TWEEDE BLAD
OPRUIMING!
Ie afstsüieling van Rabinson
SPOTKOOPJES bij
P. J. JANSSEN,
BUITENLAND
BINNENLAND
Db heer Speenhoff en de
Katholieken.
Anegang h. Warmoesstr.
DE OORLOG
BRIEVEN UIT BELGIE
DE WATERSNOOD.
FEUILLETON
DONDERDAG 27 JANUARI 1916
Wat er in de Groote Houtstraat-Vereeniging
fs gebeurd, is bekend.
I-en aantal katholieken, die de actie kennen
welke sinds geruimen tijd door de R. K. Ver-
eeniging „Voor Eer en Deugd" en de geestelijk
heid, in Noord-Brabant en Limburg vooral,
wordt gevoerd tegen het bijwonen van de voor
drachtavonden van den heer Speenhoff, had be
zwaar tegen een optreden van dien heer op een
gezelligen avond van die vereéniging.
Dat het bestuur en verschillende niet-katholie-
ken ondanks dat bezwaar tóch het optreden van
den heer Speenhoff doordreven, is een onbeleefd
heid jegens medeleden en een onbehoorlijkheid,
die ieder weldenkend en onbevooroordeeld mensch
cp zichzelf reeds zal blijven afkeuren.
Inlusschen zit aan de zaak nog een andere
kaut.
De heer Speenhoff-zelf is in het geding ge
bracht.
In den beginne was het niet anders dan de
verklaarbare antipathie, die Katholieken hebben
tegen iemand, tegen welken door onze geestelijk
heid om zijn liedjes wordt gewaarschuwd.
Het „Haarlem's Dagblad" heeft het echter
noödig geoordeeld de zaak in een ander stadium
ie zetten, en op gr°nd van een simpel telefoon-
gesprekje kwam het blad met allerlei mededee-
lingen, die moesten dienen om de katholieken, die
zich over een optreden van den heer S. bezwaard
gevoelden, in een bespottelijk daglicht te stellen.
De heer Speenhoffis zélf katholiek
(Haarl. Dagblad vond dat, ook ons allang be
kende feit „verbluffend"!!), de „pastoor" Hya
cinth Hermans komt wekelijks bij hem over den
vloerWel lieve hemel, wat blameeren die
I laarlemsche katholieken zich dan toch om tegen
zoo'n voortreffelijk iemand zulk een kabaal op
te zetten--., aldus kon men, met kwalijk ver
holen ironie, tusschen de regels door lezen.
Nu de zaak eenmaal zóó stond, meenden wij
het er niet bij te moeten laten. Dat de heer S.
katholiekgeweest is, was ons allang bekend.
Maar dit zij voorop gesteld: de al- of niet-
katholiciteit van den heer Speenhoff doet natuur
lijk niet het minste of geringste af aan de oppo
sitie die er gevoerd wordt tegen zijn optreden,
althans voor katholieken en in het algemeen
voor hen die met de schunnige liedjes welke zijn
repertoire bevat, niet te maken willen hebben.
Die liedjesdaar zit het hem in!
En om zijn liedjes wordt door de katholieke
geestelijkheid tegen hem gewaarschuwd!
In tusschen: wij hebben ook tegenover den
priester, dien het „Haarl. Dagblad" zoo even
maar klakkeloos in het geding trok, als katho
lieke persmannen een plicht te vervullen gekre
gen, en daarom heeft een onzer medewerkers
den heer Speenhoff-zèlf een bezoek gebracht, om
reept te zetten wat door oppervlakkige wijze van
onderzoek (met „een telefoontje" maakt men niet
altijd een zaak in orde!) volmaakt scheef is voor
gesteld.
Het persoor»*jk onderzoek, dat wij instelden,
heeft tot zeer merkwaardige gevolgen geleid.
De heer Speenhoff gaf onzen medewerker toe,
dat een groot aantal zijner liederen in het ver
leden een zéér begrijpelijke oorzaak opleveren
voor het gevoel van afkeerigheid dat de katho
lieken tegen hem en zijn optreden koesteren
Hij voelt thans echter, naar zijn eigen getui
genis, dat hij zichzelf en zijn kunst, voor een
luttel bedrag gelds, om wille van zijn huisgezin,
verkocht heeft aan „Variété's", welke hem op
drongen, de meest-'schunnige liedjes te fabricee-
ren, in het bijzonder met zijn toenmaligen com
pagnon Nap de la Mar.
En de heer Speenhoff verklaarde onzen mede
werker, dat hij nu, in den allerlaaisten tijd, het
diep betreurt dat hij zijn eigen naam en dien
zijner kinderen op die wijze bezoedeld heeft.
Het zoo beruchte „Zijn Edel Achtbare", dat
zooveel ergernis heeft gewekt, is zoo verklaar
de de heer S. niet van hem, maar van den
zelfden Nap de la Mar, met wien de heer S. in
den Iaatsfen tijd alle relatie heeft verbroken.
Ook met „De ware Jacob" heeft de heer S. sinds
eenige weken gebroken
Conclusie: de grieven door de katholieken
tegen den heer S. geuit, worden tot op zekere
hoogte door hemzelf wat het verleden betreft,
gegrond gevondenEvenwel is de heer S.,
wat tot dusver niet bekend was, vastelijk voor
nemens geen reden tot grieven meer te geven.
hetgeen wij van hem gaarne willen verhopen.
Het stukje van „Haarl. Dagblad" bevatte
voorts de mededeeling, dat de heer Speen non
„bezig is aan een groot gedicht, waarin hij de
tegen hem gerichte actie zal behandelen.
De heer S. zeide onzen medewerker, dat dit
gedicht, wel verre van zooals de mededeeling
van het „Dagblad" zou doen vermoeden een
spotlied te zijn op de kathoiieken die tegen hem
ageerden een lied zal wezen waarin hij zijn
kunst en'zichzelf zal pogen te rehabiliteeren, en
dat lied las hij onzen medewerker voor, er be
wogen aan toevoegend, dat het goede van vol
gende dagen naar hij hoopte, het slechte van
wat achter.hem ligt zal overtreffenDat was
zijn vurige wensch
Men weet voorts, dat. den heer S. verweten
wordt een zeer afkeurenswaardig stukje in „De
Telegraaf'i te hebben geplaatst, waarin hij zich
voor de „vrije liefde" verklaart. De heer S. ver
klaarde, dat zijn woorden door „De Telegraaf"
waren verkort en niet zóó aangehaald als hij ze
had geschrevende slotsom was dat ze niet weer
gaven wat hij bedoeld had. Hij had overigens de
vraag van „De Telegraaf" over het huwelijk
alleen beschouwd als gedaan om een grappige
verzameling antwoorden te krijgen en niet ernstig
opgenomen. Zelf heeft hij bij „De Telegraaf"
geprotesteerd, doch kreeg ten antwoord„wij
hadden geen ruimte genoeg het geheel op te ne
men." Had hij vermoed dat het een ernstige
vraag betrof, dan zou hij zich hebben uitgelaten
als volgt„geen huwelijk is wettig dan wanneer
het gesloten is volgens de wet: al1 ten een huwe
lijk door de R. K. Kerk erkent hij voor zich bin
dend en onverbreekbaar, tenzij alleen door den
dood"....
Ten slotte nog een woord over het katholiek
zijn van den heer S. Het „Dagblad" heeft ook
dit hoewel het niets ter zake doet in het
geding gebracht. Onze medewerker sprak er dus
over en kreeg ten antwoord, dat de heer S., wan
neer hij in dat korie „telefoontje" sprak over
het waarnemen van kerkelijke plichten door zijn
huisgezin, hij toch zichzelf daarbij niet geheel
inbegrepen wilde zien.
En wat onzen collega van „De Maasbode",
den Eerw. Pater Hermans betreft, die door het
„Dagblad" als „pastoor" Hermans ten tooneelc
wordt gevoerd, deze komt volstrekt niet weke
lijks bij hem te visite, dochgeeft aan de kin
deren van den heer S. catechismusles ter voor
bereiding voor hun eerste H. Communie; en in
verband met de voornemens die de heer S. be
treffende een verbetering van zijn répertoire heeft,
bezocht pater Hermans in den laats ten tijd den
heer S. wel eens
Het verhaaltje ten slotte van den bundel
„Speenhoff-liederen voor katholieke huisgezin
nen", die pater Hermans zou uitgeven volgens
het „Dagblad"?
Ten opzichte hiervan gaf de heer S. onzen
medewerker op schrift de volgende verklaring,
die wij hier om te besluiten textueel overdrukken:
WeiEd. Heer.
In de beschrijving van mijn persoon, voorko
mende in het „Haarl. Dagblad" van Dinsdag
25 Januari is een minder juiste zinsnede geslo
pen. Deze doet nl voorkomen, alsof de Eerw.
j pater Hyac. Hermans bezig zoude zijn met de
samenstelling van een bundel mijner liedjes,
geschikt voor het R. K. gezin. Dit is niet de
waarheid. Wèl is waar dat pater H. ter loops
met mij er'over spiak, dat zóó een'bundel een
goede rehabilitatie zoude zijn voor mijn in R.K.
en zouden verder voor.'de opkweeking zorg
dragen.
Beroeps-Vlamingen? Zeker, was u deze
soort nog onbekend? Spijtig. Ik zal ze u
voorstellen.... ik bedoel de soort.
Stel u dan voor ,een inwoner der Vlaani-
sche gewesten. De man is hetzij een bekend
advocaat, een notaris, een geneesheer of wel
een kasteelbewoner. De brave ziel h eft (l:e>
gische) politieke aspiraties. Hij wil Kanier-
Staten- of gemeenteraadslid worden. Wat zal
hij doen?
Hij heeft al een aantal processen behandeld,
zijne groote welsprekendheid bewezen, im
mers het heeft in de gazet (courant) ge
staan dat hij een piet is; erfenis-zaken zijn
gratis om niet behandeld; drankjes en pil n
Zijn met emmers en pakkisten vol voor nie
mendal uitgereikt, terwijl dokter Öp eerste
roep naar een ziekbed loopt en in het geheel
niets zegt ais de patient haarpijn heeft ofwel
die zijn er maar al te veel hij heeft
in de herbergen al zooveel bier weggegeven
dat hij des nachts ongerust te bed ligt t?
denken op middelen om toch maar aandeden
te krijgen in de brouwerij die de bier kwan-
tums levert en als het dan toch niet wil
lukken, dan roept hij op- een goeden dag
uit: Eureka! Mijnheer wordt beroeps- Vla
ming.
Hij ontdekt op eens dat het volk verwil
derd is, dat de Vlamingen verdrukt worden;
schimpt op hen die de Vlaamsche taal die
der boeren en ezels noemen, in 't kort: -hij
is Vlaming in hart en ziel cn wil voor dc rech
ten van zijn volk strijden.
Hij vergeet dat hij met zijn bierzwelgerijen
medewerkt tot verwildering en dat hij en
kel buitenhuis Vlaamsch -spreekt maar dat
is minder.
Hij is aangebrand van liefde voor de rech
ten der Vlamingen en? en?bij een-e vol
gende verkiezing bekomt hij het gewenschte
ambt.
Zoo is min oT meer het ro.tret van den
theoretischen beroeps-Vlaming'.
Nu de practische kant dier heeren.
De vrienden van de „cercle" plagen hem
altijd omdat hij gekozen is als Vlaming, ter
wijl zij heel goed weten dat die gezindheid
aan hét baantje vastzit; zijne dierbare weler-
helft krijgt-hoofdpijn als* ze telkens door de
post voorzien wordt van zooveel Vlaamsche
geschriften, waar hij ambtshalve zich op
abonneeren of inteekenen moet, en die veel
al niet gelezen worden of kunnen.
Er komt een belangrijk vraagstuk aan de
dagorde.
Natuurlijk is hij in beginsel voorstand:r.
Wat denkt u wel? Hij zoo n Vlaming in hart
en nieren en d e voor de goede zaak al zoo
veel tonnen bier heeft gegeven.
Hij is er voor, het moot gebeuren, het is
rechtvaardig.
Het vraagstuk komt op den weg om.opge
lost te worden en in behandeling van het
wetgevend lichaam-waarvan hij deel uitmaakt.
Wacht even. Nu komt de knoop. Na'uurlijk,
hij is er voor dat het vraagstuk opgelost
werdt, maar do aangegeven oplossing deugt
niet. Het is een ditje of een latje hij de
beroeps-Vlaming kan zijn vrienden toeh niet
in den steek' laten neen, neen, hij moet zon
gen dat hij de soort waar hij oorspronkelijk
en in werkelijkheid bij behoort: de Vlaamsch-
haters, dat hij- die eerst en vooral tevreden
stelt.
Hij zoekt en zoekt naar alle mogelijke
schrift aan Z.Exc., aan den Generaal-Gou-
verneur.
Geen groot petitionement. Alleen maar
voornamei vooraanstaande Vlamingen. Zij
moesten vragen om te wachten tot na den
oorlog. Zoo iets moest de eigen regeering
doen, die sluwe vossen weten vrel als het
daar op móet wachten dat het dan duurt
tot na Jodenhemelvaartsdag.
En dan, waar bleef hun kiesplankje? Geen
Vlaamsche hoogeschoolkwestie meer wil zeg
gen: geen nieuw mandaat meer. O, Vader
indien het mogeiijk is laat dezen öitteren kelk
voorbij ons heengaan.
Een smeekschrift?
Zij, Belgen, van zin en leden", zij gingen
bij den vijand smeeken om toch a. u. b. dien
maatregel te vernietigen, waardoor het
Vlaamsche volk uit een poel van onwetend
heid getrokken zou kunnen worden.
Zij gingen smeekenik ook: Vader, ver
geef het hun, want
Wilt ge de namen van die helden? Ik geef
zo niet. De namen van lafaards laat ik het
liefst rusten, doch het Provinciaal Hulp- en.
Voedingkommiteit levert haar deel.
Franskiljonisme achter een mombakkes."
Oh. A. B.
WEER NIÉUWE KRITIEK
OP HET MILITAIR BE
LEID DER GEALLIEER
DEN.
Als periodiek komen, al sedert vele maanden,
telkens berichten uit Londen en Parijs, jubelend
over de eensgezindheid der geallieerden en hun
onverzettelijken wil om den oorlog tot een bevre
digend einde, d. i. de verplettering van het
Duitsche militarisme, voort te zetten.
Bij ieder bericht over de conferenties van den
oorlogsraad en nu weer naar aanleiding van de
samenkomst van de Fransche en Engelsche mi-
nisters, welke te Londen heeft plaats gehad, den
wordt medegedeeld, dat een volkomen overeen
stemming is bereikt, zoodat een zekere overwin
ning daarvan het gevolg zal zijn.
In tegenstelling hiermee^ ontmoet men in de
„schuldigen" eerder in Rome te vindon zouden
7.(jn clan in Cettiuje, werd dadelijk slles ia het
werk gesteld om de zaak ongedaan te maken.
Barrère, de Fransche ambassadeur te Rome,
begaf zich nog in den avond van den löden
Januari naar minister Sonnino en verlangde
van dezen in termen, die dicht aan bedreigin
gen grensden, dat van den vrede niets zou ko
men. Den volgenden morgen ging de Engelsche
ambassadeur naar den Italiaanscben minister
van buiteulandsche zaken om hem in denzelfden
geeert als zün Fransche ambtgenoot te bewerken.
Daarop had een conferentie plaate, aan welke
de koning, de koningin, Sonnino en*Salandra
deelnamen. Omiddellijk hulp zenden over de
Adriatische Zee was niet mogelijk, maar men
diende koning Nikita toch tot andere gedach
ten te brengen.
Te dien einde "had een conferentie plaats tue-
schen den koning en prins Mirko, den leider
der ultra's, die zich in Italië bevond, on op deze
conferentie werden de rollen in het stuk, dat
afgespeeld zou worden, verdeeld. Tegelijkertijd
werd aan koningin Milena en hare dochters
de raad gegeven, niet te Rome, maar in
Frankrijk een schuilplaats te zoeker.
In Montenegro was intusschen de uitlevering
der .wapens aan Oostenrijk begonnen. Slechts
een klein gedeelte van het leger met de gene
raals Miskowitsj en Woekowitsj aan het hoofd,
maakte bezwaren. In een telegram van den
Montenegrijnschen consul-generaal te Parijs
werd den Koning medegedeeld, dat de Entente
verlangde,- dat de oorlog zou worden voortgezet,
Nikita aarzelde aanvankelijk, maar gaf zich
toch van Skoetari, waar hij te dicht bij de Oos
tenrijkers was, naar Podgeritza, waar het on
willige gedeelte van het Montenegrijnscbe leger
en het ovêrsehot van het Servische zich bevon-
Hier ontving hij berichten uit Rome,
waarin de volgende oplossing van de moeilijk
heid werd voorgesteld. Opdat Nikita en zijn
zoon Peter de belofte, die zij aan Oostenrijk
pers der gealliëerden minstens even veelvuldig, hadden gedaan, niet zouden behoeven te breken,
artikelen, waarin het beleid van de Entente-regee-1 zouden zij zich eveneens naar Lyon begeven,
ringen en van het militair opperbevel aan scherpe terwijl prins Mirko naar Montenegro zou ko-
kritiek wordt onderworpen. Wij herinneren slechts men om het bevel ovei het verder strijdende
aan de actie in de Engelsche pers gevoerd tegen 0p z;eh to nemen. Na eenig aarzelen ver-
het dienstplicht-ontwerp dekritiek in Engelschefrok de konjng. daarop naar San Giovanni di
en Fransche bladen op.deDardanellen-onderne- j en vfmdaftr nfiap L
ming, de kritiek op het uitzenden van een expe-
ditie'naar den Balkan, het scherp twistgeschrijf JnMen u uit Weenen, gel«k men weet,
in de Itajiaaftsche bladen over het al of niet I officieel medegedeeld, dat prins Mirko en het
deelnemen aan den strijd in den Balkan, enz. j geheele volk zich hebben gehouden aan het ver-
Nu weer wordt er opnieuw in de Fransche pers zoek om vrede en nu vanmorgen, dat- de over-
geklaagd, over de verspilling van tijd door deoen komst door de zaakgelastigden is ender-
gealliëerden in hun optreden en wordt er ge- teekend.
vreesd, dat zij aan de Grieksche grens weer te;
laat zullen komen, gelijk zij te laat kwamen in j gedragingen \an de Engelsche burgier-
"iMdelen '"W* tc
Adv.
door mijzelf als minder goed bestempelde liedjes.
Een afspraak tot het samenstellen is evenwel niet
gemaakt. Hoogachtend,
•J. H. SPEENHOFF,
De conclusies uit het bovenstaande laten wij
onzen lezers over.
Vooral deze: of de Katholieke leden der Gr.
Houtstraat-Vereeniging niet met. volkomen recht
zich mochten bezwaard gevoelen over het optre
den voor hen en hunne dames v-an iemand, wiens
verleden althans (laten wij in verband met goede
voornemens hopen dat de toekomst andere con-
I clusies brengen zal) tot die bezwaren gereede
aanleiding gaf.
(Van onzen eigen correspondent.
Antwerpen, 24 Januari.
Dag en nacht heb ik in angstige verbeiding
afgewacht..... ik-heb vrienden en kennissen
gevraagd: nog niets gehoord? Overal waar
ik kwam was het lakonieke antwoord: zij
broejen nóg.
Eindelijk was het eitje uitgebroed. Dc Be
roeps-Vlamingen hadden het kuiken opgepakt
kunnen verknoeien en eindigt met tegen te
stemmen, omdat de oplossing van liet vraag
stuk niet deugt of wel met in het geheim of
in het geniep te werken om eene eventueele
verbetering van do baan te knikkeren.
Wat of die kiezers dan later wel doen?
Ach, maak u niet ongerust.
Een hoeveelheid b;er of voor Jantje of
Pietje een baantje losmaken en liet tooneel
is gereed voor hot volgende bedrijf.
Omtrent déze heeren was ik erg n'euwsg'o-
ig wat of zij' zouden doen, nu de Gener.ial-
jouverneur besloten heeft dat het hooger-
meterwijs te Gent in de moedertaal moest
jegeven worden.
j Dat was een aardig geval. Nu was er be
sloten zonder dat zij de gebruikeljjke chi
cane konden gebruiken.
Zij waren tot in het diepst hunner ziel
ontroerd.
Een besluit genomen en dat dan nog wel
door een vreemde, door ©en Duitscher. Zie
je pu welde vrienden hadden het wél altijd
juist gezien.
Dio Vlaamsche Hoogeschool was of werd
enkel gevraagd om pro-Germanisten te kwee-
ken, de Duitschers hebben er al lange'jaren
aan gewerkt. Ho© dat nu te verhinderen?
Zij gingen met- eenige mede-broederen in
het kiekenhok zitten püilosoplieeren en het
kuiken
Een smeekschrift. Jaweleen smeek-
België, in Servië en in Montenegro.
Zoo geeft de „Temps" o. a. ëen uitvoerige be
schouwing over de Balkangebeurtenissen, waarin
er op wordt gewezen, dat er thans in Saloniki
een twee- a driehonderdduizend Fransche en
Engelsche soldaten zijn. Slechts een dertigdui-
zendtai Bulgaren tracht hen te blokkeeren door
loopgraven aan te leggen bij de Grieksche
grenzen.
Indien dit groote leger der gealliëerden, in-
plaats van erover te juichen, dat het niet in zee
kan worden gedreven, de-Bulgaren -eens het on
derste boven wierp, gelooft men dan werkelijk,
zoo vraagt het blad, dat de Oostenrijkers er nog
aan zouden denken, hun tijd te verliezen met de
verovering van Albanië?
De Oostenrijkers en Bulgaren, verspreid over
een afstand van 300 K.M., tusschen Montenegro
en Doijttn, zouden onmiddellijk hun tochten naar
de Adriatische Zee staken om het hoofd te bieden
aan een zeer ernstig gevaar. Op het oogenblik
zouden wij hen verbrokkeld aantreffen en noch
de Duitschers, die in gevecht zijn met de Russen,
noch de Turken van Xanthi, zouden hen te hulp-
kunnen snellen. Doch thans laten wij hen rustig
hun gang gaan en alle dingen bereiken, die zij
wenschen. Het blad blijkbaar overtuigd dat
er ondanks alle officiëele vertoogen, waarin het
tegendeel wordt beweerd, geen éénheid nog be
staat dringt daarom aan op eenheid van han
deling van alle legers der gealliëerden in den
Balkan, zoowel Italiaansche als Fransche en
Engelsche en zelfs van de Servische, die weder
gevechtsklaar zouden zijn.
Of het helpen zal?
VERSPREIDE BERICHTEN
Het Montenegrijiilsche raadsel.
Van particuliere zijde wordt uit Italië aan
de „Miinchner Post" bericht: Toen de onder
werping van Montenegro te Parijs en te Lon
den bekend werd, zag men dtaar dad< ijk in, welk
een eleohten indruk de afzonderlijke vrede dien
Monten-cgro wile sluiten, zou maken, en welken
invloed op den gong van zaken liij kon hebben
Rjke geïnterneerden in de Engelsche pers
veroordeeld.
De Engelsche burgerlijke geïnterneerden in het
kamp te Ruhleben bij Berlijn hebben, blijkens een
rapport van den Amerikaanschen gezant Ge
rard, allerminst reden tot klagen. Wel valt over
hen zeiven te klagen, althans over een deel van
hen. De Daily News doet dit in een artikel,
waarin het blad hen teekeot als „real slackers".
Er zijn er namelijk, die weigeren ook maar den
geringsten handenarbeid te verrichten, met het
gevolg dat sommige werkzaamheden door be
taalde werkkrachten moeten geschieden, wat den
Engelschen belastingbetalers op veertig tot vijf
tig pond sterling per week te staan .komt De
News spreekt hierover onverholen zijn afkeuring
uit en vergelijkt het heerenleventje van de bur
gerlijke geintemeerden, die alle mogelijke sport
kunnen doen, over een bibliotheek beschikken,
allerlei gemakken genieten, met het harde leven
van den Engelschen krijgsgevangene, die in de
loopgraven heeft gevochten.
CHINA.
Verzet, tegen dc kroning van Yoean Sji Kal.
Volgens een officieel Russisch bericht uit
Moekden, zijn in Mongolië onlusten uitgebro
ken, die een voor China vijandelijk karakter
dragen. De twintigste Chineesche divisie ia
naar Hoei Hoeatsje vertrokken om de opstan
delingen terug te werpen, die te Oegoezsosmts-
heng zjjn aangekomen. De opat indelingen voe
ren een vlag met de leuze: Herstel van di
Mantsjoeache dynastie.
Bezoek van minister Postiiuma.
Gieterenmorgen is door den minister van
Daar men echter vermoedde, dat de eigenlijke j Landbouw, den heer Posthuma, ©en bezoek
(Naar het Fransch.)
I
Neef en g-ij, Khasji, zei Florence, ik dank
u voor hetgeen gij voor mij gedaan hebt,
maar gij ziet het zelf, wij vorderen niet, de
stroom zal ons meesleepen en dan zijn wij
allen verloren; ik hen u maar tot la6t, redt
n zeiven en Chandos en laat mij los.
En denkt gij, dat wij zoutten kunnen le
ven, als wij u in den steek linddèn gelaten?
vroeg Paul-Louis; het i6 wreed, zoo iets van
o ik-, te denken, nichtje.
Op dat oogenblik riep Chandos uit:
Rook, aan den linkerkant!
Khasji en Paul-Louis zagen in de aange
wezen richting en bemerkten een .dunne
rookkolom op het water.
Een stoomboot, maar zij zal niet voor een
uur bij ons zijn. Het doet er niet toe, voor
dien tijd kunnen wij u en Florence gemakke
lijk gered hebben. Dit was juist, want het
arme meisje was reeds bijna een lijk.... en
zoo licht als een veertje, maar toch zoo
zwaar voor hen, die linnr droegen.
Hunne krachten namen zichtbaar af en
hunne ledematen weigerden büna hun dienst,
i Gelukkig had Paul-Louis zich echter ver
gist. Hot wa,s geen steamer die naderde, maar
een stoomsloep. Zij was reeds zoo dichtbij,
dat men weldra de hoofden achter de ver
schansing kon onderscheiden.
Chandos zwaaide met zijn hoed cn riep zoo
luid hij kon. De drie drenkelingen stieten een
laatsten wanhoopskreet uit,een kreet,
waarnïede al hunne krachten ontvloden.
Zij waren echter aan board van liet vaar
tuig opgemerkt. De 6loep verdubbeld® de
drukking der stoom, en was weldra de plaats
des onlieils genaderd.
Wij zijn er' vrienden klonk de stem
van Ooédic.
Er is een dame ook bijdeed ziek een
tweede hooren, liet was Comberousse..
i Een oogenblik later waren de drenkelingen
jin veiligheid aan boord van de sloep, maar
zij waren""geheel buiten kennis.
- ACHTSTE HOOFDSTUK.
De geheimzinnige Annamièt.
Comberousse en Coédic waren, onder toe
zicht van Kéradic, met een stoomsloep een
brief van den kommandant gaan overbrengen
aan den loods van Kaap Saint-Jacques, die
©en huis bewoonde aan den voet van den
vuurtoren.
Op den terugtocht werd hun aandacht ge
lrokken door de kreten van Chandos, en bij
gevolg richtte de sloep den steven naar die
plaats.
Na de drenkeling©11 opgenomen te hebben,
stoomde de sloep SI,el naar de stad terug,
met een vaart van twaalf knoopen. Binnen
een uur tijds waren Florence, Paul-Louis,
Chandos en Khasji iu een rijtuig in het hotel
aangekomen, hadden door de goede zorgen
van Traïwang van kleederen verwisseld en
een paar koppen geurig© thee gebruikt.
Het is overbodig fe zeggen, dat de redders
ruimschoots voor hunne moeite beloond wa
ren geworden.-
Dat is nog eeu buitenkansje! riep Com
berousse uit, terwijl hij buiten zichzelf van
vreugde met de vijl' goudstukke11 rammel
de.... Zoo iets .wilde ik wel eens meer aan
de hand hebben.
Kéradec sprak geen woord, maar schoof
zijn pruim tabak onophoudelijk van rechts
.naar links en omgekeerd, hetgeen bij: hem
een teeken was van de grootste ontroering.
Coédic zat met. schitterende oogen en een
hart, dat dreigde te hersten, er over na te
denJken, met hoeveel vreugd die vüf Louis
zouden ontvangen worden in het armoedige
visscherslmisje zijner ouders, op de rotsen
van Recouvrance.
Mistress O'Molloy en mijnheer Gloaguen
lieten zich de toedracht der zaak tot in de
kleinste bijzonderheden vertellen, doch liet
raadsel werd daardoor niet opgelost. De sam
pan was niet oud en gebrekkig, er was geen
plotselinge windvlaag opgestoken, geen en
kele ondoordachte beweging was de ooi-zaak
van het ongeval geweest. Khasji was van
meening, dat de Annamièt, die door het zeil
aan hunne blikken onttrokken was, onge
merkt een prop uit den bodem van liet vaar
tuig had getrokken. Hij voor zich twijfelde
er niet aan, of die persoon was de bewerker
van het ongeluk. Te Saigon 6tonden zij dps
weer aan dezelfde vervolging bloot als te
Calcutta. Dit was echter de eerste maal, dat
men met een .zichtbaren vijand te doen had,
die zelfs de moeite niet deed zich 6chuil te
honden.... Ha, als Khasji hem maar eens
ontmoette, dan!.... dan!....
Niet voor de eerste maal, mompelde dok
ter Gloaguen, terwijl hij aan het voorval
dacht, dat Chandos in de haven van Calcutta
overkomen was, door toedoen van dien man
met den witten tulband.... Nu meende hij
eenige gelijkenis te hebben bemerkt tusschen
dien man en den Annamièt.... Maar het kon
toch niet mogelijk zijn, dat het één en dezelf
de persoon was; de afstand, die hen van*
Calcutta scheidde, was te groot.
Maar deze aanslagen waren zoo snel op
I elkander gevolgd, dat zij toch wel het slacht-
1 offer moesten wezen van eenen onverzoen
lijke!1 haat. Waaraan konden die twee on-
scliuldige kinderen, Florence en Chandos,
toch zulk een haat te danken hebben? Paul-
Louis was nu zelfs al tweemaal in zulk een
gevaarlijken toestand geweest en het was
een wonder te noemen, dat hij het er heel
huids afgebracht had. Kon men tegenover
zulke aanslagen genoeg op zijn hoede wezen?
Deze gedachten verdrongen zieh in den
brein van mijnheer Gloaguen; hij sprak niet,
maar zün ernstige blik en de bleekheid van
zün gelaat zeiden genoeg wat ©r in hem om
ging.
Mistress O'Molloy verbrak de drukkende
stilte.
Is er dan geen politie in dit land, dat
zoo iets kan gebeuren? riep zü uit, zonder
er aan te denken, dat zy Bengalen zoo on-
voorwaardelük had willen verlaten. Dien
ellendeling had men reeds lang moeten dood
schieten1, Zoo moet men met di© wilden om
springen, het is het eenige middel, waar
door men tot een goeden uitslag komt. Wan
neer men hen met zachtheid behandelt, krijgt
men niets van hen gedaan, en zij bedriegen
u. Ik voor mü houd er niet van bedrogen
te worden.,.. Wilt gü, dat ik u mü11® mee
ning eens zeg? Welnu, ik vind die reis naar
Gloaguen, geheel vervuld van zün ernstigen
zoek aan Saigon eveneens. Wij moeten AzI®
zoo spoedig mogelyk verlaten. Er is slechts
één toevluchtsoord voor de kinderen en voor
Wordt vervolgd.): K
jone.
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
J I 11 In nroillt f.r>l niivd/.n m (II, n nvnl .,1. nnM