HEME 111RL COURANT
IE «Uit tlfftllll
r. J. JANSSEN,-
IhnnTnland
DE OORLOG
KURPETTEÜ bij
ROND DE LiTUKGIË
FEUILLETOH
Zaterdag 29 April
Derde Blad
Alle betalende ebonnêe op dit Blad, die
In het bezit zijn van eene Verzekeringspolis,
ci]n, volgens de bepalingen op de polissen
vermeld, tegen ongelukken verzekerd voort
500 bi) overllfden
300 bif verlies van een hand ol voet
150 bil verlies van een oog
100 bij verlies van een duim
75 bij-breuk van een arm of beea
60 bij verlies van een wifsvinger
m 25 bi| verlies van een anderen vinger
De uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Hollandsche Algemeen*
Verzekeringsbank" te Schiedam.
De vóör l October 1911 uitgegeven polissen
KiJn niet geldig.
berichten
CsRÖOTaTE SORTEEffIWG
LAAbSTE PRIJZEN.
üneggarcg, hoek Warmoesstraat.
arbeiders.
HET INTREKKEN DER VERLOVEN.
Allerlei.
38;
NEGEN-EN-T W1 NTiüSTE HOOFDSTUK.
vben je hier, Anny?"
keiij'keif-ll0t lag 111 kussens van een gemak
plaats wtaThh^A "9 wendde zijn liooid naar de
schitterden m koorts^vacht,te Vmdeu' Zija oügen
„Anny!" 'ge" *loe^
Blijkbaar was het jönge 0-
kamer, want het bleef doodstil. Thans'©*.1"
Elliot een schel, die op tafel lag en eenige ©oaro
.blikken later trad de oude huisknecht binnen
,.»Zeg even aan de juffrouw en meneer, dat ze
direct hier komen."
>ipoed, meneer."
Deruischloos verwijderde.zich de man en moei-
aani zonk sir Elliot in de kussens terug.
,k hen blij, dat ik een vast besluit gemaakt
is ra.unnelde hij. „Als alles in orde gebracht
zal-ik veel geruster zijn."
bin'ni vr.oe£, naar m'j. vaoer?" vroeg Anny, stil
©nét. «edende. Nauw had ze deze woorden
ae 5£tl °°k .Lionel verscheen. Waarom had
e "en gelijktijdig bij zich geroepen? Een
onbestemde angst beklemde beid harten. Het was,
of ze er een voorgevoel van hadden, dat hun
nieuwe smarten wachtten.
„Jelui zijt ongetwijfeld verwonderd dat ik
jelui beiden liet roepen," begon sir Elliot. „Ik
wilde jelui iets verzoeken, waarvan de vervulling
je zeer zeker evenzeer gelukkig zal maken 'als mij.
ik ben een oude man, de ziekte heeft mijn kraent
gebroken ieder uur kan mijn laatste zijn."
„Spreek zoo niet, vader," zei Anny droef.
„Kind, wij moeten ons voegen naar Gods wil,"
ging de zieke voort. „Ik ben bereid. Slechts één
zaait zou ik eerst nog in vervulling willen zien
gaan jelui huwelijk. Ik smeekte den Hemel,
dat hij mij den kleinzoon terug zou zenden,"
hij legde zijn hand leeder op den arm van Lionel
en mijn gebed werd verhoord Als nu ook mijn
laatste wensch vervuld is, kan ik gerust sterven.
Anny, kan 't morgen zijn?""
Een kreet van schrik kwam over de lippen
van het jonge meisje. Lionel zweeg. Hij had reeds
uit de eerste woorden van sir Elliot geraden,
zich 'te belicarschaa f gevonden' om
u^rgen? Vader onmogelijk!"
,Y/ 'J bedekte haar gezicht met beide handen.
Wat zou zij zeggen t hoe was vader op zulk
een ongelukkig idee gekomen.
„Waarom onmogelijk?" vroeg de zieke. „Er
zijn geen voorbereidingen noodig. Lionel kan
een geestelijke waarschuwen en dan kan morgen
het huwelijk in stilte voltrokken worden. Anny,
kind, je zult me dit laatste verzoek niet wei
geren."
Zijn bevende hand zocht de hare en streelde
ze liefderijk. Anny stond op en wierp een smee
kenden blik op Lionel, die stil en bleek naast de
vensterbank stond. Het was de eerste maal, dat
zij hem om bijstand verzocht. Haar oogen spra
ken zoo duidelijk: „Heb erbarmen met den ouden
man, die je lief heeft, en met mij
„Denkt u niet grootvader, dat het al te
plotseling zou zijn?" vroeg hij zacht. Anny was
daarop niet voorbereid,^Overijling is stellig ver
keerd en oolc niet noodig. Als God wil, zal u
nog- lang bij ons blijven. Zouden we niet nog
eenige weken waditen? Dan zal Anny zeer zeker
geheel hersteld zijn van den schok, die haar trof
toen u zoo plotseling ziek werd."
„Ook jij, Lionel!" riep de zieke geërgerd uit.
„En ik rekende zoo vast op jou! Ik dacht zelfs,
dat ik je wensch voorkwam!"
Een donker rood kleurde de wangen van
Lionel. Er zweefde hem een onvoorzichtig woord
op de lippen, maar hij wist zich te beheerschen.
Kalm en gelaten antwoordde hij;
„Ik houd veel van Anny, maar juist daarom
wilde ik haar ontzien. In ieder geval moet u
ons tijd laten oin de zaak te overleggen
morgen kunnen we verder zien."
„Ja, morgen kunnen we verder spreken," her
haalde Anny.
„Het is zeker de laatste wensch van je pleeg
vader, kind," murmelde de zieke met bevenae
lippen. „Je houdt toch nog wel van je ouden
vader?"
Deze teere vraag deed Anny alle zelfbeheer-
sching verliezen, Zij zonk naast den zieke op de
knieën, drukte haar gezicht tegen zijn arm en
brak in snikken uit.
„Lieve, beste vader! Vergeef mij! Ik zou mijn
rechterhand laten afkappen, als ik u daardoor
redden kon!"
„Dus vindt je het goed morgen met Lionel
te trouwen?" vroeg de zieke verheygd.
Zij begon nu nog troosteloozer te weenen,
zonaer een antwoord te geven. Lionel was bijna
buiien zich zelve. Was hij niet van al deze ram
pen de schuld?
Langzaam ging hij naar Anny toe en legde
zijn hand op haar schouder.
„Om Godswil ga weg van hier," fluisterde hij
zachtjes. „Anny heeft haar zenuwen overspannen,
grootvader," voegde iiij er luide aan toe. „Zij
heeft zich iu den laatsten tijd zoo angstig ge
maakt om u en nu kwam uw voorstel zoo
onverwachts. Morgen kunnen we verder spreken
over deze zaak."
Anny stiet hem niet terug, toen hij haar op
richtte. Zij was geheel uitgeput, het was of zij
niets meer voelde van 't geen er rondom haar
gebeurde.
Hij bracht haar tot aan de deur en zei: „Vraag
den dokter van avond, of u aan uw vader zonder
gevaar de waarheid mede zoudt kunnen deelen.
Hij'moet het weten. Wü zouden niet voor de
tweede maal zijn verzoek kunnen weigeren."
Anny knikte zwijgend en verliet de kamer, ter
wijl Lionel zich weer naar sir Elliot begaf.
Welle een gedachten gingen Anny door het
hoofd! Als de dokter geen toestemming gaf t-
wat dan? Lionel huwen? Een valschaard huwen
uit liefde tot haar pleegvader? Nooit!Daar
werd heftig op de deur geklopt en zij hoorde
roepen
„Mejuffrouw Anny! Mejuffrouw!"
Het Was de stem der huishoudster.
„Wat is er Hanna?" vroeg zij. „Is de deur
gesloten
Thans hoorde zij ook de sfein van een man
de stem van Lionel. Anny stond op en opende
de deur.
„Wat is er?" vroeg zij. Een angstig voorge
voel beklemde haar.
„Zeg het mij ik kan niet langer wachten."
Lionel keek haar uitvorschend aan. Dan zei
hij zacht „Uw vader is gestorven."
Zonder een woord of klacht te uiten zakte Anuy
in elkander èn zij zou op den vloer gevallen
zijn, wanneer Lionel haar niet in zijn armen
opgevangen had. Met behulp van de weenende
huishoudster bracht hij de bewustelooze in dc
kamer en legde haar op de sofa.
„Ik zal iemand sturen om je te helpen," zei
hij tegen Hanna. „Laat het mij weten, wanneer
Anny weer bij kennis is."
(Wordt vervolgdJ
4000 bij levensl. ongeschiktheid tot werkos
EEN OORLOGSBESCHOU-
WING VAN MAJOOR
MORATH.
In het „Berliner Tageblatt" schrijft ma
ioor Moratli het volgende over den toestand op
het oorlogstooneel: De strijd om Verdun woedt
nog steeds, uit den heftigen weerstand der
Fransohen blijkt, dat zij er alles op willen zet
ten om ons te dwingen tot het opgeven van den
aanval. Zij hebben achtereenvolgens 38 diviaien
aan den strijd doen deelnemen en strategische
oenheden die veel geledén hadden, voor een deel
aangevuld en opnieuw ingezet. Deze maatregel
was tot nog tóe steeds vermeden, hetwelk moge
Ijjk was door de talrijk beschikbare roserves.
Men kan hieruit' de gevolgtrekking maken, dat
deze thans voor een deel verbruikt zijn.
600000 man van het Fransche leger hebben
tevergeefs getracht ons den aanval te doen op
geven en daartoe tegenaanvallen gedaan die
echter door de standvastighied der Duitsche
troepen geen succes hadden. Wat de Engelsche
leger versterking aangaat, deze kan nog geen be
slissing brengen maar den oorlog verlengen. De
organisatie achter het front vereischt zoovele
manschappen, dat Engeland zelfs na uitbroi-
ding der dienstplicht niet veel meer dan 300000
man zou kunnen inlijven. Zo-oals vroeger is ge
zegd zou Engeland het leger niet op sterkte
kunnen houden bij het lijden van groote verlie
zen op het vasteland en wanneer het in Egypte,
werd aangevallen.
5000 Russen zijn na een rei3 van drie maan
den in Marseille aangekomen, hetwelk begrijpe
lijk maakt dat Japan niet aan het verzoek van
Frankrijk om hulptroepen te zenden, heeft wil
len voldoen. Geen sohéepsruimto zou daarvoor
beschikbaar zijn.
De Russen doen nog voortdurend aanvallen
op het Galicisehe en BessaraLisehe front. Een
offetisief op groot© schaal schijnt echter opge
geven te Zijn. Zoowel in het voorjaar van 1915
als in dat van 1916 hebben de Russen door
hunne herhaalde stormaanvallen hunne krach
ten verspild, zoadat nog slechts een beperkt
aantal reservetroepen over is. Vooral in do
lagere aanvoering zal moeilijk kunnen worden
voorzien. Al mogen de Russen in Armenië lang
zaam vorderen, tusschen Riga en Czernovvitz
kunnen zij geen beslissende zege meer behalen,
rood at nog steeds het woord van Von Hinden
burg geldt: „De overwinning is zeker."
De Mechelsche Meubennunsine.
Men schrijft ons uit Brussel:
Op 15 April j.i. bedroeg het aantal vluch
telingen, dat nog niet in Mechelen was te
ruggekeerd, 15,000. Voor de Mechelsche meu
belindustrie beteek out dit, dat een groot
aantal meubelmakers zich nog steeds in En
geland bevindt en daar de Meohelsche meu
belindustrie beoefent. In Mechelen zelf maakt
fhen zich hierover zeer ongerust, wijl terecht
gevreesd wordt, dat op het .eind van dép
oorlog deze Mechelaans in Engeland zullen
blijven of de Engelsche werklieden zooda
nig op de hoogte van het vak zullen zijn
gekomen, dat zij \an uit Meebeden geen
meubelen meer zullen: betrekken, w*t voor
Mechelen van groote beteekenis zou zijn en
waarop al eerder door een ander Belgisch
correspondent in de Nwe Haarl. Ct. werd
g<DeZgèheeldfaouwde eiken meubel» uit Me
ebelen hebben «inde jaar en dag een groote
vermaardheid, zoowel om de degelijke uit
voering ale om de artistieke waarde. In
Mechelen werden vooral goede zaken ge
maakt, toen een zeventig jaren geleden de
oude meubels weer mode werden. Niet het
minst werd goed geld verdiend met het op
knappen van oude meubelstukken. Engeland
was een groot afnemer en tal van Engelsche
musea zijn beroemd door de meubelstukken
uit Mechelen betrokken.
De Meohelsche fabrikanten hebben er zich
in dien tijd niet op toegelegd om nieuwe
„oude stukken" in den handel te brengen,
maar zijn allerlei oude stijlen gaan scheppen.
Wel kwam hierin eenige verandering toen
in het begin der negentiende eeuw meubels
in „empire" werden gezocht en daaraan heeft
de Mechelsche industrie de nieuwe ver
maardheid te danken. In oude families vor
men zij nog altijd een smaakvol interieur.
De Mechelsche meubelen hebben zich ge
lijk alle» in onzen tijd ten slotte gaan zetten
naar den smaak der klanten. Wat het pu
bliek hébben wil wordt geleverd, omdat het
geld opbrengt. Desondanks is Mechelen om
tal vau prachtsukken beroemd gebleven.
Vóór den oorlog werden zij verzonden-naar
Brussel, Londen, Parijs, Spanje, Duitschland,
Amerika en Oostenrijk. Maar vooral naar
Engeland, waar de Mechelsche vluchtelin
gen-meubelmakers met open armen zijn ont-
vargen en nu uitstekend worden betaald,
terwijl zij Engelsche werklieden tot Mechel
sche concurrenten opleiden. De Mechelsche
fabrikanten zien dit gevaar zeer goed in,
maar kunnen er weinig tegen uitrichten.
Zooals de toestand nu is, zal Mechelen een
deel van zijn industrie door den oorlog naar
Engeland zien verplaatst en zal Engeland
een industrie aan de Theems rijker zijn ge
worden, als eenmaal de vrede zal zijn her
steld.
Rusland en de Katholieken.
Poolsche Doema-afgevaardigden hebben aan
den minister-president Stürmer een adres ge
richt in verband met de in Rusland nog altijd
bestaande beperkingen in de uitoefening van
den Katholieken godsdienst en de achterstelling
der katholieke bevolking, terwijl meermalen be
loofd is, deze beperkingen op te heffen, wat tot
heden niet geschied is.
Naar het Russische blad „Djen" vfrneemt,
heeft het ministerie de eisolien der Poolsche
Doema-leden onaannemelijk verklaard, op
grond, „dat door de inwilliging der eisehen de
grondbeginselen van Rusland en het gehecle
garakter van het Russische land veranderen en
het Russlseh-nationale treven in gevaar ge
bracht worden zou."
Een Duitscber over de verhouding met
Amerika.
Uit Berlijn wordt in een particuliere corres
pondentie ten aanzien van het Duitsch-Ameri-
kaansche conflict geschreven:
„Vlak voor de Paaachendagen is Amerika met
een alles behalve vriendelijk Paaschgeschenk
komen aandragen. De opzet, Engeland en daar-
mede de Eutente to atounen tegrenover Duitsch
land, is zeer duidelijk. Men moge over den
Duitsclien duikbooten-oorlog denken lioe men
wil, dat Amerika met onpartijdigheid tegenover
den reuzenworstelstrijd der volkeren staat kan
niemand terecht beweren. Toch behoeft men
hieruit nog niet op te maken, dat nu een oorlog
tussclien Duitschland en Amerika onvermijde
lijk geworden is. Niemand zal ontkennen, dat
groote belangen voor ^Duitschland hier op het
spel staan en na bijna twee jaren oorlog, wa'arin
list militair prestige zoo schitterend gehand
haafd is,-mag een goot land zich bij zijn beslissin
gen nog wel door andere motieven laten lei
den dan door gekrenkt gevoel. Het is niet waar
schijnlijk dat Duitschland tegenover Amerika
in dit stadium van den oorlog een andere dan
zuivere oppoftuiiiteitspolitiek volgen zal."
Uit Rusland.
Onder alle voorbehoud worden te Stockholm
geruchten verspreid, als zou binnenkort een af
treden van den Rus'sischen minister Stürmer te
verwachten zijn. Een feit is het, dat de minister
van justitie in Rusland, Chowstoff, behalve voor
zijn gewone audiëntie in de volgende week door
den Czaar in een bijzondere audiëntie in het
hoofdkwartier zal worden ontvangen. Op bevel
van den Czaar is Ohwostoff bezig met een uit-
voèrige memorie samen te stellen over de ge-
heelo Russische binnenlandsche en buitenland-
'sche politiek.
De zee- en ïuclitvlootaanval op de Engelsche
kust.
Tn een nabetrachting, in het Berliner Tage
blatt schrijft de kapitein ter zee Persius over
den aanval der schepen en zeppelins op Enge
land: Voor cFe eerste maar Hébben ïn 'den nacht
van 24 April een eskader luchtschepen en een
deel der vloot gezamenlijk een aanval gedaan.
De luchtschepen hadden het gomunt op indus
triesteden als Cambridge, Norwich en andere
en leidden de beschieting van Yarmouth en
Lowestoft door de oorlogsschepen in. Dit ge
meenschappelijk optreden heeft groeten indruk
op de bevolking gemaakt.
Sedert 24 December 1914 hébben 38 maal
zeppelins en vliegtuigen bommen op Engelsche
steden geworpen. De luchtaanvallen kunnen het
economische leven in Engeland ernstig" versto
ren als zij gericht worden op industrieele in
richtingen, dokken en koopvaardijschepen.
Vele Engelschen zijn nog niet overtuigd van
de waarde der luchtschepen. Dit zal echter later
wel geschieden, als hunne werking gelijk is ge
worden aan die der duikbooten.
Yarmouth en Lowestoft zijn reeds meermalen
door de Duitschers aangevallen, Yarmouth het
(*Kte op 3 November 1914. De Duitsche krui
sers kwamen eensklaps uit den nevel te voor
schijn nadat zij ongestoord door de voor posten-
linie en mijnvelden van de Engelschen gekomen
waren en openden het vuur op de versterkingen
en eenige oorlogsschepen itx de haven. Een En
gelsche onderzeëer, D 5 liep op een door onze
schepen gestrooide mijn en zonk. Een torpedo
jager en twee voorpostenvaartuigen werden in
den grond geboordeen van de laatsten was de
vischtrawler King Stephen, waarvan de kapitein
den 2en Febr. 1910 had geweigerd de beman
ning van het Duitsche luchtschip L 19 aan
boord te nemen daar hem. dat te gevaarlijk toe
scheen. De bemanning van dezen trawler werd
gevangen genomen.
Alle schepen en zeppelins zijn, hoewel zij
hevig werden beschoten onbeschadigd terugge
keerd.
LIEFDE-GEHUICHEL VOOR DE
Het „Katholieke Volk" schrijft:
Wij moeten nog iets zeggen over de houding
der sociaal-democraten ten opzichte van het
wetsontwerp „Ouderdomsrente aan Behoefi-
gen." Deze houding zegt meer dan alle andere
feitenlioe de parlementaire socialisten alles op
offeren aan partijpolitiek, hunne beginselen
niet uitgezonderd.
Steeds hebben de sociaal-democraten gestaan
op het standpunt: staatspensioen aan alle ar
beiders. Hun rechtgrond hiervoor, afgeleid uit
hunne beginselen, w&s, dat de Staat van de
„kapitalisten" moest opvorderen een ieel der
„meerwaarde" (ontbonden loon) en dit terug
betalen aan hen, wio hei ontnomen was, dus
aan de werklieden. i
Ter wille van de politiek, die voordeel beloof
de aan de S. D. A. P. bij een samengaan met
alle liberalen, word hot [beginsel van staats
pensioen zoo gewijzigd, dat dit pensioen niet
alleen aan de arbeiders, maar aan alle behoef-
tigen zou toekomen.
Men begrijpt; dat de socialistische rechts
grond mi zijne waarde ye'loi'cn heeft. Het stel
sel dat nu aangehangen wordt zal immers tot
gevolg hebben, dat vele arbeiders geen pensioen
ontvangen, terwijl, het wel toekomt aan ge
wezen kapitalisten, die door een of andere, om
standigheid, ook door eigen aohuld, hun fortuin
verloren. Spaarzame arbeiders, dié het gebracht
hebben tot het bezit van een eigen huisje en
eenigo rente, zullen zich het „staatspensioen,'
dat thans ook door onze sociaal-democraten,
wordt verdedigd, zien ontgaan; zij behooren,
naar de algemoene opvatting, niet tot de be-
hoeftigenvan de hun onthouden „meerwaarde"
krijgen zij geen cent terug. Tot armoede ge
raakte werkgevers echter, die reeds van de
„meerwaarde" hebben geprofiteerd, zullen wèl
staatspensioen ontvangen, ook al hebben zij
hunne arbeiders jarenlang uitgebuit.
Is het nu duidelijk, hoe de sociaal-democraten
tegenwoordig hunne beginselen overboord
gooien?
Wetenschappelijk hooger staande leden van
de S. D .A. P. nemen dan ook een aarzelende
houding a.an en somnU-gcn hunner hebben bot
reeds verklaard, dat de ouderdomaverzekerihg
van Talma, ook van socialistisch standpunt,
beter te verdedigen was. Dat echter ook van
die zijde een krachtig protest uitblijft, nu de
partijgenooten-Kamerleden en de redactie van
„Het Volk" het opnemen voor eene Ouderdoms
rente aan allo behoeftigen zelfs zonder te
weten, hoe do kosten hiervan zullen worden ge
dekt (misschien wordt den spaarzamen arbeider
ook nog een deel van zijn loon ontnomen, om
don „dief der hem ontnomen „meerwaarde" een
staatspensioen to bezorgen) spreekt boek
doelen over do corruptie, het bederf in de S. D.
A. P.
En het aanhangsel van "die party, het zooge
naamde „moderne Vakverbond" is al niet veel
beter. Als gewoonlijk, wordt van deze zijde ook
thans niet slechts goedgekeurd, maar bepaald
toegejuicht, wat „onze partij" in de Kamer doet.
De vertegenwoordiger van dat Vakverbond in
de Tweede Kamer, de heer van den Tempel,
heeft wel gezwegen bij de algemeene beschou
wingen over het wetsontwerp, maar dit is, ge
zien de de houding van zijn bestuur, geen reden
ora te veronderstellen, dat hij ertegen is. Dit
zou ook niet gaaD, want hij is immers lid der
sociaal-democratische Kamerfractie
Laat eene partij als deze toch ophouden met
haar liefde-gehuichel voor de arbeiders; want
dat loopt al te voel in de gaten.
Men schrijft uit Tilburg van militaire zijde
d.d. 26 April aan de „Maasbode":
Het valt niet te ontkennen, dat het schor
sen der verloven door den opperbevelhebber
van land- en zeemacht een zekere beroering
in den lande onder de militairen teweeg heeft
gebracht en vooral gedurende de Baasehda
gen eenige ontevredenheid heeft gewekt.
Dat nu een zekere categorie van personen
op 'n vergadering te Amsterdam deze baloo-
righeid nog heeft trachten te vermeerderen
is meer dan schandelijk en zelfs misdadig te
noemen.
Gelukkig hebben deze stumperige rebellie
makers nog niet veel invloed op onze solda
ten, hetgeen weer bleek uit een schitterend-
geslaagde vergadering, van militairen, welke
heden in de Liedertafel alhier werd gehou
den en waar de populaire kapitein Ritrnan
als spreker optrad.
De zaal was propvol met een luister-stil
gehoor. Onder de verschillende officieren en
militairen merkten we op kolonel Van Al-
phen, commandant der Ve infanterie-briga-
de, orerste Steinbuoh, commandant van het
5e regiment infanterie en majoor De Reede,
commandant van het 8e bataljon van ge
noemd regiment.
Spr. gaf een interessant overzicht van den
gruwelijken wercldstrijd en schetste in
boeiende, emotie-volle taal de rampen, welke
ook het Nderlandeche volk zouden kunnen
treffen, wanneer do soldaten niet eensgezind
bleven en niet de stiptste gehoorzaamheid
betrachtten.
Onze opperbevelhebber, zoo zcide spreker,
heeft niet voor niets de verloven ingetrok
ken. Wij moeten de vuist gesloten houden
naar alle zijdon, om neutraal le kunnen blij
ven. Ep die neutraliteit zal niet beter wor
den gehandhaafd, dan dat onze soldaten een
kalme, waardige houding aannemen, waar
door wij den indruk bij de oorlogvoerende
mogendheden zullen vestigen, dat wij strikt
neutraal willen zijn en blijven.
Laten we eensgezind blijven in dezen tijd,
opdat we ons des te nauwer kunnen aaneen
sluiten, wanneer wat God verhoede do
ure van gevaar ook voor ons mocht aan
breken.
In zijn dankwoord aan kapitein Hitman be
toogde overste Steinbuch dat wij tot nu toe
onze neutraliteit nog hebben kunnen hand
haven door het spoedig paraat-ziju van ons
leger.
Waren we, zoo vervolgde spr., in Augustus
1914 niet gereed" geweest, wo zonden het wel
licht hebben moeten aanzien, dat onze vaders
en moedors, vrouwen eu kinderen onder onze
«ogen vermoord en onteerd waren-geworden.
Het-zoet gefluit van den vogelaar, die gaat
spreken van demobilisatie, heeft dan ook
volstrekt niet het goede met ons voor.
Wij moeten nog weerbaar blijven cu als
wo nu gingen dcmobilisceren, zouden we
binnen 24 uur een bezoek ontvangen van
onaangediende en onwelkome gasten, die ons
land .gingen bezetten. We zouden dan het
droevig lot moeten deelen van het arme
Belgen-volk.
Ja, zoo vervolgde spr., als de onweersbuien
losbarsten, ik weet het, dan zullen we ons
toouen als do oude Hollanders en zullen ons
allen eendrachtig scharen rondom den troon
d'er Oranjes.'
Draagt dan, zoo eindigde de overste, uw
last blijmoedig, blijft toouen, dat ge kranige,
Hcllandschc-jongens zijt, dan misschien zul
len de rampen af te weren zijn, welke drei
gend over onze hoofden hangen.
Zoowei kapitein Eit.man als overste Stein
buch werd enthousiast toegejuicht.
Een betreurenswaardige vergissing. Het
volgende heeft in een familie te Groningen
groote consternatie verwekt:
Teen 12 uur kwam Dinsdagmorgen iemand
van het stadhuis aan de woning van de
vrouw van den milicien 11. Zuidema in den
Ganzevcortsingel. Hij vond haar niet thuis,
ging toen naar liaar moeder, die echter ook
afwezig was en liet daar de boodschap achter
dat mej. Zuidema op het bureau van mili
taire zaken moest komen. Mej. Z„ eu haar
moeder begaven zich daar heen. Haar werd
door een der heeren gezegd, dat haar man
erg ziek was, ze wist immers wel, dat nek
kramp voorkwam, enz., ehz.r doch ten leste
CCCVI.
BISSCHOPSWIJDING. OORSPRONG EN
ZINNEBEELDIGE BETEEKENIS VAN DEN
STAF.
Hoogstwaarschijnlijk stauit de bisschops-staf
uit het Oosten, waar het gold als zinnebeeld
van de' macht om te regeeren of te leeraren.
Vandaar dat zoowel de keizer als de hbschoppen
zich bedienden van een slaf, d. i. van een schep-
ter. Oolc do pausen droegen er een, doch alleen
als teeken hunner wereldlijke macht, niet bij
den liturgisclien dienst. Oorspronkelijk d. i.
voor zoover wij weten, in de 6e eeuw cn wel in
Gallië on Spanje was de bisschops-staf nicta
anders dan oen rechte stok, van boven eindi
gend in eeu kogel, of kogel met kruis erop, of in
T-vorm (zooals nu nog bij de Oosterscho bis
schoppen), eindelijk sinds de 11e eeuw algemeen
in een kromming.
Deze vorm als herdersstaf met zijn drie
onderdeden (kromming, schaft en punt) bood
den middeleeuwsclien schrijvers volop gelegen
heid allerlei zinnebeeldige beteekonissen to
geven aan dit instrument, dat vau huis uit een
eoreteeken en een machts-insigne was. Als her-
dersstraf predikt hij den plicht der Bisschop
pen om hun geestelijke schapen te weiden. De
geschriften van het Oude Testament immers
verhalen, dat do Joodselie herder zijn schapen
ioderen morgen bij het ver] aten cn iederen avond
by het terugkeeren in den sebaapsstal onder zijn
staf liet doorgaan en ze op die wijze telde. Met
den staf in de hand ging hij de kudde vooraf en
leidde ze op goede weiden; leunend op zijn
staf bewaakte hy ze eu do weerspannige tuch
tigde hij er mee. Wanneer do Psalmist Gode3
herderlijke zorg voor den inensch prijst, roept
hij daai'om uit: „Uw stok en uw staf, zij zijn
mij tot vertroosting, wijl Gij (als herder) bij .mij
zijt! (Ps. 22.4) Daarbij rees voor het oog dier
schrijvers dat liefelijk beeld uit het Nieuwo Tes
tament, waarbij Jezus, de goede Herder, zijne
Kerk vergelijkt bij een schaapsstal en een kudde.
De schapenden lammeren zy'n de priesters en de
geloovigeu, de waakzame herder is de Overste
der Kerk, do Bisschop. Als herder dus voere hij
den staf, waarmede hij de goeden regeere, de
weorspannigen bestraffo, de argeloozen be-
scherme, waarop hij steuiie als hij over borgen
en door dalen het verloren schaapje gaat opzoe
ken 1 Ook aan de drie onderdeelen gaf men
een symbolische beteekenis. De kromming
zoo redeneerde men wyst op de zachtmoedig
heid, het rechte gedeelte op de beslistheid, de
punt op de gestrengheid, die noodig zijn in het
besturen der- Kerk.. Weer anderen zagen in do
kromming het naar-zich-toe trekken der af ge-
dwaalden, in de schaft het regeeron der goeden,
in de punt het aansporen der tragen.
kwam het: ,,'k zal 't n maar zeggen, uw man
is dood." Haar werd het volgende telegram
gegeven:
„Tilburg 25 April 1916, Milicien Zuidema
van de 2o batterij Isto regiment veldartille
rie uit uw gemeente gisteravond plotseling
overleden. Wil familie laten weten. Brief
volgt. Kapitein Bessem."
Do schrik van de vrouw laat zich verkla
ren; ze wa« geheel van «treek.
Zo heeft er niet verder hij nagedacht, an
ders had ze moeten bemerken, dat het tele
gram vermoedelijk voor haar niet bestemd
was: immers haar man lag niet in Tilburg
en de voornaam was niet aangegeven.
Do gordijnen in do woning werden neer
gelaten en ook bij de familie geschiedde dit.
De moeder van Zuidema die ongesteld is, ge
raak te zoodanig iu de war, dat de doktér on
middellijk gehaald moest worden.
Toen mej. Z. 's avonds in het Nieuwsblad
v. h. Noorden la-s, dat de 25-jarige militair
der artillerie A. Zuidema uit Groningen was
doodgeschoten, begreep ze dat het haar man
niet was. Zo telegrafeerde aan haar echtge
noot en kreeg volgend antwoord:
25 April, 1916. Alles wel. Brief volgt.
De gordijnen werden weer voor de ramen
weggehaald en de familie gewaarschuwd.
Hoewel de familie nu weet ook van we-
ge het stadthuis is het haar medegedeeld, dat
do dcodgesehoeten militair niet is H. Zuide
ma uit den Ganzevoortsingel, doch A. Zuide
ma uit IToutzagersteeg is de rust nog niet
teiuggekeerd. De echtgenoote is nog geheel
van streek en -het beste zal zijn dat de man
oeuiigo dagen verlof krijgt.
Uit deze geschiedenis blijkt wel weer, dat
de autoriteiten dergelijke telegrammen niet
te duidelijk kunnen stellen.
DOOR EEN TIJGER VER
SCHEURD.
Uit Loeboek Basoeng verneemt de „Sum.
Bode" dat niet ver van die plaats, op eon ladang