TWEEDE BLAD De afstammeling van Robinson RIJWIELBANDEN De vasten-mandementen der Nederiandsche Bisschoppen. SchagcheIstraat7-9 Goedkoopst Adres H. J. v. d. MEER, OORLOG BUITENLAND FEUELLETOM WOENSDAG 8 MAART 1916 n. Z. D. H. Mgr. P. Hopmans, Bisschop 'Van Breda, begint Zijn herderlijk schrijven, ha eene herinnering: dat het alleen aan Gods Soedertiexendheid is te danken, dat wij niet oor den wereldoorlog' zijn medegesleept, met de aandacht te vestigen op de teekenen van bloei yan het godsdienstig leven in zijn Bis- dom, waarbij inzonderheid nadruk wordt ge legd op het aangroeiend aantal H. Commu niën, ook dat van de kinderen Communiën, het toenemen van Katholieke vereenigingeii fen de vermeerdering1 van het aantal Katho lieke scholen. Z. D. H. voegt daaraan echter toe, dat, al stemt dat alles tot overmatige vreugde fen dank aan God, Zijne vreugde echter met geheel onvermengd is en dat er zaken zijn, die Zijn hart bedroeven en met kommer en zorg vervullen. Z. D. H. verwijst dan naar teekenen van verslapping in geloof en zeden. En Hij klaagt over het k'.immeud a.'Ui ai van hen, die niet aan hunne Paaschplichten vol doen on over een toenemend Misverzuim, een zeker toeken van verslapping in hot geloof. Bovendien verwaarloozen vele ouders hun duursten plicht, de Katholieke opvoeding hun ner kinderen. Verder klaagde Z. D. H. over de gemeng de huwelijken, dat de heiligheid van be. bu- weliik niet altijd meer wordt geeero.edigu, dat het zedenbederf, vooral bij de jeugd uie- per begint door te dringen en over hot dra gen van de schaamtelooze kleeding, waar mede vrouwen zelfs durven verschijnen in het Huis Gods. En na dit alles gememoreerd te hebben, zegt Z. D. H.: Na dit ernstig, rechtzinnig onderzoek zul len wij in het volle bewustzijn onzer schuld voor God nederig het hoofd moeten buigen en erkennen, dat wij het alleen aan Gods barmhartigheid hebben te danken, dat de straf van den oorlog niet op ons is neerge komen, dat wij van den watervloed zijn be vrijd gebleven. Willen wij' dat de straffend© hand Gods van ons blijve afgewend, nemen wij dan Iter harte de vermaning van den profeet Ezeehiël „Bekeer u en doet boete over al uwe ongerechtigheden, en de ongerech tigheid za! u niet ten ondergang zijn. De Vasten, die wij binnen enkel© dagen zullen beginnen en die door de H. Herk is ingesteld om boetvaardigheid en verster ving te doen, biedt ons daartoe de geschikte gelegenheid aan. Gelijk God weleer tot Israël en Juda door de profeten zeide: „Keert terug van uwe allerbooste wegen en onderhoudt mijne ge boden" zoo spreekt de Heer thans tot door onze bediening. Verlaat den weg der zonden, gaat m de aanstaande dagen van zaligheid uwe Ziel rei- ui "en in het bad van boetvaardig heid door Vt spreken eener rouwmoedig© biecht. Vat 6ea eeuwigen haat op tegen de zonden niet alleen tegen de doodzonde, die U beroooft van Gods genade en van het recht op den hemel, en U in gevaar brengt elk oogenblik in den "grond der hel te worden neergestort, maar Ook tegen te vrijwillige darelijksche zonden, die zoozeer aan God mishagen en U, zoo Gij er U niet om bekommert, lang zamerhand tot groote zonden zullen leiden. Blijft in de vastenavonden verre van die uitspattingen, waardoor die dagen vroeger vol gens heidensch gebruik werden ontsierd en komt die dggen doorbrengen in aanbidding voor het H. Sacrament. Waar beter dan bij Jezus, in zijn Sacrament van liefde kun nen wij de onschatbare weldaad des vredes afsmeken. Werkt allon naar best vermogen mede om den stroom van zedeloosheid te stuiten, die zich ook over ons Bisdom dreigt uit te storten. Verleent daarom uwen gewaar- deerden steun aan de heilzaanr werkende ver- eenigingen „Voor Eer en Deugd," „Mannen- adel en Vrouwenadel," wier streven is de goede zeden in eere te herstellen en de men- schen terug te voeren naar de geboden Gods. Bestrooit U met asch. Ais U op Asch-Woens- dag volgens godvruchtig gebruik het asch- kruisje,' het teeken van boete, pp het voor hoofd wordt gedrukt, maakt dan het vast be sluit om, voor zoover uwe krachten het toe laten, de Vastenwet der H. Kerk getrouw te onderhouden zonder U door allerlei uit- Adv. 4019 vluchten aan die heilzame versterving te ont- trekken Voegt bij de versterving het gebed en de aalmoes. Goed ls het gebed met vasten en aalmoes, zegt Tobias; weest In dien heiligen tijd ijveriger in het bijwonen der H. Mis, het bidden van het rozenhoedje in het huls gezin, in het ontvangen der H. Sacramenten van Biecht en Communie. Woont getrouw, als U de gelegenheid open staat, de lijdens meditatiën bij, verricht dikwerf den H. Kruis weg'. Z. D. H. vermaant voorts om vooral in dezen tijd van boetvaardigheid ruime aal moezen te geven, waarna Hij besluit: Bid den wij in deze dagen ook voor het welzijn der H. Kerk, die zooveel harer priesters ziet sneuvelen aan de-fronten, zooveel parochiën van alle geestelijke hulp verstoken, zooveel missionarissen.weggerukt uit de vruchtbare velden, waar overvloedige oogst rijpte. Bid den wij voor Z. H. Paus Benedictus XV, op dat God zijn onvermoeide pogingen tot herstel van den lang gewenschten vrede zegene, voor Hare Majesteit, onze geëerbiedigde Ko ningin, opdat God Haar verlichte en sterke om in deze moeilijke tijden haar volk voor den oorlog te behoeden, bidden wij voor ge heel het Koninklijk Huis. Bidden wij voor ons dierbaar vaderland, opdat het in do toekomst moge behoed blijven voor watersnood, die kort geleden onnoeme lijke schade aanrichtte in de streken rond de Zuiderzee en zooveel slachtoffers maakte onder mensehen .en dieren. Bidt ook voor Ons, wien de zorg' voor al de -christengemeenten van het Bisdom is op gedragen, opdat God ons licht en kracht schenke om het ons dierbaar Bisdom van Breda voor Christus te behouden. Bidden wij vurig, dat het ware geloof in ons Bisdom moge bewaard blijven en onze onderhoori- ger. zich mogen onderscheiden door echten godsdienstzin. Vragen^ wij dit door de voor spraak van de H. Maagd Maria, de Patrones van ons Bisdom. Z. D. H. Mgr. J. A. H. S c h r ij n e n, Bis schop van Roermond, treedt in breede bijzon- dderheden aangaande de taak der ouders ten aanzien van de opvoeding: hunner kinderen. Hij zet uiteen, dat God de ziel van het kind naar Zijn beeld heeft geschapen en dat het kind zoo zal moeten worden opgevoed,dat in Al zijn doen en laten dat beeld uitschit- tert, opdat de Godheid verheerlijkt worde en het heil van het kind worde verzekerd. Dit is eene heerlijke zending, die aan de ouders van het kind is toevertrouwd, maar tevens eene zwaarwichtige opdracht, üoet'Z. D. H. uitkomen, eene opdracht, die groote moeilijkheden met zich brengt die allengs kens bij 't opgroeien der kinderen zwaarder en zwaarderworden. Doch aldus laat Z. IX H. daarop vol gen wij mogen echter niet vergeten, dat wanneer God iemand roept tot een ambt, Hij hem ook de genade geeft, oni dat ambt naar behooren te vervullen. Christus heeft het hu welijk verheven tot de groote waardigheid van Sacrament. Uit hun heilige verbintenis kunnen de ouders al de hemelsche kracht put ten, die zij noodig hebben bij het moeielijke werk der opvoeding hunner kinderen. Maar zij moeten ook met bereidwilligheid die he- melsche hulp aanvaarden. Z. D. H. vermaart dan na te gaan of men in dien zin de op dracht vervult. Hij zet uiteen dat het kind zal worden, zooals men het vormt door de opvoeding en vestigt de aandacht op de ge varen van welke men de kinderen moet ver wijderd houden. Na alzoo het gehad te hebben over het werken van de ouders voor de opvoeding hun ner kinderen, beschouwd van den negatieven kant, komt Z. D. H. op de positieve zijde van dat werk. Dienaangaande doet Z. D. H. o.m. opmerken: Gij moet in uw zoon en in uwe dochter op duurzame grondslagen het hechte gebouw optrekken van vast geloof en dege lijke deugd. Gij moet karakters vormen, dia, wat er ook gebeure in het verdere leven, steeds zullen spreken: „Non erubesco evahge- lium meum: Ik schaam mij niet voor mijn geloof." Gelukkig1 de kinderen die van een brave moeder vroegtijdig leeren hun handjes te vouwen, hun oogen hemelwaarts te richten en te stamelen: „Pater noster, qui es in coelis: Onze Vader, die in de hemelen zijt," In de eerste jaren is dat voornamelijk de taak der moeder, omdat zij het meest zich met de kinderen bezig houdt. Maar de kinde ren moeten van den beginne de overtuiging krijgen, dat ook de vader hen in dien geest van geloof en deugd wil zien opgevoed. Twee eigenschappen vooral moet gij, b.g. uwen kinderen eigen maken, opdat zij hun levensdoel kunnen bereiken: eerbied en plichtbesef. Eerbied voor het gezag; plicht besef in al hun doen en laten. Eerbied in de eerste plaats voor den on- eindigen God, Die hen geschapen heeft en Die hun einddoel moet wezen. „Honora Deum ex tota anima tua: Eer God uit geheel uwe ziel." De eerbied bestaat in een zich neer buigen voor het Goddelijk Gezag'; in een be reidwillige onderwerping aan wat dat Gezag gebiedt; in een smeeken om hulp en genade. Gij moet uwe kinderen .immer en altijd wij zen op de Autoriteit van den openbarenden God; hun 'de gronden van een nederige on derwerping van het verstand aan de godde lijke Alwetendheid Inprenten. Zoo zal de op voeding met Gods hulp in de jeugdige zielen een levendige, bovennatuurlijke geloofsover tuiging vestigen en ontwikkelen. Die eerbied moet ook tot voorwerp heb ben onze Moeder de H. Kerk, die, geleid door den H. Geest, door wijze voorschriften en be velen den mensch op den weg des aardschen levens voert naar het leven der onsterfelijk heid. „Reddite-paesari quae sunt Oaesaris: Geeft aan Caesar wat Caesar toekomt." Zoo moe ten de kinderen, b. g; wanneer zij In de eerste plaats geleerd hebben God te eeren, ook met eerbied leeren opzien naar den troon van Haar, in wier handen God den bchepter van het' wereldlijk gezag gelegd beeft en naar allen, die in Haar naam het volk besturen. Zmjder den eerbied voor het wereldlijk ge zag kan de mensch zijn levensdoel niet kracht dadig nastreven. Gij zult ten slotte, b.g. het moeten leeren ook uw gezag, als van God komend te eerbiedigen en hoog te houden. „Honora patrem tuum et matrem iuam: Eer uw vader en uw moeder," zoo luidt het be- Hij heeft den kinderen bevolen hun ouders te beminnen; dat achtte Hij overbodig; maar Hij heeft de kinderen bevolen hun ouders te eeren. Eerst dan zaL de opvoeding kunnen slagen, b. g. wanneer gij gezag voert over uwe kinderen. Met den eerbied voor het gezag1 moet sa mengaan een ernstig plichtbesef. De onder werping aan het gezag moet niet uit vrees geschieden, maar uit overtuiging, dat het zoo behoort, dat het zoo moet. De mensch komt herhaaldelijk op ssijrx levensweg te staan voor 6eu tweesprong. Aan den eenen kant schijnt ,een effen en gebaande weg dpor een bekoor lijk landschap te voeren, waar de eigenlief de gestreeld en de zucht naar genoegens bevredigd wordt. Aan den anderen kant loopt een hobbelig, doornig pad door een voor het oog onaanlokkelijke streek, waar het eigen- ik niet den boventoon kan voeren en waar de driften zich niet kunnen botvieren. Ge lukkig de mensch, die voor dien tweesprong zijn beslissing weet te bepalen door de ge dachte: het moet; dat vordert God van mij; dat is mijn heilige plicht. Hij' zal in dien plicht een engel des Allerhoogsten erken nen en met Jacob tot hem spreken: „Non dimittamte, nisi benedixeris mihi: Ik zal U niet-laten gaan, vooraleer Gij mij Uw zegen gegeven hebt." Onbetoomde vrijheidszucht en plichtverza kend egoïsme zijn twee groote kwalen van onzen tijd. Zij onttrekken de jeugd aan de voor haar zoo noodige leiding en leveren haai' over aan de willekeur van een oner varen verstand en een onbeteugeld hart. Het is derhalve de dure plicht van hen, die door God over de jeugd gesteld zijn, al hun zorgen in het werk te stellen, om door de practische behoedmiddelen de kinderen voor die kwalen to vrijwaren. Vroegtijdig moet gij' daarom, b. g. beginnen met uwe kinderen in den geest van gezags- eerbiediging en plichtbesef op te voeden. Reeds in de eerste jaren openbaart zich in het kind de neiging, om zijn verlangens be vredigd te zien; en geeft men het niet, wat het wenscht, dan zal hot op allerlei wijzen zijn ontevredenheid hierover ajm den dag leggen. Zijt gij dan zwak, b. g. en schrikt gij terug voor het misbaar van het kind; Laat gij. het maar begaan; geeft gij alles toe; vindt gij alles mooi, misschien ook uit kwa lijk bedekte eigenliefde en pronkzucht tegen over derden, dan voedt gij ©en neiging, die zich ontwikkelend noodlottige gevolgen voor de toekomst kan hebben. Het zal u leed doen- uw kind iets te ontzeggen; maar het is nood zakelijk in zijn welbegrepen belang. Zoo zult gij de kinderen leeren, dat niet, wat zij zeiven willen, regel mag worden van hun doen en laten en gij zult hen teveps leeren het gezag te eerbiedigen. Daaraan voegt Z. D. H. toe, dat indien men van de eerste jaren, den kinderen, deze beginselen heeft ingeprent, het niet moeilijk zal vallen hen op te leiden en op te voeden in alle deugden, die den katholiek moeten sieren en hem welgevallig maken in Gods oogen. Hij wijst verder op de goede werking, die bij de opvoeding van het voorbeeld der ouders uitgaat en dat het krachtigste on derwijsmiddel het eigen voorbeeld der ouders ven een godsdienstig leven is, alsmede op het loon, dat den ouders, die zioh trouw van hunnen plicht kwijten, in het andere leven zal ten deel vallen. Zij immers, die anderen I opleiden tot gerechtigheid, zullen schitteren 'als sterren in alle eeuwen, j Dan ontvouwde Z. D. H. nog de zoete vol- doening, die in faxniliën, waar de kinderen een» katholieke opvoeding ontvangen, de kin deren aan het hart der ouders geven, daar zij onder hnnne oogen opgroeien In gunst hij God en hij de menechen en van hen de ouders met rechtmatigen trots kunnen ge tuigen: Zij zijn het licht onzer oogen; de troost van ons leven, de hoop van onze na komelingschap. Na alzoo in den breede de oudere gewe zen te bebbon cp de groote verplichtingen, die God hun heeft opgelegd, voor het heil hunner kinderen en hen aangegeven hoe zij zich van deze verplichten het beet kunnen kwijten, eindigt Z. D. H.: Wanneer gij uw gedrag hieraan toetsend, moet bekennen, dat gij te kort zijt geschoten aan die heilige verplichtingen, dat dan deze heilige Vastentijd, dien wij gaan beginnen, u aanspore, om uit dien slaap van plichtver zuim op te staan. „Jam hora est nas de som no surgere": God zai u bijstaan en hel pen, wanneer gij dezen heiligen tijd door brengt in den geest van boete en gebed, zoo- als onze Moeder de H. Kerk dat voorschrijft Ten slotte B.G., willen Wij n allen krach tig aansporen om in dezen heiligen tijd God net meer aandrang te bidden, dat Hij zijn rijkste zegoningen uitstort© over Z. H. den Paus; over Hare Majesteit onze geëerbie digde Koningin, over Haar Koninklijk Huis en H. M. de Koningin Moeder. Moge de God delijke Voorzienigheid Kerk en Vaderland op bijzondere vijze beschermen, in deze moei lijke tijdsomstandigheden. Moge op onze bede de Engel des Vredes, zoo spoedig mogelijk nederdalen op de door een wTeeden oorlog zoozeer geteisterde wereld. DE VEROVERING VAN HET DORP DOUAUMONT. Naar aanleiding van de verovering van 'het dorp Douaumont door de Duitsohe troepen, seint de oorlogscorrespondent van den „Berliner Lok. An»."Het dorj Douaumont ligt ongeveer anderhalf K. M. ten noordoosten van de pant- sorvesting, die op een heuvel gebouwd is, in het lage land. Men zou kunnen zeggen, dat het zioh aanvlijt tegen den dooden hoek achter de ves tingwerken en achter het hooger gelegen land, waardoor het dit voordeel bad, dat het minder blootgesteld was aan het vuur van onze zware artillerie dan de vesting zelf. De Franschen, die dit voordeel natuurlijk zoor goed inzagen, hadden, zoodra het dorp gevaar Rep en na den val van het noordoostelijke steunpunt van Ver dun er sterke krachten geconcentreerd. Boven dien was het dorp sedert lang reeds veranderd in een vaste stelling door zeer sterke aardver- sterkingen, loopgraven en Bchulpla etsen, terwijl er bijzonder geschut ingebouwd werd. In bet dorp Douaumont, waarop 4® Eranachen hun hoop gevestigd hadden, hebben zij zoo lang mogelijk stand gehouden. Zij hoopten van daar de overblijfselen van het fort terug te heroveren en daarom deden zij herhaalde stormaanvallen in zuidwestelijke richting. Zij leden hierbij groote verliezen. Doch zij brachten de Duitsohe stelling op de vesting Douaumont niet één oogenblik in gevaar. Nadat het den Duitschers gelukt was het veldgeschut en de zware artillerie in een stelling te brengen, vanwaar het dorp onder vuur geno men kon worden, gingen zij tot den stormaanval over en maakten zioh van het dorp meester. Hierdoor behaalden zij een niet onbelangrijke terreinwinst. Samenhangend met deze gevech ten waren de zware artillerie-gevechten tegen de hoogten oostelijk van de Maaa. De in de Fransohe berichten dikwijl» genoemde gevech ten om de Cé te du Poivre en. om Mort Homme behooren tot deze actie. hooge invoerrechten op lucifers voor het jaar 1018 op te heffen en ©en bestelling te doen bij| Noorsche en Zweedsohe fabrieken van één mil liard doosjes. Noorwegen en Zweden zijn de eenige landen van Europa, die lucifer» exporteeren en daar de groote lucifers-fabrieken in Polen eu Belgiï door den oorlog vernield werden en de Duitsche, Oostenrijksche, Fransche en Engelache te lijden hebben onder gebrek aan grondstoffen, ligt het voor de hand, dat Zweedsche en Nooreche fa brieken zooveel te doen hebben, dat zij, hoewel dag en nacht werkende, niet aan de bestellin gen kunnen- voldoen. Hoe verleidelijk de op dracht uit Rusland dan ook was om één mil liard doosjes te leveren, men moest er voor be danken. Eveneens i» bedankt voor bestellingen van de Fransche monopolie-fabrieken. De fa brieken kunnen op het oogenblik niet vergToot worden en geen nieuwe klanten aannemen, voor zij de oude bediend hebben. Ford's vredes-pogingen. Volgens „Dtagens Nyheter", zoo wordt uit Stockholm geseind, heeft de vrodesvergadeting van Ford het plan, om aan de conferentie van de drie minister» der Scandinavische otaten "te Kopenhagen, ©en communiqué te doen toeko men, met. het verzoek een bijeenkomst te Uien samenroepen, waaraan alle neutrale staten zullen deelnemen, welke bijeen komat in hot belang van den vrede zal moeten werkzaam zijn. Aan de oorlogvoerende mogendheden zal worden verzocht, daar nauwkeurig hun oorlogs doel te willen omschrijven. Ook de Stockholm- eehe burgemeesters, Linlhagen en Stroem, heb ben Zaterdag in den Zweedschcn Rijksdag erop aangedrongen, dat Zweden alleen of gezamen lijk met Denemarken*en Noorwegen het initia tief zou nemen tot een pfficiëele conferentie van de kleine staten, om daar de vredesbespre kingen te beginnen, die naar het blad zegt, door alle oorlogvoerende staten wel zullen worden gewenscht, VERSPREID BERICHTEN De Incifent-industrie. Het gerucht gaat dat binnenkort In Dultedh- land de lucifers weer heel wat duurder zullen worden, schrijf de Vorwflrts. Ook in andere landen zal dafwel het geval zijn, in hoofdzaak uit gebrek aan hout voor de industrie. Sedert i het begin van den oorlog ia de uitvoer van hout uit Rusland, dat bijna de geheele Euro- peeeohe lucifers-industrie voorzag, verboden- Rusland, dat zelf in zijn behoefte aan lucifers voorzag, heeft genoeg hout, doch gebrek aan de noodige chemicalieën, vooral aan chloorzuro kali, roode phoeplior en zwavelantimonium, zoo- dat de regeering gedwongen wus de tamelijk CHINA. Bevreesd voor de verdere gevolgen? Volgens een mededeeling in de „Köln. Ztg." heeft het Nowoje Wremja berioht ontvangen uit Peking, behelzende, dat. Joean-Sji-Kai het herstel van de monarchie tot nadr order hoeft verschoven. Tézelfder tijd verbood hij iedere betooging ten gunste van een bespoediging van zijn bestijging van den Keizerstroon. Het Ghinesesche Parlement ia tegen één Mei bijeen geroepen. ROEMENIE. Koningin Elisabeth van Roemenië, f Het stoffelijk overschot van koningin Elisa beth is eergisteren In het klooster Arge&eli, v aan de zijde van wijlen den koning bijgezet. Tusechen de beide kisten rust prinses Marie, het eenig kind van het Koninklijk Paar. Vrijdagmiddag is het testament van konin gin-weduwe Elisabeth van Roemenie (Carmen Silva) door den minister van justitie geopend. Het is op 11 October 1914, dus enkele dagen na den dood van haar gemaal, koning Karei, op- gemaakt. Het bevat uitsluitend schenkingen voor liefdadige doeleinden en legaten aan per- eonen, die koning en koningin trouw' hebben geilend. De tegenwoordige koningin van Roemenië ontvangt een millioen lei, waarvan de rente is bestemd voor bepaaldelijk aangewezen liefdadi ge doeleinden; twee door de koningin gestichte weldadigheidsvereenigingen elk 100,000 lei, zo» andere elk 50.000 lei. Tier vereeniging'en tot verheffing van de nationale nijverheid 20,000 lei. Het ministerie van landbouw ontvangt 800.000 lei voor de stichting ram een landbouw school te Argesj. De renten van een kapitaal van een half millioen zijn bestemd voor d« bruidsohat van een onbemiddeld© offiersdoeh-Yb ter, die in het huwelijk treedt met een officieü van het 2e jagerbataljon „Koningin Elisabeth" of met een zeeofficier. Aan het slot van het testament-verzoekt de koningin haar opvolgster, haar werken voort te zetten en het Roemeensche volk lief te hebben. Twee onroerend© goederen der koningin Ltf Duitsohland komen aan haar bloed verwantend Berichten in drie regels. Het Bulgaarsche Hof heeft drie weken rouw aangenomen, wegens het overlijden van da Koningin-weduwe van Roemenië. (Naar het Fransch.) 52 Chandoe drukte zijn oor tegen den rots wand, evenals Florry en dokter Gloaguen» Weldra viel er niet meer aan te twijfelen. Een aantal elagen volgden elkaar geregeld op, men zou zeggen, dat de rots door een ïroot aantal breekijzers en houwcelen aan bevallen werd. Men komt ons te hulp. Onze vrienden «ebben' ons ontdekt, zeide mijnheer Gloaguen jtechtjes. Maar hoe is het mogelijk, dat zij o«n ingang der grot niet gevonden hebbent •••-Die ingang is toch gemakkelijk genoeg te vinden. Wij moeten niet te spoedig hopen, zei terry, die geluiden kunnen wel een ande ren oorsprong hebben, zij zijn nog zoo ver af! t» j riep Chando6, die nog steeds luis- Ïl.' j i e j ^n.. we' degelijk houweelslagen, on ^Ajgeen dertig voet meer van teufi ^n" 'x zün onze vrienden, daar Wul £k °!et meer, aa«- Als zij maar de bezitten aan die goudmijn weerstand te bieden en als zij maar doorgraven. Het pei kament spreekt ervan, dat een der aderen tot onder deze grot loopt!En wij, wjj kur.nen niets doen om bet werk te bespoe digen. O, als Paul-Louie er bij is, heb ik geen .vrees meer, gaf Florry ten antwoord. Alsof de werklieden dit gezegde gehoord j hadden, vernam men plotseling vernieuwde slagen op de rots en men had kunnen dienken dat de arbeiders slechts door een muur van een paar centimetere dikte van Re gevange nen gescheiden waren, zoo -duidelijk klonken de slagen. Daar denk ik nu juist aan, zeide Chan doe, als wij ben hooren, kunnen zij ons ook hoe ren. Bij deze woorden begon hij met zijn hou weel tegen den wand van de grot te slaan, aan de zijde waar men bet geluid het duide lijkst hoorde. Plotseling was alles stil. De slagen hadden opgehouden. Men hoorde niets meer. Verscheidene minuten verliepen en de wan hoep maakte zich van de arme gevangenen miester. Hadden zij zich dan bedrogent Zonden hunne vrienden het werk reeds heb ben opgegeven, om op een andere plaats te 'beginnen? Alles scheen dit te bevestigen» Plotseling hoorde meh een zfvaar gerom mel evenals een donderslag en terstond ge volgd door een uitbarsting. Men hoorde dui delijk de stukken steen; die weer op d© rot sen neervielen- Geen twijfel meer, Paul-Louis had zjjn werk door het aanwenden van bus kruit bespoedigd. Zij laten ons nog in de lucht vliegen, zeide mijnheer' Gloaguen glimlachend» Hij was volstrekt niet ongerust, daar hij wel wist dat Paui-Louis te veel kennis bezat, om te weten dat hij geèn groote hoeveelhe den kruit kon gebruiken, maar slechts kleine beetjes, die de rotsen aan kleine stukjes de den springen. Niemand anders dan hij zou op zoo'n denkbeeld zijn gekomen! zeide Florry niet schitterende oogen. Ja, ik wist wel dat hij ons niet in den steek zou laten. Bijna op hetzelfde oogenblik hoorde men het gedruisch van heen en weer loopendie personen en. de houweelslagen klonken zoo dicht bij, dat men zou zeggen dat zy ter stond den muur door zouden hakken. Hola, Paui-Louis!Hier zijn wijl.... wij hooren u wel!riep Ohandos uit, met zijn gelaat tegeu den wand gedrukt en men had zijn stem wel kunnen hooren, als die maar deer het getuid der houweelslagen overstemd was geworden. Mijnheer Gloaguen had echter do deur niet uit bet oog verleren. Plotseling zag bij eeni ge beweging aan het slot en hoorde hij het geluid, dat een grendel bij het wegschuiven maakt. Daar komt Rana, riep hij uit, op de deur toeloopend. Rana zal ons dooden!.... Florry Cbandos, houdt hem tegen, belet hem de deur te openen!.... Het was gelukkig nog niet te laat, de twee de grendel werd1 reeds weggeschoven, een oogenblik later en de deur zou opengegaan zijn. Drie paar schouders drukten er echter met de kracht der wanhoop tegenaan ter wijl Cbandos zoo snel hij kon, een der bin- neiste grendels voorschool. Spoedig was dit alles afgeloopen en Rana zag zich op zijn beurt gevangen gezet. On getwijfeld had hij ook den knal der uitbar sting gehoord, maar misschien wa6 bet ook de bedreiging van Chandoe, die hem tot die drad had doen -besluiten. De eerste houweel slagen hadden hem niet verontrust en hij was kalm in de kleine nis blijven, zitten, maar na de uitbarsting der mijn eu de verdubbelde hc.uwoelslagen was hü bevreesd geweest dat zijn gevangenen Lem kouden -ontsnappen» daarna had hij de deur willen openen om de bevrijders te voorkomen, maar vooral- om zioh van den Zraimph meester te maken. Van welk een gruwelijken strijd zou deze grot getuige zijn geweest, indien het onzen vrienden- niet bijtijds gelukt was de deur te sluiten, als 'niet hun stamvader Robinson Crnsoë de voorzorg genomen had zijn deur met een dubbele sluiting, aan beide kanten te voorzienl Maar de koelbloedigheid van mijnheer Gloaguen had hen gered. Rana was nu niet langer te vreezen, hij was gevangen en zonder wapens en zoo goed was hij zich van zijne machteloosheid bewust, dat hij geen poging deed om'het luik weder te sluiten. Cbandos deed hem door een slag met zijn houweel opspringen en zoo stonden de beide tegenstanders van aangezicht tot aangeziclü en toch niet in staat elkander iets te doen» De slagen aan den buitenwand klonken echter hoe langer hoe duidelijker. Er waren V geen oogenbiikken meer waarin men ophield met werken en af en toe klonken kleine ont ploffingen. Spoedig waren de verlossers aan onze vrienden zoo dicht bij, dat men hen kon hoi ren spreken. Florry herkend© de stem van Paui-Louis. Hierheen.... meer naar recht»!!..:, ge ziet toch wel dat de rots daar minder effen is!zeide hij tegen zijne werklieden. Paui-Louis!.... Wij hooren u!.... wij zijn hier, riep Florry met heldere stem. Cbandos begeleidde dezen uitroep met een paar hevige slagen op den rotswand. Een luid hoera, uit vierhonderd kelen aau>- geheven, was hun antwoord. Het verkeer was nu bijna geheel geopend en de begroeting was nu niets meer dan een kwestie van tijd» (Wordt vervolgi.l NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT i "ui 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5