RUWïËLEMÜi"
DE OORLOG
Goedkoopst Asli*es
H. i. v. d. MEER,
^hagchelstraat 7-9 bijtfe Aisegang.
BINNENLAND
BUITENLAND
a
CONGOLEESCHE SCHETSEN.
Mad.
door
at t
HE.
aagt
VERSPREIDE BERICHTEN
OORLOGS-ALLERLEI
BE WATERSPOOK*.
NIEUWE HflARLEMSCHE COURANT
KATHOLIEKE LIEFDADIG.
HEID IN DEN OORLOG.
Van Dr. M. H. Schnitzler te Freiburg ont-
'agen wij een uitvoerig schrijven, waaraan
'j het volgende ontleenen:
Door de met het bloed van onschuldige non-
c°ffibattanten gedrenkte straten van de
Voedzame aartshisschopstad Freiburg zag
rïle". priesters en leeken optrekken, om over
Jkffieenschappelijkcn arbeid in bet rijk der
°!pem!e liefde te beraadslagen. Zoo meni-
bom was daar neergevallen ak een tecken
}'an den haat, die zelfs de door het duide-
'wste volkenrecht getrokken grenzen niet
®>eer respecteert. Tlians vergaderde men op
"^zelfden plek, om het schoonere bewijs voor
00 waarheid te brengen, dat de liefde geeii
lenzen leent.
Wet spreekt wel vanzelf, dat de vijfde lief-
'adigheidsdag van het aartsbisdom Freiburg
in den oorlog nieuw ontstane opgaven
Üzonder ingaand behandelde. Doch niet rnin-
"r'!' hield men zich ook bezig met vragen van
i'*»'Ünbaar oogenblikkelijk minder groot be-
'a»g, zooals bijvoorbeeld de hervorming van
<e bewaarsohoolopvoeding, aansluitend aan
e fröbel-methode.
Veelbeteekenend was een woord in de ope-
aingstoespraak van den aartsbisschop: „De
voor het in elke groote stad op te rioh-
!®B liefdadigheids-secretariaat zullen opge-.
j'facht worden door de offervaardigheid der
katholieken der betrokken stad, en door be
haring van vele uitgaven voor kerkelijke
heleinden, die heden ten dage achter de
Ringende eiscben des t><- moeten torugtre-
°a". Spreekt men zóó tot „Hunnen", tot wier
'i("r del ging zooveel bonlmen misbruikt wer-
ea? In zulk een opperherder leeft de geest
ah dien oud-christelijken bisschop, dien de
jj0,1den kerksieraden verkocht, om de nood
hr armen te lenigen. Alle ter conferentie
1 Fulda aanwezige bisschoppen ging men
"•Tmede aecoord en hebben de voorstellen
gekeurd. Waarlijk! Dat lijkt toch niet op
kietzsehe en den „Uebermensch" of op het
"Recht van den Stérkste"!
^Zondag '27 Februari in het oude Keulen 1
hitschland's eerste bisschop heeft zijn dio-
'■Csanen voor den eeredag der Christelijke
befde doen vergaderen. Daar werd menig)
8oed en diepgevoeld woord gesproken, hoe
'ken zich zei ven voor het liefdewerk ge
hinkt moet maken en die liefdadigheid op
^deren moest toepassen. De geleerde van
d6 universiteit, de eenvoudige onderwijzeres
Van de volksschool, de ideaatdenkende zicl-
hi'ger en do voorzichtig blikkende orginisa-
j :,*ij allen doen hun opwekkingen samen-
ka.'-ten tot een hymne van geestdrift en tot
hn uur van practisclie leering.
- Wet hoogtepunt bereikte die zitting bij
reusachtige vergadering in het oudcer-
aardiae Gürzenich. Men ziet. daar geen vaan-
^'kransen, niet het pronkvolle raaduuis-
j, Ver de oude Hansastadt, doch in deze
fcini doppen duizende harten in "den eensge-
5oden wil: wij willen onzen broeders en,
zj' "T zien willen, ook onzen vijanden
ewijden, dat de liefde ons/drfdeel is en dat
zeif8 bij de zorg voor ons bestaan niet
hnder werken van liefde kunnen leven.
a Ernstige accoorden van het orgel ruischen
oor de zaal, een door den oorlog sterk ge
jold mannenkoor prijst den „God der Wijs-
en Goedheid, der Orde en des Hells."
Getallen, die in de honderdduizenden en
•killioenen gaan, geven blijk ervan, wat in
hn enkele groote stad de vrijwillige liefda
digheid aan voedsel en kleeren, aan raadge-
Adv. 4019
ving en onderwijs, aan troost en leniging ver
schafte en' daarbij vooropgaande, de stille,
-deemoedige orde-zusters. Maar wie telt de
polsslagen van het christelijke hart, die al
I dit werk eerst liefde en waarde verleenden.
Een leider van het publieke leven, anders
welbekend in het centrum van politieken en
Socialen strijd, legt ditmaal zjjn overtuiging
en innemend woord in de weegschaal der
liefdadigheid.
Daarop wendt zich de kardinaal-aarts
bisschop van Keulen tot de vergaderden. De
ernst der geweldige tijden met hun kanon
gedonder en hun harteleed klinkt uit zijn
toespraak. Doch zooals de samenwerking
van allen ons de zegepraal der wapenen
brengt, zoo verwacht hij van de gemeen
schappelijke georganiseerde werken van lief
dadigheid den troost voor namelooze ellen
de. En als besluit van de vergadering bruist
I als een hemelbestormende roep door de ge
weldige hal het verrukkelijke oud-Neder-
landsche dankgebed: „Wir treten zum Beten-
vor Gott dein Gerechten. Im Streite zur
Seite 1st Gott una gestanden wir loben
Dich oben, Du Leuker der Schlackten."
En nu begint do milddadige Moeder Chq-
ritas haar zcgöfjj^e_j)eigrimstocht. Zij kan
haar handen niet vullen uit het trésor van
den staat of van de gemeenten, maar toch
worden die handen nimmer ledig. Ongedwon
gen geven de rijken haar rijkelijk en do
minder bemiddelden ai naar mate van hun
vermogen. Zoo gaat zij rond, hare weldaden
verspreidend.
Doch de grootste weldaad is toch, dat de
liefde den haat overwint. Naderde niet de
'verleider van zoo menigeen van ons in deze
vreeselijke maanden, om hem te doen wan
hopen aan de menscliheid en haar van God
afkomstige adel?
-Wie in dienst treedt der werkdadige lief
de, .die ontneemt aan dergelijke gedachten
hun prikkel. Hij vindt dan in de wereld
niet uitsluitend .het gevaarlijke, ja misda
dige egoisme, niet uitsluitend de koude, phi-
iosophiselie humaniteit maar ook en vooral
het heilige, verwarmende vuur der offer
vaardige liefde, waarvan de ouuitbluschbare
haard in het Heilige Hart van den .Wereld
verlosser gloeit.
Verhooging der prijzen van Dnifschc dag
bladen.
Te Maagdonburg heeft eene vergadering
van uitgevers van couranten in Saksen
plaats gehad, welke besloten heeft de prijs
der dagbladen van 1 April af te verhoogen.
Zij zien zich hiertoe genoodzaakt, omdat alle
kosten zoodanig gestegen zijn, dat het hun
onmogelijk zou zijn de uitgave hunner bla
den voort to zetten, zoo zij niet door ver
hooging der prijzen hoogere inkomsten ver
kregen.
Ook de vereeniging van uitgevers van bla
den in Noordwestelijk Duitsciiland, dat de
provincie Hannover, het hertogdom Brons
wijk, het groothertogdom Oldenburg, Bre
men, het vorstendom SchaumburgBucke-
burg en het oostelijk deel der provincie
Westlalen omvat, heeft een dergelijk be
sluit genomen.
DE BELGEN IN ENGELAND.
Do Belgische bladen-zelf brengen dikwijls
verhalen van do landgetnooten, die naar zfj dit
menen, zich in Engelsohe ballingschap bevin
den.
Heit volgende verhaal van een eenvoudige
Vlaming, eerst onlangs in Vlaanderenland
teruggekeerd, is er een treffend voorbeeld van:
In September 1914, na een eerste vlucht naar
Gerie, waren zij met duizenden scheep gegaan
te Antwerpen voor Londen. Na hier eenige
dagen doorgebracht te hebben werden zij over
het gansehe land verspreid. Zoo zijn er
gansch Engeland, Schotland en Ierland daar
thans Vlamingen te vinden.
O ze zegsman werd naar P.gestuurd, een
■tadje van 40,000 zielen, op anderhalf uur snel
sporens van Londen. Hier kregen een driehon
derd Vlamingen hun intrek, de meesten in
huizen, daarvoor afgestaan door rijke particu
lieren ofwel in huizen, gehuurd door het Vluch-
telingen-komiteit. Elke vluchteling kreeg een
dagelijbsch hulpgeld, dat verschilde volgens do
steden, maar dat tot één ahilling per persoon
beliep. Daarmee moest ieder zijn potje koken.
Wie het verlangde kon ook werk krijgen in
de munitiefabrieken. Te P.waren er zo al
vier en men bouwde er nu een vijfde waar
vrouwen zouden aangenomen worden. De
meeste Belgen voelden voor dat werkje echter
niets. Alleen het gemeen volk aanvaardde dien
arbeid naar onze zegsman althans verze
kert omdat er veel mee te verdienen is. Die
munitievervaardigers laten het dan ook heel
breed hangen en loopen met nieuw-gekoehte
gouden juweelen en zijden kleeren. Gebrek aan
eten was er nu wel niet, al kostte het brood
toch in sommige gevallen 41/^ pence voor een
pond.
Do Vlamingen hadden geen omgang met de
Engelschen.
Zij bleven dicht bfj elkander leven en wisten
weinig van wat er omgaat in de wereld. Engel
sohe kranten konden zij niet lezen en de „Indé-
pendanee Beige," die de meesten toch ook niet
wisten te ontcijferen, kwam maara boel zelden
in hun midden al was ze in den spoorboek-
handel van deplaats te krijgen. Dit verklaart
waarom de Vlamingen terugkomen zonder En-
gelsch te kennen.
Het wais soms prettig kleine Belgen met
kleine Engelschen te hooren ruzie maken. Dan
verweet de Engelsche bengel zijn Vlaamsche
speelmaat, dat het de schuld was van de Bel
gen, dat de Engelsehen zoo hard moeten vech
ten, want zij waren niet in staat geweest om
zich zelf te verdedigen. Nu moesten de Engel
schen dat doen 1 Waarop de Belgische kwajon
gen beweerde, dat de Belgen voor de Engelschen
vochten, iets wat hij zeker, zoowel als zijn
tegenstrever, uit den mond van ouderen moest
hebben opgevangen.
De Vlamingen waren bekropen door een on
noemelijk heimwee. Allen' voelden Engeland
als een groote gevangenis en rij zouden allee
geofferd hebben om maar aan hun vaderland
te kunnen terugkeeren. Er waren er, die wis
ten dat bier hun huis in puin lag en toch ver
langden zij er naar het. terug te zien. Zoo sterk
is onze buitenman aan zijn land gehecht!
Zy voelden zich daar, in die vreemde omge
ving, allen zoo erg ellendig en zieke1 i)k. De
meesten konden tegen het zeeklimaat niet en
werden aamborstig. Zelfs de kinderen voelden
zich onlekker.
Hij zelf werd er zoo ziek, dat tot vijf dokters
hem terugkeer tot het vastelandklimaal opleg
den. Maar de Engelsche autoriteiten laten er j
niemand uit! Men zou liet met hem probeeren
in een badplaats van bet Ruiden. Hier waren
slechts een 50-tal Vlamingen. Het leven was
er duurder. Maar het steunfonds hielp ook
krachtiger. Toeh wilde het met zijn gezondheid
maar niet vlotten en ua ontzaglijk veel moeite
en de formeele belofte, dat bij naar Holland
zou terugkeeren, en uieit naar België, ont
snapte hij ten slotte aan zijn Engelsche gevan
genis. En nu staat hij weer hier in zijn oude
Vlaanderen en voelt zichzelf weer opfleuren!
Zijn vrouw was wel wat bang geweest; men
had. hun ginder zulke griezelige dingen ver
teld; maar nti was zo niet weinig blij weer aan
honk te zijnl
En zoo leven er op dit oogenblik duizenden
in Engeland, die hunkeren naar den terugkeer,
maar die niet terugmogen, onder geen voor
wendsel! Zelfs naar Frankrijk kunnen ze niet,
want, naar 't schijnt, vreest men, dnt ze over
Zwitserland in België zouden geraken
Allen loopen met een reisverlof van het Bel
gisch konsulaat op zak. maar het is bun onmo
gelijk er de toestemming van bet Engelsch
sche volk, en dit moet voldoende zijn,®zeide
de heer Hoffman.
MEXICO.
Dc liandieten-bendcn van Villa.
Uit Douglas (Arizona in de Verecnigde Sta
ten) meldt Reuter, dat een bende van 200
„permit, office' op te krijgen. Dagelijks gaan aanhangers van Villa Vrijdagavond een aan-
zij in Londen de kans beproeven, vinden alle val heeft gedaan op Osborn-Hoeve, een spbor-
leugens uit om los te komen, zonder dat het wegknooppunt in Arizona. Er werd een Ame
ga at. Zoo ontstaan er wel een8 relletje» en in rikaan gedood; voorts hebben de bendeleden
„Earl's Court" te LondeD heeft men een huis, vea gastolen
waar honderden weerspannige Belgen moesten ^drons Amenkaansche cava lerie
worden gereed gehouden om Villa achterna
m opgesloten worden. j te zetten_
Verwenschingen sparen die menschen don
ook aan 't adres van de Engelschen nietl Er Bepjchten dpie Pegels.
zyn e<r, die zeifs wenschen, dat de Lhiitaohera
hen ginder zouden komen verlossen1 Zuid-Tyrol heeft opnieuw e n law.ne-
Onze zegsman beweerde ook, 8at onze land- onceh)k plaats gehad. Elf dooden en eenige
genooten niets meer voelen om nog te gaan Sponden z.jn reeds gevonden,
vechten. Hij kende een jongen, die zijn voeten De nieuw-benoemde Duitsche gezant in
met schuurpapier stuk wreef om niet naar 't Bulgarije Graaf Oberndorff, is 1.1. Vrijdag met
leger te moeten 1 De Belgische soldaten, die in flen Balkantrem te Sofia aangekomen.
Engeland komen uitrusten, schilderen 't leven Half Apri! zal een aantal Du.tsche Rijks-
ook af als een echte hel. Het zou meer dan eens dagafgevaardigden van alle partijen een stu-
gebeurd zijn, dat ze moesten honger lijden! direis naar Bulgarije en Macedonië maken.
hadden ze gezegd. Natuurlijk kan onze zegsman
hier wel wat al te snel veralgemeend hebben 1
Maar wij gelooven toch. dat hij ons de zuivere
waarheid vertelde. Daarvoor was zijn verhaal
De vroegere Montenegrijnschne minis
ter van oorlog, generaal Flameuac, is in Cet
tinje overleden. Hij was 102 jaar oud.
Rosika Schwimmer heeft zich uit de
te onopgesmukt en hij wist ook niet, dat liij voor Ford-conferentie teruggetrokken, tengevolge
de krant sprak! i oneeo'igheden.
Over de zeppelintockten wilden wij hem nog
wat vragen. Als er zeppelins over het graaf
schap Kent kwamen, moesten zij al de lichten
dooven. Hij had het maar ééns bijgewoond. De
mensclien durven dan in hun buizen niet te
blijvenzii kruipen met matrassen in de spoor
weg „undergrounds'' en blijven daar den cran-
scben nacht slapen. Dien keer hadden de bom
men veel vernield, maar of er miliaire schade
geweest was, dnt achtte bij zich niet in staat
tè beoordeel en.
De, Engelscbpn gelooven allen vast. dat dc
oorlog in Augustus zal gedaan zijn. vertelde hij'
ons nog, maar vtegdn hij er scbalkscb bij: ..ze
zeggen iet in welk jaar." Aan bun overwinning
twijfelen zij niet, maar van vechten houden zü
nochtans niet.
Hij had de Engelschen wel flegmatisch over
de anderen hooren spreken, maar zij spraken
nooit van zelf oprukken. Ook kon bij die lui i
maar niet te best lijden. Men vertelt in Enge- j
land ook wel sprookjes net als bier. Er zijn I
Japan heeft bij China geprotesteerd te
gen het fequireeren van Japansche schepen
voor 't troepen-vervoer voor den opstand.
In Portugeesche havens liggen ook Oos-
tenrijksche schepen. Deze zijn niet in beslag
genomen.
Majoor Fabris, de chef lor Italiaansche
militaire luchtvaart, die te Parijs vertoefde,
is daar plotseHna overleden.
Te Neu Köiln is een melk-lijtster die 40
pCt. water bij de melk had gedaan, tot 60 Mk.
boete of 20 dagen hechtenis veroordeeld.
Te Sofia heeft, men een cursus geopend
voor de Duitsche taal. Er hebbeu zich 150
deelnemers aangemeld.
Door het overstroomde lano.
Een gezelschap Noord-Hollandsche Sraten-
menschen. die Duitsche U-booten iq de Theems leden hebben Zaterdag daartoe door het pro-
gezien hebben, te Londen! Maar toch zijn ze vinciaal bestuur in staat gesteld, een uezoek
eerlijk meende onze zegsman weer naief
vergoelijkendze zeggen alle dagen hoeveel
dooden zü gehad hebben I.
ZWITSERLAND.
Dc neutraliteitsscliending van België en
Griekenland.
In den verderen loop der debatten over
de onzijdigheidspolitiek in den Zwitserschen
national en raad heeft Hoffman, de voorzitter
van het departement van buitenlandsche za-
gebracht. aan bet overstroomde gedeelte van
Noord-Holland's zuiderkwartier.
Achtereenvolgens werd de toestand te Buik
sloot, Broek-in-Waterland en te Monnikendam
in oogenschouw genomen.
Vandaar is te voet een wandeling onder
nomen naar de braak in den Katwouder Zee
dijk.
Na een bezoek aan.Edam en Kwadijk te
hebben gebracht, zou in laatstgenoemde plaats
de terugreis per spoor over Purmerend wor
den aanvaard.
MOEILIJKHEDEN IN DE CACAO-
INDUSTRIE.
We hebben ons gewend, (aldus het Hbld."
ken, in een groote redevoering de politiek v.an tot een der directeuren van „van Houten"i
de regeering verdedigd, en ©en en ander ge- Cacaofabrieken" te Weesp met de vraag oi'
zegd over de kwestie der Belgische neutrali-1 deze fabrieken naar bekend de grootste
teit en het standpunt dat Zwitserland dien- j van dien aard in'ons land door de moeilijk-
omtrent inneemt. .heden welke zich thans bij den aanvoer van
Hij zeide, dat, wanneer ééne partij ver- cacaoboonen voordoen, genoodzaakt zouden
langde, dat de bondsraad had moeien protes- bunnen zijn het bedrijf stop te zetten."
teren togon het schenden van de neutraliteit j „Ja," was het antwoord, „die mogelijkheid
van België, ook aan de andere partij genoeg-bestaat natuurlijk. Voorloopig kunnen we nog
doening had moeten gegeven worden en een voort. Maar als onze voorraad verwerkt is
protest had behooren te worden ingediend te- moeten we het bedrijf natuurlijk stop zetten."
gen het schenden der neutraliteit van een „Zullen dan de 1000 werklieden," mairnon,
vrouwen en meisjes worden ontslagen? Ook
degenen die in de neven bedrijven, tie kisten-
werkzaam
ander klein land.
Aan den Belgischen gezant is bij gelegen
heid van liet nieuwe jaar, de deelneming be- makerij, de bussenmakerïj" om
tuigd met het lot van België, van het Zwitser- zijn?"
I.
MOEDER EN KIND.
£en jaar geleden had ik hem uitgekozen
een vijftigtal andere jongens om mee te
*aan naar de missie. Hij kende zijn catechis-
p'oe op zijn duimpje, en ook zijn gedrag deed
^onderstellen dat van hem een goede
puisten te maken viel. Ofschoon Lombotto
f?.ser niet ou-der was dan 14 jaar, was hij
•''hui volwassen. De oudeie jongens noemden
„kameraad", want hij was sterk als een
en ook het kleinere grut mocht hem
*aarne, want hèn sloeg hij bijna nooit,
i 1'oen dan ook mijn bediende duidelijke
.^kenen van slaapziekte begon te vertoonen,
ik geen beteren opvolger voor hem te
dan Lombotto. Eenige weken daarna
^'"d bet geheele groepje gedoopt. Lombotto
j,'f-g den naam van Ivo. Den volgenden
j^h'gen werd er aan alle kanten afscheid ge-
"'en en trokken de nieuwgedoopten naar
dorpen terug. Ivo bleef alleen achter.
hoorde zijn laatste instructies aan zijn jon-
fen broer: „Zeg moeder goeien dag van
en dat ik over een paar dagen kom."
week later gingen we op Te is.
waren al vijf dagen op weg, toen Ivo
jne zei: „We zijn nog vóór zonsonder.
>u Bongilima". Hij bad den geheel en
pjpr ,al loopen springen en dwaas doen "uit
®n '""'L dat hij zijn dorp, zijn kameraden
>io,.'f|oral zijn moeder weer zou zien. Drie,
te (',,rPen van te voren was bij al begonnen
a'»>elen dat hij op komst was. Toen
®ëüv i k'.i bet dorp waren, schoot Ivo even
^ek Bosch in, om een hemd en een j
SIc j.: fian te trekken. Hij zou immers zijn
n-Z° 611 c*oeD 1n bet dorp, waaruit bij
i6 Vr.'.t l'an Bet gebruikelijke beestevelle- j
11 v!, ken.was. Mama stond midden op
.,\V,.i,ar eigen op te wachten.
hin<|r,liV?VerV M°nPer>" zei ze ben je daar
;utr j BB ben de moeder van Lombotto,
I. W0 i b
v' H VUn' aPzett«n z« gaven elkaar de
WOU hem op de gebruikelijke J
Minelzen, dooli Ivo schudde van neen I
en op haar handen wijzend zei hij: „roode
verf' en op zichzelf wijzend voegde hij erbij
„schoon hemd.''
Ik liet hem bij zijn moeder en ging door
naar bet huis van den Catechist, dat 'n paar
honderd meter verder gelegen was. Na een
tijdje kwam Ivo opdagen. Of zijn moeder
hem nu toch had mogen omhelzen, of dat bij
op zijn vaders bed had mogen ziten, of mis
schien tegen de palen van het ouderlijk huis
geleund had, weet ik niet, maar zijn nieuwe
hemd zat vol vlekken.
„Heb je het goed gehad bij je moeder, Ivo!"
Ivo grinnikte. „Nou, kijk maar eens," zei
hij op zijn buik wijzend.
Het wa6 avond. Ik zat in een kring van
jongens en meisjes te luisteren naar de we
derwaardigheden, die het dorp gedurende
mijn afwezigheid had beleefd. Op eens zie ik
een figuur, die, zwart op zwart, zich ondui
delijk afteekent tegen den achtergrond.
„Wie is datï"
De figuur antwoordt: ,,'k hen de moeder
van Lombotto."
„Kom er maar bij moeder, alia jongens,
laat moeder er door."* Misschien flatteerde
mijn walmende olielamp haar, want niette
genstaande dat verfrommelde hobbelige lijf,
die knokerige bêenen, dat leerachtige van
die vettige huid, leek ze me meer presentabel
dan in den vooravond. En toen ik er over
nadacht, zag ik het verschil. Zij had een
rood katoenen lap om de lendenen.
„Ei, ei, moeder, op je ouwe dag,ook nog
met de taode meedoen f"
„Van Lombotto gehad," zei ze droog.
Ze ging op haar hurken zitten. Ik begreep
dus dat ze wat te vertellen had.
„Nou moeder, en wat is er nouf"
„Er is niks," zei ze. „Ik kom je maar eens
opzoeken."
Ze wenkte Lombotto om naast haar te ko
men zitten. Lombotto had zijn hemd en zijn
broek weer uitgedaan, en een ouden lap om
geslagen en kwam dus naast haar zitten.
We praatten door, tot midden in een epan-
nend jachtverhaal van een der jongens de
vrouw het hoofd ophief en zei:
„Monper."
„Wel!"
Zij pakte haar zoon bij de hand en die wat
opti-llend om ze mij te toonen, sprak ze:
„Lombotto, mijn zoon, Lombotto, Vibo (ze
bedoelde Ivo).
„Zeker, moeder, jouw zoon is een beste
jongen."
„Neen, geen beste jongen,"
Ivo glimlachte.
„Wel, wat mankeert eraan t"
„Mijn zoon! Het is me de zoon wel. Haalt
hij ooit water voor mei Moet ik zelf niet
altijd bananen gaan plukken? Ligt er een
stukje hout in huis, zoo dik als mija pink,
dat hij gehakt heeft? Mijn zoon is een slecht
kind." Zij liet zijn hand los.
En ik. „Kom, kom, moeder," doch zij wil
de niet luisterenen ging voort:
„Gij zijt een goede blanke, ge staat den
jongen niet, sloegt ge hem maar, dan kwam
hij wel bij zijn moeder terug. Ben ik dan zijn
moeder niet? Neen, de Monper is zijn moe- i
der, de Monper hoeft hem voortgebracht, en
toen bij dé mazelen had, heeft de Monper i
hem verzorgd."
De jongens troostten haar: „Neen hoor, jij
bent zijn moeder, en jij hebt hem verzorgd,
toen hij de mazelen had."
Zij richt het hoofd op, als na -een openba
ring en jubelt:
„Ik ben zijn moeder, ik heb mijn jongen
terug."
Zij staat op en grijpt Ivo bij de hand als
om hem mee te nemen. Doch Ivo weert haar
lachend af en zegt: „Kun je denken, ben ik
dan nog een meLkkindje?"
Mama kijkt mij aan en zegt: „Het is fraai,
je brengt een jongen ter wereld, je wrijft
hem dagelijks in met olie en oker, je geeft
hem volop te eten en als hij groot genoeg
is, om je wat werk uit de handen te nemen,
dan gaat hij naar den Monper, en je ziet hem
niet meerHeb je hem vanmiddag gezien,
vraagt ze de omstanders, dien meneer met
dat kind en die broek aan. Thuis bij den
Mcnper heeft hij nog een kist vol mooie din
gen: een deken en twee borden en een vork
en een lepel en een pot om water'uit te drin
ken, en drie stukken zeep, en wel zee el ka
toen, en wat denken jelu» dat hb' voor zijn
moeder meebrengt?.... Nfc*
„En wat beb je daar dan om je lijf," vraagt
Ivo.
„Bedool je dit vodje," vraagt mama, op
haar lendendoek wijzend. Als de belasting
man komt, denk je dat ik hem daarmee kan
betalen?"
En ze doet het lapje af en gooit het Ivo
in zijn gezicht.
„Hef is de moeite waard. Hier heb je het
terug.""
„Hoeveel kom je tekort voor de belasting,
moeder?" vroeg ik.
„Hceveel ik te kort kom? Hoeveel heb ik
dan wel?"
„Hoeveel moet je betalen?"
„Hoeveel moet ik betalen? Hoeveel moeten
allo vrouwen betalen? Wel, twee frank!"
„Ivo," zei Ik tegen mijn jongen, geef je
moeder twee frank. Zij is toch je eigen moe
der."
„Twee frank?" zegt Ivo, hoe kom ik aan
twee frank?"
„Maar je hebt toch gisteren pas je maand
geld gehad, waar is dat dat?"
„Mijn maandgeld?" zegt Ivo, „maar beb ik
dan geen hemd gekocht en een bord en een
stuk zeep en een klos garen, en heb ik u dan
geen 50 centimes afbetaald op mijn broek?"
„Hij heeft het niet," zegt mama, mij kwa-
sie-onverschilig ankijkend.
Ik dacht na, lang en breed en diep, en toen
ik mama aankeek, zag ik haar niet te mas-
keeren overtuiging, dat zij het pleidooi ge
wonnen had.
„Moeder, zei ik, hier heb je twee frank."
Toen ze de twee frank in hnar hand voel
de, vroeg ze meewarig:
„Heb je ook een moeder in Europa?" En
op bet bevestigend antwoord: „Waarom ben
je dan weggeloopen? Goed voor de moeder
van een ander en loopt van zijn eigen moeder
weg. Wij zwarten begrijpen dat niet" En dan
ineens weer opgemonterd: „Hij mag toch wel
thuis komen slapen?"
„Natuurlijk!"
„Lombotto. Ga je mee?"
„Neen, zei Ivo. Ik kom dadelijk."
Ze nam een stuks hout-met-vuur om licht
te hebben, en tegen eventueele beesten ge
wapend te zijn en we boorden haar neuriën:
„moeder, moeder, wat 'n blanke. Ik vroeg
hem twee frank en hij gaf ze me. Om de be
lasting te betalen."
Het geluid stierf weg.
Ik stuurde de jongens naar huis en bleef
.nog wat mijmeren op mijn stoel. Ivo kwam
naar buiten en zei dat mijn bed in orde was,
jïk zei dat hij thuis kon gaan slapen en
wersckte hem goeden nacht. Hij drentelde
nog wat, ging dan vlak achter me staan en
zei: „Monper!"
„Ja?"
„Ik neb haar vanmiddag drie stukken stof
gegeven; een blauw, een met bloemen en het
roode dat zij aanhad. Toen begon ze te kla
gen en zei dat de belastingman binnen een
paar dagen zou komen, en dat ze niets had
om hem te betalen. En toen beb ik baar twee
frank gegeven. Ed toen zei mijn vader: Jon
gen, je moeder is goochemer dan jij- Snap je
dan niet, dnt ze de belasting al lang betaald
heeft?"
Ik keek een beetje sip, doch alles wel be
schouwd, was mijn ervaring misschien niet
te duur gekocht. Toch meende ik mün jongen
te moeten wijzen op bet verschil tusscEen
hem en zijn moeder. Hij katholiek, zijn moe
der heidin.
„Ivo, jongen, je hadt je moeder niet mo
gen helpen met die belastinggeschiedenis."
Ivo ging.
Den volgenden morgen kwam hij me de
twee frank terugbrengen. Hü had ze zijn
moeder afgenomen. Ik liet ze hem op staan-
den voet terugbrengen.
Toen we 's middags wegtrokken en weer
voorbij Ivo's woning kwamen, stond mama
omringd van een hall dozijn bewonderende
en waarschijnlijk in den buit gedeeld hebben
de buurvrouwen ons op te wachten. Haar
gezicht glom van pleizier. Ze omhelsde Ivo,
drukte hem op bet hart toch nooit den Mon
per in den steek te laten; ze nam ook van
mij allerhartelijkst afscheid en totdat we uit
bet gezicht verdwenen, bleef ze klagen: „Och,
inceder, daar gaat hij heen, die goeie man;
wanneer zal hij terugkomen?"
C. J. VAN TONGEREN.