TWEEDE BLAD De afstammeling van Robinson RIJWIELBANDEN DE OORLOG Eerst denken, dan doen. H. J. v. d. MEER, Schagchelstraat 7-9 FEUILLETON WOENSDAG 23 FEBRUARI 1916 Het was een liberaal pur sang, Mr. N. Pier- s°n, deskundig geacht bij rechts en links, welke kleine twintig jaren geleden verklaarde dat 'n Nederland de directe belastingen niet hooger °Pgevüerd konden worden. Linksche regeeringen hebben deswege fiscale herzieningen tot stand gebracht op het voetspóor van Sprenger van Eijck, en Pierson zelf trachtte er naar, zooals de pogingen werden voortgezet in Mr. de Meester's Commissie en Fock's Indische fiscale maatregelen. Rechtsche ministers hebben °ngemaskerd in de ontwerpen Harte en Kolkman hunne bedoelingen belichaamd. Maar evenwel is dit een feit: sinds Pierson's uitspraak zijn de directe belastingen danig opge voerd, en wij staan thans voor een geweldige opvoering, een ongekende en ongedachte, door de ontwerpen Treub (van Gijn). Deze veelzijdige ontwerpen werden voor eenige maanden gepubliceerd, en dp enkele uitzonde- vingen na (b.v. de schilderijenbelasting) gunstig beoordeeld, genadig aangenomen door het Hol- andsche volk. Critiek werd bijna niet gehoord. Becordeeling, zelfs studie der ontwerpen, bleef achterwege, althans voor zoover de groote dagbladpers daarvan blijk gaf. Het is vreemd voor ons critisch Holland nog vreemder waar het hier het teêre punt van belas tingen betreft. Vergelijk daarmede het lawijd dat in 1913 niet van de lucht was, waar het nog geen 10,000,000 gulden betrof noodig voor de sociale wetgeving, te vinden in verhoogde, maar nog steeds zeer matige invoerrechten. En reeds sinds Harte lagen de plannen gereed. En toch werd Kolkman's geste „overijld" genoemd! Nu echter ijlt men niet? Men ijlt in dubbele beteekenis. Want binnen eenige weken moeten de meest importante belastingontwerpen „er door" gejaagd. Te midden van andere werkzaamheden krijgt zelfs een plichtgetrouw Kamerlid geen tijd tot studie, en heel. Nederland wikt de gevolgen niet, noch de noodzakelijkheid. Bezint toch eer gij begint.. Meer dan ooit toch is het nu noodig eerst te denken en dan nog eens te denken, om ten slotte te doen. n De portée van de zaak is een machtige. Maar de tijden zijn volslagen abnormaal. En deswegen is de machtige portée niet te overzien. Men gaat het dus nu zoeken in een geweldige verhooging der directe belastingen naar allerlei vreemde maatstaven. Maar, afgezien van Pierson's uitspraak, neigen de tijden niet veeleer naar invoering van indirecte belastingen, althans naar iets anders dan Treub voorstelde? Er is reden dit te gelooven. Afgezien van meerdere feiten en indices, willen wij één beschouwinkje geven, dat onze vraag billijkt en, bij' waarheid, de huidige Nederiandsche belastingpolitiek. stempelt tot klem gedoe. Deze'beschouwing is ontleend aan de feiten van den grooten oorlog. Niet van dezen die met de wapenen gestreden wordt, maar van den geweldigen economischen oorlog, welke reeds wordt ingeluid. Na den avond van den wapenkrijg zal helaas geen volslagen lieve vrede gaan gloren, maar volgt de nacht van der volkeren economischen oorlog. Een premier van New-Zealand zei het zoo teekenend: in voorbereiding is de heffing van 50 procent op Duitsche waren na den oorlog. E>e Canadeesche ambtgenoot sprak daarmede parallel. Stemmen van de bestuurders van het moederland laten eveneens geen twijfel, en zóó deze nog bestaat zal de Fransche openhartigheid u de volle zekerheid geven: Geen handel meer met onze erfvijanden na den oorlog!. Wij moeten het hierover eens zijn de economische oorlog komt. Zeker, daarna zal de vrede, de echte volle vrede komen, maar een reeks van jaren hebben wij een economisch wereld- worstelen te wachten. De aankondiging daarvan is zelts een hoopvol teeken van het einde van uen wapenkrijg, immers, het is of de Entente naren strijders op het hart wil drukken dat bij het nederleggen der wapens de oorlog niet geëindigd is, maar Duitschland vgel vreeselijker verpletterd zal worden in den daarop volgenden economischen oorlog. Men vraagt zich afheeft de aankondiging van dien onbloedigen krijg iets te beduiden? Worden de Entente-rijken geprae- pareerd op het einde van bloed en ijzer? Doch, dit daargelaten, wie het hiermede met mij oneens is, zal het niettemin zeer wel met mij eens kunnen zijn op dit, ons cardinale punt: een economische wereldoorlog komt. Zien wij dan.de positie van Duitschland. Sterk in zijn vast kapitaal, in zijn productief vermogen, opgelegd in uitgebreide en vele fabrieken, voorzien van kostbare machinerieën, met een wereld-productievermogen, zal Duitsch land geen vrije markt hebben, neen, zelfs heel geen markt am zijn voortbrengselen af te zetten. Herstellen wij hier een „kleine" vergissing. Nederland zal als afzetgebied gebruikt worden. Nederland wordt afgezet. Afgezet van zijn eigen industriëel standpunt, want de machtige Duitsche industrie, overal elders botsend tegen een vijandige en onwrikbare muur van 50 procent heffing, rolt als een watervloed de onbeschermde lage landen binnen, overstroomt Neêrland's vrije markt, wellust door het „vrije" ruilverkeer, en srnijt alle restjes van nationale fabricage ten onderste boven. Eerste vraag: wat baat hiertegen? Antwoord: Geen matige, maar hooge invoer rechten Zeker, Hollandsche vrijhandelaar, die niet tegenstaande alles, u vastklemt aan uw geliefde theorie, deze economische oorlog moet tijdelijk zijn, Engelsche en Fransche trusts zullen het eigen volk egoïstisch uitbuiten, ten slotte zal het economisch evenwicht hersteld, toegegeven: de economische oorlog is tijdelijk, zooals de Zuider- zee-doorbraak tijdelijk is, maar geef ons toe: de schade is toegebracht, de overstrooming heeft haar werk gedaan, dè vloedgolf velde alles ter neder. Zouden wij niet goed" doen bij voorbaat de grensdrempels te verhoogen, bij voorbaat de economische dijken te versterken? Het komt ons voor dat zoowel protectionist als vrijhandelaar het met ons eens zal zijn: Ja, in die buitengewone omstandigheden moeten buitengewone maatregelen genomen. En wij voor ons zijn er zeker van: .al zetelde de meest verstokte vrijhandelaar op het ministerie van Financiën, hij zou maatregelen nemen, hooge grensrechten heffen, niet fiscaal, maar zuiver beschermend, ter afweer van de vernietiging onzer nationale industrie. Het is een der punten waarop wij wilden komen, gezien de afroffeling onzer belasting- politiek in 1915, maar het is niet 't voornaamste. Duitschland, geprest door een economischen oorlog, zal andere uitwegen zoeken, ook: neen, juist en vooral in Holland, en wij zullen nog andere economische maatregelen moeten' nemen, en daardoor gedwongen worden tot een nieuwe financiering, waarop vooruit te loopen in 1915 een daad zou zijn van goed begrip onzer nationale positie, waaraan onze onafhankelijkheid niet vreemd is. Dit in een slotartikel. Haarlem. Mr. BO MANS. Goedkoopst Adres Adv. EEN HOLLANDSCH PRIESTER, DIE IN OOSTENRIJK EEN SIE GE] SKI GOH E BOUWT. In Oberhollabrunn, een stad aan de Nord- Westbahn in Beneden-Oostenrijk is reeds een .begin gemaakt met het bouwen van ©en Sie- geskirche. De omstandigheid, dat de correspondent van de ,Maasb." te Weenen persoonlijk kennis had aan den energieke pastoor van Oberhol labrunn, deed hem besluiten, er een middagje aan te wagen, en bij den waardigen herder een kort bezoek te brengen. Pastoor van Oberhollabrunn is de ZeerEerw. heer A. v. d. Bom, geboren te Oudenbosch in ons dierbaar vaderland en dit -was voor den correspondent een rede te meer om een bezoek aan die plaats te brengen en eon en ander daarover aan zijn landgenooten te schrijven. Wij ontleenen aan dit schrijven het vol gende Voorkomend en vriendelijk, met (lie echt gulle, Brabantse he gastvrijheid, die in ons vaderland wijd en zijd bekend is, ontvangt pastoor Van der Bom zijn gasten. In twee jni- nuten is men bij hem thuis; natuurlijk was in dit geval de omstandigheid, dat het gesprek tussehen ons werd gevoerd in de moedertaal, niet zonder invloed op een en ander. Een der eerste indrukken, die men van den herder van Oberhollabrunn krijgt, is-zeker die van eerbied voor zijn stoere werkkracht, daar hij, ter zijde gestaan door een enkelen kape laan, al hot parochiëele werk voor ongeveer 10.000 parochianen te verrichten heeft. Wel zijn er in de stad nog; ongeveer een dozijn priesters als professor enz. aangesteld, doch net parochiewerk wordt alleen door genoem de twee geestelijken verricht. Nu zou hem het werk echter to machtig worden, daar de stad Oberhollabrunn-zich ge haast heeft, het iüustre voorbeeld der hoofd stad te volgen en een lap gropd, groot 60 H. A., ter beschikking heeft gtvteld, om daar op Kriegerheimstatten to bouwen. Hot aantal personen dat, daar op deze wijze onderdak zal vinden, wordt geschat op circa 6030, wat de parochie bijna*zou vertweevoudigen. Nu heeft pastoor v. d. Bom gemeend, de gelegenheid, die hem hier werd geboden, niet to moeten verzuimen en tegelijk met de fun damenten der huizen, zal ook de fundeering van de kerk worden gelegd. Voorloopig is het plan, een groote, ruime eenvoudige kerk te bouwen; staat eenmaal het gebouw zelf, dan is het nog tijd genoeg, aan de versiering1 te denken; ook.aan de versiering die buiten dient te worden aangebracht. De parochie zelf heeft den grond gegeven; een stuk bosch, dat eigendom was van de kerk wordt geroooid en zal tot bouwplaats voor het nieuwe bedehuis dienen. Reeds nu wordt in de parochiekerk op den eersten Vrijdag van iédere maand een H. Mis gelezen voor de bloedverwanten dor weldoeners, die in d n oorlog gevallen zijn. Bovendien heeft ieder weldoener hét recht, gesneuvelde soldaten uit zijn familie in 'n boek te doen inschrij ven, dat ten eeuwigen dage de herinnering aan die gesneuvelde helden zal levendig houden en tegelijk de intentie zal zijn, waartoe de H. Mis op den eersten Vrijdag wördt opgedragen. De pastoor noemt de nieuwe kerk een Sie- geskifche. ZijnEorw. zoowel als zijn paro chianen zijn er rotsvast van overtuigd, dat Oostenrijk de eindvictorie zal behalen. Die zelfde overtuiging behooren ook de weldoeners te hebben alsook vooral de invaliden, die daar, een tehuis zullen vinden. Volgaarne geloofde ik den pastoor, toen hij mij' mededeelde, dat de bouw van de kerk volgens boven aange duid plan, reeds verzekerd is; rijkelijk vloeien de gaven van allo zijden voor de eerste Siegos- kirebe in Oostenrijk top. Een begrafenis, die hier, evenals in "Wee nen, steeds na den middag plaats heeft, riep den pastoor weer tot andere plichten, on zoo hacl ik gelegenheid nog ©en en ander omtrentt ■onzen landgenoot te vernemen, dat ik hier den lezer mededeel. Vooreerst verhaalde men van pastoor's ijver voor de eer van God en Zijn Huis. In de twee jaren, dat pastoor v. d. Bom als herder van Oberhollabrunn optreedt, zijn reeds verschillende restauraties in het bede huis voltooid, terwijl andere nog' slechts vach ten op werkkrachten, om ook doorgevoerd' te worden. Algemeen neemt men waar, hoe liet godsdienstig leven opbloeit en velen, die bet .aan hun stand verschuldigd meenden te zjiu, als liberaal de kerk to mijden, hebben dooi de bemiddeling' van den vriendelijken, 'goeden herder weer den weg tot Gods Huis terug gevonden. Opvallend groot is het aantal H. Communies in de laatste twee jaren, wat na tuurlijk ook voor een zeer groot gedeelte aan den ij vorig en pastoor te danken js. Behalve het vele parochiewerk heeft pas- stoor v. (1. Bom sedert, het uitbreken van den oorlog' nog onnoemelijk veel gedaan ten nutte van zijn tweede vaderland. Wat de pastoor o.a. deed voor de zieke en gewonde soldaten is bijna ongeloofelijk. Van do meer dan 3000, die in Oberhollabrunn reeds verpleegd werden, zijn er slechts heel enkele, die den pastoor niet aan hun ziekbed hebben gezien en niet door hem met een of ander klein geschenk worden verblijd. Wanneer men met een gewonden soldaat spreekt, dan weet hij niet genoeg te verhalen van den goeden pastoor, die hier inderdaad alles voor allen werd, die slechts overtrof fen wordt door zijn goede zuster, mejuffrouw M. v. d. Bom, die sedert het uitbreken van den aoflog als vrijwillige verpleegster honderden soldaten helpend hcett bijgestaan. Om strijd roemt men do zachte hand van Schweser Marie, die do arme lijders dank baar kussen en die de geneesheerèn bij de moeilijkste operatics niet willen missen En wanneer zij daar met de haar eigen iS talhgheid den soldaten een „Hollamhche bo terham gereed maakt of een „Hoilandsch potje kookt, dan straalt ©en dankbare blik uit de oogen der jeugdig© helden en zij kun nen geen woorden vinden om de goede zuster hun dank te kennen te geven.v Trots op dit edele menschenpaar, dat ook Holland als zijn geboorteland lief heeft, ver liet' den oorrespondent het aardige stadje, met het vaste voornemen den landgenooten thuis te vertellen van het vele, goed©, dat hier door een Hoilandsch priester en zijn vrome zuster wordt verricht. VERSPREIDE BERICHTEN Behandeling van beroepen om vrijstelling- van den dienst m Engeland. Do bijzondere rechtbanken jn Engeland, die beroepen om vrijstelling of uitstel van dienst hebben te beoordeelen, stellen zich, uaar uit de verslagen in Engelsche bladen blijkt, op het standpunt dat overal, waar mannen geschikt voor den militairen dienst, in hun maatschap pelijke betrekking door vrouwen kunnen wor den vervangen, hun beroep moet worden af gewezen. De meeste aanvragen komen van werkgevers in, die dap trachten aan to too rnen dat zij hun jongelui niet kunnen mis; ea. De rechters laten zich nier, spoedig overtui gen. „Wij hebben mannen noodig, en wij moeten ze vinden," zeide Je voorzitter van een der college? in City van L' alen. Som mige beroepen komen heelemaal niet voor vrijstelling in aanmerking'. Zoo noemde ec-n der rechters liet beroep van handelsreiziger heden ten dage een luxe. De zittingen zijn openbaar, met dit voorbe houd, dat wanneer er zaken van vertrouwe lijke n aard moeten worden besproken, aan publiek en pers kan worden verzocht naar buiten te gaan. De bladen vertellen allerlei gevallen, die er zich voordoen. De vertegenwoordiger van een restaurant houder kwam vrijstelling voor bed'enden vra gen. De rechter merkte op dat iu de meeste restaurants thans vrouwen bedienden. De appellant sprak dit tegen. Do rechter: Daar is b.v. Lyons, de A. B. O., Slater........ Appellant: Dat zijn meer theezaken. Rechter: Pardon, dat is niet waar. Waar vrouwenarbeid kan worden gebruikt, is h 't, van militair, standpunt beschouwd, verspil ling! wanneer een lichamelijk geschikt man doet wat een vrouw kan doen. Het beroep werd verworpen. Een boekbindersfirma vrofig' vrijstelling voor den bediener van een snijmachine. Ten man van haar personeel waren al onder dienst en ecu aantal jongens was wsggeloopen. Rechter: U had de jongens moeten houden. Appellant: Je kunt geen jongens houden en je kunt ze voor geen geld of goede woor den krijgen.' Ze breken tegenwoordig zelfs hun contract. Rechter: Het land heeft mannen noodig, en deze rechtbank is er om .ze te vinden. Het beroep werd afgewezen. De secretaris voor het bijbelgenootschap voor leger on vloot kwam vrijstelling vragen voor den 19-jarigen voorman in de bijbel pakker ij. Er werd op gewezen dat bet werk van het genootschap de goedkeuring wegdroeg van den hoofdaalmoezenier. Het jongemansch kon niet worden gemist en zijn lienstneming zou de verzending: v-nn bijbels aan soldaten en matrozen stop zetten. Het was niet mogelijk, beweerde de secretaris, dat eén vrouw dit werk deed. Rechter: Maar een vrouw kan 't toch ook wel doen? Secretaris: Do pakken zijn erg zwaar. Rechte»-: Ik ben cr bepaald tegen dat con Jongeman van 19 jaar wordt achtergehouden. Het beroep werd afgewezen. Een uitgeversfirma vroeg vrijstelling voor een van haar voornaamste tee.kenaa'rs van een door haar uitgegeven weekblad. Proe ven van zijn werk werden aan de rechtbank voorgelegd. De teekeningen, verklaarde zij, vermaken de soldaten aan het front...Er wa ren al 100 man van een personeel van 1000, mannen, vrouwen en meisjes, onder de wa penen. Rechter: Als hij wordt aangewezen voor dienst hier te lande, kan hij met toeken en doorgaan. Appellant: Maar de militaire autoriteiten zien niet graag' dat soldaten prenten teekenen. Het beroep werd afgewezen. In sommige gevallen toonde de rechter zich meer meegaand. Een acteur, die een spraak gebrek had, maar door langdurige oefening ,er in was geslaagd do enkele woorden, die hij in een bepaald stuk te zeggen had, er goed af te brengen ter zitting gaf hij er een proeve van kreeg' vrijstelling, om dat hij tevens bewijzen kon dat hij de eenige steun was van zijn ouders. Een bediende ïn een fabriek van koffie-extract, de eenige man in de zaak, die „het geheim" van de bereiding kende, kreeg' een maand uitstel, opdat een ander intusschen do kunst van hem zou kun nen leeren. Italië en Z. H. de Paus. In het Zwitsersche blad „Schiklwaehe" zogt Otto Walter: „Van een volkomen vu-trouw baar persoon, die onmiddellijk uit Romein- scno regeeringskringen werd ingelicht, ver nemen wij, dat het een feit Is, waaraan niet meer te twijfelen valt: het koninkrijk Italië is tot het Londensch verdrag (om geen af zonderlijken vrede te sluiten) toegetreden op voorwaarde, dat op het toekomstig vredescon gres de Paus niet, zal worden toegelaten, en [dat bij het sluiten van den vrede de Ito main- sche kwestie zelf niét besproken zal worden. Onzo zegsman voegt er bij, dat hot onvoor waardelijk plicht van heel de katholieke pers is, zooveel zij kan-op die nieuwe vrijmetse laars-kuiperijen te wijzen; en vervolgens, dat reeds de eerste stappen zijn gedaan om tegen dat loge-gedoe de Katholieken van alle lan den, minstens die van neutrale volk ui. lot eene gemeenschappelijke tegenactig te ver- eonigen." OORLOGS-ALLERLEl HET LEVEN VAN AALMOEZENIER HET PROSIT. EEN AAN Düor brieven en documenten, door gesprek ken en verbalen is de Parijsche redacteur van de Msb. in staat een denkbeeld te geven van den drukken, gevaarlijken werkkring, van bet leven vol toewijding van den aalmoezenier bjj de Fransche troepen op liet front. Te midden van. de materialistische razernij van den oorlog, wandelt, onverstoorbaar, de Godsvertegenwoor diger, wendt zieli tot de gewonden, begraaft da diooden, sterkt de levenden met zijn woorden en met de Sacramenten. Bewonderenswaardig is zijn.taak. Terwijl de lichamen worstelen, t; v, liet fysieke geweld de mensehen teistert en da nacht van den chaos zich,.onder duivelsche drij ving, uit te breiden tracht, bewaakt hij. als een tuinman -do brooze planten van den hof, de stille glanzende schoonheid der zielen. Hij voelt liet vuur dat vaak verholen., in al die mannen gloeit, Lij wakkert de zuivere vlam van den geest, liij troost de ellendigen, hij bemoe digt de ontmoedigden, hij spreekt wondere woorden over den dood en over God Lij toont allen Jezus. Zijn taak is zwaar, en zijn ijver hooft een uit gestrekt gebied. Volgens, liet off'iciëele reglement, dat zijn geestelijken werkkring regelt, belio-ort hij tot den gezondheids-dienst, tot. het Roodo Kruis en staat aldus onder onmiddellijk bevel van de hoofd-officieren van gezondheid. Zijn-eenige bezigheid zou beperkt zijn tot het bezoeken van gewonden en zieken in de hulpposten aan en vlak achter de vuurlinie gelogen. Gedurende een gevecht heeft de aalmoezenier dus héél wat te doen. En ook die volgende dagen en nachten, wanneer de brancardiers de gewonden gaan op rapen, moet L;i woekeren met zijn tijd. Dau wordt hij liier, dam daar geroepeft. Maar in den gewonen tijd, diat het kalm is, bergen de hulp posten slechts de zwaar-verminkten,hen, die niet vervoerd kunnen worden, en do nieuw aan gebrachte gewonden. Want gewonden zijn or altijd. Altijd wordt er geschoten, altijd vallen or sla.chtofers in meer of mindere matew Wan neer het communiQué niets belangrijks te melt- dten heeft, zijn er tocli steeds nog hooi wat obussen, granaatkartetsen, g-eweer- en mitrail- leuse-koigols, afgeschoten, en wordt menig sol daat gedood of gewond. Maar in die tussehenpoozen van betrekkelijke kalmte heeft de priester toch den tijd om zich buiten de reglementaire voorschriften om bzig to houden mot de levenden die zijn bijstand, oven zoo goed noodig hébben. De verschillende commandanten wanrdeeren in hooge mate den moreelen steun, welk© door den aalmoezenier aan hun mannen verleend wordt. Het hangt geheel van hot eigen initiatief van den priester af, van zijn ijver en van zijn geest kracht, hoe hij de dagen op die nuttigste wijze besteden zal. Hij woont met de officieren in, een schuil plaats. daar slaapt hij, bidt, leest, schrijft hij', daar ontvangt, hij de bezoekers, daar leest hij de Mis in gewone tijden. En hij moet zich, even als zijn bewoners, hardnekkig verdedigen tegienf de ratten en de luizen. Om zeven uur des ochtends stijgt hij te paard. (Ik vergeet nog te zeggen, diat diie schuilplaats, hetzij ondergrondisoh, hetzij in een bosch ver scholen, op eenige kilometers achter de voorst© loopgraven gelegen is, zoodat die woning menig bombardement ondergaat). Hij begint dan zjjn ommegang langs die vier ambulances, wier gees telijke zorgjiem toevertrouwd is.IIü spreekt met do gewondeni, hoort biecht al naar do toestand ia dier gekwetsten, geeft de Absolutie en in drin gende gevallen, het H. Oliesel. Het communi- ceeren ia sehaarseh i.n die ambulance. Wanneer een gewonde het verlangt, reikt de priester hem de H. Hostie, want meerdere draagt hij bh' zich. Na de dooden begraven te hebben, slaat hij den terugweg in naar zijn kaptonnoment. Doch tijdens die wandeling naar huis ontmoet hij oen soldaat, of een kleine troep. Men groet elkan der. men,maakt halt, men praat. De aalmoeze nier loopt 'n eind mede, en een of meer soldaten vragen hem om te mogen biechten. Het voor beeld is aanstekelijk, do een na den ander komt (Naar het Fransch.) 41 Hij scheen vijftien jaar jonger geworden te zijn; zijne gele, tanige gelaatskleur had Plaats gemaakt voor een frissehe roodkleu rige blos. In één woord, de verandering was zoo in het oogloopend, dat mistres» O'Molloy met een slecht verborgen afgunszt hem er over ©prak. Het komt toch waarlijk niet van het eten en drinken, dat ik op dat eiland gedaan heb, antwoordde de majoor. Sinds drie maan den heb ik mij nergens anders mee moeten voeden dan met kokosnoten, eene armzalige krab, pen kreeft, of 6oms eenige oesters.... Een der doctoren, wien men opgedragen had voor mistress O'Molloy zorg te dragen; begon te lachen, Ha, ha, majoor, zeide hij, hot is best ■hogelijk, dat dat u direct genezen heeft en het juiste geneesmiddel geweest is, dat noodig hebt gehad..,. Noch Spaansche nens, noch een cherry, noch champagne, 'ton brandewijn, hebben u kunnen genezen.. Niets dan amandelen en kokosmelkEn ik wed, dat gij niets meer aan uw lever man keert. Dat is waar, diokter, op mijn woord- Maar ik zou niet gaarne mijzelf dergelijke geneesmiddelen voor-schrijven! Gij zoudt er tech niet slecht bij varen, maar wij zullen hopen, dat gij hier uwe ge zondheid zult mogen behouden, want wij heb ben hier geen wijn, evenmin brandewijn en wat het klimaat betreft, dat zal u beter be vallen dan dat te Calcutta! Aan het diner verhaalde de majoor op verzoek van zijne vrouw, Paul-Louise en mijnheer Gloaguen, wat hem alzoo overko men was. De boot van den eersten officier- was op een der zuidelijke klippen gestrand. Iedereen had den dood gevonden, betalve de j majoor, dio zijne reinging hoofdzakelijk te danken bad aan twee ledige flesechen, dio hij toevallig bij zich had. Hij was lievig op een koraalrif geworpen, maar had met veel tegenwoordigheid van geest een dei- naburige rotsen weten te be i-eiken, vanwaar hij zich naar het eiland be- 'b'H hij niet had verlaten. Zijn bestaan was bijzonder ellendig ge weest behal ve- een twintigtal kokospalmen, die daar groeiden en waarvan bij langzamer hand alle vruchten opgegeten had, bracht het eiland niets voort. Dé ongelukkige ma joor was daar dus zonder beschuttng en zon der drinkwater zelf3- I.n verte zag hij wel land, maar kon daar niet heen zwemmen, om jde eenvoudige reden, dat hij niet zwemmen I kon. Wel duizend malen was hij in den top vau een der palmen geklommen om een' sig- I naai te geven, maar ongetwijfeld had nie- mand hem bemerkt. j Intusschen begonnen de kokosnoten snel te verminderen en hij zag het oogenblik na deren,, dat bij zich zou moeten voeden met 'aangespoelde dieren. I" die gevangenis in de j open lucht van tweehonderd voet in het vier kant had hij al dien tu-d geleefd en had daar j den jrompzalgsfen tijd doorgebracht, dien men zich slechts kan vorstellen. Gelukkig waren eindelijk de booten gekomen en had den hem verlost. Nu hen ik dus weer uit d'eu jdoode herrezen! Ja, herrezen is bot woord; want weet gij wel, majoor, dat ilk aan den ingang der baai i een steen heb willen laten plaatsen met het I volgende opschrift: Ter nagedachtenis aan majoor O'Molloy, van liet lilde rif lemen t, in dienst harer ma jesteit. Brr! gij zoudt iemand de stuipen op het lijf jagen! I Eu dat ik nog geen rouw draag, mijn buste, moet ge mij maar vergevenEr Zijn geen modewinkels in dit land. Maar ik had mij toch voorgenomen bij mijne aankomst in Europa twee jaar lang te rouwen. Kommandant Maucarut voltooide het ver baal van den majoor Er was, zooals hij reeds i verondersteld had, een eilandenketen, welke echter zeer rotsachtig en onbewoonbaar was. Het tcrugkeerën dor expeditie was moeielijk 1 genoeg geweest. Daar het geheel en al onrno- j gelijk was, tegen den stroom in te roeien, was hii genoodzaakt geweest het geheele eiland om te varen, de Oostkaap voorbij te stevenen en in het Noorden te landen. Men was aan wal gegaan in de baai der voetsporen. Van wien echter die sporen geweest warem, wist men nog niet, maar wel, dat zij de oorzaak waren van het terugvinden van den majoor. Khasji had zonder een woord te spreken naar het verhaal geluisterd, zonder echter ■zijne meening te kennen te geven. Ohandos I bemerkte dien avond, dat hij zijn oude. ge. woonte weer aangenomen had, namelijk om voor den ingang van zijn deur to slapen. Hij I vroeg hem naar de reden van die handel,wij- I ze en of hii soms weer een aanslag vreesde 'van dien Eaua. Khasji boog zwijgend het i hoofd on deed alsof hij insliep. Den volgenden dag ging alles weer zijn ouden gang en alle toebereidselen vorderden jsnel, zoodat men zelfs den uitslag van het Werken reeds duidelijk kon zien. Alle werklieden hadden nu het handwerk ter hand genomen, al at zij in hun jeugd en voordat zij in dienst kwamen, uitgeoefend ihadden en dat vele handen het werk gemak kelijk maken werd ook hier weer bewaarheid, want het werft vorderde snel, vooral maakte de mijnindustrie groote vorderingen, i Twee maanden na de terugkomst van nuri joor O'Molloy waren alle deelen van het fre- 1 gat gereed en werkten de timmerlieden aan den voorsteven. Men had groote loodsen op geslagen om de werktuigen tegen den regen te beschutten. Daar men ijverig hezig was 'geweest om steenen te hakken was men in staat geweest een ferm huis op te trekken; waarin men in de onmiddellijke nabijheid |van de werkplaatsen was Vijf houtzaagmo- I lens werkten dag en naelit door. Een stoom machine die men voor het zware werk noo dig had, was bijna gereed. Een electriche te legraaf verbond de tien dorpen onderling. Wat den landbouw betreft, deze stond niet minder in bloei. De tweede graanoogst was op handen. Er heeraohte een groote gerustheid in de kolonie; iedereen was gelukkig, iedereen be halve Khasji, mijnheer Eety en mijnheer Gloaguen. Waarom was Khasji niet gelukkig? (Wordt vervolgd NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT V I.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5