NIEUWE HAARL SUBMI DE VALSOHE ERFGENAAM. C. H. VOGELZMSiO Tweede Blad DE OCIKLOS BINNENLAND Uil PKoViPèClts AAN DE STAMTAFEL. _i- FEUILLETON Allerlei. STADSNIEUWS Vrijdag 28 April f 4000 bij levens!, ongeschiktheid tot werken - 500 bij overlijden - 300 bij veriies van een hand of voet - 850 bij verlies van een oog - 100 bij verlies van een duim 75 bij breuk van een arm of been eo bij verlies van een wijsvinger 25 bij* verlies van een anderen vinger GROOTE VOORJAARSGE VECHTEN IN AANTOCHT? VERSPREIDE BERICHTEN Osize BLOUSES en ROKKEN munten uit dooi* goeden pasvorm en afwerking GROOTE HOUTSTRAAT 20. 37) Alle betalende abonnës op dit Blad, die In het bezit zijn van eene Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor; De ultkeering dezer bedragen wordt gega randeerd door de „Hollandsche Algemeen® Verzekeringsbank" te Schiedam.' De vóór 1 October 19U uitgegeven polissen zijn niet geldig. Reeds dagen achtereen hebben wij in ons overzicht gewezen op de betrekkelijke rust, welke zoowat op alle gevechtsterreinen heerscht. Op het Westelijk front waar de Duitschers te genover de Engelschen staan en op verschillen de plaatsen in de buurt" van de Franseh- Duit- sche grens worden slechts plaatselijke g&veck ten geleverd. Bij Verdun niets meer, dan een werkzaamheid van de artillerie. Het mooie weer van de laatste dagen heeft al-leen aanleiding gegeven tot wederzijdsche ondernemingen van luchtstrijdkrachten. Toch is het voorjaar nu zoover gevorderd, dat men eerlang ondernemingen van beslissenden aard kan verwachten. Ondernemingen, die be stemd zijn om op zijn minst een gedeeltelijke be slissing uit te lokken. De overzichtschrijver van de „N. R. Ct.", die hieraan ook zijn aandacht wijdt, herinnert er in dit verband aan, dat het vorige jaar de eerste Mei de verassing bracht van den doorbraak van het Russische front bij Taraow en Gorliee, waarop de verdrijving der Russen uit Polen en Galioië gedurende den zomer volgde. Op het Westelijk front bleef het evenwel den heeleu zomer rustig. Eerst in September kwam het of fensief der geallieerden in Champagne als ant woord op den aanval van den eentralen op Ser vië. Dat offensief vermocht echter den toestand niet van belang te wijzigen. Het ia nu nog geen Mei en toch hebben wij reeds met twee ondernemingen te doen gehad die als pogingen op groote schaal kunnen wor den gequalificeerd, om althans een gedeeltelijke beslissing te verkrijgen. Ten eerste het offen sief der Duitschers tegen Verdnn en ten tweede het offensief van de Russen op het Noordooste lijke Duitsche front. Het offensief van de Duitschers hij Verdun onderscheidt zich van vorige pogingen van dien aard, van beide zijden beproefd, vooral door zijn langèn duur. Terwijl van het jongste offensief der Russen, evenals van andere offensieve po gingen van dien aard, nadat bleek, dat zij niet spoedig tot het beoogde doel voerden, na een paar weken geen spoor meor over was, houdt het Duitsche offensief bij Verdun, ofschoon het evenmin spoedig tot een succes van beslissende beteekenis heeft gevoerd, nog steeds aan. Al is er voor het oogenblik betrekkelijke rust, alles wijst erop dat de Duitschers het hier nog niet opgegeven hebben en zoolang kan men niet met zekerheid zeggen wat de uitslag van dezen strijd zal zijn. Met het vorderen van het voorjaar kan men evenwel ook elders spoedig gToote ondernemin gen verwachten, daar beide partijen een succes van beslissenden aard dringend noodig hebben. over gewapende koopvaarders van oorlogvoe rende naties wordt vastgesteld. Zij erkent het recht van zulke schepen om zich tot verdediging to wapenen, maar overweegt dat er een verschil is tusschen dit recht en tusschen het op zee kruisen met het doel om oorlogsbodems des vijands aan te vallen. Zij constateert dan dat koopvaarders, die hun bewapening met 'n agres sief doel gebruiken, geen aanspraak kunnen maken op de gastvrijheid der onzijdigen, maar dat de koopvaarders der oorlogvoerenden het recht van zelfverdediging mogen uitoefenen, 't zij door te vluchten, 't zij door weerstand te bieden. Doch, wanneer zij na gesommeerd te zijn om zich over te geven, hun wapenen gebrui ken ten einde den vijand op een afstand te hou den, of indien zij vluchten, dan mag het oor logsschip geweld gebruiken om het tot over gave te dwingen. In Washington acht men deze verklaring - doeld als een antwoord op de jongste Duitsche nota over dit onderwerp. Het dienstpliehtvraagstuk in Engeland. Dezer dagen hebben wij gemeld, dat de Engel- ache -regeering, naar Asquith aan het Lager huis mededeelde, besloten is den dienstplicht ook voor getrouwde mannen, m. a. w. algemee- nen dienstplicht voor te stellen, bijaldien er niet in de eerste maal 50,000 en dan verder wekelijks "15,000 getrouwde mannen zich vrij willig aanmelden, tot er ten minste 200,000 zijn. Aangezien het in den menschelijke natuur ligt, of althans in de natuur van velen, om te denken, waar het een onaangename plicht geldt: waarom ik wel en mijn buurman niet? zal het gevolg wel zijn, dat de meesten die m aanmerking komen zullen zeggen: als het dan wezen moet, moeten ze maar dwingen. Men kan dus gerust-elijk verwachten, dat de regee ring eerlang met het voorstel tot invoering van dienstplicht ook voor getrouwde mannen komt, waarna het Parlement het ongetwijfeld zal aan nemen. Wat wel vreemd aandoet, is dat Asquith daar toe het voorstel zal doen. Hij heeft toch den tegenstand tegen den dienstplicht voor ge trouwde mannen tot zwijgen gebracht door de plechtige verzekering, dat hij er nooit toe zou medewerken dien dienstplicht uit te breiden. Zou hij dan een woorbreker zijn? Waarschijn lijk niet. Hjj zal wel die een meester in dub belzinnige uitdrukkingen is zijn woorden zoo hebben gekozen, dat hij zich niet geheel bond. Maar do indruk, dien hij met zijn belofte heeft gemaakt, is ontegenzeggelijk, dat de dienstplichtwet niet het begin zou zijn van een uitgebreider dienstplichtalthans dat hij er nooit toe zou medewerken, haar dat te maken. De New Statesman schreef nog in zijn laatste nummer, dat een groot aantal menschen in den lande de dienstplicht-wet hadden aanvaard „op de zoo stellig mogelijke gelofte dat de dwang niet verder zou gaan." Een Amerilaansche verklaring inzake gewa pende handelsschepen. Een Reu ter telegram uit Washington meldt, 3at aldaar een algemeene verklaring is uitge geven, waarin de houding der U. S. A. tegen- DE VERJAARDAG VAN PRINSES JULIANA. Naar wij vernemen is het, evenals ten vorigen jare, het plan van H. M. de Ko ningin om Jen verjaardag van H. K. H. de Prinses op 30 dezer zonder uiterlijk feestvertoon te vieren, zoodat ook geen re ceptie wordt gehouden. Ben Fransch vliegtuig opgepikt. Giste ren is door den Scheveningsclien logger SOH 187 van de Reederij Zuurmond te Scheve- ningen in de Schevcningsche haven aan gebracht een vliegtuig, dat de Franschen kleuren droeg en waarin een Engclsch of ficier zat. Het vliegtuig een tweedekker werd in volle zee, 40 mijlen uit de kust, dus buiten de territoriale wateren opgepikt. Vernomen wordt, dat de Engelsche offi cier, vóórdat hij met zijn vliegtuig dooi de SCH 187 werd opgenomen, ongeveer 30 uren op zee had rondgezwalkt. Hij had we gens benzinegebrek moeten dalen. Gevaarlijk spel. In eene weide te Zuid- Escbmarke bij het buiten van den heer M. Udink ten Date te Enschede speelde diens 12-jarig dochtertje en haar eveneens 12- jarig vriendinnetje, het dochtertje van den heer Ant. Scholten uit Enschede. Naar aan leiding van het verzoek der meisjes om eens te schieten, richtte een daar gestation- neerd s|oldaat spelenderwijs zijn geweer, waarvan hij meende dat het niet geladen was, op de kinderen. Het wapen, dat wel geladen bleek .te zijn, ging af en de kogel ging het meisje van den heèr Scholten dwars door den buik en vervolgens het an dere meisje door het been. De -wonden zijn niet gevaarlijk. Het eerste meisje wordt verpleegd in het ziekenhuis, het andere bij hare ouders thuis. genoot, en die ten voordeele van het goede doel washet mocht niet baten. Een heer, wien een bloemetje werd aangebo den, liep door, zonder zich zelfs te verwaardigen, met eene ontkenning te antwoorden. Een dame in 't zwart fluweel maar waar om zullen we nog meer van die onaangename tooneeltjes aanhalen. Gelukkig is het aantal klein te noemen, echter altijd nog te groot. Het won derbaarlijkst is evenwel, dat het in den regel dames zijn, die weigeren een bloempje te koo- pen, alhoewel er onder de heeren ook nog te veel bokkeneezen rondloopen, die botweg weigeren. Een heer protesteert er tegen, en dat maakt weer veel goed, dat hij op het drukste gedeelte van den dag herhaaldelijk door het drukste ge deelte van de stad is geloopen zonder dat één bloemenverkoopster op hem afkwam om een een bloem op zijn jas te steken. Hij is dan ook een geheelen dag bloemloos gebleven. Willen de bloemenverkoopsters deze klacht van een vrien delijk heer eens in de ooren knoopen Wat moet toch wel-de gedachtengang zijn vooral van die menschen, die naar uiterlijk en kleeding te oordeelen, tot den beschaafden en ontwikkelden stand behooren, voor wie een dub beltje niets is, en die met een nijdig gezicht of met een snauw het verdraaien, een bloempje te koopen, waarvan de opbrengst is bestemd voor arme en zieke menschen. Het eigenbelang bij de tuberculosebestrijding laten we nu maar rusten. Maar, zooals aan het begin gezegd, ze zijn gelukkig te tellen, die zoó doen en laat ons hopen, dat spoedig de tijd moge aanbreken, dat iedereen zonder uitzondering op den nationalen weldadigheidsbloemendag zich tooit met het tuberculosebloempje, dat een eereteeken is voor dengene, die het draagt. Mogen ook de tijdsomstandigheden voor ieder "daartoe medewerken. De algemeene sym pathie voor het doel: tuberculosebestrijding is groot ensteeds wassende. Dit te kunnen vaststellen eiken bloemendag, is een gelukkig verschijnsel, dat met vreugde wordt begroet. SCHOTEN. GEMEENTERAAD. In den raad van gisterenavond was de heer Boxs niet lrefimegeving afwezig. Be gonnen werd met eene geheime zitting ter behandeling van belasting-Kaken. De open bare zitting werd daarna voor geopend ver klaard, maar aanstonds weder gestoten. Na de heropening te circa 931 uur werd besloten met intrekking van een vorig raadsbesluit, thans ten bate der gasfabriek aan te gaan eene geldkening van 80,000. l'n verband hiermede zeide de heer HOOY dat het hem gewenselit voorkwam daar de finautiën er slecht voorstaan, om 't in een vorige zitting genomen besluit inzake een hulpscihool op te schorten. Een daartoe door hem gedaan voorstel werd door B. en W. overgenomen en door den raad goedgekeurd. Aangenomen werden de reedie gemolde voorstellen van B. en IV. inzake dc gemeente- begroeting voor 1916 en een adres om aan koop van een gedeelte grond aan den Mid denweg. Eveneens werden aangenomen die van B. en W. aangaande bet verlies van het gasbedrijf over 1915. Ten opzichte van adressen om gebruik te mogen maken van het gymnastieklokaal van school B besloot, de raad ze niet in handen van B. en W. ter afdoening te stellen, maar ze zelf af te doen. In een volgende zitting zal er omtrent worde beslist. Des raads goedkeuring verwierf het voor stel van B. en V'. inzake eene wijziging van de verordening op do heffing van opcenten op de personeele belasting en vastgesteld werd eene verordening aangaande het amb ten tampers on cel der gasfabriek. Met aanhouding van een paar andere agen dapunten werd daarna overgegaan tot de behandeling der ingekomen stukken. Daaronder was een verzoek van de afd. Schoten van den' Ned. Eed. Bond van Ge meentewerklieden inzake liet ontslag van den grasstoker J. Negrito, strekkende om bij B. en W. aan te dringen om dat ontslag onge daan te maken. Op eene vraag van den heer Magendans dedr de heer VHEKOOY als lid der gas- eon-missie mede, dat de man is ontslagen volgens den ontslagbrief, omdat er voor hem geen werk meer is, maar dat de Directeur aan de commissie had verklaard, dat de man anders toch ontslag had gekregen, omdat hij te lui was, sabotage pleegde en te weinig gas maakte, zoodat een opzichter achter hem moest worden gezet. De heer VERTON deelde mede, dat de nmn is ontslagen in verband met de invoering van mechanische beweegkracht aan de gas fabriek en dat men meende dat het beter is om een ongehnwden Haarlemmer inplaaie van een gehuwden Schotenaar te ontslaan. Of nu de man alleen om die redenen is ont slagen, is een andere vraag. Er ie reden om aan te nemen wat de lieer. Verkcoy dien aangaande zcide. De VOORZITTER zeide, dat z.i. de raad niet kan inwilligen bet verzoek van de fede ratie, omdat niet de raad, maar alleen de Directeur ontslaat; terwijl de heer VERTON Wat leukerds kunnen die kinderen toch zijn en vooral de jongens verkoopen soms echt ondeu gende moppen. Zoo trof ik er gisteren juist weer een aan bij iemand, waar ik even te visite was en het volgen de gesprek kon volgen, dat ik even opteekende on» het aan de stamtafel na te vertellen. De groenteboer kwam aan huis er. m'n gast vrouw verwijderde zich even om haar inkoopen te doen. Op dat oogenblik kwam kleine Jan van een vacantiewandeling thuis en bleef natuurlijk bij den groentenwagen staan en keek met groote begeerige oogen naar een mandje okkernoten. „Hou je van noten?" vroeg de groenteboer. „Ja," antwoordde Jan. „Neem dan maar een handje vol." Maar Jan aarzelde alsof hij niet durfde en eindelijk greep de groenteboer zelf een handvol uit de mand en liet die in Jan's pet vallen. Toen de moeder en haar kleine Jan weer bin nen waren, vroeg de moeder: „Jan, waarom durf de je zelf geen noten te nemen?" Jan lachte en zei: „Omdat zijn hand zooveel grooter is dan de mijne." Ik vond het leuk, dat die jongen zoo snedig wist te antwoorden en dacht toen ook weer aan dien kleinen Frits, die van z'n ma 'n standje kreeg omdat hij voortdurend z'n haar stond te kammen. „Maar Frits, zei mama, ga toch niet zoo dik wijls met dip kam door je haar." Je zult het er nog allei aa: uittrekken. „O, dat's mets, mama, zei de deugniet. U heeft immers nog genoeg in de kast liggen Ja, 't zijn me grappenmakers, die jongens! OOME DYC. tegenover den heer Magendans, die 't af keurde, dat de Directeur den man een mooi getuigschrift gaf en in de gaseommitcio van hem 1 eel ijk e dingen zeide, wat z.i. eene dub belzinnige houding is, 't opnam voor den Directeur. Men moet niet vergeten, voerde de wet houder aan, dat de man nog een verder leven voor den boeg heeft en dat hij daarin beter is gediend met een goed- dan met een slecht getuigschrift. De heer VERKOOY diende daarna eene motie in, „waarbij de raad zijne scherpe af keuring uitspreekt over de houding van den Directeur in de zaak van 't ontslag Negrito." Spr. achtte dat aanneming der motie eene goede les voor den Directeur kan zijn. De VOORZITTER deed opmerken, dat de Directeur, al moge hij dan niet juist in tie motiveeiing van 't ontslag zijn geweest, toch het recht had om 't te geven. Eii meendK dat de aanneming eener motie niet ie ge. ein-cht. De heer HOOY zeide een geheime zitting te zullen aanvragen en indien de heer Ver- kooy de motie handhaaft en er andere te zullen tegenstemmen. Overigens is spr. 't er mede eeras, dat bij een ontslagaanvrage on gehuwde Haarlemmers moeten voorgaan en meende hij, dat de federatie er 'n partijizaak van maakt en daarmede niet het being van den man dient. Teu slotte wordt besloten na behandeling van een paar andere punten, «leze zaak in eene zitting met gesloten deuren verder te behandelen. De verdwenen f 1124. Behandeld werden verder een verzoek schrift van den boekhouder der gasfabriek om intrekking van het raadsbesluit van 8 Maart 1916 eu een advies d.d. 18 April van de commissie, bedoeld in art. 18 der ambte- naareverordioning, betreffende hét iouitlag van den boekhouder der gasfabriek. De lieer HOOY deed een voorstel om den boekhouder alsnog in de gelegenheid te stil len om het geld vóór 1 Mei te beialen en om te bepalen dat, doet hij dat niet, bij daar na wordt ontslagen. Dit idéé vond noch bij den VOORZITTER, noch bij den heer VERKOOY instemming, welke laatste verklaarde, dat men indertijd had besloten den boekhouder geene verdere concessies te verleenen. De heer VAN STEEN verdedigde 't advies der commissie om den borg van den boek houder aan te spreken. Hij stelde de vraag wat men zal doen om het geld terug to krij gen, indien eenmaal dc boekhouder is ont slagen. De heer PRUSCHEN achtte dat men ver standig doet deze laatste vraag nu niet te stellen en verklaarde, dat de commissie den boekhouder niet van oneerlijkheid wil be schuldigen, maar dat haar plicht was om op de gemeentefinantiën te letten. Verder was rspr. tegen het voorstel van den heer Hooy. De heer VERTON zeide, dat indien de heer Viseer het geld alsnog betaalt, al is dan de termijn ervoor reeds verstreken, de zaak voor hem nog wel in orde kan komen. Do raad kan dan in een volgende vergade ring besluiten om bef ontslag in te trekken. Echter handhaaft de heer Hooy de motie en wordt die verworpen, dan is daarmede uitgemaakt dat voor den boekhouder niet eenig pardon meer is. Daarom doet de beer Hooy verstandig met 't voorstel in te trekken. De jonge jnan had waarschijnlijk verwacht, dat er niemand in de kamer zou zijn, want toen hij de beide dames zag zitten, talmde hij een oogenblik op den drempel. Hij bemerkte de opgewondenheid der beide vriendinnen. Had Anny haar vriendin in 't vertrouwen genomen? Hij had uit schaamte liefst rechtsomkeert ge maakt, maar de wijze waarop Mary hem groette, kalmeerde hem. Mary sloeg opzettelijk een vroolijken toon aan. „Ik trachtte Anny daareven over te halen mor- - gen met jou bij ons te komen dineeren," zeide zij, maar zij heeft bot weg geweigerd. Nu moet jé mij een handje helpen om haar van gedachte te doen veranderen, Lionel." Hij wierp een smeekenden blik op Anny en stond daar als een onhandige, linksche school jongen. „Werkelijk, meneer Lionel, u moest meer ijver voor de goede zaak toonenmoet niet toelaten, dat Anny den heelen dag het hoofd laat hangen. En dan tot heden hebt u noch Anny mij gefe liciteerd „Gefeliciteerd?" herhaalde Anny, ruimer adem halend, nu zij het gesprek een andere wending meende te zien nemen „Ja, van wege mijn aanstaande bruiloft! Toni en ik hebben ons huwelijk bepaald op Woensdag over drie weken. Toni wil volstrekt niet langer wachten. En wanneer is 't bruiloft voor jelui?" Anny hoog het hoofd, om de smartelijke uit drukking op haar gezicht te verbergen, terwijl Lionel sprakeloos staan bleef. „Nooit!" kwam het snikkend van Anny's lip pen. „Anny, wat moet dat beteekenen?" riep Mary verschrikt uit, terwijl zij opsprong en op Anny toeijlde. „Willen juelui voor goed met elkander breken Lionel, sta daar niet als een zoutpilaar, spreek toch eens! Hoe kun je, je eigen geluk en dat van Anny vernietigen en dat misschien om een nietig voorval, dat met weinige woorden is vergeven en vergeten!" „Onze scheiding heeft een diepere oorzaak, mejuffrouw," zei Lionel. „Ik ben niet waard de bruidegom van deze dame te zijn." „Dwaasheid," antwoordde Mary. „Natuurlijk houd ik je niet voor feilloos wie is zonder fouten Maar ik weet dat je een man van karak ter bent. Anny, je moet je op staanden voet met hem verzoenen." Zij nam Lionel bij de-hand en trok hem mee naar Anny. Een rilling ging hem door de leden. O, als het werkelijk niet meer dan een kleine oneenigheid was, wat hem van Anny scheidde! Maar hij had te zwaar misdreven en nooit zou SI NON VERO. Wij lezen in het „R. Nwbld. Aan een der stations werd Zaterdagmiddag' de op post staande marechaussée door een ser geant, die juist was aangekomen, onder handen genomen. Zech-cho, ké je niet aanslaan. Gauw voor den d.Zooveel pas achteruit en het militair saluut maken, vriendje.... De marechaussee deed wat hem gelast werd, ging het vereischte aantal stappen achter waarts, sloeg de hakken tegen elkaar en bracht de hand aan zijn pet. Alles zooals 't behoort. In orde, zei de sergeant, je kunt gaan. Maar dat was het plan niet van den mare chaussee. Sergeant, zei deze, nou ik. Ik veronderstel dat u niet zonder behoorlijken pas op reis bent. Mag ik hem even inzien?.... De sergeant beet zich op de lippen, maar een pas kwam daardoor niet voor den dag. Hij was op den pof en, door de wraak van den marechaussée kwam er van de verdere reis niets. DE ALGEMEENE INDRUK VAN DEN BLOEMENDAG. De heer Limperg schrijit-ons: Laat ons beginnen met te constafeeren, dat de algemeene indruk een zeer bevredigende is, en dat ee menschen, die niet het tuberculose bloempje droegen en naar het uiterlijk te oordee len, gemakkelijk een dubbeltje kunnen missen, te tellen waren. Gelukkig! En voor de arme tuberculoselijders en hunne gezinnen, èn voor henzelf. De bloemenverkoop wordt hoe langer hoe pret tiger en is rijk aan aardige ontmoetingen en treffende momenien. Vooral langs de huizen in de z.g. volksbuurten was de verkoop van het tuber culosebloempje een genot en waren tal van dames in extase over het gevoel van medelijden en menschlievendheid, die daar aan den dag werden gelegd door b.v. 5 centen voor de dames klaar ie leggen, het gelukkige en verwonderde gezicht, dat zij daarvoor met een bloempje beloond wer den, dat een dubbeltje kostte, te veel cm op te noemen, maar waarvan ik u toch een paar dei- aardigste wil vertellen die mij ter oore kwamen, of die ik zelf heb gezien. Op zoo'n dag van algemeene weldadigheid krijg je, als je op straat loopt, zoo'n kijk op menschen en.... menschen? Laat ons beginnen met de goeie. Een smidsjongen, zwart als Pietje Roet, liet zich lachend op straat een bloempje opspelden door een keurig en fleurig bloemenverkoopsterfje en offerde opgewekt z'n zilverstukje, wit blinkend in z'n zwarte hand. Twee bloemenverkoopsters boden een werkman een bloempje aan, en deden haar best hem aan het verstand te brengen, voor welk een goed doel toch wel de opbrengst bestemd was. Tevergeefs. Maar na een goed half uur had hij de dames weer opgezocht om een bloempje te koopen, want hij had er eens goed over nagedacht, wat hem verteld was en spijt, geen bloempje gekocht te hebben voor zoo'n goed en mooi doel. Een dame, langs de huizen in een volksbuurt verkoopende, bood een schamel gekleeden man een bloempje te koop aan. Zij wilde niemand over slaan, ornaat haar reeds was ervaren, dat om een bloempje werd gevraagd, of om een paar centen in het busje te mogen doen. „Mevrouw," zei de man, „ik ben werkloos en heb 't niet, maar 't is voor zoo'n goed doel, mag ik een pêar centen geven En grabbelend in z'n broek zak, zoekt ie in z'n beurs, bekijkt zijn vermogen en haalt tusschen een paar centen een dubbeltje te voorschijn en biedt het gul aan, zeggende: „Daar, geef me maar een blommetje, dan hang ik het aan de_wieg van m'n kind"...t De dame-bloemenverkoopster, zelf getrouwd en moeder, was zeer getroffen, en verklaarde zich nu reeds bereid, voor het volgend jaar om spe ciaal in de volksbuurten aan de huizen het tuber culosebloempje te verkoopen. Zoo zijn er vele aardige verhaaltjes te doen, alle van menschen, voor wie een dubbeltje alles is, allen menschen met een hart in 't lijf. En nu de andere soort menschen. De bedoeling van dit schrijven is niet, om terecht te wijzen of iemand onaangenaam te zijn, maar om te typeeren, te schetsen het menschelijk gevoel. Op de Markt een dame in 't zwart, grijzend haar; blijkbaar is ze in den rouw. Zij heeft dus verdriet gehad, toont nog haar smart; men mag dus medelijden en naastenliefde bij haar ver wachten. „Een bloemetje, mevrouw, voor armehoor ik vriendelijk de verpleegster- bloemenverkoopster aanvangen met vragend Met een minzaam lachje wordt bedankt, evenals de volgende maal, dat de ongebloemde dame het rose liefdadigheidsbloempje werd aangeboden. Een jongere dame, in grijs costuum, voor de Kroon en met welgevallen luisterend naar de militaire muziek, wees met een kort, norsch ge baar onverbiddelijk elke bloemenverkoopster af, zelfs een, die op den prachtigen inval kwam, een dubbeltje te vragen voor de muziek, die zij zij hem vergiffenis schenken. Niemand dan Mary, de dochter van den generaal, zou dat beter inzien, wanneer zij slechts de waarheid wist. Waarom sprak Anny niet? Wilde zij hem spa ren? Langzamerhand zou zeer zeker de waar heid in 't land bekend worden, maar tegen dien tijd hoopte hij buiten het bereik te zijn van de minachtende blikken der menschen, die zich tot op dit oogenblik zijn vrienden noemden. Het was een verschrikkelijk oogenblik, toen zij zoo tegenover elkander stonden. Anny'maakte er een eind aan, door zich los te wringen uit den arm van haar vriendin en snel de kamer te verlaten. „O, inijn God," zuchtte Lionel, terwijl hij zijn gezicht bedekte met zijn handen. Mary zag thans in, dat er werkelijk iets zeer ernstigs gebeurd moest zijn. Blijkbaar had niet Lionel, maar Anny de verloving verbroken. De jonge man zag er zoo ongelukkig uit, dat zij innig medelijden met hem had en zij voelde een onweerstaanbaren drang om hem te troosten. „Lionel," zeide zij zacht, „kan ik je helpen? Is er absoluut niets aan te doen „Niets," antwoordde hij dof. „Wat zegt sir Elliot er wel van. Weet hij het reeds „Neen, nog niet. Als hij sterker is, zal Anny het hem zeggen. Dan ga ik weg, de wereld in." „En zal zij toestaan, dat u om wille van haar vertrekt? Ik had niet gedacht, dat Anny zoo hard kon zijn." „Zij is niet hard," riep Lionel uit. U beoor deelt haar verkeerd. Ik ben een schurk en niet waard om haar hand aan te raken. Ik ben niet de man, waarvoor ik mij uitgaf ik oen Lionel Hamilton niet, maar een arme drommel, die zijn naam stal." „Wat zegt u?" vroeg Mary verbaasd. „Ik. spreek waarheid. Begrijpt'u thans, dat Anny mij geen blik waardig keurt? Ik heb haar alles bekend op den avond toen sir Elliot ziek werd „En den volgenden dag zou 't bruiloft ?ijn?" Mejuffrouw Davenport ging op een stoel zitten en staarde nadenkend door 't raam. In haar gan- sche leven had haar niets zoo verrast, als deze onverwachte mededeeling. Na een pijnlijke pauze ging Lionel voort: „Ik weet niet, waarom ik u dit vertelde, mejuffrouw. Maar u was altijd zoo goed jegens'mij en ik kon niet hebben, dat u Anny van hardheid verdacht. Ik zou onmiddellijk van hier weg gegaan zijn, maar plotseling werd sir Elliot ziek en toen vroeg zij mij te blijven tot hij sterk genoeg zou zijn om de waarheid te kunnen hooien. Het was edel en onzelfzuchtig van haar, want ik weet hoe onver draaglijk mijn aanwezigheid haar was." „Ja," zei Mary werktuiglijk. „Dus u is niet sir Elliot's kleinzoon! Wie is u dan?" „Mijn naam is Erich Lindrik. Ik was de vriend van Lionel. Hij stierf juist, toen ik de oproep van sir Elliot in de krant las eu zoo kwam ik. Ik was arm en lichtzinnig Mary zag ernstig en bleek. Zij keek den jóngen man onderzoekend aan. „Waarom maakte u het bedrog bekend?" „Ik bemin haar," antwoordde hij eenvoudig. „Ik hoop dat u dit ten minste gelooven zult. Het_ was niet alles bedrog en leugen." „Ik geloof u." Wederom trad een pauze in. De jonge-man stond roerloos als een standbeeld aan het ven ster. Het hoofd had hij hoog opgericht: zijn oogen dwaalden langs den met wolken bedekten hemel. Mary stond op. „Ik behoef u niet te zeggen, dat uw mededee ling mij diep getroffen heeft. Anny is mijn beste vriendin en ook u nu ja, ook u achtte ik hoog en terecht, naar ik meende. Maar men kan het nooit welen!" Hij keek haar nadenkend aan. „Natuurlijk mag ik op geheimhouding rekenen totdat sir Elliot op de hoogte gesteld is?" „Zeker!" Hij opende de deur voor haar. Plotseling voel de hij haar hand op de zijne. Hij keek op en zag een vochtig floers voor haar oogen. „U hebt slecht, erg slecht gehandeld," zeide zij zacht, maar ik kan niet anders, ik moet mede lijden met u hebben. Als u weg gaat, moet u me zeggen, waarheen u zich denkt te begeven." Eerbiedig bracht Lionel haar hand aan zijn lippen. is edel en goed, mejuffrouw. God zegene u voor deze woorden." Diep bewogen keerde Mary naar huis terug. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5