1IE1WE HUL COURANT
V
K VALSCHE ERFGENAAM.
Ifeuillêton
iets over den Arbeider.
I39J WIELBANDEN
Schagchelstraat 7-9 hij de Anegang
BUITENLAND
BINNENLAND
STATEN-GENERAAL
STADSNIEUWS
Maandag 17 April
Tweede Biad
Sosdkoopst Adres
Ha J" Va Sla HHlERj
Ad» -JQ1?-
Berichten in drie resjefs»
de scheepvaartverbinding met
Wijziging van art. 192 der brondwet.
Ziin blik dwaalde van air Elliot naar bet
VI.
DE CONTRACTEN.
Wat is een contract of overeenkomst!
Om het nu eens juridisch te zeggen: Eene
wilsovereenstemming, blijkende uit de wilsver
klaringen van twee of meer personen, partijen
genaamd, met het doel een verbintenis aan te
gaan, hetzij van een hunner hetzij van beiden.
Onze wet kent twee soorten arbeidscontrao-
len, te weten het individueele en het collectie1, e.
Het eerste is de overeenkomst, waarbij de eene
partij, de arbeider, zich verbindt gedurende
zekeren tijd arbeid te verrichten tegen loon in
dienst van de andere partij, den weikgever.
Het woord „arbeid" omvat in zijn algemeen
heid zoowel licliamelijken als geestelijken ar
beid, zoodat de tooneelspeler, de redacteur even
goed arbeiders zijn als de timmermansknecht of
de winkelbediende. Vereiseht is dat de arbeid
verricht wordt tegen loon, hetzij in geld, hetzij
in anderen geoorloofden vorm. Een kellner of
portier, die alleen op de fooien wordt aan
genomen, of, zooals voorkomt, *den „patroon"
een zeker bedrag moet betalen, is in den zin der
Wet dus niet een arbeideT. De wet spreekt van
het verrichten van arbeid „gedurende zekeren
t'vid." De praestatie van den arbeider bestaat dus
Diet, in het verrichten van één enkele handeling.
De „Overeenkomsten tot het verrichten van
enkele diensten" worden door eigen bepalingen
geregeerd. De kruier of dienstman, die een
Talïes naar den trein brengt, do tandarts die
een kies trekt, de koeteier die iemand rondrijdt,
zij allen verrichten enkele diensten.
Bij de arbeidsoverkomst is de arbeider „in
dienst van den werkgever." Deze laatste heeft
de leiding en het toezicht bij den arbeid, tenvjj
tusschen hem en den arbeider een gezagsverhou
ding bestaat.
Zulk een verhouding is niet aanwezig tus-
sehen den dokter en den zieke, wèl daartentegen
tusschen den geneesheer en een ziekeninrich-
ting, waaraan hij vast. verbonden is.
Doch laten wij nu het collectief contract be
zien. Populair uitgedrukt is dit een gemeen
schappelijke overeenkomst, gesloten door de
vakvereeniging der werklieden met de vakver-
eeniging der patroons of met één of meer pa
troons afzonderlijk. Deze definitie is voor alle
aibeiders begrijpelijk. Hieruit blijkt reeds dade
lijk dat de vakbonden niet vijandig moeten
staan tegenover de vorming van patreonsver-
eenigingen want door deze laatsten wordt het
terrein verruimd van het collectief arbeidscon
tract waarvan de nuttigheid buiten twjjfel vast
staat.
Om over de bepalingen van een dergelijk con
tract een kort overzicht te krijgen willen wij
niet alle maar eenige bepalingen doen zien ver
vat in een der nieuwste collectieve arbeidscon
tracten, voorgesteld door de organisatie's uit de
sigarenindustrie op 24 Februari 1910:
De arbeider mag niet werken bij fabrikanten
in eene staking of uitsluiting betrokken.
Fabricksreglementen behoeven de goedkeu
ring van de organisatie's.
Huisarbeid wordt voor de georganiseerden
verboden.
Arbeidstijd 56 uren per week.
Ferste 2 uur overwerk 15 ct. per uur extra,
hij langer werk voor alle uren 20 ct. extra-
Viermaal per week mag overgewerkt worden en
niet langer dan 3 uur per dag en 150 uren per
kalenderjaar.
Uitbetaling Christelijk erkende feestdagen.
De werkgever betaalt 1 loon voor de
ziekteverzekering.
Minstens twee vacantiedagen per jaar met be
houd van loon; ieder jaar een dag meer tot 6
dagen.
Verplicht lidmaatschap voor patroons en
werklieden.
Op elke 5 sigarenmakers één leerling enz. enz.
Uit zulke contracten spreekt de kracht der
organisaties. Zulke contracten ook voorkomen
veol schadelijken Strijd en zij zijn daarom het
middel voor den socialen vrede.
De schoonheid van den arheidersstrijd komt ook
in deze collectieve contracten tot uitdrukking
cb zij ontlcenen daaraan de groote aantrekke
lijkheid.
Vastheid van arbeidsvoorwaarden, al zou niet
aan alles voldaan zijn, het geeft een groote ge
ruststelling en is een groote schrede nader tot
kalmte en tevredenheid.
Mr. BOMANS.
Haarlem.
ZWEDEN.
Ook hier scheuring in de Soc. Dem. partij.
Naar uit Kopenhagen door het Wolff-bureau
wordt geseind, verneemt de „National Tiden-
de" uit Stockholm: „In den laatsten tijd zijn in
de sociaal-democratische partij ernstige mee-
ningsverschillen ontstaan over de leiding der
partij, vooral door Brauting. Diens krachtig
optreden tegen de mannen, die de stormklok
luidden, en zijn besliste eisch, dat de jong socia
listen geen deel meer zouden nemen aan de lei
ding der partij, zijn de naaste oorzaken tot de
vorming van een nieuwe socialistische partij-
groep.
Op voorstel van den secretaris der partij
Friedrich Stroem besloot een deel van de so-
ciaal-demoeatische groep in den Rijksdag een
nieuwe groep te vormen en uit de arbeiders
partij te treden.
Tot die nieuwe groep-behooren op het oogen-
blk 15 leden, waarvan de bekendste is burge
meester Lindhage."
Niettegenstaande de scheuring reeds aan
staande was, hebben de socialisten, bij de ver
kiezingen voor de provinciale besturen, wam
door de leden der Eerste Kamer worden geko
zen, welke verkiezingen thans afin geëindigd ecu
greote vermeerdering van stemmen gerregen,
waardoor zij een groot aantal zetels veroverden,
voor een gering gedeelte, ten koste van de con
servatieven en een aanmerkelijk deel, ten kosten
van de libeialen.
Te Moskou is overleden generaal Plehwe,
die vroeger, vóór generaal Koeroptkin, opperbe
velhebber was van het noordelijk front.
De Toskaanscihe persvereeniging heeft
wegens den papiernood bij de Italiaansche re
geering op maatregelen aangedrongen.
Het totaal aantal der sedert den oorlog in
Duitschland opgeheven dagbladen en tijdschrif
ten bedraagt nu reeds 3000.
Om St. Petersburg van levensmiddelen te
voorzien is besloten tot aanleg met spoed van 'n
433 K.M. lange spoorlijn,StPetersburg-Rybinsk.
Het Britsche leger heeft „knuppel afdeelin-
gen" geoefend, die met knuppels met stalen pun
ten op nachtelijke overrompelingen uitgaan.
De Weensche gemeenteraad is voorne
mens, de belasting op de openbare vermakelijk
heden, grondig te herzien.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit is aan W. J. M. de Bas, op
zijn verzoek, met ingang van 1 Mei eervol
ontslag verleend uit zijne betrekking van
notaris te 's-Gravenhage.
De gewone audiënties der ministers van Fi
nanciën, Buitenlandsehe aaken en van Oor
log hebben deze week niet plaats.
ENGELAND HOUDT DEN GRItAN-
INVOER TEG2N.
Weder een staaltje van Engelanl's schan
delijk machtsmisbruik t
Het Haagsche oorresp.-bureau meldt, dat
bericht is ontvangen dat bet stoomschip
Ittensum van de Stoomvaartmaatschappij
Oostzee, bestemd naar Buenoe-Ayree, om
met regeerisgistgtraan naar Holland terug te
komen, thans te Sunderland ligt om een la
ding kolen in te nemen, doch dat de Engel-
sche regeering de levering van bunkerkolen
weigert, tenzij de maatschappij zich ver
plicht deze boot met lading van La Plata
naar Engeland te doen terugkomen.
Terwijl dus de Nederlandsohe regeering
gezorgd heeft èn voor het koopen van tarwe
èn voor het beschikbaar stellen van seheeps-
ruimte voor bet vervoer daarvan, schijnt de
Engelsohe regeering het thans onmogelijk te
maken tarwe in Nederland in te voeren voor
zoover de booten, voor den aanvoer daarvan
bestemd, in Engelsche havens zouden moe
ten bunkeren.
UITVOER VAN AARDAPPELEN.
Aangezien bij het vorderen van liet seizoen
het bederf ondier de minder houdbare soor
ten aardappelen snel toeneemt en bet vast
houden dezer partijen niet ten gevolge heeft
dat, meer voedsel voor de bevolking be
schikbaar blijft, doch dat de aardappelen
tot bederf overgaan, heeft de minister van
landbouw, nijverheid en handel aan de aard-
appelvereeniging medegedeeld, dat weder een
29)
„En leek het u niet toe, alsof meneer Ha
milton in een gejaagde stemming verkeerde
dat hij heel anders was, dan gewoonlijk?"
„Ja, edelachtbare," erkende de oude man
zacht.
De verdediger richtte tot dezen getuige geen
enkele vraag en thans kwam de beurt aan den
portier van het theater en een paar vriendinnen
van miss Bolero. Vervolgens verscheen de hos
pita der vermoorde vrouw. Zij verhaalde met
veel omslachtigheid de geheele geschiedenis.
Des avonds was een man gekomen, die naar
miss Bolero gevraagd had. Zijn gezicht had zij
niet duidelijk kunnen zien, maar hij was groot
en breed van schouders geweest en had het
voorkomen van een gentleman gehad.
„Leek hij op beklaagde?" vroeg de president.
„Ja, edelachtbare."
„Kan u onder eede getuigen, dat beklaagde
de
man is, die in den nacht van den moord bij
informeerde naar miss Bolero?"
„Neen, onder eede durf ik dat niet zeggen,
daarvoor zag ik hem niet duidelijk genoeg.
„M?nr u gelooft, dat hij het was?"
„Jawel, edelachtbare."
Lionel lachte bitter. Hij was in den bedoelden
nacht niet eens in Valham geweest. De inbeel
dingen van deze babbelzieke vrouw zouden er
het°hare toe bijdragen hem aan de galg te
helpen.
De zitting werd thans eenigen tijd geschorst,
daar de tijd van het tweede ontbijt aangebroken
was. Sir Elliot geleidde Anny naar buiten en
Mary Davenport voegde zich daar bij hen. De
beide meisjes omarmden elkander schreiend.
„O Mary, ze zullen hem veroordeelen," snikte
zij. „Het zal mijn dood zijn."
Wat zou Mary haar tot troost zeggen? Ieder
een dacht als Anny en het zou doelloos en
wreed geweest zijn een valsche hoop in haar op
te wekken.
In weerwil van het aandringen yan Mary
was het Anny onmogelijk ook maar een beetje
brood te nuttigen. Zwijgend zat zij aan de
groote tafel in net hotel, de handen samen ge
vouwen in den schoot, de oogen wezenloos
zoo stil en bleek, alsof het leven uit haar ge
weken was.
Na een korte pauze keerden allen weder terug
naar de rechtszaal. Er werden nog verschei
dene getuigen gehoord en al meer bewijzen voor
Lionel's schuld werden aangevoerd.
Toen eindelijk de gezworenen zich in een
kamer terug trokken was er weinig twijfel onder
het publiek, hoe het oordeel zou luiden. Sir Elliot
zat als een gebroken man op zijn stoel, De oogen
zekere hoeveelheid van cfe meest aan bederf
onderhevige aardappelen ten uitvoer wordt
toegelaten. In verband daarmede «uilen con
senten worden afgegeven voor witvleezige
aardappelen van zand- en veengronden, wel
ke soorten hier te lande niet gegeten wor
den, alsmede voor een klein deel der geel-
vleezige soorten.
EEN STUDIEREIS VOOR INGENIEURS.
Aan de Ingenieurs van den Rijkswater
staat jhr. O. E. W. van Panhuijs c. i., F. L.
Slingeman c. L en G. J. van den Broek c.L,
is, naar bet weekblad „De Ingenieur" meldt,
door den Min. van Waterstaat opgedragen
in het begin der volgende maand een studie
reis te maken naar Noord-Amerika, in ver
band met de aanhangige ontwerpen voor de
groote schutsluis te IJmuiden, voor Maas-
kanalisaie en voor bet kanaal Weesem—Ne-
derweert. Eerstgenoemde ingenieur zal bo
vendien het Panamakanaal beizceken.
NED.-INDIE.
Er dreigt eenige stagnatie in den dienst
der mailschepen op de Nederlandsdhe kolo
niën. Vast staat nu reeds, dat de Stoomvaart
maatschappij «Nederland" en de Rottexdam-
sche IJoyd in geen geval meer, vóór bet
einde van den oorlog, bun groote nieuwe
schepen er aan willen wagen. De J. P. Coen,
de Prins der Nederlanden, de Juliana, d»
Insnünde, de Coen toer, de Tabanan en de
Tamibora zijn reeds opgelegd of zullen, voor
zoover zij nog onderweg zijn, geen verdere
reizen doen. Met de andere, kleinere passa
giersschepen, wilden de maatschappijen oen
dienst op Indië onderhouden, wanneer de
regeering een gedeelte van het molest-risico
draagt.
Dienaangaande werden met de Regeering,
naar het H'bld. meldt, onderhandelingen ge
voerd. Wat het geven van een garantie be
treft bij het verloren gaan van mailschepen
heeft de regeering zje]j met vele reserves
daartoe tot op zekere hoogtebereid ver
klaard, doch daaraan de voorwaarde verbon
den, dat deze garantie alleen betrekking zou
hebben op schepen, die georpédoerd worden.
Deze beperking nu achten de maatschappijen
onaannemelijk, gegeven het feit, dat torpe
deering door de oorlogvoerenden gewoonlijk
eenvoudig wordt ontkend en dan het bewijs
oiterst moeilijk i6 |e ieveren. Dit risico wen
sen en de directies niet op zich te nemen. Zij
willen alleen genoegen nemen met een ga
rantie tegen molest, zonder meer. Hiermede
zijn de onderhandelingen op een dood punt
gekomen.
de VERJAARDAG van prins
HENDRIK.
Naar wij vernemen, hebben H. M. do Ko
ningin en Z. K. H. de Prins het voornemen,
evenals verleden jaar-, geen receptie of fees
telijkheden te doen plaats hebben - op den
verjaarlag van den Prins.
DISTRIBUTIE VAN GENEESMIDDELEN.
Naar wij vernemen, lieeft zich een com
missie gevormd, 'die zich en doel stelt de
distributie van geneesmiddelen voor ons land
te regelen, welke commissie daartoe op het
oogenfblik overleg pleegt met de Regeering.
DE AANHOUDING ONZER MAILS.
Inzake de aanhouding onzer mails richtte
de Regeering eene ongeveer gelijkluidende
nota tot de Britsche- en de Franselie Regee
ring.
In die aan de Briteeho Regecring zet onze
Regeeriag- uiteen, dat op den huldigen dag
d© postdienst tusschen Nedeerland en de
oveTzeeec-ihe landen,' ja zelfs met de Neder-
landsehe kolonian, onzeker is geworden. De
groote" vertragingen, welke de overbrenging
der brieven ondervindt, zijn, zegt zij, op zich-
zeüve 'reeds zeer schadelijk voor de handels-
en particuliere belangen van afzenders zoo
wel als van geadresseerden. Boyendien be
staat geen enkele zekerheid zoomin ten aan
zien van den duur van den overtocht dei-
brieven als ten aanzien van de schepen,
waarmede de overbrenging geschiedt, na de
inbeslagneming. 'Onder deze om handighe
den weigeren de verzekeringismaatstnappiien
verzekeringen af te sluiten met betrekking
tot per zeepost verzonden waarden.
Dikwijls wordt de in beslag genomen brie
venpost overgebracht op een Eng&lsch schip,
hetgeen haar zonder eenig-e noodzaak bloot
stelt aan gevaren, welke men juist en terecht
heeft willen vermijden door haar toe te ver
trouwen aan NcdcrlandseLe schepen. Het is
overigens volmaakt onzeker of de zendingen
naar hare bestemmingen worden doorge
zonden door de Engelsche autoriteiten. Deze
houden de brieven achter zonder dat afzen
der of geadresseerde eendg bericht daarvan
ontvangt, of zij laten 20 de reis vervolgen
na ze van den inhoud te hebben ontdaan. In
het laatste geval blijven de rechthebbenden
volslagen onbekend met Let lot van hun in
beslag genomen eigendom.
Na daarna gereleveerd te hebben de inbe
slagneming van waardepapieren door Ne
derlanders verzonden naar Noord en Zuid-
A me rik a enz. die h-i- door geen enkele regel
van het volkerenrecht is gerechtvaardigd en
eene directe aanranding vormt van de eigen
domrechten der Nederlandsohe onderdanen
en Banken, die de waarden, welke het hier
betreft, aan den postdienst hadden toever
trouwd, terwijl zij bovendien hoogst ernstige
nadeel berokkent aan de Nederlandsche be
langen, doordien zij elke -verwend i ernst langs
den weg ter zee van waardepapieren, toebe-
hoorende aan Nederlanideche onderdanen,
ondoenlijk heeft gemaakt, besluit de nota:
De Nederlandsche regeering had zich ge
vleid dat de documenten en de waarden,
door de Britsche autoriteiten uit de brieven
post gehaald, binnen een kort tijdsverloop
aan de rechthebbenden zouden zijn terugge
geven: zij verwacht zulk6 alsnog en behoudt
zich voor om ten behoeve van laatstbedoel-
den een schadevergoeding te vorderen we
gens de schaden door ben geleden tengevolge
van de door de Britsche autoriteiten geno
men onwettige maatregelen.
DE BRUINBROODREGELING.
In verband met de nieuwe bruinbroodre-
geling worden, naar is gemeld, vele bakkers
gezellen met werkloosheid bedreigd. De Am-
sterdami&che bakkerspatroonsvereenigingen
adresseerden reeds in dezen aan den minis
ter van Landbouw enz.
Thans lezen wij in de N. R. Ct. dat eenige
leden van de vereeniging. De Vereenigde
Luxe-broodfabrikanten te Rotterdam bobben
besoten tot aabzegging van bun personeel
van ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Anderen hebben een regeling getroffen,
waarbij bot werk onder bet pen&oneel zal wor
den verdeeld.
Onder de bakkersgezellen wordt gesproken
over een staking van den arbeid, indien ten
gevolge van de ministerieele beschikking oen
groot deel hunner werkloos zou worden.
De hoofdbesturen van den Nederlandschen
Bakkerspatroonsbond en van den Nederland
sche werkgevers in het bakkersbedrijf zullen
heden door minister Pcsthuma. worden ont
vangen om dezen de bezwaren mede te doe
len tgen den regeeringsmaatregcl om van 24
dezer af alleen bruiubrood te doen bakken.
Laatstgenoemd hoofdbestuur heeft in een
onderhoud met den directeur van het Rijks-
grannburcuu als oplossing voor de moeilijk
heden aangegeven, dat van regeeringswege
wordt toegestaan, behalve bruinbrood ook
klein brood te bakken. Wordt dat laatste
toegestaan, dan hoopt men, dat de dreigende
werkloosheid voor vele bakkersgezellen zal
kunnen worden afgewend.
Brio kinderen overreden. Drie kinderen,
meisjes van 713 jaar, van den heer Van
M. te Gouda, zijn gisternamiddag op den
Bodegraal'schea straatweg door de auto van
den heer E. B. te Gouda overrcaea, dooraat
de kinderen onverwacht den weg wilden
oversteken. Een der kinderen is levensge
vaarlijk, voornamelijk aan het hoofd ver
wond; een tweede meisje kreeg minder ern
stige kwetsuren aan de beenen. Beiden wer
den naar het ziekenhuis te Gouda vervoerd,
liet derde meisje kreeg geeh noemenswaard
letsel.
GEWISSELDE STUKKEN.
Ingediend is een .w.o. tot wijziging van
art. 192 der Grondwet. In de toelichting
wordt opgemerkt, nadat is gereleveerd, i A
de Bevredigingscommissie, behoudens het
afwijkend gevoelen van een der leden ten
aanzien hiervan tot overeenstemming is ge
komen
IJat resultaat, het gevolg van geduldig
overleg en verzoeningsgezindheid, is inlioo-
ge mate verblijdend, omdat mag worden
aangenomen dat daarmede de grohdslag is
gelegd voor een krachtige ontwikkeling van
ons nationaal onderwijs in zijn ganschcn
omvang.
Bij het aangeboden ontwerp is zoowel de
door de Staatscommissie overeengekomen
tekst als de .toelichting zonder eenige wij
ziging overgenomen. De herziening van art.
192 kan thans gelijktijdig met die van art.
89 worden behandeld.
Uitbreiding van de suiker
bietenteelt.
De minister van Landbouw enz. heeft
eenige vragtn van den heer J. Ter Laan
aangaande de uiUueiding van de suikerbie
tenteelt beantwoord.
Blijkene dat antwoord is aangaande dc
vraag of er vrees bestaat, dat de landbou
wers met wintertarwe bezaaid land zullen
omploegen ten einde dit land met suiker-
hielen te kunnen bezaaien, een onderzoek
door de rijkslarwlbonwleeraren ingesteld.
Deze zijn éénsluidend in hun oordeel, dat
omploeging van wintertarwe niet of niet van
betecikenis méér plaats heeft dan in normale
jaren en dat bet omploegen ziclh beperkt tot
pereeelen, die een minder goeden stand ver-
toonen en dus geen uitzicht op een goeden
oogst bieden.
In sommige streken staat wel iets minder
tarwe te velde dan in vorige jaren, doch
men wijt dit niet aan omploeging ten be
hoeve van de bietenteelt, doch aan de min
der goede finaucieele vooruitzichten dei
teelt, in vergelijking met andere teelten. Dat
echter een goed perceel wintertarwe wordt
omgeploegd, zal in het geheel niet of slechts
bij hooge uitzondering voorkomen.
De minister zet verder uiteen, dat er nau
welijks een ander gewas is aan té wijzen, dat
per H.A. meer voedsel voor mensch en dier
oplevert dan juist de suikerbieten, zoodat
uitbreiding dezer cultuur, ook onder de te
genwoordige omstandigheden geenszins te
betreuren is.
Dit laatste geldt in zekeren zin wel van
enkele speciale handelsgewassen als mos
terdzaad, karweizaad, kaDariezaad, blamv-
maanzaad en andere. De minister is dan ook
voornemens daartegen de krachtigste maat
regelen te nemen en heeft daaraan reeds een
begin van uitvoering gegeven.
DE MARIA-VEREENIGINO.
Voor de leden der Maria-Vereeniging hield
mevr. S. Erens-Bouvy Donderdagavond een
lezing over Jeanne d'Arc. Het onderwerp is
actueel, omdat in Frankrijk duizenaen de voor
spraak der Maagd, die nu in den hemel is, voor
hun vaderland inroepen. Eenvoudig verha.end
gaf mevr. Erens van Jeanne d'Arc een levens
beschrijving, interessant door de vele gegevens
uit geschiedschrijvers en kronieken verzameld,
aantrekkelijk door ingevlochten beschouwingen.
Frankrijk was in het midden van den lüU-jari-
gen oorlog. De Engeischen hadden het beleg
geslagen voor de stad Orleans, die Frankrijk
naar het Zuiden beschermde en het hart zelf
was van de partij, die trouw gebleven was aan
den wettigen heer. den Dauphin. Karei VU zeli
was te arm om de stad hulp te sturen. Toen
kwam er een gerucht uit 't Oosten, 't werd eerst
gefluisterd en later durfde men het elkaar hardop
toeroepen. Er kwam hulp, hulp uit den. hemel.
God zou een maagd zenden om Orleans te be
vrijden.
■Midden tusschen de groote bosschen aan den
rand der Vogezen, in het dorpje Dom Remy,
was Jeanne opgegroeid. Haar vader was een
eenvoudige boerenarbeider, haar moeder een
vrome vrouw, die Jeanne leerde naaien en spin
nen en haar alles vertelde, wat zij zelf wist van
heilige dingen, ledereen kende Jeanne als vroom
cn liefderijk, maar niemand wist hoe diep haar
innerlijk leven was. „Geboren in de schaduw
van de muren der kerk gewiegd door het gelui
der klokken, gevoed met legenden, was zij zelf
een reine legende in één onafgebroken snelle
baan, van haar geboorte tot haar dood," zegt van
haar de groote geschiedschrijver Miclielet.
Op een zomerdag was Jeanne in den tuin, aan
den kant van de'kerk zag zij een schitterend
licht en hoorde een stem: „Jeanne wees een
goed en braaf kind en ga dikwijls naar de kerk."
Een anderen keer zag zij een licht en in dat
licht schoone gestalten; een daarvan had vleu
gels en leek een ridder. Hij zeide tot haar:
„Jeanne, ga den koning van Frankrijk helpen,
gij zult hem zijn rijk teruggeven." Na vijf jaren
von strijd onttrok "Jeanne zich aan de tegen
werking van haar familie en ging, vertrouwend
op de stemmen, omdat haar Heer het wilde.
Het volk -geloofde in haar. de hovelingen, uit
lage berekening, waren haar vijandig, maar de
bewoners van Orleans die in nood waren, stuur
den bodg op bode naar den koning: „Zend ons
de Maagd, die ons zal verlossen, houd haar
niet terug, sire, laat haar gaan."
Eindelijk ontving de koning haar 's avonds in
een groote zaal; hij hield zich schuil en was
gekleed als de andere ridders Jeanne had hem
nooit gezien, maar ging recht op hem af, knielde
neer, omvatte zijn knieën en zei: „Lieve Dauphin,
ik heet Jeanne, de Maagd. De Koning des Êto
mels doet u weten door mij, dat gij zult worden
gezalfd en gekroond in de stad Reims en dat
gij zult zijn de regent voor den Koning der heme
len, Die Koning over Frankrijk is."
De omgeving van den koning was niet tevre
den, Jeanne moest door bisschoppen en geleerden
ondervraagd worden. Eindelijk liet men haar
gaan. Zij kreeg een blinkende wapenrusting, een
mooi zwart paard, zij voerde met zich den degen,
van de H. Catharina en een vaandel met leliën
bezaaid. De woeste krijgslieden, verwilderd in
den oorlog, werden onderweg bekeerd. Op den
weg naar Orleans liet zij een altaar oorichten
en ging met het heèle leger te communie.
In Orleans aangekomen, deden de hovelingen
zich weer gelden en wilden de stad ontzetten
zonder Jeanne. Al die nogingen mislukten, maar
onder aanvoering der Maagd, werden alle forten
genomen en de Engeischen moesten terugtrek
ken. Jeanne wilde den koning nu dadelijk naar
Reims leiden, om gezalfd en gekroond te wor
den. Alleen vertrouwend op de hulp van God,
moest Karei VII met een klein leger, slechts
met Jeanne aan het hoofd, naar Reims gaan.
De Engeischen werden onderweg verslagen,
Troyes werd genomen en onverwinnend trok de
koning Reim9 binnen om twee dagen later ge
zalfd en gekroond te worden
Jeanne wenschte dat haar taak nu vervuld
was en zij mocht teruggaan naar huis, 't was
of zij een xoorgevoel had van haar einde Maar
van den jongen man op de bank der beschul
digden zochten hem en een groote ontroering
sprak uit zijne trekken.
„De arme, oude mandacht hij: „ik heb
hem den yei schrikkelijks ten dag zijns levens be
reid en hij is zoo gobd voor mij geweest! Als
het vonnis uitgesproken wordt zal ik spreken.
Anny zal toch voor mij verloren zijn. Ik wil
ten minste zijn naam redden van de schande,
die ik daarover heb gebracht. Het zal Anny
smarten als zij hoort, hoe ik haar bedrogen heb,
maar voor later is het beter veel beter!"
Hij wist than9 dat een openlijke bekentenis
de eenigste boete was, die hij voor zijn misdaad
kon brengen. Sir Elliot en Anny waren dan
van den smaad gerei, zij konden zich geheel
los maken van den misdadiger die leed aan een
misdaad, welke hij niet bedreef. Het was een
zware taak, die hij zich oplegde. Tegen zichzelf
was hij altijd oprecht geweest en ook thans moest
hij erkennen, dat hij het zwijgen zou bewaren,
wanneer het oordeel buiten verwachting gunstig
mocht uitvallen. Hij had reeds zooveel geleden,
meende hij al de verschrikkingen wegens een
zware misdaad voor den rechter te staan. Ont
kwam hij nog gelukkig aan een veroordeeling,
dan was het onbestendige geluk, dat hem zoo
Elotseling den rug had toegekeerd, hem een
jlooning schuldig. Hij kon in dat geval niet
afzien van Anny. Geen gewetenswroeging kon
haar aan hem ontnemen?
jonge meisje, terwijl deze gedachten hem door
liet hoofd gingen. Hoe bleek was ze! Als door
smart versteend zat zij daar, van te voren reeds
verlamd door den 8lag, die vallen moest. Hij
zag, hoe zij zoo mogelijk nog bleeker werd, toen
een geschuifel vail voelen den terugkeer der jury
aankondigde. Het beslissende woord, dat reeds
verwacht werd, zweefde den rechter reeds op
de lippen, toen een politieagent hem een brief
overreikte. Stond die brief in verband met deze
kwestie? Een zacht gemompel liep door de zaal
en daarop volgde een gespannen zwijgen.
Lionel zelf had van dit intermezzo nauwelijks
notitie genomen. Hij wendde zijn oogen niet
af van Anny.
De rechter onderdrukte een kreet van ver
rassing. Hij stond op, het papier in de hand, en
©ogenblikkelijk waren aller oogen op hem geves
tigd, ook die van Lionel.
„Mijne heeren," begon hij, „er is iets merk
waardigs gebeurd en het is mij een groot
fenoegen u dit mede te kunnen deelen. Be
laagde zijn oog wendde zich met vrien
delijke deelneming naar Lionel „bereid u
voor op een groote verrassing. Een zieke heeft
op zijn sterfbed in het hospitaal bekend den
moordenaar van miss Bolero te zijn.
Onder deze omstandigheid kan de jury haar
werk als geëindigd beschouwen. Lionel Arthur
Hamilton, u is vrij. Laat mij u verzekeren, dat
niemand meer dan ik het oprechter kan betreu
ren. dat u zooveel leed onverdiend hebt motsen
doorstaan. Ik feliciteer u van ganscher harte."
Wat een tooneel volgde op deze woorden!
Lionel wist,nauwelijks wat er met hem gebeurde,
toen hij weinige seconden later als een vrij man
midden in de zaal stond, omringd van aden,
die hem liefhadden of hoogachtten. Vrienden,
bekenden, advocaten, ja zelfs menschen, die hem
geheel vreemd waren, verdrongen zich rondom
hem en allen wilden hem de hand schudden. Het
gezicht van sir Elliot straalde van vreugde, 't
was of de last van 20 jaren plotseling van
zijn schouders was genomen. Lachend en wee-
nen tegelijk klenfde Anny zich vast aan zijg
linkerarm. Zij zag niets, als haar bruiciegom,
die haar als uit den dood teruggegeven was.
Alleen Percy Walford was plotseling verdwe
nen, als de geest uit een sprookje. Hij schimpte
op de dwaze wereld, die zulk een kabaal maakte
om een vrijgesproken beschuldigde!
Des avonds werd te Vandover een groot feest
maal gehouden. Sir Elliot had er op gestaan
alle vrienden, die hem in den tijd der beproe
ving trouw gebleven waren, om zich te verza
melen. Zoo reed dan een talrijk gezelschap,
waaronder zelfs eenige heeren van de Jury, naar
het oude heerenhuis, en de ruime eetzaal had
wellicht nooit zulk een vroolijke dischgenooien
gezien.
(Wordt vervolgd.)