■S SS JL LEGER EN VLOOT Landbouw en VisscheriJ RECHTZAKEN. FINANCIEELE BERICHTEN De geschiedenis van de afgehouwen hand» Raadsels. xxxxx Ons Ruil- en Yerzamelhoekje. eakolifk verband timeheu deze instelling ea coöperatie, daar men met behulp van een voorschot gezamenlijke inkoopen kan doen en bijv. machines kan aanschaffen, als o.a. een bollenrooimachine. Indien eenmaal de Cenir. Chr. Boerenleenbank is omgezet, in een instelling van deu L, T. B., dan kan men overal waar afdeelingen van den Boud zijn, plaatselijke banken oprichten. En dan, aeids spr., kunnen allon daarvan profiteeren en kan de coöperatie practisch worden toegepast. Door middel van den L, T. B. kan zoo veel nattigs tot stand komen. Maar dan ia ook noodig, dat men overal werkzaam is aan de versterkiug van den L. T. B. en aan zijne uitbreiding. Dan kan men' allo goede dingen, die men zich voorstelt in de uaaste toekomst van de organisatie ver wachten. De voorzitter bracht dnrtk aan den heer Engels voor dien» leerzame rede, zeide te ho pen dat men alle nuttige wenken zou toepas sen en sloot daarna de vergadering met den Chr. Groet GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij J. Olthof, Oude Raamstraat 4rood, een kinderschortje; Di recteur Postkantoor, een bankbiljet; M. v. d. Pol, Begijnhof 7, een kinderschoentje; S. Bertram, Gr. Houtstraat 12, een porte- monnaie met inhoud; T. Hartog, Nieuwe Appelaarsteeg 14, een rozenkrans; J. van Dijk, Brouwersvaart 6e, een koffer met in houd; W. Scheur, Binnenpad 6, Overveen, een portemonnaie; A. Huneker, Grebber- straat 10, een bloemenmandjo; H. J. H. Brandt, Eendjespoortstraat 2, een taschje met inhoud; J. H. Beemer, Heerensingel 73B, een rozenkrans in étui; H. Biesbrouch, Rozenprieelstraat 72, een damesbontje; Pe trus de Nu3, Rozenprieelstr. 13, een paar wollen handschoenen; G. v. Zijl, Fabricusstr. 52, een armband; W. Oud, Raamsteeeg 19rd., een kinderbontje; Vlekke, A. L. Dyserinck- straat 47, een kindertaschje. ZANGBUNDEL VOOR HET NEDER- LANDSOHE LEGER. Zoo juist is verschenen oen „Zangbundel voor het Noderlandsche leger" in twee exem plaren, waarvan het eene alleen den tekst, bet andere tevens zangnoten en pianobege leiding bevat. Ter toelichting van het ontstaan van den bundel en het doel dat er mede beoogd fcorclt, wordt het volgende gemeld: Tot dusver bleef een stelselmatige beoefe ning van den zang in het, leger achterwege, voornamelijk een gevolg van 'den korten eer sten oofeningst.ijd van het overgroot® deel onzer miliciens. Thans echter, nu zoo velen zich onder de wapenen bevinden, is er voor zeker alle aanleiding in het leger mede voor te gaan tot verbetering van 'den volkszang on tevens den militairen die goede en gezónde ontspanning te schenken, die het gemeen schappelijk gezongen lied aan velen ongetwij feld geven kan. Door den opperbevelhebber van land- en zeemacht werd daartoe aan den minister van Oorlog voorgesteld door een drietal zangerd- propagandisten een aantal zanguitvoeringen te doen geven op verschillende plaatsen in het laud voor onderscheidene troependeelen en tevens een zangbundel te doen' samen stellen met liederen, zoo gekozen daffc ieder militair daarin zou kunnen vinden liederen, die hij gaarne zingt, verschillend als zulks veelal blijkt te zijn in verband met de streek waaruit de zangers herkomstig zijn. Tot het samenstellen van dezen bundel word overleg gepleegd met de Nationale vereeni- ging voor den olkszang, met de federatie van hoofabestuurderen van de R. K. vereenigingen voor volkszang en mét eonigó bekende zan gers-propagandisten. Bij do keuze liet men zich leiden iloor de overweging dat, ook bij verschil in godsdien stige opvatting, bij verschil in sociale richting, de liederen door allen gezongen kunnen wor den; dat zoowel ernstige fris luimige l ederen in den. bundel moeten worden aangetroffen en dat voorts alleen die liederen in aanmer king mochten komen, waarvan de melodie, uit muzikaal oogpunt, op een genoegzaam hoog peil staat. De te houden zanguitvoeringen zullen wor den geleid door do heeren Q' J. van Trigt, Job. Oostveen cn G. Goossens, die door eenig 'herhaald bezoek ook leiding zullen houden op de verdere beoefening van den zang, welke beoefening dan zal geschieden met medewer king van uit den troep te kiezen, genoegzaam muzikaal ontwikkelde militairen, die kunnen optreden als leider van deu zang; en als pianist voor de begeleiding. K UNSTMESTV OOR ZIENÏN G. Van verschillende zijden wordt de vraag gesteld, of do aanvoer van kunstmest en be paaldelijk van chilisalpeter in voldoende mate is te verwachten. De Kunstmeöt-.com- missie kan tot haar genoegen berichten, dat er geen enkele aanleiding tot ongerustheid bestaat. De bereiding van superphosjphaat gaat regelmatig; de aanvoer van kalizouten en van zwavelzuren ammoniak is zeer bevre digend; de eerste lading chilisalpeter is reeds aangekomen en verdeeld. De najaars- bestellingen zijn voor alle soorten van kunst mest geheel afgeloopen, terwijl reeds een groot deel op dé vöorjaarsbestellingen van enkele artikelen is verzonden. Het komt der commissie derhalve voor, dat aan alle be stellingen, welke in Augustus 1915 werden opgegeven, zal kunnen worden voldaan. EEN EIGENAARDIG VONNIS. De kantonrechter te Botterdam heeft, een eigenaardig vonnis gewezen. Een los werk man uit Oud-Böyer land is door hem wegen® zich bij herhaling in kennelijken 6taat van dronkenschap op den openbaren weg bevin den, voorwaardelijk veroordeeld tot 8 dagen hechtenis en plaatsing in een rijkswerkin richting voor den tijd van 1 jaar, met con proeftijd van 2 jaar, onder voorwaarde dat volgende bijzondere voorwaarden worden nageleefd: 1. dat hij zich binnen een week na de be- teekenis van de kennisgeving bedoeld bij art. 14c. van het. W. v. 8. bij een door het O. M. bij hot Rotterda inscli kantongerecht aan te wijzen geheelonthouders vereen, aansluite; 2e. dat hij zich eons per week op oen door bedoeld O. M. nader te bepalen plaats en tijd bij een lid dier geheelonthoudersveree- uiging vertoone; 3. dat hij zich geheel van sterken drank en alcóholbèvat lenden drank, in welken vorm ook, entboudc; 4. dat liij zich noch in localiteiten, plaatsen en tuinen, waar aan 't publiek gelegenheid .geboden wordt andere dan uitsluitend alco holvrije dranken te gebruiken, noch zich iu met bedoelde localiteiten, plaatsen en tui nen gemeenschap hebbende vertrekken, be- geve. POGING TOT MOORD." De rechtbank te Assen heeft P. de V., schipper te Smilde, thans gedetineerd, wegens poging tot moord op zijn echtgenoot® H. B. M., veroordeeld tot 5 jaren gevange nisstraf. FAILLISSEMENTEN. Failliet verklaard 18 Jan. A. Cramer, rij wielhandelaar, Maartensdijk. 19 Jan. H. J. Dijkstra, schilder, Steg gerda. G.^ Bus L'zn., in kol. waren, Bussum. ,W. A. J. NooteD, electrician en koop/ man, Amsterdam, Sluisstraat 60. J. Wammes, sigarenfabrikant, Utrecht. Geëindigd, door het op het verzet tégen de eenige uitdeelingslijst, gewezen vonnis, het- faillissement B. van .Duyn, aannemer, vroeger wonende tc Rotterdam, thans té 's Gravenmoer; door het verbindend worden den der uitdeelingslijst het fall!. H. van Gelder, 's Gravenhage. Failliet verklaard: 20 Jan. C. van den IJs- se!, voorheen groeuteuhandelaar te Alphen n/d. Rijn, thans motorschipper t® Zuid- Scharwoude. J, A Frank, caféhouder te Leiden, Mai o- Idijkn P. Kraan, landbouwer, Hazerswonde. J. EL Schepers, handelende in meubels enz, onder de firma Dan ma en Co„ Arnhem. Geëindigd door het. verbindend worden dei uidelingslijaten der faill. A. P. Bon, vroege! Dili vend recht, M. Bank, Uithoorn, U. J. L, van Hemert, Amsterdam, vroeger Den Haag; M. J. Termeer, bakker, Nieuwaal; C. Hoog® ven, Nij kerk. BEURS VAN AMSTERDAM. Noteeringen van 24 Januari. Staatoleeningen. NEDERL. pet. V.K. L.K. H.K. Ned. W.S. Obl. (kl.) 5 102.7/16 102% Ned. W.S. Obli. (gr.) 5 101% 101.9/16 101% Ned. WJ3. Oblig. 8% 78 78% Ned. W.S. Oblig. 8 66% 66% 67% Ned. W.S. Certif. 8 66% 66% 67 Ned. W.S. Certif. 2% 56% 56% 57% Grootboek Oblig. 3 68% 67% door W. HAUFF. (Vervolg.) „Ik dank u, heer, voor uwe goedheid," zei ik hein, „wat verlangt ge van. mij Maar dit zég ik u vooraf, dat het niets onrechtvaardigs mag zijn P' „Nuttelooze bezorgdheid," antwoordde hij, ter wijl hij den mantel om zijne schouders sloeg, ,.ik heb uwe hulp als geneesheer noodig; doch niet voor een levende, maar voor een doode." „Wat mag dat zijn," vroeg ik vol verwonde ring. „Ik kwam met mijne zuster uit verre landen," vertelde hij, en hij deed mij terzelidertijd een teeken hem te volgen; „ik woonde hier met haar bij een vriend van den huize. Gisteren is mijne zuster plotseling aan eene ziekte over leden; en de bloedverwanten willen ze morgen begraven Maar vólgens een oud gebruik in onze familie moeten allen in de groeve der voor vaderen rusten; velen, die in vreemde landen stierven, rusten daar toch; maar, ingebalsemd. Aan mijne bloedverwanten wil ik nu wel haar lichaam laten, maar aan mijn vader moet ik ten minste het hoofd van zijn dochter brengen, op dat hij het nog eenmaal zou kunnen zien." Het gebruik de hoofden van beminde familie leden af te snijden kwam me heelemaal niet vreemd voer, omdat dit in zijn land een heilig gebruik was. Ik zei hem daarop dat ik wel ver stand had van inbalsemen van dooden en ver zocht hem mij bij de afgestorvene te brengen. Toch kon ik mt niet weerhouden te vragen, waarom dat toch allemaal zoo in 't geheim ge durende den nacht moest gebeuren?Hij antwoordde mij, dat het volgens het gebruik des nachts moest gebeuren en dat er dus haast bij de zaak was, daar morgen de begrafenis plaats zou hebben. Intusschen waren we voor een groot prachtig huis gekomen. Mijn leidsman zei me dat we het doel van onze nachtelijke wandeling hadden be reikt. We gingen voorbij den hoofdingang van het huis, traden een kleine deur binnen, die de onbekende zorgvuldig achter zich sloot. Dan stegen we langs een smalle draaitrap in het donker naar boven Die bracht ons in een schaarsch verlichte gang, door welke we in eene kamer kwamen, verlicht door een lamp die aan de zoldering hing. In deze kamer stond een bed. en daarop lag het lijk. De onbekende wendde zijn gezicht af en scheen zijne tranen te verbergen. Hij wees naar het bed en verzocht me mijn werk goed en snel te verrichten en ging weer de deur uit. Ik pakte mijn messen uit, die ik, als genees heer, altijd bij mij droeg, en ging naar het bed. Alleen het hoofd van het lijk was zichtbaar, maar dit was zoo schoon, dat me onwillekeurig een innig medelijden aangreep. In lange vlech ten hing het donkere haar neer, het gelaat was bleek, de oogen gesloten. Eerst gaf ik eene flinke proefsnede in de huid, zooals de heelkundigen "doen. Maar hoe verschrikte ik!De doode 'sloeg de oogen op, maar sloot ze weer oogen- jblikkelijk, en loosde een diepen zucht. Meteen gutste een straal warm bloed uit de wonde. Ik ■was ervan overtuigd dat het arme meisje niet jöood was. Ik stond eenige oogenblikken in bange /beklemming om wat er gebeurd was. Had oe 100de mantel mij bedrogen of was zijne zuster 'schijndood geweest.... Dit laatste leek mij jwaarechijnhjker. Toen overmeesterde me de schrik, en huiverend sprong ik de kamer uit. 'Maar daarbuiten in de gang was het donker; de lamp was uitgedoofd en van mijn leidsman geen spoor te vinden. Op goed geluk moest Ik ra bet donker langs den muur voortgaan om aan de wenteltrap te komen. Eindelijk vond ik de tap en half vallend, half glijdend kwam ik be rieden. Daar was geen mensch. Ik vond de deur enkel toegeduwd en ademde vrijer toen ik op de ktraat kwam, want in dat huls was het me heel huiveringwekkend geworden. Door schrik voort- S dreven liep ik naar huls en verborg mijn hoofd mijn hanaen om al die verschrikkelijke dingen te vergeten, die ik gezien had. Maar dien nacht Etvluchtte de slaap mfj, en eerst de morgen acht me weer tot bedaren. Het leek me waar- hijnlijk dat de man dia me tot die schandelijke ad, zooals dis mt nu toescheen, gebracht had, niet zou. aanklagen, Ik besloot terstond to 0 magazijn aan tut wet* t# gaan en zooveel „Toch ten aardiglie) jongetje, ons Jantje." „Hoepla!" „Dat lijkt hem wel!" ,JPats!.Die leelijke deugniet!. mogelijk een onbezorgd gezicht tc zetten- Maar ach, een niéuw feit dat ik nu eerst bemerk te, vermeerderde nog mijn angst. Mijn hoofddek sel, mijn gordel en mijne messen ontbraken mij, en ik wist niet zeker of ik die in de kamer van het meisje had laten liggen of eerst in mijne vlucht verloren had. Het eerste scheen helaas, waarschijnlijker; en zöo kon men mij aanhouden wegens poging tot moord. Op het gewone uur deed ik mijn magazijn open, Mijn buurman kwam naar mij toe, zooals hij eiken morgen placht te doen, want hij was een spraakzaam man en vroeg: „Ehwel, wat zegt ge van die verschrikkelijke gebeurtenis, die dezen nacht voorgevallen is? Ik deed of ik van niets wist. „wat, weet ge dat niet, en de heele stad is er vol van. Niet weten dat men .gepoogd heeft de schoonste bloem van Floer.ce, Bianca, de dochter van'den gouverneur, dezen nacht tc vermoorden. Ach, ik zag haar gisteren inog zoo opgeruimd met haren bruidegom door de straten rijden, want vandaag zou hun huwe lijk voltrokken worden." j Ieder woord van mijn buurman was een steek in mijn hart. En hoe dikwijls werd ik opnieuw gemarteld! Want iedere klant vertelde me de gebeurtenis, de eene al vreeselijker dan de: andere. j Tegen den middag ongevèer trad een man van de politie mijn magazijn binnen en verzocht me de menschen te verwijderen. „Signore Zalen- kos," zei hij, terwijl hij de voorwerpen die ik vermiste liet zien, „behooren die zaken u toe?" Ik dacht een oogenblik na of ik dit niet ontken nen zou, maar toen ik door de halfgeopende, deur mijn waard en meer andere bekenden be- .merkte, die tegen mij konden getuigen, besloot ik, de zaak niet door een leugen te verergeren, en verklaarde me eigenaar van de getoonde voor- werpen. De gerechtsdienaar verzocht me hem te volgen en bracht me in een groot gebouw, dat ik spoedig voor de gevangenis erkende. Daar duidde hij mij, tot verder bevel, eene kamer aan. j Mijn toestand was verschrikkelijk, als ik er zoo in de eenzaamheid over nadacht De ge dachte dat ik een moord had willen begaan, al was het ook onvrijwillig, keerde immer terug. Ik kon me ook niet ontveinzen dat de glans van het goud mijne zinnen verblind had, anders kon ik niet zoo blindelings in den valstrik geloopen zijnTwee uren nadat ik in hechtenis was! genomen werd ik uit mijne kamer gehaald. Ver-1 schillende treden moesten we af, en dan kwamen wij in eene groote zaal. Om een lange, zwart- bekleede tafel zaten daar twaalf mannen, meestal grijsaards. Langs de muren der zaal stonden Banken, bezet door de voornaamste ingezetenen der stad. Op de gaanderijen, die In de hoogte waren aangebracht, stonden, dicht opeengedron gen, de toeschouwers. Toen ik voor de zwarte tafel getreden was, stond er een man op, met somber en treurig gelaat; het was de gouver neur. Hij zei lot de vergadering, dat Hij, als vader, in deze zaak niet rechten kon en voor dezen keer zijn plaats afstond aan den oudste der senatoren. Dit was een grijsaard van min stens negentig jaar. Hij stond gebogen en zijne slapen waren met dun wit haar bedekt, maar vurig brandden nog zijne oogen en zijne stem was sterk en zeker Hij begon met me te vragen of tk de poging tot moord beleende, ik bad hem om gehoor en vertelde onverschrokken en met goed verstaanbare stem wat ik gedaan had en wat Ik wist Ik bemerkte dat de gouverneur onder j mikt verhaal dan bleek en dan rood werd en toen1 ik geëindigd had, sprong hij woedend op en riep: „Hoe, ellendeling I Ge wilt dus nog uwe mis daad, die ge uit schraapzucht hebt gepleegd, een ander ten laste leggen." De senator ver maande den gouverneur over zijne onderbreking, daar hij vrijwillig zijn recht had afgestaan; ook was het volstrekt niet bewezen dat ik uit hevige schraapzucht de misdaad zou begaan hebben, want, naar zijne eigen verklaring, was er niets gestolen. Ja, hij ging nog verder. Hij verklaarde dat de gouverneur over het vroegere leven zijner dochter rekenschap moest geven. Want zóó alleen kon men vaststellen of ik de waarheid gezegd had of niet. Tevens schorste hij voor dien dag de rechtszitting op, om, zeide hij, in de papieren die de gouverneur hem zou overhandigen, raad te zoeken. Ik werd weer teruggevoerd in mijne gevangenis, waar ik een treurigen dag beleefde, altijd bezig met den vurigen wensch dat men toch een verband mocht ontdekken tusschen Bianca en den rooden mantel. Vol hoop trad ik den volgenden dag de gerechtszaal binnen. Daar lagen verschillende brieven op de tafel. De oude senator vroeg mij of ze van mijne hand waren. Ik bekeek ze en vond dat ze van dezelfde hand moesten zijn als de twee briefjes die ik bewaard had. Ik toonde die dus aan de senatoren.maar men scheen er geen acht op te geven en men antwoordde mij, dat ik die allebei kon en móest geschreven hebben, want het naamteeken onder den brief was onbetwistbaar eene Z., de begin letter van mijn naam. Maar de brieven bevatten bedreigingen tegen Bianca en waarschuwingen aangaande het huwelijk dat ze op het punt stond te doenDe gouverneur scheen zonderlinge verklaringen te hebben afgelegd nopens mijn per soon, want men behandelde mij dien dag strenger en met meer wantrouwen. Ik beriep me tot mijn rechtvaardiging op mijne papieren, die ze in mijne kamer moesten vinden; maar men ant woordde mij dat men overal had gezocht en niets gevonden. Alle hoop begaf me bij 't sluiten van die rechtszitting en toen ik den derden dag weer in de zaal gebracht werd, las men mij het vonnis voor: dat «k plichtig was aan voorbedachte po ging tot moord en veroordeeld werd ter dood. Zoover was het dus met mij gekomen. Verlaten van alles wat mij op aarde dierbaar was, ver van mijne heimat, zou ik onschuldig, in den bloei mijner jaren, onder de bijl sterven! (Wordt vervolgd Beste vriendjes en vriendinnetjes! Hieronder volgen weer eenige raadsels, waar van we de volgende week de oplossingen zullen geven. I, Dubbel driehoek. ZOEKPLAATJE. XXXXX le rij een medeklinker. 2e rij een bevel. 3e rij iets waar men ten zeerste prijs op- stelt. 4e rij een vogel. 5e rij een stad in Italië. 6e rij een zeeëngte waar de Engelschen op loeren. 7e rij Emael. Se rij is op de vuurspuwende bèrgen. 9e rij een vrouwenaam. 10e rij oude maat. 11e rij medeklinker. 2. Mijn eerste lettergreep is de helft van een lichaamsdeelmijn tweede lettergreep is het drie vierde gedeelte van iets dat dagelijks van hand tot hand' gaat. Mijn geheel kan den oogst ver nielen 3. Ik ben een dienaar, maar vervang je mijn tweede letter door een andere letter en schud je daarna mijn letters door elkaar, dan word ik een vrucht. 4. Schrijf onder elkaar; 1. een dorp in Gelderland. ,2. een raadpensionaris. 3 een fabrieksstad in Overijsel. 4. een handelsstad in ons land. 5. een jongensnaam. 6. de hoofdstad van een koninkrijk. 7. eèn Nedelandsch dichter, 8. een rijk in het westen van Europa. De beginletters vormen van boven naar bene den gelezen den naam van een beroemd Neder- landsch geneesheer. 5. Mijn eerste deel duidt een gebrek aan; mijn tweede is een kleedingstuknnjn derde is een oude inhoudsmaat en mijn geheel wordt in de slaapkamer gebruikt. OPLOSSINGEN, 1, Dubbel-driehoek: 2. P ole n O ostze e M arokk o p annekoe k O era l E urop a N ijker k 3. Saus Paus 4. Da, dam, damp. 5. Dagbladen, weekbladen en maandbladen. 6. Paling, Pil, lip, lang, nap. Z Z O O R H P O O O R G H O O G E C HO O H A O S Waar is Be ooi? E S C H A A O O O O s L Goed zoo! Er komen er hoe langer hoe meer. Dat gaat ondérling een leuke, gezellige corres pondentie worden. Dé volgende week verwachten we 'n heele kolom namen. Onderstaande nummers van de „Vaderlatld- sche geschiedenis" heb ik dubbel; 64, 67, 50, 58, 93, 55, 74, 13, 29, 3. Zou ik deze ook iu kunnen ruilen voor de volgende: 1, 2, 7, 9, 12, 14, 15, 17, 18, 22. Mijn adres is: Theo van der Veldt, Rollandstraat 70, Haarlem. Onderstaande nummers van de „Vecht" heb ik dubbel: No. 1, 2, 10, 27, 28, 31, 71, 84, 110, 187, 144, deze zou ik graag willen ruilen voor „Langs de Zuiderzee" no. 44, 55, 141, „Bosch en heide" 65, of Hille's plaatjes, no. 3, 4, 5, 6, 8, 9, 13, 16, 17, 18. Mijn adres is: Alphons Grijpiuk, Zijlwcg 43, Overveen. Wie kan mijjiog helpen aan „Naardermecr- plaatjes", ik moet nog hebben 110. 10, 19, 22, 35, 47, 49, 55, 60, 61, 82, 89, 96, 106, 107, 120, 128, 130, 141. Deze nummers wil ik graag ruilen voor andere, die ik dubbel heb: no. 37, 43, 45, 51, 54, 69, 71, 72, 79, 99, 110, 118, 127, 129, 139. Ook heb ik er .Zuiderzee-plaatjes" voor in ruil, de nummers 10, 14, 18, 19, 22^63, 80 en 85. Mijn adres is Piet Blesgraaf, Hooimarkt 16, Haarlem. Ik heb eenige „Vatlerlandsche Geschiedenis"-, „Naardermeer"- en „Bosch en Heide"-plaatjes, en die zou ik gaarne voor „Bonte Wei"plaatjes uo. 35, 36, 40, 41, 43, 44, 50, 58, 62, 64, 74, 76, 88, 89, 90, 91, 99, 102, 103, 116,, 117, 119, 120, 127, 131, 132, 133, 140 en 142 wil len ruilen. Mijn adres is: Theo Giebels, Houtvaart 24 Overveen. De vragen en antwoorden (dus niet de plaat jes) moeten gezonden worden aan het adres dei redactie van de Kindercourant, Nassaulaan 49, Haarlem. Nota. Nog altijd kennen we het adres niet van onzen lezer of onze lezeres, die ons het pakje „Hille- en Verkadeplaatjes" instuurde. Zeer gaarne zouden we toch weten wie deze plaatjes heeft ingezonden. Dan kunnen wij z$ terugsturen, KINDERCOURANT IV Q

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 6