat kan er nu komen van de visscherij, nu zij met htm vrouwen en kindera opgepakt zitten in de :tere; en wat moet er komen van de duizenden duizenden „puien"- (eenden), die wel opge- ten zitten in de vastgebleven hokken, maar ogelijk gevoerd kunnen worden, en ook al dit, in net brakke water het leven toch niet Hen houden? Dan was het toch ook van zulk een beklem mende ellende, zooals zij in doffe berusting ver telden, hoe hun eigen huisje, waarvoor zij jaren en jaren gezwoegd en geploeterd hadden, hun huisje, dat de glorie en het grootst denkbaar geluk van hun waarlijk in zijn eischen zoo be scheiden bestaan uitmaakte; waarin zij allerlei familie-pronkstukken bewaarden en met glun deren trots aan „de Engelschen" en de schilders vertopnden, was verzwolgen door de niets spa rende stortvloeden. Eén was er, die bij anderen in den botter onderkomen had gevonden een „pulenboer", ferme kerel, met een tróuwhartigen oogopslag, die zoo toonloos voor zich heenpratend het jam merlijke relaas deed van den slag van het nood lot, welke hem zoo zwaar had getroffen juist op den dag dat hij in ondertrouw zou gaan. Hij was vroeger in de groote vaart geweest, had in verre werelddeelen overal yan zijn opgespaard geld van allerlei mooi's gekocht om zijn huisje in Volendam, dat nu kant en klaar was om het met zijn jonge vrouw te betrekken, op te sieren en nu, nog voor dat hij, thuiskomend van de vischvangt, den botter in de haven gemeerd had, hadden ze het hem van den dijk al toege schreeuwd, dat het huisje tot bij den nok van het dak omspoeld in het brakke water stond. Zoo verborg iedere botter in het kleine haven tje nu ontzettend veel leed in die hokkige roefjes vol menschen, voor wie het leven wel altijd een zware dobber, een harde kamp tegen tegenspoed en teleurstelling is, maar die, van een prachtig ras als ze zijn, altijd dapper en met onverstoor baar optimisme den kop tegen den stroom in hebben weten te houden, en hun mooien trots in hun onafhankelijk bestaan hebben gesteld. Bui tensporig klagen en jammeren hoort men er niet; meer berusting treft men er aan, een niet Begrijpen, hoe dat alles nu ooit meer in zijn gewonen beloop moet komen, en stomme versla genheid door de schier onoverkomelijke ramp, die zoo plotseling in ieder gezin, en in het dorp j het verdronken dorp, waar de duizenden en dui zenden van honger omkomende „puien" met hun wanhopig gekwaak den. naargeestigen mist- avond vervulden. Daar, zoo wees hij, staat mijn huisje, tot den zolder in het water, en uit al die huisjes, waar van je nou hier om je heen alleen de daken er uit ziet steken, is letterlijk niets gered dan alleen maar het nakende leven. En daarvoor moeten we allemaal Onzen Lieven Heer nog eeuwig dank baar blijven, dat er geen enkele Volendammer bij is omgekomen. En hier ben je op het Kerkplein; de kerk staat anderhalf meter blank, behalve het priesterkoor, en Zondag hebben we allemaal dispensatie gehad van de verplichting van mishooren, om aan het red dingswerk deel te nemen. Moeten wij ten slotte een algemeenen indruk geven van den toestand, zooals wij dien te Vo lendam bevonden, dan is het deze: we geiooven niet, dat het dorp zóó ontzettend bezocht is als het eiland Marken; maar zwaar is het toch ge teisterd door eene ramp, welke het in lange jaren niet te boven komt. Spoedige hulp is ook hier de beste hulp; de noodstand, die er heerscht, is groot en wettigt een krachtige aansporing om het Watersnoodcomitéi in staat te stellen, ook hier de bevolking met mude hand te steunen. naastbijzijnde retraitenhuis aan het zeer schoo- ne werk zal kunnen deelnemen voor het gewone bedrag, en dat de oefening zal duren van Za terdagavond zeven tot Dinsdagmorgen negen uur. Ten slotte verzoeken wij dat allen, die boven staande zullen lezen, hiervan zooveel mogelijk bekendheid zullen willen geven. U, mijnheer de Redacteur, bij voorbaat dan kende voor de beschikbaarstelling dezer plaats ruimte. Het Comité H. W. v. BEEK, Geest Adv„ Willemstraat 2. Th. P. H. v. MAASTRICHT,-Voorz., Vaillantlaan 178. P L. W. DE CALUWE, Secretaris, Waalsdorp 258. VGravenhage. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Ra dactie rich niet aansprakelijk. Mijnheer de Redacteur, Voor onderstaande regels verzoek ik beleefd een weinig plaatsruimte in uw veelgelezen blad, bij voorbaat mijn dank. Heden Woensdag kwam ik toevallig in de SCHOTEN Praatje nlt Sclii*n. De groote strijd zal dan weer in onze ge meente gestreden moeten worden. De vraag ia nu maar, welke partij heeft het meeste recht, om een candidaat te stellen. Ik bedoel hier alleen nu maar de rechtsche partijen, de linksche zul len het voor zich wel uitzoeken. Daar zullen ze wel broederlijk samengaan, want het is immers een zetel van de S. D. A. P. en als je feitelijk aan handen en voeten gebonden bent, dan dien je als zwakkere broeder wel ja en amen te zeg gen. Ik wil hiermede dus zeggen, dat ik van vrijzinnigen kant geen candidaat verwacht. Dat zou wel het toppunt van brutaliteit zijn. Maar nu aan onzen kant. zullen we innerlijk verdeeld zijn of als één man met de A.-R. en Chr.-H. samenwerken? Dat dient wel, anders krijgen ws weer nul op bet request. Je kunt protest aan* teekenen tegen een verkiezing, maar dat is van onzen kant niet geoorloofd Dus we moeten een stemmenmeerderheid behalen en de kleurlooze middenstof dient duchtig bewerkt té worden. Het kan, ergo, aan den gang dus, de actie met frissche krachten aangepakt. En stom om actie te voeren is er genoeg. Daar is indertijd op Rechts gescholden, omdat er een straatbelasting was ingevoerd, eene belasting op publieke ver makelijkheden, als Rechts aanbleef zou het schoolgeld verhoogd worden, Rechts was voor verhooging van den gasprijs, kortom, het was hoogst gevaarlijk om Rechts te laten winnen en de kiezers lieten zich bepraten en ze wilden het eens met Rood probeeren Nu, we zijn aan het proefstoomen geweest, met dit gevolg, dat we met een tamelijke snelheid naar een gemeente bankroet aansturen en wat is er verbeterd? Niets, absoluut niets. En straatbelasting, en belasting op openbare vermakelijkheden zijn blij ven bestaan, het schoolgeld dito, gasprijs is nog niet verhoogd, maar ais deze zaak eens van een commercieel standpunt wordt bezien, dan zal nog moeten blijken, hoe de strooning in den Raad zal zijn. Ik tenminste ben er bang voor. Alles wordt duurder en licht is een noodzake lijk onderdeel van hetgeen in een huishouden noodig is en de heer Hooii is voorloopig nog een andere meening toegedaan, doch ik vrees, met groote vreeze, zelfs van een Linkschen Raad. Er is van roode zijde wel geschetterd, dai gas- prijsverhooging gelijk staat me* moderne zak kenrollerij, maar tegenwoordig vindt men overal zakkenrollers. Ze kunnen op Schoten ook be staan. Er is indertijd ook zooveel, te doen ge weest over het bouwen van arbeiderswoningen. Dat moest men van Rechts niet verwachten, maar wat wordt er nu te dien opzichte door Links gedaan? Ik zie er niets van en ik hoor er ook niets van Wel hoorde ik, dat we dit jaar ongenadig zullen moeten bloeden voor den Hoofdelijken Omslag. Je leest er niets van, maar dat is de stilte, die den storm voorafgaat. En het kan ook niet anders. Bij de ééne S. D. A. P.'er kan men een bon krijgen om voor gemeen terekening schoolpantoffels te halen, bij ne. 2 een abonnement op de tram Haarlem—Alkmaar," bij een 3de een aandeel op een nieuwe H. B. S., de kou is niet van de lucat, en tegen de verkie zing zal er nog wel meer beloofd worden (op rekening van de gemeente). Jan Publiek zal het wel'betalen Dat de menschen toch zoo dom zijn en niet bemerken, dat ze bij den neus worden fenomen. Er is indertijd wel eens gelachen, als eeuwen z, g. de ééne of andere stelling ver dedigde, maar toen ging het schip toch maar zelden over stag. doch nu, er is absoluut geen lijn meer. ja, een roode, maar die moeten de menschen maar niet vastpakken. Maar laten we eens de verschillende salarissen naast elkander leggen. Nemen we b.v. maar eens het salaris van een onderwijzer en daarnaast dat van den len ambtenaar ter secretarie. Nog erger, dat van gemeente-secretaris en onderwijzer. Verder d* bezoldiging van gymnastiek-onderwijzer tegen den gewonen onderwijzer. Kolossaal, wat een heerlijke harmonie. En dan de behandeling van de begrooting. Laat raadslid Hooij het eens ver klaren op een vergadering van de Propaganda- club en dan eens de benoemingen van diverss candidaten. de oppositie tegen gemeentesecreta ris, gemeente-ontvanger en directeur der gasfa briek. Gerust, laten de propagandisten dat maar eens allemaal weten, daar kunnen ze profijt van trekken Wellicht is er nog meer, maar dit is zoo maar een greep. Ook de raadszittingen kun nen wel eens besproken worden. Hoe de heeren b.v. elkaar bekampen, hoe wethouder Verton be handeld wordt, enkel en alleen omdat juist hij wethouder geworden is er. geen ander. Misschien ware dit laatste beter geweest want de zaak kan maar failliet zijn. Doch nog eens, er is stof genoeg Dat men het benutte is de wensch van OBSERVATOR. Besmettelijke ziekten. Volgens opgaaf ia de St. Ct. is,-in de week van 12 tol en met 18 Jan., een geval van roodvonk voorgekomen. IJMUIDEN. Onbestelbare stukken, terugontvangen aan het Ïostkanfoor alhier, in de le helft der maand anuari 1916. Binnenlandsche brieven: Mej. A. Broekhuis, Amsterdam. Mej. Geziene Kroonen- berg, Borger. N. Nan, Amsterdam. G Schepers, IJmuiden. Van Waal, Amsterdam. Binnenland sche briefkaarten: K. G de Jager, Amsterdam* Mej. A. A Joustra, Oronigen. Mej Trui Nie- man, Beverwijk. E. van Os, Amsterdam. J. H. P. Prins, IJmuiden. P. W Striening, Alkmaar, J. IJpma, Amsterdam. Buitenlandsche brieven: Amp, Essen Ruhr. Buitenlandsche briefkaartent Mile Louise Chevreux. Paris. PURMEREND. Uitgesteld! De viering van het feest van het 25-jarig bestaan der H. Familie Is wegens den treurigen toestand ten gevolge van den waters* nood uitgesteld. J 14) (Naar hst Fransch.) 4a volkomen bereid mi} terstond In te schepen, antwoordde dokter Gloaguen. Gd weet, mevrouw, dat dit reeds mijn voornomen Ja, maar gij moet niet alleen Calcutta verlaten, voerde mistress O'Mollóy aan, ™„nr Indië zelf. De moordaanslagen hebben den kolonel overal vervolgd en waarschijnlijk zullen zij het de kinderen ook doen. Gij moet den Oceaan tusschea hen en die moordenaars •tellen én n, zonder een oogenblik te verlie zen, inschepen. Ik ben gereed te doen wat gij verlangt; reide mijnheer Gloaguen, Ik zal zelfis mijne reis naar Bombay er "voor opofferen. Op dat oogenblik kwam majoor O'Molloy binnen. Zijn oppasser had -hem niet dan met do grootste moeite kunnen wekken; Hij kwam binnen met ongekamde haren, die hem over de oogen hingen, met fletse ocgen en een knevel, die slap naar beneden hing en hij waggelde meer dan ooit op zijne dunne beentjes. Wat vertelt men mijt.... Moordenaars? zeide hij. Niemand heeft ook medelijden met mijne ziekte.... Ha! als men maar eene wiet, wal het zeggen wil, eene leverziekte te heb ben!.... Dag heeren, dag vrouw, dag kinde ren.... Ik heb gisterenavond de bevordering jvan twee mijner kameraden moeten vieren., [daarom heb ik niet vroeger het genoegen ge had u te zien. Het gezicht van haar gemaal echeen mis tress O'Molloy nog opgewondener te maken; zij riep uit: O! dat ellendige land! Ik wilde, dat Ik het nooit had loeren kennen.Laten wij het verlaten.... geloof mij, laten wij vertrekken. Ik vrees en verdenk iedereen, in eiken be diende rie ik een moordenaar, in eiken drank een vergif.... Ach, O'Molloy, laten wij toch heengaan!..,. Maar lieve.... bracht de majoor in het midden. Spreek mij niet tegen, O'Molloy; als gij iets voor mij over hebt, trekt dan terstond uw uniform aan en begeef u naar den on derkoning. Het is vier uur in den morgen.... binnen een uur kunt gij hem spreken gij kunt terstond uw ontslag krijgen en met den eersten den besten steamer zullen wij vertrekken. j De majoor trachtte haas* niet tegen te spreken. Hij wist sinds lang, dat dat nutte loos was; zonder een woord te spreken, ver liet hij het salon en stelde zich in handen zijner knechts om zich m groot tenue te klee- den. Drie kwartier later verscheen hij, ver guld, blinkend en opgepoetst. Gjj hebt u dus vast voorgenomen te ver trekken! vroeg hij nan zijne vrouw. Zeker, beden nog, als het mogelijk is, hernam mistress MoJloy, Zij heeft waarscliijnlijik gelijk, het is be ter voor mijn liver, zeide de majoor tot mijn heer Gloaguen, om zijne gehoorzaamheid te verontschuldigen. Mijnheer Gloaguen schikte zich gelaten ln zijn lot. Komaan, zeide hij vroolijk, het staat ge schreven, dat ik noch de graven van Elloe, noch den tempel van Jaggernauth zal zien, evenmin als ik in Egypte de ruïnen van Memphis en Tbebe heb kunnen bewonderen. Maar, viel hij zichzelf in de rede, moeten wij juist naar Europa gaan, of vindt gij het vol doende alleen Indië te verlatent O, het komt er niet op aan of wij naar Europa gaan of ergens anders heem Het voornaamste is hier vandaan te komen. Hier schuilt het gevaar, dat gevoel ik, al het ove rige is niets.... ln dat geval staan er nog vele wegen epen antwoordde de dokter, gij weet dat mUn plan was Combodja te bezoeken om aldaar den Kmer-Architectuur te bestudeeren Zoo ga en de majoor er niets op tegen hebt, i stel ik u voor een kleine verandering in het reisplan te brengen en eerst naar Cocbin- cbina te gaan in plaais van regelrecht naar Europa. Mij goed, antwoordde mistress O'Molloy, die, evenals al hare lamigenooteu. veel-van reizen hield en zich reeds bij voorbaat ver heugde. Er was geen gevaar aan verhonden, dat begreep iedereen, en men begon reeda plan nen te maken voor de reis. Men was overgelukkig, toen de majoor te rugkwam en hun .mededeelde, dat hij ontslag had gekregen. Het ontbijt was in alle opzichten vroolijk te noemen. Na afloop daarvan stapten Paul- Louis en Chandos op, om te vernemen wat de eerste de beste reisgelegenheid was en rij vernamen dat dis boot naar Shanghai over Saigon dienzelfden dag nog vertrok, om zes uur des namiddags. De majoor verontschuldigde zich bij zijne makkere over zijn overhaast vertrek en mijn heer Gloaguen had het zeer druk om alle pa pieren van den kolonel in te pakken, die hij naar Parijs wilde opzenden. Hij zou zonder de goede hulp van Khasji nooit gereed geko men zijn. Om zes uur was men met alle bag«^- ge en eenige wapens bij zich aan boord van den Dekkan en om zes uuy vijf minuten ver trok de boot. Mijnheer Gloaguen. leunde met zijn zoon qyït de verschansing en keek haar den kaden van Calcutta en naar de strooming van den Hongly. Dat ie een verblijf in Indië geweest, dat niet lang gedunrd heeft, zeide hij. In het ge heel zes en dertig uur. Ik geloof niet, dat en ooit ben reiziger ia geweest, die Paru* zoo spoedig verlaten heeft i Toen hij zich omwendde, zag hij Kbaajk die hem nog op de minarets en de verschik- lende torens en gebouwen ven Calcutta op merkzaam maakte. i Welnu, Khasji. ziit gij nu tevreaen. dit land te verlaten en met n, allen die n lief- hebt? Ja, zeker, was bet antwoord, ik ben tear tevreden, omdat dit vertrek noodzakelijk was, maar.... Watl Hebt gij nog een maart vroeg mijnbeer Gloaguen. Vertel ons eens wat dan nog bedroeftt.... Welnu, hernam de oude soldaat met een zachte stem, ik zal niet tevreden zijn, voor dat gij dat noodlottige gouden plaatje in »e* geworpen hebt.... j Mijnheer Gloaguen antwoordde niet. Indien Khasji bem gevraagd bad, of hij zichzelf la zee wilde werpen, op een diepte van twee honderd meter, had hij niet meer geërgerd j kunnen zijn. (Wordt vervolgd!, NIEUWE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5