OPRUIMING! SSSS tasteed** Ce afstammeling van Robinson P. J. JANSSEH, r BBBSB3EHLAND BUl'iËNLAND SPOTKOOPJES bij STADSNIEUWS FEUILLETON Anegang h. Warmoesstr. Een novum. Dat een correspondentie tusschen een mi. ïicter en don Kamer-president aangaande »en te behandelen w.o. niet alleen gevoerd, ai?ar ook textueel gepubliceerd is, is zeer ze- ter een novum op parlementair gebied hier ie lande. Daarvan gewaagt onze parlementaire ge schiedenis nog niet! Echter.... onder dit .Kabinet van den volkswil" gebeurde reeds tooveel wonderbaarlijks, dat het geen ver bazing meer wekt dat óók dit plaats had. De ministers uit dit Kabinet staan voor diets!.,.. Bedenkelijk echter is de houding, die de president der Kamer in dezen innam in de >olemiek, die minister Treub uitlokte. Ken nelijk liet hij zich geheel door politieken liartstocht, beheerscben. En dat nu is van ren man met hot temperament van den heer Borgesius niet te verwonderen! Dochqua Kamer-president is dat in lieiu te laken 1 -De roep, die reeds, van hem uitgaat, dat bij hem als zoodanig de nood zakelijke .onpartijdigheid is te loor gegaan naar in de jongste Kamer-debatten her haaldelijk is gebleken is d bard oor ver sterkt. Wie de kaart van het land kent, weet, dat bet heel de vrijzinnigheid met het oog op de Staten-verkiezingen heel wat waard is wanneer- vóór dat, die plaats 'hebben, de Ouderdomswet, is afgehandeld. Men krijgt dan een uitnemende verkiezings-cry om de kiezers te bewegen te zorgen, dat de Staten omgaan. En in heel bet drijven van den Kamer-pre sident om den minister over te halen mede te gaan met een spoedige behandeling der Ouderdomswet is niets anders te zien dan een streven om de vrijzinnigheid dn dezen een handje te helpen. Feitelijk vervult in de correspondentie de heer Borgesius niet de rol van een onpartij dig Kamer-president, die met een minister overleg pleegt, maar die van den „politieken slimmeling," zonale zijn kenmerk was, toen hij nog als partijlei der optrad "Partij-harts tocht had bij hem de overhand. Als Kamer-president is daarmede de heer Borgesius geoordeeld en veroordeeld. Dit novum kan ver-strekkende gevolgen hebben. Van nu af aan zal de heer Borgesius niet eenige aanspraak meer op sympathie van rechts kunnen maken. Door deze daad van ongekende partijdigheid heeft hij ze to taal verbeurd! DE WATERSNOOD. Van de geredden. Een verslaggever van de -,,N. R. Ct." te Amsterdam, bracht een bezoek aan het Mili taire-logement aldaar, waar eenige vluchte- lingen uit Waterland zijn onder gebracht. Hij verhaalt er o.m. van: Boven waren er een paar mannen, sterke jonge kerels, ook uit Waterland, meer den kant van Monnikendam op. Ze voeren met nest, dat is van die kleine visch, die in cle netten achterblijft en als voedsel voor de eenden wordt gebruikt. „Maar nu is er niets meer te verdienen, want er zijn geen boeren meer in Waterland, aan wie ik het nest kan verkoopen. Maar een den zijn er nog genoeg. De arme dieren zw dui men maar rond en zijn niet te vangen. Ik zelf heb ook een paar honderd eenden, ze zijn gemerkt, maar je kan ze heelemaal nkt"pak ken. Als ik een heelen dag zou jagen, had iü misschien niet meer dan vijf en-tvvincig en dat toont de moeite niet. Nu laat ik ze maar zwemmen en ga er eiken dag heen om ze te voeren. Maar de beesten gaan achteruit, want dat zoute water is heelemaal niet goed voor i.e. En dan, dat voeren kost zoo duur en we verdienen niets. Ik zou hier wel werk kunnen vinden, want een flinke kerel kan dat aliijd, maar ik kan mijn beesten toch ook niet in den steek laten. En wat nu bet ergste is, wij geven geld uit om de beesten te.voeren, een jaar lang, in hgt voorjaar verkoopen wij dan do eieren, en dan krijgen we ons geld weer Ma?jr Qu zullen ze wel niet gaan leggen en als ze het gaaa doen, kunnen we de eieren toch niet vinden. Al dat geld is nu weg; en voor een deel hebben we het al van onze, afnemers opgenomen; die moeten nu weer af betaald. Mijn kippen heb ik kunnen redden, op 15 na van de 200, dus dat gaat nogal. Die zijn bij een boer in Sloten ondergebracht. Maar de dieren zijn van den leg en ik heb geen geld meer om voer te betalen." Zoo vertelde de man zijn droef verhaal en zijn vrouw begon te snikken. „Kom moeder, houd je nu goed," zeide de man. „Ja, /neneer," klaagde de vrouw, „het is altijd zoo n goeie man voor me' geweest en dat hem dit nu moet overkomen." Toen troostte ik, dat ze toch nog reden tot dankbaarheid had, dat het gezin geheel bij elkaar gebleven, dat er zooveel erger, was, dat in Marken „Ja," zuchtte de vrouw, en haar dochtertje vloog plotseling op en zoende moeder heel innig. De man mompelde iets en keek droef naar zijn vrouw. En toen wist ik, dat dit gezin de kracht zóu hebben alles te boven te komeu. Moeilijkheden op Wieringen. Uit Wieringen schrijft men: Op ons eiland heersclit thans een onge wone drukte. Er zijn 150 soldaten met "kader en een 9ü-tai grondwerkers gearriveerd, welke allen bezig zijn met zandgraven. Het zaad wordt met vlsscherschepen naar de yan Ewijcksiuis gevoerd,'en aidaar gebezigd tot versterking der binnenwaterkeeringen. Dat de weg adner door dit talrijke en aanaouden- de transport een modderpoel ge.ijk wordt, i3 te begrijpen. DagëlijKS komen hier per post boot uit Van Ewijcks.uls en omstreken vluch telingen met hun inboedeltjes aan, welke, hier allen zoo goed mogelijk worden onderge bracht. Door deze verhuizing benevens de vele sol daten en polderwerkers is de óevoiking tal rijk vermeerderd, en het is te hopen, dat ,wuar een eiland geheel op den invoer van net vaste land is aangewezen, het beurtverkeer niet var broken zal worden. Vele en talrijke voorwerpen ar ij ven hier aan, welke alte 209 véél mogelijk worden ge borgen. Door den noodtoestand hebben op Wieringen handel en scaeepvaart veel te jijuen. Ging de postboot iu normaie tijden vijiinaai per dag naar de van Ewijcks.uis en Anna l'aulowna,- thans gaat zij, met veel moe no, eenmaal per dag. Ook de telefonische verb.nd.ng is, door dat de kabel in zee stuk is, geheei verbroken. Dit alies geelt natuurlijk vee. s.agnai.e. De door den storm van 13 op II Jan. in de zeeweringen geslagen bressen zijn ahe gestopt, zoodat het gevaar -voor' doorbraak voor het ei .and geweken is. Veel vee, paarden en viuchteiingen, uit de naburige ovui stroom- de Anna Paufowna, zijn op Wier.ngeu gehu.s- De mvrubeidstellmg van generaal De Wet. vest en voor alien wordt gezorgd. Een commissie uit den gemeenteraad om- der voorzitterschap van den burgemeester, heeft zich besch.kbaar geste d, gelden m ont vangst te nemen om allen te huisvesten en Zaterdagochten brachten de ruim 100 kin deren f 13.50 mee, ten behoeve der nood lijdenden door den watersnood. Voor het Koninklijk Daleis te den Haag: ;Wij lezen in de „Nieuwe Ct.": Eiken dag als het tegen negenen loopt, staan er in de buurt van het paleis in het Koordeinde .wat nieuwsgierigen. Het rijtuig voor de paleisdeur, de „geheime" recher cheurs, die met huu fietsen aan de hand ge reed staan, lokt ze. Vanmorgen zijn wij eens mee nieuwsgie rig geweest. Vóór ons een viertal kinderen, een jongen en drie meisjes. „Zou de koningin er uit komen?" „Och nee kind, dat 's ornmers voor 't prin sesje." „Hoe weet je dat?" „Nou die komt er toch eiken morgen uit!" Waar gaat ze dan heen? Daarop volgde geen antwoord. Een me neer meende het te weten. Hij lichtte hen in. Dan gaat het prinsesje naar school, die was, zoo had hij gehoord, in het Huis ten Bosch. „Naar school? Nou als mijn moeder ko ningin was, dan ging ik niet naar school," zei do allerkleinste. „Alle kinderen motten naar school, dat mot," luidde het ietwat bazige antwoord van 't oudste zusje, dat blijkbaar wei' eens van den leerplicht gehoord had. „Nou, maar as je moeder dan toch koningin is!" was het weder-betoog. Dat scheen ai- doende, de oudste zweeg. Maar de jongen wist veel beter: „Zo mot toch leeren voor koningin?" klonk het. „Leeren?" meende de oudste iwijfeiend, maar plotseling verdween de twijfel: „O ja, ze-mot kunne prate met al die bu.einlandscne menschen." En de meneer, die piet ons luisterde naar 't gesprekje, vertelde hun, dat er nog heel veel meer te leeren was voor een Prinsesje. Deze was inmiddels de deur uit komen tip pelen, een zwart leeren regenhoedje op het blonde haar, en had plaats genomen in den half open landauer. Twee dames stegen ook in. De palfenier nam plaats «aast den zeer deftigeu. en nog deftiger kijkenden koetsier en het rijtuig kwam het voorplein afrijden het Noordeinde in, dan het Heulstraatje. „Jong, neem toch je pet af," baasde, het oudste meisje, „zie je dan piot, dat de boere ook hun hoeden afnemen?" Toen zetten ze het op een drafje. Zij zijn stellig te laat gekomen op school. die is uitgelegd geworden als zou de rebellie 'n vijfshillings-rebellie zijn geweest. 1 December werd generaal de Wet met 'n klein troepje getrouwen diep in de Kalahari ge vangen genomen. 1915. 30 Maart werd 't voorloopig onder zoek tegen hem beëindigd. 6 Juni werd 't verhoor tegen generaal de Wet begonnen voor 't speciale hof. 22 Juni werd generaal de Wet veroordeeld tot zes jaar tronksfraf en 2000 pd. st. boete. 20 December. Generaal de Wet met 118 ande ren in vrijheid gesteld. Wij herinneren tegelijkertijd aan de vele po gingen die gedaan zijn om van de Regeering' genade voor generaal de Wet af te smeeken. Die Nadat de rekening door eerie commissie van drie leden was nagezien, werd den pen ningmeester décharge verleend. Mededeeling geschiedde van de definitieve redactie van de gewijzigde statuten en het huishoudelijk reglement van den Bond. Vervolgens kwam de zaak van de benoe ming van een permanent scheidsgerecht aan de .orde. De afdeeling Lisse had medegedeeld met de idéé accoord te gaan, maar de samenstel ling aldus te wenschen: een werkgever, een werknemer, een rechtskundige als voorzitter en een secretaris. En de afdeeling Voorhout achtte, naar zij bad .medegedeeld, één scheidsgerecht uit vier pogingen bepaalden zich niet tot ons land, doch 'leden, te weinig, maar wenschte eenige «om strek ten zich ook uit tot Europa, zegt het blad missies, dus onderscheidene scheidsgerech- verder ten. Op 't Europeeschc vasteland en in Engeland- De voorzitter deed opmerken van één zelf werden eoor Engelsche en andere vrouwen [scheidsgerecht meer in de practijk te ver- petities geteekend in dien zin. De blederlandschej wachten, daar men anders verschillende uit en Vlaamsche vrouweii zonden 'n afzonderlijk spraken zal krijgen en geen oenheid in die verzoekschrift, door meer dan 12,000 vróuwen Z U I D-A F R I K A. Aav. De Zuid-Afrikaansche bladen doen uitvoerige mededeëlingen over de invrijheidstelling van generaal de Wet eri 118 andere, wegens deel neming aan den opstand veroordeelde.personen. Naar de „Volksstem" meedeelt, zijn de naast van eien te voorzien. De overige gelden zul- generaal de Wet vrijgelatenen meest lieden, die len aan de watersnoodcomnuss-e worden toe- beschouwd worden als gewillige volgelingen, gezonden. i Onder de vrijgelatenen is ook de broeder van Buitenlandsche deelneming. w'j<en conmiaudant J' Fourie. Op de betuiging van deelneming van Z H I D°f 45 die op vrijlating den Faus heelt if. M. de Konhwfonvsnw,," ijffi£5 0?s7 door onzen Min.ster van Buitenlandsche Z;i- j a a vwtL^ptiv' word- n n nntwN t,„«> hen Haren harWjhnn dann aan H. daan gS7eY u™'ïï'SS In JSSSb, aan het taUt batrellandaUdfïïÖ- de zeer talrijke deelneming reeds vroeger S/'SSldEr zouden naiLliik M Vn? door de Belgische Regeenng betuigd, deelt; 50 Transvalere en 5 Kaao'aiders vrii- men mede, dat de Koning der Belgen" door „?ts ze in T eehed niet me r digen met beslemm.ng voor hèt watersnood- comité. De Britsche tijdelijke zaakgelastigde heeft uit naam 'van zijn'regeering als een bewijs van hare „mpathfe en achtingjegens het SffikTtóéfTSSSaS Neder.andsche vólk een gave vgn f 24000 aan Ri; hpn hl>vnnf1 z;ch ook den Minister doen toekomen. ,Gp het bericht van de overstroomingen beeft de Japansche regeering haren tijdelijk zaakgelastigde opgedragen hare oprechte sympathie aan jhr. Loudon te doen aanbie den. Ook de Roemeensche regeering heeft door haren gezant te den Haag de verzekering van hare zeer hartelijk medegevoelen doen over brengen. Een millioen dubbeltjes? Het hoofd dér O. L. schoolde Benedeoknijpe ken Vrijdas het v°lg«nde schoonschrift 111a- geteekend. Aan 't hoofd dezer beweging stonden de eerste vrouwen op intellectueel gebied van Holland en Vipanderen. De Ned. Zuid-Afri kaansche Vereeniging en 'het Algemeen Neder- iaadsch Verbond, twee invloedrijke vereenigin- gen in Holland, zonden telegrammen aan gene raal Botha, hem vragende generaal de Wet niet dood te laten schieten. Di' Hendrik Muller in Holland, oud-gezant van den Vrijstaat, smeekte eveneens genade voor generaal de Wet. Ook de lieer Louis Franck te Antwerpen heeft in April op verzoek van vele Vlamingen een verzoek om gratie voor generaal de Wet aan de Unie-regeering gericht. Maar in de Unie heeft men evenmin sti! geze ten van 't «ogenblik af dat de Wet gevangen was genomen. 'n Volkspetitie waarop niet minder dan 64,615 personen hebben geteekend en waar genade werd gevraagd voor generaal de-Wet, werd de Regee ring ter hand gesteld. Wie herinnert zich niét de grootsche vrou- wenbetooging te Pretoria? Op de petitie bij die gelegenheid den Gouverneur-Generaal overhan digd, kwamen meer dan 40,000 haüdteekenin- gen voor. Hoe zwaar de oude krijgsman, man zonder vrees en blaam, is getroffen in die dagen, moge wel worden herdacht. Tijdens de rebellie verloor hij zijn oudste zoon en tijdens het voorloopig 'onderzoek tegen hem, overleed zijn dochter in 't hospitaal te Bloemfontein. Terwijl de Hollandsche bladen, oo-k de Zuid- Afrikaansdie partijbladen, de invrijheidstelling van de Wet c. s. prijzen, blijkt er in de Engelsche pers en in de Engelsche kringen in Zoid-Afrika van afkeuring van deze clementie door de regee ring betoond. De Bloemfonteinsche „Friend" vreest, dat wellicht de onverzoenlijken er een teeken van zwakheid der regeering -in zullen zien, en in Nata! hebben verschillende Volks- raadsleden tegen .de invrijheidstelling geprotes teerd. Zoo bijv. de heer Robinson, die er, blijkens een bericht aan -de „Volksstem", „ontsteld" over was, 'terwijl majoor Silburn het 't slechtste nieuws noemde sedert het begin van den oorlog, omdat de rebellie er slechts door werd aange moedigd. In Engelsche kringen vreest men blijkbaar zeer een toenadering van Z.-A. P. en Natio- i nalisten laten zonder verlof van den magistraat. Ook moeten de nog onbetaalde boeten betaald wor den. Bij degenen die tot dusver óiet betaalden! zijn verscheidene Transvalers. De gevangenen namen deze voorwaarden aan Bij hen bevond zich ook commandant Mentz, schoonzoon van generaal de Wet. De niet-deelneming aan politiek geldt voor 't geheele verloop van de opgelegde vonnissen, die gaan van 6 maanden tot 6 jaar. Nu door de invrijheidstelling van generaal de Wet 'n stuk geschiedenis is afgesloten, oor-1 deelt „de Volksstem" het wenschelijk 't verloop van dit brok historie nog eens in 't kort na te gaan. 1914. 2 October sprak generaal de Wet te Potchefstroom en werd daar met rotte eieren geworpen. j 15 October was hij nog te Pretoria ter gele- genheid van de deputatie, te Kopjes benoemd, om uoor den watersnood hebben vele arme de Regeering te verzoeken de expeditie naar menschen alles verloren. Als van du miil.o n D. W. Z A.'niet te laten doorgaan, sehooikinderen m Nederland jeder één dub-1 28 October des middags te vier uur reed hij beitje gaf, ZrOU cr voor die nymschen f iCKj.o o met 150 man, van wie een derde gewapend, hét zijn. Spreek cr eens met uw ouders over." dorp Vrede binnen cn hield daar zijn toespraak, li. K. PATROONS IN HET BLOEM- BOLLENBEBRIJF. Gisterenmiddag vergaderde alhier de Dio cesane Bond van B. K. Patroons in 't Bloem- bollenbeclrijf in het diocees Haarlem. Na de opening met den Chr. groet hield de voorzitter een korte toespraak, waarin hij den leden tocwerschte, dat 1916 voor de le den individueel een vruchtbaar jaar moge zijn eu dat de aansluiting bij den L. T. B. voor den Bond goede vruchten moge af werpen! Nadat daarna de notulen der vorige ver gadering waren gelezen en goedgekeurd, ge schiedde mededeeling, dat, daar de leden hadden bedankt de afdeelingen Oegstgeest en Warmond zijn ontbonden. In het jaarverslag van den secretaris, dat vervolgens werd uitgebracht, werd gememo reerd, dat een aantal geschillen waren opge lost door bemiddeling van den Bond en gege ven een overzicht van hetgeen door de af deelingen was gedaan. Verder werd gereleveerd dat de Bond tel de 14 afdeelingen met 342 leden, werkende té samen met 1186 werklieden en de aanslui ting bij den L. T. B., waarvan de secretaris veel verwachtte. Spr. eindigde met de beste wenschen voor den groei eg bloei van den Bond. Uit de rekening en verantwoording van den penningmeester bleek, dat de kas sluit met een batig saldo van 47J3X. uitspraken, ^Zoowel de afdeeling Lisse als de afdeeling I oorhout lichtten nader mondeling hunne ideeën toe. De afcTeelisg Overveen was voor een rechts kundige^ als voorzitter en in verband met plaatselijke toestanden voor onderscheidene scheidsgerechten, maar niet voor één scheids gerecht voor heel de bollenstreek. De -afgevaardigde van Voorhout zag, in dien mén maar heeft n onpartijdig voorzitter, niet in, dat dit juist een rechtskundige moet zijm Die van Lisse hield vol dat heslist een ju rist aan 't hoofd van een scheidsgerecht moest staan, ook om de inkleeding der von nissen. De voorzitter zeide dat hoe meer scheids gerechten er komen, hoe meer kosten dat met zich zal medebrengen en dat ook het Bestuur er voor is, dat een jurist voorzit ter is. Be heer Alkemade bepleitte de idéé om aan de afdeelingen te zenden een goed ge formuleerd voorstel en om daarna "de zaak anderma4l op eene algemeene vergadering aan ae orde te stellen. Te meer bepleitte spr. dat omdat eea paar afdeelingen, die van spr., Noordvvijk, en Sas- senheim, de zaak niet hadden kunnen be spreken omdat hun secretaris de coavoeat e niet had ontvangen. De secretaris deelde mede dat vauwfcge het algemeen secretariaat te Leiden de con vocaties met eene toelichting aan de leden van het Hoofdbestuur op 17 Januari waren verzonden. De voorzitter zeide, dat de Convocaties aan dé leden van 't Hoofdbestuur waren gezonden, omdat alleen een lijst van hunne namen op het algemeene-secretariaat aanwezig was. Op andere plaatsen zonden de leden van 't Hoofd bestuur de convocatie aan den «fdeeliugs- secretari8. Spr. stelde voor, dat de vergadering zich nu voor de idéé van eene permanentie van een scheidsgerecht of scheidsgerechten zal uitspreken en dat daarna bet Hoofdbestuur de zaak nader zal overwegen, om dan aan do afdeelingen een nader voorstel te zenden. Spr. doet opmerken, dat men nu alleen besprekingen van een voorloopig karakter houdt. De heer Alkemade meende dat, indien men treedt in de idéé van den Voorzitter, men toch feitelijk in beginsel een Insluit neemt ■ra dat, hoewel eenige afdeelingen niet zijn vertegenwoordigd en» niet van hunne mee ning konden doen blijken. Anderen meenen, dat men wel een beslis sing kan nemen als die de voorzitter wenscht. Dan weef het Hoofdbestuur in welke richting het moet gaan bij de verdere uitwerking van een voorstel. Ten slotte verklaarden zich drie addeeling-sn voor onderscheidene scheidsgerechten, een voor één scheidsgerecht en één afdeeling stemde blanco. Het Bestuur zal dus verder het voorstel in de richting vau onderscheidene permanente scheidsgerechten uitwerken. Ten s.otte do d Ingels eene inleiding over erediet en coöperatie. Spr. weidde uit .over de onmisbaarheid van erediet voor handels- en industrieele onder nemingen, niet alleen voor bet groot, maar ook voor het klein bedrijf; vooral onder de omstandigheden, waarin wij nu verkeeren, opdat ook dat klein-bedrijf tot opbloei k&n komen. Hij gaf daarna een uiteenzetting van een Boerenleenbank om te doen zien <h> wat ma nier in <1$ behoefte aan erediet op 't gebied van land- en tuinbouw kan worden voorzien, nadat hij had opgemerkt, dat uu een Boe renleenbank niet meer voldoeudo is, waarom de L. T. B. bezig is met de oprichting vau een centrale Laud- en Tuinbouwbank. Verder ging spreker na dat er is een nood» 17) (Naar het Fransch.) De geheele rivier leverde vooral 's avonds een gezelliger; aanblik op. Op lichte vaartui gen wonen dikwijls gelieele huisgezinnen; de vrouwen koken s avonds hun eten aan boord van deze scheepjes en wasseben hun linnen goed in de rivier; kano's der inlanders en bootjes der Europeanen krioelden er onop houdelijk door elkaar; men zou kuunen zeg gen, dat de ganeche bevolking op het wa ter leëft. Maar niet alleen op het water, ook op het land heersclit die bedrijvigheid, die een groo- ~te stad altijd kenmerkt. De wandelaars en marskramers zijn er in groot aantal te vin den. Mannen en vrouwen dragen nagenoeg dezelfde kleeding: een langen mantel zonder ceintuur, dié over een lange broek hangt. Bij beide geslachten is het haar zeer lang gegroeid, met zorgvuldigheid op een ring op het hoofd gebonden. Slechts de hoofddek- se]« zijn verschillend. Dat der. vrouwen is Plat als een pannekoek en gemaakt van pa- Pjer op een rettamand gelijmd. Dat der mannen is geheel van stroo, voor de stevig- heid omgeven door een koperen rand, want 'een Annaniiet gebruikt zijn hoed niet alleen om zich tegen de zou te beschremen, hij draagt er zand, water of mondbehoeften in, al naar de tijdsomstandigheden zijn. Voor vreemdelingen is dat alles zeer aan trekkelijk- Paul-Louis en Chandos vooral wa ren geheel betooverd door hetgeen zü zagen. Zij bleven staan voor winkels, zoo maar onder dén blooten hemel opgeslagen, waarin allerlei onbekende voorwerpen prijkten. Zij zagen een troepje kinderen in een cir kel zitten en een spel spelen, waarbij zij elkander beurtelings met den voet liet hoofd aanraakten. Zij zagen een arme koelie, die voor een sapeke (kleinste munt in Cochinchina) een pisangnoot, een kop thee en een lepel vol rijst kocht wat zijn geheel middagmaal uit maakte. i Zij hebben zelfs een klein woordenwisse ling over de waarde van een sapeke, daar zij de armste lieden geheele kransen daarvan aan hun gondel zagen dragen. Chandos 'dacht,'dat die mnntr do waarde had van een Engelsehen farthing, ongeveer anderhalven èent. Paul-Louis was van meeuing, dat de waarde zeer veranderlijk wa*y nooit nauw keurig te bepalen. Een Annamiet, die hun gesprek gehoord had, .trad op hen toe en gaf hun in goed Eü- gelscli en verklaring van de woorden. De apek is evenveel waard als 't zesde deel van een centime; er gaan er dus 600 in éen franc, of zooals men liet hier noemt, een ligature; deze keten,zm hij,.terwijl hij hen een aantal stukjes zink liet zien, die in het midden doorboord en aan ecu touw geregen waren, is een ligature. Chandos en Paul-Louis beschouwden deze primitive beurs en zagen dat de muntstuk jes alleen het cijfer droegen, van het jaar, waarin zij geslagen waren. Vervolgens vestigden zijnatuurlijk hunne aandacht op den Indiër, die hen aangespro ken had. Het was imand van vijf-en-twiutig of dertig jaar, naar de mode van het land gekleed en wiens trekken overschaduwd wer den door een boed, dien de Annamieten „liooge berg" noemen. Indien Paul-Louis en Chandos beter met de bevolking op de hoog-, te geweest waren, zouden zij terstond gezien hebben, dat hun raadgever een Indi-Chlnees was. Hij had niet die stompe neus en uitste kende wangbeenderen der Annamieten. Maar dit verschil viel ben niet op, zij verwonder den er zich alleen over, dat hij zoo vloeiend Engelseh sprak. Ik hel) op Engelsche booten in China gevaren, g'ing de zonderlinge persoon voort, daardoor heb ik Engelseh geleerd en ik heb mijne patroons dikwijls geholpen bij onder handelingen met Engelsche kooplieden. Zoo de heeren mij soms gedurende hun verblijf te Saigon noodrg mochten hebben, ben ik steeds te hunner beschikking. j Paul-Louis vond, dat die persoon hun zoo- 'wel bij hun verblijf in Cochinchina als op li'un tocht naar Opper-Cambodja, van veel 1 nut zou kunnen zijn, daarom verzocht hij dén vreemd!ing hm te volgen; hij bgaf zsch naar de dames en mijnher Gloagnen, om het hun te vertelleu. De majoor bevond zich ook al In het hotel, klaagde over zijn liver en scheen een onleschbaren dorst te hebben, j Men liet (Jen Annamiet binnenkomen en men bemerkte weldra dat bij met alles op do hoogte was. Zonder hem voor een bepaal den tijd in dienst te nemen, zei d dokter, dat hij hen op de wandeling maar eens moest vergezellen. Kra-Ong-Dinh-ky, zoo heet de nieuwe gids, bleek den naam en het gebruik van ieder voorwerp te wijten, Wist alle prijzen in sape- 1 ken en verschafte de dame6 o.a. voor een paar francs een beele collectie waaiers, oor- en liaarsiéraden en Annamietisoh speelgoed. Men keerde zeer voldaan over hem in het hotel terug, en nam hem voorgoed in dienst. Het middagmaal weidt opgedragen en het bestond, volgens de belofte van mijnheer Traïwang, geheel nit Inlandsehe geeohten, dezelfde, die men In Iudo-Ohina nan hoogge- j plaatste mandarijnen zou voorzetten, zooals vogelnestjes, bebroede eieren, tijgerboutje», olifantspootén, tripang, tongen vau luipaar den, ja, zelfs stukken vleescb van een kaai man, hondenbout.ies en thee «onder suiker. Florence en mistres» O'Molloy «eiden rond uit dat het maal ben niet beviel, ook waren clè dokter en de kolonel ven deze 1de mee ning. Alleen Paul-Lom* en Chantio* proef den van allee, wat ben echter niet belette, evenals de overigen het Annamietieche maal te laten staan en zich naar de table d'hote te begeven om daar hunne schade in te halen. I De gerechten der Inlandsehe keukeu waren hen dus niet bevallen en mijnheer Traïwing werd opgedragen voor de levensmiddelen der expeditie te zorgen. Hoe zou men de «es dagen, die men te Soigon moest vertoeven, doorbrengen! i Natuurlijk tochtjes in den omtrek maken. Traïwang noemde er verschillende op en men besloot al vast den volgenden morgen naar de Palinentbaai, de voorstad van Sai gon, een uitstapje te maken. Maar toen men den volgenden morgen wilde vertrekken, verklaarde mistress O' Moloy, dat zij, wegens hare vermoeidheid geen deel zon nemen aan den tocht, Mijnbeer Gloaguen verklaarde, dat hij ook liever thuisbleef, om moskeeën en Annamie- tische oudheden te gaan zien. Zoo bestond dus de expeditie uit Florence, Paul-Loui», Chandos en Khteji. (Wordt vtrvolga.y NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT ™Ei£L!iflD

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5