WAT ANDEREN ZEGGEN
VRAGENBUS
RECHTSZAKEN.
UIT BEVER W K.
SCKAGEN EN ©M5TBEKEN
ingezonden.
;KESSELs&
de uitvoer van citroenen
m Hussti
EINDHOVEN
Adv,
Duitschers liet veroverden, maalden zij voor
Liet éérst persoonlijk kennis met een ouden
vriend uit de verte. Het kanon had van nen
zelfs reeds een naam gekregen en heette het
kanon van Conflans.
Met dit gesehut, waarvan de loop acht me
ter iang was, beschoten de Franschen sedeit
maanden onafgebroken het plaatsje Conflans,
dat hun als spoorwegstation een beschieting
waard leek' De afstand was niet gering, ach-
tiop. kilometer. Maar dat was voor het stuk
geen bezwaar. Sedert Augustus 1915 peperde
het dagelijk. een hoeveelheid in het onschul
dige plaatsje van den weg van Metz mar
Etain. Als de bediening goed in haar heumeur
was, vaak zelft honderd schoten per dag. in
Conflans was men er reeds aan gewoon.
Altijd dezelfde toon en hetzelfde kaliber. Men
wist precies hoe het monster er uit moest zien,
waaruit de granaten kwamen. De artilleristen
in bet bosck van Hainemont hadden echter
geen geluk. Meestal troffen zij niets en zeker
niet het station en dennaasten omtrek ervan.
Ofschoon de Duitschers wei ontdekt hadden,
:wa r het stuk stond, konden zij het niet tot
zwijger brengen. Nu zij' het hebben gezien, is
het 'ok begrijpelijk. De Franschen hadden
zich "buitengewone moeite gegeven om dezen
koLos hierheen te brengen. Dwars door het
bosch was een veidbuau aangelegd om het in
net dichtste kreupelhout te brengen. Zelfs nu
moesten onze gidsen nog goed uitkijken, om
het stuk niet mis te loopen in zijn schuilplaats.
Komt men aan het kanon, dan is er om heen
een Ojen plek, die de Duitsche granaten heb
ben gemaakt. De grond is geheel omgewoeld;
iii het middenpunt staat echter een kieine ves
ting. Het Jtanon stond in de diepte onder een
laag van drie en een halven meter beton. Op
c err gen afstand hadden de Franschen ballon-
kancLnen geplaatst in zorgvuldig gemetselde
putten, om de vliegers weg te houden. Daar
overheen waren takken gelegd en het geheele
toestel was draaibaar als het affuit van een
ballon-kanon. Het was voortreffelijk werk,
maar nog niets bij de kanonvesting vergele
ken. Hier wa- een. geheel systeem van onder
aardse vertrekken. Daarin stond het stuk
geborgen. Alleen bet uiteinde van den loop
kwam te voorschijn. Van uit den geweldigen
gwt flutstoren nwam men door slingerende
gangen van beton in de granaatkamer, waar
ook het schot geregeld werd. Men moest
daarvoor twintig trappen naar beneden. Hen
andt re trap liep naar de kardoezenbewaar-
plaats. Een derde, een vierde naar de verblij
ven vpor de marine-artilleristen, die het stuk
bedienden; evenals aan boord, sliepen zij in
hangmatten.
Dit ingewikkelde werk hadden dc Fran
schen niet kunnen afbreken, toen zij zich
naar de Cötes Lorraines terugtrokken. Alles
viel dén JPuitschers in handen. Den 25en Fe
bruari nog had het kanon vijftig schoten in
de richting van ConfLans gevuurd. Dat ,was
Sijn zwanenzang geweest. Den volgenden dag
jverd het verlaten.
HET ONDERWIJSVRAAGSTUK.
„Standaard" schrijft:
Blijkbaar ergert men er zich in het Linksehe
Salet gedurig aan, dat de partijen van Rechts
niet op stel en sprong gereed staan, om, als ze
jnaar 't lieve geld voor de school binnenkrijgen,
in zake het Kiesrecht zich te laten villen.
Let er nu wel op, hoe 't in dit Linksche salet
toegaat. Ge vindt daar achteraf achter de
fauteuils nog enkele vriendelijke mannen van
't oude slag staan, die grif en gul bereid zijn,
pin in zake het onderwijs een eind aan de vroe
gere ongerechtigheid te maken, en te erkennen,
dat ze Rechts miskend en benadeeld hebben.
Maar in de fauteuils zitten thans heel andere
gestalten. Eerdmans, Otto, Kappeyne van de
Poppello, en wie niet al.
En die heeTen redeneeren nu geheel anders.
Zij toch komen er voor uit, dat ze nu gelde»
lijk, zeer tegen heug en meug, iets aan de
pijzondere School zullen toegeven, mits zoo,
dat de Openbare School toch altoos regel kan
blijven, en er straks weer geheel hoven opkomt.
Vandaar dat zij zich, zoo niets ontziend, aan
het kiesrecht-probleem vastklemmen.
Goed, denken deze heeren, we zullen dan nu
beginnen met iets toe te geven, maar alleen op
beding, dat 't Algemeene Kiesrecht ons straks
onbetwist en onverdeeld tot heer en meester
in heel het land make, en dit wel zóó, dat Rechts
dan eens en voor goed ridder te voet wordt, en
.wij 't in onze macht hebben, om straks aan de
mannen van Rechts, die dan machteloos tegen
over ons zullen staan, politiek mores te leeren.
Een man als Roodhuyzen doet daar niet aan
mee. Voor een deel ook Gort van der Linden
niet. Maar dat zijn uitzonderingen. De fine
fleur van de Radicalen, die de toekomst beheer-
sohen willen, denken zoo wel.
En hierin nu juist schuilt ook voor de Anti-
revolutionnaire partij het maar al te groote ge
vaar.
Worden we nu door een lief geldbeursje zoet
gemaakt, en helpt nu dat lieve geld er aan
mede, om door het Algemeen Stemrecht de
Radicalen in. de macht te bréngen, dan maken
deze heeren zich nu reeds op, om ons straks hun
overmacht te doen gevoelen.
De Grondwet zullen ze dan voorshands nog
wel niet aantasten.
O, neen, daar raken en roeren ze dan
voorsbands niet aan.
Maar die Concept-wetten, die nu staan te
komen I Aan die Concepten zal nu alles hangen.
Daarin zal alle Staatsmacht gedeponeerd wor
den. En die Concept-welten, wacht 't maar af,
zullen nu reeds naar Links overhellen. Maar
sterker nog, na korte poos zullen ze op de opera
tietafel gaan.
En is Links dan radioaal baas in. heel 't lpnd,
wacht dan maar af, waar 't met uw Bijzondere
School heengaat.
Om recht zou 'f gaan.
Maar dan. moest ook met ons recht finaal
kunnen worden afgerekend, evenals zij wen-
schen dat 't met hun stemrecht zal gaan.
Zooals 't nu staat, daarentegen, eischen ze
van ons dat wij hun ten volle wat zij recht noe
men, zullen geven. En dan krijgen wij daarvoor
slechts half, van wat voor ons 't recht is, in de
plaats.
Is dit nu een ruil dien men Rechts voetstoots,
en wel op 't stuk van beginselen, kan aangaan?
Zfj heel, wij half!
V r. Kunt u mij ook zeggen of Nederland een
eigen telegrafische verbinding met Engeland
heeft en zoo ja,waar deze verbindingen bestaan?
Antw. Nederland had (zooals u zult weten
was zij dezer dagen verbroken) telegrafische ver
binding met Engeland door middel van drie
kabels, elk van vier draden. Alle deze hebben
in Holland hun eindpunt, te Zandvoort; twee er
van eindigen in Engeland te Lowestoft en de
andere te Denacre bij Lowestoft.
V r. Wanneer moet Roode en Witte kool ge
zaaid worden
Antw. In de laatste helft van April. Met
Juni of Juli kunnen zij dan worden uitgeplant.
V r. Kunt u mij ook een verklaring geven van
„de doos van Pandora", een gangbare uitdruk
king?
Antw. Pandora is bekend uit de mythologie
Pandora, d. i., die door ailen met geschenken be
giftigd is, verkreeg van Zeus, heer van het Go
denrijk een doos waarin alle ongelukken waren
opgesloten. Toen deze doos uit nieuwsgierigheid
geopend werd, kwamen daaruit alle rampen en
ziekten te voorschijn. Voordat echter ook de Hoop
er uit kon ontsnappen sloot Pandora het deksel,
en van daar dat te midden van tegenspoeden en
ongelukken, den menschen nog de hoop over
blijft.
Aldus de legende.
V r. Van A. L. te H.
Antw. Wendt u tot het bureau van consulta
tie, dat eiken Vrijdagmiddag, half twee, zitting
houdt in het Paleis van Justitie aan de Jans
straat, alhier. Consult gratis. U kunt zich ook
met uw klacht wenden tot den heer officier van
Justitie bij de Arrondissements- Rechtbank al
hier.
V r. Hoe groot is de verjaringstermijn van cou
pons en afiosbare stukken, hier en in het Bui
tenland?
Antw. Bij ons is de verjaringstermijn voor
coupons 5 jaar; voor afiosbare stukken 30 jaar.
In het Buitenland gelden verschillende bepalin
gen; maar de geldigheidsduur is minstens eenige
jaren.
V r. "Wat wordt eigenlijk door de wet onder
sterken drank verstaan?
Antw. De wet geeft geen omschrijving van
wat onder sterken drank is te verstaan. In elk
bijzonder geval zal door den rechter de vraag,
zoo noodig, worden beantwoord.
V r. Kunt u mij ook zeggen wie de kosten van
begraving draagt van uit zee aangespoelde
lijken
Antw. Zoo noodig, het rijk. Tot bestrijding
van deze kosten mag gebruik worden gemaakt
van de bij het lijk gevonden goederen en gelden.
V r. Kunnen honden medegenomen worden in
den trein als bagage?
Antw. Voor honden die men als bagage
wenscht te vervoeren, moet de prijs van een enke
le reiskaart 3e klasse betaald worden.
V r. Wij hadden een loopjongen. Deze werd
Maandag ziek en wel in dien aard dat de jon
gen voorloopig niet kan werken en wij ons dus
van een anderen jongen moesten voorzien. Op
hoeveel salaris heeft eerstgenoemde recht?
Antw. Op veertien dagen.
V r. Ik ben van de Landstorm jaarklasse
1911. Ik ben goedgekeurd, wordt mij nu nog'de
vrijheid verleend om naar Amerika te gaan?
Zoo ja, tot hoe lang dan nog?
Antw. De landstormplichtigen, die op het
oogenblik van indiensttreding in Amerika zijn,
worden zoolang zij daar vertoeven, nog niet voor
den dienst opgeroepen.
Vr. Over toeziende voogdij.
Antw. De verplichtingen van den toezienden
voogd bestaan in het waarnemen der belangen
van den minderjarige, wanneer dezelve in strijd
zijn met die van den voogd. Hij is op straffe van
vergoeding van kosten, schaden en interesten
verplicht toe te zien dat de voogd(es) aan zijne
(hare) verplichtingen voldoet door het stellen
van hypotheek of door dezelve, zoo daartoe ter
men bestaan, aan te vullen, welke hypotheek ge
stort wordt door den voogd, tot zekerheid van zijn
beheer en tot een bedrag, geëvenredigd aan de
geldsom onder het beheer van den voogd. Kunt
u het niet eens' worden met de voogdes, wendt u
dan tot den kantonrechter.
V r. Ik ben ingedeeld bij de eerste comp. wiel
rijders te Nieuwersluis, militielichting 1916.
Wanneer moet ik opkomen
Antw. Nog niets van bekend.
V r. van L. P. v. D. te N.
Antw. Als u weer als landweerman in dienst
gaat, wordt de vergoeding door den burgemees
ter opnieuw vastgesteld.
Ongeteekende vragen worden niet beantwoord.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re
dactie zich niet aansprakelijk.
GELUKKIG VERBODEN 111
Hoerahl Hoerah! het is bereikt
De uitvoer, van citroenen.
De groote man, die 't heeft bewerkt,
Is een ventje om te zoenen.
Lang reeds geen eitje meer bij 't brood
Het piakkie vleesch wordt dunner
En vraag je een plakje vette kaas.
Moederlief lacht glunder.
,Ze paait, je bent een lieve vent,
Ik zou 't je zoo graag gunnen
Maar do halve week is nog pas om
En 't huishoudgeld gaat dunnen.
Wij leven nog wel niet in nood
Al wordt ons kostje kaler,
Nog smakelijk is ons oorlogsbrood
En 't kost nog lang geen daalder
Maar een eitje 1.... zie daar hou ik van
Ook vrouwke lief kan ik paaien
Met een lekker eitje in de pan,
Maar nou is 't voor de haaien.
Ze boren ze den kelder in,
Ze laten ze uitvoeren
Op welke wijze of ze gaan
Je kunt er scheel naar loeren.
Een zuur gezicht! geen ei op 't brood 1
Het is met recht lauw ioenen.
De heeren zeggen in den Haag;
Eet nou goedkoop citroenen!!
A. F. SCHAARS.
DIEFSTALLEN BIJ DE MENAGE.
In den loop van dezen winter merkte een der
officieren van het oejx^kbataljon der brigade
grenadiers en jagers, de le luitenant Sch., dienst
doende ais kapitein van piket in de Oranje
kazerne te Den Haag op, dat in verschillende
soldatenkeukens de porties vleesch bijzonder klein
waren.
Een onderzoek bracht aan het licht, dat er
diefstallen door militairen gepleegd werden ten
nadeele van het Rijk en waardoor de manschap
pen in hun voeding werden te kort gedaan.
Ten gevolge van dat onderzoek heeft de Haag-
sche Krijgsraad den milicien der grenadiers,
J M. A. R., wegens diefstal van een mergpijp
veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf met
aftrek der preventieve hechtenis van 12 Februari
tot 15 Maart jl.
Bij het getuigenverhoor verklaarde de luite
nant Sch., dat hem gebleken was dat er in de
keuken waarin beklaagde werkzaam was, veel
'vleesch gestolen moest wezen omdat de porties
vleesch zoo klein waren.
Hierna stonden terecht A. v. V. en J. v. L.,
miliciens der grenadiers ~en J- D. P. en K. d. V.,
miliciens der jagers, a |m werkzaam geweest als
kok of bijkok in een der keukens in de Oranje
kazerne. Aan allen was ten laste gelegd diefstal
van vleesch uit de menage
Allen bekenden. In de kist van de eerste bekl.
werd gevonden een hoeveelheid van ongeveer
18 K.G. Deze en de tweede bekl, gaven op dat
dit vleesch door hen verkocht werd aan een lood
gieter in Den Haag, met wien de eerste kennis
gemaakt had in een café Zij kregen 40 cent per
P°De derde bekl. is in het bezit gevonden van
een stukje van een paar kilo. Volgens zijn zeggen
wilde hij dit geven aan arme vrouwen, die aan
het hek staan om overgeschoten eten te halen.
De vierde beklaagde, die eveneens in het bezit
bevonden werd van een stuk vleesch vap een
paar kilo; gaf op, dat hij het had weggenomen
om het aan de arme moecter van een kameraad
te geven.
Als getuige werd gehoord de le luitenant Sch.
Hierbij bleek, dat wegens het onvoldoend hou
den van toezicht in de keuken, een onderofficier
reeds gedegradeerd was
De Krijgsraad veroordeelde den eersten en den
tweeden bekl., overeenkomstig den eisch, tot 5
maanden gevangenisstraf, den derden bekl. tot 2
maanden en den vierden tot 3 maanden gevan
genisstraf.
Verder stond terecht de landweer-infanterist
van het depot-bataljon der grenadiers en jagers,
J. L. B., aan wien ten laste gelegd was, het
voordeel trekken uit de opbrengst van gestolen
vleesch, terwijl hij als bijkok dienst deed in de
keuken.
Hem werd 4 maanden gevangenisstraf opge
legd.
Van een doodgestoken St. Bcmardshond.
Voor dc Vierde Kamer der Rechtbank te
Amsterdam stond terecht een 45-jarige kleer
maker, wonende op de Heerengracht ho. 277
huis, aldaar wegens het dooden of het mishan
delen van eens anders dier, toebehoorende aan
zijn buurman, een 49-jarigen diamantbewerker,
wenende Heerengracht 307.
De eigenaar van het dier, een 3-jarigen St.
Bernardshond, stelde zich civiele partij. Hij
vroeg een schadevergoeding van 150 voor het
dier, dat volgens den veearts een handelswaar
de van 300 had. Hij had den hond, toen deze
zes weken oud was, voor 45 gekocht. Het dier
behaalde, volgens hem, verschillende prijzen op
tentoonstellingen. Een heer bood hem er een
half jaar geleden 250 voor en op een tentoon
stelling in Den Haag wilde men hem er 175
voor geven. Getuige wilde het dier echter niet
kwijt.'
De beklaagde, die betwistte dat de hond zulk
een hooge waarde had als de getuige voorgaf,
bekende, dat hij i,n den namiddag van 9 Febr.
den hond heeft opgewacht; toen deze door den
eigenaar werd uitgelaten. Voor het perceel
Heerengracht 371 heeft hij toen zijn dolkmes
getrokken en het dier rechts in den buik ge
stoken, met het doel het dier te dooden. Be
klaagde is daarop naar het politiebureau ge
gaan om aangifte te doen.
De hond was na het ontvangen van den dolk
steek nog een paar meters verder geloopen
daarop zakte het dier in elkaar en stierf.
Beklaagde vertelde tot deze daad gekomen te
zijn, omdat zijn vrouw, tot tweemalen toe door
den hond is aangevallen. Hij is eigenaar van
een foxterrier, waarop de St. Bernard gebeten
was, omdat het dier er herhaaldelijk tegen op
gehitst werd. Half Januari 1915, toen beklaag
de's vrouw de fox-terrier uitliet, smeet de St.
Bernard beklaagde's vrouw tegen den -grond,
zoodat haar lichaam bont en blauw zag, en ook
ontving ze bij die gelegenheid een beet in de
knie. De fox-terrier werd ook aangevallen en
kreeg verschillende beten in het lichaam. Be
klaagde is daarop bij de politie in de Molsteeg
gaan klagen.
Niettemin werd de hond later door het
dienstmeisje van den eigenaar herhaaldelijk
langs beklaagde's woning geleid, en hij de deur
hitste het dienstmeisje den hond dan tegen den
fox-terrier op. Beklaagde heeft daarop den
eigenaar van dén. St. ÏJernard aangesproken
en "hem g-ezegd. dat als zijn vrouw weer door
den hond zou worden aangevallen, bij het dier
zou dooden. Eenige maanden heeft bëidaagde
toen geen last meer van het dier gehad, maar
op 5 Februari werd beklaagde's vrouw weder-
om door den St. Bernard aangevallen.
Hij hooide zijn vrouw vreeselijk gillen en
buiten gekomen, zag hij zijn vrouw op den
grond liggen en den St. Bernard op haar. Bekl.
sleurde toen den hond, dien hij bij de keel greep,
van het lichaam van zijn vrouw af, sleepte het
dier naar den walkant en wierp het in het
water. De politie heeft daarop verordend, dat
de St. Bernard niet meer los mocht loopen.
Toch kwam de hond weer los langs beklaag
de's woning. In wanhoop, om het leven van
zijn vrouw te beveiligen, heeft hij toen den
hond doodgestoken.
De diamantbewerker, eigenaar van den St.
Bernard, schilderde het dier af als een speelsch,
zacht moedig dier. Als het den foxterrier, een
vreeselijken keffer, zag, ging het er op af, wat
honden eigen is, niet om het diertje kwaad te
doen, doch uit speelschhéid. Daarover ontstond
het spektakel. En eens voegde beklaagde hem
toe; „als je weer voorbij komt met den hond,
steek ik den hond dood en jou er bij." „Ik zal
loopen waar ik wil," had getuige daarop ge
antwoord.
Getuige heeft geen aangifte gedaan van het
feit, dat beklaagde zijn hond in het water
gooide, omdat het dier geen letsel gekregen
had. Muilbanden hoefde getuige den St. Ber
nard niet, omdat het dier veel te zachtzinnig
was. Getuige ontkent, dat hij of zijn personeel
den St; Bernard opgehitst hebben.
.Zes getuigen decharge werden gehoord. Zij
bevestigden in hoofdzaak de lezing die hé*
klaagde van het voorgevallene gaf.
Het O. M., mr. Jorrisen, achtte de feiten be
wezen en ook strafbaar. Noodweer is hier bui
tengesloten. Toch acht spreker het begrijpelijk,
dat beklaagde in een toestand van zenuwachtig
heid geraakte en, geen kans ziende om van den
hond af te komen, tot de gewelddaad overging.
Beklaagde is echter z. i. strafbaar. Eisch: 1
boete of één dag hechtenis.
Centrale Politieke Propagandabond.
Bovengenoemde bond hield gisterenavond
in het gebouw der K. S. A. aiiuer, eene alge.
meene vergadering, ten einde de verschillende
punten, welke op de vorige vergadering bleven
liggen, af te werken.
Uit de mededeelingen bleek dat de
heeren Mr. Bomans, F. Schiphorst en J. Boden-
staff zich bereid hadden verklaard in de Pers-
Commissie zitting te nemen.
Bericht tot definitieve aansluiting by den
Bond was ontvangen van de Propagandaclubs
te Haarlemmerliede, Schoten, Uitgeest, Sant
poort. Heemskerk, Bloemendaal en Beverwijk.
Talrijke opgaven werden nog dezer dagen
verwacht.
Uit een schrijven van mr. Bomans vernamen
we dat een goed propagandisten-vriend een be
drag van 25 beschikbaar stelde voor de Pers-
Commissie, 5 voor den Bond en 15 voor de
Propagandaclub te Schoten, welke mededeeling
met groote ingenomenheid werd ontvangen.
Ook de afd. Schoten stelde 10 beschikbaar,
zoodat, wat het financieele betreft de Bond een
goed begin heeft.
Als bestuursleden werden gekozen, de heeren:
W. J. Knape, voorzitter; W. H. Dubelaar,
secretaris: J. v. Zutphen, le penningmeester, C.
J. Alders, 2e secretaris en O. J. Miermnns, 2e
penningmeester. f,adat de nieuw gekozen voor
zitter namens het bestuur den kraehtigen steun
van alle aangesloten afdeelingen heeft ingeroe
pen, besprak hij de noodzakelijkheid van een
periodiek propagandablad, waaromtrent te*
gelegener tijd, de meening der afdeelingen zal
gevraagd worden.
De heer Miermans werd als toegevoegd lid dei
Pers-Commissie aangewezen, terwijl het be
stuur der Centrale Kiesvereeniging zal worden
uitgenoodigd eveneens een lid daarin te benoe
men. Nadat de vergadering het bestuur had ge
machtigd in overleg met de Centrale een pro
gram van actie samen te stellen, sloot de voor
zitter deze vruchtbare vergadering op de ge
bruikelijke wijze.
Do Boerenleenbank. Op de vergadering
der Coöperatieve Boerenleenbank bleek.dat
de omzet bedroeg f 564969.55 en de winst'
f 354.27. In liet reservefonds gestprt, zal
de winst het fonds doen stijgen totf 1658.75.
Vorig jaar steeg de schuld bij de Centrale
einde April tot f 661O0, dit jaar bereikt©
het tegoed begin Nov. f 113600.
Aan depo i o's werd ontvangen f 184666 o6,
terugbetaald f 111047.32. Op 31 December
in depot f 141708.07. Aan voorschotten i*
in 1915 verstrekt f 44300, afgelost f 55885,
Op 31 December uitstaande f 41330. In Re
kening Courant ontvangen van leden de som
van f 119997.17., van de Centrale Bank
f 182864.87i/a.
In Rek. Courant uitgegeven aan de leden
f 129142.11, aan Centrale Bank f397604.57.
Op 31 Pee. tegoed in Rekening Courant
van leden f 30735.61, van Centrale Bank
f 75674.30. Op 31 December schuld in Re
kening Courant aan leden f 11665.51.
De rekening en verantwoording werd
goedgekeurd. Als bestuurslid werd geto^i»
de heer A. Grootes te Sckagen.
Marktoverzicht, Alweer een groote aan
voer van slachtvee. Voor het fonds noteer
den wij 180 stuks. Met een willige markt
liepen de prijzen tot 55 cent. Wij hadden
reeds voor den lieer J. Blaauboer, Barain»
gerhorn, een prijs van f 440 opgeschreven,
toen hij geslagen werd door den heer J.
Stammes, Nieuwe Niedorp, met twee koelen
van f 450 en f 460. Baas boven baas.
De flinke laag geldekoeien, waarvan me
nig exemplaar onder de vette is verdwaald/
getuigde, dat de maand der groote voor-
jaarsmarkteu nabij is. Melk- en kalfkoeiea,
ook met toenemonden aanvoer, waren trek
kend. Nuchtere kalveren,met vluggen handeL
liepen tot f 35. Overhouders worden bij den
dag duurder. Voor de beste kwaliteit werd
f 52 betaald; een reuzenprijs. Vette varkens
waren het opnemen niet waard. Biggen, wil
lig, met een weekprijs van f 1.90—2.40. Eie
ren, trots den grooten aanvoer, waren vlug
met een prijsverhooging tot 8 cent. Bote*
10 cent lager.
Percy Walford dronk langzaam zijn glas
/uit ten einde tijd te winnen om te overleggey.
Hij was er thans van overtuigd, dat hij een
■belangrijk geheim omtrent Lionel op het
spoor was gekomen. Zijn hart klopte zoo vroo.
lü'k, alsof zijn rijke oom en zijn talrijke nerven
eri nichten plotseling het tijdelijke met het
eeuwige verwisseld en hem tot hun eenigen
erfgenaam hadden gemaakt. Maar hoe zou hij
op de beste wijze van de ontdekking partij
trekken? Dat was de vraag.
„Wanneer ik deze vrouw vertel, wat ik
weet, zal zij natuurlijk direct naar hem toe
gaan om haar rechten te doen gelden en Ha
milton zal haar voor de keuze stellen, of zich
zelf en hem te ruineeren, of met een som
gelds naar Amerika terug te keeren," dacht
/Walford, die van de menschen in 't algemeen
al te hooge gedachten had. „Daartoe mag het
niet komen." In de volgende seconde stond'
zijn besluit vast. Met de belangen der actrice
hield dit besluit in bet minst geen rekening.
.Misschien is hij de rechte, misschien ook
niet." zei hij. „Ik had er geen vermoeden van,
dat mijn vriend getrouwd was. Ik stel belang
in u miss en ik wil n gaarne helpen, als
Ik kan. Ia zal trachten inlichtingen te he
komen en wanneer mijn vriend werkelijk nw
tochtgenoot is zal ik u direct daarvan op de
hoogte stellen. Hoe is uw adres?"
„Op dit oogenblik woon ik in Balham. Het
is een ellendige negerij, maar men moet zui
nig zijn! Ik heb een engagement, aangegaan
met een theater aldaar en was juist op weg
daarheen."
Onwillekeurig was hun gesprek op fluis
terenden toon gevoerd. De overigen schert
sten en lachten en bekommerden zich niet
om het intieme onderhoud, dat miss Bolero
met den vreemden heer scheen te hebben.
„Ik zal u niet langer dan noodig is in on
zekerheid laten," beloofde Walford. .Mis
schien zult u reeds morgen van mij hooren.
U hebt misschien uw doopceel hij de hand?
U zond daar nuttig gebruik van kunnen ma
ken."
„Heeft hij zich dan met zijn familie ver
zoend?" vroeg miss Bolero belangstellend.
„Wie zijn bloedverwanten? Vertel eens iets
van hen."
Dit paste echter niet in het plan van Wal
ford. Hij zelf wilde de hom in het vijandelijk
kamp slingeren.
„Ja, hij verblijft hij zijn familie en heeft
een prachtige positie," antwoordde hij ont
wijkend. „Maar per slot van rekening weten
we toch nog niet, of hij werkelijk uw echt
genoot is. In nw plaats zou ik me nog maar
geen illusie's maken.
Op dit oogen stond de andere actrice op.
Zij had een afspraak in öharing Oross en
miss Bolero zou haar vergezellen. Bij deze
scheen tengevolge van Percy's laatste woor
den de twüfel te ontwaken.
„U zal hem toch niet voor mij waarschu
wen, niet waar?" vroeg z'i- „Gij, mannen,
trekt altijd één lijn."
„U kan er van verzekerd zijn, dat ik Mets
zal doen, dat tegen uwe belangen kan zijn,"
verzekerde de huichelaar.
Innerlijk lachend nam Percy eenige oogen-
blikken later in een auto naar het station.
Hij voelde een boosaardige vreugde in zich,
als hij dacht aan bet ordinaire voorkomen
van miss Bolero, haar opzichtig toilet, haar
luide stem, haar taliooze vergrijpen tegen de
wellevendheid gedurende het half uur, waar
in hij met haar had gesproken. Welk eer
prachtige schoondoo bter voor den ouden
trotskop sir Elliot! WeJk een slag voor Au-
ny,'dat hoogmoedige, fijn beschaafde meisje,
wanneer zij ontdekte, dat een tooneelspeel-
ster van den vierden rang vóór haar reeds
het hart van den mooien kleinzoon vero verd
had! Hoe zoet zou de wrake zijn! In het voor
gevoel van geluk zulk een sensationeel
nieuwtje naar Vendover Hall te kunnen
brengen, vergat hij zijn geldelijke zorgen.
Nog heden wilde hij de hom doen springen 1
Toen de trein hem aan het kleine, lande
lijke station had gebracht, begaf hij zich di
rect op weg naar het huiten van sir Elliot.
Het was een meevallertje, dat zich niemand
in den tuin voor het huis bevond, want nu
kon hij onbemerkt het huis bereiken.
„Tk sir Elliot thuis?" yroeg hij aan den
huisknecht, die opende en toen deze bevesti
gend antwoordde, ging hij voort: „Wil u hem
zeggen, dat ik hem voor een gewiehtigeaan-
gelegenbeid even zou willen spreken!
„Jawel, meneer."
De huisknecht bracht hem in een klein sa
lon en Percy liep glimlachend heen en weer,
in gedachten nog eenmaal zijn toespraak
repeteerend. Lang behoefde hij niet te wach
ten. Met een waardige uitdrukking op het
gelaat trad sir Elliot binnen.
„Waaraan dank ik de eer, meneer Wal
ford?" 4 v
Walford keek hem met zijn zuur-zioet glim
lachje brutaal in "de oogen.
„Ik dank u voor dit hoffelijke woord, me
neer, want ik weet, dat het u moeite heeft
gekost. Ik heb helaas het ongeluk gehad u
te beleedigen, maar de afkeer is' niet weder-
keerig, ik ben in tegendeel bezield met de
beste gevoelens jegens n. Ik hoorde vandaag
toevallig iets, dat u bijzonder moet mteres-
seeren en ik houd het voor mijn dure plicht
u daarmee in kennis te stellen, hoezeer mü
zulks ook tegen de borst stuit.
Hij hield een oogenblik op om nog meer
gewicht te verleenen aan zijn woorden Eir
Elliot verbrak echter spoedig het zwijgen en
viel in scherpen toon uit: „Wat moet die
lange inleiding beteekenen, meneer? Ik be
grijp n heelemaal niet."
Nu hief Percy het hoofd zoo hoog moge
lijk op en zei op plechtigen toon:
„Meneer Hamilton, uw kleinzoon Lionel is
een getrouwd man."
Dit onverwachte antwoord had dezelfde
uitwerking op sir Elliot aks een hevige vuist
slag zon hebben gehad. Zijn gezicht werd
donkerrood, de aderen aan zijn slapen zwol
len en zijn vuisten balden zich.
„Dat is ©en leugen," riep hij uit, „een
boosaardige leugen, door u uitgedacht in uw
eigen belang. Ik geloof er geen woord van.
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Zelfs Percy Walford hield er niet van zich
een leugenaar te hooren noemen. Het glim
lachje op zijn aangezicht verdween. Dan, hy
was een weinig voorbereid op dezen uitval,
want van te voren had hij er zich van ver
zekerd gehouden, dat sir Elliot de zaak niet
onverschillig zou opnemen. Dat zou zelfs
heelemaal niet naar Perey's zin zijn geweest
Bovendien was hij zoo zeker van zijn zaak,
dat hij kalm kon blijven.
„Het is dan van zelf sprekend, dat n myn
woorden niet zoo maar aanneemt," zeide bü
gelaten, „ik rekende daarop. Ik kan u ®v®®£
wel zeggen, dat hij voor vijf jaren werkelyk
getrouwd is in Amerika en dat hij
eenige maanden weer scheidde en wei te ban
Francis,»." fWordt