NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT ótjmjLM DE VtLSCHE EIFGEHMI KARPETTEN P. J. JANSSEN, Het Retraitenhuis te Noord- wijkerhout. DE OORLOG ROND DE LITURGIE ^neggang, hoek Warmoesstraat. FEUILLETON GROOTSTE sorteering LAAGSTE PRIJZEN. BIJ JDORLOGS^ALLERLE I Het Retraitenhuis ie Noordwijkerhout, St. Clemensituis het eerste huis van dien aard in liet Haarlemsche Bisdom, gaat met ingang van heden. 1 April, in beheer over aan het „Liefdewerk der gesloten retraiten in het Bisdom Haarlem". Het Hoofdbestuur van dit Liefdewerk heeft dit per circulaire aan de ZeerEerw. Heeren Be stuursleden der afdeelingen kenbaar^ gemaakt, waarin o. m. het volgende wordt medegedeeld: „Sinds Juli 1910 hebben de Eerw. Paters Redemptoristen met grooten ijver en volle toe wijding de gesloten Retraiten in het-Si. Clemens- huis te Noordwijkerhout geleid. Van af 1 April a- s. echter wordt het Retraitenhuis te Noord wijkerhout evenals ook geschiedt in het Retrai tenhuis voor vrouwen te Rotterdam tot het geven van gesloten retraiten voor mannen open gesteld voor alle priesters, reguliere zoowel als seculiere, die de nooaige machtiging der gees telijke overheid daartoe bezitten en aan de door het Hoofdbestuur te stellen voorwaarden vol doen. „Tot gedelegeerde var. het Hoofdbestuur voor het Retraitenhuis te Noordwijkerhout is met ingang van 1 April a. s. aangesteld de Zeer Eerw Heer E. 11. Rijkenberg, rector van het St. Bavo-Gesticht te Noordwijkerhout, die deze benoeming wel heeft willen aanvaarden, „Bij deze mededeelingen past een woord van diepgevoelden dank en hulde aan de Congr. der Eerw. Paters Redemptoristen en in het bijzonder aan de WelEerw. Paters A M. Philippona en H. van Driel, die bijna alle retraiten vanaf de opening van het St. Clemenshuis tot nu toe geleid hebben en do^ hunnen buitengewonen ijver het werk der gesloten retraiten bij velen beter hebben doen kennen en hoogachten." Het dunkt ons nuttig, deze mededeelingen ook in ruimer kring bekend te maken. Het werk der gesloten retraiten breidt zich voortdurend verder en krachtiger uit. en nu het Hoofdbestuur van het Liefdewerk op zoo prac- tisch-georganiseerde wijze de regeling der Re traiten aanvangt, is het noodzakelijk dat ook onze Katholieken volledig van de groote verandering die in het beheer van het St. Clemenshuis is ge komen, op de hoogte zijn. Irouwens: in elke parochiekerk zal voortaan, door de goede zorgen van het Hoofdbestuur, het rooster der retraiten (dat ook in de katholieke maden wordt afgedrukt) worden opgehangen. .Voortaan zal dus het St. Clemenshuis te Noordwijkerhout alleen dienen voor inannen-re- traiten, de vrouwen hebben hun eigen retrai tenhuis te Rotterdam (Huis Thabor), waarvoor de Z.Eerw. Heer van Reijsen de* gedelegeerde is. Hopen wij, dat Katholieken van het Haarlem sche Diocees, gehoor gevende aan den zoo uit- drukkelijk-uitgesproken wensch van onzen Hoog- waardigen Bisschop in Diens laatste Herderlijk schrijven, in grooten getale en uit alle parochies op zullen gaan naar de retraitenhuizen, om in de eenzaamheid er. het gebed de kracht en de hulp van boven te vinden die vooral in .deze ern stige dagen den Katholiek onmisbaar zijn Een basis voor duikbooten? dichten uit Athene in de „Times" maken ®ehling. van merkwaardige gebeurtenissen op l'6t,a. Zij spreken van een ontdekking door Fransch oorlogsschip gedaan, bij een bezoek Kreta. Toen het schip aan de kust kwam, w®rd een afdeeling aan land gestuurd, die nabijheid van Kandia in een particulieren Winkel een hoeveelheid petroleum, een zeekaart en twee kisten ontdekte, met een opschrift in bet Duitsch. Bij nader onderzoek bleek, dat een man, die beschreven wordt als waarschijnlijk te behoo- ren tot den Engelsehen consulairen dienst, aan den Duitschen consul te Kandia zou hebben aangeboden voorraden te leveren voor Duitsche duikbooten tegen een „voorschot" van 49 pd. st. Le Engelsche agent werd als spion beschouwd en door de Grieksche autoriteiten gearres teerd Adv. 4014 ■BB Daarop verachenen vijf oorlogsschepen der geallieerden voor Kandia en eisehten de in vrijheidstelling van den man en de arrestatie van den Duitschen consul. Dit werd door den Gi'ieksohen prefect, na gedachten wisseling met do regeering te Athene, geweigerd. De gealli eerden verklaarden daarop de kust van Kan dia geblokkeerd en weigerden schepen vergun ning te geven, om de haven te verlaten of bin nen te vallen. De Duitsche consul vertrok nu naar Mesara, aan de andere zijde van het ei land. Later kwamen nog tien andere schepen der geallieerden aan, die gestationneerd wérden in de baai van Kanea en in de Soeda-baai. Telegrammen uit Patras melden, dat een af deeling matrozen werd aan land gezet, die de bemanning 'van een Duitsche reddingboot, en van een Oostrenrijksehen schoener in de haven van Patras arresteerde. Dit alles staat in verband met de ontdekking van een organisatie op Ivorfu voor het leveren van voorraden en mededeelingen aan Duitsche eu Oostenrijksche duikbooten in de Middel- la ndselie ,Zee. Indien het werkelijk zoo is, dat de centralen daar 'n basÏ3 voor duikbooten hadden, dan is zulks toch 'n buitengewoon staaltje van orga nisatievermogen Von Tirpitz als vriend van Engeland. De gepensionneerde Engelsche admiraal Sir William Kennedy heeft, naar de „Kölnische Zeitung" in herinnering brengt, verhaald van zijn ontmoeting met adiniraal'von Tirpitz, den tegenwoordige minister van Marine in Duitsch- land. „In ,Tuni 1912, aldus vertelt Sir Kennedy, kwam ik als gast aan boord van een gebuurd jacht naar Kiel en had ik do eer, met den Kei zer aan boord van de „Hobenzollern" den maal tijd te gebruiken. Den volgenden dag waren we allen uitgenoo- digd tot een tuinfeest bij prins Heinrich. Daar ontmoette ik von Tirpitz, die in groot uniform verscheen. Ilt ging naar den grooten heer toe, maakte een buiging en vroeg met wien ik de eer had. „Ik ben admiraal von Tirpitz", dntwoordde hij. Natuurlijk had ik hem al lang aan zijn bak kebaarden herkend. „Zoo," antwoordde ik, „dus u bent, om met de „Daily Mail" te spreken, de booswicht. Wan neer denkt u Engeland te overvallen?" Hij lachte en antwoordde: „Ik ben een groot vriend van Engeland; mijn kinderen worden te Cheltenham opgevoed." Waarop ik weer zeide: „Dan is de duivel toch niet zoo zwart als men hem afbeeldt en dan. "kan ik dus mijn vrienden zeggen, dat we ons niet ongerust, behoeven te maken." Zoo namen wo afscheid van elkaar. De ont vangst door do Duitsche autoriteiten had niet vriendelijker kunnen zjjn en de herinnering aan ons bezoek te Kiel in liet jaar 1912 was een verkwikking." De „Köln. Ztg." teekent hierbij aan, dat, wanneer de oude Engelsche admiraal thans aan het gebeurde niet meer met zoo'n onver mengde vreugde terugdenkt, hij dat te danken heeft aan den „kortzichtigeu intrigant Sir George Grey on diens aanhang." De „Internationale." Een Havas-bericht heeft ons reeds gemeld, dat Canaille Huysmans geen succes heeft ge- bad hij zijn pogingen om de socialisten der oor logvoerende landen tot elkaar te brengen. Thans wordt, in verband met deze aangelegen heid nog uit Bern geseind, dat naar de „Berner Tagwacht" verneemt de bijeenkomst van de internationale socialistische commissie, welke begin April in Heiland zou plaats heb ben, vermoedelijk tot de tweede week in Mei zal worden uitgesteld. Camille Huysmans, do secretaris van het in ternationale socialistisch bureau, schijnt te Parijs geen geluk te hebben gehadGueade, toont zich onverzoenlijk tegen het bijeenroepen van een conferentie, waarin ook de officiëele vertegenwoordigers van de Duitsche partij tegenwoordig zullen zijn en Sembat heeft even eens een ontwijkend antwoord gegeven. Huysmans is nu in gezelschap van Vander- velde naar Engeland vertrókken, waar hij reeds een onderhoud had met Henderson en op meer succes hoopt Een Russisch oordeel over de Duitsche oorlogvoering. Aan de „National ,Ztg." wordt van de Rus sische grens geseind; De gebeurtenissea die in de naaste toekomst te -verwachten zijn, zul len tot de aller „gewichtigste van den oorlog behoofen." Menscbikof schrijft in de „Nowoje Wremja": De reserve's van Duitschland zijn altijd door de Entente onderschat geworden. Een feit is het dat tot duiver slechts een derde van de beschikbare reserve's is verbruikt en er dus nog twee derde van over blijft. Het offen sief aan het Westelijk front is ondernomen zonder ook maar één jjjan aan het oostelijk 'front te onttrekken. Het is een fout te geloo- ven, dat Duitschland voor ieder o-ffensief troe pen ergens aan een ander front moet onttrek ken en dit daardoor moet verzwakken. Duitsch land voert den oorlog tot dusver op verstan dige wijze en weet met de voorhanden zijnde krachten toe te komen. Menseliikoff zegt, dat Rusland er op moet voorbereid zijn een krach tig Duitsch offensief het hoofd te bieden. Aeliter het Duitsche front in Rusland. De „Frankft- Ztg", beschrijft de stelling der Duitsche leger3 op het Oostelijk front en zegt, dat hun toestand onmogelijk zou zijn, indien hen niet achter de linie, do Russische staats- wouden haast onbeperkt ter beschikking ston den. Den geheelen dag hoort men bijlen en zagen aan het werk, krijscheu 'de cirkelzagen, brom men de machines, die houtwol maken ter ver vanging van stroo. Lindelooze rijen van wagens en sleden brengen palg^ en planken aan. Wie kan het een kleide schuilplaats aanzien, dat zij voor ongeveer duizend mark hout- ver bergt? En hoeveel honderden en duizenden van zulke schuilplaatsen zijn er? Hoevele milloenen bedraagt het aantal palen, planken enz. die voor 4e loopgraven, draadver sperringen, telephoonloidingen en zóomeer ge bruikt zij"-' Welke van fantastieke waarden vertegen woordigen kleine dammen en bruggen, die ron dom geheele woudsteden gebouwd ziju! Ook dit zijn rijkdommen van kapitalen, welke den duren wereldoorlog ten offer vallen 1 EEN MISLUKTE AANVAL AAN HET RUSSISCHE FRONT „We zijn weer eens in de loopgraven," aldus een correspondent van het Russische front in de „Kölnische Zeitung", „wij hui zon weer eens in onze onderaardsche ho len, houden dag en nacht 'cle wacht, 't ge weer aan den schouder, loeren door de schietgaten op den vijand en wijzen zijn, zich telkens herhalende pogingen tot toe nadering op gepaste wijze van de hand. Ze roeren zich de laatste weken weer, die Russen. Dag en nacht liooron we hun geschut; nu eens rechts, dan weer links. Af en toe trachten g. mtere of kleinere af deelingen ons zelfs op liet eigen gebied te verrassen. Wat do kerels bezielt? Sinds maanden hebben zij zich niet zóó geweerd. De lente kail voor hunne bewe- gelünjioid „iet aansprakelijk worden ge- 6 te ld, want van. het voorjaar valt maar een bedroefd schijntje te bespeuren. Nog-steeds zakken we tot aan de knieën in de sneeuw; nog steeds vriest liet baksteenen, nog steeds bezit de zon, die af en toe uit den mist te voorschijn komt gluren, niet de kracht om aan de heerschappij van den winter een einde te maken. De moerassen voor ons front, zijn nog met een ijslaag bedekt. Gelukkig is de tem peratuur van het water van dien aard, dat de laag dun blijft en geen inenschengewicht kan dragen. Als het wel 't geval was zouden we nog minder rust hebben. Overdag komen de Russen hoogst zel den; als ze 't doen, kiezen zij het, oogen- blik waarop een sneeuwjacht ons belet iets te onderscheiden, maar 's nachts, goduren- de de koude, stormachtige nachten als men geen hond op straat zou jagen, dan kun nen wij vast en zeker op bezoek van do overkant rekenen. Om dan gereed tot den aanval in de onderstanden te liggea> of daarbuiten, uren lang in wind en sneeuwjacht te staan, is alles behalve aangenaam en je stemming laat dan wel eens wat te wenschen over. De Russen merken het aan de ontvangst die hun wordt bereid. Natuurlijk moeten onze vooruitgeschoven posten voortdurend op hun hoede zijn. De vijand is handig en slim, en kent alle grepen en kunsten. Wo dienen altijd weer rnet andere verrassingen rekening te houden. Wij hebben meestal met Siberische regimenten te doen, wilde, ruwe, geharde kerels, die altijd het aller slechtste weer voor hunne visites schijnen af te wachten. Precies twee dagen waren we op onzen nieuwen post toen de Russen een overval op louw gingen zetten. Ongeveer 500 meter van onze standplaats aan den rechterkant bevindt zich 'n moeras. Het ligt nog steeds open, want eenige war me bronnen maken dat het water niet be vriest. De afgeloste kameraden hadden ons verteld, dat de Russen wel eens met roei bootjes overkwamen, vandaar dat den pos ten de meest mogelijke waakzaamheid aan bevolen werd, hoewel dat aan een kritiek- front als het onze eigenlijk van zelf spreekt. Het was een echte Russische winterdag. Droefgeestig, grauw brak de ochtend aan en tegen elf uur begon zulk een hevig-o sneeuwstorm te woeden, als in Duitschland slechts uiterst zelden voorkomt. En alsol de Russen op dit noodweer hadden ge wacht, begon al dadelijk zulk een heftig en wild vuur, als ook alleen maar bij de Russen mogelijk is. De regen van ijzer viel neer op de stelling van het regiment, dat links van ons aansloot en waartegen reeds den avond te voren een aanval .was gedaan. Dat was een gekraak, gedonder en. ge fluit, en daarbij dat vreeselijke weer, zood.it men geen vijftig meter ver zien kon. Of schoon de aanval ons niet gold, waren wij toch voor het gevecht gereed; de posten waren versterkt en do reserves meer naar voren gebracht. Drie uur lang duurde het kanonvuur links van ons; onder-detache menten trappelden in de sneeuw heen en weer cn verwénschten Russen en noodweer. Daar knetterde ginds geweervuur de vijand valt aan. Heviger wordt liet geweer- en mitrailleurvuur, handgranaten ontploften, de Russische artillerie poft er opnieuw op los, onze artillerie antwoordt krachtig een onbeschrijfelijk lawaai. jWij zijn een cn al spanning; al onze opmerkzaamheid geldt onze wapenbroeders. Zullen zij het kunnen uithouden, zullen zij het hoofd kunnen bie den aan den stormloop der razende kolon- nes? Daar wat is dat? Er valt bij ons een schot, nog een, twee, drie, viereen luide schelle stem roept wat, ik weet riiet ineer wat het was en wederom kraakt bij ons een schot, sneller volgen nu de salvo's. Wat gebeurt daar?? Het zou nu spoedig duidelijk worden ik behoef slechts door ccri schietgat te kijken. Ik schrok hevig: daar ginds-Bij de draadversperring, gedeel telijk reeds er in, bewogen zich vele witte gedaanten, die wanhopige pogingen deden ons zoo snel mogelijk op het lijf te' vallen. In den sneeuwstorm waren zij slechts ondui delijk te onderkennen, vooral, omdat de kerels witte mantels aan hadden. Maar achter de voorste rijen daagden nieuwe massa's op, die de gewone uniform droegen, zoodat ze beter zichtbaar .waren. Hóe kwamen die kerels in hemelsnaam hier? Langen tijd om hierover te piekeren, was er niet; hier moest worden gehandeld, en snel ook, anders zou het te laat zjjn.. Want de voorste vijanden waren reeds tame lijk dichtbij. Zonder eenig geluid te maken, werkten zij zich door onze driedubbele draadversperring heen, sloegen met bijlen erop los en hanteerden ijverig scharen en kniptang-en. In een oogenblik waren wij op onao posten; do kolven vlogen aan den scliouder en schot op schot. viol. X)o hand- granatenwerpers vlogen naar hun kisten en spoedig ontploften de eerste granaten in de vijandelijke gelederen. Vervolgens begon nen do mitrailleurs hun werk: het getik was 'onze schoonste muziek. Het was ons geluk, dat wij klaar voor het gevecht waren, dat onze reserves bij de hand waren en dat wij trouwens geen oogen blik onze bedaardheid cn kalmte hadden verloren". Anders zou het slecht met ons zijn afgeloopen, want, zooals wij al. spoedig bemerkten, werd de hoofdaanval aangezet tegen onzen sector; de artilleriebeschieting van onzen nevensector en de daarop ge richte infanterieaanvai waren slechts oen schijnbeweging geweest; liet was om ons te doen, en in geweldige drommen snelden de Russen op ons toe. Thans kwam liet er op aan alle krachten in to spannen, om de stelling vast te houden. De Russen hadden het zich blijkbaar in het hoofd gezet om oen succes te behalen. Als waanzinnigen storm den de volgende afdeelingen, nadat do wit- jassen gevallen waren, vooruit, vernielden do jjzerdraadvërsperringen verder cn kro pen, om ten minste e enigszins gedekt te zijn tegen ons moorddadig vuur, op han den en voeten vooruit. Golf na golf kwam aanrollen, alles zonder dat een kreet ge hoord werd: geen geroep, geen luide com mando's, zooals auclers bij den vijand ge woonte is, en juist dat was het, waardoor do aanval van deze massa zoo vreeselijk werd. Hadden zij geschreeuwd, hadden zij GCCII. BISSCHOPSWIJDING. OPLEGGING VAN I1ET EVANGELIEBOEK. Wnimeer bij het einde der Litanie van Alle- heiligen de Wijder wederom gezeten is voor het midden des atlaars, knielt de wijdeling aan diens voeten neder. Geholpen door de assistent-bis schoppen legt hij hem de open bladzijde naar beneden gekeerd het Evangelieboek op, zco- dat 't hoofd en schouders raakt. Dit op het oog vreemdsoortig gebruik is hoogst eerbiedwaardig,zoowel om zijn oorsprong als om zijn beteekenis. Tot iu de eerste eeuwen der Kerk kunnen wij er de sporen van aanwij zen. Tm wat de beteekenis betreft: eenmaal tot. bisschop gbwyd is de priester nog volmaakter onderworpen aan de net des Evangelies, zal hij nog moer het juk des Heeren op zijn schouders hebben te torsen. Wanneer hij naar de verma ning des Apostels ijverig ia in het lezer, der H. Schrift, dan zal de H. Geest, hem bij do wijding geschonken, hem er den zin van ontvouwen, dan zal het geen gesloten hoek voor hem zijn- Maar dan moet hij het ook anderen ontsluiten, dan moet het hem ook niet verdrieten het Evan gelie te prediken aan de volkeren hem toever trouwd. Daarom nu. om den wijdeling te her inneren. dat die onderwerping, die kennis eu die prediking de hoogste eer uitmaken en den eersten plicht van hef bisschopsambt, dat daar in naar bet woord der 2e Alg. Kerk-vergade- ring van Nicea eigenlijk geheel zijn wezen bestaat, daarom, zeg ik, is 't der Kerk niet ge noeg den wijdeling bij het onderzoek vóór alles gevraagd te hebben„Wilt gij, voor zoover do natuur dit gedoogt, geheel uw gedrag regelen naar de uitspraken der H. Schrift?. Wilt gij, wat gij uit dat. boek begrijpt, aan liet'volk, waarover gij gesteld wordt, door woord en voorbeeld leeren?" Neen, ziin antwoord: ,.Ja, ik wil 't van ganscher harte" is haar niet vol doende. Nog ernstiger wilt Zij hem op deze ver plichting wijzen en daarom legt Zij hem thans op hoofd cn schouders het. Evangelieboek op, en daarom wil Zij, dat het hem opgelegd blijve, totdat hem straks de kenteekenen zijner waar digheid zijn geschonken. een bemoedigend „hoera" uitgebruld, dan hadden ook wij geschreeuwd en er was ont spanning gekomen maar zóó, stom, zonder cenig geluid to geven, dat was afschuwelijk. Ik zag Russen, die den mond wijd open sperden, die wilden schreeuwen, maar het was slechts schijn, ik hoorde niets. Wij stonden op onze plaatsen, bleek, doch tot het uiterste besloten: wij laadden, schoten, laadden, schoten... Ook bij ons geen com mando, geen kreet, zelfs de gewone moppen van 'de grappenmakers in de compagnie wer den niet vernomen: in stomme verbittering deed ieder zijn plicht. Aan de rechterloopgraaf, waar de stel ling liet zwakst bezet was, drongen de Rus» son binnen. Twee secties van een reserve- al'deeling vielen hen mot handgranaten aan, doch tevergeefs, zij moesten terug. Steeds drongen méér Kussen in de loopgraaf; de zaak werd kritiek. Op liet laatste oogenblik had de commandant van de laatste ter be schikking staande sectie de goede gedachte luid „hoera" te roepen, waarmee zijn man schappen instemden. Do botoovering was gebroken, het hoera plantte zich voort langs de geheele stelling en als ware dit woord een tooverklank geweest, veranderde thans de geheele toestand. Binnen enkele minuten waren do Russen uit de loopgraaf gewor-, pen; de handgranaten en bajonetten had den hun plicht gedaan, en wie den vijand niet aan het lijf kon komen, schreeuwde er des te harder op. los. De aanval wan afgeslagen, in verwarring, ijlden do Russen, terug. Onze artillerie wierp, nu granaatkartets na granaatkartets iu de wijkende drommen, waardoor de vijand ontzettende verliezen leed. Een geheele divisie had een aanval gedaan op ons betrekkelijk kort front. De dooden van vier verschillende regimenten, die in massa in en voor ons ijzerdraadver-, sperringen lagen, legden een overtuigend bewijs af van de wildheid van den aanval. Zooals later bleek, hadden de Russen een soort van brug over de moerassen geslagen. Zooals wij reeds zeiden, de.winter met zijn stormen en sneeuw is de beste bondgenoot, voor do Russen." HET KANON .VAN CONFLANS.; Osborii vertelt in de „Voss Ztg" van e..en groot seheepskanpa der Franschen, dat er-I gens In het bosch werd gevonden. Toen de 17) *'f,rey Boog zonder een woord te spreken d« ha?' zick geweld aandoende, reikte hem JuisTtS V^et, P,erucy heJ gastvrije huis. naam bij dubbel onaange- Zij had dezer dage°nn^ a^ te ziJ« gevallen, uit Indië over ge^egen%^^«keJ"!^in het voornemen gemaaktzijn netten uit te zetten om dit goudvisckje to van8en. jdin financiën was het in den laatstèn tijd zeurig gesteld. Hij was ongelukkig in het ®Pel geweest en voor de eerste maal van zijn ®ven had hij geld moeten leenen. In dezen Uyerk wikkel ijken toestand was de rijke teudin uit Indië hem als een reddende en- Ju voorgekomen en nu had die Hamilton et ruwe hand zijn lnchtkasteelen in elkan- *er doen storten." Mr vi kegtn a^ aau had de kleinzoon van 8en l„°t beru geprikkeld. Reeds voor eeni- lat i was bem het vermoeden ontstaan, t ('e6ti-ids de handen in 't epel had ge toet: ii* Elliot zoo plotseling, maar dan onder zoo ongunstige voorwaarden zijn toe stemming tot het huwelijk had gegeven en het voorval van heden liad de maat doen overloopen en Percy's afkeer jegens Lionel in een i'ormeele haat veranderd. Wel is waar dacht hij er geen oogenblik aan met Lionel te duelleeren, maar hij zwoer desniettemin, dat hij zich op de een of andere wijize over den ontvangen kaakslag zou wreken. „Voor de tweede maal heeft hij mijn geluk in den weg gestaan," mompelde hij woedend. „Pas op, meneer Hamilton, wanneer liet uur der vergelding slaat!" Somber gestemd vertrok hij den volgenden morgen van hot huiten van zijn oom, waar hij in den laatsten tijd Logeerde, naar Londen Zijn schulden drukten hem. Er moest iets ge schieden om hem uit zijn geldelijke zorgen te verlossen. Opnieuw nam hij zijn toevlucht •tot een geldschieter en na deze zaak te heb ben afgedaan stond hij op 't punt een restau rant binnen te gaan, toen hij een hand op zijn schouder voelde. „Hoe gaat het, beste jongen? 'k Heb je in geen eeuwigheid gezien!" Percy keek om en zag in het lachend go-, zicht van een ouden vriend, die aan het thea ter verbonden was en die hem met veel druk te do haiid schudde. „Ik kom daar juist uit Amerika terug," ging hij voort. „Wat voerde je al dien tijd uit? Laten we samen ontbijten." Percy was nu juist niet erg verheugd om dit wederzien maar bii volgde toch zonder te vermoeden welk een keer deze ontmoeting in zijn leven zou brengen. In liet restaurant trof de acteur nog' een tweeden „besten jongen en bovendien twee actrices die vroeger tot hetzelfde gezelschap hadden behoort, aLs bij. Natuurlijk nam het vijftal plaats aan dezelfde tafel. Spoedig waren ze gewikkeld in een anuneerend en ta melijk luidruchtig gesprek, maar Percy deed daaraan'niet mee. Uü voelde zich onbehaag lijk eu ziju gedachten hielden zich bezig met zijn persoonlijke aangelegenheden, toen liij plotseling een naam boorde noemen, die zijn belangstelling wekte. „Ja," zei de jongste der actrices, die een tournee in de Vercemgde Staten had ge maakt, als ik niet «K> dom was geweest reeds zoo vroeg te trouwen, dan kon ik mi een leven leiden als een princes. Maar ik moest den rijken schapouhaudelaar uit Chi cago een blauwtje laten loopen, omdat ik ergens in de wereld een lummel van een echt genoot, genaamd Lionel Hamilton, bezat! Met een merkwaardige uitdrukking iu zijn listige oogen keek Percy miss Clara Bolero aau. n „Hoe zegt u, dat uw echtgenoot heette? „Hamilton. Kent u hem misschien?" Het was natuurlijk Belachelijk te veronder stellen, dat de ochtgenoot van miss Bolero en de kleinzoon van sir Elliot dezelfde waren, want Amerika was een groot land en er moes ten daar vele Hamilton's leven. Desniettemin klopte het hart van Percy bij het liooren van .den bekenden naam. - „Ik ken inderdaad een meneer Lionel Ha milton," zei hij voorzichtig, „maar vermoede lijk is hij niet dezelfde. Uw chtgenoot was een Amerikaan, niet waar?" „Ik geloof van niet, njeuecr. Ziju familie woonde ten minste in Engeland. „Ook dat weet niet bepaald," antwoordde de toorieol- speelster lachend. „Wij konden niet mot el kaar over weg en scheiden. Dat was voor vijf jaren in San Francisco! Waar hij thans om zwerft, wie zal het kunnen zeggen. Misschien ontmoet ik hem bier nog eens, want, zooals hij mij dikwijls vertelde, had hij te Londgn rijke bloedverwanten. Het zou merkwaardig zijn, als u hem kende." „Dat zullen wo zien. Hoa is d« doopnaam van uw echtgenoot?" een tijue, seutimouteele naam," spotte miss Bolero: „Lionel Arthur Hamilton." VIJFTIENDE HOOFDSTUK Slechfs met moeite onderdrukte Percy Walford een kreet van verrassing. Dit kon niet een bloot toeval zijn, zulk een overeen komst van naam en voornamen kon niet twee maal voorkomen! Zou liet mogelijk zijn, dat dc erfgenaam van sir Elliot, de man, dien hii zoozeer haatte, reeds getrouwd was? Welk een ongelooflijk gelukkig toeval zoo ge heel onverwachts deze ontdekking te doen, waarmee hij ziju vijaud kon vernietigen! Het was liem nauwelijks mogelijk rustig te blij-; ven zitten, terwijl hij miss Bolero verder uit-' hoorde om nog meer zekerheid te erlangen. „Mijn vriend heet eveneens Lionel" zeitle hij, „maar dat wil nog niet zeggen, dat hij de rechte zou ziju misschien is hij een neef van -uw echtgenoot. Hoe zag uw mau er, uit?" Hij had bloud haar eu blauwe oogen en zal thans ongeveer zeventig juar zijn Walford zat op gloeiende kolen. Hij schoof hoen en weer op zijn stoel. „Had hij oen levendig temperament* Was hij flink gebouwd?" „Hii was van meer dan middelmatigs grootte en ik hield hem vroeger voor oen! aardige kerel." Miss Boleo was langzamerhand ook meer. belangstellend geworden. De opwinding vaaj Percw werkte aanstekelijk en op haastigen toon ging zijn voort: „Weet. u iet» o unreal liem, meneer? Aan zijn persoon ie me weinlfl gelegen, want hij was een leeglooper en deugd de voor niets, maar ik zon toch wel eens wil len weten, hoe hij het maakt Mijn kas hst tamelijk leeg en wanneer hij in goeden doen' is gekomen ik ben zijn reohtmatige echt- genoote.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5