II
WAT ANDEREN ZEGGEN
mm
De geschiedenis van de
afgehouwen hand.
Raadsels.
xxxxxxxxxxx
Ons Ruil- en Verzameüioekje.
vermoord. De dei Godsdienst vijandige politiek
vermoordde de oudste dochter der Kerk. Die
politiek kan geen kruizen zien en zij kruisigde
het Katholicisme aan scherpe nageleu.
Dit is ons voorbeeld, onze leering, onze waar
schuwing. Daarom wek ik u op, zeide spreker,
tot den strijd. En wanneer ik nu het geluk heb
gehad u te overtuigen van de noodzakelijkheid
van diep politieker, strijd, dien gij voor.uw begin
selen te strijden hebt, dan reken ik mij rijkelijk
beloond.
Zoo gaan wij den aanstaanden strijd tegemoet.
De campagne'is nu begonnen. Wij, Roomsche
propagandisten, gaan tezamen ten strijde en zul
len hier andermaal samenkomen na onze mach
tige overwinning, wanneer wij onze victorie zul
len vieren.
Na deze, vele malen door applaus onderbro
ken, rede, weerklonk een als onbedaarlijk applaus.
In een hartelijk slotwoord bracht de voorzitter
den redenaar dank en hulde voor zijn schoone
en opwekkende rede en wenschie Mr. Romans
nog vele malen voor de Katholieken te zien op
treden, om hen te voeren tot de overwinning.
Hierna sloot de voorzitter deze- zoo succesvol
geslaagde vergadering met den Christelijker.
Groet.
HET MIDDENSTANDSCREDIET ÈN NOG
WAT ANDERS.
Multiflores schrijft in „De R. K, Land
en Tuinbouwer"?
Tengevolge van het uitbreken van den oor
log; zijn verschillende bloemisten in geldver
legenheid geraakt.
De groote prijsdaling der bloembollen,
maakte dat de rekening van menigeen niet
klopte.
Be ondernemingsgeest had menigeen er toe
gebracht, zijn zaak tot de grootste spankracht
uit te breiden. Deze was echter niet gepre
pareerd op stooten zooals deze oorlog gegeven
heeft. Voor velen toch beteekënde deze stoo
ten hunnen nog niet verkochten voorraad
tegen met rneer als de helft verminderde
prijzen op te ruimen. Hyacinthenkweekers
vooral zijn getroffen. Ver, yér beneden de
productiekosten moest bij hen de voorraad
weg.
Dè handelaars zijn er nog hot beste afgeko
men, omdat zij voor 'n groot gedeelte hun voor
raad tegen vooraf gemaakte, goeie prijzen,
verkocht hadden en de tekorten in hun voor
raad tegen luttele prijzen inkochten, dienten
gevolge nog een redelijk boek maakte. Zoo
heette het in bepaalde kringenmaar... hoe
veel duizenden guldens zijn er wel geboekt
maar niet binnengekomen'!
Met bekwamen spoed trok men in Aug. m
Sept.. 191-1 aaa het werk om een In het zicht
zijnd algemeen bankroet van do bollen wereld
to voorkomen. Loffelijk is het streven te
noemen van hen die door syndicaat vorming
trachtte de in moeilijkheden geraakt lijnde
bollenwereld te redden. De syndicaatvormiag
zou mei zieft brengen een rijksvoorschot van
een millioen of vier. Toen echter hét puntje
aan het paaltje kwam en men ten koste van
de gemeenschap offers vroeg 'toen bleek
de nood niet zoo hoog. Vele dachten 'zichzelf
te redden, de zwakkere broeder moest maar
voor zich zelf zorgen of versmachten. En
wat is er gebeurd? Men heeft zich geholpen,
elk op zijn manier en op velerlei manieren.
De sterken werden zwak en de zwakken
sterk. Spreek ik in raadsels?.... Ziehier dan.
Wie in Nov. 1914 aan zijn finantieele ver
plichtingen in alle opzichten kon voldoen,
was een sterke. Eilacie...... komt er eens
.om! Ja, ziet u, we kunnen u wel betalen,
maar lijden zulke groote schade enz. dus
8 A 10 pCt. korting s.v.p.! Heb toch mede
lijden met ons groote patroons wij lijden zulke
enorme schade: als de kweekers on3 met een
beet.jp helpen komen we er niet door. Na
eenig tegenstribbelen, aangelokt door kleu
ren van het openliggende chequeboekje, stem
de kweeker a toe om inplaats van tweehon
derd gulden er zestien minder te ontvangen,
want hij had het toch zoo hard noodig. Kwee
ker b vond goed 80 pOt. nu te ontvangen,
ie ander 20 pCt. als de oorlog voor Maart '15
geëindigd was, als het dan nog niet ten
einde was, zou de schade zóó groot zijn dat
die 20 pCt. eigenlijk nog te kort was.
Wanneer het soms niet te best lukte, dan
werd er als hulpmiddel met de noodwet van
Sept. 1914 geschermd....;
Enkele anderen zeiden: sta mo 80 pCt. kor
ting toe dan betaal ik. Doe je liet. niet, haal
Tiet dan maar, bij deurwaarder of advocaat
wost je dat halen toch ook wel 10 pCt
Toets zoo'n moraal eens aan de Christelijke
leerJammer» driewerf jammer, dat de
L. T. B. al niet reeds jaren bestaan heeft. Dat
we ar met reeds jaren in een goede Roomsche
organisatie onderlegd geworden waren in het
geen de Roomsche plicht van on3 vraagt,
want onder deze zijn er, ook nog gelukkig
weinigen, dio het begrip van recht en macht
vertroebelde.
Die herinnering- zoo voor den geest halend,
trekt ook voor mijn oog voorbij die schare
van arbeiders, die zoo plots voor het fait
accompli gepladtst werden 25 of 30 pCt. kor
ten of ontslag 1
De algemeene verslagenheid die er heer ich-
fe, had zich ook reeds op hen overgeplant
en noodgedwongen «temde zij toe, voor loo-
neu van. 7—8 of 9 gulden ging men werken in
plaats van 910 en 12 gld. per week.
R. K. Patroonsvereeniging in ons bollen-
bedrijf, wij1 mogen u niet hard vallen, orndat
ge ln het eerste jaar uwer levensbaan niet
sterk genoeg waart om tegen dezen stroom
op to roeien en tóch hoe jammer dat ge niet
eer geboren waart, opdat de voeten sterker
geweest ware. Nu vermocht alleen des werk-
mans ontevredenheid op u te werken als de
speldenprik der baker de pasgeborene doet
ontstellen!
Spijtig is het dat er zooveel hier als elders
patroons zijn die absoluut niet de volle loonen
konden handhaven, nóg spij tiger is het er te
ontmoeten die wèl konden, maar zich hielden
alsof zij niet kenden. Die het appeltje voor
de dorst dat zij bewaard hadden, niet gaven
om do dorst te lesschen van hun naaste
naasten I
De jonge Kath. Patroonsorganisatie kon nog
niet spreken toen, maar als zij nu mondig ge
weest ware, dan had zij moeten zeggen dat
katholieke menschen ook katholiek moeten
handelen. Die niet kan, fiat, maar die kón,
die móet!
Individueel hebben vele dit reeds ingezien
en het tekort aangevuld, bijbetaald andere
willen wel, doch kunnen niet, weer anderen
kunnen wel doch willen niet.
Zulke zijn er echter niet in onze R, K.
Organisatie van Patroons in het Bollenbe-
drijf of wel?
Deze gedachten hadden mij afgeleid in een
enkele stonde dan is het harmonisch geheel
dat ons economisch leven samenhield ver
broken. Onderscheidene invloeden deden zich
gelden. Het individu kwam sterker op den
voorgrond. Als bij een schipbreuk de passa
gier zoowel als bemanning zichzelf zoeken
te redden, ontstaat er verwarring. Men grijpt
wat men kan, men vaart in volle zee met
een wrak bootje, den hemel dankend voor
da redding, totdat men eindelijk den vasten
grond bereikend eenigermate tot kalmte komt.
Dan dringt zich de gedachte op: waar nu
heen? Het individu heeft zich gered, laten"
we nu naar de gemeenschap terugkeeren.
Menig bokkensprong Is gemaakt door men
schen die anders nooit zulke grapjes uit
halen. Het was de impulse van het oogen-
blik! Hier zijn nog allen- handelaars en kwee
kers, patroons en arbeiders. Is er iets niet
in orde, herstelt het. Ge zult er tenslotte wél
bij varen.
Willen wij echter in de maatschappij doen
wat onzen plicht is, dan is er voor vele
'ten groot bezwaar: de finantiën, gewoon
lijk het grootste bezwaar. Van hooger hand
gaat daar in voorzien worden. Met open oor
en open blik hebben eenige voormannen op
tuinbouwgebied een regeling ontworpen, ure
in overleg met de Regeeringscommissle in
zake het Middenstandscrediet, de gelegenheid
opent, voor hen die er behoefte aan nebben,
geld op ite nemen tot voortssetting van het
bedrijf, maar ook vooral om tijdens deze
moeilijke tijden gemaakte schulden, zoo ze
or zijn, aan te zuiveren. Het klinkt gemak
kelijk en eenvoudig] en inderdaad het
is zoo ook.
Men is van deze redeneering1 uitgegaan:
De kweekers van planten, heesters en bol
gewassen lijden schade. Zij kunnen niet al
hun verplichtingen voldoen en daardoor lijdt
da gemeenschap schade. Helpen wij de kwee
kers, dan helpen wij de gemeenschap tevens.
Wij nemen aan met eerlijke menschen te
doen te hebben, die als zij kunnen alles terug
zullen betalen. Wie garandeert echter dia
teruggave? Eerstens de gemeenschap zelve,
in casu het Rijk met 55 pCt., dan de gemeente
die ook haar belangen er bij heeft mot 9
pCt., daarna des kweekers opstand voor 36
pCt. Een controle-commissie daarop in den
Haag, plaatselijke commissies dienen van ad
vies en houden toezicht op het instandkou-
van het onderpand en de regeling is even
sober en praktisch oinsohreven als ze wér
kelijk is. Hét is iets wat ons Hollanders
past. De persoonlijke vrijheid wordt niet al
te zeer aan banden gelegd," men verpand
weliswaar de kraam, maar behoudt toch de
zelfstandigheid om zelf zaken te doen met
die kraam. De schuld is u niet kwijtgeschol
den, maar geen-overijlde daad van een uwer
scbuldeischers zal nu oorzaak kunnen zijn
dat uw zaak, die levensvatbaarheid getoond
heeft, ontijdig ten gronde gaat.
Zijn er onder de lezers nog die hiervan
gebruik wenschen te maken en zou hun de
weg niet bekend zijn, door middel van do
Redactie van dit orgaan zal (fa weg hen
wel aangewezen worden.
geroerd en nu de gelegenheid zien pre
senteert wil ik zulk een Inrichting wel
eens van naderbij bezien.
Binnen zijnde zoek ik natuurlijk naar
een katholieke courant of tijdschrift. Echter
te vergeefs. De Notenkraker had ik in een
minimum van tijd tusschen mijn ongewijde
vingeren. Er zijn in het tokaal vier dames
die aan de zaak verbondon zijn. Een ervan
i vroeg ik of er ook een katholieke courant
is. Ja zeker zegt zij, kunt u haar niet
vinden, en tegelijk komt zij naar den lees
tafel om voor mij te zoeken, terwijl zu
mij meedeelt dat er is De Tijcl en do Illus
tratie.
j Hé de juffrouw vindt ook niets; maar gaat
verder op onderzoek in een ander lokaal
of misschien het hoofdmagazijn, doch komt
terug met de boodschap, gisterenavond is
er geen Tijd aangekomen, wij zijn er loeit
op geabonneerd. De juffrouw zeide 't is
erg toevallig en ik bleef natuurlijk beleefd
en zei ook ja juffrouw 't IS erg toevallig.
Over de illustratie sprak ik maar niet meer,
want dan had zij misschien weer gezegd t
is erg toevallig. Nou en dat wou ik niet.
Verbeeld jo dat je, toevallig in Dordt zijn
de, toevallig de openbare leeszaal bezoekt
en daar toevallig in gesprek komt met een
juffrouw en dat je dan mekaar niets anders
weet te vertellen dan dat het erg toevallig
is. Wa' idioot! Neen dit wou ik niet.
fntusschen als dat daar zoo gaat van de
centjes van alie^ belastingbetalers, vind ik
,hot wel een beetje in de flesscbentrekkoriga
richting.
Ik oneen volkomen, dat hier in Haarlem
zoo iets niet is te vreezen. Als hier hqt
gemeentebestuur beslag legt op jo portemon-
naie, flan krijg je altijd waar voor je geld.
Ik weet het bij ervaring. En dat troost mij
buitengewoon t-
Ik groet; u mijnheer de redacteur.
Uw dw. A. P.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt do Re
dactie zieb niet aansprakelijk.
OPENBARE LEESZALEN!
Mijnheer de Redacteur.
Als iemand verre reizen doet, dan kan
hij veel verhalen. Op 27 Januari was ik in
de stad Dordrecht en had na mijn zaken te
hebben gedaan een paar uur over. Niets
natuurlijker dan dat ik het wervelende re-
gontjo trotseerde en ging kuierón en kijken.
Daar wordt mijn aandacht getrokken door
een reusachtig opschrift „openbare lees
zaal". Hier iu Haarlem wordt, geloof ik,
in den Raad ook wel eens dat chapltre aan-
STOOMVAARTLIJNEN
Holland—Amerika Lijn.
Medan, van New-York naar Rotterdam
passeerde 80 Jan. doe nam. 5 uur 20 Dover.
Westerdjjk arriveerde 30 Jan. van Rotter
dam te New-York. ^Tieuw-Amsterdam, von
York naar Rotterdam, passeerde 30 Jan. 4
uur 15 nam. Wight.
Kon. Holl. Lloyd,
Hollandia, thuisreis, vertrok -30 Jan. van
Vigo. Kennenerland, uitreis, arriveerde
30 Jan. te Rio Janeiro. Drecbterland arri
veerde 31 Jan. van Amsterdam in den N.
Waterweg om te bunkeren.
Als men
door W. HAUFF.
(Vervolg.)
Den avond van dezen verschrikkelijken
dag, die over uiijn lot beslist had, zat ik in
mijn eenzamen kerker; alle hoop was totaal
verzwonden en ik dacht ernstig aan den
dood, toen de deur van mijne gevangenis
openging en er een man binnentrad, die me
lang en zwijgend aanstaarde. „Zoo vind ik u
dus weder, Zalenkos," zei hij. Ik had hem
bij den matten schijn der lamp niet herkend,
maar de klank zijner stem wekte oude herin
neringen in mij. Het was Baletty, een dier
weinige vrienden, die ik te Parijs tijdens mij
ne studiën kende. Hij vertelde dat hij toeval
lig naar Florence gekomen was, waar zijn
vader, een man van aanzien woonde, en daar
mijne geschiedenis gehoord had; bij was dan
gekomen om mij nog eenmaal te zien en nit
mijn eigen mond te vernemen, hoe ik zoo een
groote misdaad had kunnen bedrijven.... Ik
vertelde hem ie beele geschiedenis.... Hij
scheen daarover zeer verwonderd en bezwoer
mij, hem, mijnen eenigen vriend, alles recht
uit te zeggen, om niet met een leugen van
elkander te scheiden. Ik zwoer hem met den
duursten eed, dat ik de waarheid gezegd had
en dat er op mij geen andere schuld drukte,
dan dat ik, verblind door den glans van het
goud, het onwaarschijnlijke in het verhaal
van den onbekende niet had ingezien. „Dan
hebt ge Bianca niet gekend," vroeg hij. Ik
verzekerde heui dat ik haar uooil geziou had.
Baletty vertelde me, dat er een diep geheim
lag over de zaak; dat de gouverneur de vcr-
oordeeling zeer haastig bad doorgedreven en
dat er uu een gerucht onder de menschen
rondliep dat ik Bianca reeds laag kende en
haar uit wraak, om het huwelijk met een
ander, zou willen vermoord hebben. Ik deed
hem opmerken dat dit echter alias hoelemaal
pastte op don Rooden mantel, maar dat ik
echter zijn» plichtigheid aan de daad door
liiehs kon bewijzen. Baletty omarmde me weo-
neud en beloofde me alles in het werk te
stellen om toch mijn leven te redden. Twee
lange dagen was ik in onzekerheid; maar
eindelijk verscheen Baletty. „Ik breng u
troost, ad is hij ook smartelijk. Ge zult leven
en vrij zijn, maar met verlies van eene
hand.... Ontroerd dankte ik mijn vriend
voor mijn leven. Hij zei me dat de goüverneur
onverbiddelijk geweigerd had de zaak nog
eens te doen onderzoeken, maar dat hij, om
niet onrechtvaardig te schijnen, terstond,
indien men in de geschiedböoken van Flo
rence een zelfde geval vond. mijns straf te
niet
regelen naar de straf, die in dat geval was
uitgesproken. Hij en zijn vader hadden dag
en nacht in de hoeken gezocht on eindelijk
een zelfde geval als het mijne gevonden.
Daar luidde de straf: de linkerhand zou hem
afgehouwen worden, zijne goederen verbeurd
verklaard, en hij zelf voor eeuwig verban
nen.... Zoo luidde dus mijne straf; ik zou
me dan gereed maken voor het smartelijk
oogenblik, dat me wachtte.
Ik zal u dat verschrikkelijk oogenblik niet
afschilderen, toen ik op de openbare markt
mijne hand op het blok legde en mijn eigen
bloed mij in wijde stralen overstroomde.
Baletty nam me op in zijn huis tot ik ge-
nozen was; dan voorzag hij me edelmoedig
van reisgeld; want alles wat ik met zooveel
moeite had bijeengebracht, werd door het
gerecht aangeslagen. Ik reisde van Florence
naar Sicilië en van daar mot het eerste
schip dat ik vond terug naar Constantinopel.
Ik stelde mijn hoop op het geld dat ik aan
mijnen vriend overhandigd had; ook bad ik
hem mij bij zich te laten inwonen. Maar hoo
stond ik verbaasd toen bij mij vroeg, waar
om ik mijn eigen huisje niet betrok.
Hij verteld# mij dat een vreemdeling in
mijnen naam een huis had gekocht in het
Grieksch kwartier, en aan een buurman ver
teld had, dat ik spoedig zelf zou komen Ik
trok er dadelijk met mijn vriend naar toe,
en werd er met vreugde door al mijn oude
kennissen ontvangen.
Een koopman gaf mij eeu brief dien de
vreemdeling, welke het huis voor mij ge
kocht had, daar gelaten had Ik las:
„Zalenko», twee handen staan bereid, on
vermoeid te werken, opdat gij het verlies van
uwe eene hand niet zoudt voelen Dit huis,
■dat ge hier ziet, en alles wat daarin is. be
hoort n toe, en elk jaar zal men u zooveel,
geld geven, dat ge tot de rijksten van uw
volk znlt bekooren. Moclït ge hem vergeven,
die ongelukkiger is clan gij."
Ik kon vermoeden, wie den brief geschre
ven had. en op mijne vraag antwoordde de
koopman dat het iemand was die hü voor
Franschman hield, en die een rooden mantel
droeg
Ik wiet genoeg, om me to overtuigen dat
de onbekende toch niet heeleraaal van edel
Inzicht ontbloot moest zijn.
i In my'n nieuw huis vond ik alios op zijn
beste ingericht, oOk een magazijn met tyaren,
schooner dan ik vroeger bezat
Tien jaren zijn sindsdien verstreken. Meer
uit gewoonte dan omdat ik het noodig zou
hebben zet ik mijn handelsreizen voort, maar
het land waar ik zoo ongelukkig werd, heb
ik nooit meer weergezien. El kjaar ontving
ik sindsdien duizend goudstukken, maar al
doet het m« genoegen te weten dat die on
gelukkige een edel hart draagt, toch kan hij
met den tijd
den kommer mijner ziel niet afkoopen; want
eeuwig leeft in mij het afgrijselijke beeld
van Bianca.
Boste vriendjes en vriendinnetjes! Hieron
der volgen weer eenige raadselopgaven,
waarvan de oplossingen de volgende week
bekend zullen gemaakt worden.
1.
Vul de hierbovenstaande figuur zóó in. dat
op den eersten regel te lezen komt een
fepaansche rivier; op den tweeden regel een
klein watertje-; op den derden regel ©en toe
spraak; op den vierdea regel een kleur. Ioder
woord móet dan zoowel in horizontale als in
verticale richting te lezen zijn.
2 Wie kan van het onderstaande een
spreekwoord nikken?
b
e
t
e
r
e
e
1
a
h
d
a
n
e
e
n
1
P
o
d
o
g
3. Welk vaartuig wordt een spijs, wanneer
je de tweede letter laat vallen?
4. Ik ontsier een kleedingstuk; vervang
mijn vierde letter door een andere letter, dan
dien ik tot berging.
5. Ik sta bekend als een groota rakker,
maar geef je mij een anderen staart dan kun
je mij verdeden in een ding waarmee jo een
klingelend geluid kunt maken en een stuk
gereedschap van den tiraqaerman.
6.
X
X
Dat is mooi van je, hoor, dat je zoo recht
naar huis goat. Jij bent zeker altijd wel heel
braaf?'
Ja.... zoolang we onpaar zijn."
Ie lij in koster.
2e rij uitroeping.
3e rij zinverwant van heks.
4e rij eene bidplaats.
5e rij een berg iri Palestina.
6e rij werkt in dè kalk.
7e rij een boom.
8e rij een bijwoord.
9e rij een boom.
10e rij een maat.
7. Schrijf onder elkaar:
iemand die voor een van onze dageiijksche
levensmiddelen zorgt;
een edelman die vooral in oude tijden een
groote rol speelde;
een jongensnaam;
een meisjesnaam;
iemand die in den oogsttijd zijn werk doet.
Ieder woord moet uit zes letters bestaan en
de beginletters'moeten dan van boven naar be
neden den naam vormen van een vrucht
OPLOSSINGEN,
I. Dubbel-driehoek.
mee kan.
4. Drummen.
Oldenbarneveldt.
Enschede,
botterdam,
Hendrik.
Amsterdam.
Vondel,
fngeland.
5. Lam, pet, kan, -
BOERJHAVE.
lampeikan.
D
O
A
D
G
A
E
E
R
E
E
N
D
E
N
U
A
R
D
A
N
E
L
E
E
M
A
E
L
A
V
A
L
E
A
E
L
N
E
L
N
2. Hand geld hagel.
3. Lakei eikel.
Ik heb egnige Van Dijk'a plaatjes, of lie
ver gezegd soldaatjes, van de volledige serie
nog niet n.l.: 15 23 26 29 32 37 53 60 69
90 91 ©n 100.
Deze wilde ik voor da volgende (welks
ik dubbel heb) inruilen als volgt, 51 52 67 85
86 87 92 96 97 99 47 en 48.
Mijn adres is Theo van der Veld Gz., Lissc.
Ik heb No. 82 66 13 en 8 van do Vader-
lanclscha Geschiedenis nog niet. Wie kan mij
daaraan helpen. Do nummers 89 86 86 78
76 .65 60 59 47 42 35 36 33 en 11 heb
ik dubbel.
Mijn adres is An toon Loerakker, Biliton-
straat 32, Schoten. (Stadsgedeelte.)
Ik heb ©enige De Ruitorplaatjes in ruil.
2 ma») 1 4 6 8 16 17 2 maal 27 2 maal
44, 47 66 67 2 maal 70, 75 78 80 82 92
en 98,
Voor deze nummers zou ik gaarne in de
plaats hebben no. 9 10 11 12 13 14 18 20
22 23 24 25 26 30 81 33 34 35 36 99
en VOO.
Wie kan mij daaraan helpen? Mijn adies
is G. L. de Groot, p./a. den heer J. do
Groot, Hoofddorp, Haarlemmermeer.
Gns ruil- en verzamelhoekje is bostemd
voor hen onder onze lezers en lezerosson,
die door ruilhandel hun verzamelingen van
postzegels, briefkaarten, munten en», wen
schen aan te vullen.
""Een jonden (of meisje), die b.v. postzegels
aanzichtkaarten of munten van Peru wil in
ruilen tejgen postzegels, aanzichtkaarten of
munten van Australië, geeft in deze rubriek
zijn wensch te kennen en vermeldt zijn naam
en adrea. Die er op wil antwoorden, doet
desgelijks en de verzamelaars weten dun waar
zij elkander kunnen vinden. De rubriek be
perkt zich dus niet tot Verkadeplaatjes, Van
Hille-plaatjes enz., zooals men wellicht zou
denken.
De vragen en antwoorden moeten worden
gezonden aan het adrea der redactie van da
Kindercourant, Nassaulaan 49, Haarlem.
Nota. Nog altijd kennen we bet adrea niet
van onzen lezer of onze lezeres, die ons haf
pakje „Hllle- en Verkadeplaatjes" instuurde,
feeer gaarne zouden we toch weten wie deze
plaatjes heeft ingezonden. Dan kunnen
ze lenigst
DE KINDERCOURANT
e
f
0
I I
«er7