TWEEDE BLAD
De afstammeling van Robinson
RIJWIELBANDEN
DE OORLOG
Eerst denken, dan doen.
H. J. v. d. MEER,
Schagchelstraat 7-9
FEUILLETON
WOENSDAG 23 FEBRUARI 1916
Het was een liberaal pur sang, Mr. N. Pier-
s°n, deskundig geacht bij rechts en links, welke
kleine twintig jaren geleden verklaarde dat
'n Nederland de directe belastingen niet hooger
°Pgevüerd konden worden.
Linksche regeeringen hebben deswege fiscale
herzieningen tot stand gebracht op het voetspóor
van Sprenger van Eijck, en Pierson zelf trachtte
er naar, zooals de pogingen werden voortgezet
in Mr. de Meester's Commissie en Fock's Indische
fiscale maatregelen. Rechtsche ministers hebben
°ngemaskerd in de ontwerpen Harte en Kolkman
hunne bedoelingen belichaamd.
Maar evenwel is dit een feit: sinds Pierson's
uitspraak zijn de directe belastingen danig opge
voerd, en wij staan thans voor een geweldige
opvoering, een ongekende en ongedachte, door de
ontwerpen Treub (van Gijn).
Deze veelzijdige ontwerpen werden voor eenige
maanden gepubliceerd, en dp enkele uitzonde-
vingen na (b.v. de schilderijenbelasting) gunstig
beoordeeld, genadig aangenomen door het Hol-
andsche volk. Critiek werd bijna niet gehoord.
Becordeeling, zelfs studie der ontwerpen, bleef
achterwege, althans voor zoover de groote
dagbladpers daarvan blijk gaf.
Het is vreemd voor ons critisch Holland nog
vreemder waar het hier het teêre punt van belas
tingen betreft.
Vergelijk daarmede het lawijd dat in 1913 niet
van de lucht was, waar het nog geen 10,000,000
gulden betrof noodig voor de sociale wetgeving,
te vinden in verhoogde, maar nog steeds zeer
matige invoerrechten.
En reeds sinds Harte lagen de plannen gereed.
En toch werd Kolkman's geste „overijld"
genoemd!
Nu echter ijlt men niet? Men ijlt in dubbele
beteekenis. Want binnen eenige weken moeten de
meest importante belastingontwerpen „er door"
gejaagd. Te midden van andere werkzaamheden
krijgt zelfs een plichtgetrouw Kamerlid geen tijd
tot studie, en heel. Nederland wikt de gevolgen
niet, noch de noodzakelijkheid.
Bezint toch eer gij begint..
Meer dan ooit toch is het nu noodig eerst te
denken en dan nog eens te denken, om ten slotte
te doen. n
De portée van de zaak is een machtige.
Maar de tijden zijn volslagen abnormaal.
En deswegen is de machtige portée niet te
overzien.
Men gaat het dus nu zoeken in een geweldige
verhooging der directe belastingen naar allerlei
vreemde maatstaven.
Maar, afgezien van Pierson's uitspraak, neigen
de tijden niet veeleer naar invoering van indirecte
belastingen, althans naar iets anders dan Treub
voorstelde?
Er is reden dit te gelooven.
Afgezien van meerdere feiten en indices,
willen wij één beschouwinkje geven, dat onze
vraag billijkt en, bij' waarheid, de huidige
Nederiandsche belastingpolitiek. stempelt tot
klem gedoe.
Deze'beschouwing is ontleend aan de feiten
van den grooten oorlog. Niet van dezen die met
de wapenen gestreden wordt, maar van den
geweldigen economischen oorlog, welke reeds
wordt ingeluid.
Na den avond van den wapenkrijg zal helaas
geen volslagen lieve vrede gaan gloren, maar
volgt de nacht van der volkeren economischen
oorlog.
Een premier van New-Zealand zei het zoo
teekenend: in voorbereiding is de heffing van
50 procent op Duitsche waren na den oorlog.
E>e Canadeesche ambtgenoot sprak daarmede
parallel. Stemmen van de bestuurders van het
moederland laten eveneens geen twijfel, en zóó
deze nog bestaat zal de Fransche openhartigheid
u de volle zekerheid geven: Geen handel meer
met onze erfvijanden na den oorlog!.
Wij moeten het hierover eens zijn de
economische oorlog komt. Zeker, daarna zal de
vrede, de echte volle vrede komen, maar een reeks
van jaren hebben wij een economisch wereld-
worstelen te wachten. De aankondiging daarvan
is zelts een hoopvol teeken van het einde van
uen wapenkrijg, immers, het is of de Entente
naren strijders op het hart wil drukken dat bij
het nederleggen der wapens de oorlog niet
geëindigd is, maar Duitschland vgel vreeselijker
verpletterd zal worden in den daarop volgenden
economischen oorlog. Men vraagt zich afheeft
de aankondiging van dien onbloedigen krijg iets
te beduiden? Worden de Entente-rijken geprae-
pareerd op het einde van bloed en ijzer?
Doch, dit daargelaten, wie het hiermede met
mij oneens is, zal het niettemin zeer wel met mij
eens kunnen zijn op dit, ons cardinale punt:
een economische wereldoorlog komt.
Zien wij dan.de positie van Duitschland.
Sterk in zijn vast kapitaal, in zijn productief
vermogen, opgelegd in uitgebreide en vele
fabrieken, voorzien van kostbare machinerieën,
met een wereld-productievermogen, zal Duitsch
land geen vrije markt hebben, neen, zelfs heel
geen markt am zijn voortbrengselen af te zetten.
Herstellen wij hier een „kleine" vergissing.
Nederland zal als afzetgebied gebruikt worden.
Nederland wordt afgezet. Afgezet van zijn eigen
industriëel standpunt, want de machtige Duitsche
industrie, overal elders botsend tegen een
vijandige en onwrikbare muur van 50 procent
heffing, rolt als een watervloed de onbeschermde
lage landen binnen, overstroomt Neêrland's vrije
markt, wellust door het „vrije" ruilverkeer, en
srnijt alle restjes van nationale fabricage ten
onderste boven.
Eerste vraag: wat baat hiertegen?
Antwoord: Geen matige, maar hooge invoer
rechten
Zeker, Hollandsche vrijhandelaar, die niet
tegenstaande alles, u vastklemt aan uw geliefde
theorie, deze economische oorlog moet tijdelijk
zijn, Engelsche en Fransche trusts zullen het
eigen volk egoïstisch uitbuiten, ten slotte zal het
economisch evenwicht hersteld, toegegeven: de
economische oorlog is tijdelijk, zooals de Zuider-
zee-doorbraak tijdelijk is, maar geef ons toe: de
schade is toegebracht, de overstrooming heeft
haar werk gedaan, dè vloedgolf velde alles ter
neder. Zouden wij niet goed" doen bij voorbaat
de grensdrempels te verhoogen, bij voorbaat de
economische dijken te versterken?
Het komt ons voor dat zoowel protectionist
als vrijhandelaar het met ons eens zal zijn: Ja,
in die buitengewone omstandigheden moeten
buitengewone maatregelen genomen. En wij voor
ons zijn er zeker van: .al zetelde de meest
verstokte vrijhandelaar op het ministerie van
Financiën, hij zou maatregelen nemen, hooge
grensrechten heffen, niet fiscaal, maar zuiver
beschermend, ter afweer van de vernietiging
onzer nationale industrie.
Het is een der punten waarop wij wilden
komen, gezien de afroffeling onzer belasting-
politiek in 1915, maar het is niet 't voornaamste.
Duitschland, geprest door een economischen
oorlog, zal andere uitwegen zoeken, ook: neen,
juist en vooral in Holland, en wij zullen nog
andere economische maatregelen moeten' nemen,
en daardoor gedwongen worden tot een nieuwe
financiering, waarop vooruit te loopen in 1915
een daad zou zijn van goed begrip onzer
nationale positie, waaraan onze onafhankelijkheid
niet vreemd is.
Dit in een slotartikel.
Haarlem. Mr. BO MANS.
Goedkoopst Adres
Adv.
EEN HOLLANDSCH PRIESTER,
DIE IN OOSTENRIJK EEN SIE
GE] SKI GOH E BOUWT.
In Oberhollabrunn, een stad aan de Nord-
Westbahn in Beneden-Oostenrijk is reeds een
.begin gemaakt met het bouwen van ©en Sie-
geskirche.
De omstandigheid, dat de correspondent van
de ,Maasb." te Weenen persoonlijk kennis
had aan den energieke pastoor van Oberhol
labrunn, deed hem besluiten, er een middagje
aan te wagen, en bij den waardigen herder
een kort bezoek te brengen.
Pastoor van Oberhollabrunn is de ZeerEerw.
heer A. v. d. Bom, geboren te Oudenbosch
in ons dierbaar vaderland en dit -was voor
den correspondent een rede te meer om een
bezoek aan die plaats te brengen en eon
en ander daarover aan zijn landgenooten te
schrijven.
Wij ontleenen aan dit schrijven het vol
gende
Voorkomend en vriendelijk, met (lie echt
gulle, Brabantse he gastvrijheid, die in ons
vaderland wijd en zijd bekend is, ontvangt
pastoor Van der Bom zijn gasten. In twee jni-
nuten is men bij hem thuis; natuurlijk was
in dit geval de omstandigheid, dat het gesprek
tussehen ons werd gevoerd in de moedertaal,
niet zonder invloed op een en ander.
Een der eerste indrukken, die men van den
herder van Oberhollabrunn krijgt, is-zeker die
van eerbied voor zijn stoere werkkracht, daar
hij, ter zijde gestaan door een enkelen kape
laan, al hot parochiëele werk voor ongeveer
10.000 parochianen te verrichten heeft. Wel
zijn er in de stad nog; ongeveer een dozijn
priesters als professor enz. aangesteld, doch
net parochiewerk wordt alleen door genoem
de twee geestelijken verricht.
Nu zou hem het werk echter to machtig
worden, daar de stad Oberhollabrunn-zich ge
haast heeft, het iüustre voorbeeld der hoofd
stad te volgen en een lap gropd, groot 60
H. A., ter beschikking heeft gtvteld, om daar
op Kriegerheimstatten to bouwen. Hot aantal
personen dat, daar op deze wijze onderdak
zal vinden, wordt geschat op circa 6030, wat
de parochie bijna*zou vertweevoudigen.
Nu heeft pastoor v. d. Bom gemeend, de
gelegenheid, die hem hier werd geboden, niet
to moeten verzuimen en tegelijk met de fun
damenten der huizen, zal ook de fundeering
van de kerk worden gelegd.
Voorloopig is het plan, een groote, ruime
eenvoudige kerk te bouwen; staat eenmaal het
gebouw zelf, dan is het nog tijd genoeg, aan
de versiering1 te denken; ook.aan de versiering
die buiten dient te worden aangebracht.
De parochie zelf heeft den grond gegeven;
een stuk bosch, dat eigendom was van de kerk
wordt geroooid en zal tot bouwplaats voor het
nieuwe bedehuis dienen. Reeds nu wordt in
de parochiekerk op den eersten Vrijdag van
iédere maand een H. Mis gelezen voor de
bloedverwanten dor weldoeners, die in d n
oorlog gevallen zijn. Bovendien heeft ieder
weldoener hét recht, gesneuvelde soldaten uit
zijn familie in 'n boek te doen inschrij ven, dat
ten eeuwigen dage de herinnering aan die
gesneuvelde helden zal levendig houden en
tegelijk de intentie zal zijn, waartoe de H.
Mis op den eersten Vrijdag wördt opgedragen.
De pastoor noemt de nieuwe kerk een Sie-
geskifche. ZijnEorw. zoowel als zijn paro
chianen zijn er rotsvast van overtuigd, dat
Oostenrijk de eindvictorie zal behalen. Die
zelfde overtuiging behooren ook de weldoeners
te hebben alsook vooral de invaliden, die daar,
een tehuis zullen vinden. Volgaarne geloofde
ik den pastoor, toen hij mij' mededeelde, dat
de bouw van de kerk volgens boven aange
duid plan, reeds verzekerd is; rijkelijk vloeien
de gaven van allo zijden voor de eerste Siegos-
kirebe in Oostenrijk top.
Een begrafenis, die hier, evenals in "Wee
nen, steeds na den middag plaats heeft, riep
den pastoor weer tot andere plichten, on zoo
hacl ik gelegenheid nog ©en en ander omtrentt
■onzen landgenoot te vernemen, dat ik hier
den lezer mededeel. Vooreerst verhaalde men
van pastoor's ijver voor de eer van God en
Zijn Huis.
In de twee jaren, dat pastoor v. d. Bom
als herder van Oberhollabrunn optreedt, zijn
reeds verschillende restauraties in het bede
huis voltooid, terwijl andere nog' slechts vach
ten op werkkrachten, om ook doorgevoerd' te
worden. Algemeen neemt men waar, hoe liet
godsdienstig leven opbloeit en velen, die bet
.aan hun stand verschuldigd meenden te zjiu,
als liberaal de kerk to mijden, hebben dooi
de bemiddeling' van den vriendelijken, 'goeden
herder weer den weg tot Gods Huis terug
gevonden. Opvallend groot is het aantal H.
Communies in de laatste twee jaren, wat na
tuurlijk ook voor een zeer groot gedeelte
aan den ij vorig en pastoor te danken js.
Behalve het vele parochiewerk heeft pas-
stoor v. (1. Bom sedert, het uitbreken van den
oorlog' nog onnoemelijk veel gedaan ten nutte
van zijn tweede vaderland.
Wat de pastoor o.a. deed voor de zieke en
gewonde soldaten is bijna ongeloofelijk. Van
do meer dan 3000, die in Oberhollabrunn
reeds verpleegd werden, zijn er slechts heel
enkele, die den pastoor niet aan hun ziekbed
hebben gezien en niet door hem met een of
ander klein geschenk worden verblijd.
Wanneer men met een gewonden soldaat
spreekt, dan weet hij niet genoeg te verhalen
van den goeden pastoor, die hier inderdaad
alles voor allen werd, die slechts overtrof
fen wordt door zijn goede zuster, mejuffrouw
M. v. d. Bom, die sedert het uitbreken van den
aoflog als vrijwillige verpleegster honderden
soldaten helpend hcett bijgestaan.
Om strijd roemt men do zachte hand van
Schweser Marie, die do arme lijders dank
baar kussen en die de geneesheerèn bij de
moeilijkste operatics niet willen missen En
wanneer zij daar met de haar eigen iS
talhgheid den soldaten een „Hollamhche bo
terham gereed maakt of een „Hoilandsch
potje kookt, dan straalt ©en dankbare blik
uit de oogen der jeugdig© helden en zij kun
nen geen woorden vinden om de goede zuster
hun dank te kennen te geven.v
Trots op dit edele menschenpaar, dat ook
Holland als zijn geboorteland lief heeft, ver
liet' den oorrespondent het aardige stadje, met
het vaste voornemen den landgenooten thuis
te vertellen van het vele, goed©, dat hier
door een Hoilandsch priester en zijn vrome
zuster wordt verricht.
VERSPREIDE BERICHTEN
Behandeling van beroepen om vrijstelling-
van den dienst m Engeland.
Do bijzondere rechtbanken jn Engeland, die
beroepen om vrijstelling of uitstel van dienst
hebben te beoordeelen, stellen zich, uaar uit de
verslagen in Engelsche bladen blijkt, op het
standpunt dat overal, waar mannen geschikt
voor den militairen dienst, in hun maatschap
pelijke betrekking door vrouwen kunnen wor
den vervangen, hun beroep moet worden af
gewezen. De meeste aanvragen komen van
werkgevers in, die dap trachten aan to too
rnen dat zij hun jongelui niet kunnen mis; ea.
De rechters laten zich nier, spoedig overtui
gen. „Wij hebben mannen noodig, en wij
moeten ze vinden," zeide Je voorzitter van
een der college? in City van L' alen. Som
mige beroepen komen heelemaal niet voor
vrijstelling in aanmerking'. Zoo noemde ec-n
der rechters liet beroep van handelsreiziger
heden ten dage een luxe.
De zittingen zijn openbaar, met dit voorbe
houd, dat wanneer er zaken van vertrouwe
lijke n aard moeten worden besproken, aan
publiek en pers kan worden verzocht naar
buiten te gaan. De bladen vertellen allerlei
gevallen, die er zich voordoen.
De vertegenwoordiger van een restaurant
houder kwam vrijstelling voor bed'enden vra
gen. De rechter merkte op dat iu de meeste
restaurants thans vrouwen bedienden.
De appellant sprak dit tegen.
Do rechter: Daar is b.v. Lyons, de A. B. O.,
Slater........
Appellant: Dat zijn meer theezaken.
Rechter: Pardon, dat is niet waar. Waar
vrouwenarbeid kan worden gebruikt, is h 't,
van militair, standpunt beschouwd, verspil
ling! wanneer een lichamelijk geschikt man
doet wat een vrouw kan doen.
Het beroep werd verworpen.
Een boekbindersfirma vrofig' vrijstelling
voor den bediener van een snijmachine. Ten
man van haar personeel waren al onder dienst
en ecu aantal jongens was wsggeloopen.
Rechter: U had de jongens moeten houden.
Appellant: Je kunt geen jongens houden
en je kunt ze voor geen geld of goede woor
den krijgen.' Ze breken tegenwoordig zelfs
hun contract.
Rechter: Het land heeft mannen noodig,
en deze rechtbank is er om .ze te vinden.
Het beroep werd afgewezen.
De secretaris voor het bijbelgenootschap
voor leger on vloot kwam vrijstelling vragen
voor den 19-jarigen voorman in de bijbel
pakker ij. Er werd op gewezen dat bet werk
van het genootschap de goedkeuring wegdroeg
van den hoofdaalmoezenier. Het jongemansch
kon niet worden gemist en zijn lienstneming
zou de verzending: v-nn bijbels aan soldaten en
matrozen stop zetten. Het was niet mogelijk,
beweerde de secretaris, dat eén vrouw dit
werk deed.
Rechter: Maar een vrouw kan 't toch ook
wel doen?
Secretaris: Do pakken zijn erg zwaar.
Rechte»-: Ik ben cr bepaald tegen dat con
Jongeman van 19 jaar wordt achtergehouden.
Het beroep werd afgewezen.
Een uitgeversfirma vroeg vrijstelling voor
een van haar voornaamste tee.kenaa'rs van
een door haar uitgegeven weekblad. Proe
ven van zijn werk werden aan de rechtbank
voorgelegd. De teekeningen, verklaarde zij,
vermaken de soldaten aan het front...Er wa
ren al 100 man van een personeel van 1000,
mannen, vrouwen en meisjes, onder de wa
penen.
Rechter: Als hij wordt aangewezen voor
dienst hier te lande, kan hij met toeken en
doorgaan.
Appellant: Maar de militaire autoriteiten
zien niet graag' dat soldaten prenten teekenen.
Het beroep werd afgewezen.
In sommige gevallen toonde de rechter zich
meer meegaand. Een acteur, die een spraak
gebrek had, maar door langdurige oefening
,er in was geslaagd do enkele woorden, die
hij in een bepaald stuk te zeggen had, er
goed af te brengen ter zitting gaf hij er
een proeve van kreeg' vrijstelling, om
dat hij tevens bewijzen kon dat hij de eenige
steun was van zijn ouders. Een bediende ïn
een fabriek van koffie-extract, de eenige man
in de zaak, die „het geheim" van de bereiding
kende, kreeg' een maand uitstel, opdat een
ander intusschen do kunst van hem zou kun
nen leeren.
Italië en Z. H. de Paus.
In het Zwitsersche blad „Schiklwaehe" zogt
Otto Walter: „Van een volkomen vu-trouw
baar persoon, die onmiddellijk uit Romein-
scno regeeringskringen werd ingelicht, ver
nemen wij, dat het een feit Is, waaraan niet
meer te twijfelen valt: het koninkrijk Italië
is tot het Londensch verdrag (om geen af
zonderlijken vrede te sluiten) toegetreden op
voorwaarde, dat op het toekomstig vredescon
gres de Paus niet, zal worden toegelaten, en
[dat bij het sluiten van den vrede de Ito main-
sche kwestie zelf niét besproken zal worden.
Onzo zegsman voegt er bij, dat hot onvoor
waardelijk plicht van heel de katholieke pers
is, zooveel zij kan-op die nieuwe vrijmetse
laars-kuiperijen te wijzen; en vervolgens, dat
reeds de eerste stappen zijn gedaan om tegen
dat loge-gedoe de Katholieken van alle lan
den, minstens die van neutrale volk ui. lot
eene gemeenschappelijke tegenactig te ver-
eonigen."
OORLOGS-ALLERLEl
HET LEVEN VAN
AALMOEZENIER
HET PROSIT.
EEN
AAN
Düor brieven en documenten, door gesprek
ken en verbalen is de Parijsche redacteur van de
Msb. in staat een denkbeeld te geven van den
drukken, gevaarlijken werkkring, van bet leven
vol toewijding van den aalmoezenier bjj de
Fransche troepen op liet front. Te midden van.
de materialistische razernij van den oorlog,
wandelt, onverstoorbaar, de Godsvertegenwoor
diger, wendt zieli tot de gewonden, begraaft da
diooden, sterkt de levenden met zijn woorden en
met de Sacramenten. Bewonderenswaardig is
zijn.taak. Terwijl de lichamen worstelen, t; v,
liet fysieke geweld de mensehen teistert en da
nacht van den chaos zich,.onder duivelsche drij
ving, uit te breiden tracht, bewaakt hij. als een
tuinman -do brooze planten van den hof, de
stille glanzende schoonheid der zielen. Hij
voelt liet vuur dat vaak verholen., in al die
mannen gloeit, Lij wakkert de zuivere vlam van
den geest, liij troost de ellendigen, hij bemoe
digt de ontmoedigden, hij spreekt wondere
woorden over den dood en over God Lij toont
allen Jezus.
Zijn taak is zwaar, en zijn ijver hooft een uit
gestrekt gebied.
Volgens, liet off'iciëele reglement, dat zijn
geestelijken werkkring regelt, belio-ort hij tot
den gezondheids-dienst, tot. het Roodo Kruis en
staat aldus onder onmiddellijk bevel van de
hoofd-officieren van gezondheid. Zijn-eenige
bezigheid zou beperkt zijn tot het bezoeken
van gewonden en zieken in de hulpposten aan
en vlak achter de vuurlinie gelogen. Gedurende
een gevecht heeft de aalmoezenier dus héél wat
te doen. En ook die volgende dagen en nachten,
wanneer de brancardiers de gewonden gaan op
rapen, moet L;i woekeren met zijn tijd. Dau
wordt hij liier, dam daar geroepeft. Maar in den
gewonen tijd, diat het kalm is, bergen de hulp
posten slechts de zwaar-verminkten,hen, die
niet vervoerd kunnen worden, en do nieuw aan
gebrachte gewonden. Want gewonden zijn or
altijd. Altijd wordt er geschoten, altijd vallen
or sla.chtofers in meer of mindere matew Wan
neer het communiQué niets belangrijks te melt-
dten heeft, zijn er tocli steeds nog hooi wat
obussen, granaatkartetsen, g-eweer- en mitrail-
leuse-koigols, afgeschoten, en wordt menig sol
daat gedood of gewond.
Maar in die tussehenpoozen van betrekkelijke
kalmte heeft de priester toch den tijd om zich
buiten de reglementaire voorschriften om bzig
to houden mot de levenden die zijn bijstand,
oven zoo goed noodig hébben. De verschillende
commandanten wanrdeeren in hooge mate den
moreelen steun, welk© door den aalmoezenier
aan hun mannen verleend wordt.
Het hangt geheel van hot eigen initiatief van
den priester af, van zijn ijver en van zijn geest
kracht, hoe hij de dagen op die nuttigste wijze
besteden zal.
Hij woont met de officieren in, een schuil
plaats. daar slaapt hij, bidt, leest, schrijft hij',
daar ontvangt, hij de bezoekers, daar leest hij
de Mis in gewone tijden. En hij moet zich, even
als zijn bewoners, hardnekkig verdedigen tegienf
de ratten en de luizen.
Om zeven uur des ochtends stijgt hij te paard.
(Ik vergeet nog te zeggen, diat diie schuilplaats,
hetzij ondergrondisoh, hetzij in een bosch ver
scholen, op eenige kilometers achter de voorst©
loopgraven gelegen is, zoodat die woning menig
bombardement ondergaat). Hij begint dan zjjn
ommegang langs die vier ambulances, wier gees
telijke zorgjiem toevertrouwd is.IIü spreekt met
do gewondeni, hoort biecht al naar do toestand
ia dier gekwetsten, geeft de Absolutie en in drin
gende gevallen, het H. Oliesel. Het communi-
ceeren ia sehaarseh i.n die ambulance. Wanneer
een gewonde het verlangt, reikt de priester hem
de H. Hostie, want meerdere draagt hij bh' zich.
Na de dooden begraven te hebben, slaat hij
den terugweg in naar zijn kaptonnoment. Doch
tijdens die wandeling naar huis ontmoet hij oen
soldaat, of een kleine troep. Men groet elkan
der. men,maakt halt, men praat. De aalmoeze
nier loopt 'n eind mede, en een of meer soldaten
vragen hem om te mogen biechten. Het voor
beeld is aanstekelijk, do een na den ander komt
(Naar het Fransch.)
41
Hij scheen vijftien jaar jonger geworden
te zijn; zijne gele, tanige gelaatskleur had
Plaats gemaakt voor een frissehe roodkleu
rige blos. In één woord, de verandering was
zoo in het oogloopend, dat mistres» O'Molloy
met een slecht verborgen afgunszt hem er
over ©prak.
Het komt toch waarlijk niet van het
eten en drinken, dat ik op dat eiland gedaan
heb, antwoordde de majoor. Sinds drie maan
den heb ik mij nergens anders mee moeten
voeden dan met kokosnoten, eene armzalige
krab, pen kreeft, of 6oms eenige oesters....
Een der doctoren, wien men opgedragen
had voor mistress O'Molloy zorg te dragen;
begon te lachen,
Ha, ha, majoor, zeide hij, hot is best
■hogelijk, dat dat u direct genezen heeft en
het juiste geneesmiddel geweest is, dat
noodig hebt gehad..,. Noch Spaansche
nens, noch een cherry, noch champagne,
'ton brandewijn, hebben u kunnen genezen..
Niets dan amandelen en kokosmelkEn ik
wed, dat gij niets meer aan uw lever man
keert.
Dat is waar, diokter, op mijn woord-
Maar ik zou niet gaarne mijzelf dergelijke
geneesmiddelen voor-schrijven!
Gij zoudt er tech niet slecht bij varen,
maar wij zullen hopen, dat gij hier uwe ge
zondheid zult mogen behouden, want wij heb
ben hier geen wijn, evenmin brandewijn en
wat het klimaat betreft, dat zal u beter be
vallen dan dat te Calcutta!
Aan het diner verhaalde de majoor op
verzoek van zijne vrouw, Paul-Louise en
mijnheer Gloaguen, wat hem alzoo overko
men was. De boot van den eersten officier-
was op een der zuidelijke klippen gestrand.
Iedereen had den dood gevonden, betalve de
j majoor, dio zijne reinging hoofdzakelijk te
danken bad aan twee ledige flesechen, dio
hij toevallig bij zich had.
Hij was lievig op een koraalrif geworpen,
maar had met veel tegenwoordigheid van
geest een dei- naburige rotsen weten te be
i-eiken, vanwaar hij zich naar het eiland be-
'b'H hij niet had verlaten.
Zijn bestaan was bijzonder ellendig ge
weest behal ve- een twintigtal kokospalmen,
die daar groeiden en waarvan bij langzamer
hand alle vruchten opgegeten had, bracht
het eiland niets voort. Dé ongelukkige ma
joor was daar dus zonder beschuttng en zon
der drinkwater zelf3- I.n verte zag hij wel
land, maar kon daar niet heen zwemmen, om
jde eenvoudige reden, dat hij niet zwemmen
I kon. Wel duizend malen was hij in den top
vau een der palmen geklommen om een' sig-
I naai te geven, maar ongetwijfeld had nie-
mand hem bemerkt.
j Intusschen begonnen de kokosnoten snel
te verminderen en hij zag het oogenblik na
deren,, dat bij zich zou moeten voeden met
'aangespoelde dieren. I" die gevangenis in de
j open lucht van tweehonderd voet in het vier
kant had hij al dien tu-d geleefd en had daar
j den jrompzalgsfen tijd doorgebracht, dien
men zich slechts kan vorstellen. Gelukkig
waren eindelijk de booten gekomen en had
den hem verlost. Nu hen ik dus weer uit d'eu
jdoode herrezen!
Ja, herrezen is bot woord; want weet gij
wel, majoor, dat ilk aan den ingang der baai
i een steen heb willen laten plaatsen met het
I volgende opschrift:
Ter nagedachtenis aan majoor O'Molloy,
van liet lilde rif lemen t, in dienst harer ma
jesteit.
Brr! gij zoudt iemand de stuipen op het
lijf jagen!
I Eu dat ik nog geen rouw draag, mijn
buste, moet ge mij maar vergevenEr Zijn
geen modewinkels in dit land. Maar ik had
mij toch voorgenomen bij mijne aankomst in
Europa twee jaar lang te rouwen.
Kommandant Maucarut voltooide het ver
baal van den majoor Er was, zooals hij reeds
i verondersteld had, een eilandenketen, welke
echter zeer rotsachtig en onbewoonbaar was.
Het tcrugkeerën dor expeditie was moeielijk
1 genoeg geweest. Daar het geheel en al onrno-
j gelijk was, tegen den stroom in te roeien, was
hii genoodzaakt geweest het geheele eiland
om te varen, de Oostkaap voorbij te stevenen
en in het Noorden te landen. Men was aan
wal gegaan in de baai der voetsporen. Van
wien echter die sporen geweest warem, wist
men nog niet, maar wel, dat zij de oorzaak
waren van het terugvinden van den majoor.
Khasji had zonder een woord te spreken
naar het verhaal geluisterd, zonder echter
■zijne meening te kennen te geven. Ohandos
I bemerkte dien avond, dat hij zijn oude. ge.
woonte weer aangenomen had, namelijk om
voor den ingang van zijn deur to slapen. Hij
I vroeg hem naar de reden van die handel,wij-
I ze en of hii soms weer een aanslag vreesde
'van dien Eaua. Khasji boog zwijgend het
i hoofd on deed alsof hij insliep.
Den volgenden dag ging alles weer zijn
ouden gang en alle toebereidselen vorderden
jsnel, zoodat men zelfs den uitslag van het
Werken reeds duidelijk kon zien.
Alle werklieden hadden nu het handwerk
ter hand genomen, al at zij in hun jeugd en
voordat zij in dienst kwamen, uitgeoefend
ihadden en dat vele handen het werk gemak
kelijk maken werd ook hier weer bewaarheid,
want het werft vorderde snel, vooral maakte
de mijnindustrie groote vorderingen,
i Twee maanden na de terugkomst van nuri
joor O'Molloy waren alle deelen van het fre-
1 gat gereed en werkten de timmerlieden aan
den voorsteven. Men had groote loodsen op
geslagen om de werktuigen tegen den regen
te beschutten. Daar men ijverig hezig was
'geweest om steenen te hakken was men in
staat geweest een ferm huis op te trekken;
waarin men in de onmiddellijke nabijheid
|van de werkplaatsen was Vijf houtzaagmo-
I lens werkten dag en naelit door. Een stoom
machine die men voor het zware werk noo
dig had, was bijna gereed. Een electriche te
legraaf verbond de tien dorpen onderling.
Wat den landbouw betreft, deze stond niet
minder in bloei. De tweede graanoogst was
op handen.
Er heeraohte een groote gerustheid in de
kolonie; iedereen was gelukkig, iedereen be
halve Khasji, mijnheer Eety en mijnheer
Gloaguen.
Waarom was Khasji niet gelukkig?
(Wordt vervolgd
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
V I.