HEME 111RL COURANT IE «Uit tlfftllll r. J. JANSSEN,- IhnnTnland DE OORLOG KURPETTEÜ bij ROND DE LiTUKGIË FEUILLETOH Zaterdag 29 April Derde Blad Alle betalende ebonnêe op dit Blad, die In het bezit zijn van eene Verzekeringspolis, ci]n, volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voort 500 bi) overllfden 300 bif verlies van een hand ol voet 150 bil verlies van een oog 100 bij verlies van een duim 75 bij-breuk van een arm of beea 60 bij verlies van een wifsvinger m 25 bi| verlies van een anderen vinger De uitkeering dezer bedragen wordt gega randeerd door de „Hollandsche Algemeen* Verzekeringsbank" te Schiedam. De vóör l October 1911 uitgegeven polissen KiJn niet geldig. berichten CsRÖOTaTE SORTEEffIWG LAAbSTE PRIJZEN. üneggarcg, hoek Warmoesstraat. arbeiders. HET INTREKKEN DER VERLOVEN. Allerlei. 38; NEGEN-EN-T W1 NTiüSTE HOOFDSTUK. vben je hier, Anny?" keiij'keif-ll0t lag 111 kussens van een gemak plaats wtaThh^A "9 wendde zijn liooid naar de schitterden m koorts^vacht,te Vmdeu' Zija oügen „Anny!" 'ge" *loe^ Blijkbaar was het jönge 0- kamer, want het bleef doodstil. Thans'©*.1" Elliot een schel, die op tafel lag en eenige ©oaro .blikken later trad de oude huisknecht binnen ,.»Zeg even aan de juffrouw en meneer, dat ze direct hier komen." >ipoed, meneer." Deruischloos verwijderde.zich de man en moei- aani zonk sir Elliot in de kussens terug. ,k hen blij, dat ik een vast besluit gemaakt is ra.unnelde hij. „Als alles in orde gebracht zal-ik veel geruster zijn." bin'ni vr.oe£, naar m'j. vaoer?" vroeg Anny, stil ©nét. «edende. Nauw had ze deze woorden ae 5£tl °°k .Lionel verscheen. Waarom had e "en gelijktijdig bij zich geroepen? Een onbestemde angst beklemde beid harten. Het was, of ze er een voorgevoel van hadden, dat hun nieuwe smarten wachtten. „Jelui zijt ongetwijfeld verwonderd dat ik jelui beiden liet roepen," begon sir Elliot. „Ik wilde jelui iets verzoeken, waarvan de vervulling je zeer zeker evenzeer gelukkig zal maken 'als mij. ik ben een oude man, de ziekte heeft mijn kraent gebroken ieder uur kan mijn laatste zijn." „Spreek zoo niet, vader," zei Anny droef. „Kind, wij moeten ons voegen naar Gods wil," ging de zieke voort. „Ik ben bereid. Slechts één zaait zou ik eerst nog in vervulling willen zien gaan jelui huwelijk. Ik smeekte den Hemel, dat hij mij den kleinzoon terug zou zenden," hij legde zijn hand leeder op den arm van Lionel en mijn gebed werd verhoord Als nu ook mijn laatste wensch vervuld is, kan ik gerust sterven. Anny, kan 't morgen zijn?"" Een kreet van schrik kwam over de lippen van het jonge meisje. Lionel zweeg. Hij had reeds uit de eerste woorden van sir Elliot geraden, zich 'te belicarschaa f gevonden' om u^rgen? Vader onmogelijk!" ,Y/ 'J bedekte haar gezicht met beide handen. Wat zou zij zeggen t hoe was vader op zulk een ongelukkig idee gekomen. „Waarom onmogelijk?" vroeg de zieke. „Er zijn geen voorbereidingen noodig. Lionel kan een geestelijke waarschuwen en dan kan morgen het huwelijk in stilte voltrokken worden. Anny, kind, je zult me dit laatste verzoek niet wei geren." Zijn bevende hand zocht de hare en streelde ze liefderijk. Anny stond op en wierp een smee kenden blik op Lionel, die stil en bleek naast de vensterbank stond. Het was de eerste maal, dat zij hem om bijstand verzocht. Haar oogen spra ken zoo duidelijk: „Heb erbarmen met den ouden man, die je lief heeft, en met mij „Denkt u niet grootvader, dat het al te plotseling zou zijn?" vroeg hij zacht. Anny was daarop niet voorbereid,^Overijling is stellig ver keerd en oolc niet noodig. Als God wil, zal u nog- lang bij ons blijven. Zouden we niet nog eenige weken waditen? Dan zal Anny zeer zeker geheel hersteld zijn van den schok, die haar trof toen u zoo plotseling ziek werd." „Ook jij, Lionel!" riep de zieke geërgerd uit. „En ik rekende zoo vast op jou! Ik dacht zelfs, dat ik je wensch voorkwam!" Een donker rood kleurde de wangen van Lionel. Er zweefde hem een onvoorzichtig woord op de lippen, maar hij wist zich te beheerschen. Kalm en gelaten antwoordde hij; „Ik houd veel van Anny, maar juist daarom wilde ik haar ontzien. In ieder geval moet u ons tijd laten oin de zaak te overleggen morgen kunnen we verder zien." „Ja, morgen kunnen we verder spreken," her haalde Anny. „Het is zeker de laatste wensch van je pleeg vader, kind," murmelde de zieke met bevenae lippen. „Je houdt toch nog wel van je ouden vader?" Deze teere vraag deed Anny alle zelfbeheer- sching verliezen, Zij zonk naast den zieke op de knieën, drukte haar gezicht tegen zijn arm en brak in snikken uit. „Lieve, beste vader! Vergeef mij! Ik zou mijn rechterhand laten afkappen, als ik u daardoor redden kon!" „Dus vindt je het goed morgen met Lionel te trouwen?" vroeg de zieke verheygd. Zij begon nu nog troosteloozer te weenen, zonaer een antwoord te geven. Lionel was bijna buiien zich zelve. Was hij niet van al deze ram pen de schuld? Langzaam ging hij naar Anny toe en legde zijn hand op haar schouder. „Om Godswil ga weg van hier," fluisterde hij zachtjes. „Anny heeft haar zenuwen overspannen, grootvader," voegde iiij er luide aan toe. „Zij heeft zich iu den laatsten tijd zoo angstig ge maakt om u en nu kwam uw voorstel zoo onverwachts. Morgen kunnen we verder spreken over deze zaak." Anny stiet hem niet terug, toen hij haar op richtte. Zij was geheel uitgeput, het was of zij niets meer voelde van 't geen er rondom haar gebeurde. Hij bracht haar tot aan de deur en zei: „Vraag den dokter van avond, of u aan uw vader zonder gevaar de waarheid mede zoudt kunnen deelen. Hij'moet het weten. Wü zouden niet voor de tweede maal zijn verzoek kunnen weigeren." Anny knikte zwijgend en verliet de kamer, ter wijl Lionel zich weer naar sir Elliot begaf. Welle een gedachten gingen Anny door het hoofd! Als de dokter geen toestemming gaf t- wat dan? Lionel huwen? Een valschaard huwen uit liefde tot haar pleegvader? Nooit!Daar werd heftig op de deur geklopt en zij hoorde roepen „Mejuffrouw Anny! Mejuffrouw!" Het Was de stem der huishoudster. „Wat is er Hanna?" vroeg zij. „Is de deur gesloten Thans hoorde zij ook de sfein van een man de stem van Lionel. Anny stond op en opende de deur. „Wat is er?" vroeg zij. Een angstig voorge voel beklemde haar. „Zeg het mij ik kan niet langer wachten." Lionel keek haar uitvorschend aan. Dan zei hij zacht „Uw vader is gestorven." Zonder een woord of klacht te uiten zakte Anuy in elkander èn zij zou op den vloer gevallen zijn, wanneer Lionel haar niet in zijn armen opgevangen had. Met behulp van de weenende huishoudster bracht hij de bewustelooze in dc kamer en legde haar op de sofa. „Ik zal iemand sturen om je te helpen," zei hij tegen Hanna. „Laat het mij weten, wanneer Anny weer bij kennis is." (Wordt vervolgdJ 4000 bij levensl. ongeschiktheid tot werkos EEN OORLOGSBESCHOU- WING VAN MAJOOR MORATH. In het „Berliner Tageblatt" schrijft ma ioor Moratli het volgende over den toestand op het oorlogstooneel: De strijd om Verdun woedt nog steeds, uit den heftigen weerstand der Fransohen blijkt, dat zij er alles op willen zet ten om ons te dwingen tot het opgeven van den aanval. Zij hebben achtereenvolgens 38 diviaien aan den strijd doen deelnemen en strategische oenheden die veel geledén hadden, voor een deel aangevuld en opnieuw ingezet. Deze maatregel was tot nog tóe steeds vermeden, hetwelk moge Ijjk was door de talrijk beschikbare roserves. Men kan hieruit' de gevolgtrekking maken, dat deze thans voor een deel verbruikt zijn. 600000 man van het Fransche leger hebben tevergeefs getracht ons den aanval te doen op geven en daartoe tegenaanvallen gedaan die echter door de standvastighied der Duitsche troepen geen succes hadden. Wat de Engelsche leger versterking aangaat, deze kan nog geen be slissing brengen maar den oorlog verlengen. De organisatie achter het front vereischt zoovele manschappen, dat Engeland zelfs na uitbroi- ding der dienstplicht niet veel meer dan 300000 man zou kunnen inlijven. Zo-oals vroeger is ge zegd zou Engeland het leger niet op sterkte kunnen houden bij het lijden van groote verlie zen op het vasteland en wanneer het in Egypte, werd aangevallen. 5000 Russen zijn na een rei3 van drie maan den in Marseille aangekomen, hetwelk begrijpe lijk maakt dat Japan niet aan het verzoek van Frankrijk om hulptroepen te zenden, heeft wil len voldoen. Geen sohéepsruimto zou daarvoor beschikbaar zijn. De Russen doen nog voortdurend aanvallen op het Galicisehe en BessaraLisehe front. Een offetisief op groot© schaal schijnt echter opge geven te Zijn. Zoowel in het voorjaar van 1915 als in dat van 1916 hebben de Russen door hunne herhaalde stormaanvallen hunne krach ten verspild, zoadat nog slechts een beperkt aantal reservetroepen over is. Vooral in do lagere aanvoering zal moeilijk kunnen worden voorzien. Al mogen de Russen in Armenië lang zaam vorderen, tusschen Riga en Czernovvitz kunnen zij geen beslissende zege meer behalen, rood at nog steeds het woord van Von Hinden burg geldt: „De overwinning is zeker." De Mechelsche Meubennunsine. Men schrijft ons uit Brussel: Op 15 April j.i. bedroeg het aantal vluch telingen, dat nog niet in Mechelen was te ruggekeerd, 15,000. Voor de Mechelsche meu belindustrie beteek out dit, dat een groot aantal meubelmakers zich nog steeds in En geland bevindt en daar de Meohelsche meu belindustrie beoefent. In Mechelen zelf maakt fhen zich hierover zeer ongerust, wijl terecht gevreesd wordt, dat op het .eind van dép oorlog deze Mechelaans in Engeland zullen blijven of de Engelsche werklieden zooda nig op de hoogte van het vak zullen zijn gekomen, dat zij \an uit Meebeden geen meubelen meer zullen: betrekken, w*t voor Mechelen van groote beteekenis zou zijn en waarop al eerder door een ander Belgisch correspondent in de Nwe Haarl. Ct. werd g<DeZgèheeldfaouwde eiken meubel» uit Me ebelen hebben «inde jaar en dag een groote vermaardheid, zoowel om de degelijke uit voering ale om de artistieke waarde. In Mechelen werden vooral goede zaken ge maakt, toen een zeventig jaren geleden de oude meubels weer mode werden. Niet het minst werd goed geld verdiend met het op knappen van oude meubelstukken. Engeland was een groot afnemer en tal van Engelsche musea zijn beroemd door de meubelstukken uit Mechelen betrokken. De Meohelsche fabrikanten hebben er zich in dien tijd niet op toegelegd om nieuwe „oude stukken" in den handel te brengen, maar zijn allerlei oude stijlen gaan scheppen. Wel kwam hierin eenige verandering toen in het begin der negentiende eeuw meubels in „empire" werden gezocht en daaraan heeft de Mechelsche industrie de nieuwe ver maardheid te danken. In oude families vor men zij nog altijd een smaakvol interieur. De Mechelsche meubelen hebben zich ge lijk alle» in onzen tijd ten slotte gaan zetten naar den smaak der klanten. Wat het pu bliek hébben wil wordt geleverd, omdat het geld opbrengt. Desondanks is Mechelen om tal vau prachtsukken beroemd gebleven. Vóór den oorlog werden zij verzonden-naar Brussel, Londen, Parijs, Spanje, Duitschland, Amerika en Oostenrijk. Maar vooral naar Engeland, waar de Mechelsche vluchtelin gen-meubelmakers met open armen zijn ont- vargen en nu uitstekend worden betaald, terwijl zij Engelsche werklieden tot Mechel sche concurrenten opleiden. De Mechelsche fabrikanten zien dit gevaar zeer goed in, maar kunnen er weinig tegen uitrichten. Zooals de toestand nu is, zal Mechelen een deel van zijn industrie door den oorlog naar Engeland zien verplaatst en zal Engeland een industrie aan de Theems rijker zijn ge worden, als eenmaal de vrede zal zijn her steld. Rusland en de Katholieken. Poolsche Doema-afgevaardigden hebben aan den minister-president Stürmer een adres ge richt in verband met de in Rusland nog altijd bestaande beperkingen in de uitoefening van den Katholieken godsdienst en de achterstelling der katholieke bevolking, terwijl meermalen be loofd is, deze beperkingen op te heffen, wat tot heden niet geschied is. Naar het Russische blad „Djen" vfrneemt, heeft het ministerie de eisolien der Poolsche Doema-leden onaannemelijk verklaard, op grond, „dat door de inwilliging der eisehen de grondbeginselen van Rusland en het gehecle garakter van het Russische land veranderen en het Russlseh-nationale treven in gevaar ge bracht worden zou." Een Duitscber over de verhouding met Amerika. Uit Berlijn wordt in een particuliere corres pondentie ten aanzien van het Duitsch-Ameri- kaansche conflict geschreven: „Vlak voor de Paaachendagen is Amerika met een alles behalve vriendelijk Paaschgeschenk komen aandragen. De opzet, Engeland en daar- mede de Eutente to atounen tegrenover Duitsch land, is zeer duidelijk. Men moge over den Duitsclien duikbooten-oorlog denken lioe men wil, dat Amerika met onpartijdigheid tegenover den reuzenworstelstrijd der volkeren staat kan niemand terecht beweren. Toch behoeft men hieruit nog niet op te maken, dat nu een oorlog tussclien Duitschland en Amerika onvermijde lijk geworden is. Niemand zal ontkennen, dat groote belangen voor ^Duitschland hier op het spel staan en na bijna twee jaren oorlog, wa'arin list militair prestige zoo schitterend gehand haafd is,-mag een goot land zich bij zijn beslissin gen nog wel door andere motieven laten lei den dan door gekrenkt gevoel. Het is niet waar schijnlijk dat Duitschland tegenover Amerika in dit stadium van den oorlog een andere dan zuivere oppoftuiiiteitspolitiek volgen zal." Uit Rusland. Onder alle voorbehoud worden te Stockholm geruchten verspreid, als zou binnenkort een af treden van den Rus'sischen minister Stürmer te verwachten zijn. Een feit is het, dat de minister van justitie in Rusland, Chowstoff, behalve voor zijn gewone audiëntie in de volgende week door den Czaar in een bijzondere audiëntie in het hoofdkwartier zal worden ontvangen. Op bevel van den Czaar is Ohwostoff bezig met een uit- voèrige memorie samen te stellen over de ge- heelo Russische binnenlandsche en buitenland- 'sche politiek. De zee- en ïuclitvlootaanval op de Engelsche kust. Tn een nabetrachting, in het Berliner Tage blatt schrijft de kapitein ter zee Persius over den aanval der schepen en zeppelins op Enge land: Voor cFe eerste maar Hébben ïn 'den nacht van 24 April een eskader luchtschepen en een deel der vloot gezamenlijk een aanval gedaan. De luchtschepen hadden het gomunt op indus triesteden als Cambridge, Norwich en andere en leidden de beschieting van Yarmouth en Lowestoft door de oorlogsschepen in. Dit ge meenschappelijk optreden heeft groeten indruk op de bevolking gemaakt. Sedert 24 December 1914 hébben 38 maal zeppelins en vliegtuigen bommen op Engelsche steden geworpen. De luchtaanvallen kunnen het economische leven in Engeland ernstig" versto ren als zij gericht worden op industrieele in richtingen, dokken en koopvaardijschepen. Vele Engelschen zijn nog niet overtuigd van de waarde der luchtschepen. Dit zal echter later wel geschieden, als hunne werking gelijk is ge worden aan die der duikbooten. Yarmouth en Lowestoft zijn reeds meermalen door de Duitschers aangevallen, Yarmouth het (*Kte op 3 November 1914. De Duitsche krui sers kwamen eensklaps uit den nevel te voor schijn nadat zij ongestoord door de voor posten- linie en mijnvelden van de Engelschen gekomen waren en openden het vuur op de versterkingen en eenige oorlogsschepen itx de haven. Een En gelsche onderzeëer, D 5 liep op een door onze schepen gestrooide mijn en zonk. Een torpedo jager en twee voorpostenvaartuigen werden in den grond geboordeen van de laatsten was de vischtrawler King Stephen, waarvan de kapitein den 2en Febr. 1910 had geweigerd de beman ning van het Duitsche luchtschip L 19 aan boord te nemen daar hem. dat te gevaarlijk toe scheen. De bemanning van dezen trawler werd gevangen genomen. Alle schepen en zeppelins zijn, hoewel zij hevig werden beschoten onbeschadigd terugge keerd. LIEFDE-GEHUICHEL VOOR DE Het „Katholieke Volk" schrijft: Wij moeten nog iets zeggen over de houding der sociaal-democraten ten opzichte van het wetsontwerp „Ouderdomsrente aan Behoefi- gen." Deze houding zegt meer dan alle andere feitenlioe de parlementaire socialisten alles op offeren aan partijpolitiek, hunne beginselen niet uitgezonderd. Steeds hebben de sociaal-democraten gestaan op het standpunt: staatspensioen aan alle ar beiders. Hun rechtgrond hiervoor, afgeleid uit hunne beginselen, w&s, dat de Staat van de „kapitalisten" moest opvorderen een ieel der „meerwaarde" (ontbonden loon) en dit terug betalen aan hen, wio hei ontnomen was, dus aan de werklieden. i Ter wille van de politiek, die voordeel beloof de aan de S. D. A. P. bij een samengaan met alle liberalen, word hot [beginsel van staats pensioen zoo gewijzigd, dat dit pensioen niet alleen aan de arbeiders, maar aan alle behoef- tigen zou toekomen. Men begrijpt; dat de socialistische rechts grond mi zijne waarde ye'loi'cn heeft. Het stel sel dat nu aangehangen wordt zal immers tot gevolg hebben, dat vele arbeiders geen pensioen ontvangen, terwijl, het wel toekomt aan ge wezen kapitalisten, die door een of andere, om standigheid, ook door eigen aohuld, hun fortuin verloren. Spaarzame arbeiders, dié het gebracht hebben tot het bezit van een eigen huisje en eenigo rente, zullen zich het „staatspensioen,' dat thans ook door onze sociaal-democraten, wordt verdedigd, zien ontgaan; zij behooren, naar de algemoene opvatting, niet tot de be- hoeftigenvan de hun onthouden „meerwaarde" krijgen zij geen cent terug. Tot armoede ge raakte werkgevers echter, die reeds van de „meerwaarde" hebben geprofiteerd, zullen wèl staatspensioen ontvangen, ook al hebben zij hunne arbeiders jarenlang uitgebuit. Is het nu duidelijk, hoe de sociaal-democraten tegenwoordig hunne beginselen overboord gooien? Wetenschappelijk hooger staande leden van de S. D .A. P. nemen dan ook een aarzelende houding a.an en somnU-gcn hunner hebben bot reeds verklaard, dat de ouderdomaverzekerihg van Talma, ook van socialistisch standpunt, beter te verdedigen was. Dat echter ook van die zijde een krachtig protest uitblijft, nu de partijgenooten-Kamerleden en de redactie van „Het Volk" het opnemen voor eene Ouderdoms rente aan allo behoeftigen zelfs zonder te weten, hoe do kosten hiervan zullen worden ge dekt (misschien wordt den spaarzamen arbeider ook nog een deel van zijn loon ontnomen, om don „dief der hem ontnomen „meerwaarde" een staatspensioen to bezorgen) spreekt boek doelen over do corruptie, het bederf in de S. D. A. P. En het aanhangsel van "die party, het zooge naamde „moderne Vakverbond" is al niet veel beter. Als gewoonlijk, wordt van deze zijde ook thans niet slechts goedgekeurd, maar bepaald toegejuicht, wat „onze partij" in de Kamer doet. De vertegenwoordiger van dat Vakverbond in de Tweede Kamer, de heer van den Tempel, heeft wel gezwegen bij de algemeene beschou wingen over het wetsontwerp, maar dit is, ge zien de de houding van zijn bestuur, geen reden ora te veronderstellen, dat hij ertegen is. Dit zou ook niet gaaD, want hij is immers lid der sociaal-democratische Kamerfractie Laat eene partij als deze toch ophouden met haar liefde-gehuichel voor de arbeiders; want dat loopt al te voel in de gaten. Men schrijft uit Tilburg van militaire zijde d.d. 26 April aan de „Maasbode": Het valt niet te ontkennen, dat het schor sen der verloven door den opperbevelhebber van land- en zeemacht een zekere beroering in den lande onder de militairen teweeg heeft gebracht en vooral gedurende de Baasehda gen eenige ontevredenheid heeft gewekt. Dat nu een zekere categorie van personen op 'n vergadering te Amsterdam deze baloo- righeid nog heeft trachten te vermeerderen is meer dan schandelijk en zelfs misdadig te noemen. Gelukkig hebben deze stumperige rebellie makers nog niet veel invloed op onze solda ten, hetgeen weer bleek uit een schitterend- geslaagde vergadering, van militairen, welke heden in de Liedertafel alhier werd gehou den en waar de populaire kapitein Ritrnan als spreker optrad. De zaal was propvol met een luister-stil gehoor. Onder de verschillende officieren en militairen merkten we op kolonel Van Al- phen, commandant der Ve infanterie-briga- de, orerste Steinbuoh, commandant van het 5e regiment infanterie en majoor De Reede, commandant van het 8e bataljon van ge noemd regiment. Spr. gaf een interessant overzicht van den gruwelijken wercldstrijd en schetste in boeiende, emotie-volle taal de rampen, welke ook het Nderlandeche volk zouden kunnen treffen, wanneer do soldaten niet eensgezind bleven en niet de stiptste gehoorzaamheid betrachtten. Onze opperbevelhebber, zoo zcide spreker, heeft niet voor niets de verloven ingetrok ken. Wij moeten de vuist gesloten houden naar alle zijdon, om neutraal le kunnen blij ven. Ep die neutraliteit zal niet beter wor den gehandhaafd, dan dat onze soldaten een kalme, waardige houding aannemen, waar door wij den indruk bij de oorlogvoerende mogendheden zullen vestigen, dat wij strikt neutraal willen zijn en blijven. Laten we eensgezind blijven in dezen tijd, opdat we ons des te nauwer kunnen aaneen sluiten, wanneer wat God verhoede do ure van gevaar ook voor ons mocht aan breken. In zijn dankwoord aan kapitein Hitman be toogde overste Steinbuch dat wij tot nu toe onze neutraliteit nog hebben kunnen hand haven door het spoedig paraat-ziju van ons leger. Waren we, zoo vervolgde spr., in Augustus 1914 niet gereed" geweest, wo zonden het wel licht hebben moeten aanzien, dat onze vaders en moedors, vrouwen eu kinderen onder onze «ogen vermoord en onteerd waren-geworden. Het-zoet gefluit van den vogelaar, die gaat spreken van demobilisatie, heeft dan ook volstrekt niet het goede met ons voor. Wij moeten nog weerbaar blijven cu als wo nu gingen dcmobilisceren, zouden we binnen 24 uur een bezoek ontvangen van onaangediende en onwelkome gasten, die ons land .gingen bezetten. We zouden dan het droevig lot moeten deelen van het arme Belgen-volk. Ja, zoo vervolgde spr., als de onweersbuien losbarsten, ik weet het, dan zullen we ons toouen als do oude Hollanders en zullen ons allen eendrachtig scharen rondom den troon d'er Oranjes.' Draagt dan, zoo eindigde de overste, uw last blijmoedig, blijft toouen, dat ge kranige, Hcllandschc-jongens zijt, dan misschien zul len de rampen af te weren zijn, welke drei gend over onze hoofden hangen. Zoowei kapitein Eit.man als overste Stein buch werd enthousiast toegejuicht. Een betreurenswaardige vergissing. Het volgende heeft in een familie te Groningen groote consternatie verwekt: Teen 12 uur kwam Dinsdagmorgen iemand van het stadhuis aan de woning van de vrouw van den milicien 11. Zuidema in den Ganzevcortsingel. Hij vond haar niet thuis, ging toen naar liaar moeder, die echter ook afwezig was en liet daar de boodschap achter dat mej. Zuidema op het bureau van mili taire zaken moest komen. Mej. Z„ eu haar moeder begaven zich daar heen. Haar werd door een der heeren gezegd, dat haar man erg ziek was, ze wist immers wel, dat nek kramp voorkwam, enz., ehz.r doch ten leste CCCVI. BISSCHOPSWIJDING. OORSPRONG EN ZINNEBEELDIGE BETEEKENIS VAN DEN STAF. Hoogstwaarschijnlijk stauit de bisschops-staf uit het Oosten, waar het gold als zinnebeeld van de' macht om te regeeren of te leeraren. Vandaar dat zoowel de keizer als de hbschoppen zich bedienden van een slaf, d. i. van een schep- ter. Oolc do pausen droegen er een, doch alleen als teeken hunner wereldlijke macht, niet bij den liturgisclien dienst. Oorspronkelijk d. i. voor zoover wij weten, in de 6e eeuw cn wel in Gallië on Spanje was de bisschops-staf nicta anders dan oen rechte stok, van boven eindi gend in eeu kogel, of kogel met kruis erop, of in T-vorm (zooals nu nog bij de Oosterscho bis schoppen), eindelijk sinds de 11e eeuw algemeen in een kromming. Deze vorm als herdersstaf met zijn drie onderdeden (kromming, schaft en punt) bood den middeleeuwsclien schrijvers volop gelegen heid allerlei zinnebeeldige beteekonissen to geven aan dit instrument, dat vau huis uit een eoreteeken en een machts-insigne was. Als her- dersstraf predikt hij den plicht der Bisschop pen om hun geestelijke schapen te weiden. De geschriften van het Oude Testament immers verhalen, dat do Joodselie herder zijn schapen ioderen morgen bij het ver] aten cn iederen avond by het terugkeeren in den sebaapsstal onder zijn staf liet doorgaan en ze op die wijze telde. Met den staf in de hand ging hij de kudde vooraf en leidde ze op goede weiden; leunend op zijn staf bewaakte hy ze eu do weerspannige tuch tigde hij er mee. Wanneer do Psalmist Gode3 herderlijke zorg voor den inensch prijst, roept hij daai'om uit: „Uw stok en uw staf, zij zijn mij tot vertroosting, wijl Gij (als herder) bij .mij zijt! (Ps. 22.4) Daarbij rees voor het oog dier schrijvers dat liefelijk beeld uit het Nieuwo Tes tament, waarbij Jezus, de goede Herder, zijne Kerk vergelijkt bij een schaapsstal en een kudde. De schapenden lammeren zy'n de priesters en de geloovigeu, de waakzame herder is de Overste der Kerk, do Bisschop. Als herder dus voere hij den staf, waarmede hij de goeden regeere, de weorspannigen bestraffo, de argeloozen be- scherme, waarop hij steuiie als hij over borgen en door dalen het verloren schaapje gaat opzoe ken 1 Ook aan de drie onderdeelen gaf men een symbolische beteekenis. De kromming zoo redeneerde men wyst op de zachtmoedig heid, het rechte gedeelte op de beslistheid, de punt op de gestrengheid, die noodig zijn in het besturen der- Kerk.. Weer anderen zagen in do kromming het naar-zich-toe trekken der af ge- dwaalden, in de schaft het regeeron der goeden, in de punt het aansporen der tragen. kwam het: ,,'k zal 't n maar zeggen, uw man is dood." Haar werd het volgende telegram gegeven: „Tilburg 25 April 1916, Milicien Zuidema van de 2o batterij Isto regiment veldartille rie uit uw gemeente gisteravond plotseling overleden. Wil familie laten weten. Brief volgt. Kapitein Bessem." Do schrik van de vrouw laat zich verkla ren; ze wa« geheel van «treek. Zo heeft er niet verder hij nagedacht, an ders had ze moeten bemerken, dat het tele gram vermoedelijk voor haar niet bestemd was: immers haar man lag niet in Tilburg en de voornaam was niet aangegeven. Do gordijnen in do woning werden neer gelaten en ook bij de familie geschiedde dit. De moeder van Zuidema die ongesteld is, ge raak te zoodanig iu de war, dat de doktér on middellijk gehaald moest worden. Toen mej. Z. 's avonds in het Nieuwsblad v. h. Noorden la-s, dat de 25-jarige militair der artillerie A. Zuidema uit Groningen was doodgeschoten, begreep ze dat het haar man niet was. Zo telegrafeerde aan haar echtge noot en kreeg volgend antwoord: 25 April, 1916. Alles wel. Brief volgt. De gordijnen werden weer voor de ramen weggehaald en de familie gewaarschuwd. Hoewel de familie nu weet ook van we- ge het stadthuis is het haar medegedeeld, dat do dcodgesehoeten militair niet is H. Zuide ma uit den Ganzevoortsingel, doch A. Zuide ma uit IToutzagersteeg is de rust nog niet teiuggekeerd. De echtgenoote is nog geheel van streek en -het beste zal zijn dat de man oeuiigo dagen verlof krijgt. Uit deze geschiedenis blijkt wel weer, dat de autoriteiten dergelijke telegrammen niet te duidelijk kunnen stellen. DOOR EEN TIJGER VER SCHEURD. Uit Loeboek Basoeng verneemt de „Sum. Bode" dat niet ver van die plaats, op eon ladang

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 7