DERDE BLRD OPRUIMING E Di afstammeling van Robinson ip. j. mm&SEM, \U 'N STATISTIEK. SPOTKOOPJES bij BE GQÜB.0G. ROriD DÊ LITURGIE Aroegang n. Warmoessir. ccxciv. BUtTEfo? AND FEUILLETON ZATERDAG 5 FEBRUARI 1916 n. (slot) VERSPREID^ AFRICHTEN OOFLOGSALtERLEÏ 'Naar hét rransch.) NIEUWE HAARLE/ASCNE COURANT i)e slatistiek over den „Loop der Be volking in Nederland" geeft ook eenige cij fers omtrent gemengde huwelijken, waarbij <io statistiek, jammer genoeg, heel onvol ledig is. Nochtans zullen we trachten die "onvolledigheid gemotiveerd aan te vullen. In, 1.914 zijn, volgens die statistiek, 1859 'Roomsche vrouwen met niet-Roomsche man nen (waaronder 24 Israëlieten) en 2110 Roomsche mannen met niet-Roomsche vrou wen (waaronder 41 Israëlieten) gehuwd. Bo vendien zijn er nog 83 Israëlitische mannen en 70 Israëlitische, vrouwen met echtge- nooten uit andere gezindten, protestantsctie dus, gehuwd. Op het eerste gezicht is men bij deze cijfers geneigd te denken, dat bij de Pro testanten, waar immers tweemaal meer hu welijken dan bij de Roomschen voorkomen, net gemengde huwelijk geen frequenter voorkomend verschijnsel zou zijn dan Dij de Roomschen. En dat zou hun niet weinig boven ons tot eere strekken. Doch hier ligt het; misleidende der statis tische gegevens iu hun onvolledigheid. De statistiek stelt het Protestanisme voor als te zijn een éénheid gelijk het Katholicis me en geeft geen cijfers van huwelijken tus- schen onderscheidene secten gesloten, welke huweiij-ken in wezen geheel en al gemengde huwelijken zijn, daar de talrijke Protes- tantsche seeten vaak onderling al evenzeer priucipiëel verschillen, als met het Katho licisme; j azelfs komen er in ééne Secte twee erkende stroomingen voor, b.v. bij de Ned. Hervormden, waarvan de ééne princi pieel feitelijk veel meer met de andere dan met het Katholicisme verschilt! De statistiek is dus wel zeer onvolledig door van de gemengde huwelijken der leden van verschillende Protestantsche secten on- deriing, ja, van aanhangers van verschil* lende stroomingen in ééne secte, niet te gewagen. Dat zoodanige huwelijken gemengde hee- ten, zal wel niemand ons betwisten, waar dezer dagen het „Handelsblad" het ge mengde huwelijk nog definieerde ais een huwelijksver bintenis tusschen leden van ver schillende kerkgenootschappen. Alleen ach ten wij ons, om het diepsmjdende verschil, gerechtigd ook de huwelijken tusschen de modernen en orthodoxen binnen ééne secte, gemengde te noemen. En om nu tot oordeeien bevoegd te zijn, waar het gemengde huwelijk practisch het meest gehaat is: bij de Roomschen of Pro testanten, zou men strikt genomen over cij fers de bedoelde Protestantsche huwelijken betreffende, dienen te beschikken. Waar die evenwel in de statistiek ten eenenmale ontbreken, zullen we ons zelf uit aanwijzingen van cijfers uit de statis tiek opgeuiept, omtrent de practijk van het gemengde huwelijk bij de Protestanten een oordeel opbouwen. De;eerste aanwijzing is o.i. te zoeken'in de huwelijken van Protestanten in ,'t alge meen, met Israëlieten. Waar het aantai Israëlitische individuen, dat met Roomsche individuen een gemengd huwelijk aanging, 65 bedraagt, zou dit voor de huwelijken met Protestanten ware dezer haat tegen het gemengde huwelijk practisch even groot aLs bij de Roomscheu 130 kunnen bedragen, daar.de Protestan ten tweemaal meer huwelijken sloten dan de Roomschen. De statistiek wijst nochtans het hoogere cijfer 153 aan. Van meer beteekeuis lijkt ons .evenwel do'tweede aanwijzing. Het aantal kerkeujke inzegeningen van zuiver Roomscüe huwelijken bedroeg vol gens de statistiek 95.3 pCt.van zuiver pro.estantsciie huwelijken slechts33.7 Voor dit lage cijfer der Protestantsche inzegeningen moet een reden bestaan. Eu die oorzaak, althans de voornaamste oor zaak van wellicht meerdere, ligt o.i. juist in.de omstandigheid, dat de z.g. zuiver Pro testantsche huwelijken metterdaad voor een ontzaglijk groot deel gemengde huwelijken zij u. Te meer worden we in deze meening versterkt, wanneer we zien, dat de statis tiek voor do door haar behandelde gemeng de huwelijken inderdaad voor deze een zeer laag percentage als kerkelijk ingezegend aangeeft, n.l. nog geen 20 pCt.1 Bij deze aanwijzing kunnen we waar schijnlijk nog afstand ervan doen, om ook huwelijken van modernen en orthodoxen binnen ééne secte gemengd le noemen, daar in dit geval beide partijen toch nog, al is 't onnatuurlijk, minder bezwaar zullen opperen voor een bepaalden dominee, die toch altijd voorganger derzelfde secte is, te verschijnen. Als onder de gemengde huwelijken der statistiek (Roomscli-Protestant) 20 pCt. in- zegend wordt, dan mogen wc aannemen, dat onder de gemengde huwelijken der Protes tanten ook zeker percentage zal ingezegend zijn, welk percentage van kerkelijk inge zegende feitelijk gemengde huwelijken door de statistiek over 1914 dan vervat wordt in de 33.7 pCt. ingezegende zuiver Protes tantsche huwelijken. Het percentage der in werkelijkheid tusschen leden van een zelfde secte gesloten huwelijken zal dus nog eenigszins lager blijken te zijn dan 33.7. -Wanneer we uit de statistiek zien, dat 80 pCt. der gemengde huwelijken (Roomsch- Protestant) niet ingezegend werden is het dan erg boud een oogenblik te denken, dat do 66 pCt. der niet ingezegende z.g. zuiver Protestantsche huwelijke» een gemengd ka rakter dragen? Dat de Protestanten, behalve de gemengde huwelijken, welke zij sluiten met Israëlieten (en in hoogere maté door de Roomschen); nog op 100 Protestantsche hu welijken er 66 te boeken hebben van ge- inengden aard, waar de Roomschen een blank register te toouen vermogen? Nu wiiieu we evenwel gaarne toegeven, dat dit cijfer dient te worden verlaagd; al leen al hierom, wijl bij de zuiver Room sche huwelijken 4.7 pCt. kerkelijk niet is ingezegend, hetgeen er op wijst wat a priori vaststond dat andere factoren wer ken en invloed hebben op de niet kerkelij ke inzegening. En al houden we dan ook niet vast aan de gedachte, dat de volle 66 pCt. der niet inge zegende Pro.estautsche huwelijken gemengd zullen geweest zijn, zeker is van den an-1 deren kant toch ook, dat de overige facto ren, welke de kerkelijke inzegening weer hielden, uiet van dien aard zijn gezien de praetiscne ervgging bij de zuiver Room- i sche huwelijken dat na het bovenstande niet zou mogen worden aangenomen als con clusie, dat een groot deel der 66 niet-inze- geuingen per 100 protestantsche huwelij ken, te wijten is aan het gemengde karak ter van de huwelijken, dat de Protestanten practisch minder alkeerig en in bedui dende mate van het gemengde huwelijk blijken te zijn, dan de Roomschen. En hierom veriieugeu wij ons niet, in tegendeel wij betreuren dat evenzeer schier, als het op onverantwoordelijke wijze ge wilde kwaad der gemengde huwelijken door een deel der Roomschen. Moge dan naast de verblijdende toename der Roomsche huwbaarheid, ook de afname der gemengde huwedjkeu, waarbij de Room schen partij zijn, in de toekomst verheu genis schenken1 Moge net vasthouden aan de Roomsche moraal, de door ons vermeende oorzaak van het eerste verschijnsel, toch even zeer in de individuen uoorwerken, wanneer het gevaar dreigt in de verte van het ge mengde Xiuwe.ijK. Aav. ATRECHT EN LENS. Een oorlogseorr. Tusschen van den „Berl. Lokal Anzeiger" seint uit Douai d.d. 1 Febr.: De plaatselijke gevechten in het keuvelge- bied tusschen Atrecht en Lens blijken steeds duidelijker onderdeeien te zijn van een aan- zieulijke en sameuhangenue aetie, die ten doei hatl onze stekingen in dit gewichtige ge deelte van liet \v estelnke l'ront op groote schaal te verbeteren en ons een beter over zicht t« verschaffen van het door den vijand bezette terreiu. Steeds duidelijker kan men thans het plan onderscheiden, volgens het welk de onderneming samengesteld was uit een aantal als golven in elkaar grijpende aanvallen, die in het zuiden begonnen en zich. in noordelijke" richting uitbreidden. Vier van deze aanvallen, die duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn, hebben in den loop van weinige dagen een groot en samenhangend succes opgeleverd, dat onze troepen in de lij-n van uen weg van Atrecht naar Leus hebbén behaald. Den 23en Januari begon de eerste aanval. Deze begon ten noorden van Atrecht en ten noordwesten van Kociincourt en léverue ons ongeveer 250 meter van de vijandelijke loopgraaf op, nadat men met succes mijnen had laten springen. Reeds den volgenden dag volgde daarop een tweede met- succes bekroonde aanval, die eveneens met bet springen van mijnen begonnen was. Den 26en Januari vond ten derde male een ontploffing plaats en tegelijkertijd bestorm den onze troepen ten noordoosten van Neu- ville aan weerszijden van den weg van Vimy naar Neuville de vijandelijke stellingen en veroverden die weer over een uitgestrekt heid van ongeveer 600 meter. Den 28en Ja nuari namen wii ten noordwesten van de hoeve La Folie, ten zuidwesten van Ary in storm wederom 1560 meter van de eerste vij andelijke stelling van de Franschen. In de zen strijd werden 500 gevangenen gemaakt. Behalve een breed en diep terrein verover den onze troepen ook een rijken buit van ma chinegeweren en allerlei oorlogsmateriaal. „Jonas." Dezer dagen heeft m juverpool een matroos terecht gestaan wegens het feit, dat hij zich niet op tijd aan boord had begeven van een marine transportschip. Deze man, zekere Charles Dunn, staat in Engelsche marinekringen békend als „Jonas". En niet zonder reden. Hij heeft n.l. be hoord tot de bemanning eerst van de Titanic, toen van de Empress of Ireland, die beide zijn vergaan, en ook tot die Van de Lusitania ea de Florizan, die allebei door de Duitschers zijn ge torpedeerd en gezonken. De bemanning van het transportschip, aan boord waarvan Dunn zich had moeten begeven,.was op de aanwezigheid van .Jonas" niet gesteld en had gedreigd, hem overboord te zulten gooien, indien hij tóch kwam. Daarom was hij gedrost en had dienst ge nomen bij de marine-reserve. Hij was daar als ongeschikt voor den dienst ontslagen. De rech ter, voor wien „Jonas" zich had te verantwoor den, had medelijden met een door het lot zoo zwaarbeproefd zeeman en liet hem vrij. In het draadlooze scheepsstation. Een medewerker van de „Times" op de vloot vertelt van een bezoek dat hij op zekeren nacht, „een praehtigen nacht voor draadloos seinen," aan het draadlooze station aan boord van een oorlogsschip bracht. En zijn relaas geeft een indruk van den omvang van dezen nog zoo jongen tak van wetenschap. Ht was een Eabel van geluiden dat daar dien nacht in do kleine kajuit werd waargenomen. „Wij hoorden allerlei dingen dien nacht, die zeidén tegelijk worden gehoord en onder gelijke voorwaarden. Wjj hoorden den Ruseischen opperbevelhebber in de Oostzee; wij hoorden Madrid; wij hoor den den Duitsclien opperbevelhebber." Met een enkele beweging van den hefboom werd het appaiaat op de ontvangst van weer andere gclven ingesteld en dan konden worden opge vangen en draadlooze seinen van het Britsclie admiraalsschip op betrekkelijk korten afstand, dan die van den Britschen bevelhebber in de Middellandsche Zee of „die van het Duitsehe station van Nordeicb. Daar waren de bekende I seinen, maar ook de seinen die slechts met be- hulp van een code waren te ontcijferen. Ande- re, die geheel onbegrijpelijk waren, omdat men den lseutel miste tot de code die werd gebruikt. 1 Natuurlijk is niet alles wat zoo wordt opgevan gen van groot belang. Er is veel bij van par ticulier belang. Maar dat in de draadlooze sta tions der schepen in vólle zee zeer belangwek kende dingen te hooren. zijn, die van alle zeeën en kusten do lucht in worden gezonden, dat blijkt wel Uit dit relaas, dat overigens van die belangwekkendheden zelf niets meedeelt. DE KONING EN KONIN GIN VAN MONTENEGRO LN BALLINGSCHAP. Een Zwitser, die toevallig in hetzelfde ho tel te Lyon op het oogenblik van de aan komst van den koning en de koningin van Montenegro, waar zij hun intrek nemen, woonde, vertelt in de Tagliche Rundschau bijzonderheden van hun aankomst. De bür- gemeester van Lyon had *s morgens vroeg uit Modane aan de Frauscli-Italiaansche grens een telegram gekregen, dat als volgt luidue: Houdt eenige kamers gereed voor koningin Milena en haar gevolg, „Geen ontvangst." Het telegram was niet onderteekend. De bur gemeester, d!ie er mee uit den slaap gewekt werd, vertrouwde'blijkbaar net geval niet. Hij legde zich op het andere oor en versliep de aankomst der koningin. Toen deze 's mor gens werkelijk te Lyon aankwam, was niets voor haar gereed. Noch aan het station, noch in 't hotel. Op het Gare des Brotteadx waren wel eenige officieren, maar dat is waarschijn lijk toevallig geweest. Naderhand slond er in de kranten, dat de koningin door die en die ontvangen was. In de kranten werd het ver zuim op deze wijze ten minste weer goed gemaakt. Leden van het gevolg van de dood moe aangekomen koningin vertelden mij ech ter, dat zij van een ontvangst aan het station niets hadden gemerkt. Alleen had men hen het bezoek van den heer Denis Cochin aan gekondigd. Wij in het hotel, hoorden eerst van de groote gebeurtenis, toen de koningin reeds beneden in de hal wachtte en wachtte, tot er een kamer in orde gebracht was. Want zelfs eeen kamer had de burgemeester be steld. Het was een geluk, dat er te Lyon een hotel Royal bestaat. Het is wel niet zeer koninklijk,, maar voor reizigers is het goed genoeg. De koninklijke gasten uit Montene gro hadden nu tijd hun Fransche hotel-idylle te bestudeeren. 's Avonds echter vertelde ons prinses Xenia, die meer spreekt dan alle andere Montenegrijnen bij elkaar, dat zij het heerlijk vond weer onder ontwikkelde men- schen te zijn. 's Morgens echter was het niet zoo goed daarmee gegaan. De ontvangst begon met„ een ruzie tusschen den portier en den koetsiers over de betaling. De koetsiers had den aan het station gehoord, wat voor passa giers zij hadden en wilden daarom een ko ninklijke betaling hebben. De portier keek zijn gasten aan en daarna de koetsiers. Ko- ninklijk zag de stoet er niet uitHij had reeds menige Koningin ontvangen en hij wist hoe koninklijke dames er uit zagen. Maar dat gezelschap daar, dat allerlei merkwaardige bagage onder den arm droeg, neen, dat was het ware niet. De portier vond het zelfs een brutaliteit van de koetsiers dergelijke gasten j naar Royal te brengen en bovendien nog een koninklijke fooi te vragen. Gelukkig verston den de gasten niets van het in het plaatselijk dialect gevoerde twistgesprek, anders had den zij niet in Royal kunnen blijven. Geluk kig kwam er op het critieke oogenblik een booge ambtenaar van de politie, die een einde maakte aan het pijnlijk tooneel. De portier, die in den vroegen morgen, nog half slaapdronken, koningin Milena en haar gevolg om de armoedige bagage had willen tegenhouden, was niet liet eenige i slachtoffer van de jammerlijke verwarringen, die twee dagen lang geen eind schenen te willen nemen. In de bladen las men op merkingen over de koffers van de gasten, die er zeer primitief uitzagen en over de carton- nen doozen met ondergoed van de koningin en haar beide dochters, die er verscheurd en smerig hadden uitgezien en niet eens meer dichtgebonden waren. Deze bagage vertelde echter een tragisch verhaal van de ontberin gen der vlucht, van bezwaarlijk reizen en j hadden ten slotte nog daaronder geleden, door- dat het hotelpersoneel, de eerste bevelen van den portier volgend, ze met de koetsiers de deur uit had gezet. Toen de portier later zijn schrobbeering kreeg, was hij volkomen j in de war. Van officieeie zijde kwam 'oevel, 1 dat hij zijn ontslag moest krijgen. De hote lier had daar echter weinig lust in; bruik bare portiers zijn er nu niet voor het opra- pen. De koninklijke gasten, schonken echter den bewaker van hun hotel plechtig vergif fenis. Vier uur later droeg de man het hoofd weer zoo hoog als ooit te voren. Geldkwesties waren nu de grootste moei- lijkheid voor de Montenegrijnsche gasten. En zij spraken er over met ieder, die zich voor hen interesseerde. De waard moest Servi sche bankbiljetten voor hen wisselen en diep daarvoor van Pontius naar Pilatus, maar nie mand wilde er iets voor geven. 'sAvonds in de conversatiekamer klaagde prinses Xenia nog daarover haar leed. Volgens naar verhalen, moét de verwarring in Cet- tinje ten slotte ontzettend geweest ziju, nie mand wist meer wat hij doen moest. „Waar- san 'konden wij eigenlijk'verder leven, als de heeie wereld ons in den steek liet?" vroeg zij in oen kring van toehoorders. „Maar Italië?" waagde een Franpaise te vragen. „Bahl" kwam er van de lippen van de prin ses. Iemand 'vroeg, waaroin prins Mirko nog i-in Cettinje achter gebleven was. Er moest toch iemand thuis blij yen," antwoordde zij. I „En in Italië wilde men bet." Den avond van den 24en Januari kwam er nog een nieuwe nuance in net Montene grijnsche hofleven te Lyon. Koning Nikolaas kwaam aan. Zijn intocht vond onder heel an dere omstandigheden plaats dan de ontvangst van zijn gemalin. Alles wat tot de voornaam ste overheid behoorde, was op bevel uit Pa- rijs 's middags om vijf uur op het starion bijeen. Cavalerie en infanterie vormden een eere-wacht voor den koning. Jntu38chen was ook Denis Cochin uit Parijs aangekomen. De burgemeester zou een toespraak houden. De koning scheen echter op dit programma niet gesteld. Hij was volstrekt gesloten. Zijn groot ste vriendelijkheid bestond in het knikken met het hoofd. Hij was buitengewoon uitge- PR1ESTEH WIJ Dl NO. Wanneer wfj zien, dat de nieuw-gewijde pries* ter eerbied en gehoorzaamheid belooft aan Jen Wijder en diens opvolger*, wanneer wij zien, hoe vertrouwelijk hij zijne handen legt In die des Bisschop», aldns verklarend, dat hij zich zelf gevangen geeft in den Jhmst de» Hperen, dan gevoelen wij ons gedrongen uit te roepen Hoerlijk tooneel, dat ons de liefdevolle tucht der H. Kerk doet'fcennenJa, er moet harmonie, volkomen onderwerping zijn. er moet eerbied en gehoorzaamheid beersehen in het bestuur der Kerk. Dat maakt hare Vracht, hare schoon heid uit! Een rijk, dat in zich zelf verdeeld i». verzinkt en gaat ten gronde. Maar de onder danigheid, hier beloofd, is niet die van een slaaf ten opzichte van zijn meester, maar die van een kind aan zijn vader: dat zegt ons t Bisschops vredekus. Deze gehoorzaamheid is zoet. want zij bewerkt volmaakte liefde en maakt van hoofd en onderdaan, uw bisschop en priester één hart. en één ziel! Hierna staat de Wijder óp, zeggende: „De zegen van den almachtigen God, Vader, Zoon en H. Geest, dale over u neder, opdat gij geze gend moogt zijn in de Orde van het Priester schap en opdat gij voor de zonden en overtre dingen des volks zoenoffers, moogt opdragen aan den- almachtigen God, wien eere zij en glorie in alle eeuwigheid. Amen!" Hierna wordt de Mis voortgezet tot het ..Ite, missa est." Dan maakt de Bisschop met den rechterduim liet teeken des kruizes op zijne borst, zeggende: „Geloofd zij de naam des Heeren! Nu en in alle eeuwigheid." Andermaal maakt hij het kruisteeken van het voorhoofd tot op de borst met de woorden: „Onze hulp is in den naam des Heeren, die hemel en aarde gemaakt heeft." Dan vouwt hij zijn handen, buigt zich, neemt den staf en zegent aldus de aanwezigen: „U zegene de almachtige God, Vader, Zoon en Heilige Geest! Amen." Vervolgens richt hij tot de gewijden dit slot woord „Geliefde Zonen, overweegt zorgvuldig de door u ontvangen wijding en deD last, die op uwe schouders is gelegd. Tracht heilig en god- vreezend te leven, tracht den almachtigen God te behagen, opdat "gij Zijne gebade verkrijgen moogt, dewelke Hij u krachtens zijne barm hartigheid gelieve te verDenen. Gij, die pries ters zijt geworden, leest na uwe eerste Mis drie "andere Missen, namelijk ter eëre van den H. Geest, ter eere van de H. Maagd Maria, alsmede voor de overleden geloovigen, en wilt ook den almachtigen God voor mij bidden." Met bet laatste Evangelie wordt de plechtig heid gesloten. put en maakte den indruk van een vervallen grijsaard, die zich als een half verlamde laat dragen. Men had zich hem heel anders voor gesteld. Hij lijkt niets meer op de portretten die men van hem in de bladen ziet. Hij is een ruïne en men wordt door medelijden ge troffen voor den man, die zoo geknakt is door het tragische lot van zijn koningschap. De plechtige ontvangst «cheen hem niet bij zonder aangenaam te zijn DUITS CHLAN D. Van de Noordzee tot de Zwarte Zee. De „Vorwarts" scarijïi: Reeos vóór den oorlog is al de groole waarde van eenen goeden water weg naar het Oosten gebleken. De Donau is de natuurlijke verbindingsschakel met den Balkan, terwijl bovendien het Donau-Mainkanaat weder de verbinding tusschen eerstgenoemde rivier en Midden-Duitschland vormt, in de laatste ver gadering van de „Baierische Kanalverein" heeft de senamr F. W. Meyer uit Hameln het plan geopperd, ook de Werra en de Weser onderling en met den Donau in verbinding te brengen, zoodat dan een waterweg van de Noordzee tot de Zwarte Zee zou ontstaan. Hiervoor zou het noodig zijn, de Werra van München af te kana- liseeren en de verbinding tusschen Werra en Main door een negen K.M. langen, door het gebergte loopenden tunnel tot stand te brengen. Het kanaal zou dan oyer Heldburg, en Gmün- den naar Bamberg Ioopen en vervolgens in de Maia uitmonden. De economische beteekenis van zulk een kanaal, dat een goedkoope verkeersweg tusschen Noord en Zuid-Duitschland en Oostenrijk zou vormen, zou zeer groot zijn Ook het Rijnsch-Westfaalsche industriegebied zou daarvan groote voordcelen ondervinden. De aanlegkosten van het Main-Werrakanaal worden op 275 millioen Mk geschat. 27) Het was een jong mensch met een flinke ge stalte, wiens geheele wezen een zekere vast beradenheid aanduidde, die hij vooral door de lange gewoonte, om de geheele verant woordelijkheid op zicb te nemen en op alles acht te geven, verkregen had. Hü groette de dames beleefd en stelde zich tot haar dienst. Dit zijn de zuigers, zei de kommandant, die met zijn gevolg op een 60'ort van ijzeren balkou geklommen was, waar men de geheele machine kon overzien. Onze machine heeft ÖOO paardenkracht en beeft een tandradstel sel. Dat wil zeggen, dat zij niet hare bewe gingen direct op de sehroel'stang overbrengt, maar daarmee in verband staat met tandra deren. JLiij schepen van den tegen woordigen tijd is die beweging een enkelvoudige, maar bfj schepen van ouderen datum, zooals de Juno, is dit niet het geval en de cylinder be vindt zich zelfs op aamnerkelijken afstand van de machine Zulke cylinders zijn zeker groote ijzeren stangen, nietwaar'! vroeg F lorry. Ja, zeer groot zelfs! - Er is dut geen vrees, dat zij evenals een uaalu door zullen breken! zei mistress Q'Moiioy. Dat gebeurt toch meermalen, hernam de kommauuunt.-Dikwijls is slechts een hevige schok volcloenue, om ben te uüen bieken en zeik een gevai is voor een stoomschip eene ernstige zaaic, maar voor ons zou dat zooveel ecu uitstekend zeilschip en wij hebben een niet te beteekenen hebben, want tic. June ia volieciig zeiltuig. Van net balxon kwam men langs de for nuizen en de stoomketels met hun blinkend ijzer, hunne koperen banden en kranen en hunne manometers. Overal heerschte echter eene onuitstaanbare warmte, die slechts wei nig verminderd werd door twee lucht kokers van zeildoek. Onder den- luchtstroom van deze reusachtige trechters bekwam men weer een beetje. Eu niettegenstaande, deze •felle waiiute schenen de stokers in hun ele ment te zijn. Toen het gezelschap een eindje verder ge komen was, passeerden hen twee kolendra- gers, iflt een waarvan men To-Ho herkende. Men keek hein met belangstelling aan, maar hy scheen daarvan niets te bemerken; ove rigens was hü nog zwarter en vuiler dan i ooit. En gü zegt, kommandant, dat, indien de spanning van den stoom te sterk wordt, wü in de lucht kunnen vliegen, evenals door de werking van het kruit! Zeker, de uitwerking van eene ontplof fing van kruit eu van stoom zijn dezelfde. Maar wy hebben in mijnheer Humbert een model-machinist, waurmeo wü niets te vree- zen hebben. O, kommandant, zeilde jonge mau be- ccbeideu, wat mjj betreft, ik zal mijn best doen en voor u waken, maar er zijn zooveel onvoorziene omstandigheden, die zoo'u ontj plofling kunnen veroorzaken. Men moest een middel kunnen uitvin den, om zulke ontploffingen te voorkomen, zuchtte mistiecs OMolloy. Als die uitbarstingen allen door een zelf de oorzaak geschiedden, zou dat zoo moeilijk niet zijn, antwoordde Paul-Louis, maar er zün zooveel verschillende oorzaken! Nu eens -door een scheur of barst in den stoomketel, of door een gasvormige zelfstandigheid, die uit de kolen komt, of het ligt aan de hoeda nigheid der machine, aan de onoplettendheid van dén machinist, of aan de hoedanigheid van de kolenZonder nog de ontploffingen te rekenen, die ontstaan doordat de püp ver stopt raakt, doordat er iets invalt: een zeil bijvoorbeeld, of zelfs wel een matroos, zooals dat wel eens voorgekomen is.... I - Brrrr, gü jaagt iemand de stuiven on het lijf; men zou haast denken, dat het onmo gelijk is, om mei een stoomschip niet in de lucht te vliegen, riep mistress O'Molloy uit. Kom, Florry, laat ons spoedig hier vandaan gbau, want wij zijn ons leven hier niet zeker. Kom, kom, zei de kommandant glim lachend, maak u niet ongerust, mijnheer Humbert kent zijn plicht De nieuwe kolendrager, die met een schop iu de baud op eenigeu afstand van het ge zelschap stond, bad dit geheele gesprek af geluisterd. ELFDE HOOFDSTUK. De machine gesprongen. Twee dagen later, even voor den middèg, hadden allen zich op het achterdek verza meld, passagiers zoowel ulo officiereu. Het oogenblik v^iarop het juist middag zou zijn, naderde al meer en meer en dat oogenblik ging eiken dag met dezelfde plechtigheden gepaard. Zelfs majoor O'Molloy vergat dan zijn liver en kwam langzaam naar boven, waar hq dan gewoonlijk een tüdlang op een groote zeekaart bleef kijken. Een lün met een pen of pootlood getrokken, duidde daarop den weg aan, dien de Juno genomen had. Do officieren met sextant en horloge in de hand, wachtten het oogenblik af, waaroo de zon loodrecht boven den horizon stond. De zee was kalm en de warmte was zeer drukkend. Geen zuchtje beroerde het water, dat, door de zon beschenen, een weg van vloeibaar goud scheen te zün. Om de wind stilte had men alle zeilen geborgen en de Juno. liep onder 6toom en liet een zwarte rookpluim achter zicb Het sloég middag. Terstond beerschte er een geweldige beweging aan boord, alle kij kers kwamen te voorschijn. De officieren namen elk bun observatiepost iu. Vervolgen® was er eene korte beraadslaging en de sex tanten werden weer opgeborgen. Vijf minu ten later was het punt bepaald en majoor O'Molloy kou zien: 19o 51' 13" Zuiderbreedte, 12Io 43' 17" Oosterlengte. Welk eeu warmte, kommandant, en wal een windstilte, zeide Florence, die met een waaier in de hand op een rieten stoel uitge strekt lag. Ja, dat zal nog wel eenige dagen aan bonden,, antwoordde de kommandant, want wü zün op een dier plaatsen aangekomen waarop de wind als het ware geen vat heeft Daarom outwyken zeilséhepen zulke plaatsen altüd zorgvuldig, waut liet gebeurt wel, da' meu er weken achtereen kan liggen, zonder dat men .vooruitgaat. Dat is wql een van dt ergste, die door Maury de verwoeste land streek genoemd ia. (Wordt vervolgd.),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 13