DERDE BLRD
OPRUIMING E
Di afstammeling van Robinson
ip. j. mm&SEM,
\U 'N STATISTIEK.
SPOTKOOPJES bij
BE GQÜB.0G.
ROriD DÊ LITURGIE
Aroegang n. Warmoessir.
ccxciv.
BUtTEfo? AND
FEUILLETON
ZATERDAG 5 FEBRUARI 1916
n. (slot)
VERSPREID^ AFRICHTEN
OOFLOGSALtERLEÏ
'Naar hét rransch.)
NIEUWE HAARLE/ASCNE COURANT
i)e slatistiek over den „Loop der Be
volking in Nederland" geeft ook eenige cij
fers omtrent gemengde huwelijken, waarbij
<io statistiek, jammer genoeg, heel onvol
ledig is. Nochtans zullen we trachten die
"onvolledigheid gemotiveerd aan te vullen.
In, 1.914 zijn, volgens die statistiek, 1859
'Roomsche vrouwen met niet-Roomsche man
nen (waaronder 24 Israëlieten) en 2110
Roomsche mannen met niet-Roomsche vrou
wen (waaronder 41 Israëlieten) gehuwd. Bo
vendien zijn er nog 83 Israëlitische mannen
en 70 Israëlitische, vrouwen met echtge-
nooten uit andere gezindten, protestantsctie
dus, gehuwd.
Op het eerste gezicht is men bij deze
cijfers geneigd te denken, dat bij de Pro
testanten, waar immers tweemaal meer hu
welijken dan bij de Roomschen voorkomen,
net gemengde huwelijk geen frequenter
voorkomend verschijnsel zou zijn dan Dij
de Roomschen. En dat zou hun niet weinig
boven ons tot eere strekken.
Doch hier ligt het; misleidende der statis
tische gegevens iu hun onvolledigheid.
De statistiek stelt het Protestanisme voor
als te zijn een éénheid gelijk het Katholicis
me en geeft geen cijfers van huwelijken tus-
schen onderscheidene secten gesloten, welke
huweiij-ken in wezen geheel en al gemengde
huwelijken zijn, daar de talrijke Protes-
tantsche seeten vaak onderling al evenzeer
priucipiëel verschillen, als met het Katho
licisme; j azelfs komen er in ééne Secte
twee erkende stroomingen voor, b.v. bij de
Ned. Hervormden, waarvan de ééne princi
pieel feitelijk veel meer met de andere dan
met het Katholicisme verschilt!
De statistiek is dus wel zeer onvolledig
door van de gemengde huwelijken der leden
van verschillende Protestantsche secten on-
deriing, ja, van aanhangers van verschil*
lende stroomingen in ééne secte, niet te
gewagen.
Dat zoodanige huwelijken gemengde hee-
ten, zal wel niemand ons betwisten, waar
dezer dagen het „Handelsblad" het ge
mengde huwelijk nog definieerde ais een
huwelijksver bintenis tusschen leden van ver
schillende kerkgenootschappen. Alleen ach
ten wij ons, om het diepsmjdende verschil,
gerechtigd ook de huwelijken tusschen de
modernen en orthodoxen binnen ééne secte,
gemengde te noemen.
En om nu tot oordeeien bevoegd te zijn,
waar het gemengde huwelijk practisch het
meest gehaat is: bij de Roomschen of Pro
testanten, zou men strikt genomen over cij
fers de bedoelde Protestantsche huwelijken
betreffende, dienen te beschikken.
Waar die evenwel in de statistiek ten
eenenmale ontbreken, zullen we ons zelf
uit aanwijzingen van cijfers uit de statis
tiek opgeuiept, omtrent de practijk van het
gemengde huwelijk bij de Protestanten een
oordeel opbouwen.
De;eerste aanwijzing is o.i. te zoeken'in
de huwelijken van Protestanten in ,'t alge
meen, met Israëlieten.
Waar het aantai Israëlitische individuen,
dat met Roomsche individuen een gemengd
huwelijk aanging, 65 bedraagt, zou dit voor
de huwelijken met Protestanten ware
dezer haat tegen het gemengde huwelijk
practisch even groot aLs bij de Roomscheu
130 kunnen bedragen, daar.de Protestan
ten tweemaal meer huwelijken sloten dan
de Roomschen. De statistiek wijst nochtans
het hoogere cijfer 153 aan.
Van meer beteekeuis lijkt ons .evenwel
do'tweede aanwijzing.
Het aantal kerkeujke inzegeningen van
zuiver Roomscüe huwelijken bedroeg vol
gens de statistiek 95.3 pCt.van zuiver
pro.estantsciie huwelijken slechts33.7
Voor dit lage cijfer der Protestantsche
inzegeningen moet een reden bestaan. Eu
die oorzaak, althans de voornaamste oor
zaak van wellicht meerdere, ligt o.i. juist
in.de omstandigheid, dat de z.g. zuiver Pro
testantsche huwelijken metterdaad voor een
ontzaglijk groot deel gemengde huwelijken
zij u.
Te meer worden we in deze meening
versterkt, wanneer we zien, dat de statis
tiek voor do door haar behandelde gemeng
de huwelijken inderdaad voor deze een zeer
laag percentage als kerkelijk ingezegend
aangeeft, n.l. nog geen 20 pCt.1
Bij deze aanwijzing kunnen we waar
schijnlijk nog afstand ervan doen, om ook
huwelijken van modernen en orthodoxen
binnen ééne secte gemengd le noemen, daar
in dit geval beide partijen toch nog, al
is 't onnatuurlijk, minder bezwaar zullen
opperen voor een bepaalden dominee, die
toch altijd voorganger derzelfde secte is,
te verschijnen.
Als onder de gemengde huwelijken der
statistiek (Roomscli-Protestant) 20 pCt. in-
zegend wordt, dan mogen wc aannemen, dat
onder de gemengde huwelijken der Protes
tanten ook zeker percentage zal ingezegend
zijn, welk percentage van kerkelijk inge
zegende feitelijk gemengde huwelijken door
de statistiek over 1914 dan vervat wordt
in de 33.7 pCt. ingezegende zuiver Protes
tantsche huwelijken. Het percentage der
in werkelijkheid tusschen leden van een
zelfde secte gesloten huwelijken zal dus
nog eenigszins lager blijken te zijn dan
33.7.
-Wanneer we uit de statistiek zien, dat
80 pCt. der gemengde huwelijken (Roomsch-
Protestant) niet ingezegend werden is het
dan erg boud een oogenblik te denken, dat
do 66 pCt. der niet ingezegende z.g. zuiver
Protestantsche huwelijke» een gemengd ka
rakter dragen? Dat de Protestanten, behalve
de gemengde huwelijken, welke zij sluiten
met Israëlieten (en in hoogere maté door de
Roomschen); nog op 100 Protestantsche hu
welijken er 66 te boeken hebben van ge-
inengden aard, waar de Roomschen een
blank register te toouen vermogen?
Nu wiiieu we evenwel gaarne toegeven,
dat dit cijfer dient te worden verlaagd; al
leen al hierom, wijl bij de zuiver Room
sche huwelijken 4.7 pCt. kerkelijk niet is
ingezegend, hetgeen er op wijst wat a
priori vaststond dat andere factoren wer
ken en invloed hebben op de niet kerkelij
ke inzegening.
En al houden we dan ook niet vast aan de
gedachte, dat de volle 66 pCt. der niet inge
zegende Pro.estautsche huwelijken gemengd
zullen geweest zijn, zeker is van den an-1
deren kant toch ook, dat de overige facto
ren, welke de kerkelijke inzegening weer
hielden, uiet van dien aard zijn gezien
de praetiscne ervgging bij de zuiver Room- i
sche huwelijken dat na het bovenstande
niet zou mogen worden aangenomen als con
clusie, dat een groot deel der 66 niet-inze-
geuingen per 100 protestantsche huwelij
ken, te wijten is aan het gemengde karak
ter van de huwelijken, dat de Protestanten
practisch minder alkeerig en in bedui
dende mate van het gemengde huwelijk
blijken te zijn, dan de Roomschen.
En hierom veriieugeu wij ons niet, in
tegendeel wij betreuren dat evenzeer schier,
als het op onverantwoordelijke wijze ge
wilde kwaad der gemengde huwelijken door
een deel der Roomschen.
Moge dan naast de verblijdende toename
der Roomsche huwbaarheid, ook de afname
der gemengde huwedjkeu, waarbij de Room
schen partij zijn, in de toekomst verheu
genis schenken1
Moge net vasthouden aan de Roomsche
moraal, de door ons vermeende oorzaak
van het eerste verschijnsel, toch even
zeer in de individuen uoorwerken, wanneer
het gevaar dreigt in de verte van het ge
mengde Xiuwe.ijK.
Aav.
ATRECHT EN LENS.
Een oorlogseorr. Tusschen van den „Berl.
Lokal Anzeiger" seint uit Douai d.d. 1 Febr.:
De plaatselijke gevechten in het keuvelge-
bied tusschen Atrecht en Lens blijken steeds
duidelijker onderdeeien te zijn van een aan-
zieulijke en sameuhangenue aetie, die ten
doei hatl onze stekingen in dit gewichtige ge
deelte van liet \v estelnke l'ront op groote
schaal te verbeteren en ons een beter over
zicht t« verschaffen van het door den vijand
bezette terreiu. Steeds duidelijker kan men
thans het plan onderscheiden, volgens het
welk de onderneming samengesteld was uit
een aantal als golven in elkaar grijpende
aanvallen, die in het zuiden begonnen en
zich. in noordelijke" richting uitbreidden. Vier
van deze aanvallen, die duidelijk van elkaar
te onderscheiden zijn, hebben in den loop van
weinige dagen een groot en samenhangend
succes opgeleverd, dat onze troepen in de
lij-n van uen weg van Atrecht naar Leus
hebbén behaald. Den 23en Januari begon de
eerste aanval. Deze begon ten noorden van
Atrecht en ten noordwesten van Kociincourt
en léverue ons ongeveer 250 meter van de
vijandelijke loopgraaf op, nadat men met
succes mijnen had laten springen. Reeds den
volgenden dag volgde daarop een tweede
met- succes bekroonde aanval, die eveneens
met bet springen van mijnen begonnen was.
Den 26en Januari vond ten derde male een
ontploffing plaats en tegelijkertijd bestorm
den onze troepen ten noordoosten van Neu-
ville aan weerszijden van den weg van Vimy
naar Neuville de vijandelijke stellingen en
veroverden die weer over een uitgestrekt
heid van ongeveer 600 meter. Den 28en Ja
nuari namen wii ten noordwesten van de
hoeve La Folie, ten zuidwesten van Ary in
storm wederom 1560 meter van de eerste vij
andelijke stelling van de Franschen. In de
zen strijd werden 500 gevangenen gemaakt.
Behalve een breed en diep terrein verover
den onze troepen ook een rijken buit van ma
chinegeweren en allerlei oorlogsmateriaal.
„Jonas."
Dezer dagen heeft m juverpool een matroos
terecht gestaan wegens het feit, dat hij zich niet
op tijd aan boord had begeven van een marine
transportschip. Deze man, zekere Charles Dunn,
staat in Engelsche marinekringen békend als
„Jonas". En niet zonder reden. Hij heeft n.l. be
hoord tot de bemanning eerst van de Titanic,
toen van de Empress of Ireland, die beide zijn
vergaan, en ook tot die Van de Lusitania ea de
Florizan, die allebei door de Duitschers zijn ge
torpedeerd en gezonken. De bemanning van het
transportschip, aan boord waarvan Dunn zich
had moeten begeven,.was op de aanwezigheid
van .Jonas" niet gesteld en had gedreigd, hem
overboord te zulten gooien, indien hij tóch
kwam. Daarom was hij gedrost en had dienst ge
nomen bij de marine-reserve. Hij was daar als
ongeschikt voor den dienst ontslagen. De rech
ter, voor wien „Jonas" zich had te verantwoor
den, had medelijden met een door het lot zoo
zwaarbeproefd zeeman en liet hem vrij.
In het draadlooze scheepsstation.
Een medewerker van de „Times" op de vloot
vertelt van een bezoek dat hij op zekeren nacht,
„een praehtigen nacht voor draadloos seinen,"
aan het draadlooze station aan boord van een
oorlogsschip bracht. En zijn relaas geeft een
indruk van den omvang van dezen nog zoo
jongen tak van wetenschap. Ht was een
Eabel van geluiden dat daar dien nacht in do
kleine kajuit werd waargenomen. „Wij hoorden
allerlei dingen dien nacht, die zeidén tegelijk
worden gehoord en onder gelijke voorwaarden.
Wjj hoorden den Ruseischen opperbevelhebber
in de Oostzee; wij hoorden Madrid; wij hoor
den den Duitsclien opperbevelhebber." Met een
enkele beweging van den hefboom werd het
appaiaat op de ontvangst van weer andere
gclven ingesteld en dan konden worden opge
vangen en draadlooze seinen van het Britsclie
admiraalsschip op betrekkelijk korten afstand,
dan die van den Britschen bevelhebber in de
Middellandsche Zee of „die van het Duitsehe
station van Nordeicb. Daar waren de bekende
I seinen, maar ook de seinen die slechts met be-
hulp van een code waren te ontcijferen. Ande-
re, die geheel onbegrijpelijk waren, omdat men
den lseutel miste tot de code die werd gebruikt.
1 Natuurlijk is niet alles wat zoo wordt opgevan
gen van groot belang. Er is veel bij van par
ticulier belang. Maar dat in de draadlooze sta
tions der schepen in vólle zee zeer belangwek
kende dingen te hooren. zijn, die van alle zeeën
en kusten do lucht in worden gezonden, dat
blijkt wel Uit dit relaas, dat overigens van die
belangwekkendheden zelf niets meedeelt.
DE KONING EN KONIN
GIN VAN MONTENEGRO
LN BALLINGSCHAP.
Een Zwitser, die toevallig in hetzelfde ho
tel te Lyon op het oogenblik van de aan
komst van den koning en de koningin van
Montenegro, waar zij hun intrek nemen,
woonde, vertelt in de Tagliche Rundschau
bijzonderheden van hun aankomst. De bür-
gemeester van Lyon had *s morgens vroeg
uit Modane aan de Frauscli-Italiaansche grens
een telegram gekregen, dat als volgt luidue:
Houdt eenige kamers gereed voor koningin
Milena en haar gevolg, „Geen ontvangst."
Het telegram was niet onderteekend. De bur
gemeester, d!ie er mee uit den slaap gewekt
werd, vertrouwde'blijkbaar net geval niet.
Hij legde zich op het andere oor en versliep
de aankomst der koningin. Toen deze 's mor
gens werkelijk te Lyon aankwam, was niets
voor haar gereed. Noch aan het station, noch
in 't hotel. Op het Gare des Brotteadx waren
wel eenige officieren, maar dat is waarschijn
lijk toevallig geweest. Naderhand slond er in
de kranten, dat de koningin door die en die
ontvangen was. In de kranten werd het ver
zuim op deze wijze ten minste weer goed
gemaakt. Leden van het gevolg van de dood
moe aangekomen koningin vertelden mij ech
ter, dat zij van een ontvangst aan het station
niets hadden gemerkt. Alleen had men hen
het bezoek van den heer Denis Cochin aan
gekondigd.
Wij in het hotel, hoorden eerst van de
groote gebeurtenis, toen de koningin reeds
beneden in de hal wachtte en wachtte, tot
er een kamer in orde gebracht was. Want
zelfs eeen kamer had de burgemeester be
steld.
Het was een geluk, dat er te Lyon een
hotel Royal bestaat. Het is wel niet zeer
koninklijk,, maar voor reizigers is het goed
genoeg. De koninklijke gasten uit Montene
gro hadden nu tijd hun Fransche hotel-idylle
te bestudeeren. 's Avonds echter vertelde ons
prinses Xenia, die meer spreekt dan alle
andere Montenegrijnen bij elkaar, dat zij het
heerlijk vond weer onder ontwikkelde men-
schen te zijn. 's Morgens echter was het niet
zoo goed daarmee gegaan. De ontvangst begon
met„ een ruzie tusschen den portier en den
koetsiers over de betaling. De koetsiers had
den aan het station gehoord, wat voor passa
giers zij hadden en wilden daarom een ko
ninklijke betaling hebben. De portier keek
zijn gasten aan en daarna de koetsiers. Ko-
ninklijk zag de stoet er niet uitHij had
reeds menige Koningin ontvangen en hij wist
hoe koninklijke dames er uit zagen. Maar dat
gezelschap daar, dat allerlei merkwaardige
bagage onder den arm droeg, neen, dat was
het ware niet. De portier vond het zelfs een
brutaliteit van de koetsiers dergelijke gasten
j naar Royal te brengen en bovendien nog een
koninklijke fooi te vragen. Gelukkig verston
den de gasten niets van het in het plaatselijk
dialect gevoerde twistgesprek, anders had
den zij niet in Royal kunnen blijven. Geluk
kig kwam er op het critieke oogenblik een
booge ambtenaar van de politie, die een einde
maakte aan het pijnlijk tooneel.
De portier, die in den vroegen morgen,
nog half slaapdronken, koningin Milena en
haar gevolg om de armoedige bagage had
willen tegenhouden, was niet liet eenige
i slachtoffer van de jammerlijke verwarringen,
die twee dagen lang geen eind schenen te
willen nemen. In de bladen las men op
merkingen over de koffers van de gasten, die
er zeer primitief uitzagen en over de carton-
nen doozen met ondergoed van de koningin
en haar beide dochters, die er verscheurd
en smerig hadden uitgezien en niet eens meer
dichtgebonden waren. Deze bagage vertelde
echter een tragisch verhaal van de ontberin
gen der vlucht, van bezwaarlijk reizen en
j hadden ten slotte nog daaronder geleden, door-
dat het hotelpersoneel, de eerste bevelen van
den portier volgend, ze met de koetsiers de
deur uit had gezet. Toen de portier later
zijn schrobbeering kreeg, was hij volkomen
j in de war. Van officieeie zijde kwam 'oevel,
1 dat hij zijn ontslag moest krijgen. De hote
lier had daar echter weinig lust in; bruik
bare portiers zijn er nu niet voor het opra-
pen. De koninklijke gasten, schonken echter
den bewaker van hun hotel plechtig vergif
fenis.
Vier uur later droeg de man het hoofd
weer zoo hoog als ooit te voren.
Geldkwesties waren nu de grootste moei-
lijkheid voor de Montenegrijnsche gasten. En
zij spraken er over met ieder, die zich voor
hen interesseerde. De waard moest Servi
sche bankbiljetten voor hen wisselen en diep
daarvoor van Pontius naar Pilatus, maar nie
mand wilde er iets voor geven.
'sAvonds in de conversatiekamer klaagde
prinses Xenia nog daarover haar leed. Volgens
naar verhalen, moét de verwarring in Cet-
tinje ten slotte ontzettend geweest ziju, nie
mand wist meer wat hij doen moest. „Waar-
san 'konden wij eigenlijk'verder leven, als
de heeie wereld ons in den steek liet?" vroeg
zij in oen kring van toehoorders. „Maar
Italië?" waagde een Franpaise te vragen.
„Bahl" kwam er van de lippen van de prin
ses. Iemand 'vroeg, waaroin prins Mirko nog
i-in Cettinje achter gebleven was. Er moest
toch iemand thuis blij yen," antwoordde zij.
I „En in Italië wilde men bet."
Den avond van den 24en Januari kwam
er nog een nieuwe nuance in net Montene
grijnsche hofleven te Lyon. Koning Nikolaas
kwaam aan. Zijn intocht vond onder heel an
dere omstandigheden plaats dan de ontvangst
van zijn gemalin. Alles wat tot de voornaam
ste overheid behoorde, was op bevel uit Pa-
rijs 's middags om vijf uur op het starion
bijeen. Cavalerie en infanterie vormden een
eere-wacht voor den koning. Jntu38chen was
ook Denis Cochin uit Parijs aangekomen. De
burgemeester zou een toespraak houden. De
koning scheen echter op dit programma niet
gesteld. Hij was volstrekt gesloten. Zijn groot
ste vriendelijkheid bestond in het knikken
met het hoofd. Hij was buitengewoon uitge-
PR1ESTEH WIJ Dl NO.
Wanneer wfj zien, dat de nieuw-gewijde pries*
ter eerbied en gehoorzaamheid belooft aan Jen
Wijder en diens opvolger*, wanneer wij zien,
hoe vertrouwelijk hij zijne handen legt In die
des Bisschop», aldns verklarend, dat hij zich
zelf gevangen geeft in den Jhmst de» Hperen,
dan gevoelen wij ons gedrongen uit te roepen
Hoerlijk tooneel, dat ons de liefdevolle tucht
der H. Kerk doet'fcennenJa, er moet harmonie,
volkomen onderwerping zijn. er moet eerbied
en gehoorzaamheid beersehen in het bestuur
der Kerk. Dat maakt hare Vracht, hare schoon
heid uit! Een rijk, dat in zich zelf verdeeld i».
verzinkt en gaat ten gronde. Maar de onder
danigheid, hier beloofd, is niet die van een
slaaf ten opzichte van zijn meester, maar die
van een kind aan zijn vader: dat zegt ons
t Bisschops vredekus. Deze gehoorzaamheid is
zoet. want zij bewerkt volmaakte liefde en
maakt van hoofd en onderdaan, uw bisschop
en priester één hart. en één ziel!
Hierna staat de Wijder óp, zeggende: „De
zegen van den almachtigen God, Vader, Zoon
en H. Geest, dale over u neder, opdat gij geze
gend moogt zijn in de Orde van het Priester
schap en opdat gij voor de zonden en overtre
dingen des volks zoenoffers, moogt opdragen
aan den- almachtigen God, wien eere zij en
glorie in alle eeuwigheid. Amen!" Hierna
wordt de Mis voortgezet tot het ..Ite, missa est."
Dan maakt de Bisschop met den rechterduim
liet teeken des kruizes op zijne borst, zeggende:
„Geloofd zij de naam des Heeren! Nu en in alle
eeuwigheid." Andermaal maakt hij het
kruisteeken van het voorhoofd tot op de borst
met de woorden: „Onze hulp is in den naam
des Heeren, die hemel en aarde gemaakt heeft."
Dan vouwt hij zijn handen, buigt zich, neemt
den staf en zegent aldus de aanwezigen: „U
zegene de almachtige God, Vader, Zoon en
Heilige Geest! Amen."
Vervolgens richt hij tot de gewijden dit slot
woord
„Geliefde Zonen, overweegt zorgvuldig de
door u ontvangen wijding en deD last, die op
uwe schouders is gelegd. Tracht heilig en god-
vreezend te leven, tracht den almachtigen God
te behagen, opdat "gij Zijne gebade verkrijgen
moogt, dewelke Hij u krachtens zijne barm
hartigheid gelieve te verDenen. Gij, die pries
ters zijt geworden, leest na uwe eerste Mis drie
"andere Missen, namelijk ter eëre van den H.
Geest, ter eere van de H. Maagd Maria, alsmede
voor de overleden geloovigen, en wilt ook den
almachtigen God voor mij bidden."
Met bet laatste Evangelie wordt de plechtig
heid gesloten.
put en maakte den indruk van een vervallen
grijsaard, die zich als een half verlamde laat
dragen. Men had zich hem heel anders voor
gesteld. Hij lijkt niets meer op de portretten
die men van hem in de bladen ziet. Hij is
een ruïne en men wordt door medelijden ge
troffen voor den man, die zoo geknakt is
door het tragische lot van zijn koningschap.
De plechtige ontvangst «cheen hem niet bij
zonder aangenaam te zijn
DUITS CHLAN D.
Van de Noordzee tot de Zwarte Zee.
De „Vorwarts" scarijïi: Reeos vóór den oorlog
is al de groole waarde van eenen goeden water
weg naar het Oosten gebleken. De Donau is de
natuurlijke verbindingsschakel met den Balkan,
terwijl bovendien het Donau-Mainkanaat weder
de verbinding tusschen eerstgenoemde rivier en
Midden-Duitschland vormt, in de laatste ver
gadering van de „Baierische Kanalverein" heeft
de senamr F. W. Meyer uit Hameln het plan
geopperd, ook de Werra en de Weser onderling
en met den Donau in verbinding te brengen,
zoodat dan een waterweg van de Noordzee tot
de Zwarte Zee zou ontstaan. Hiervoor zou het
noodig zijn, de Werra van München af te kana-
liseeren en de verbinding tusschen Werra en
Main door een negen K.M. langen, door het
gebergte loopenden tunnel tot stand te brengen.
Het kanaal zou dan oyer Heldburg, en Gmün-
den naar Bamberg Ioopen en vervolgens in de
Maia uitmonden.
De economische beteekenis van zulk een kanaal,
dat een goedkoope verkeersweg tusschen Noord
en Zuid-Duitschland en Oostenrijk zou vormen,
zou zeer groot zijn Ook het Rijnsch-Westfaalsche
industriegebied zou daarvan groote voordcelen
ondervinden.
De aanlegkosten van het Main-Werrakanaal
worden op 275 millioen Mk geschat.
27)
Het was een jong mensch met een flinke ge
stalte, wiens geheele wezen een zekere vast
beradenheid aanduidde, die hij vooral door
de lange gewoonte, om de geheele verant
woordelijkheid op zicb te nemen en op alles
acht te geven, verkregen had.
Hü groette de dames beleefd en stelde zich
tot haar dienst.
Dit zijn de zuigers, zei de kommandant,
die met zijn gevolg op een 60'ort van ijzeren
balkou geklommen was, waar men de geheele
machine kon overzien. Onze machine heeft
ÖOO paardenkracht en beeft een tandradstel
sel. Dat wil zeggen, dat zij niet hare bewe
gingen direct op de sehroel'stang overbrengt,
maar daarmee in verband staat met tandra
deren. JLiij schepen van den tegen woordigen
tijd is die beweging een enkelvoudige, maar
bfj schepen van ouderen datum, zooals de
Juno, is dit niet het geval en de cylinder be
vindt zich zelfs op aamnerkelijken afstand
van de machine
Zulke cylinders zijn zeker groote ijzeren
stangen, nietwaar'! vroeg F lorry.
Ja, zeer groot zelfs!
- Er is dut geen vrees, dat zij evenals
een uaalu door zullen breken! zei mistress
Q'Moiioy.
Dat gebeurt toch meermalen, hernam de
kommauuunt.-Dikwijls is slechts een hevige
schok volcloenue, om ben te uüen bieken en
zeik een gevai is voor een stoomschip eene
ernstige zaaic, maar voor ons zou dat zooveel
ecu uitstekend zeilschip en wij hebben een
niet te beteekenen hebben, want tic. June ia
volieciig zeiltuig.
Van net balxon kwam men langs de for
nuizen en de stoomketels met hun blinkend
ijzer, hunne koperen banden en kranen en
hunne manometers. Overal heerschte echter
eene onuitstaanbare warmte, die slechts wei
nig verminderd werd door twee lucht
kokers van zeildoek. Onder den- luchtstroom
van deze reusachtige trechters bekwam men
weer een beetje. Eu niettegenstaande, deze
•felle waiiute schenen de stokers in hun ele
ment te zijn.
Toen het gezelschap een eindje verder ge
komen was, passeerden hen twee kolendra-
gers, iflt een waarvan men To-Ho herkende.
Men keek hein met belangstelling aan, maar
hy scheen daarvan niets te bemerken; ove
rigens was hü nog zwarter en vuiler dan
i ooit.
En gü zegt, kommandant, dat, indien de
spanning van den stoom te sterk wordt, wü
in de lucht kunnen vliegen, evenals door de
werking van het kruit!
Zeker, de uitwerking van eene ontplof
fing van kruit eu van stoom zijn dezelfde.
Maar wy hebben in mijnheer Humbert een
model-machinist, waurmeo wü niets te vree-
zen hebben.
O, kommandant, zeilde jonge mau be-
ccbeideu, wat mjj betreft, ik zal mijn best
doen en voor u waken, maar er zijn zooveel
onvoorziene omstandigheden, die zoo'u ontj
plofling kunnen veroorzaken.
Men moest een middel kunnen uitvin
den, om zulke ontploffingen te voorkomen,
zuchtte mistiecs OMolloy.
Als die uitbarstingen allen door een zelf
de oorzaak geschiedden, zou dat zoo moeilijk
niet zijn, antwoordde Paul-Louis, maar er
zün zooveel verschillende oorzaken! Nu eens
-door een scheur of barst in den stoomketel,
of door een gasvormige zelfstandigheid, die
uit de kolen komt, of het ligt aan de hoeda
nigheid der machine, aan de onoplettendheid
van dén machinist, of aan de hoedanigheid
van de kolenZonder nog de ontploffingen
te rekenen, die ontstaan doordat de püp ver
stopt raakt, doordat er iets invalt: een zeil
bijvoorbeeld, of zelfs wel een matroos,
zooals dat wel eens voorgekomen is....
I - Brrrr, gü jaagt iemand de stuiven on
het lijf; men zou haast denken, dat het onmo
gelijk is, om mei een stoomschip niet in de
lucht te vliegen, riep mistress O'Molloy uit.
Kom, Florry, laat ons spoedig hier vandaan
gbau, want wij zijn ons leven hier niet zeker.
Kom, kom, zei de kommandant glim
lachend, maak u niet ongerust, mijnheer
Humbert kent zijn plicht
De nieuwe kolendrager, die met een schop
iu de baud op eenigeu afstand van het ge
zelschap stond, bad dit geheele gesprek af
geluisterd.
ELFDE HOOFDSTUK.
De machine gesprongen.
Twee dagen later, even voor den middèg,
hadden allen zich op het achterdek verza
meld, passagiers zoowel ulo officiereu. Het
oogenblik v^iarop het juist middag zou zijn,
naderde al meer en meer en dat oogenblik
ging eiken dag met dezelfde plechtigheden
gepaard. Zelfs majoor O'Molloy vergat dan
zijn liver en kwam langzaam naar boven,
waar hq dan gewoonlijk een tüdlang op een
groote zeekaart bleef kijken. Een lün met een
pen of pootlood getrokken, duidde daarop
den weg aan, dien de Juno genomen had.
Do officieren met sextant en horloge in de
hand, wachtten het oogenblik af, waaroo de
zon loodrecht boven den horizon stond.
De zee was kalm en de warmte was zeer
drukkend. Geen zuchtje beroerde het water,
dat, door de zon beschenen, een weg van
vloeibaar goud scheen te zün. Om de wind
stilte had men alle zeilen geborgen en de
Juno. liep onder 6toom en liet een zwarte
rookpluim achter zicb
Het sloég middag. Terstond beerschte er
een geweldige beweging aan boord, alle kij
kers kwamen te voorschijn. De officieren
namen elk bun observatiepost iu. Vervolgen®
was er eene korte beraadslaging en de sex
tanten werden weer opgeborgen. Vijf minu
ten later was het punt bepaald en majoor
O'Molloy kou zien:
19o 51' 13" Zuiderbreedte,
12Io 43' 17" Oosterlengte.
Welk eeu warmte, kommandant, en wal
een windstilte, zeide Florence, die met een
waaier in de hand op een rieten stoel uitge
strekt lag.
Ja, dat zal nog wel eenige dagen aan
bonden,, antwoordde de kommandant, want
wü zün op een dier plaatsen aangekomen
waarop de wind als het ware geen vat heeft
Daarom outwyken zeilséhepen zulke plaatsen
altüd zorgvuldig, waut liet gebeurt wel, da'
meu er weken achtereen kan liggen, zonder
dat men .vooruitgaat. Dat is wql een van dt
ergste, die door Maury de verwoeste land
streek genoemd ia. (Wordt vervolgd.),