II WAT ANDEREN ZEGGEN mm De geschiedenis van de afgehouwen hand. Raadsels. xxxxxxxxxxx Ons Ruil- en Verzameüioekje. vermoord. De dei Godsdienst vijandige politiek vermoordde de oudste dochter der Kerk. Die politiek kan geen kruizen zien en zij kruisigde het Katholicisme aan scherpe nageleu. Dit is ons voorbeeld, onze leering, onze waar schuwing. Daarom wek ik u op, zeide spreker, tot den strijd. En wanneer ik nu het geluk heb gehad u te overtuigen van de noodzakelijkheid van diep politieker, strijd, dien gij voor.uw begin selen te strijden hebt, dan reken ik mij rijkelijk beloond. Zoo gaan wij den aanstaanden strijd tegemoet. De campagne'is nu begonnen. Wij, Roomsche propagandisten, gaan tezamen ten strijde en zul len hier andermaal samenkomen na onze mach tige overwinning, wanneer wij onze victorie zul len vieren. Na deze, vele malen door applaus onderbro ken, rede, weerklonk een als onbedaarlijk applaus. In een hartelijk slotwoord bracht de voorzitter den redenaar dank en hulde voor zijn schoone en opwekkende rede en wenschie Mr. Romans nog vele malen voor de Katholieken te zien op treden, om hen te voeren tot de overwinning. Hierna sloot de voorzitter deze- zoo succesvol geslaagde vergadering met den Christelijker. Groet. HET MIDDENSTANDSCREDIET ÈN NOG WAT ANDERS. Multiflores schrijft in „De R. K, Land en Tuinbouwer"? Tengevolge van het uitbreken van den oor log; zijn verschillende bloemisten in geldver legenheid geraakt. De groote prijsdaling der bloembollen, maakte dat de rekening van menigeen niet klopte. Be ondernemingsgeest had menigeen er toe gebracht, zijn zaak tot de grootste spankracht uit te breiden. Deze was echter niet gepre pareerd op stooten zooals deze oorlog gegeven heeft. Voor velen toch beteekënde deze stoo ten hunnen nog niet verkochten voorraad tegen met rneer als de helft verminderde prijzen op te ruimen. Hyacinthenkweekers vooral zijn getroffen. Ver, yér beneden de productiekosten moest bij hen de voorraad weg. Dè handelaars zijn er nog hot beste afgeko men, omdat zij voor 'n groot gedeelte hun voor raad tegen vooraf gemaakte, goeie prijzen, verkocht hadden en de tekorten in hun voor raad tegen luttele prijzen inkochten, dienten gevolge nog een redelijk boek maakte. Zoo heette het in bepaalde kringenmaar... hoe veel duizenden guldens zijn er wel geboekt maar niet binnengekomen'! Met bekwamen spoed trok men in Aug. m Sept.. 191-1 aaa het werk om een In het zicht zijnd algemeen bankroet van do bollen wereld to voorkomen. Loffelijk is het streven te noemen van hen die door syndicaat vorming trachtte de in moeilijkheden geraakt lijnde bollenwereld te redden. De syndicaatvormiag zou mei zieft brengen een rijksvoorschot van een millioen of vier. Toen echter hét puntje aan het paaltje kwam en men ten koste van de gemeenschap offers vroeg 'toen bleek de nood niet zoo hoog. Vele dachten 'zichzelf te redden, de zwakkere broeder moest maar voor zich zelf zorgen of versmachten. En wat is er gebeurd? Men heeft zich geholpen, elk op zijn manier en op velerlei manieren. De sterken werden zwak en de zwakken sterk. Spreek ik in raadsels?.... Ziehier dan. Wie in Nov. 1914 aan zijn finantieele ver plichtingen in alle opzichten kon voldoen, was een sterke. Eilacie...... komt er eens .om! Ja, ziet u, we kunnen u wel betalen, maar lijden zulke groote schade enz. dus 8 A 10 pCt. korting s.v.p.! Heb toch mede lijden met ons groote patroons wij lijden zulke enorme schade: als de kweekers on3 met een beet.jp helpen komen we er niet door. Na eenig tegenstribbelen, aangelokt door kleu ren van het openliggende chequeboekje, stem de kweeker a toe om inplaats van tweehon derd gulden er zestien minder te ontvangen, want hij had het toch zoo hard noodig. Kwee ker b vond goed 80 pOt. nu te ontvangen, ie ander 20 pCt. als de oorlog voor Maart '15 geëindigd was, als het dan nog niet ten einde was, zou de schade zóó groot zijn dat die 20 pCt. eigenlijk nog te kort was. Wanneer het soms niet te best lukte, dan werd er als hulpmiddel met de noodwet van Sept. 1914 geschermd....; Enkele anderen zeiden: sta mo 80 pCt. kor ting toe dan betaal ik. Doe je liet. niet, haal Tiet dan maar, bij deurwaarder of advocaat wost je dat halen toch ook wel 10 pCt Toets zoo'n moraal eens aan de Christelijke leerJammer» driewerf jammer, dat de L. T. B. al niet reeds jaren bestaan heeft. Dat we ar met reeds jaren in een goede Roomsche organisatie onderlegd geworden waren in het geen de Roomsche plicht van on3 vraagt, want onder deze zijn er, ook nog gelukkig weinigen, dio het begrip van recht en macht vertroebelde. Die herinnering- zoo voor den geest halend, trekt ook voor mijn oog voorbij die schare van arbeiders, die zoo plots voor het fait accompli gepladtst werden 25 of 30 pCt. kor ten of ontslag 1 De algemeene verslagenheid die er heer ich- fe, had zich ook reeds op hen overgeplant en noodgedwongen «temde zij toe, voor loo- neu van. 7—8 of 9 gulden ging men werken in plaats van 910 en 12 gld. per week. R. K. Patroonsvereeniging in ons bollen- bedrijf, wij1 mogen u niet hard vallen, orndat ge ln het eerste jaar uwer levensbaan niet sterk genoeg waart om tegen dezen stroom op to roeien en tóch hoe jammer dat ge niet eer geboren waart, opdat de voeten sterker geweest ware. Nu vermocht alleen des werk- mans ontevredenheid op u te werken als de speldenprik der baker de pasgeborene doet ontstellen! Spijtig is het dat er zooveel hier als elders patroons zijn die absoluut niet de volle loonen konden handhaven, nóg spij tiger is het er te ontmoeten die wèl konden, maar zich hielden alsof zij niet kenden. Die het appeltje voor de dorst dat zij bewaard hadden, niet gaven om do dorst te lesschen van hun naaste naasten I De jonge Kath. Patroonsorganisatie kon nog niet spreken toen, maar als zij nu mondig ge weest ware, dan had zij moeten zeggen dat katholieke menschen ook katholiek moeten handelen. Die niet kan, fiat, maar die kón, die móet! Individueel hebben vele dit reeds ingezien en het tekort aangevuld, bijbetaald andere willen wel, doch kunnen niet, weer anderen kunnen wel doch willen niet. Zulke zijn er echter niet in onze R, K. Organisatie van Patroons in het Bollenbe- drijf of wel? Deze gedachten hadden mij afgeleid in een enkele stonde dan is het harmonisch geheel dat ons economisch leven samenhield ver broken. Onderscheidene invloeden deden zich gelden. Het individu kwam sterker op den voorgrond. Als bij een schipbreuk de passa gier zoowel als bemanning zichzelf zoeken te redden, ontstaat er verwarring. Men grijpt wat men kan, men vaart in volle zee met een wrak bootje, den hemel dankend voor da redding, totdat men eindelijk den vasten grond bereikend eenigermate tot kalmte komt. Dan dringt zich de gedachte op: waar nu heen? Het individu heeft zich gered, laten" we nu naar de gemeenschap terugkeeren. Menig bokkensprong Is gemaakt door men schen die anders nooit zulke grapjes uit halen. Het was de impulse van het oogen- blik! Hier zijn nog allen- handelaars en kwee kers, patroons en arbeiders. Is er iets niet in orde, herstelt het. Ge zult er tenslotte wél bij varen. Willen wij echter in de maatschappij doen wat onzen plicht is, dan is er voor vele 'ten groot bezwaar: de finantiën, gewoon lijk het grootste bezwaar. Van hooger hand gaat daar in voorzien worden. Met open oor en open blik hebben eenige voormannen op tuinbouwgebied een regeling ontworpen, ure in overleg met de Regeeringscommissle in zake het Middenstandscrediet, de gelegenheid opent, voor hen die er behoefte aan nebben, geld op ite nemen tot voortssetting van het bedrijf, maar ook vooral om tijdens deze moeilijke tijden gemaakte schulden, zoo ze or zijn, aan te zuiveren. Het klinkt gemak kelijk en eenvoudig] en inderdaad het is zoo ook. Men is van deze redeneering1 uitgegaan: De kweekers van planten, heesters en bol gewassen lijden schade. Zij kunnen niet al hun verplichtingen voldoen en daardoor lijdt da gemeenschap schade. Helpen wij de kwee kers, dan helpen wij de gemeenschap tevens. Wij nemen aan met eerlijke menschen te doen te hebben, die als zij kunnen alles terug zullen betalen. Wie garandeert echter dia teruggave? Eerstens de gemeenschap zelve, in casu het Rijk met 55 pCt., dan de gemeente die ook haar belangen er bij heeft mot 9 pCt., daarna des kweekers opstand voor 36 pCt. Een controle-commissie daarop in den Haag, plaatselijke commissies dienen van ad vies en houden toezicht op het instandkou- van het onderpand en de regeling is even sober en praktisch oinsohreven als ze wér kelijk is. Hét is iets wat ons Hollanders past. De persoonlijke vrijheid wordt niet al te zeer aan banden gelegd," men verpand weliswaar de kraam, maar behoudt toch de zelfstandigheid om zelf zaken te doen met die kraam. De schuld is u niet kwijtgeschol den, maar geen-overijlde daad van een uwer scbuldeischers zal nu oorzaak kunnen zijn dat uw zaak, die levensvatbaarheid getoond heeft, ontijdig ten gronde gaat. Zijn er onder de lezers nog die hiervan gebruik wenschen te maken en zou hun de weg niet bekend zijn, door middel van do Redactie van dit orgaan zal (fa weg hen wel aangewezen worden. geroerd en nu de gelegenheid zien pre senteert wil ik zulk een Inrichting wel eens van naderbij bezien. Binnen zijnde zoek ik natuurlijk naar een katholieke courant of tijdschrift. Echter te vergeefs. De Notenkraker had ik in een minimum van tijd tusschen mijn ongewijde vingeren. Er zijn in het tokaal vier dames die aan de zaak verbondon zijn. Een ervan i vroeg ik of er ook een katholieke courant is. Ja zeker zegt zij, kunt u haar niet vinden, en tegelijk komt zij naar den lees tafel om voor mij te zoeken, terwijl zu mij meedeelt dat er is De Tijcl en do Illus tratie. j Hé de juffrouw vindt ook niets; maar gaat verder op onderzoek in een ander lokaal of misschien het hoofdmagazijn, doch komt terug met de boodschap, gisterenavond is er geen Tijd aangekomen, wij zijn er loeit op geabonneerd. De juffrouw zeide 't is erg toevallig en ik bleef natuurlijk beleefd en zei ook ja juffrouw 't IS erg toevallig. Over de illustratie sprak ik maar niet meer, want dan had zij misschien weer gezegd t is erg toevallig. Nou en dat wou ik niet. Verbeeld jo dat je, toevallig in Dordt zijn de, toevallig de openbare leeszaal bezoekt en daar toevallig in gesprek komt met een juffrouw en dat je dan mekaar niets anders weet te vertellen dan dat het erg toevallig is. Wa' idioot! Neen dit wou ik niet. fntusschen als dat daar zoo gaat van de centjes van alie^ belastingbetalers, vind ik ,hot wel een beetje in de flesscbentrekkoriga richting. Ik oneen volkomen, dat hier in Haarlem zoo iets niet is te vreezen. Als hier hqt gemeentebestuur beslag legt op jo portemon- naie, flan krijg je altijd waar voor je geld. Ik weet het bij ervaring. En dat troost mij buitengewoon t- Ik groet; u mijnheer de redacteur. Uw dw. A. P. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt do Re dactie zieb niet aansprakelijk. OPENBARE LEESZALEN! Mijnheer de Redacteur. Als iemand verre reizen doet, dan kan hij veel verhalen. Op 27 Januari was ik in de stad Dordrecht en had na mijn zaken te hebben gedaan een paar uur over. Niets natuurlijker dan dat ik het wervelende re- gontjo trotseerde en ging kuierón en kijken. Daar wordt mijn aandacht getrokken door een reusachtig opschrift „openbare lees zaal". Hier iu Haarlem wordt, geloof ik, in den Raad ook wel eens dat chapltre aan- STOOMVAARTLIJNEN Holland—Amerika Lijn. Medan, van New-York naar Rotterdam passeerde 80 Jan. doe nam. 5 uur 20 Dover. Westerdjjk arriveerde 30 Jan. van Rotter dam te New-York. ^Tieuw-Amsterdam, von York naar Rotterdam, passeerde 30 Jan. 4 uur 15 nam. Wight. Kon. Holl. Lloyd, Hollandia, thuisreis, vertrok -30 Jan. van Vigo. Kennenerland, uitreis, arriveerde 30 Jan. te Rio Janeiro. Drecbterland arri veerde 31 Jan. van Amsterdam in den N. Waterweg om te bunkeren. Als men door W. HAUFF. (Vervolg.) Den avond van dezen verschrikkelijken dag, die over uiijn lot beslist had, zat ik in mijn eenzamen kerker; alle hoop was totaal verzwonden en ik dacht ernstig aan den dood, toen de deur van mijne gevangenis openging en er een man binnentrad, die me lang en zwijgend aanstaarde. „Zoo vind ik u dus weder, Zalenkos," zei hij. Ik had hem bij den matten schijn der lamp niet herkend, maar de klank zijner stem wekte oude herin neringen in mij. Het was Baletty, een dier weinige vrienden, die ik te Parijs tijdens mij ne studiën kende. Hij vertelde dat hij toeval lig naar Florence gekomen was, waar zijn vader, een man van aanzien woonde, en daar mijne geschiedenis gehoord had; bij was dan gekomen om mij nog eenmaal te zien en nit mijn eigen mond te vernemen, hoe ik zoo een groote misdaad had kunnen bedrijven.... Ik vertelde hem ie beele geschiedenis.... Hij scheen daarover zeer verwonderd en bezwoer mij, hem, mijnen eenigen vriend, alles recht uit te zeggen, om niet met een leugen van elkander te scheiden. Ik zwoer hem met den duursten eed, dat ik de waarheid gezegd had en dat er op mij geen andere schuld drukte, dan dat ik, verblind door den glans van het goud, het onwaarschijnlijke in het verhaal van den onbekende niet had ingezien. „Dan hebt ge Bianca niet gekend," vroeg hij. Ik verzekerde heui dat ik haar uooil geziou had. Baletty vertelde me, dat er een diep geheim lag over de zaak; dat de gouverneur de vcr- oordeeling zeer haastig bad doorgedreven en dat er uu een gerucht onder de menschen rondliep dat ik Bianca reeds laag kende en haar uit wraak, om het huwelijk met een ander, zou willen vermoord hebben. Ik deed hem opmerken dat dit echter alias hoelemaal pastte op don Rooden mantel, maar dat ik echter zijn» plichtigheid aan de daad door liiehs kon bewijzen. Baletty omarmde me weo- neud en beloofde me alles in het werk te stellen om toch mijn leven te redden. Twee lange dagen was ik in onzekerheid; maar eindelijk verscheen Baletty. „Ik breng u troost, ad is hij ook smartelijk. Ge zult leven en vrij zijn, maar met verlies van eene hand.... Ontroerd dankte ik mijn vriend voor mijn leven. Hij zei me dat de goüverneur onverbiddelijk geweigerd had de zaak nog eens te doen onderzoeken, maar dat hij, om niet onrechtvaardig te schijnen, terstond, indien men in de geschiedböoken van Flo rence een zelfde geval vond. mijns straf te niet regelen naar de straf, die in dat geval was uitgesproken. Hij en zijn vader hadden dag en nacht in de hoeken gezocht on eindelijk een zelfde geval als het mijne gevonden. Daar luidde de straf: de linkerhand zou hem afgehouwen worden, zijne goederen verbeurd verklaard, en hij zelf voor eeuwig verban nen.... Zoo luidde dus mijne straf; ik zou me dan gereed maken voor het smartelijk oogenblik, dat me wachtte. Ik zal u dat verschrikkelijk oogenblik niet afschilderen, toen ik op de openbare markt mijne hand op het blok legde en mijn eigen bloed mij in wijde stralen overstroomde. Baletty nam me op in zijn huis tot ik ge- nozen was; dan voorzag hij me edelmoedig van reisgeld; want alles wat ik met zooveel moeite had bijeengebracht, werd door het gerecht aangeslagen. Ik reisde van Florence naar Sicilië en van daar mot het eerste schip dat ik vond terug naar Constantinopel. Ik stelde mijn hoop op het geld dat ik aan mijnen vriend overhandigd had; ook bad ik hem mij bij zich te laten inwonen. Maar hoo stond ik verbaasd toen bij mij vroeg, waar om ik mijn eigen huisje niet betrok. Hij verteld# mij dat een vreemdeling in mijnen naam een huis had gekocht in het Grieksch kwartier, en aan een buurman ver teld had, dat ik spoedig zelf zou komen Ik trok er dadelijk met mijn vriend naar toe, en werd er met vreugde door al mijn oude kennissen ontvangen. Een koopman gaf mij eeu brief dien de vreemdeling, welke het huis voor mij ge kocht had, daar gelaten had Ik las: „Zalenko», twee handen staan bereid, on vermoeid te werken, opdat gij het verlies van uwe eene hand niet zoudt voelen Dit huis, ■dat ge hier ziet, en alles wat daarin is. be hoort n toe, en elk jaar zal men u zooveel, geld geven, dat ge tot de rijksten van uw volk znlt bekooren. Moclït ge hem vergeven, die ongelukkiger is clan gij." Ik kon vermoeden, wie den brief geschre ven had. en op mijne vraag antwoordde de koopman dat het iemand was die hü voor Franschman hield, en die een rooden mantel droeg Ik wiet genoeg, om me to overtuigen dat de onbekende toch niet heeleraaal van edel Inzicht ontbloot moest zijn. i In my'n nieuw huis vond ik alios op zijn beste ingericht, oOk een magazijn met tyaren, schooner dan ik vroeger bezat Tien jaren zijn sindsdien verstreken. Meer uit gewoonte dan omdat ik het noodig zou hebben zet ik mijn handelsreizen voort, maar het land waar ik zoo ongelukkig werd, heb ik nooit meer weergezien. El kjaar ontving ik sindsdien duizend goudstukken, maar al doet het m« genoegen te weten dat die on gelukkige een edel hart draagt, toch kan hij met den tijd den kommer mijner ziel niet afkoopen; want eeuwig leeft in mij het afgrijselijke beeld van Bianca. Boste vriendjes en vriendinnetjes! Hieron der volgen weer eenige raadselopgaven, waarvan de oplossingen de volgende week bekend zullen gemaakt worden. 1. Vul de hierbovenstaande figuur zóó in. dat op den eersten regel te lezen komt een fepaansche rivier; op den tweeden regel een klein watertje-; op den derden regel ©en toe spraak; op den vierdea regel een kleur. Ioder woord móet dan zoowel in horizontale als in verticale richting te lezen zijn. 2 Wie kan van het onderstaande een spreekwoord nikken? b e t e r e e 1 a h d a n e e n 1 P o d o g 3. Welk vaartuig wordt een spijs, wanneer je de tweede letter laat vallen? 4. Ik ontsier een kleedingstuk; vervang mijn vierde letter door een andere letter, dan dien ik tot berging. 5. Ik sta bekend als een groota rakker, maar geef je mij een anderen staart dan kun je mij verdeden in een ding waarmee jo een klingelend geluid kunt maken en een stuk gereedschap van den tiraqaerman. 6. X X Dat is mooi van je, hoor, dat je zoo recht naar huis goat. Jij bent zeker altijd wel heel braaf?' Ja.... zoolang we onpaar zijn." Ie lij in koster. 2e rij uitroeping. 3e rij zinverwant van heks. 4e rij eene bidplaats. 5e rij een berg iri Palestina. 6e rij werkt in dè kalk. 7e rij een boom. 8e rij een bijwoord. 9e rij een boom. 10e rij een maat. 7. Schrijf onder elkaar: iemand die voor een van onze dageiijksche levensmiddelen zorgt; een edelman die vooral in oude tijden een groote rol speelde; een jongensnaam; een meisjesnaam; iemand die in den oogsttijd zijn werk doet. Ieder woord moet uit zes letters bestaan en de beginletters'moeten dan van boven naar be neden den naam vormen van een vrucht OPLOSSINGEN, I. Dubbel-driehoek. mee kan. 4. Drummen. Oldenbarneveldt. Enschede, botterdam, Hendrik. Amsterdam. Vondel, fngeland. 5. Lam, pet, kan, - BOERJHAVE. lampeikan. D O A D G A E E R E E N D E N U A R D A N E L E E M A E L A V A L E A E L N E L N 2. Hand geld hagel. 3. Lakei eikel. Ik heb egnige Van Dijk'a plaatjes, of lie ver gezegd soldaatjes, van de volledige serie nog niet n.l.: 15 23 26 29 32 37 53 60 69 90 91 ©n 100. Deze wilde ik voor da volgende (welks ik dubbel heb) inruilen als volgt, 51 52 67 85 86 87 92 96 97 99 47 en 48. Mijn adres is Theo van der Veld Gz., Lissc. Ik heb No. 82 66 13 en 8 van do Vader- lanclscha Geschiedenis nog niet. Wie kan mij daaraan helpen. Do nummers 89 86 86 78 76 .65 60 59 47 42 35 36 33 en 11 heb ik dubbel. Mijn adres is An toon Loerakker, Biliton- straat 32, Schoten. (Stadsgedeelte.) Ik heb ©enige De Ruitorplaatjes in ruil. 2 ma») 1 4 6 8 16 17 2 maal 27 2 maal 44, 47 66 67 2 maal 70, 75 78 80 82 92 en 98, Voor deze nummers zou ik gaarne in de plaats hebben no. 9 10 11 12 13 14 18 20 22 23 24 25 26 30 81 33 34 35 36 99 en VOO. Wie kan mij daaraan helpen? Mijn adies is G. L. de Groot, p./a. den heer J. do Groot, Hoofddorp, Haarlemmermeer. Gns ruil- en verzamelhoekje is bostemd voor hen onder onze lezers en lezerosson, die door ruilhandel hun verzamelingen van postzegels, briefkaarten, munten en», wen schen aan te vullen. ""Een jonden (of meisje), die b.v. postzegels aanzichtkaarten of munten van Peru wil in ruilen tejgen postzegels, aanzichtkaarten of munten van Australië, geeft in deze rubriek zijn wensch te kennen en vermeldt zijn naam en adrea. Die er op wil antwoorden, doet desgelijks en de verzamelaars weten dun waar zij elkander kunnen vinden. De rubriek be perkt zich dus niet tot Verkadeplaatjes, Van Hille-plaatjes enz., zooals men wellicht zou denken. De vragen en antwoorden moeten worden gezonden aan het adrea der redactie van da Kindercourant, Nassaulaan 49, Haarlem. Nota. Nog altijd kennen we bet adrea niet van onzen lezer of onze lezeres, die ons haf pakje „Hllle- en Verkadeplaatjes" instuurde, feeer gaarne zouden we toch weten wie deze plaatjes heeft ingezonden. Dan kunnen ze lenigst DE KINDERCOURANT e f 0 I I «er7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 6