1IE1WE HUL COURANT V K VALSCHE ERFGENAAM. Ifeuillêton iets over den Arbeider. I39J WIELBANDEN Schagchelstraat 7-9 hij de Anegang BUITENLAND BINNENLAND STATEN-GENERAAL STADSNIEUWS Maandag 17 April Tweede Biad Sosdkoopst Adres Ha J" Va Sla HHlERj Ad» -JQ1?- Berichten in drie resjefs» de scheepvaartverbinding met Wijziging van art. 192 der brondwet. Ziin blik dwaalde van air Elliot naar bet VI. DE CONTRACTEN. Wat is een contract of overeenkomst! Om het nu eens juridisch te zeggen: Eene wilsovereenstemming, blijkende uit de wilsver klaringen van twee of meer personen, partijen genaamd, met het doel een verbintenis aan te gaan, hetzij van een hunner hetzij van beiden. Onze wet kent twee soorten arbeidscontrao- len, te weten het individueele en het collectie1, e. Het eerste is de overeenkomst, waarbij de eene partij, de arbeider, zich verbindt gedurende zekeren tijd arbeid te verrichten tegen loon in dienst van de andere partij, den weikgever. Het woord „arbeid" omvat in zijn algemeen heid zoowel licliamelijken als geestelijken ar beid, zoodat de tooneelspeler, de redacteur even goed arbeiders zijn als de timmermansknecht of de winkelbediende. Vereiseht is dat de arbeid verricht wordt tegen loon, hetzij in geld, hetzij in anderen geoorloofden vorm. Een kellner of portier, die alleen op de fooien wordt aan genomen, of, zooals voorkomt, *den „patroon" een zeker bedrag moet betalen, is in den zin der Wet dus niet een arbeideT. De wet spreekt van het verrichten van arbeid „gedurende zekeren t'vid." De praestatie van den arbeider bestaat dus Diet, in het verrichten van één enkele handeling. De „Overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten" worden door eigen bepalingen geregeerd. De kruier of dienstman, die een Talïes naar den trein brengt, do tandarts die een kies trekt, de koeteier die iemand rondrijdt, zij allen verrichten enkele diensten. Bij de arbeidsoverkomst is de arbeider „in dienst van den werkgever." Deze laatste heeft de leiding en het toezicht bij den arbeid, tenvjj tusschen hem en den arbeider een gezagsverhou ding bestaat. Zulk een verhouding is niet aanwezig tus- sehen den dokter en den zieke, wèl daartentegen tusschen den geneesheer en een ziekeninrich- ting, waaraan hij vast. verbonden is. Doch laten wij nu het collectief contract be zien. Populair uitgedrukt is dit een gemeen schappelijke overeenkomst, gesloten door de vakvereeniging der werklieden met de vakver- eeniging der patroons of met één of meer pa troons afzonderlijk. Deze definitie is voor alle aibeiders begrijpelijk. Hieruit blijkt reeds dade lijk dat de vakbonden niet vijandig moeten staan tegenover de vorming van patreonsver- eenigingen want door deze laatsten wordt het terrein verruimd van het collectief arbeidscon tract waarvan de nuttigheid buiten twjjfel vast staat. Om over de bepalingen van een dergelijk con tract een kort overzicht te krijgen willen wij niet alle maar eenige bepalingen doen zien ver vat in een der nieuwste collectieve arbeidscon tracten, voorgesteld door de organisatie's uit de sigarenindustrie op 24 Februari 1910: De arbeider mag niet werken bij fabrikanten in eene staking of uitsluiting betrokken. Fabricksreglementen behoeven de goedkeu ring van de organisatie's. Huisarbeid wordt voor de georganiseerden verboden. Arbeidstijd 56 uren per week. Ferste 2 uur overwerk 15 ct. per uur extra, hij langer werk voor alle uren 20 ct. extra- Viermaal per week mag overgewerkt worden en niet langer dan 3 uur per dag en 150 uren per kalenderjaar. Uitbetaling Christelijk erkende feestdagen. De werkgever betaalt 1 loon voor de ziekteverzekering. Minstens twee vacantiedagen per jaar met be houd van loon; ieder jaar een dag meer tot 6 dagen. Verplicht lidmaatschap voor patroons en werklieden. Op elke 5 sigarenmakers één leerling enz. enz. Uit zulke contracten spreekt de kracht der organisaties. Zulke contracten ook voorkomen veol schadelijken Strijd en zij zijn daarom het middel voor den socialen vrede. De schoonheid van den arheidersstrijd komt ook in deze collectieve contracten tot uitdrukking cb zij ontlcenen daaraan de groote aantrekke lijkheid. Vastheid van arbeidsvoorwaarden, al zou niet aan alles voldaan zijn, het geeft een groote ge ruststelling en is een groote schrede nader tot kalmte en tevredenheid. Mr. BOMANS. Haarlem. ZWEDEN. Ook hier scheuring in de Soc. Dem. partij. Naar uit Kopenhagen door het Wolff-bureau wordt geseind, verneemt de „National Tiden- de" uit Stockholm: „In den laatsten tijd zijn in de sociaal-democratische partij ernstige mee- ningsverschillen ontstaan over de leiding der partij, vooral door Brauting. Diens krachtig optreden tegen de mannen, die de stormklok luidden, en zijn besliste eisch, dat de jong socia listen geen deel meer zouden nemen aan de lei ding der partij, zijn de naaste oorzaken tot de vorming van een nieuwe socialistische partij- groep. Op voorstel van den secretaris der partij Friedrich Stroem besloot een deel van de so- ciaal-demoeatische groep in den Rijksdag een nieuwe groep te vormen en uit de arbeiders partij te treden. Tot die nieuwe groep-behooren op het oogen- blk 15 leden, waarvan de bekendste is burge meester Lindhage." Niettegenstaande de scheuring reeds aan staande was, hebben de socialisten, bij de ver kiezingen voor de provinciale besturen, wam door de leden der Eerste Kamer worden geko zen, welke verkiezingen thans afin geëindigd ecu greote vermeerdering van stemmen gerregen, waardoor zij een groot aantal zetels veroverden, voor een gering gedeelte, ten koste van de con servatieven en een aanmerkelijk deel, ten kosten van de libeialen. Te Moskou is overleden generaal Plehwe, die vroeger, vóór generaal Koeroptkin, opperbe velhebber was van het noordelijk front. De Toskaanscihe persvereeniging heeft wegens den papiernood bij de Italiaansche re geering op maatregelen aangedrongen. Het totaal aantal der sedert den oorlog in Duitschland opgeheven dagbladen en tijdschrif ten bedraagt nu reeds 3000. Om St. Petersburg van levensmiddelen te voorzien is besloten tot aanleg met spoed van 'n 433 K.M. lange spoorlijn,StPetersburg-Rybinsk. Het Britsche leger heeft „knuppel afdeelin- gen" geoefend, die met knuppels met stalen pun ten op nachtelijke overrompelingen uitgaan. De Weensche gemeenteraad is voorne mens, de belasting op de openbare vermakelijk heden, grondig te herzien. UIT DE STAATSCOURANT. Bij Kon. besluit is aan W. J. M. de Bas, op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van notaris te 's-Gravenhage. De gewone audiënties der ministers van Fi nanciën, Buitenlandsehe aaken en van Oor log hebben deze week niet plaats. ENGELAND HOUDT DEN GRItAN- INVOER TEG2N. Weder een staaltje van Engelanl's schan delijk machtsmisbruik t Het Haagsche oorresp.-bureau meldt, dat bericht is ontvangen dat bet stoomschip Ittensum van de Stoomvaartmaatschappij Oostzee, bestemd naar Buenoe-Ayree, om met regeerisgistgtraan naar Holland terug te komen, thans te Sunderland ligt om een la ding kolen in te nemen, doch dat de Engel- sche regeering de levering van bunkerkolen weigert, tenzij de maatschappij zich ver plicht deze boot met lading van La Plata naar Engeland te doen terugkomen. Terwijl dus de Nederlandsohe regeering gezorgd heeft èn voor het koopen van tarwe èn voor het beschikbaar stellen van seheeps- ruimte voor bet vervoer daarvan, schijnt de Engelsohe regeering het thans onmogelijk te maken tarwe in Nederland in te voeren voor zoover de booten, voor den aanvoer daarvan bestemd, in Engelsche havens zouden moe ten bunkeren. UITVOER VAN AARDAPPELEN. Aangezien bij het vorderen van liet seizoen het bederf ondier de minder houdbare soor ten aardappelen snel toeneemt en bet vast houden dezer partijen niet ten gevolge heeft dat, meer voedsel voor de bevolking be schikbaar blijft, doch dat de aardappelen tot bederf overgaan, heeft de minister van landbouw, nijverheid en handel aan de aard- appelvereeniging medegedeeld, dat weder een 29) „En leek het u niet toe, alsof meneer Ha milton in een gejaagde stemming verkeerde dat hij heel anders was, dan gewoonlijk?" „Ja, edelachtbare," erkende de oude man zacht. De verdediger richtte tot dezen getuige geen enkele vraag en thans kwam de beurt aan den portier van het theater en een paar vriendinnen van miss Bolero. Vervolgens verscheen de hos pita der vermoorde vrouw. Zij verhaalde met veel omslachtigheid de geheele geschiedenis. Des avonds was een man gekomen, die naar miss Bolero gevraagd had. Zijn gezicht had zij niet duidelijk kunnen zien, maar hij was groot en breed van schouders geweest en had het voorkomen van een gentleman gehad. „Leek hij op beklaagde?" vroeg de president. „Ja, edelachtbare." „Kan u onder eede getuigen, dat beklaagde de man is, die in den nacht van den moord bij informeerde naar miss Bolero?" „Neen, onder eede durf ik dat niet zeggen, daarvoor zag ik hem niet duidelijk genoeg. „M?nr u gelooft, dat hij het was?" „Jawel, edelachtbare." Lionel lachte bitter. Hij was in den bedoelden nacht niet eens in Valham geweest. De inbeel dingen van deze babbelzieke vrouw zouden er het°hare toe bijdragen hem aan de galg te helpen. De zitting werd thans eenigen tijd geschorst, daar de tijd van het tweede ontbijt aangebroken was. Sir Elliot geleidde Anny naar buiten en Mary Davenport voegde zich daar bij hen. De beide meisjes omarmden elkander schreiend. „O Mary, ze zullen hem veroordeelen," snikte zij. „Het zal mijn dood zijn." Wat zou Mary haar tot troost zeggen? Ieder een dacht als Anny en het zou doelloos en wreed geweest zijn een valsche hoop in haar op te wekken. In weerwil van het aandringen yan Mary was het Anny onmogelijk ook maar een beetje brood te nuttigen. Zwijgend zat zij aan de groote tafel in net hotel, de handen samen ge vouwen in den schoot, de oogen wezenloos zoo stil en bleek, alsof het leven uit haar ge weken was. Na een korte pauze keerden allen weder terug naar de rechtszaal. Er werden nog verschei dene getuigen gehoord en al meer bewijzen voor Lionel's schuld werden aangevoerd. Toen eindelijk de gezworenen zich in een kamer terug trokken was er weinig twijfel onder het publiek, hoe het oordeel zou luiden. Sir Elliot zat als een gebroken man op zijn stoel, De oogen zekere hoeveelheid van cfe meest aan bederf onderhevige aardappelen ten uitvoer wordt toegelaten. In verband daarmede «uilen con senten worden afgegeven voor witvleezige aardappelen van zand- en veengronden, wel ke soorten hier te lande niet gegeten wor den, alsmede voor een klein deel der geel- vleezige soorten. EEN STUDIEREIS VOOR INGENIEURS. Aan de Ingenieurs van den Rijkswater staat jhr. O. E. W. van Panhuijs c. i., F. L. Slingeman c. L en G. J. van den Broek c.L, is, naar bet weekblad „De Ingenieur" meldt, door den Min. van Waterstaat opgedragen in het begin der volgende maand een studie reis te maken naar Noord-Amerika, in ver band met de aanhangige ontwerpen voor de groote schutsluis te IJmuiden, voor Maas- kanalisaie en voor bet kanaal Weesem—Ne- derweert. Eerstgenoemde ingenieur zal bo vendien het Panamakanaal beizceken. NED.-INDIE. Er dreigt eenige stagnatie in den dienst der mailschepen op de Nederlandsdhe kolo niën. Vast staat nu reeds, dat de Stoomvaart maatschappij «Nederland" en de Rottexdam- sche IJoyd in geen geval meer, vóór bet einde van den oorlog, bun groote nieuwe schepen er aan willen wagen. De J. P. Coen, de Prins der Nederlanden, de Juliana, d» Insnünde, de Coen toer, de Tabanan en de Tamibora zijn reeds opgelegd of zullen, voor zoover zij nog onderweg zijn, geen verdere reizen doen. Met de andere, kleinere passa giersschepen, wilden de maatschappijen oen dienst op Indië onderhouden, wanneer de regeering een gedeelte van het molest-risico draagt. Dienaangaande werden met de Regeering, naar het H'bld. meldt, onderhandelingen ge voerd. Wat het geven van een garantie be treft bij het verloren gaan van mailschepen heeft de regeering zje]j met vele reserves daartoe tot op zekere hoogtebereid ver klaard, doch daaraan de voorwaarde verbon den, dat deze garantie alleen betrekking zou hebben op schepen, die georpédoerd worden. Deze beperking nu achten de maatschappijen onaannemelijk, gegeven het feit, dat torpe deering door de oorlogvoerenden gewoonlijk eenvoudig wordt ontkend en dan het bewijs oiterst moeilijk i6 |e ieveren. Dit risico wen sen en de directies niet op zich te nemen. Zij willen alleen genoegen nemen met een ga rantie tegen molest, zonder meer. Hiermede zijn de onderhandelingen op een dood punt gekomen. de VERJAARDAG van prins HENDRIK. Naar wij vernemen, hebben H. M. do Ko ningin en Z. K. H. de Prins het voornemen, evenals verleden jaar-, geen receptie of fees telijkheden te doen plaats hebben - op den verjaarlag van den Prins. DISTRIBUTIE VAN GENEESMIDDELEN. Naar wij vernemen, lieeft zich een com missie gevormd, 'die zich en doel stelt de distributie van geneesmiddelen voor ons land te regelen, welke commissie daartoe op het oogenfblik overleg pleegt met de Regeering. DE AANHOUDING ONZER MAILS. Inzake de aanhouding onzer mails richtte de Regeering eene ongeveer gelijkluidende nota tot de Britsche- en de Franselie Regee ring. In die aan de Briteeho Regecring zet onze Regeeriag- uiteen, dat op den huldigen dag d© postdienst tusschen Nedeerland en de oveTzeeec-ihe landen,' ja zelfs met de Neder- landsehe kolonian, onzeker is geworden. De groote" vertragingen, welke de overbrenging der brieven ondervindt, zijn, zegt zij, op zich- zeüve 'reeds zeer schadelijk voor de handels- en particuliere belangen van afzenders zoo wel als van geadresseerden. Boyendien be staat geen enkele zekerheid zoomin ten aan zien van den duur van den overtocht dei- brieven als ten aanzien van de schepen, waarmede de overbrenging geschiedt, na de inbeslagneming. 'Onder deze om handighe den weigeren de verzekeringismaatstnappiien verzekeringen af te sluiten met betrekking tot per zeepost verzonden waarden. Dikwijls wordt de in beslag genomen brie venpost overgebracht op een Eng&lsch schip, hetgeen haar zonder eenig-e noodzaak bloot stelt aan gevaren, welke men juist en terecht heeft willen vermijden door haar toe te ver trouwen aan NcdcrlandseLe schepen. Het is overigens volmaakt onzeker of de zendingen naar hare bestemmingen worden doorge zonden door de Engelsche autoriteiten. Deze houden de brieven achter zonder dat afzen der of geadresseerde eendg bericht daarvan ontvangt, of zij laten 20 de reis vervolgen na ze van den inhoud te hebben ontdaan. In het laatste geval blijven de rechthebbenden volslagen onbekend met Let lot van hun in beslag genomen eigendom. Na daarna gereleveerd te hebben de inbe slagneming van waardepapieren door Ne derlanders verzonden naar Noord en Zuid- A me rik a enz. die h-i- door geen enkele regel van het volkerenrecht is gerechtvaardigd en eene directe aanranding vormt van de eigen domrechten der Nederlandsohe onderdanen en Banken, die de waarden, welke het hier betreft, aan den postdienst hadden toever trouwd, terwijl zij bovendien hoogst ernstige nadeel berokkent aan de Nederlandsche be langen, doordien zij elke -verwend i ernst langs den weg ter zee van waardepapieren, toebe- hoorende aan Nederlanideche onderdanen, ondoenlijk heeft gemaakt, besluit de nota: De Nederlandsche regeering had zich ge vleid dat de documenten en de waarden, door de Britsche autoriteiten uit de brieven post gehaald, binnen een kort tijdsverloop aan de rechthebbenden zouden zijn terugge geven: zij verwacht zulk6 alsnog en behoudt zich voor om ten behoeve van laatstbedoel- den een schadevergoeding te vorderen we gens de schaden door ben geleden tengevolge van de door de Britsche autoriteiten geno men onwettige maatregelen. DE BRUINBROODREGELING. In verband met de nieuwe bruinbroodre- geling worden, naar is gemeld, vele bakkers gezellen met werkloosheid bedreigd. De Am- sterdami&che bakkerspatroonsvereenigingen adresseerden reeds in dezen aan den minis ter van Landbouw enz. Thans lezen wij in de N. R. Ct. dat eenige leden van de vereeniging. De Vereenigde Luxe-broodfabrikanten te Rotterdam bobben besoten tot aabzegging van bun personeel van ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Anderen hebben een regeling getroffen, waarbij bot werk onder bet pen&oneel zal wor den verdeeld. Onder de bakkersgezellen wordt gesproken over een staking van den arbeid, indien ten gevolge van de ministerieele beschikking oen groot deel hunner werkloos zou worden. De hoofdbesturen van den Nederlandschen Bakkerspatroonsbond en van den Nederland sche werkgevers in het bakkersbedrijf zullen heden door minister Pcsthuma. worden ont vangen om dezen de bezwaren mede te doe len tgen den regeeringsmaatregcl om van 24 dezer af alleen bruiubrood te doen bakken. Laatstgenoemd hoofdbestuur heeft in een onderhoud met den directeur van het Rijks- grannburcuu als oplossing voor de moeilijk heden aangegeven, dat van regeeringswege wordt toegestaan, behalve bruinbrood ook klein brood te bakken. Wordt dat laatste toegestaan, dan hoopt men, dat de dreigende werkloosheid voor vele bakkersgezellen zal kunnen worden afgewend. Brio kinderen overreden. Drie kinderen, meisjes van 713 jaar, van den heer Van M. te Gouda, zijn gisternamiddag op den Bodegraal'schea straatweg door de auto van den heer E. B. te Gouda overrcaea, dooraat de kinderen onverwacht den weg wilden oversteken. Een der kinderen is levensge vaarlijk, voornamelijk aan het hoofd ver wond; een tweede meisje kreeg minder ern stige kwetsuren aan de beenen. Beiden wer den naar het ziekenhuis te Gouda vervoerd, liet derde meisje kreeg geeh noemenswaard letsel. GEWISSELDE STUKKEN. Ingediend is een .w.o. tot wijziging van art. 192 der Grondwet. In de toelichting wordt opgemerkt, nadat is gereleveerd, i A de Bevredigingscommissie, behoudens het afwijkend gevoelen van een der leden ten aanzien hiervan tot overeenstemming is ge komen IJat resultaat, het gevolg van geduldig overleg en verzoeningsgezindheid, is inlioo- ge mate verblijdend, omdat mag worden aangenomen dat daarmede de grohdslag is gelegd voor een krachtige ontwikkeling van ons nationaal onderwijs in zijn ganschcn omvang. Bij het aangeboden ontwerp is zoowel de door de Staatscommissie overeengekomen tekst als de .toelichting zonder eenige wij ziging overgenomen. De herziening van art. 192 kan thans gelijktijdig met die van art. 89 worden behandeld. Uitbreiding van de suiker bietenteelt. De minister van Landbouw enz. heeft eenige vragtn van den heer J. Ter Laan aangaande de uiUueiding van de suikerbie tenteelt beantwoord. Blijkene dat antwoord is aangaande dc vraag of er vrees bestaat, dat de landbou wers met wintertarwe bezaaid land zullen omploegen ten einde dit land met suiker- hielen te kunnen bezaaien, een onderzoek door de rijkslarwlbonwleeraren ingesteld. Deze zijn éénsluidend in hun oordeel, dat omploeging van wintertarwe niet of niet van betecikenis méér plaats heeft dan in normale jaren en dat bet omploegen ziclh beperkt tot pereeelen, die een minder goeden stand ver- toonen en dus geen uitzicht op een goeden oogst bieden. In sommige streken staat wel iets minder tarwe te velde dan in vorige jaren, doch men wijt dit niet aan omploeging ten be hoeve van de bietenteelt, doch aan de min der goede finaucieele vooruitzichten dei teelt, in vergelijking met andere teelten. Dat echter een goed perceel wintertarwe wordt omgeploegd, zal in het geheel niet of slechts bij hooge uitzondering voorkomen. De minister zet verder uiteen, dat er nau welijks een ander gewas is aan té wijzen, dat per H.A. meer voedsel voor mensch en dier oplevert dan juist de suikerbieten, zoodat uitbreiding dezer cultuur, ook onder de te genwoordige omstandigheden geenszins te betreuren is. Dit laatste geldt in zekeren zin wel van enkele speciale handelsgewassen als mos terdzaad, karweizaad, kaDariezaad, blamv- maanzaad en andere. De minister is dan ook voornemens daartegen de krachtigste maat regelen te nemen en heeft daaraan reeds een begin van uitvoering gegeven. DE MARIA-VEREENIGINO. Voor de leden der Maria-Vereeniging hield mevr. S. Erens-Bouvy Donderdagavond een lezing over Jeanne d'Arc. Het onderwerp is actueel, omdat in Frankrijk duizenaen de voor spraak der Maagd, die nu in den hemel is, voor hun vaderland inroepen. Eenvoudig verha.end gaf mevr. Erens van Jeanne d'Arc een levens beschrijving, interessant door de vele gegevens uit geschiedschrijvers en kronieken verzameld, aantrekkelijk door ingevlochten beschouwingen. Frankrijk was in het midden van den lüU-jari- gen oorlog. De Engeischen hadden het beleg geslagen voor de stad Orleans, die Frankrijk naar het Zuiden beschermde en het hart zelf was van de partij, die trouw gebleven was aan den wettigen heer. den Dauphin. Karei VU zeli was te arm om de stad hulp te sturen. Toen kwam er een gerucht uit 't Oosten, 't werd eerst gefluisterd en later durfde men het elkaar hardop toeroepen. Er kwam hulp, hulp uit den. hemel. God zou een maagd zenden om Orleans te be vrijden. ■Midden tusschen de groote bosschen aan den rand der Vogezen, in het dorpje Dom Remy, was Jeanne opgegroeid. Haar vader was een eenvoudige boerenarbeider, haar moeder een vrome vrouw, die Jeanne leerde naaien en spin nen en haar alles vertelde, wat zij zelf wist van heilige dingen, ledereen kende Jeanne als vroom cn liefderijk, maar niemand wist hoe diep haar innerlijk leven was. „Geboren in de schaduw van de muren der kerk gewiegd door het gelui der klokken, gevoed met legenden, was zij zelf een reine legende in één onafgebroken snelle baan, van haar geboorte tot haar dood," zegt van haar de groote geschiedschrijver Miclielet. Op een zomerdag was Jeanne in den tuin, aan den kant van de'kerk zag zij een schitterend licht en hoorde een stem: „Jeanne wees een goed en braaf kind en ga dikwijls naar de kerk." Een anderen keer zag zij een licht en in dat licht schoone gestalten; een daarvan had vleu gels en leek een ridder. Hij zeide tot haar: „Jeanne, ga den koning van Frankrijk helpen, gij zult hem zijn rijk teruggeven." Na vijf jaren von strijd onttrok "Jeanne zich aan de tegen werking van haar familie en ging, vertrouwend op de stemmen, omdat haar Heer het wilde. Het volk -geloofde in haar. de hovelingen, uit lage berekening, waren haar vijandig, maar de bewoners van Orleans die in nood waren, stuur den bodg op bode naar den koning: „Zend ons de Maagd, die ons zal verlossen, houd haar niet terug, sire, laat haar gaan." Eindelijk ontving de koning haar 's avonds in een groote zaal; hij hield zich schuil en was gekleed als de andere ridders Jeanne had hem nooit gezien, maar ging recht op hem af, knielde neer, omvatte zijn knieën en zei: „Lieve Dauphin, ik heet Jeanne, de Maagd. De Koning des Êto mels doet u weten door mij, dat gij zult worden gezalfd en gekroond in de stad Reims en dat gij zult zijn de regent voor den Koning der heme len, Die Koning over Frankrijk is." De omgeving van den koning was niet tevre den, Jeanne moest door bisschoppen en geleerden ondervraagd worden. Eindelijk liet men haar gaan. Zij kreeg een blinkende wapenrusting, een mooi zwart paard, zij voerde met zich den degen, van de H. Catharina en een vaandel met leliën bezaaid. De woeste krijgslieden, verwilderd in den oorlog, werden onderweg bekeerd. Op den weg naar Orleans liet zij een altaar oorichten en ging met het heèle leger te communie. In Orleans aangekomen, deden de hovelingen zich weer gelden en wilden de stad ontzetten zonder Jeanne. Al die nogingen mislukten, maar onder aanvoering der Maagd, werden alle forten genomen en de Engeischen moesten terugtrek ken. Jeanne wilde den koning nu dadelijk naar Reims leiden, om gezalfd en gekroond te wor den. Alleen vertrouwend op de hulp van God, moest Karei VII met een klein leger, slechts met Jeanne aan het hoofd, naar Reims gaan. De Engeischen werden onderweg verslagen, Troyes werd genomen en onverwinnend trok de koning Reim9 binnen om twee dagen later ge zalfd en gekroond te worden Jeanne wenschte dat haar taak nu vervuld was en zij mocht teruggaan naar huis, 't was of zij een xoorgevoel had van haar einde Maar van den jongen man op de bank der beschul digden zochten hem en een groote ontroering sprak uit zijne trekken. „De arme, oude mandacht hij: „ik heb hem den yei schrikkelijks ten dag zijns levens be reid en hij is zoo gobd voor mij geweest! Als het vonnis uitgesproken wordt zal ik spreken. Anny zal toch voor mij verloren zijn. Ik wil ten minste zijn naam redden van de schande, die ik daarover heb gebracht. Het zal Anny smarten als zij hoort, hoe ik haar bedrogen heb, maar voor later is het beter veel beter!" Hij wist than9 dat een openlijke bekentenis de eenigste boete was, die hij voor zijn misdaad kon brengen. Sir Elliot en Anny waren dan van den smaad gerei, zij konden zich geheel los maken van den misdadiger die leed aan een misdaad, welke hij niet bedreef. Het was een zware taak, die hij zich oplegde. Tegen zichzelf was hij altijd oprecht geweest en ook thans moest hij erkennen, dat hij het zwijgen zou bewaren, wanneer het oordeel buiten verwachting gunstig mocht uitvallen. Hij had reeds zooveel geleden, meende hij al de verschrikkingen wegens een zware misdaad voor den rechter te staan. Ont kwam hij nog gelukkig aan een veroordeeling, dan was het onbestendige geluk, dat hem zoo Elotseling den rug had toegekeerd, hem een jlooning schuldig. Hij kon in dat geval niet afzien van Anny. Geen gewetenswroeging kon haar aan hem ontnemen? jonge meisje, terwijl deze gedachten hem door liet hoofd gingen. Hoe bleek was ze! Als door smart versteend zat zij daar, van te voren reeds verlamd door den 8lag, die vallen moest. Hij zag, hoe zij zoo mogelijk nog bleeker werd, toen een geschuifel vail voelen den terugkeer der jury aankondigde. Het beslissende woord, dat reeds verwacht werd, zweefde den rechter reeds op de lippen, toen een politieagent hem een brief overreikte. Stond die brief in verband met deze kwestie? Een zacht gemompel liep door de zaal en daarop volgde een gespannen zwijgen. Lionel zelf had van dit intermezzo nauwelijks notitie genomen. Hij wendde zijn oogen niet af van Anny. De rechter onderdrukte een kreet van ver rassing. Hij stond op, het papier in de hand, en ©ogenblikkelijk waren aller oogen op hem geves tigd, ook die van Lionel. „Mijne heeren," begon hij, „er is iets merk waardigs gebeurd en het is mij een groot fenoegen u dit mede te kunnen deelen. Be laagde zijn oog wendde zich met vrien delijke deelneming naar Lionel „bereid u voor op een groote verrassing. Een zieke heeft op zijn sterfbed in het hospitaal bekend den moordenaar van miss Bolero te zijn. Onder deze omstandigheid kan de jury haar werk als geëindigd beschouwen. Lionel Arthur Hamilton, u is vrij. Laat mij u verzekeren, dat niemand meer dan ik het oprechter kan betreu ren. dat u zooveel leed onverdiend hebt motsen doorstaan. Ik feliciteer u van ganscher harte." Wat een tooneel volgde op deze woorden! Lionel wist,nauwelijks wat er met hem gebeurde, toen hij weinige seconden later als een vrij man midden in de zaal stond, omringd van aden, die hem liefhadden of hoogachtten. Vrienden, bekenden, advocaten, ja zelfs menschen, die hem geheel vreemd waren, verdrongen zich rondom hem en allen wilden hem de hand schudden. Het gezicht van sir Elliot straalde van vreugde, 't was of de last van 20 jaren plotseling van zijn schouders was genomen. Lachend en wee- nen tegelijk klenfde Anny zich vast aan zijg linkerarm. Zij zag niets, als haar bruiciegom, die haar als uit den dood teruggegeven was. Alleen Percy Walford was plotseling verdwe nen, als de geest uit een sprookje. Hij schimpte op de dwaze wereld, die zulk een kabaal maakte om een vrijgesproken beschuldigde! Des avonds werd te Vandover een groot feest maal gehouden. Sir Elliot had er op gestaan alle vrienden, die hem in den tijd der beproe ving trouw gebleven waren, om zich te verza melen. Zoo reed dan een talrijk gezelschap, waaronder zelfs eenige heeren van de Jury, naar het oude heerenhuis, en de ruime eetzaal had wellicht nooit zulk een vroolijke dischgenooien gezien. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5