WAT ANDEREN ZEGGEN
STATEN-GENERAAL
STADSNIEUWS
RECHTSZAKEN.
gebracht aan Zaandam. Te half tien arri
veerde de minister, vergezeld door de heeren
Van Hoek, directeur-generaal, en Löhnis, in
specteur van den Landbouw, den heer Iteite
nia, directeur der leveusmiddeleuvoorzieniug
tevens belast met den uitvoer van vee, en
Remmelt, directeur van den veeartsenijkun-
digeu dienst.
De minister werd ontvangen door den bur
gemeester K. ter Laan, den wethouder J. E.
W. Duys en den gemeente-secretaris P.
Kraan. Dadeüik na aankomst werd een rij
toer gemaakt door de Oostzijde langs het
overstroomde gebied en werden de daar aan
gebrachte kistdammen in oogenschouw ge-
uomen. Daarna werd een bezoek gebracht
aan dc openbare school aan de Stadswerf,
waar vluchtelingen uit het overstroomde
deel der gemeente onderdak zijn gebracht.
Daarna werd een bezoek gebracht aan het
gemeentehuis, waar de minister een onder
houd iiaJL met den heer O. Hannema, voor
zitter van de commissie voor de verzorging
der dieren, en met de leden der melkeom-
missie.
Met de commissie voor de melkvoorzie-
ning besprak de minister de dreigende melk-
nood. Nu een groot aantal stuks vee is en
wordt uitgevoerd is de boeveelheid beschik
bare melk beduidend verminderd. De minis
ter informeerde naar de hoeveelheid melk,
die uit Zaandam naar Amsterdam wordt
uitgevoerd. In verband hiermede werd het
plan vastgesteld om eiken morgen te Zaan
dam te 8 uur een melkmarkt te houden. Het
geen dan na deze markt beschikbaar zou
blijven, zal dan naar Amsterdam worden
uitgevoerd.
Van Zaandam ging do minister naar Mar
ken.
De IJ polder.
Aan het ophoogen van den Upolderdijk
(laags zykauaal F) werken de inwonenden
krachtig mede, met het noodige personeel
zyn'ineer dan 50 span paarden en eveü zoo
veel voertuigen beschikbaar gesteld. Die dijk
ligt over het algemeen 20 cM. te laag, doch
die langs het Noordzeekanaal is goed; er
bestond vooralsnog volstrekt geen gevaar.
De onverzorgde eenden.
Naar men verneemt zijn de 10,000, noodig
voor de verzorging en voeding van de 60,000
eenden rondom Volendam, reeds door de
Watersnoodcommissie overgemaakt.
De pokkengevallen te Amsterdam. Om
trent da pokkengevallen die zich in de Hoofd
stad voordeden lezen wij in het Hbld.
De Oostenrijker, dié een der beide besmet
tingshaarden vormde, en de andere lijders ver
toeven nog steeds in het ziekenhuis; de Duifc-
scher die de ziekte op enkele zijner huisgenoote
overbracht wist zich door vertrek uit Amster
dam aan opneming in 't ziekenhuis te onttrek
ken. Toen bleek dat de man zich naar de resi
dentie begeven had werd da Haagsehe gezond
heidsdienst onmiddellijk gewaarschuwd.
Zooals bkend ia, ia een der patiënten, een
kapper, inmiddels aan de ziekte overleden. Het
bleek, naar men weet, dat deze man zich nim
mer aan een vaccinatie had onderworpen. De
overige patiënten werden, slechts in lichten
graad aangetast; zij maken hot goed. Familie-
leden en kennissen, die bij do lijders aan huis
kwamen, worden van tijd tot tijd gecontro
leerd; tot dusver hebben zich eohter geen ver
dachte verschijnselen voorgedaan.
Zes personen werden bovendien ter observa
tie in het Wihelminagaathuis opgenomen. Van
deze personen ia er een, de vrouw van den over
leden lijder, door gewijzigde pokken aangetast.
Het nut van het in observatie nemen ia hier
door weder gebleken.
Omtrent de toestand der lijders, één ernstig
geval en vier. lichte gevallen, vernamen wij, dat
deze thans bevredigend was.
Inbraak in een Bank van Leening. Giste
rennacht is te Utrecht ingebroken in den win
kel van de bank van leening in do Jeruzalem-
steeg. Er wordt voor een waarde van circa
2000 aan gouden "Voorwerpen vermist. Een
politic-agent zag de inbrekers uit don winkel
komen, doch mocht er niet in slagen zo aan te
houden.
Ondank is 's werelds loon. Een landbou
wer onder Zoeterwoude had een zwerver uit
Rotterdam in den loop van den zomer uit mede
lijden in zijn werk genomen en een geheel en
tijd in zijn dienst gehouden, totdat nu niets
meer voor hem te doen was. Hij kreeg zijn ont
slag. De zwerver heeft nu wat levensmiddelen
en een paar nieuwe schoenen by zyn weldoenor
gestolen I
INGEZONDEN.
Voor dea inbond dezer rubriek «telt de He-
factie zicb niet aansprakelijk.
Heemstede, 25 Jan. 1916.
Mijnheer de Redacteur.
Vergun mij de plaatsing van. eenige regels
xi uw veelgelezen blad. Bij voorbaat mijn
dank.
Het doet mij, en voorzeker velen met mij,
goed aan, wanneer een vergadering of uit
voering van een onzer E K. vereenigingen
met succes bekroond wordt. Het toont van
ijver van den kant der vereeniging, van goe
den wil van den kant des publieks. Neg
meer wordt die vreugde vergroot, wanneer
het betreft een vereeniging van eigen stad of
dorp. Ziehier nu, M. de Redacteur, de zaak
waarom het hier eigenlijk gaat. Ik ben Heem
steder en uit den aard der zaak heb Ik me
nigmaal een uitvoering van een of andere
vereeniging bijgewoond. Ik heb daar soms
genoten, meer echter heb ik mij er geërgertï.
Waaraan?. Niet aan de spelers, niet aan het
geen opgevoerd werd, maar aan het kinder
achtige, laat ik maar zeggen zoo ik het meen:
en gelukkig zijn er velen met mij aan
het kwajongensachtig optreden in de zaal
Men kan geen verslag lezen van een of an
dere uitvoering of er wordt uitdrukkelijk
bijgevoegd, ofwel men kan het tuseclien
de regels door lezen, dat er een rumoerig
publiek in de zaal waa. Zoo ook op de j.l.
jrehouden uitvoering der Harmonie „St. Ml-
ehaël"; een ietier hoeft dit kunnen lezen. Nu
Vraag ik, M. de Redacteur, of dit een nood-
kei ijk punt der agenda is geworden in
•minstede: mmoer in de zaal! Van geen
andere plaats in de nabuurtscbap wordt zoo
iets vernomen. En nog zou ik liet kunnen
pissteen, wanneer hot slechts een enkele
maal voorviel. Maar bij iedere uitvoering is
het weer hetzelfde gedoe: rumoer in de zaai.
Aan wie(u) de schuld? Wie moet er optre
den als bewakers der orde? Waartoe dan
politie achter in de zaal? M.i. gansch over
bodig. Met de Heemsteders hen ik van mee
ning, dat hier verandering in kan en moet
komen. Zeer velen met mij zouden voorzeker
meer het E. K. Yereenigingsgöbouw bezoe
ken, wanneer men ons door het rumoerig op
treden van enkele ongemanierde mal-élëvé's
niet vergalde, wal wij voor echoons en nut
tigs genoten van spel of zang.
Ik meen thans genoeg voorgelicht Te neb
ben en hoop dat. de orde heter zal gehand
haafd worden.
Met. dank voor de plaatsing,
ABONNE.
HET TELEGEAAF-SCH ANDA AL.
Natuurlijk dat kon niet uitblijven
wordón in eenige bladen' commentaren ge
leverd bij het, verslag van de vergadering
der Amsterdamsche Pers dat zoo opzienba
rende onthullingen bevatte umgannda het
vTeleg raaf-schandaal.
Het „Hbld." meent dat die onthullingen
voor ons land en voor do Nederlandsche jouv-
nalistiek'diep bedroevend en beschamend zijn.
Het haalt dan eenige der ergste feiten uit
het verslag aan. In de eersto plaats het op
treden van den heer Simons en diens aan
stelling aan het blad, waarna het voortgaat:
Het tweede teleurstellende feit is, dat
een hoofdredacteur gevonden is, die ge
toond heeft ongeveer elko karaktereigen
schap, die wij in een hoofdredacteur «tie
nen te mogen verwachten, te missen. De
heer Schroder heeft vélen zijner collega's
wij zouden haast zeggen: de meesten
wel eens scheldwoorden 'toegevoegd. Een
geliefkoosd scheldwoord van hem wa-: inkt
koelie. Welnu, de heer Schroder heeft wel
getoond te zijn een inktkoelie in de aller
laagste beteekenis van het woord.
En het derde punt, waarop de aandacht
moet gevestigd worden, is ilit: wat speur
ders van „De Telegraaf," journalisten, als
die ervoor te krijgen waren, en anderen
utisnuffelden omtrent smokkelarij van wa
ren naar Duitschland, werd bericht aan
de Fransche en Engelsche legaties. Dat
ls het ernstigste feit. Dit is niet alleen oen
onthulling van ellendige toestanden aan
directie en redactie van een groot Neder-
landsch dagblad, dit ia meer.
Aangenomen toch, dat directie en hoofd
redactie van „De Telegraafmeenden, dat
zij er goed afin deden, dat arij een Neder-
landsch belang bevorderden door onze re-
gearing te wijzen op de smokkelarij aan
onze grenzen dat zij dit belang dienden
door vreemde legaties in staat te stellen
beschuldigingen tegen onze regeering in
te brengen, dat kunnen zij niet.gemeend
hebben. Zij moeten begrepen lm hoen, dat
zij hiermede zeer zeker op ze neutraliteit
in gevaar brachten.
De „N. Rott. Ct." laat zich o.m. als volgt
uit en schetste daarmede heel scherp hoe
het aan de „Telegraaf" er aan toeging:
De heer H. M. O. Holdert, „een En-
gelschman," „een gewezen spion in Duit-
sejien dieust," „een Belgische avonturier,"
en nog „eenige Hollanders van minder al
looi" ziedaar hot geestelijk ynlieu. van
waar 'at zoogenaamde anti-smokkelcampag-
ne in Nederland's luidruchtigste dagblad
uitgaat. De „speurders" van deze combi
natie zien tegen geen middelen op; zij go-
ven zich uit voor „inspecteurs" van de
„N. O. T.", voor verslaggevers van „De
Telegraaf," en rekenen het ook tot hun
taak, „smokkelarij en andere ongerechtig
heid te provoceeren"; „vervalschtè docu
menten worden evenmin versmaad.
Voor zoover dit lugubere bedrijf cop'e
voor de krant oplevert, verhuisd deze naar
de kolommen van" „De Telegraaf", buiten
weten van den hoofdredacteur om, en te
gen zijn zin. Verder worden de Fransche
en Engelsche legatie té 's-Gravenhage met
het „materiaal, door bovengenoeriide speur
ders verzameld" gracieuselijk bediend.
Dit alles gaat door voor oeno beweging
in het belang' van ons vaderland. Wie daar
omtrent wat sceptisch is, krijgt de volle
laag hoon, waarover men in het hovengo-
schetste gezelschap beschikt. Het „eenige
flinke dagblad" omhult zich met een pant
ser van verdachtmaking en lasterlijke aan
tijgingen, waarmee het eiken twijfelaar aan
aan de oprechtheid van zijn streven af
weert.
Do „Nieuwe Courant" geeft een karakte-
riseering van de heeren Holdert, Simons en
Schroder. Wat aangaat den laatste zegt zij
on'der meer
De held Schroder, "de kampioen voor al
wat. er edels ea fiers in Nederland gesmoord
dreigde te worden o laffe neutraliteit,
de man dien ds. Gin: i den kerker aan
trof in gezelschap var. ates en alle gees-
tesheroën der historie St.-Nicolaas-ide-
aal van Amsterdam en eendags-celebri-
teit van Londen en 1' helaas, wat
is hij anders geweest dan een arme voet
bal, door Holdert tusschen den kop van
de courant en de gevangenis, tusschen de
hoofdredacteurs-kamer, het redactie-verblijf
en de broodeloosheid heen en weer getrapt.
Een pioreele zwakkeling dié, na tallooze
vruchtolooze pogingen om zich aan de
boeien van den despoot te ontwringen na
zich telkens weer te hebben laten paaien
met beloften van zuivering 'van positie,
na zijn redacteuren buiten hem om on tegen
zijn wil te hebben zien'ontslaan de ketenen
willig blijft dragen waarmee oen Holdert,
waarachtig nog jaloorsch op zijn slachtof
fer, hem nauwelijks uit den kerker ont
slagen weder stond op te wachten!
De „Nederlander" zegt er zich in te var-
heugen, dat het Nederlandsche volk, ook liet
deel dat langen tijd niet luisteren wilde naar
Tie waarschuwingen die de tamelijk goed go-
informeerde pers tegen de „Telegraaf" richt
te. nu ^gelegenheid heeft gehad om achter
de coulissen te zien.
Dat hierbij schrijft zij eenige hon
derden goêlien geblameerd zijn door het
afdrukken van zekere mot naam en kwali
teit geteekende ontboezemingen ovev hel
den, helden vereering en pers-vrijheid iu
Jféderland, moge hun wat tragisch voorko
men, zij mogen troost putten uit de oyer-
tuiging dïteook dit ailés, heeft meégawerkf
tot de tragi komische ontknooping van het
dra'me, waarin de- rollen zoowel van Holdert
als van Schroder hun laatste applaus heb
ben gehad.
Vermoedelijk ook en dit is voor ons
van geen geringe beteekenis vermoe
delijk ook in het buitenland. Want we mo
gen aan de buitenlandscho pers toch zeker
genoeg gezond verstand toekennen om te
-onderstellen, dat zij den pestwalm van zulk
een heksenketel niet langer voor wierook
op het Entente-altaar zal houden.
Het „Vaderland" acht de onthulde feiten
zoo verbijsterend, dat men aarzelt, er de ge
volgtrekking uit af te leiden, waartoe zij ro
den geven. Het blad schrijft:
Hoe nu'? Wordt de anti-Duitsche campag
ne van „De Telegraaf'' inderdaad gevoerd
onder de redactioneéle leiding van iemand
die rnet ambtenaren van het Duitsche mi
nisterie van buitenlandscho zaken uaar Am
sterdam gekomen is om er artikelen in het
belang van Duitschland geplaatst te krij
gen, en die door den heer II. M. Hol
der zelf tien aanhoore van het redactie-,
personeel met zooveel woorden is gebrand
merkt a's een zaakwaarnemer van Duitsch
land?
Zoo ja, en wij gelooven dat de in het
verslag medegedeelde feiten alle aanleiding
geven om aan te nemen dat leze monster
achtigheid van „De Telegraaf" werkelijk
heid is, zoo ja, wat is Jan hare geheele
anti-Duitsehe campagne anders dan een
schijnbeweging? Immers zij brengt mede
wat Engeland doet, zelfs of is dat, aan het
handeldrijvende en industrieel e deel van
ons volk hoogst onaangenaam, en al lijdt
ons geheele volk onder de prijsopdrijving
die daarvan het gevolg is. Ja, erger dan
dat, zij wordt zoo ver gedreven, dat En
geland zelfs tot nog scherper optreden te
gen ons wordt aangespoord, op gevaar af
van een conflict tusschen ons en dat land
iu het loven te reeoen.
Maar wiens belang zou daarmede worden
gediend? Op deze vraag antwoordt het blad:
Van EngelandNeen!
,Van Nederland? Evenmin.
Van Duitschland? Ja.
Een zoo staan wij dan voor leze vraag
Is de anti-Duitsche campagne van „De
Telegraaf," onder leiding van oen journa
list, door den heer Holdert verdacht een
behartiger te zijn van Duitsche belangen
en in connectie staande met het Duitsche
ministerie van buitenlandscho zaken,
iemand wiens macht en willekeur aan „De
Telegraaf" zoo groot zijn, dat het liesfce
gedeelte van het redactiepersoneel tenge
volge van zijn optreden ontslag kreeg of
vroeg, is deze anti-Duitsche campagne
in den grond der zaak een pro-Duitsche,
bestemd om een conflict uit te lokken tus
schen Engeland en ons, in welk geval
Duitschland zich natuurlijk zou nawen ons
te hujp te komen?
Wij beantwoorden die vragen niet. De
naaste toekomst zal dat doen.
Do „Residentiebode" doet na oeno vermel
ding van het verslag opmerken:
„Denk men zich na dit alles nog eens
in de verontwaardiging van het „Neder
landsche ,volk" tegen de onderdrukking
van de „vrijheid def pers," zooals de heer
Holdert die heeft, opgeroepen....' en men
"beseft, hoe dat volk bij den neus geno
men isl
De „Telegraaf' deelt .mede en 'dat is
wel een heel sterk stukje dat zij oen
Eereraad wenscht, om te doen onderzoeken
de „anonieme laster" waarmee zij tengevolge
van het verslag der vergadering van de Am-
sterdamscha Pers door eenige bladen wordt
bestookt, grond heeft. Die Eereraad moet h.i.
bestaan uit 5 hoogstaande Nederlanders, 2
door haar, 2 door haar beschuldigers, en 1
door die 4 heeren tezamen aan te wijzen.
Hot „Vaderland" somt naar aanleid ng daar
van eenige feiten pp, die nu wel gebleken zijn
vaststaande te zyn en verklaart dan:
Een Eereraad?Wij hebben er nooit
behoefte aan gehad, en weten zulk een in
stelling daardoor misschien niet op de rech
te waarde te schatten. Maar wat ons be
treft
Doch wij vragen ons af: waar zooveel
corruptie en zooveel knoeierij reeds onom-
stootelijk vast staan, is het daar nog de
moeite waard, niet voor „De Telegraaf,"
maar voor het goedwillende publiek, om
zich warm te maken voor de onderzoekin
gen van een eventueelen Ee-reraad naar
détails die aan deze hoofdzaken niets af
doen?
Naar ons gevoelen niet.
„De Telegraaf" moge thans, geheel in
den stijl van haar overig optreden, do stem
der publieke opinio trachten te. overstem
men door 'n brutale houding en 't, luid
roeren van de reclametrom, sedert de hier
boven aangegeven feiten (en andere d'.o ïn
het verslag vermeld stonden) va3t staan,
laat geen verstandige zich vérder daardoor
ihisloklen.
In dat laatste heeft het blad ongetwijfeld
gelijk!
Het „Volk" doet terecht opmerken.
„Het denkbeeld, dat men aan deze Ijans-
worterij eon eereraad zou wijden, is werke
lijk onuitsprekelijk komiek."
TWEEDE KAMER.
(Zitting van gisteren).
In afwachting van het debat dat heden in
de Kamér zal worden gehouden over de wei
gering van den minister van Finantiën om
mede te werken tot een spoedige afdoening
der Ouderdomswet, waarbij als eeu uitvloei
sel wel eens een ministercrisis kon ontstaan
de N. R. Ct., een toonaangevend liberaal
blad, betoogde gisterenavond nog, dat in
dien de minister niet wil toegeven) men hem
dan niet moet sparen hield de Kamer zich
gister bezig met een bespreking van den toe
stand van het spoorwegpersoneel. Een onder
werp, dat zeer zeker niet van gewicht ont
bloot is, daar het geldt het belang van eenige
duizenden!
De heer KLEEREKOPEIL een soc.-dem.,
was de eersto spreker, die de grieven van
het spo o r w e gp ere o n cel vertolkte. Vooral
maakte hy er een grief van dat het personeel
zelf niet werd gehoord, zoo niet hij het vast
stellen der arbeidsvoorwaarden als bij de re
geling der loonen. Dan meende lui, dat de
regeling yan de rechtspositie vau het perso
neel in alle opzichten slecht is en dat het
personeel niet ds vrijheid heeft voor zijn ar
beidsvoorwaarden te strijden, 'Hij herinnerde
er verder aan, dat de groepsvertegemwoordi-
ging' eeu volledig éelièe is geweest en zeida
to wenschen eeu scheidsgerecht ou contract
met vak vereeniging op de basis van het En
gelsche systeem.
Komende op de dienst- en rusttijden be
toogde spr., dat de maximale grenzen nog
steeds worden overschreden* waardoor het
personeel spoedig versleten raakt. Voorts be
pleitte hij de invoering van meer vrije Zon
dagen en eene verbetering der arbeidsloonen.
Hij achtte eène algemeen© loonsherzieniug
urgent, omdat overal de loonen lager zijn dau
die van andere arbeiders, vooral die op de
werkplaateen. Ten slotte drong spr. er op
aan, dat het personeel van Van Gend en Loos,
dat in zeer ongunstige omstandigheden ver
keert, ouder het spoorwegpersoneel zal wor
den opgenomen en dat bij de herziening van
arbeidsvoorwaarden ook de vakvereeuigin
gen zullen worden gehoord.
De heer JANSSEN sloot zich"in meer dan
één opzicht bij. dit betoog aan. Hij deed op-
merkeu dat, al zijn in de laatste jareu eenige
verbeteringen in den toestand van liet spoor
wegpersoneel aangebracht, toch (te verjxoo-
giug der loonen geen gelijken tred hield met
de loonsverhoogingeu in andere bedrijven.
En verder behandelde hij de dienst- en rust
tijden, verzekerende zoolang die niet tot. zeer
normale, d.w.z. zeer beperkte tijde* zijn te
ruggebracht, zich genoodzaakt te zien ieder
jaar op deze aangelegenheid terug te komen.
Inzonderheid in 't belang van de veiligheid
van liet verkeer achtte spr. gen beperking
van de diensttijden dringend noodzakelijk.
En dan achtte hij een verandering in de sa
menstelling van het' scheidsgerecht dringcud
noodzakelijk.
In denzeifdeu geest ongeveer spraken ook
de heer KOSTER, die o.m. bepleitte een be
tere inrichting vau het scheidsgerecht als de
eerste voorwaarde oiu aan het personeel
eenige rechtspositie te verschaffen en de heer
BEUMER, die o.a. wenschte meer vrije Zon
dagen voor het personeel eu zoodanige maat
regelen, dat het personeel de vrijheid heeft
om het lidmaatschap van vertegenwoordi
gende lichamen waar te nemen.
Nadat nog de heer 8MEENGF, eveneens
had betoogd, dat een© betere regeling inzake
de dienst- en rusttijden drnigend noodzake
lijk is, werd de vergadering tot beden ver
daagd. Dan is de minister van" Waterstaat
aan het woord. Opmerkelijk is, dat alle spre
kers oordeelden dat het met den toestand
van het spoorwegpersoneel niet in den haak
is, maar dat die dringend verbetering eischt!
GEWISSELDE STUKKEN.
Op tyd aankomen van treinen.
Op__ de volgende schriftelijke vraag van den
heer Bichon van IJsselmonde betreffende bevor
dering van het aankomen der treinen op de in
de officieele dienstregeling aangegeven tijdstip
pen (ingezonden 13 dezer):
Is de min. bereid zijn invloed aan te wenden ten
einde te bevorderen, dat de spoortreinen be
houdens dan in de gevallen, waarin het troepen
vervoer dit onmogelijk mocht maken aanko
men op de tijdstippen, in de officieele dienstre
geling aangegeven?
heeft de minister van Waterstaat, de heer Lely
het volgende geantwoord: (Ingezonden 25 de
zer)
De dienstregeling van de treinen worden, zoo
lang de vordering van de spoorwegen voor 's
rijks dienst voortduurt, niet, zooals in gewone
tijden, door den minister van Waterstaat vastge
steld, doch door de daartoe aangewezen militai
re autoriteit. Van de zijde van het staatstoezicht
op de spoorwegdiensten wordt op de wijze, om
schreven in art. 6 van het reglement, vastgesteld
bij Kon. besluit van 17 Sept. 1912 (Stol. no.
295), bij die vaststelling bijstand verleend.
Het uitgebreide vervoer van militairen, zoome
de van vele rijwielen, veroorzaakt dikwijls trein-
vertragingen, tegen wejk euvel, zoowel van de
zijde der spoorwegmaatschappijen als door het
staatstoezicht, het in de tegenwoordige omstan
digheden mogelijke wordt verricht. Meer afdoen
de maatregelen kunnen moeilijk genomen worden,
zoolang niet door weder beschikbaarstëllen van
gevorderde locomotieven en rijtuigen, vermeerde
ring van het aantal reizigerstreinen mogelijk
wordt.
ALGEM. NEDERLANDSCH VERBOND.
Dc belangstelling voor aangelegenheden van
algemeen belang schijnt in onze stad aan het
luwen! Was^de bijeenkomst waar onlangs de
heer Van der Veen sprak over klokken <sn
klokkenspelen minder druk bezocht, opdie,
uitgaande van de afdeeling Haarlem en om
streken van het Algemeen Nederiaudsch Ver
bond, waarop gisterenavond de heer Mr. H.
van de Rivière uit Groningen eene voor
dracht hield, was de opkomst al bijzonder
treurig!
Hoewel de afdeeling naar wij meonen drie
honderd leden telt en de leden der Maats,
van Nijverheid, die der Kamer van Koop
handel en van een paar andere corporaties
mede waren uitgenoodigd, waren slechts een
20-tal personen aanwezig, waaronder eenige
dames
Doch die Weinigen volgden met aandacht
datgene wat de heer Van de Rivière had in
't midden te brengen over „Practisch natio
nalisme" en dat hij deed op aaugenaine, ge
zellige en onderhoudende manier, zóó dat
het er insloeg!
Spr. begon met na te gaan hoe in de laat
ste twee jaren het nationalisme in vele lan
den aan het opkomen is als een gevolg van
den oorlog en daarmede het egoïuie is over
wonnen, dat voorheen heerschende was; dat
nu het egoïsme secundair is geworden aan
de vaderlandsliefde. Ook in ons land is dat
merkbaar. Men had hier vóór den oorlog
weinig nationalisme, maar na dien werden,
de toestanden anders.
Hoe nu te denken over nationalisme, was
de vraag die spr. in den breede behandelde.
Hij waarschuwde om do zaak niet alleen
idealistisch te bezien, maar wenschte haar
meer van den practisehen kant te beschou
wen. En daarbij deed hij opmerken, dat na
tionalisme niet een kwaad is, maar een ge
weldige kracht, waarmede wij hebben, te
i-eken en.
Vooral de kleine Staten hebben dat te
deen, meende spr. en moeten bet nationali
teitsgevoel aankweeken, of zij worden tot
ondex-gang gedoemd. Ook voor den vrede ié
het blijven bestaan van de kleine Staten van
veel belang. Hy beschouwde Nederland als
het land, waar het minste nationaliteitsge
voel wordt gevonden, hetgeen oa. wel hier
uit blijkt, dat Nederland onder de landen
van Europa het land is, dat het minste over
had voor de verdediging van zijn onafhanke
lijkheid.
Daarom is het noodig aan 'ons volk duide
lijk te maken wat nationaliteistbesef inhoudt
en daarvan de beteekenis uiteen te zetten,
betoogde spr. Men dient propaganda te ma
ken voor militaire defensie, maar eerst eeu
nationale propaganda, eene voor het natio
nalisme. Het volk dient te beseften, dat na
tionaliteit iets is, dat waarde heeft. Door
woorden en daden dient men die-propagan
da te voeren.
Er is tóch niet alleen gemis van besef van
de ideëele, maar ook van de materieele waar
de van het nationaliteitsgevoel. Ook de ma
terieele belangen werden hier te lande ver
waarloosd. O.a. die van de handelsvertegeu-
woordiging en die van het vreemdelingen
verkeer en dan mist men eene organisatie om
in het buitenland, wanneer daar aangaande
(>ns land iets verkeerds wordt gepubliceerd,
dat te weerspreken en om onze Regeeriug
op de hoogte te houden van wat in het bui
tenland aangaande ons land wordt geschre
ven.
Het is beter dat dit van anderen kant dau
van dien der diplomaten geschiedt. Vau ont
zettend veel belang is zulk eene organisatie,
ook omdat zy den handel van voorlichting
kan dienen. Er dienden aan vei'bouden te
zjjn meuschen, die het buitenland en de pers
in liet huiteuland goed kennen. Indien men
niet inderdaad iets doet om op te komen te
gen de verwaarloozing deir nationale beluu-
gen, dan gaat ten leste het land ten ónder,
concludeerde spr.
Er dient te worden gevoerd eene krachtigf»
propaganda voor de nationale zaak. Hier
geldt het: indien nu niet, dan nooit! (Appl.)
De voorzitter, de heer dr. Schepers, die den
spreker flank bracht voor diens boeiende
voordracht, voegde daaraan toe, een betui
ging van leedwezen over de slechte opkomst.
Indien dat zoo door blijft gaan, dan, verze
kerd spr. zal ten leste het Bestuur zich ge
noodzaakt zien zijn mandaat neer te leggen,
„POLYHYMNIA."
A.a. Zondagmiddag zal het gemengde koor
„Polyhymnia" onder leiding N&n den heer
K. H. Kerkhoff, zijn derde matinee geven ea
heeft zich daarvoor niet alleen de medewer
king van mevr. Engelen Sewing weten te
verzekeren, doch ook die van onzen vroege-
ren stadgenoot, den heer F. S. Kerkhoff uit
Barmen, als violist, wiens vioolspel door de
Duitsche critici ten zeerste geroomd wordt.
Verder zal op dien middag het duibbel ge
mengde kwartet „Polyhymnia" de nummers
voordragen waarmede het onlangs te Am
sterdam met eerste en eerste ©ereprijzen be
kroond werd.
Alles te samen genomen belooft het ecu
middag van hoogstaande muzikale kunst te
worden, waarvoor eeu aanbeveling onzex*-
zijds overbodig geacht wordt, te meer waar
de twee vorige matinees een zeer druk be
zoek hadden.
DE EEDSWEIGERING TE BREDA,
De ros. 2e luit. S. B„ caudidaat iu de rech
ten te Amsterdam, die verleden weck als ge
tuige gedagvaard in een smokkelzaak voor
de rechtbank te Breda weigerde den eed af
te leggen en deswege in gijzeling werd ge
steld, heeft gisteren den eed afgelegd.
HUISVREDEBREUK 01' EEN POLITIE-,
BUREAU.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft gist
te ren bevestigd het vonnis der Amsterdam-
sehe rechtbank, waarbij drie personen ieder
tot drie weken gevangenisstraf verdon ver
oordeeld wegens huisvredebreuk in het po
litiebureau aan de Westerstraat aldaar, in
den nacht van 29 op 80 Maart 1915 gepleegd.
GEEN BEHOORLIJKE INKWARTIERING
Door den ambtenaar vau het O. M. bij het
kantongerecht te Middelburg, mr. W. F. E.
Baron van der Feltz, is Zaterdag tegen een;
62-jarigen rentenier uit Koudekerke 75—
boete of 15 dagen hechtenis geëiseht, wegena
'het niet behoorlijk ligging verschaffen aan
twee bij hem ingekwartierde soldaten.
Het hlee'k, dat de soldaten op een donkeren
zolder waren gebracht, waar zij niets anders
vonden dan een oud tapijt om op te liggen
eu eenige Laalzakken als hoofdkussen. Op
hun verzoek mochten zij toen een paar bos
sen stroo uit de schuur halen. Als dek kre
gen zij drie katoenen dekens.
De waarnemende kantonrechter, mr. J. J.
Heijse, noemde dit een behandeling, varken,
doch geen menschen waardig, en betoogde
dat twee lakens moesten worden verschaft.
Als men huiten niet begrijpt hoe men de sol
daten, die toch'reeds zooveel author-on, moet
behandelen, moet men maar eens lèereil. De
ambtenaar zette uiteen, dat hekl. een der
rijkste inwoners van Koudekerke is en vond
zijn handelwijze onbegrijpelijker', waar lii)
zelf een zoon in dienst heeft. JJit«Pran,k 5
Februari.
STOOMVAARTLIJNEN
Kon. Ned. Stoonib. Mij.
Diana, van Barcelona naar Amsterdam,
passeerde 25 Januari Dover; Minerva arri
veerde 27 dan. van Patras te Amsterdam;
Uranus arriveerde 26 Jan. van Valencia te
Rotterdam.
Stoomvaart Mij. Oceaan.
Idomeneus, van Batavia naar Londen, ver
trok 23 Jan. van Colombo; Tantalus, van
Amsterdam naar Liverpool, passeerde 25Jan
Lizard; Astyanax, thuisreis, vertrok 21 Jan.
van Batavia; Sarpedon, van Arasterdam naar
Batavia, arriveerde 24 Jan. te Port-Said.
HollandAmerikaHJn.
Amsteldijk arriveerde 26 Jan. van New«
Orleans te Rotterdam; Zaandijk, van Rot
terdam naar New-York, passeerde 25 Jan.
Dung-enoss; Noordam, van Rotterdam naai;
Now-York, arriveerde 25 Jan. te St. John'g
N. F. (wegens gebrek aan kolen).
Kon. Holl. Lloyd.
Rijnlandvertrok 26 Jan. vau Amstei'*
dam naar Botterdam. Fris ia, thuisreis, arri*
veerde 25 Jan. te Santos. Tubantia» uitrei^
vertrok 25 Jan. van Rio Janeiro.
Java Bengalen Lijn.
Calcutta arriveerde 23 Jan. van Rangooa
te Batavia.
--
1 i. a.