BINNENLAND STATEN-GENERAAC. SYgg£SËÜSEUWS Loeke Eitsj is benoemd tot Russisch gezant te Kristiania (Noorwegen) als opvolger van Ab- ■enjef, die "teruggeroepen werd. De spoorweg van St. Petersburg naar de WitteZee is voltooid. SFebr. reed de eerste trein van St. Petersburg naar de baai van Soroka. Graaf Oberndorff, de Duitsehe gezant in Noorwegen, heeft den Koning zijn terugroe- pingsbrieven overhandigd. In 't regeeringsdistrict Liegnitz houdt men iaeht op de kraaien-zwermen, die in Neder-Sile- zië en Ober-Lausitz een landplaag zijn. De heer David Rowland Francis is door de regeering der Vereenigde Staten benoemd tot gezant in Rusland., Het Britsche s.s. Stratholyde, dit reeds op 15 Jan. van Philadelphia naar Manchester ver trok, is met beschadigd roer binnengesleept. De tweede lezing van twee wetten op de hoogescholen te Kaapstad en Stellenoisch is voor tien dagen uitgesteld. Marie Jose dei Basi, in Italië geboren, is op 5 Jan. in Frankrijk wegens spionnage ter dood veroordeeld en heeft thans dit vonnis ondergaan DAILY MAIL-„WAARHEDEN" GELO GENSTRAFT. De ,,Fcon. Stat. Berichten'' bevat een- ar tikel over de laatste zoogenaamde ontnulln- gen van de „Daily Mail" betreffende den uit voer van ons land naar Duitschland. Sehr. releveert, dat genoemd blad, om niet der- |5> ijke flaters te begaan als een;ge weken »eioden, .een bijzondere correspondent, Ro bert Segar, er op uit heeft gezonden. Deze doet dag aan dag in groote artikelen met sensatie wekkende titels van zijn bevindingen k/ind, en Nederland zou misbruik maken van de goedertierendheid der geallieerden, door de goederen, die deze doorlaten, onverschil lig of ze al dan niet contrabande zijn, weer regelrecht naar Duitschland uit te voeren. „Of de heer Segar zoo lezen wij verder de statistische gegevens precies zoo mee deelt als ze in onze statistiek voorkomen, heb ben we ditmaal niet nagegaan. De uitpluizerij heeft óók haar grenzen. We zullen dus maar aannemen, dat de cijfers zelf, zooals ze in de ;,Daily Mail" staan afgedrukt, dezen keer niet apocrief zijn. Het doet er trouwens ook niet toe, want op de conclusies komt het aan en die zijn onjuist. Is een uitvoercijfer naar Duitschland van eenig geïmporteerd artikel hooger dan vóór den oorlog, dan concludeert ie heer Segar daaruit eenvoudig het misluk ken der Engelsclie blokkade. Zoo maakt hij grooten ophef van den uitvoer van lijnolie, copra cacaoboter en margarine naar Duitsch land over het geheele jaar 1914 en vergeet natuurlijk daarbij te vermelden, dat er thans ;geen kilo van deze goederen naar onze ooste lijke buren gaat, iets wat hij' overigens wel degelijk in de door hem geraadpleegde maan- delijksche statistieken had kunnen en ook moeten zien. „Dit past echter niet in zijn systeem en v ndaar dan oojc, dat de jaarcijfers omtrent den uitvoer der gemelde goederen als af schrikwekkende bewijzen van de mislukking der Britsche blokkade in zijn artikelenreeks t paradeeren. Ingelijks handelt hij met de ka toen. Cotton for shells," schrijft hij, consta teer end, dat in 1915 uit Nederland 87.750 ton katoen naar Duitschland geëxporteerd ziju. Blijkbaar heeft de heer- Segar vergeten, hoe veel er in Engeland in het tweede kwartaal van 1915 om te doen geweest is, éér men i katoen op de contrabandelijst heeft durven plaatsen, en dat eerst in verband hiermee omstreeks het midden van 1915 de uitvoer van katoen uit Nederland verboden werd, welk verbod sedert zoo streng gehandhaafd weid, dat er na Juli naar Duitschland in to taal niet meer dan 41 ton geëxporteerd werd: een cijfer dat nu-waarlijk niet héél bijzonder imponeert. „Verder heeft de heer Segar het ook nog over onzen koffie export en zelfs over onzen uitvoer van kaarsen. Onze uitvoer daarvan naar België bedroeg n.l. in 1915 2178 ton, tegen gemiddeld 1230 ton in vroegere jaren. Do heer Segar heeft daarvoor dadelijk een verklaring ontdekt: de Duitscher3 onderwer pen die kaarsen aan de werking van over verhitten stoom, zoodat de stearine gesplitst iwordt in stearinezuur en glycerine voor ont plofbare stoffen! „Candle grease for shells!" roept hij verontwaardigd uit. er zich niet van bewust, dat ,de glycerine, die men, volgens zijn procédé uit kaarsen (1) krijgt, wel een beetje erg duur wordt. We hebben er dan ook geen flauw vermoeden van, dat indien de Duitschers werkelijk glycerine uit ons land behoefden, zij er de voorkeur aan gege ven zullen hebben, dit artikel niet in den vorm van kaarsen te betrekken, maar in don vorm van. glycerine zelf, van welk arti kel immers ,de uitvoer tot 12 December j.l. niet verboden is geweest. ..Ziedaar een staaltje, hoe goed da spec'ale „Daily Mail"-correspondent wel ^eïnformeercl is. Een tweede staaltje Wordt gevormd door zjjn mededeelingen over onzen tin-uitvoer. Dia tin-uitvoer vormt voor hem het bewijs, dat de Nederlandsche uitvoerverboden niets dan een wassen neus zijn. Als Nederland zoo redeneert hij uit Duitschland een artikel noodig heeft, dan ruilt het dit een voudig met een artikel, dat Duitschland be- oocft cn heft dan doodgewoon het uitvoer verbod op. Een „Daily Mail"-lezer wordt echter niet medegedeeld, dat er geen uitvoerverbod van tin bestond of bestaan heeft vóór dia»803 ton werden uitgevoerd, dat juist naar aanleiding van dien uitvoer, op 15 October voor 'het eerst een uitvoerverbod is uitgevaardigd, en dat cr in November en December d. a. v. geen kilo tin naar Du'.tsch'and i3 uitgevoerd! „Tot zoover kunnen we deze speciaten correspondent met feilen en gegevens aantoo- nen, dat hij niet op de hoogte is. Anders wordt het, als hij in den wilde weg beweringen uit. Zoo b.v., dat artikelen onder valsche bena mingen worden uitgevoerd of na ecnige lut- te'o bewerking te hebben ondergaan. Teu slotte doet schr. uitkomen dat ook ten aanzien van andere artikelen de beweringen der „Daily Mail" onjuist zijn. DE EERSTE KAMER (Zitting van gisteren). Algemeene Beschouwingen. Het gébruik naar wij meenen voor het eerst onder het ministerie-De Meester inge voerd dat niet bij de Algemeene Beschou wingen de Premier als Kabinetsformateur alleen het woord voert, maar dat daarbij on derscheidene ministers de ter zake van hun Departement gemaakte opmerkingen beant woorden, is ook gisteren in onzen Senaat gevolgd. In de opvattingen van dit Kabinet past 't volkomen. Volgens die opvattingen is 't immers niet een kabinet, maar alleen eene „verzameling van ministers"!.... En zóó kregen wij dan achtereenvolgens een drietal van de „verzameling van mi nisters" te hooren. Natuurlijk eerst die van Binnenlandsehe Zaken! De heer CORT VAN DER LINDEN uitte zich in ongeveer gelij ken zin ten aanzien van de opzegging van het politiek bestand als hij dat aan gene zijde van het Binnenhof had gedaan. Hij weersprak verder, dat er door eenige par tij in de Tweede Kamer op 't ministerie pres sie zou zijn uitgeoefend en stelde in 't licht, dat de door de Regeering aan de orde ge stelde vraagstukken de hoofdpunten van haar program zijn. Verder deelde hij mede, dat een wetsvoor stel tot uitstel van de invoering van de In- validiteitswet-Talma spoedig de Staten-Ge- neraal zal bereiken:*) Daardoor zal, zei spr., de Kamer de Ouderdomswet geheel zelfstan dig kunnen beoordeelen. Komende op de kwestie of bet geheele ministerie been moet gaan, indien één minister een éohec lijdt, verklaarde de minister, dat, wanneer de Ka mer haar votum richt tegen één minister, alleen het 'Kabinet heeft te heslissen of het zich dat al of niet in zijn geheel zal aan trekken. Zelfs echter wanneer de grondwets herziening in deze Kamer werd verworpen, zou de Minister de kracht vinden zijn taak te blijven vervullen, juist omdat deze eeuc nationale taak is onder de gegeven omstan digheden. Alleen do vaderlandsliefde noopt den Minister die taak te blijven vervullen. Spr. eindigde met de verklaring, dat do regeering den strijd met geen enkele partij zocht en met de nitnoodiging aan de rech terzijde om zich te stellen op t hooge stand: punt: ieder ontwerp naar zirn eigen waarde op zichzelf te beoordeelen. Zoolang aldus de minister tenslotte de Regeering op 'de brug staat, zal zij trachten de kostbare la ding, die haar is toevertrouwd, in veilige haven te brengen, ondanks den tegenwind dien zij heeft verwacht en den storm, die haar heeft overvallen. Daarna was de minister van Finantiën de heer VAN GIJN aan het woord. Deze verklaarde, dat nu reeds eene blijvende ver sterking der middelen noodig is en dat z.ï indien Engeland tot protectionisme over gaat, dit ons juist moet nopen om hij der vrijhandel te blijven, ten einde to profiter ren van onze buitengewoon gunstige liggin- Die liberalen, die er aan twijfelden of d minister, in aanmerking nemende eenige ner vroegere uitingen, wel een volbloc vrijliandelaar is, kunnen dus gerust zijn!.. Dan zeide de minister, dat de pensioenil- lasting door hem zal worden gehandhaa f< zij het dan eenigszins gewijzigd; dat <T grondslagenwet is ingetrokken, omdat h' daarvan geen bewonderaar was en omdat geen zin meer heeft, nu de wetten afzonder lijk zullen worden behandeld en dat de tr haksbelasting zijn volle sympathie heef' Wat aangaat de bestrijding van de crisis uitgaven verklaarde de minister tenslotte daf de 'commissie voor de oorlogswinst-be lasting zeer voortvarend is. Wanneer lie! rapport gereed is, zal de minister onverwijld het ontwerp indienen. De minister van Landbouw, de lieer POSTHTJMA, verdedige eenige door hem genomen economische maatregelen. Wij stip pen daaruit aan, dat de minister inzake de kaas nieuwe bepalingen zal overwegen. Na de daarna volgende replieken werden de Al gemeene Beschouwingen gesloten, waarna, na aanneming van Hoofdstuk II der Staats- begrooting de vergadering is- verdaagd tot Dinsdagmiddag. Over de nieuwe staatkundige theorie van dit Kabinet, zoo geheel strijdig met de tot heden geldende constitutioneele opvattingen, heeft de minister Cort van der Linden een draai oan den arm gehouden. Wat hij zeide was een antwoord, dat weinig houvast gaf!.. Het is reeds ingediend. Red. GEWISSELDE STUKKEN. De inwerkingtreding der Invaliditeitswet uitgesteld. Ingediend is een wetsontwerp om in het derde lid van artikel 411 der Invaliditeits wet het woord „drie" te vervangen door „zes". Ter toelichting van dit wetsvoorstel wordt gezegd, dat nu door den loop der omstan digheden de beslissing inzake het' ontwerp- Ouderdomswet is vertraagd en het niet meer mogelijk is de Invaliditeitswet op het tijd stip in artikel 411 genoemd in werking te doen treden, wordt voorgesteld den termijn van drié jaren in dat artikel voorkomende, in zes jaar te veranderen. In het derde lirl van art. 411 hiervoren be doeld wordt gezegd: „Drie jaren na de inwerkingtreding van art. 369 treden de artikelen dezer wet (wet van den 5en Juni 1913 tot verzekering van arbeiders tegen geldelijke gevolgen van, in validiteit en ouderdom) die dan nog niet mochten in werking getreden zijn, van rechtswege in werking. Kosten van de maatregelen ter bestrijding van mond- en klauw zeer. Verschillende leden der Eerste Earner be tuigden blijkens het V. V. hunne ingeno menheid met de indiening' van dit wetsvoor stel. Andere leden zouden zich tegen dit wetsont werp niet verzetten, omdat zij vooralsnog geen betere oplossing wisten aan te geven. Als zijnde geen deskundigen weri3chten zij zich in dit netelig vraagstuk geen partij te stellen. Het kwam hun daarom voor, da het standpunt van den Minister, die zich bereid verklaarde het stelsel van isoJeering tea te passen in de gevallen, waarin voldoende steun door het Departement van Oorlog kan wor den verleend, toejuiching verdient, terwijl zij het aan den Minister overlieten te beoordee len, wanneer tot afmaking moet worden over gegaan. Anderzijds kwam men echter met kracht hiertegen op. Eenige leden verklaarden zich in geenen deele met het afm.aakstelsel te kunnën vereenigen. Dit stelsel stelt aan de schatkist buitengewoon zware eischen, zon der dat men daardoor bereikt, dat het kwaad wurdt uitgeroeid. De vergoedingen, waardoor de hoeren geheel schadeloos worden gesteld, noemden deze leden een ongeoorloofde be voordeeling'. De schadevergoeding moei ad- dus geregeld worden, dat ook de veehouders bijdragen in de kosten a!s een soort assurantie voor hetgeen van Rijkswege voor hen wordt gedaan. Ook deden zij in dit verband 'de vraag of wellicht niet betere en snellere resultaten te verkrijgen zouden zijn door aan eigena ren van vee, gevestigd binnen een besmet ten kring, een premie toe te kennen, indien geen enkel hunner runderen door deze ziekte werd aangetast. Deze leden zouden alleen dan met het wets ontwerp kunnen medegaan, wanneer het isola tie-stelsel als regel werd toegepast. Ten slotte spraken zij den wensch uit, dat de Minister een commissie van deskundigen zou benoemen om een onderzoek in te stel len en een rapport uit te brengen over de beste wijze van bestrijding der ziekte. Aan de inwoners van H. en O. Speelt ge in deze Stads-loterij, Dan slicht ge voor uzelf veel nut daarbij Want de opbrengst is niet ex winst voor [één, Maar strekt tot heil van 't algemeen. Loten te bekomen bij: Pianomagazijn Bosman, fansweg 59, Consultatie-bureau, Ged. Oude Gracht 41, Dames Rijneveld, Wilhelminastraat 56, en in de voornaamste sigarenmagazijnen. WinthorstBloemend, weg, Bloemendaal. Ver. tbd. tbc. te H. en O. Adv. (3370) ONZE GEZONDHEIDSCOMMISSIE. In de Donderdagmiddag gehouden vergadering onzer Gezondheidscommissie werd verslag uit gebracht aangaande de verrichtingen der com missie over het jaar 1915. Ook nu weder bestond een groot deel van den arbeid der commissie in het onderzoeken van ingekomen klachten. Herhaaldelijk bereikten der Gezondheidscom- nissie klachten omtrent stank en last van vlie- ,en, afkomstig van hier ter stede gehouden mest- /erzamelingen. Hoewel niet al deze klachten even gegrond .verden bevonden, zijn er toch aldus het Ver- :ag meerdere volkomen terecht ingediend. In vele gevallen bleek, dat de houder van eene icsfverzameling voor het aanleggen daarvan rgunning had bekomen van Burgemeester en /ethouders. De directe oorzaak van de klacht was dan, at de houder der mestverzameling de voor aarden niet naleefde, waaronder de vergun- ng was verleend. Het komt der Commissie voor, dat vergun- 'ngen tot het houden van .eene mestverzame- ng in de stad, niet meer moeten worden ver end, en dat bestaande vergunningen zooveel ogelijk behooren te worden ingetrokken. Al itgaat Het der Gezondheidscommissie niet, dat ;-t hebben van eene dergelijke vergunning in ommige gevallen noodzakelijk is voor het uit- efenen van een bedrijf (met name het land- ouwbedrijf), zoo is zij niettemin van meening, at er naar behoort të worden gestreefd, deze aedrijven langzamerhand, en liefst met eenigen poed, naar terreinen buiten- de bebouwde kom c doen verplaatsen. In enkele gevallen mocht het der Gezöndheids- :cmmissie evenwel gelukken eene verbetering in den bestaanden toestand aan te brengen. In hoeverre deze verbetering een blijvende zal zijn, kan echter aan gegronden twijfel onderhe vig worden geacht, zoolang de vergunning tot het houden der mestverzameling, de oorzaak der klacht, niet wordt ingetrokken. Een scherp politietoezicht kan misschien aan den toestand althans eenigermate ten goede komen. Uit een staat van de door B. en W. verleende vergunning tot het houden van eene mestver zameling blijkt, dat niet minder dan 187 van dergelijke vergunningen zijn verleend en nog van kracht zijn. Het tengevolge van de tijdsomstandigheden in begin Augustus 1914 door het Bouw- en Woningtoezicht gestaakte systematisch woning- onderzoek, werd in 1915 nog hervat. Het ligt in de bedoeling daarmede in dit jaar weder te beginnen. Dan vermeldt het verslag, dat er aanvankelijk eenige tegenzin bestond tegen de woning van de Haarlemsche stichting voor woningverbete ring. Toen de eerste groep van ongeveer 30 huizen voor bewoning in aanmerking kwam, boden zich slechts schoorvoetend huurders aan. Fantastische verhalen deden de rondte omtrent bijzondere hygiënische voorschriften, die in acht zouden moeten worden genomen; geen behang op de muren, geen kleed op den grond, tubercu loselijders hadden de voorkeur, al dergelijke ge ruchten werden verspreid. Deze geruchten werden door enkele particulie re huiseigenaren gevoed. Toen echter het eerste gedeelte bewoond was, en men kon waarnemen, dat al deze verhalen louter hersenschimmen waren, stroomden de ge-' gadigden voor de volgende huizengroepen toe. Toen bleek duidelijk, in welk een groote be hoefte deze arbeiderswoningen voorzien. Velen, die zich aanmeldden, konden niet wor den geholpen en zijn geplaatst op de lijst van het volgende complex woningen, door genoemde Stichting aan den Harmenjansweg te bouwen. De woningvoorraad is in 1915 niet veel toe genomen. Het in 1913 bij de gemeentelijke wo ningtelling geconstateerde tekort aan woningen bestaat nog onverzwakt. Het aantal besmettelijke ziekten was in het afgeloopen jaar gering, ten opzichte van typhus en roodvonk valt er zelfs eene niet. onbelangrijke vermindering in vergelijk met andere jaren waar te nemen. Het aantal gevallen van diphtherie is ongeveer gelijk aan dat van 1914. Van febris typhoïdea werden vier gevallen aangegeven tegen 13 in 1914; van diphtherie dertig, tegen 33 in 1914. Het aantal diptherie-gevallen in de leeftijden beneden een jaar en van 59 jaren en van 10 11 jaren is in vergelijk met het jaar te voren vermeerderd, het laatste zelfs niet onbelangrijk. Daarentegen is het aantal gevallen in de leef tijden van 14 jaren en boven de 14 jaren verminderd, terwijl dat-in den leeftijd van 10 14 jaren ongeveer gelijk is aan het jaar te voren. Ongeveer 56.7 pCt. van de lijders bezochten de school/een hooger percentage dan in 1914. In de ziekenhuizen werden verpleegd 70 pCt. der gevallen. Het is te betreuren, dat in de laat ste jaren hoe langer hoe meer wordt afgeweken van de gewoonte om de lijders naar een zieken huis te vervoeren. In 1913 toch bedroeg het aantal verpleegden in de ziekenhuizen 86 pCt., in 1914 79 pCt. Voor een krachtige bestrijding der ziekte is isolatie van de lijders eene eerste vereischte en dat voldoende afzondering in de woning hoogst moeielijk is, behoeft geen betoog. Vooral in het reconvalescententijdperk, wanneer de lijder geen last meer van de ziekte heeft, maar nog bacil- drager is, zal te huis de isolatie niet streng meer worden doorgevoerd, terwijl toch het gevaar van besmetting even groot is als gedurende de ziekte. De ziekte had over het algemeen een goed aardig verloop. Sterfgevallen kwamen niet voor. Aan roodvonk werden 28 gevallen aangege ven, tegen 93 in het jaar te voren. In de laatste 12 jaar kwam niet zulk een laag cijfer voor. De meeste gevallen. kwamen voor in April en Juli, het geringste aantal in Januari, September en December. Er werden in de ziekenhuizen verpleegd 46 pCt. der gevallen. Dit jaar kwamen in verhouding meer geval len voor in de leeftijden van 14 jaren en boven de 14 jaren, dan het jaar te voren, daar entegen minder in de leeftijden van 59 jaren en van 10—14 jaren. Aan Tuberculose kwamen in 1915 137 sterf gevallen voor. l'ROV. BOND VAN II. K. KIESVEREE- NIGINGEN. (S1 o t). In een deel der oplage van ons vorig num mer konden wij nog ia 't kort een en ander melden van de belangrijke rede, die de heer Mr. Heerkens Thijssen hield. Hier laten wij er een meer uitgebreid overzicht van volgen: Spr. heg-on met er aan te berinneren, dat al bleven wij ook, dank zij eene bijzondere beschikking van, den goedertieren God, tot dusver bewaax-d voor den geesel des oorlogs, een ander geesel, die der losgebroken na tuurkrachten ons geraakt en vlijmend ge striemd heeft en dat het lang zal duren, eer dat de gevolgen van dien geesel aan onze waarneming ziju onttrokken. En in dit ver band deed hij uitkomen, dat ons allerminst hoogmoed past, omdat ons land bij den vrede is bewaard gebleven. Wel is waar heeft in ons vaderland godsdienstzin, inzonderheid bij het katholieke volksdeel, maar die gods dienstzin had spr. ook elders aangetroffen, ook in een katholieke streek in Duitschland en nochtans is Duitschland's bevolking zwaar door den oorlog geteisterd. Opwekken deed spr. om tot God te bidden, dat wij, nu de verwoesting der elemènten over ons is gekomen, voor het grootere leed toch ge spaard mogen blijven en dat wij al onze klachten mogen vergaderen om den in\yen- digen vijand het hoofd te bieden en terug te dringen tot het hem toegewezen terrein. In den breede schillderde spr. de ramp, die onze provincie heeft geteisterd iü haar om vang en gevolgen. Met recht mag thans de Hcllandsche landman uitroepen, zeide spr., „de hand des Heeren heeft mij geraakt", maar hij spreke dat dan ook rouwmoedig uit, want daarin ligt de voornaamste, neeu, de eenige weg om voor verder onheil te wor den gevrijwaard. Als lid der Staten wenscht spr. in verband met de naderende Staten verkiezingen nu minder dan ooit, iu verband met deze ramp niet te vergeten, dat het be heer en de verzorging van belangrijke pro vinciale aangelegenheden de voornaamste taak, ja, de eigenlijke taak der Staten is en dat derhalve hij de keuze der afgevaardig den nauwlettend moet worden toegezien, dat uit de mannen, die onze politieke rich ting voorstaan want daar houden wij ons voor alles aan vast diegenen worden ge kozen, die ons, iu hun verleden, in hlin dage- lijkschen arbeid, de waarborgen meden, dat zij een open oog hebben voor de belangen onzer provincie en voor hare nooden, voor hare nooden thans vooral. Spr. herinnerde daarna aan de taak der Staten, hun in art. 190 der Grondwet opge dragen en stond stil bij de waterschapswer- ken, waarbij hij een en ander mededeelde aangaande't gebeurde in de jongste Staten- zitting en 't optreden van den heer Duys in die ziting, die toen te velde trok tegen tal van deskundigen, die sinds jaren hun sporen verdiend hebben op waterstaatsgebied, en zulks blijkbaar omdat zij de mannen waren, die het gezag vertegenwoordigen; ten be- tooge, dat ook in dezen verschil van politiek inzicht min of meer scheidend op den voor grond kan treden. Na 't betoog, dat ter juiste beoordeeling van provinciale toestanden en het nemen 'van gewichtige besluiten bekwa me en goed onderlegde Statenleden noodig zijn, vestigde spr. er de aandacht op, dat de rechterzijde behoefte heeft aan ^uitstekende vertegenwoordigers harerzijds in de Provin ciale Staten. Niét in qualiteit, maar in quantiteit is het met die rechterzijde in ons Statencollege slecht gesteld. Van de 77 leden der Staten behooren er slechts 23 tot de rechterzijde, dus even 2/7. Van de 36 leden, welke Amsterdam afvaardigt, zijn er in 't geheel 6 rechts, (lus slechts juist 1/6. In 't college van Ged. bta- ten zit niet één 'lid van rechts. En me de katholieken is het nog slechter gesteld. Van de 77 genoemde leden behooren slechts 8 tot de katholieke partij en van de 36 Amster- damsche Statenleden belijden er met meer dan 2 den katholieken godsdienst. Het is dus voor de katholieke Statenleden een schier onbegonnen werk om de katholieke belan gen, waar die in het gedrang komen, naar behooren te doen gelden. Op dien grond is dus meer inzonderheid een versterking van het katholieke element in ons Statencollege noodig. Dit toonde spr. nader aan door mededee- ling van 't gebeurde in een der Statenzittin- gen naar aanleiding van 't niet plaatsen van katholieken op de voordracht voor de comm. van toezicht op Meerenberg en met te ver wijzen naar hetgeen meer dan eens ten aan zien van sulisidiën valt waar te nemen. O.a. haalde spr. daarbij aan, dat. toen in behan deling kwam eene suhisidieaanvrago voor een openbare leeszaal te Alkmaar, men tut doordreef, onder protest van reehtsche Sta tenleden, dat geen enkele uitsluiting noch op politiek, noch op sociaal, noch op zedelijk of godsdienstig gebied zou plaats hebben. Men behoeft waarlijk niet de meerder heid' te hebben, voegde spr. daaraan toe. om zich te doen gelden. Een flinke, krach tige minderheid kan heel wat bereiken, al- ze met gezonde, argumenten voor den dag komt, maar niet eene minderheid die als eene quantité négligeable, als een te ver- ontachtzamen troepie 'ie o wordt,dat men laat praten, maar waarvoor de meer derheid de schouders ophaalt. En ik hel> zoo den indruk dat men ons thans als zoo danig beschouwt. Dit alles had spr. gemc mofeerd omdat hij in N.-Holland de Staten verkiezingen om der Staten werkzaamheid als besturend college en als subsidieerend college wil bezien hebben. In andere gewesten, deed spr. uitkomen, stelt men, en terecht, tlians meer de alge meene politiek op den voorgrond, omdat men daar de Staten in de eerste plaats beschouwt in hun hoedanigheid van kiezers van Eerste Kamerleden.. Al wordt echter in deze provincie om andere redenen de- strijd gevoerd, dat mag toch niet er toe leiden om de Statenverkiezingen liior als van weinig belang voor de rechterzijde te beschouwen. Reeds niet om de genoemde redenen, maar er is nog een minstens even dringend motief voor groote krachtsinspan ning onzerzijds en dat om rédenen van algemeene politiek. In N.-Holland speciaal heeft men de Statenverkiezingen van den komenden zorner aari te merken ais een voorproef van den strijd, welke in 1917 over de gansche linie zal worden gestre den bij de vernieuwing der Tweed,'. Kanier. Thans dienen, ging spr. voert, de stekken gezet, om dan te kunnen heroveren wal in 1913 verloren ging en om. te behouden wat toen behouden mocht worden. Wanneer wij er in slagen om vast te zitten in de Staten li t-i i wij daar tevens vast, wanneer het om de Kamer gaat. Als voorbeeld noemde spr. het Kamer district Beverwijk. In dit district ging de Kamerzetel van Passtoors voor ons in 1913 verloren en dat verlies sleepte niet zich hét verlies van den Kamerzetel in Velsen," het Statendistrict, dat nagenoeg geheel bin nen het district Be\ er wijn \a.t. orui nu 't gitredend anti-rev. Statenlid Vermeulen her kozen, blijkt het district dus sinds 1913 aan reehtsche kracht te hebben gc,.o, dan zit de moed er in. dan weet men op den goeden weg te zijn om op eene overwin ning in 1917 te Beverwijk te niogén reke nen. Te meer achtte spr. die kracntproel van een groot gewicht, gözien wat de lin kerzijde met de Statenverkiezingen beoogt, waarbij spr. zeer uitvoerig sti.s.ond, tre dende in bijzonderheden aangaande de al gemeene landspo'itiek. Daarbij zette hij uiteen, dat men nu heefi een wasch-echt link ch minis erie en dat be kend is wat de katho.ieken daarvan hebber te wachten, n.l. achteruitsteil.ng en voo bij- gang in alle takken van dienst. In nat ve; band herinnerde spr. aan het pa sen-en van mr. Aaiberse voor een professoraat. Ook reie- veerde hij dat wel is ingediend een G; ondvvcU- herziening, maar dat men «Jaar:n tni5o ëwu wijziging van Art. Ib2 (het onderwijs ar.ik p Nagaande dat alles, concludeerde spr. da. de antithese weder met volle kracur. hor leeft. Aan de eene zijde staan degenen, die do noodzakelijkheid van een christeiijken grondslag in ons staatsbestuur meenen te kun nen ontberen en aan hunne zijde scha e i zich allen, die God niet.als Schepper en Bestuur der der wereldorde erkennen. Maar daartegenover bevinden zich gmukk g nog iri hecht verband, de gecoa.ise u-de reehtsche partijen, die in ver.oop van lij i ir. kracht hebben gewonnen doordat lauu urig ondeilinge samenwerking veel wantrouwen beeft weggenomen en de erkenning nee.t aa gebracht aldus spr. dat bij alle verschil- van inzicht op godsdienstig gebied: éu ni-eh tig principe voor allen gcid„: decrkonn.ng van Gods onmisbare hulp, ook in het openbare leven, de ordonnantiën Gods, zooals ouze Anti-Rev. vrienden zich plegen uit te druk ken, als richtsnoer voor aila onze gedragin gen. op staatkundig gebied. Men heeft elk n der loeren kennen en w^arueareh. Nergens uit zich dal be.er, dan bij de propaganda in verkiezing 'dagen. Onze pro pagandisten loopen even hard voor katho lieke als voor anti-rev. candidaten en de kiezers laten eveneens meer en meer hun vooroordeelen vallen. Wel zijn er hier en daar groepjes, die zicb met die coalitie maar niet konden vereeni gen, tof afscheiding overgegaan, doch die afscheiding is als eene zuivering der partij te beschouwen. Beter toch is het te weten, dat degenen, die tot de gecoaliseerdcn be hooren, het ook werkelijk zijn al zijn wt dan ietwat minder iq getalsterkte, dan dat men valsche vrienden onder zijn partij en bondgeneoten veronderstelt. Aan liet einde van zijne rede vestigde spr. de aandacht op de pogingen van socialisti sche voormannen om door finantieele ver lokkingen den argreloozen arbeider tot zich te trekken, waarbij men zich in de eerste plaats richt tot de katholieken. Hij achtte daarin een groot gevaar te liggen. De menschen zoo deed naar aanleiding daarvan 6pr. opmerken mogen nog zoo goed Koomseh zijn, nog zoo igoéd hunne godsdienstpliï hten waarnemen, nog zoozeer in katholieke Bonden vereenigd zijli, als ze tenslotte tien. socialist stemmen, niet om diens beginsel maar omdat ze daardoor de verwezenlijking van diens finantieele voor spiegelingen verwachten, staan ze voor ons zuiver gelijk met den socialist: beiden bren gen één roode stem uit. Laat ons daarom met dezelfde wapenen strijden, weLkti de soc.-dem. met zooveel suc- oea sinds jaren bezigen; laat een leger van goed onderlegde propagandisten bij voort during de menschen warm houden; niet een paar dagen voor de verkiezingen, maar nu reeds, vóórdat de denkbeelden op fabriek en werkplaatsen en door socialistisch huisbe zoek van den rechten koers gebracht ziju. Het is toch niet zoo bezwaarlijk aan te too- neu, welke hooge en heilige belangen er op het spel staan en wat ons katholieken in allen geval te wachten staat, wanneer de linksche meerderheid door omzetting van de Eerste Kamer in dezen zomer en uoor be. strijding in de Tweede Kamer in het vol-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 6