TWEEDE BLAD
De afstammeling van Robinson
RIJWIELBANDEN
De vasten-mandementen der
Nederiandsche Bisschoppen.
SchagcheIstraat7-9
Goedkoopst Adres
H. J. v. d. MEER,
OORLOG
BUITENLAND
FEUELLETOM
WOENSDAG 8 MAART 1916
n.
Z. D. H. Mgr. P. Hopmans, Bisschop
'Van Breda, begint Zijn herderlijk schrijven,
ha eene herinnering: dat het alleen aan Gods
Soedertiexendheid is te danken, dat wij niet
oor den wereldoorlog' zijn medegesleept, met
de aandacht te vestigen op de teekenen van
bloei yan het godsdienstig leven in zijn Bis-
dom, waarbij inzonderheid nadruk wordt ge
legd op het aangroeiend aantal H. Commu
niën, ook dat van de kinderen Communiën,
het toenemen van Katholieke vereenigingeii
fen de vermeerdering1 van het aantal Katho
lieke scholen.
Z. D. H. voegt daaraan echter toe, dat,
al stemt dat alles tot overmatige vreugde
fen dank aan God, Zijne vreugde echter met
geheel onvermengd is en dat er zaken zijn,
die Zijn hart bedroeven en met kommer en
zorg vervullen. Z. D. H. verwijst dan naar
teekenen van verslapping in geloof en zeden.
En Hij klaagt over het k'.immeud a.'Ui ai van
hen, die niet aan hunne Paaschplichten vol
doen on over een toenemend Misverzuim, een
zeker toeken van verslapping in hot geloof.
Bovendien verwaarloozen vele ouders hun
duursten plicht, de Katholieke opvoeding hun
ner kinderen.
Verder klaagde Z. D. H. over de gemeng
de huwelijken, dat de heiligheid van be. bu-
weliik niet altijd meer wordt geeero.edigu,
dat het zedenbederf, vooral bij de jeugd uie-
per begint door te dringen en over hot dra
gen van de schaamtelooze kleeding, waar
mede vrouwen zelfs durven verschijnen in
het Huis Gods. En na dit alles gememoreerd
te hebben, zegt Z. D. H.:
Na dit ernstig, rechtzinnig onderzoek zul
len wij in het volle bewustzijn onzer schuld
voor God nederig het hoofd moeten buigen
en erkennen, dat wij het alleen aan Gods
barmhartigheid hebben te danken, dat de
straf van den oorlog niet op ons is neerge
komen, dat wij van den watervloed zijn be
vrijd gebleven. Willen wij' dat de straffend©
hand Gods van ons blijve afgewend, nemen
wij dan Iter harte de vermaning van den
profeet Ezeehiël „Bekeer u en doet boete over
al uwe ongerechtigheden, en de ongerech
tigheid za! u niet ten ondergang zijn.
De Vasten, die wij binnen enkel© dagen
zullen beginnen en die door de H. Herk
is ingesteld om boetvaardigheid en verster
ving te doen, biedt ons daartoe de geschikte
gelegenheid aan.
Gelijk God weleer tot Israël en Juda door
de profeten zeide: „Keert terug van uwe
allerbooste wegen en onderhoudt mijne ge
boden" zoo spreekt de Heer thans tot
door onze bediening.
Verlaat den weg der zonden, gaat m de
aanstaande dagen van zaligheid uwe Ziel rei-
ui "en in het bad van boetvaardig heid door
Vt spreken eener rouwmoedig© biecht. Vat
6ea eeuwigen haat op tegen de zonden niet
alleen tegen de doodzonde, die U beroooft
van Gods genade en van het recht op den
hemel, en U in gevaar brengt elk oogenblik
in den "grond der hel te worden neergestort,
maar Ook tegen te vrijwillige darelijksche
zonden, die zoozeer aan God mishagen en
U, zoo Gij er U niet om bekommert, lang
zamerhand tot groote zonden zullen leiden.
Blijft in de vastenavonden verre van die
uitspattingen, waardoor die dagen vroeger vol
gens heidensch gebruik werden ontsierd en
komt die dggen doorbrengen in aanbidding
voor het H. Sacrament. Waar beter dan
bij Jezus, in zijn Sacrament van liefde kun
nen wij de onschatbare weldaad des vredes
afsmeken. Werkt allon naar best vermogen
mede om den stroom van zedeloosheid te
stuiten, die zich ook over ons Bisdom dreigt
uit te storten. Verleent daarom uwen gewaar-
deerden steun aan de heilzaanr werkende ver-
eenigingen „Voor Eer en Deugd," „Mannen-
adel en Vrouwenadel," wier streven is de
goede zeden in eere te herstellen en de men-
schen terug te voeren naar de geboden Gods.
Bestrooit U met asch. Ais U op Asch-Woens-
dag volgens godvruchtig gebruik het asch-
kruisje,' het teeken van boete, pp het voor
hoofd wordt gedrukt, maakt dan het vast be
sluit om, voor zoover uwe krachten het toe
laten, de Vastenwet der H. Kerk getrouw
te onderhouden zonder U door allerlei uit-
Adv.
4019
vluchten aan die heilzame versterving te ont-
trekken
Voegt bij de versterving het gebed en de
aalmoes. Goed ls het gebed met vasten en
aalmoes, zegt Tobias; weest In dien heiligen
tijd ijveriger in het bijwonen der H. Mis,
het bidden van het rozenhoedje in het huls
gezin, in het ontvangen der H. Sacramenten
van Biecht en Communie. Woont getrouw,
als U de gelegenheid open staat, de lijdens
meditatiën bij, verricht dikwerf den H. Kruis
weg'.
Z. D. H. vermaant voorts om vooral in
dezen tijd van boetvaardigheid ruime aal
moezen te geven, waarna Hij besluit: Bid
den wij in deze dagen ook voor het welzijn
der H. Kerk, die zooveel harer priesters ziet
sneuvelen aan de-fronten, zooveel parochiën
van alle geestelijke hulp verstoken, zooveel
missionarissen.weggerukt uit de vruchtbare
velden, waar overvloedige oogst rijpte. Bid
den wij voor Z. H. Paus Benedictus XV, op
dat God zijn onvermoeide pogingen tot herstel
van den lang gewenschten vrede zegene,
voor Hare Majesteit, onze geëerbiedigde Ko
ningin, opdat God Haar verlichte en sterke
om in deze moeilijke tijden haar volk voor
den oorlog te behoeden, bidden wij voor ge
heel het Koninklijk Huis.
Bidden wij voor ons dierbaar vaderland,
opdat het in do toekomst moge behoed blijven
voor watersnood, die kort geleden onnoeme
lijke schade aanrichtte in de streken rond
de Zuiderzee en zooveel slachtoffers maakte
onder mensehen .en dieren.
Bidt ook voor Ons, wien de zorg' voor al
de -christengemeenten van het Bisdom is op
gedragen, opdat God ons licht en kracht
schenke om het ons dierbaar Bisdom van
Breda voor Christus te behouden. Bidden wij
vurig, dat het ware geloof in ons Bisdom
moge bewaard blijven en onze onderhoori-
ger. zich mogen onderscheiden door echten
godsdienstzin. Vragen^ wij dit door de voor
spraak van de H. Maagd Maria, de Patrones
van ons Bisdom.
Z. D. H. Mgr. J. A. H. S c h r ij n e n, Bis
schop van Roermond, treedt in breede bijzon-
dderheden aangaande de taak der ouders ten
aanzien van de opvoeding: hunner kinderen.
Hij zet uiteen, dat God de ziel van het kind
naar Zijn beeld heeft geschapen en dat het
kind zoo zal moeten worden opgevoed,dat
in Al zijn doen en laten dat beeld uitschit-
tert, opdat de Godheid verheerlijkt worde
en het heil van het kind worde verzekerd.
Dit is eene heerlijke zending, die aan de
ouders van het kind is toevertrouwd, maar
tevens eene zwaarwichtige opdracht, üoet'Z.
D. H. uitkomen, eene opdracht, die groote
moeilijkheden met zich brengt die allengs
kens bij 't opgroeien der kinderen zwaarder
en zwaarderworden.
Doch aldus laat Z. IX H. daarop vol
gen wij mogen echter niet vergeten, dat
wanneer God iemand roept tot een ambt, Hij
hem ook de genade geeft, oni dat ambt naar
behooren te vervullen. Christus heeft het hu
welijk verheven tot de groote waardigheid
van Sacrament. Uit hun heilige verbintenis
kunnen de ouders al de hemelsche kracht put
ten, die zij noodig hebben bij het moeielijke
werk der opvoeding hunner kinderen. Maar
zij moeten ook met bereidwilligheid die he-
melsche hulp aanvaarden. Z. D. H. vermaart
dan na te gaan of men in dien zin de op
dracht vervult. Hij zet uiteen dat het kind
zal worden, zooals men het vormt door de
opvoeding en vestigt de aandacht op de ge
varen van welke men de kinderen moet ver
wijderd houden.
Na alzoo het gehad te hebben over het
werken van de ouders voor de opvoeding hun
ner kinderen, beschouwd van den negatieven
kant, komt Z. D. H. op de positieve zijde van
dat werk. Dienaangaande doet Z. D. H. o.m.
opmerken: Gij moet in uw zoon en in uwe
dochter op duurzame grondslagen het hechte
gebouw optrekken van vast geloof en dege
lijke deugd. Gij moet karakters vormen, dia,
wat er ook gebeure in het verdere leven,
steeds zullen spreken: „Non erubesco evahge-
lium meum: Ik schaam mij niet voor mijn
geloof."
Gelukkig1 de kinderen die van een brave
moeder vroegtijdig leeren hun handjes te
vouwen, hun oogen hemelwaarts te richten
en te stamelen: „Pater noster, qui es in
coelis: Onze Vader, die in de hemelen zijt,"
In de eerste jaren is dat voornamelijk de
taak der moeder, omdat zij het meest zich
met de kinderen bezig houdt. Maar de kinde
ren moeten van den beginne de overtuiging
krijgen, dat ook de vader hen in dien geest
van geloof en deugd wil zien opgevoed.
Twee eigenschappen vooral moet gij, b.g.
uwen kinderen eigen maken, opdat zij hun
levensdoel kunnen bereiken: eerbied en
plichtbesef. Eerbied voor het gezag; plicht
besef in al hun doen en laten.
Eerbied in de eerste plaats voor den on-
eindigen God, Die hen geschapen heeft en
Die hun einddoel moet wezen. „Honora Deum
ex tota anima tua: Eer God uit geheel uwe
ziel." De eerbied bestaat in een zich neer
buigen voor het Goddelijk Gezag'; in een be
reidwillige onderwerping aan wat dat Gezag
gebiedt; in een smeeken om hulp en genade.
Gij moet uwe kinderen .immer en altijd wij
zen op de Autoriteit van den openbarenden
God; hun 'de gronden van een nederige on
derwerping van het verstand aan de godde
lijke Alwetendheid Inprenten. Zoo zal de op
voeding met Gods hulp in de jeugdige zielen
een levendige, bovennatuurlijke geloofsover
tuiging vestigen en ontwikkelen.
Die eerbied moet ook tot voorwerp heb
ben onze Moeder de H. Kerk, die, geleid door
den H. Geest, door wijze voorschriften en be
velen den mensch op den weg des aardschen
levens voert naar het leven der onsterfelijk
heid.
„Reddite-paesari quae sunt Oaesaris: Geeft
aan Caesar wat Caesar toekomt." Zoo moe
ten de kinderen, b. g; wanneer zij In de eerste
plaats geleerd hebben God te eeren, ook met
eerbied leeren opzien naar den troon van
Haar, in wier handen God den bchepter van
het' wereldlijk gezag gelegd beeft en naar
allen, die in Haar naam het volk besturen.
Zmjder den eerbied voor het wereldlijk ge
zag kan de mensch zijn levensdoel niet kracht
dadig nastreven. Gij zult ten slotte, b.g. het
moeten leeren ook uw gezag, als van God
komend te eerbiedigen en hoog te houden.
„Honora patrem tuum et matrem iuam: Eer
uw vader en uw moeder," zoo luidt het be-
Hij heeft den kinderen bevolen hun ouders
te beminnen; dat achtte Hij overbodig; maar
Hij heeft de kinderen bevolen hun ouders
te eeren. Eerst dan zaL de opvoeding kunnen
slagen, b. g. wanneer gij gezag voert over
uwe kinderen.
Met den eerbied voor het gezag1 moet sa
mengaan een ernstig plichtbesef. De onder
werping aan het gezag moet niet uit vrees
geschieden, maar uit overtuiging, dat het zoo
behoort, dat het zoo moet. De mensch komt
herhaaldelijk op ssijrx levensweg te staan voor
6eu tweesprong. Aan den eenen kant schijnt
,een effen en gebaande weg dpor een bekoor
lijk landschap te voeren, waar de eigenlief
de gestreeld en de zucht naar genoegens
bevredigd wordt. Aan den anderen kant loopt
een hobbelig, doornig pad door een voor het
oog onaanlokkelijke streek, waar het eigen-
ik niet den boventoon kan voeren en waar
de driften zich niet kunnen botvieren. Ge
lukkig de mensch, die voor dien tweesprong
zijn beslissing weet te bepalen door de ge
dachte: het moet; dat vordert God van mij;
dat is mijn heilige plicht. Hij' zal in dien
plicht een engel des Allerhoogsten erken
nen en met Jacob tot hem spreken: „Non
dimittamte, nisi benedixeris mihi: Ik zal U
niet-laten gaan, vooraleer Gij mij Uw zegen
gegeven hebt."
Onbetoomde vrijheidszucht en plichtverza
kend egoïsme zijn twee groote kwalen van
onzen tijd. Zij onttrekken de jeugd aan de
voor haar zoo noodige leiding en leveren haai'
over aan de willekeur van een oner varen
verstand en een onbeteugeld hart. Het is
derhalve de dure plicht van hen, die door God
over de jeugd gesteld zijn, al hun zorgen
in het werk te stellen, om door de practische
behoedmiddelen de kinderen voor die kwalen
to vrijwaren.
Vroegtijdig moet gij' daarom, b. g. beginnen
met uwe kinderen in den geest van gezags-
eerbiediging en plichtbesef op te voeden.
Reeds in de eerste jaren openbaart zich in
het kind de neiging, om zijn verlangens be
vredigd te zien; en geeft men het niet, wat
het wenscht, dan zal hot op allerlei wijzen
zijn ontevredenheid hierover ajm den dag
leggen. Zijt gij dan zwak, b. g. en schrikt
gij terug voor het misbaar van het kind;
Laat gij. het maar begaan; geeft gij alles toe;
vindt gij alles mooi, misschien ook uit kwa
lijk bedekte eigenliefde en pronkzucht tegen
over derden, dan voedt gij ©en neiging, die
zich ontwikkelend noodlottige gevolgen voor
de toekomst kan hebben. Het zal u leed doen-
uw kind iets te ontzeggen; maar het is nood
zakelijk in zijn welbegrepen belang.
Zoo zult gij de kinderen leeren, dat niet, wat
zij zeiven willen, regel mag worden van hun
doen en laten en gij zult hen teveps leeren
het gezag te eerbiedigen.
Daaraan voegt Z. D. H. toe, dat indien
men van de eerste jaren, den kinderen, deze
beginselen heeft ingeprent, het niet moeilijk
zal vallen hen op te leiden en op te voeden
in alle deugden, die den katholiek moeten
sieren en hem welgevallig maken in Gods
oogen. Hij wijst verder op de goede werking,
die bij de opvoeding van het voorbeeld der
ouders uitgaat en dat het krachtigste on
derwijsmiddel het eigen voorbeeld der ouders
ven een godsdienstig leven is, alsmede op
het loon, dat den ouders, die zioh trouw van
hunnen plicht kwijten, in het andere leven
zal ten deel vallen. Zij immers, die anderen
I opleiden tot gerechtigheid, zullen schitteren
'als sterren in alle eeuwen,
j Dan ontvouwde Z. D. H. nog de zoete vol-
doening, die in faxniliën, waar de kinderen
een» katholieke opvoeding ontvangen, de kin
deren aan het hart der ouders geven, daar
zij onder hnnne oogen opgroeien In gunst
hij God en hij de menechen en van hen de
ouders met rechtmatigen trots kunnen ge
tuigen: Zij zijn het licht onzer oogen; de
troost van ons leven, de hoop van onze na
komelingschap.
Na alzoo in den breede de oudere gewe
zen te bebbon cp de groote verplichtingen,
die God hun heeft opgelegd, voor het heil
hunner kinderen en hen aangegeven hoe zij
zich van deze verplichten het beet kunnen
kwijten, eindigt Z. D. H.:
Wanneer gij uw gedrag hieraan toetsend,
moet bekennen, dat gij te kort zijt geschoten
aan die heilige verplichtingen, dat dan deze
heilige Vastentijd, dien wij gaan beginnen,
u aanspore, om uit dien slaap van plichtver
zuim op te staan. „Jam hora est nas de
som no surgere": God zai u bijstaan en hel
pen, wanneer gij dezen heiligen tijd door
brengt in den geest van boete en gebed, zoo-
als onze Moeder de H. Kerk dat voorschrijft
Ten slotte B.G., willen Wij n allen krach
tig aansporen om in dezen heiligen tijd God
net meer aandrang te bidden, dat Hij zijn
rijkste zegoningen uitstort© over Z. H. den
Paus; over Hare Majesteit onze geëerbie
digde Koningin, over Haar Koninklijk Huis
en H. M. de Koningin Moeder. Moge de God
delijke Voorzienigheid Kerk en Vaderland
op bijzondere vijze beschermen, in deze moei
lijke tijdsomstandigheden. Moge op onze bede
de Engel des Vredes, zoo spoedig mogelijk
nederdalen op de door een wTeeden oorlog
zoozeer geteisterde wereld.
DE VEROVERING VAN
HET DORP DOUAUMONT.
Naar aanleiding van de verovering van 'het
dorp Douaumont door de Duitsohe troepen,
seint de oorlogscorrespondent van den „Berliner
Lok. An»."Het dorj Douaumont ligt ongeveer
anderhalf K. M. ten noordoosten van de pant-
sorvesting, die op een heuvel gebouwd is, in het
lage land. Men zou kunnen zeggen, dat het zioh
aanvlijt tegen den dooden hoek achter de ves
tingwerken en achter het hooger gelegen land,
waardoor het dit voordeel bad, dat het minder
blootgesteld was aan het vuur van onze zware
artillerie dan de vesting zelf. De Franschen,
die dit voordeel natuurlijk zoor goed inzagen,
hadden, zoodra het dorp gevaar Rep en na den
val van het noordoostelijke steunpunt van Ver
dun er sterke krachten geconcentreerd. Boven
dien was het dorp sedert lang reeds veranderd
in een vaste stelling door zeer sterke aardver-
sterkingen, loopgraven en Bchulpla etsen, terwijl
er bijzonder geschut ingebouwd werd. In bet
dorp Douaumont, waarop 4® Eranachen hun
hoop gevestigd hadden, hebben zij zoo lang
mogelijk stand gehouden. Zij hoopten van daar
de overblijfselen van het fort terug te heroveren
en daarom deden zij herhaalde stormaanvallen
in zuidwestelijke richting. Zij leden hierbij
groote verliezen. Doch zij brachten de Duitsohe
stelling op de vesting Douaumont niet één
oogenblik in gevaar.
Nadat het den Duitschers gelukt was het
veldgeschut en de zware artillerie in een stelling
te brengen, vanwaar het dorp onder vuur geno
men kon worden, gingen zij tot den stormaanval
over en maakten zioh van het dorp meester.
Hierdoor behaalden zij een niet onbelangrijke
terreinwinst. Samenhangend met deze gevech
ten waren de zware artillerie-gevechten tegen
de hoogten oostelijk van de Maaa. De in de
Fransohe berichten dikwijl» genoemde gevech
ten om de Cé te du Poivre en. om Mort Homme
behooren tot deze actie.
hooge invoerrechten op lucifers voor het jaar
1018 op te heffen en ©en bestelling te doen bij|
Noorsche en Zweedsohe fabrieken van één mil
liard doosjes.
Noorwegen en Zweden zijn de eenige landen
van Europa, die lucifer» exporteeren en daar de
groote lucifers-fabrieken in Polen eu Belgiï
door den oorlog vernield werden en de Duitsche,
Oostenrijksche, Fransche en Engelache te lijden
hebben onder gebrek aan grondstoffen, ligt het
voor de hand, dat Zweedsche en Nooreche fa
brieken zooveel te doen hebben, dat zij, hoewel
dag en nacht werkende, niet aan de bestellin
gen kunnen- voldoen. Hoe verleidelijk de op
dracht uit Rusland dan ook was om één mil
liard doosjes te leveren, men moest er voor be
danken. Eveneens i» bedankt voor bestellingen
van de Fransche monopolie-fabrieken. De fa
brieken kunnen op het oogenblik niet vergToot
worden en geen nieuwe klanten aannemen,
voor zij de oude bediend hebben.
Ford's vredes-pogingen.
Volgens „Dtagens Nyheter", zoo wordt uit
Stockholm geseind, heeft de vrodesvergadeting
van Ford het plan, om aan de conferentie van
de drie minister» der Scandinavische otaten "te
Kopenhagen, ©en communiqué te doen toeko
men, met. het verzoek een bijeenkomst te Uien
samenroepen, waaraan alle neutrale staten
zullen deelnemen, welke bijeen komat in hot
belang van den vrede zal moeten werkzaam
zijn. Aan de oorlogvoerende mogendheden zal
worden verzocht, daar nauwkeurig hun oorlogs
doel te willen omschrijven. Ook de Stockholm-
eehe burgemeesters, Linlhagen en Stroem, heb
ben Zaterdag in den Zweedschcn Rijksdag erop
aangedrongen, dat Zweden alleen of gezamen
lijk met Denemarken*en Noorwegen het initia
tief zou nemen tot een pfficiëele conferentie
van de kleine staten, om daar de vredesbespre
kingen te beginnen, die naar het blad zegt, door
alle oorlogvoerende staten wel zullen worden
gewenscht,
VERSPREID BERICHTEN
De Incifent-industrie.
Het gerucht gaat dat binnenkort In Dultedh-
land de lucifers weer heel wat duurder zullen
worden, schrijf de Vorwflrts. Ook in andere
landen zal dafwel het geval zijn, in hoofdzaak
uit gebrek aan hout voor de industrie. Sedert
i het begin van den oorlog ia de uitvoer van
hout uit Rusland, dat bijna de geheele Euro-
peeeohe lucifers-industrie voorzag, verboden-
Rusland, dat zelf in zijn behoefte aan lucifers
voorzag, heeft genoeg hout, doch gebrek aan
de noodige chemicalieën, vooral aan chloorzuro
kali, roode phoeplior en zwavelantimonium, zoo-
dat de regeering gedwongen wus de tamelijk
CHINA.
Bevreesd voor de verdere gevolgen?
Volgens een mededeeling in de „Köln. Ztg."
heeft het Nowoje Wremja berioht ontvangen
uit Peking, behelzende, dat. Joean-Sji-Kai het
herstel van de monarchie tot nadr order hoeft
verschoven. Tézelfder tijd verbood hij iedere
betooging ten gunste van een bespoediging van
zijn bestijging van den Keizerstroon.
Het Ghinesesche Parlement ia tegen één Mei
bijeen geroepen.
ROEMENIE.
Koningin Elisabeth van Roemenië, f
Het stoffelijk overschot van koningin Elisa
beth is eergisteren In het klooster Arge&eli, v
aan de zijde van wijlen den koning bijgezet.
Tusechen de beide kisten rust prinses Marie,
het eenig kind van het Koninklijk Paar.
Vrijdagmiddag is het testament van konin
gin-weduwe Elisabeth van Roemenie (Carmen
Silva) door den minister van justitie geopend.
Het is op 11 October 1914, dus enkele dagen na
den dood van haar gemaal, koning Karei, op-
gemaakt. Het bevat uitsluitend schenkingen
voor liefdadige doeleinden en legaten aan per-
eonen, die koning en koningin trouw' hebben
geilend.
De tegenwoordige koningin van Roemenië
ontvangt een millioen lei, waarvan de rente is
bestemd voor bepaaldelijk aangewezen liefdadi
ge doeleinden; twee door de koningin gestichte
weldadigheidsvereenigingen elk 100,000 lei, zo»
andere elk 50.000 lei. Tier vereeniging'en tot
verheffing van de nationale nijverheid 20,000
lei. Het ministerie van landbouw ontvangt
800.000 lei voor de stichting ram een landbouw
school te Argesj. De renten van een kapitaal
van een half millioen zijn bestemd voor d«
bruidsohat van een onbemiddeld© offiersdoeh-Yb
ter, die in het huwelijk treedt met een officieü
van het 2e jagerbataljon „Koningin Elisabeth"
of met een zeeofficier.
Aan het slot van het testament-verzoekt de
koningin haar opvolgster, haar werken voort te
zetten en het Roemeensche volk lief te hebben.
Twee onroerend© goederen der koningin Ltf
Duitsohland komen aan haar bloed verwantend
Berichten in drie regels.
Het Bulgaarsche Hof heeft drie weken rouw
aangenomen, wegens het overlijden van da
Koningin-weduwe van Roemenië.
(Naar het Fransch.)
52
Chandoe drukte zijn oor tegen den rots
wand, evenals Florry en dokter Gloaguen»
Weldra viel er niet meer aan te twijfelen.
Een aantal elagen volgden elkaar geregeld
op, men zou zeggen, dat de rots door een
ïroot aantal breekijzers en houwcelen aan
bevallen werd.
Men komt ons te hulp. Onze vrienden
«ebben' ons ontdekt, zeide mijnheer Gloaguen
jtechtjes. Maar hoe is het mogelijk, dat zij
o«n ingang der grot niet gevonden hebbent
•••-Die ingang is toch gemakkelijk genoeg
te vinden.
Wij moeten niet te spoedig hopen, zei
terry, die geluiden kunnen wel een ande
ren oorsprong hebben, zij zijn nog zoo ver af!
t» j riep Chando6, die nog steeds luis-
Ïl.' j i e j ^n.. we' degelijk houweelslagen,
on ^Ajgeen dertig voet meer van
teufi ^n" 'x zün onze vrienden, daar
Wul £k °!et meer, aa«- Als zij maar de
bezitten aan die goudmijn weerstand
te bieden en als zij maar doorgraven. Het
pei kament spreekt ervan, dat een der aderen
tot onder deze grot loopt!En wij, wjj
kur.nen niets doen om bet werk te bespoe
digen.
O, als Paul-Louie er bij is, heb ik geen
.vrees meer, gaf Florry ten antwoord.
Alsof de werklieden dit gezegde gehoord
j hadden, vernam men plotseling vernieuwde
slagen op de rots en men had kunnen dienken
dat de arbeiders slechts door een muur van
een paar centimetere dikte van Re gevange
nen gescheiden waren, zoo -duidelijk klonken
de slagen.
Daar denk ik nu juist aan, zeide Chan
doe, als wij ben hooren, kunnen zij ons ook
hoe ren.
Bij deze woorden begon hij met zijn hou
weel tegen den wand van de grot te slaan,
aan de zijde waar men bet geluid het duide
lijkst hoorde. Plotseling was alles stil. De
slagen hadden opgehouden. Men hoorde niets
meer.
Verscheidene minuten verliepen en de wan
hoep maakte zich van de arme gevangenen
miester. Hadden zij zich dan bedrogent
Zonden hunne vrienden het werk reeds heb
ben opgegeven, om op een andere plaats te
'beginnen? Alles scheen dit te bevestigen»
Plotseling hoorde meh een zfvaar gerom
mel evenals een donderslag en terstond ge
volgd door een uitbarsting. Men hoorde dui
delijk de stukken steen; die weer op d© rot
sen neervielen- Geen twijfel meer, Paul-Louis
had zjjn werk door het aanwenden van bus
kruit bespoedigd.
Zij laten ons nog in de lucht vliegen,
zeide mijnheer' Gloaguen glimlachend»
Hij was volstrekt niet ongerust, daar hij
wel wist dat Paui-Louis te veel kennis bezat,
om te weten dat hij geèn groote hoeveelhe
den kruit kon gebruiken, maar slechts kleine
beetjes, die de rotsen aan kleine stukjes de
den springen.
Niemand anders dan hij zou op zoo'n
denkbeeld zijn gekomen! zeide Florry niet
schitterende oogen. Ja, ik wist wel dat hij
ons niet in den steek zou laten.
Bijna op hetzelfde oogenblik hoorde men
het gedruisch van heen en weer loopendie
personen en. de houweelslagen klonken zoo
dicht bij, dat men zou zeggen dat zy ter
stond den muur door zouden hakken.
Hola, Paui-Louis!Hier zijn wijl....
wij hooren u wel!riep Ohandos uit, met
zijn gelaat tegeu den wand gedrukt en men
had zijn stem wel kunnen hooren, als die
maar deer het getuid der houweelslagen
overstemd was geworden.
Mijnheer Gloaguen had echter do deur niet
uit bet oog verleren. Plotseling zag bij eeni
ge beweging aan het slot en hoorde hij het
geluid, dat een grendel bij het wegschuiven
maakt.
Daar komt Rana, riep hij uit, op de deur
toeloopend. Rana zal ons dooden!.... Florry
Cbandos, houdt hem tegen, belet hem de deur
te openen!....
Het was gelukkig nog niet te laat, de twee
de grendel werd1 reeds weggeschoven, een
oogenblik later en de deur zou opengegaan
zijn. Drie paar schouders drukten er echter
met de kracht der wanhoop tegenaan ter
wijl Cbandos zoo snel hij kon, een der bin-
neiste grendels voorschool.
Spoedig was dit alles afgeloopen en Rana
zag zich op zijn beurt gevangen gezet. On
getwijfeld had hij ook den knal der uitbar
sting gehoord, maar misschien wa6 bet ook
de bedreiging van Chandoe, die hem tot die
drad had doen -besluiten. De eerste houweel
slagen hadden hem niet verontrust en hij was
kalm in de kleine nis blijven, zitten, maar
na de uitbarsting der mijn eu de verdubbelde
hc.uwoelslagen was hü bevreesd geweest dat
zijn gevangenen Lem kouden -ontsnappen»
daarna had hij de deur willen openen om de
bevrijders te voorkomen, maar vooral- om
zioh van den Zraimph meester te maken.
Van welk een gruwelijken strijd zou deze
grot getuige zijn geweest, indien het onzen
vrienden- niet bijtijds gelukt was de deur te
sluiten, als 'niet hun stamvader Robinson
Crnsoë de voorzorg genomen had zijn deur
met een dubbele sluiting, aan beide kanten
te voorzienl Maar de koelbloedigheid van
mijnheer Gloaguen had hen gered.
Rana was nu niet langer te vreezen, hij was
gevangen en zonder wapens en zoo goed was
hij zich van zijne machteloosheid bewust, dat
hij geen poging deed om'het luik weder te
sluiten.
Cbandos deed hem door een slag met zijn
houweel opspringen en zoo stonden de beide
tegenstanders van aangezicht tot aangeziclü
en toch niet in staat elkander iets te doen»
De slagen aan den buitenwand klonken
echter hoe langer hoe duidelijker. Er waren V
geen oogenbiikken meer waarin men ophield
met werken en af en toe klonken kleine ont
ploffingen. Spoedig waren de verlossers aan
onze vrienden zoo dicht bij, dat men hen kon
hoi ren spreken. Florry herkend© de stem
van Paui-Louis.
Hierheen.... meer naar recht»!!..:, ge
ziet toch wel dat de rots daar minder effen
is!zeide hij tegen zijne werklieden.
Paui-Louis!.... Wij hooren u!.... wij
zijn hier, riep Florry met heldere stem.
Cbandos begeleidde dezen uitroep met een
paar hevige slagen op den rotswand.
Een luid hoera, uit vierhonderd kelen aau>-
geheven, was hun antwoord.
Het verkeer was nu bijna geheel geopend
en de begroeting was nu niets meer dan een
kwestie van tijd»
(Wordt vervolgi.l
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
i "ui 1