■S
SS
JL
LEGER EN VLOOT
Landbouw en VisscheriJ
RECHTZAKEN.
FINANCIEELE BERICHTEN
De geschiedenis van de
afgehouwen hand»
Raadsels.
xxxxx
Ons Ruil- en Yerzamelhoekje.
eakolifk verband timeheu deze instelling ea
coöperatie, daar men met behulp van een
voorschot gezamenlijke inkoopen kan doen
en bijv. machines kan aanschaffen, als o.a.
een bollenrooimachine. Indien eenmaal de
Cenir. Chr. Boerenleenbank is omgezet, in een
instelling van deu L, T. B., dan kan men
overal waar afdeelingen van den Boud zijn,
plaatselijke banken oprichten.
En dan, aeids spr., kunnen allon daarvan
profiteeren en kan de coöperatie practisch
worden toegepast. Door middel van den L,
T. B. kan zoo veel nattigs tot stand komen.
Maar dan ia ook noodig, dat men overal
werkzaam is aan de versterkiug van den L.
T. B. en aan zijne uitbreiding. Dan kan men'
allo goede dingen, die men zich voorstelt in
de uaaste toekomst van de organisatie ver
wachten.
De voorzitter bracht dnrtk aan den heer
Engels voor dien» leerzame rede, zeide te ho
pen dat men alle nuttige wenken zou toepas
sen en sloot daarna de vergadering met den
Chr. Groet
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij J. Olthof, Oude
Raamstraat 4rood, een kinderschortje; Di
recteur Postkantoor, een bankbiljet; M. v.
d. Pol, Begijnhof 7, een kinderschoentje;
S. Bertram, Gr. Houtstraat 12, een porte-
monnaie met inhoud; T. Hartog, Nieuwe
Appelaarsteeg 14, een rozenkrans; J. van
Dijk, Brouwersvaart 6e, een koffer met in
houd; W. Scheur, Binnenpad 6, Overveen,
een portemonnaie; A. Huneker, Grebber-
straat 10, een bloemenmandjo; H. J. H.
Brandt, Eendjespoortstraat 2, een taschje
met inhoud; J. H. Beemer, Heerensingel
73B, een rozenkrans in étui; H. Biesbrouch,
Rozenprieelstraat 72, een damesbontje; Pe
trus de Nu3, Rozenprieelstr. 13, een paar
wollen handschoenen; G. v. Zijl, Fabricusstr.
52, een armband; W. Oud, Raamsteeeg 19rd.,
een kinderbontje; Vlekke, A. L. Dyserinck-
straat 47, een kindertaschje.
ZANGBUNDEL VOOR HET NEDER-
LANDSOHE LEGER.
Zoo juist is verschenen oen „Zangbundel
voor het Noderlandsche leger" in twee exem
plaren, waarvan het eene alleen den tekst,
bet andere tevens zangnoten en pianobege
leiding bevat.
Ter toelichting van het ontstaan van den
bundel en het doel dat er mede beoogd fcorclt,
wordt het volgende gemeld:
Tot dusver bleef een stelselmatige beoefe
ning van den zang in het, leger achterwege,
voornamelijk een gevolg van 'den korten eer
sten oofeningst.ijd van het overgroot® deel
onzer miliciens. Thans echter, nu zoo velen
zich onder de wapenen bevinden, is er voor
zeker alle aanleiding in het leger mede voor
te gaan tot verbetering van 'den volkszang on
tevens den militairen die goede en gezónde
ontspanning te schenken, die het gemeen
schappelijk gezongen lied aan velen ongetwij
feld geven kan.
Door den opperbevelhebber van land- en
zeemacht werd daartoe aan den minister van
Oorlog voorgesteld door een drietal zangerd-
propagandisten een aantal zanguitvoeringen
te doen geven op verschillende plaatsen in
het laud voor onderscheidene troependeelen
en tevens een zangbundel te doen' samen
stellen met liederen, zoo gekozen daffc ieder
militair daarin zou kunnen vinden liederen,
die hij gaarne zingt, verschillend als zulks
veelal blijkt te zijn in verband met de streek
waaruit de zangers herkomstig zijn.
Tot het samenstellen van dezen bundel word
overleg gepleegd met de Nationale vereeni-
ging voor den olkszang, met de federatie van
hoofabestuurderen van de R. K. vereenigingen
voor volkszang en mét eonigó bekende zan
gers-propagandisten.
Bij do keuze liet men zich leiden iloor de
overweging dat, ook bij verschil in godsdien
stige opvatting, bij verschil in sociale richting,
de liederen door allen gezongen kunnen wor
den; dat zoowel ernstige fris luimige l ederen
in den. bundel moeten worden aangetroffen
en dat voorts alleen die liederen in aanmer
king mochten komen, waarvan de melodie,
uit muzikaal oogpunt, op een genoegzaam
hoog peil staat.
De te houden zanguitvoeringen zullen wor
den geleid door do heeren Q' J. van Trigt,
Job. Oostveen cn G. Goossens, die door eenig
'herhaald bezoek ook leiding zullen houden
op de verdere beoefening van den zang, welke
beoefening dan zal geschieden met medewer
king van uit den troep te kiezen, genoegzaam
muzikaal ontwikkelde militairen, die kunnen
optreden als leider van deu zang; en als
pianist voor de begeleiding.
K UNSTMESTV OOR ZIENÏN G.
Van verschillende zijden wordt de vraag
gesteld, of do aanvoer van kunstmest en be
paaldelijk van chilisalpeter in voldoende
mate is te verwachten. De Kunstmeöt-.com-
missie kan tot haar genoegen berichten, dat
er geen enkele aanleiding tot ongerustheid
bestaat. De bereiding van superphosjphaat
gaat regelmatig; de aanvoer van kalizouten
en van zwavelzuren ammoniak is zeer bevre
digend; de eerste lading chilisalpeter is
reeds aangekomen en verdeeld. De najaars-
bestellingen zijn voor alle soorten van kunst
mest geheel afgeloopen, terwijl reeds een
groot deel op dé vöorjaarsbestellingen van
enkele artikelen is verzonden. Het komt der
commissie derhalve voor, dat aan alle be
stellingen, welke in Augustus 1915 werden
opgegeven, zal kunnen worden voldaan.
EEN EIGENAARDIG VONNIS.
De kantonrechter te Botterdam heeft, een
eigenaardig vonnis gewezen. Een los werk
man uit Oud-Böyer land is door hem wegen®
zich bij herhaling in kennelijken 6taat van
dronkenschap op den openbaren weg bevin
den, voorwaardelijk veroordeeld tot 8 dagen
hechtenis en plaatsing in een rijkswerkin
richting voor den tijd van 1 jaar, met con
proeftijd van 2 jaar, onder voorwaarde dat
volgende bijzondere voorwaarden worden
nageleefd:
1. dat hij zich binnen een week na de be-
teekenis van de kennisgeving bedoeld bij art.
14c. van het. W. v. 8. bij een door het O. M.
bij hot Rotterda inscli kantongerecht aan te
wijzen geheelonthouders vereen, aansluite;
2e. dat hij zich eons per week op oen door
bedoeld O. M. nader te bepalen plaats en
tijd bij een lid dier geheelonthoudersveree-
uiging vertoone;
3. dat hij zich geheel van sterken drank en
alcóholbèvat lenden drank, in welken vorm
ook, entboudc;
4. dat liij zich noch in localiteiten, plaatsen
en tuinen, waar aan 't publiek gelegenheid
.geboden wordt andere dan uitsluitend alco
holvrije dranken te gebruiken, noch zich iu
met bedoelde localiteiten, plaatsen en tui
nen gemeenschap hebbende vertrekken, be-
geve.
POGING TOT MOORD."
De rechtbank te Assen heeft P. de
V., schipper te Smilde, thans gedetineerd,
wegens poging tot moord op zijn echtgenoot®
H. B. M., veroordeeld tot 5 jaren gevange
nisstraf.
FAILLISSEMENTEN.
Failliet verklaard 18 Jan. A. Cramer, rij
wielhandelaar, Maartensdijk.
19 Jan. H. J. Dijkstra, schilder, Steg
gerda.
G.^ Bus L'zn., in kol. waren, Bussum.
,W. A. J. NooteD, electrician en koop/
man, Amsterdam, Sluisstraat 60.
J. Wammes, sigarenfabrikant, Utrecht.
Geëindigd, door het op het verzet tégen
de eenige uitdeelingslijst, gewezen vonnis,
het- faillissement B. van .Duyn, aannemer,
vroeger wonende tc Rotterdam, thans té
's Gravenmoer; door het verbindend worden
den der uitdeelingslijst het fall!. H. van
Gelder, 's Gravenhage.
Failliet verklaard: 20 Jan. C. van den IJs-
se!, voorheen groeuteuhandelaar te Alphen
n/d. Rijn, thans motorschipper t® Zuid-
Scharwoude.
J, A Frank, caféhouder te Leiden, Mai o-
Idijkn
P. Kraan, landbouwer, Hazerswonde.
J. EL Schepers, handelende in meubels enz,
onder de firma Dan ma en Co„ Arnhem.
Geëindigd door het. verbindend worden dei
uidelingslijaten der faill. A. P. Bon, vroege!
Dili vend recht, M. Bank, Uithoorn, U. J. L,
van Hemert, Amsterdam, vroeger Den Haag;
M. J. Termeer, bakker, Nieuwaal; C. Hoog®
ven, Nij kerk.
BEURS VAN AMSTERDAM.
Noteeringen van 24 Januari.
Staatoleeningen.
NEDERL. pet. V.K. L.K. H.K.
Ned. W.S. Obl. (kl.) 5 102.7/16 102%
Ned. W.S. Obli. (gr.) 5 101% 101.9/16 101%
Ned. WJ3. Oblig. 8% 78 78%
Ned. W.S. Oblig. 8 66% 66% 67%
Ned. W.S. Certif. 8 66% 66% 67
Ned. W.S. Certif. 2% 56% 56% 57%
Grootboek Oblig. 3 68% 67%
door W. HAUFF.
(Vervolg.)
„Ik dank u, heer, voor uwe goedheid," zei ik
hein, „wat verlangt ge van. mij Maar dit zég
ik u vooraf, dat het niets onrechtvaardigs mag
zijn P'
„Nuttelooze bezorgdheid," antwoordde hij, ter
wijl hij den mantel om zijne schouders sloeg,
,.ik heb uwe hulp als geneesheer noodig; doch
niet voor een levende, maar voor een doode."
„Wat mag dat zijn," vroeg ik vol verwonde
ring.
„Ik kwam met mijne zuster uit verre landen,"
vertelde hij, en hij deed mij terzelidertijd een
teeken hem te volgen; „ik woonde hier met
haar bij een vriend van den huize. Gisteren
is mijne zuster plotseling aan eene ziekte over
leden; en de bloedverwanten willen ze morgen
begraven Maar vólgens een oud gebruik in
onze familie moeten allen in de groeve der voor
vaderen rusten; velen, die in vreemde landen
stierven, rusten daar toch; maar, ingebalsemd.
Aan mijne bloedverwanten wil ik nu wel haar
lichaam laten, maar aan mijn vader moet ik ten
minste het hoofd van zijn dochter brengen, op
dat hij het nog eenmaal zou kunnen zien."
Het gebruik de hoofden van beminde familie
leden af te snijden kwam me heelemaal niet
vreemd voer, omdat dit in zijn land een heilig
gebruik was. Ik zei hem daarop dat ik wel ver
stand had van inbalsemen van dooden en ver
zocht hem mij bij de afgestorvene te brengen.
Toch kon ik mt niet weerhouden te vragen,
waarom dat toch allemaal zoo in 't geheim ge
durende den nacht moest gebeuren?Hij
antwoordde mij, dat het volgens het gebruik des
nachts moest gebeuren en dat er dus haast bij
de zaak was, daar morgen de begrafenis plaats
zou hebben.
Intusschen waren we voor een groot prachtig
huis gekomen. Mijn leidsman zei me dat we het
doel van onze nachtelijke wandeling hadden be
reikt. We gingen voorbij den hoofdingang van
het huis, traden een kleine deur binnen, die de
onbekende zorgvuldig achter zich sloot. Dan
stegen we langs een smalle draaitrap in het
donker naar boven Die bracht ons in een
schaarsch verlichte gang, door welke we in eene
kamer kwamen, verlicht door een lamp die aan
de zoldering hing.
In deze kamer stond een bed. en daarop lag
het lijk. De onbekende wendde zijn gezicht af
en scheen zijne tranen te verbergen. Hij wees
naar het bed en verzocht me mijn werk goed en
snel te verrichten en ging weer de deur uit.
Ik pakte mijn messen uit, die ik, als genees
heer, altijd bij mij droeg, en ging naar het bed.
Alleen het hoofd van het lijk was zichtbaar,
maar dit was zoo schoon, dat me onwillekeurig
een innig medelijden aangreep. In lange vlech
ten hing het donkere haar neer, het gelaat was
bleek, de oogen gesloten. Eerst gaf ik eene flinke
proefsnede in de huid, zooals de heelkundigen
"doen. Maar hoe verschrikte ik!De doode
'sloeg de oogen op, maar sloot ze weer oogen-
jblikkelijk, en loosde een diepen zucht. Meteen
gutste een straal warm bloed uit de wonde. Ik
■was ervan overtuigd dat het arme meisje niet
jöood was. Ik stond eenige oogenblikken in bange
/beklemming om wat er gebeurd was. Had oe
100de mantel mij bedrogen of was zijne zuster
'schijndood geweest.... Dit laatste leek mij
jwaarechijnhjker. Toen overmeesterde me de
schrik, en huiverend sprong ik de kamer uit.
'Maar daarbuiten in de gang was het donker;
de lamp was uitgedoofd en van mijn leidsman
geen spoor te vinden. Op goed geluk moest Ik
ra bet donker langs den muur voortgaan om
aan de wenteltrap te komen. Eindelijk vond ik
de tap en half vallend, half glijdend kwam ik be
rieden. Daar was geen mensch. Ik vond de deur
enkel toegeduwd en ademde vrijer toen ik op de
ktraat kwam, want in dat huls was het me heel
huiveringwekkend geworden. Door schrik voort-
S dreven liep ik naar huls en verborg mijn hoofd
mijn hanaen om al die verschrikkelijke dingen
te vergeten, die ik gezien had. Maar dien nacht
Etvluchtte de slaap mfj, en eerst de morgen
acht me weer tot bedaren. Het leek me waar-
hijnlijk dat de man dia me tot die schandelijke
ad, zooals dis mt nu toescheen, gebracht had,
niet zou. aanklagen, Ik besloot terstond to
0 magazijn aan tut wet* t# gaan en zooveel
„Toch ten aardiglie) jongetje, ons Jantje."
„Hoepla!"
„Dat lijkt hem wel!"
,JPats!.Die leelijke deugniet!.
mogelijk een onbezorgd gezicht tc zetten-
Maar ach, een niéuw feit dat ik nu eerst bemerk
te, vermeerderde nog mijn angst. Mijn hoofddek
sel, mijn gordel en mijne messen ontbraken mij,
en ik wist niet zeker of ik die in de kamer van
het meisje had laten liggen of eerst in mijne
vlucht verloren had. Het eerste scheen helaas,
waarschijnlijker; en zöo kon men mij aanhouden
wegens poging tot moord.
Op het gewone uur deed ik mijn magazijn
open, Mijn buurman kwam naar mij toe, zooals
hij eiken morgen placht te doen, want hij was
een spraakzaam man en vroeg: „Ehwel, wat
zegt ge van die verschrikkelijke gebeurtenis, die
dezen nacht voorgevallen is? Ik deed of ik
van niets wist. „wat, weet ge dat niet, en de
heele stad is er vol van. Niet weten dat men
.gepoogd heeft de schoonste bloem van Floer.ce,
Bianca, de dochter van'den gouverneur, dezen
nacht tc vermoorden. Ach, ik zag haar gisteren
inog zoo opgeruimd met haren bruidegom door
de straten rijden, want vandaag zou hun huwe
lijk voltrokken worden."
j Ieder woord van mijn buurman was een steek
in mijn hart. En hoe dikwijls werd ik opnieuw
gemarteld! Want iedere klant vertelde me de
gebeurtenis, de eene al vreeselijker dan de:
andere. j
Tegen den middag ongevèer trad een man van
de politie mijn magazijn binnen en verzocht
me de menschen te verwijderen. „Signore Zalen-
kos," zei hij, terwijl hij de voorwerpen die ik
vermiste liet zien, „behooren die zaken u toe?"
Ik dacht een oogenblik na of ik dit niet ontken
nen zou, maar toen ik door de halfgeopende,
deur mijn waard en meer andere bekenden be-
.merkte, die tegen mij konden getuigen, besloot
ik, de zaak niet door een leugen te verergeren,
en verklaarde me eigenaar van de getoonde voor-
werpen. De gerechtsdienaar verzocht me hem te
volgen en bracht me in een groot gebouw, dat
ik spoedig voor de gevangenis erkende. Daar
duidde hij mij, tot verder bevel, eene kamer aan.
j Mijn toestand was verschrikkelijk, als ik er
zoo in de eenzaamheid over nadacht De ge
dachte dat ik een moord had willen begaan, al
was het ook onvrijwillig, keerde immer terug. Ik
kon me ook niet ontveinzen dat de glans van het
goud mijne zinnen verblind had, anders kon ik
niet zoo blindelings in den valstrik geloopen
zijnTwee uren nadat ik in hechtenis was!
genomen werd ik uit mijne kamer gehaald. Ver-1
schillende treden moesten we af, en dan kwamen
wij in eene groote zaal. Om een lange, zwart-
bekleede tafel zaten daar twaalf mannen, meestal
grijsaards. Langs de muren der zaal stonden
Banken, bezet door de voornaamste ingezetenen
der stad. Op de gaanderijen, die In de hoogte
waren aangebracht, stonden, dicht opeengedron
gen, de toeschouwers. Toen ik voor de zwarte
tafel getreden was, stond er een man op, met
somber en treurig gelaat; het was de gouver
neur. Hij zei lot de vergadering, dat Hij, als
vader, in deze zaak niet rechten kon en voor
dezen keer zijn plaats afstond aan den oudste
der senatoren. Dit was een grijsaard van min
stens negentig jaar. Hij stond gebogen en zijne
slapen waren met dun wit haar bedekt, maar
vurig brandden nog zijne oogen en zijne stem
was sterk en zeker Hij begon met me te vragen
of tk de poging tot moord beleende, ik bad hem
om gehoor en vertelde onverschrokken en met
goed verstaanbare stem wat ik gedaan had en
wat Ik wist Ik bemerkte dat de gouverneur onder j
mikt verhaal dan bleek en dan rood werd en toen1
ik geëindigd had, sprong hij woedend op en riep:
„Hoe, ellendeling I Ge wilt dus nog uwe mis
daad, die ge uit schraapzucht hebt gepleegd,
een ander ten laste leggen." De senator ver
maande den gouverneur over zijne onderbreking,
daar hij vrijwillig zijn recht had afgestaan; ook
was het volstrekt niet bewezen dat ik uit hevige
schraapzucht de misdaad zou begaan hebben,
want, naar zijne eigen verklaring, was er niets
gestolen. Ja, hij ging nog verder. Hij verklaarde
dat de gouverneur over het vroegere leven zijner
dochter rekenschap moest geven. Want zóó alleen
kon men vaststellen of ik de waarheid gezegd
had of niet. Tevens schorste hij voor dien dag
de rechtszitting op, om, zeide hij, in de papieren
die de gouverneur hem zou overhandigen, raad
te zoeken. Ik werd weer teruggevoerd in mijne
gevangenis, waar ik een treurigen dag beleefde,
altijd bezig met den vurigen wensch dat men
toch een verband mocht ontdekken tusschen
Bianca en den rooden mantel. Vol hoop trad ik
den volgenden dag de gerechtszaal binnen. Daar
lagen verschillende brieven op de tafel. De oude
senator vroeg mij of ze van mijne hand waren.
Ik bekeek ze en vond dat ze van dezelfde hand
moesten zijn als de twee briefjes die ik bewaard
had. Ik toonde die dus aan de senatoren.maar
men scheen er geen acht op te geven en men
antwoordde mij, dat ik die allebei kon en móest
geschreven hebben, want het naamteeken onder
den brief was onbetwistbaar eene Z., de begin
letter van mijn naam. Maar de brieven bevatten
bedreigingen tegen Bianca en waarschuwingen
aangaande het huwelijk dat ze op het punt stond
te doenDe gouverneur scheen zonderlinge
verklaringen te hebben afgelegd nopens mijn per
soon, want men behandelde mij dien dag strenger
en met meer wantrouwen. Ik beriep me tot mijn
rechtvaardiging op mijne papieren, die ze in
mijne kamer moesten vinden; maar men ant
woordde mij dat men overal had gezocht en niets
gevonden. Alle hoop begaf me bij 't sluiten van
die rechtszitting en toen ik den derden dag weer
in de zaal gebracht werd, las men mij het vonnis
voor: dat «k plichtig was aan voorbedachte po
ging tot moord en veroordeeld werd ter dood.
Zoover was het dus met mij gekomen. Verlaten
van alles wat mij op aarde dierbaar was, ver
van mijne heimat, zou ik onschuldig, in den bloei
mijner jaren, onder de bijl sterven!
(Wordt vervolgd
Beste vriendjes en vriendinnetjes!
Hieronder volgen weer eenige raadsels, waar
van we de volgende week de oplossingen zullen
geven.
I, Dubbel driehoek.
ZOEKPLAATJE.
XXXXX
le rij een medeklinker.
2e rij een bevel.
3e rij iets waar men ten zeerste prijs op- stelt.
4e rij een vogel.
5e rij een stad in Italië.
6e rij een zeeëngte waar de Engelschen op
loeren.
7e rij Emael.
Se rij is op de vuurspuwende bèrgen.
9e rij een vrouwenaam.
10e rij oude maat.
11e rij medeklinker.
2. Mijn eerste lettergreep is de helft van een
lichaamsdeelmijn tweede lettergreep is het drie
vierde gedeelte van iets dat dagelijks van hand
tot hand' gaat. Mijn geheel kan den oogst ver
nielen
3. Ik ben een dienaar, maar vervang je mijn
tweede letter door een andere letter en schud
je daarna mijn letters door elkaar, dan word ik
een vrucht.
4. Schrijf onder elkaar;
1. een dorp in Gelderland.
,2. een raadpensionaris.
3 een fabrieksstad in Overijsel.
4. een handelsstad in ons land.
5. een jongensnaam.
6. de hoofdstad van een koninkrijk.
7. eèn Nedelandsch dichter,
8. een rijk in het westen van Europa.
De beginletters vormen van boven naar bene
den gelezen den naam van een beroemd Neder-
landsch geneesheer.
5. Mijn eerste deel duidt een gebrek aan;
mijn tweede is een kleedingstuknnjn derde is
een oude inhoudsmaat en mijn geheel wordt in
de slaapkamer gebruikt.
OPLOSSINGEN,
1, Dubbel-driehoek:
2. P ole n
O ostze e
M arokk o
p annekoe k
O era l
E urop a
N ijker k
3. Saus Paus
4. Da, dam, damp.
5. Dagbladen, weekbladen en maandbladen.
6. Paling, Pil, lip, lang, nap.
Z
Z O
O R
H
P O
O O
R G
H O O G E
C HO O
H A O S
Waar is Be ooi?
E
S
C
H A A
O O O
O s
L
Goed zoo! Er komen er hoe langer hoe meer.
Dat gaat ondérling een leuke, gezellige corres
pondentie worden. Dé volgende week verwachten
we 'n heele kolom namen.
Onderstaande nummers van de „Vaderlatld-
sche geschiedenis" heb ik dubbel; 64, 67, 50,
58, 93, 55, 74, 13, 29, 3. Zou ik deze ook iu
kunnen ruilen voor de volgende: 1, 2, 7, 9, 12,
14, 15, 17, 18, 22. Mijn adres is: Theo van der
Veldt, Rollandstraat 70, Haarlem.
Onderstaande nummers van de „Vecht" heb ik
dubbel: No. 1, 2, 10, 27, 28, 31, 71, 84, 110,
187, 144, deze zou ik graag willen ruilen voor
„Langs de Zuiderzee" no. 44, 55, 141, „Bosch en
heide" 65, of Hille's plaatjes, no. 3, 4, 5, 6, 8,
9, 13, 16, 17, 18.
Mijn adres is: Alphons Grijpiuk, Zijlwcg 43,
Overveen.
Wie kan mijjiog helpen aan „Naardermecr-
plaatjes", ik moet nog hebben 110. 10, 19, 22, 35,
47, 49, 55, 60, 61, 82, 89, 96, 106, 107, 120,
128, 130, 141. Deze nummers wil ik graag
ruilen voor andere, die ik dubbel heb: no. 37,
43, 45, 51, 54, 69, 71, 72, 79, 99, 110, 118,
127, 129, 139.
Ook heb ik er .Zuiderzee-plaatjes" voor in
ruil, de nummers 10, 14, 18, 19, 22^63, 80 en
85. Mijn adres is Piet Blesgraaf, Hooimarkt 16,
Haarlem.
Ik heb eenige „Vatlerlandsche Geschiedenis"-,
„Naardermeer"- en „Bosch en Heide"-plaatjes,
en die zou ik gaarne voor „Bonte Wei"plaatjes
uo. 35, 36, 40, 41, 43, 44, 50, 58, 62, 64, 74,
76, 88, 89, 90, 91, 99, 102, 103, 116,, 117,
119, 120, 127, 131, 132, 133, 140 en 142 wil
len ruilen.
Mijn adres is: Theo Giebels, Houtvaart 24
Overveen.
De vragen en antwoorden (dus niet de plaat
jes) moeten gezonden worden aan het adres dei
redactie van de Kindercourant, Nassaulaan 49,
Haarlem.
Nota. Nog altijd kennen we het adres niet
van onzen lezer of onze lezeres, die ons het
pakje „Hille- en Verkadeplaatjes" instuurde.
Zeer gaarne zouden we toch weten wie deze
plaatjes heeft ingezonden. Dan kunnen wij z$
terugsturen,
KINDERCOURANT
IV Q