WAT ANDEREN ZEGGEN STATEN-GENERAAL STADSNIEUWS RECHTSZAKEN. gebracht aan Zaandam. Te half tien arri veerde de minister, vergezeld door de heeren Van Hoek, directeur-generaal, en Löhnis, in specteur van den Landbouw, den heer Iteite nia, directeur der leveusmiddeleuvoorzieniug tevens belast met den uitvoer van vee, en Remmelt, directeur van den veeartsenijkun- digeu dienst. De minister werd ontvangen door den bur gemeester K. ter Laan, den wethouder J. E. W. Duys en den gemeente-secretaris P. Kraan. Dadeüik na aankomst werd een rij toer gemaakt door de Oostzijde langs het overstroomde gebied en werden de daar aan gebrachte kistdammen in oogenschouw ge- uomen. Daarna werd een bezoek gebracht aan dc openbare school aan de Stadswerf, waar vluchtelingen uit het overstroomde deel der gemeente onderdak zijn gebracht. Daarna werd een bezoek gebracht aan het gemeentehuis, waar de minister een onder houd iiaJL met den heer O. Hannema, voor zitter van de commissie voor de verzorging der dieren, en met de leden der melkeom- missie. Met de commissie voor de melkvoorzie- ning besprak de minister de dreigende melk- nood. Nu een groot aantal stuks vee is en wordt uitgevoerd is de boeveelheid beschik bare melk beduidend verminderd. De minis ter informeerde naar de hoeveelheid melk, die uit Zaandam naar Amsterdam wordt uitgevoerd. In verband hiermede werd het plan vastgesteld om eiken morgen te Zaan dam te 8 uur een melkmarkt te houden. Het geen dan na deze markt beschikbaar zou blijven, zal dan naar Amsterdam worden uitgevoerd. Van Zaandam ging do minister naar Mar ken. De IJ polder. Aan het ophoogen van den Upolderdijk (laags zykauaal F) werken de inwonenden krachtig mede, met het noodige personeel zyn'ineer dan 50 span paarden en eveü zoo veel voertuigen beschikbaar gesteld. Die dijk ligt over het algemeen 20 cM. te laag, doch die langs het Noordzeekanaal is goed; er bestond vooralsnog volstrekt geen gevaar. De onverzorgde eenden. Naar men verneemt zijn de 10,000, noodig voor de verzorging en voeding van de 60,000 eenden rondom Volendam, reeds door de Watersnoodcommissie overgemaakt. De pokkengevallen te Amsterdam. Om trent da pokkengevallen die zich in de Hoofd stad voordeden lezen wij in het Hbld. De Oostenrijker, dié een der beide besmet tingshaarden vormde, en de andere lijders ver toeven nog steeds in het ziekenhuis; de Duifc- scher die de ziekte op enkele zijner huisgenoote overbracht wist zich door vertrek uit Amster dam aan opneming in 't ziekenhuis te onttrek ken. Toen bleek dat de man zich naar de resi dentie begeven had werd da Haagsehe gezond heidsdienst onmiddellijk gewaarschuwd. Zooals bkend ia, ia een der patiënten, een kapper, inmiddels aan de ziekte overleden. Het bleek, naar men weet, dat deze man zich nim mer aan een vaccinatie had onderworpen. De overige patiënten werden, slechts in lichten graad aangetast; zij maken hot goed. Familie- leden en kennissen, die bij do lijders aan huis kwamen, worden van tijd tot tijd gecontro leerd; tot dusver hebben zich eohter geen ver dachte verschijnselen voorgedaan. Zes personen werden bovendien ter observa tie in het Wihelminagaathuis opgenomen. Van deze personen ia er een, de vrouw van den over leden lijder, door gewijzigde pokken aangetast. Het nut van het in observatie nemen ia hier door weder gebleken. Omtrent de toestand der lijders, één ernstig geval en vier. lichte gevallen, vernamen wij, dat deze thans bevredigend was. Inbraak in een Bank van Leening. Giste rennacht is te Utrecht ingebroken in den win kel van de bank van leening in do Jeruzalem- steeg. Er wordt voor een waarde van circa 2000 aan gouden "Voorwerpen vermist. Een politic-agent zag de inbrekers uit don winkel komen, doch mocht er niet in slagen zo aan te houden. Ondank is 's werelds loon. Een landbou wer onder Zoeterwoude had een zwerver uit Rotterdam in den loop van den zomer uit mede lijden in zijn werk genomen en een geheel en tijd in zijn dienst gehouden, totdat nu niets meer voor hem te doen was. Hij kreeg zijn ont slag. De zwerver heeft nu wat levensmiddelen en een paar nieuwe schoenen by zyn weldoenor gestolen I INGEZONDEN. Voor dea inbond dezer rubriek «telt de He- factie zicb niet aansprakelijk. Heemstede, 25 Jan. 1916. Mijnheer de Redacteur. Vergun mij de plaatsing van. eenige regels xi uw veelgelezen blad. Bij voorbaat mijn dank. Het doet mij, en voorzeker velen met mij, goed aan, wanneer een vergadering of uit voering van een onzer E K. vereenigingen met succes bekroond wordt. Het toont van ijver van den kant der vereeniging, van goe den wil van den kant des publieks. Neg meer wordt die vreugde vergroot, wanneer het betreft een vereeniging van eigen stad of dorp. Ziehier nu, M. de Redacteur, de zaak waarom het hier eigenlijk gaat. Ik ben Heem steder en uit den aard der zaak heb Ik me nigmaal een uitvoering van een of andere vereeniging bijgewoond. Ik heb daar soms genoten, meer echter heb ik mij er geërgertï. Waaraan?. Niet aan de spelers, niet aan het geen opgevoerd werd, maar aan het kinder achtige, laat ik maar zeggen zoo ik het meen: en gelukkig zijn er velen met mij aan het kwajongensachtig optreden in de zaal Men kan geen verslag lezen van een of an dere uitvoering of er wordt uitdrukkelijk bijgevoegd, ofwel men kan het tuseclien de regels door lezen, dat er een rumoerig publiek in de zaal waa. Zoo ook op de j.l. jrehouden uitvoering der Harmonie „St. Ml- ehaël"; een ietier hoeft dit kunnen lezen. Nu Vraag ik, M. de Redacteur, of dit een nood- kei ijk punt der agenda is geworden in •minstede: mmoer in de zaal! Van geen andere plaats in de nabuurtscbap wordt zoo iets vernomen. En nog zou ik liet kunnen pissteen, wanneer hot slechts een enkele maal voorviel. Maar bij iedere uitvoering is het weer hetzelfde gedoe: rumoer in de zaai. Aan wie(u) de schuld? Wie moet er optre den als bewakers der orde? Waartoe dan politie achter in de zaal? M.i. gansch over bodig. Met de Heemsteders hen ik van mee ning, dat hier verandering in kan en moet komen. Zeer velen met mij zouden voorzeker meer het E. K. Yereenigingsgöbouw bezoe ken, wanneer men ons door het rumoerig op treden van enkele ongemanierde mal-élëvé's niet vergalde, wal wij voor echoons en nut tigs genoten van spel of zang. Ik meen thans genoeg voorgelicht Te neb ben en hoop dat. de orde heter zal gehand haafd worden. Met. dank voor de plaatsing, ABONNE. HET TELEGEAAF-SCH ANDA AL. Natuurlijk dat kon niet uitblijven wordón in eenige bladen' commentaren ge leverd bij het, verslag van de vergadering der Amsterdamsche Pers dat zoo opzienba rende onthullingen bevatte umgannda het vTeleg raaf-schandaal. Het „Hbld." meent dat die onthullingen voor ons land en voor do Nederlandsche jouv- nalistiek'diep bedroevend en beschamend zijn. Het haalt dan eenige der ergste feiten uit het verslag aan. In de eersto plaats het op treden van den heer Simons en diens aan stelling aan het blad, waarna het voortgaat: Het tweede teleurstellende feit is, dat een hoofdredacteur gevonden is, die ge toond heeft ongeveer elko karaktereigen schap, die wij in een hoofdredacteur «tie nen te mogen verwachten, te missen. De heer Schroder heeft vélen zijner collega's wij zouden haast zeggen: de meesten wel eens scheldwoorden 'toegevoegd. Een geliefkoosd scheldwoord van hem wa-: inkt koelie. Welnu, de heer Schroder heeft wel getoond te zijn een inktkoelie in de aller laagste beteekenis van het woord. En het derde punt, waarop de aandacht moet gevestigd worden, is ilit: wat speur ders van „De Telegraaf," journalisten, als die ervoor te krijgen waren, en anderen utisnuffelden omtrent smokkelarij van wa ren naar Duitschland, werd bericht aan de Fransche en Engelsche legaties. Dat ls het ernstigste feit. Dit is niet alleen oen onthulling van ellendige toestanden aan directie en redactie van een groot Neder- landsch dagblad, dit ia meer. Aangenomen toch, dat directie en hoofd redactie van „De Telegraafmeenden, dat zij er goed afin deden, dat arij een Neder- landsch belang bevorderden door onze re- gearing te wijzen op de smokkelarij aan onze grenzen dat zij dit belang dienden door vreemde legaties in staat te stellen beschuldigingen tegen onze regeering in te brengen, dat kunnen zij niet.gemeend hebben. Zij moeten begrepen lm hoen, dat zij hiermede zeer zeker op ze neutraliteit in gevaar brachten. De „N. Rott. Ct." laat zich o.m. als volgt uit en schetste daarmede heel scherp hoe het aan de „Telegraaf" er aan toeging: De heer H. M. O. Holdert, „een En- gelschman," „een gewezen spion in Duit- sejien dieust," „een Belgische avonturier," en nog „eenige Hollanders van minder al looi" ziedaar hot geestelijk ynlieu. van waar 'at zoogenaamde anti-smokkelcampag- ne in Nederland's luidruchtigste dagblad uitgaat. De „speurders" van deze combi natie zien tegen geen middelen op; zij go- ven zich uit voor „inspecteurs" van de „N. O. T.", voor verslaggevers van „De Telegraaf," en rekenen het ook tot hun taak, „smokkelarij en andere ongerechtig heid te provoceeren"; „vervalschtè docu menten worden evenmin versmaad. Voor zoover dit lugubere bedrijf cop'e voor de krant oplevert, verhuisd deze naar de kolommen van" „De Telegraaf", buiten weten van den hoofdredacteur om, en te gen zijn zin. Verder worden de Fransche en Engelsche legatie té 's-Gravenhage met het „materiaal, door bovengenoeriide speur ders verzameld" gracieuselijk bediend. Dit alles gaat door voor oeno beweging in het belang' van ons vaderland. Wie daar omtrent wat sceptisch is, krijgt de volle laag hoon, waarover men in het hovengo- schetste gezelschap beschikt. Het „eenige flinke dagblad" omhult zich met een pant ser van verdachtmaking en lasterlijke aan tijgingen, waarmee het eiken twijfelaar aan aan de oprechtheid van zijn streven af weert. Do „Nieuwe Courant" geeft een karakte- riseering van de heeren Holdert, Simons en Schroder. Wat aangaat den laatste zegt zij on'der meer De held Schroder, "de kampioen voor al wat. er edels ea fiers in Nederland gesmoord dreigde te worden o laffe neutraliteit, de man dien ds. Gin: i den kerker aan trof in gezelschap var. ates en alle gees- tesheroën der historie St.-Nicolaas-ide- aal van Amsterdam en eendags-celebri- teit van Londen en 1' helaas, wat is hij anders geweest dan een arme voet bal, door Holdert tusschen den kop van de courant en de gevangenis, tusschen de hoofdredacteurs-kamer, het redactie-verblijf en de broodeloosheid heen en weer getrapt. Een pioreele zwakkeling dié, na tallooze vruchtolooze pogingen om zich aan de boeien van den despoot te ontwringen na zich telkens weer te hebben laten paaien met beloften van zuivering 'van positie, na zijn redacteuren buiten hem om on tegen zijn wil te hebben zien'ontslaan de ketenen willig blijft dragen waarmee oen Holdert, waarachtig nog jaloorsch op zijn slachtof fer, hem nauwelijks uit den kerker ont slagen weder stond op te wachten! De „Nederlander" zegt er zich in te var- heugen, dat het Nederlandsche volk, ook liet deel dat langen tijd niet luisteren wilde naar Tie waarschuwingen die de tamelijk goed go- informeerde pers tegen de „Telegraaf" richt te. nu ^gelegenheid heeft gehad om achter de coulissen te zien. Dat hierbij schrijft zij eenige hon derden goêlien geblameerd zijn door het afdrukken van zekere mot naam en kwali teit geteekende ontboezemingen ovev hel den, helden vereering en pers-vrijheid iu Jféderland, moge hun wat tragisch voorko men, zij mogen troost putten uit de oyer- tuiging dïteook dit ailés, heeft meégawerkf tot de tragi komische ontknooping van het dra'me, waarin de- rollen zoowel van Holdert als van Schroder hun laatste applaus heb ben gehad. Vermoedelijk ook en dit is voor ons van geen geringe beteekenis vermoe delijk ook in het buitenland. Want we mo gen aan de buitenlandscho pers toch zeker genoeg gezond verstand toekennen om te -onderstellen, dat zij den pestwalm van zulk een heksenketel niet langer voor wierook op het Entente-altaar zal houden. Het „Vaderland" acht de onthulde feiten zoo verbijsterend, dat men aarzelt, er de ge volgtrekking uit af te leiden, waartoe zij ro den geven. Het blad schrijft: Hoe nu'? Wordt de anti-Duitsche campag ne van „De Telegraaf'' inderdaad gevoerd onder de redactioneéle leiding van iemand die rnet ambtenaren van het Duitsche mi nisterie van buitenlandscho zaken uaar Am sterdam gekomen is om er artikelen in het belang van Duitschland geplaatst te krij gen, en die door den heer II. M. Hol der zelf tien aanhoore van het redactie-, personeel met zooveel woorden is gebrand merkt a's een zaakwaarnemer van Duitsch land? Zoo ja, en wij gelooven dat de in het verslag medegedeelde feiten alle aanleiding geven om aan te nemen dat leze monster achtigheid van „De Telegraaf" werkelijk heid is, zoo ja, wat is Jan hare geheele anti-Duitsehe campagne anders dan een schijnbeweging? Immers zij brengt mede wat Engeland doet, zelfs of is dat, aan het handeldrijvende en industrieel e deel van ons volk hoogst onaangenaam, en al lijdt ons geheele volk onder de prijsopdrijving die daarvan het gevolg is. Ja, erger dan dat, zij wordt zoo ver gedreven, dat En geland zelfs tot nog scherper optreden te gen ons wordt aangespoord, op gevaar af van een conflict tusschen ons en dat land iu het loven te reeoen. Maar wiens belang zou daarmede worden gediend? Op deze vraag antwoordt het blad: Van EngelandNeen! ,Van Nederland? Evenmin. Van Duitschland? Ja. Een zoo staan wij dan voor leze vraag Is de anti-Duitsche campagne van „De Telegraaf," onder leiding van oen journa list, door den heer Holdert verdacht een behartiger te zijn van Duitsche belangen en in connectie staande met het Duitsche ministerie van buitenlandscho zaken, iemand wiens macht en willekeur aan „De Telegraaf" zoo groot zijn, dat het liesfce gedeelte van het redactiepersoneel tenge volge van zijn optreden ontslag kreeg of vroeg, is deze anti-Duitsche campagne in den grond der zaak een pro-Duitsche, bestemd om een conflict uit te lokken tus schen Engeland en ons, in welk geval Duitschland zich natuurlijk zou nawen ons te hujp te komen? Wij beantwoorden die vragen niet. De naaste toekomst zal dat doen. Do „Residentiebode" doet na oeno vermel ding van het verslag opmerken: „Denk men zich na dit alles nog eens in de verontwaardiging van het „Neder landsche ,volk" tegen de onderdrukking van de „vrijheid def pers," zooals de heer Holdert die heeft, opgeroepen....' en men "beseft, hoe dat volk bij den neus geno men isl De „Telegraaf' deelt .mede en 'dat is wel een heel sterk stukje dat zij oen Eereraad wenscht, om te doen onderzoeken de „anonieme laster" waarmee zij tengevolge van het verslag der vergadering van de Am- sterdamscha Pers door eenige bladen wordt bestookt, grond heeft. Die Eereraad moet h.i. bestaan uit 5 hoogstaande Nederlanders, 2 door haar, 2 door haar beschuldigers, en 1 door die 4 heeren tezamen aan te wijzen. Hot „Vaderland" somt naar aanleid ng daar van eenige feiten pp, die nu wel gebleken zijn vaststaande te zyn en verklaart dan: Een Eereraad?Wij hebben er nooit behoefte aan gehad, en weten zulk een in stelling daardoor misschien niet op de rech te waarde te schatten. Maar wat ons be treft Doch wij vragen ons af: waar zooveel corruptie en zooveel knoeierij reeds onom- stootelijk vast staan, is het daar nog de moeite waard, niet voor „De Telegraaf," maar voor het goedwillende publiek, om zich warm te maken voor de onderzoekin gen van een eventueelen Ee-reraad naar détails die aan deze hoofdzaken niets af doen? Naar ons gevoelen niet. „De Telegraaf" moge thans, geheel in den stijl van haar overig optreden, do stem der publieke opinio trachten te. overstem men door 'n brutale houding en 't, luid roeren van de reclametrom, sedert de hier boven aangegeven feiten (en andere d'.o ïn het verslag vermeld stonden) va3t staan, laat geen verstandige zich vérder daardoor ihisloklen. In dat laatste heeft het blad ongetwijfeld gelijk! Het „Volk" doet terecht opmerken. „Het denkbeeld, dat men aan deze Ijans- worterij eon eereraad zou wijden, is werke lijk onuitsprekelijk komiek." TWEEDE KAMER. (Zitting van gisteren). In afwachting van het debat dat heden in de Kamér zal worden gehouden over de wei gering van den minister van Finantiën om mede te werken tot een spoedige afdoening der Ouderdomswet, waarbij als eeu uitvloei sel wel eens een ministercrisis kon ontstaan de N. R. Ct., een toonaangevend liberaal blad, betoogde gisterenavond nog, dat in dien de minister niet wil toegeven) men hem dan niet moet sparen hield de Kamer zich gister bezig met een bespreking van den toe stand van het spoorwegpersoneel. Een onder werp, dat zeer zeker niet van gewicht ont bloot is, daar het geldt het belang van eenige duizenden! De heer KLEEREKOPEIL een soc.-dem., was de eersto spreker, die de grieven van het spo o r w e gp ere o n cel vertolkte. Vooral maakte hy er een grief van dat het personeel zelf niet werd gehoord, zoo niet hij het vast stellen der arbeidsvoorwaarden als bij de re geling der loonen. Dan meende lui, dat de regeling yan de rechtspositie vau het perso neel in alle opzichten slecht is en dat het personeel niet ds vrijheid heeft voor zijn ar beidsvoorwaarden te strijden, 'Hij herinnerde er verder aan, dat de groepsvertegemwoordi- ging' eeu volledig éelièe is geweest en zeida to wenschen eeu scheidsgerecht ou contract met vak vereeniging op de basis van het En gelsche systeem. Komende op de dienst- en rusttijden be toogde spr., dat de maximale grenzen nog steeds worden overschreden* waardoor het personeel spoedig versleten raakt. Voorts be pleitte hij de invoering van meer vrije Zon dagen en eene verbetering der arbeidsloonen. Hij achtte eène algemeen© loonsherzieniug urgent, omdat overal de loonen lager zijn dau die van andere arbeiders, vooral die op de werkplaateen. Ten slotte drong spr. er op aan, dat het personeel van Van Gend en Loos, dat in zeer ongunstige omstandigheden ver keert, ouder het spoorwegpersoneel zal wor den opgenomen en dat bij de herziening van arbeidsvoorwaarden ook de vakvereeuigin gen zullen worden gehoord. De heer JANSSEN sloot zich"in meer dan één opzicht bij. dit betoog aan. Hij deed op- merkeu dat, al zijn in de laatste jareu eenige verbeteringen in den toestand van liet spoor wegpersoneel aangebracht, toch (te verjxoo- giug der loonen geen gelijken tred hield met de loonsverhoogingeu in andere bedrijven. En verder behandelde hij de dienst- en rust tijden, verzekerende zoolang die niet tot. zeer normale, d.w.z. zeer beperkte tijde* zijn te ruggebracht, zich genoodzaakt te zien ieder jaar op deze aangelegenheid terug te komen. Inzonderheid in 't belang van de veiligheid van liet verkeer achtte spr. gen beperking van de diensttijden dringend noodzakelijk. En dan achtte hij een verandering in de sa menstelling van het' scheidsgerecht dringcud noodzakelijk. In denzeifdeu geest ongeveer spraken ook de heer KOSTER, die o.m. bepleitte een be tere inrichting vau het scheidsgerecht als de eerste voorwaarde oiu aan het personeel eenige rechtspositie te verschaffen en de heer BEUMER, die o.a. wenschte meer vrije Zon dagen voor het personeel eu zoodanige maat regelen, dat het personeel de vrijheid heeft om het lidmaatschap van vertegenwoordi gende lichamen waar te nemen. Nadat nog de heer 8MEENGF, eveneens had betoogd, dat een© betere regeling inzake de dienst- en rusttijden drnigend noodzake lijk is, werd de vergadering tot beden ver daagd. Dan is de minister van" Waterstaat aan het woord. Opmerkelijk is, dat alle spre kers oordeelden dat het met den toestand van het spoorwegpersoneel niet in den haak is, maar dat die dringend verbetering eischt! GEWISSELDE STUKKEN. Op tyd aankomen van treinen. Op__ de volgende schriftelijke vraag van den heer Bichon van IJsselmonde betreffende bevor dering van het aankomen der treinen op de in de officieele dienstregeling aangegeven tijdstip pen (ingezonden 13 dezer): Is de min. bereid zijn invloed aan te wenden ten einde te bevorderen, dat de spoortreinen be houdens dan in de gevallen, waarin het troepen vervoer dit onmogelijk mocht maken aanko men op de tijdstippen, in de officieele dienstre geling aangegeven? heeft de minister van Waterstaat, de heer Lely het volgende geantwoord: (Ingezonden 25 de zer) De dienstregeling van de treinen worden, zoo lang de vordering van de spoorwegen voor 's rijks dienst voortduurt, niet, zooals in gewone tijden, door den minister van Waterstaat vastge steld, doch door de daartoe aangewezen militai re autoriteit. Van de zijde van het staatstoezicht op de spoorwegdiensten wordt op de wijze, om schreven in art. 6 van het reglement, vastgesteld bij Kon. besluit van 17 Sept. 1912 (Stol. no. 295), bij die vaststelling bijstand verleend. Het uitgebreide vervoer van militairen, zoome de van vele rijwielen, veroorzaakt dikwijls trein- vertragingen, tegen wejk euvel, zoowel van de zijde der spoorwegmaatschappijen als door het staatstoezicht, het in de tegenwoordige omstan digheden mogelijke wordt verricht. Meer afdoen de maatregelen kunnen moeilijk genomen worden, zoolang niet door weder beschikbaarstëllen van gevorderde locomotieven en rijtuigen, vermeerde ring van het aantal reizigerstreinen mogelijk wordt. ALGEM. NEDERLANDSCH VERBOND. Dc belangstelling voor aangelegenheden van algemeen belang schijnt in onze stad aan het luwen! Was^de bijeenkomst waar onlangs de heer Van der Veen sprak over klokken <sn klokkenspelen minder druk bezocht, opdie, uitgaande van de afdeeling Haarlem en om streken van het Algemeen Nederiaudsch Ver bond, waarop gisterenavond de heer Mr. H. van de Rivière uit Groningen eene voor dracht hield, was de opkomst al bijzonder treurig! Hoewel de afdeeling naar wij meonen drie honderd leden telt en de leden der Maats, van Nijverheid, die der Kamer van Koop handel en van een paar andere corporaties mede waren uitgenoodigd, waren slechts een 20-tal personen aanwezig, waaronder eenige dames Doch die Weinigen volgden met aandacht datgene wat de heer Van de Rivière had in 't midden te brengen over „Practisch natio nalisme" en dat hij deed op aaugenaine, ge zellige en onderhoudende manier, zóó dat het er insloeg! Spr. begon met na te gaan hoe in de laat ste twee jaren het nationalisme in vele lan den aan het opkomen is als een gevolg van den oorlog en daarmede het egoïuie is over wonnen, dat voorheen heerschende was; dat nu het egoïsme secundair is geworden aan de vaderlandsliefde. Ook in ons land is dat merkbaar. Men had hier vóór den oorlog weinig nationalisme, maar na dien werden, de toestanden anders. Hoe nu te denken over nationalisme, was de vraag die spr. in den breede behandelde. Hij waarschuwde om do zaak niet alleen idealistisch te bezien, maar wenschte haar meer van den practisehen kant te beschou wen. En daarbij deed hij opmerken, dat na tionalisme niet een kwaad is, maar een ge weldige kracht, waarmede wij hebben, te i-eken en. Vooral de kleine Staten hebben dat te deen, meende spr. en moeten bet nationali teitsgevoel aankweeken, of zij worden tot ondex-gang gedoemd. Ook voor den vrede ié het blijven bestaan van de kleine Staten van veel belang. Hy beschouwde Nederland als het land, waar het minste nationaliteitsge voel wordt gevonden, hetgeen oa. wel hier uit blijkt, dat Nederland onder de landen van Europa het land is, dat het minste over had voor de verdediging van zijn onafhanke lijkheid. Daarom is het noodig aan 'ons volk duide lijk te maken wat nationaliteistbesef inhoudt en daarvan de beteekenis uiteen te zetten, betoogde spr. Men dient propaganda te ma ken voor militaire defensie, maar eerst eeu nationale propaganda, eene voor het natio nalisme. Het volk dient te beseften, dat na tionaliteit iets is, dat waarde heeft. Door woorden en daden dient men die-propagan da te voeren. Er is tóch niet alleen gemis van besef van de ideëele, maar ook van de materieele waar de van het nationaliteitsgevoel. Ook de ma terieele belangen werden hier te lande ver waarloosd. O.a. die van de handelsvertegeu- woordiging en die van het vreemdelingen verkeer en dan mist men eene organisatie om in het buitenland, wanneer daar aangaande (>ns land iets verkeerds wordt gepubliceerd, dat te weerspreken en om onze Regeeriug op de hoogte te houden van wat in het bui tenland aangaande ons land wordt geschre ven. Het is beter dat dit van anderen kant dau van dien der diplomaten geschiedt. Vau ont zettend veel belang is zulk eene organisatie, ook omdat zy den handel van voorlichting kan dienen. Er dienden aan vei'bouden te zjjn meuschen, die het buitenland en de pers in liet huiteuland goed kennen. Indien men niet inderdaad iets doet om op te komen te gen de verwaarloozing deir nationale beluu- gen, dan gaat ten leste het land ten ónder, concludeerde spr. Er dient te worden gevoerd eene krachtigf» propaganda voor de nationale zaak. Hier geldt het: indien nu niet, dan nooit! (Appl.) De voorzitter, de heer dr. Schepers, die den spreker flank bracht voor diens boeiende voordracht, voegde daaraan toe, een betui ging van leedwezen over de slechte opkomst. Indien dat zoo door blijft gaan, dan, verze kerd spr. zal ten leste het Bestuur zich ge noodzaakt zien zijn mandaat neer te leggen, „POLYHYMNIA." A.a. Zondagmiddag zal het gemengde koor „Polyhymnia" onder leiding N&n den heer K. H. Kerkhoff, zijn derde matinee geven ea heeft zich daarvoor niet alleen de medewer king van mevr. Engelen Sewing weten te verzekeren, doch ook die van onzen vroege- ren stadgenoot, den heer F. S. Kerkhoff uit Barmen, als violist, wiens vioolspel door de Duitsche critici ten zeerste geroomd wordt. Verder zal op dien middag het duibbel ge mengde kwartet „Polyhymnia" de nummers voordragen waarmede het onlangs te Am sterdam met eerste en eerste ©ereprijzen be kroond werd. Alles te samen genomen belooft het ecu middag van hoogstaande muzikale kunst te worden, waarvoor eeu aanbeveling onzex*- zijds overbodig geacht wordt, te meer waar de twee vorige matinees een zeer druk be zoek hadden. DE EEDSWEIGERING TE BREDA, De ros. 2e luit. S. B„ caudidaat iu de rech ten te Amsterdam, die verleden weck als ge tuige gedagvaard in een smokkelzaak voor de rechtbank te Breda weigerde den eed af te leggen en deswege in gijzeling werd ge steld, heeft gisteren den eed afgelegd. HUISVREDEBREUK 01' EEN POLITIE-, BUREAU. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft gist te ren bevestigd het vonnis der Amsterdam- sehe rechtbank, waarbij drie personen ieder tot drie weken gevangenisstraf verdon ver oordeeld wegens huisvredebreuk in het po litiebureau aan de Westerstraat aldaar, in den nacht van 29 op 80 Maart 1915 gepleegd. GEEN BEHOORLIJKE INKWARTIERING Door den ambtenaar vau het O. M. bij het kantongerecht te Middelburg, mr. W. F. E. Baron van der Feltz, is Zaterdag tegen een; 62-jarigen rentenier uit Koudekerke 75— boete of 15 dagen hechtenis geëiseht, wegena 'het niet behoorlijk ligging verschaffen aan twee bij hem ingekwartierde soldaten. Het hlee'k, dat de soldaten op een donkeren zolder waren gebracht, waar zij niets anders vonden dan een oud tapijt om op te liggen eu eenige Laalzakken als hoofdkussen. Op hun verzoek mochten zij toen een paar bos sen stroo uit de schuur halen. Als dek kre gen zij drie katoenen dekens. De waarnemende kantonrechter, mr. J. J. Heijse, noemde dit een behandeling, varken, doch geen menschen waardig, en betoogde dat twee lakens moesten worden verschaft. Als men huiten niet begrijpt hoe men de sol daten, die toch'reeds zooveel author-on, moet behandelen, moet men maar eens lèereil. De ambtenaar zette uiteen, dat hekl. een der rijkste inwoners van Koudekerke is en vond zijn handelwijze onbegrijpelijker', waar lii) zelf een zoon in dienst heeft. JJit«Pran,k 5 Februari. STOOMVAARTLIJNEN Kon. Ned. Stoonib. Mij. Diana, van Barcelona naar Amsterdam, passeerde 25 Januari Dover; Minerva arri veerde 27 dan. van Patras te Amsterdam; Uranus arriveerde 26 Jan. van Valencia te Rotterdam. Stoomvaart Mij. Oceaan. Idomeneus, van Batavia naar Londen, ver trok 23 Jan. van Colombo; Tantalus, van Amsterdam naar Liverpool, passeerde 25Jan Lizard; Astyanax, thuisreis, vertrok 21 Jan. van Batavia; Sarpedon, van Arasterdam naar Batavia, arriveerde 24 Jan. te Port-Said. HollandAmerikaHJn. Amsteldijk arriveerde 26 Jan. van New« Orleans te Rotterdam; Zaandijk, van Rot terdam naar New-York, passeerde 25 Jan. Dung-enoss; Noordam, van Rotterdam naai; Now-York, arriveerde 25 Jan. te St. John'g N. F. (wegens gebrek aan kolen). Kon. Holl. Lloyd. Rijnlandvertrok 26 Jan. vau Amstei'* dam naar Botterdam. Fris ia, thuisreis, arri* veerde 25 Jan. te Santos. Tubantia» uitrei^ vertrok 25 Jan. van Rio Janeiro. Java Bengalen Lijn. Calcutta arriveerde 23 Jan. van Rangooa te Batavia. -- 1 i. a.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 6