MEW Httm. COURANT IE mmEHFliEHAAi. Pp J. JANSSElfl, - soo bij overlijden FEUILLETOü BINNENLAND ROND DE LÏTÜR61Ê Derde Blad DE OORLOG Allerlei. Zaterdag 29 April ATle betalende «bonnfe op d« Blad, die in het bezit zijn van eene Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voort 4000 levensl. ongeschiktheid tot werkos 300 bij verile» van een hand ot voet 150 bij verlies van ees oog - 100 bij verlies van dut» De uitkeering dezer bedragen wordt gega randeerd door de „Hollandsche Algemeens Verzekeringsbank" te Schiedam. De vóór 1 October 1911 uitgegeven polissen zijn niet geldig. VïfPPPRElSlP berichten GROOTöTE S0RTEERING LAAfaSTE PRIJZEN. K AHPET TEBiSj *4ne|p3iij, hoek Warcnoessiraat. het intrekken der verloven. 25 April, 1916. Alles wel.. Brief volgt. m 75 bij breuk van een arm ot beOB m 60 bij verlies van een wl|svinger 25 bij verlies van een anderen vinger EEN OORLOGSBESCHOU WING VAN MAJOOR MORATH. Ia het „Berliner Tageblatt" schrijft ma joor Morath het volgende over den toestand op het oorlogstooneelDe strijd om Verdun woedt nog steeds, uit den heftigen weerstand der Franschen blijkt, dat zij er alles op willen zet ten om ons te dwingen tot het opgeven van den aanval. Zij hebben achtereenvolgens 38 divisien aan den strijd doen deelnemen en strategische eenheden die veel geleden hadden, voor een deel aangevuld en opnieuw ingezet. Deze maatregel was tot nog toe steeds vermeden, hetwelk moge lijk wa3 door de talrijk beschikbare reserves. Men kan hieruit de gevolgtrekking maken, dat deze thans voor een deel verbruikt Zijn. 600000 man van het Fransche leger hebben tevergeefs getracht ons den aanval te doen op geven en daartoe tegenaanvallen gedaan die echter door de standvastighied der Duitsche troepen geen succes hadden. Wat de Engelsche leger versterking aangaat, deze kan nog geen be slissing brengen maar den oorlog verlengen. De organisatie achter het "front vereischt zoovele manschappen, dat Engeland zelfs na uitbrei ding der dienstplicht niet veel meer dan 300000 man zou kunnen inlijven. Zooals vroeger is ge zegd zou Engeland het leger niet op sterkte kunnen houden bij het lijden van groote verlie zen op het vasteland en wanneer het ia Egypte werd aangevallen. 5000 Russen zijn na een reis van drie maan den in Marseille aangekomen, hetwelk begrijpe lijk maakt dat Japan niet aan het verzoek van Frankrijk om hulptroepen to zenden, heeft wil- len voldoen. Geen soheepsruimte zou daarvoor beschikbaar zijn. De Russen doen nog voortdurend aanvallen op het Galicisohe en Bessarabische front. Een offensief op groote schaal schijnt echter opge geven te zijn. Zoowel in het voorjaar van 1915 als in dat van 1916 hebben do Russen door hunne herhaalde stormaanvallen hunne krach ten verspild, zoodat nog slechts een beperkt aantal reservetroepen over is. ooral in de lagere aanvoering zal moeilijk kunnen worden voorzien. Al mogen de Russen in Armenië lang zaam vorderen, 'tusschen Riga en Czernowitz kunnen zij geen beslissende zege meer behalen, zoodat nog steeds het woord van Von Hinden burg geldt: „De overwinning is zeker." De Mechelsche Meubennutisififl. Men schrijft ons uit Brussel: Op 15 April j.l. bedroeg bet aantal vluch telingen, ilat. nog niet in Mechelen was te ruggekeerd, 15,000. Voor de Mechelsche -meu belindustrie be teekent dit, dat een groot aantal meubelmakers zich nog eteeds in En geland bevindt eu daar de Mechelsche meu belindustrie beoefent. In Mechelen zelf maakt men zich hierover zeer ongerust, wijl terecht gevreesd wordt, «lat op het eind van den oorlog deze Mechelaars iu Engeland zullen blijven öf de Engelsche werklieden zooda nig op de hoogte van het vale zullen zijn gekomen, dat zij van uit Mechelen geen meubelen meer ziilleii betrokken, w»t voor Mechelen van groote beteekeniu zou zijn en waarop al eerder door een ander Belgisch correspondent in de Nwe HaarL Ot. werd gewezen. ,r Dé ge-beeldhouwde eiken meubel» uit Me chelen hebben eind» jaar en dag een groote vermaardheid, zoowel om de degelijke uit voering al» om de artistieke waarde. In Mechelen werden vooral goede zaken ge maakt, toen een zeventig jaren geleden do oude meubels weer mede werden. Niet het minst werd goed geld verdiend met het op knappen van oude meubelstukken. Engeland was een groot afnemer en tal van Engelsche musea zijn beroemd door de meubelstukken uit Mechelen betrokken. De Mechelsche fabrikanten hebben er zich in dien tijd niet op toegelegd om nieuwe „oude stukken" in den handel te brengen, maar zijn allerlei oude stijlen gaan scheppen. Wel kwam hierin eenige verandering toen in het begin der negentiende eeuw meubels in „empire" werden gezocht en daaraan heeft de Mechelsche industrie de nieuwe ver maardheid te danken. In oude families vor men zij nog altijd een smaakvol interieur. De Mechelsche meubelen hebben zich ge lijk alles in onzen tijd ten slotte gaan zetten naar den smaak der klanten. Wat het pu bliek hebben wil wordt geleverd, omdat bet geld opbrengt. Desondanks is Mechelen om tal van prachtsukken beroemd gebleven. Vóór den oorlog werden zij verzonden naar Brussel, Londen, Parijs, Spanje, Duitschland, Amerika en Oostenrijk. Maar vooral naar Engeland, waar de Mechelsche vluchtelin gen-meubelmakers met open armen zijn out- vargen en nu uitstekend worden betaald, terwijl zij Engelsche werklieden tot Mechel sche concurrenten opleiden. De Mechelsche fabrikanten zien dit gevaar zeer goed in, maar kunnen er weinig tegen uitrichten. Zooals de toestand nu is, zal Mechelen een deel van zijn industrie door den oorlog naar Engeland zien verplaatst en zal Engeland een industrie aan de Theems rijker zijn ge worden, als eenmaal de vrede zal zijn her steld. Rusland en de Katholieken. Poolsehe Doema-afgevaardigden hebben aan den minister-president Stiirmer een adres ge richt in verband met de in Rusland nog altijd bestaande beperkingen in de uitoefening van den Katholieken godsdienst en de achterstelling der katholieke bevolking, terwijl meermalen be loofd is, deze beperkingen op te heffen, wat tot lieden niet geschied is. Naar het Russische blad „Djen" verneemt-, heeft het ministerie do eisclien der Poolsclie Doema-leden onaannemelijk verklaard, op grond, „dat door de inwilliging der eisclien de grondbeginselen van Rusland en het geheele garakter van het Russische land veranderen en het Russisch-nationale treven in gevaar ge bracht worden zou." Een Duitscher over de verhouding met Amerika. Uit Berlijn wordt in een particuliere corres pondentie ten aanzien v-an het Duitsoh-Ameri kaansche conflict geschreven: „Vlak voor de Paaschendagen is Amerika met een alles behalve vriendelijk Paaschgeschenk komen aandragen. De opzet, Engeland cn daar mede de Entente te steunen tegenover Duitsch land, is zeer duidelijk. Men mogo over den Duitsclien duikbooten-oorlogr denken hoe men wil„dat Amerika met onpartijdigheid tegenover den reuzenworstelstrijd der volkeren' staat kan niemand terecht beweren. Toch behoeft men hieruit nog niet op te maken, dat nu een oorlog tussclien Duitschland en Amerika onvermijde lijk geworden is. Niemand zal ontkennen, dat groote belangen voor Duitschland hier op het spel staan en na bijna twee jaren oorlog, waarin het militair prestige zoo schitterend gehand haafd is, mag een goot land zich bij zijn beslissin gen nog wel door andere motieven laten lei den dan door gekrenkt gevoel. Het is niet waar schijnlijk dat Duitschland tegenover Amerika in dit stadium van den oorlog een andere dan zuivere opportuniteitspolitiek volgen zal." Uit Rusland. Onder alle voorbehoud worden te Stockholm geruchten verspreid, als zou binnenkort een af treden van den Russisclien minister Stiirmer te verwachten zijn. Een feit is het, dat de minister van justitie in Rusland, Chowstoff, behalve voor zijn gewone audiëntie in de volgende week dooi den Czaar in een bijzondere audiëntie in bot hoofdkwartier zal worden ontvangen. Op bevel van den Czaar is Ohwostoff bezig met een uit voerige memorie samen te stellen over do ge heele Russische binnen!andseho en buitenland s-olie politiek. De zee- cn liielitvlootaanval op de Eugelselio kust. Tn een nabetrachting, in het Berliner Tage blatt schrijft de kapitein ter zee Persius over den aanval der schepen en zeppelins op Enge- NEGEN-EN-TW1NTIGSTE HOOFDSTUK. -Ben je hier, Anny?" keiii7»„Euiot 'ag iu de kussens vau een gemak- nlaLs waïï-'1; UJ wendde zijn hoofd naar de rhit er- en m'k dac',,; tc vinden. Zijn oogen schiberoen m koortsige ,,ioed 1 AnnvI Blijkbaar was liet jonge meisje niet in de kamer, want het bleef doodstil. Thans nam sir Elliot een schel, die op tafel lag en eemge oogeu- blikken later trad de oude huisknecht binnen. „Zeg even aan de juffrouw en meneer, dat ze direct hier komen." „Goed, meneer." Oeruischloos verwijderde zich de man en moei zaam zonk sir Elliot in de kussens terug. „Ik ben blij, dat ik een vast besluit gemaakt Aeb, murmelde hij. „Als alles in orde gebracht is, zal ik veel geruster zijn." „U vroeg naar mij, va eer?" vroeg Anny, stil Duinen tredende. Nauw had ze deze woorden gesproken of ook Lionel verscheen. Waarom had de zieke hen gelijktijdig bij zich geroepen? Een onbestemde angst beklemde beid harten. Hef was, of ze er een voorgevoel van hadden, dat hun nieuwe smarten wachtten. „Jelui zijt ongetwijfeld verwonderd dat ik jelui beiden liet roepen," begon sir Elliot. „Ik wilde jelui iets verzoeken, waarvan de vervulling je zeer zeker evenzeer gelukkig zal maken als mij. Ik ben een oude man, de ziekte heeft mijn kracht gebroken ieder uur kan mijn laatste zijn." „Spreek zoo niet, vader," zei Anny droef. „Kindrwij moeien ons voegen naar Gods wil," ging de zieke voort. „Ik ben bereid. Slechts één zaan zou ik eerst nog in vervulling willen zien gaan jelui huwelijk. Ik smeekte oen Hemel, uat hij mij den kleinzoon terug zou zenden," hij legde zijn hand teeder op den arm van Lionel en mijn gebed werd verhoord Als nu ook mijn laatste wensch vervuld is, kan ik gerust sterven. Anny, kan 't morgen zijn?" Een kreet van schrik kwam over de lippen van tiet jonge meisje. Lionel zweeg. Hij had reeds uit de Heisie woorden van sir Elliot geraden, waar hij heen wilde en had tijd gevonden, om zich te belu-crschen- „MorgenVader onmogelijk!" iv/ i bedekte haar gezicht met beide handen. Wat zou zij zeggen? Hoe was vader op zulk een ongelukkig idee gekomen. „Waarom onmogelijk?" vroeg de zieke. „Er zijn geen voorbereidingen noodig. Lionel kan een geestelijke waarschuwen en dan kan morgen het huwelijk in stilte voltrokken worden. Anny, land Voor do eerste maal h'ebbeu in "den nacht van 24 April een eskader luchtschepen en een deel der vloot gezamenlijk een aanval gedaan. De luchtschepen hadden het gemunt op indus triesteden als Cambridge, Norwich en andere en leidden de beschieting van Yarmouth en Lowestoft door de oorlogsschepen in. Dit ge meenschappelijk optreden heeft grooten indruk op de bevolking gemaakt. Sedert 24 December 1914 hebben 38 maal zeppelins en vliegtuigen bommen op Engelsche steden geworpen. De luchtaanvallen kunnen het economische leven in Engeland ernstig versto ren als zij gericht worden op industrieele in richtingen, dokken en koopvaardijschepen. Vele Engelschen zijn nog niet overtuigd van de waarde der luchtschepen. Dit zal echter later wel geschieden, als hunne werking gelijk is ge worden aan die der duikbooten. Yarmouth en Lowestoft zijn reed3 meermalen door de Duitschers aangevallen, Yarmouth het o»*ste op 3 November 1914, De Duitsche krui sers kwamen eensklaps uit den nevel te voor schijn nadat zij ongestoord door de voor posten- linie en mijnvelden van de Engelsclien gekomen waren en openden het vuur op de versterkingen en eenige oorlogsschepen in de haven. Een En gelsche onderzeëer, D 5 liep op een door onze schepen gestrooide mijn en zonk. Een torpedo jager en twee voorpostenvaartuigen werden in den gvond geboordeen van de laatsten was de vischtrawler King Stephen, waarvan de kapitein deu 2en Febr. 1916 had geweigerd do beman ning van het Duitsche luchtschip L 19 aan boord te nemen daar hem dat tc gevaarlijk toe scheen. De bemanning van dezen trawler werd gevangen genomen. Alle schepen en zeppelins zijn, hoewel zij hevig werden beschoten onbeschadigd terugge keerd. LIEFDE-GEHUICHEL VOOR DE ARBEIDERS, Het .Katholieke Volk" schrijft: Wij moeten nog iets zeggen over de houding der sociaal-democraten ten opzichte van het wetsontwerp Ouderdomsrente aan Behoefi- gen." Deze houding zegt meer dan alle andere feiten hoe de parlementaire socialisten alles op offeren aan partijpolitiek, liunne beginselen niet uitgezonderd. Steeds hobben de aociaal-democraten-gestaan op liet standpunt: staatspensioen aan alle ar beiders. Hun rechtgrond hiervoor, afgeleid uit hunne beginselen, was, dat de Staat van de „kapitalisten" moest opvorderen een ieel der „meerwaarde" (onthouden loon) en dit terug betalen aan hen, wie het ontnomen was, dus aan de werklieden. Ter wille van de politiek, die voordeel beloof de aan de S. D. A.-P. bij een samengaan met alle liberalen, wcnj het beginsel van staats pensioen zoo gewijzigd, dat dit pensioen niet alleen aan do arbeiders, maar aan alle behoef- tigen zou toekomen. Men begrijpt, dat de socialistische rechts grond nu zijne waarde „doren heeft. Hot stel sel dat nu aangehangen wordt zal immers tot go/volg- hebben, dat vele arbeiders geen pensioen ontvangen, terwijl het wel toekomt aan ge wezen kapitalisten, die door een of andere Om standigheid, ook door eigen schuld, hun fortuin verloren. Spaarzame arbeiders, die bet gebracht hobben tot het bezit van een eigen huisje en eenige rente, zullen zich hot „staatspensioen," dat thans ook door onze sociaal-democraten wordt verdedigd, zien ontgaan; zij belmoren, naar do algemeene opvatting, niet tot de be- booftigen; van de hun onthouden „meerwaarde" krijgen zij geen cent terug. Tot armoede ge raakte werkgevers echter, die reeds van de „meerwaarde" hebben geprofiteerd, zullen wèl staatspensioen ontvangen, ook al hebben zij hunne arbeiders jarenlang uitgebuit. Is het nu duidelijk, hoe de sociaal-democraten tegenwoordig hunne beginselen overboord gooien Wetenschappelijk liooger et.aando leden van de S. D .A. P. nemen dan ook een aarzelende houding aan en sommigen hunner liebbeu bet reeds verklaard, dat de ouderdornsv.erzekcring van Talma, ook van socialistisch standpunt, beter te verdedigen was. Dat echter ook van dio zijde een krachtig protest uitblijft, nu do partijgenooten-Kamerleden en de redactie van „Het Volk" het opnemen voor eene Ouderdoms rente aan alle behoef tigen zelfs zonder te weten, lioe de kosten biervan zullen worden ge dekt (misschien wordt den spaarzamen arbeider ook nog ecu deel van zijn loon ontnomen, om den „dief der liem ontnomen „meerwaarde" oen staatspensioen te bezorgen) spreekt boek- deoleu over do corruptie, het bederf in de S. D. A. P. kind, je zult me dit laatste verzoek niet wei geren." Zijn bevende hand zocht de hare en streelde ze liefderijk. Anny stond op en wierp een smee kenden blik op Lionel, die siil en bleek naast de vensterbank stond. Het was de eerste maal, dat zij hein om bijstand verzocht. Haar oogen spra ken zoo duidelijk: „Heb erbarmen met den ouden man, die je lief heeft, en met mij!" „Denkt u niet grootvader, dat het al te plotseling zou zijn?" vroeg hij zacht. Anny was daarop niet voorbereid. Overijling is stellig ver keerd en ook niet noodig. Als God wil, zal u nog lang bij ons blijven. Zouden we niet nog- eenige weken waculen? Dan zal Anny zeer zeker geheel hersteld zijn van den schok, die haar trof toen u zoo plotseling ziek werd." „Ook jij, Lionel!" riep de zieke geërgerd uit. „En ik rekende zoo vast op jou! Ik dacht zelfs, dat ik je wensch voorkwam!" Een donker rood kleurde de wangen van Lionel. Er zweefde hem een onvoorzichtig woord op de lippen, maar hij wist zich te beheerschen. Kalm en gelaten antwoordde hij: „lk houd veel van Anny, maar juist daarom wilde ik haar ontzien. In ieder geval moet u ons lijd laten om de zaak te overleggen morgen kunnen we verder zien." „Ja, morgen kunnen we verder spreken," her haalde Anny. „Het is zeker de laatste wensch van je pleeg vader, kind," murmelde de zieke me( bevende En het aaphangsel van die party, het zooge naamde „moderne Vakverbond" is al niet veel beter. Als gewoonlijk, wordt von deze zijde ook thans niet slechts goedgekeurd, maar bepaald toegejuioht, wat „onze partij" in do Kamer doet. De vertegenwoordiger van dat Vakverbond in de Tweede Kamer, de heer van den Tempel, heeft wel gezwegen bij de algemeene beschou wingen over het wetsontwerp, maar dit is, ge zien de de houding van zijn bestuur, geen reden om te veronderstellen, dat hij ertegen is. Dit zou ook niet gaan, want hij is immers lid der sociaal-democratische Kamerfractie I Laat eene partij als-deze toch ophouden met baar liefde-gehuichel voor de arbeiders; want dat loopt al te veel in de gaten. Men schrijft uit Tilburg van militaire zijde d.d. 26 April aan de „Maasbode": Het valt niet te ontkennen, dat het schor sen der verloven door den opperbevelhebber van land- en zeemacht een zekere beroering in den lande onder de militairen teweeg heeft getracht en vooral gedurende de Paa-schda- gen eenige ontevredenheid heeft gewekt. Dat nu een zekere categorie van personen op 'n vergadering te Amsterdam deze baloo- rigbeid nog heeft trachten te vermeerderen is meer dan schandelijk en zelfs misdadig te noemen. Gelukkig liebbeu deze stumperige rebellie- makers nog niet veel invloed op onze solda ten, hetgeen weer bleek uit een schitterend- geslaagde vergadering van militairen, welke heden in de Liedertafel alhier werd gehou den en waar de populaire kapitein Ritrnan als spreker optrad. De zaal was propvol met een luister-stil gehoor. Onder de verschillende officieren en militairen merkten wre op kolonel Van Al phen, commandant der Ve infanterie-briga- do, overste Steinbuch, commandant van het 5e regiment infanterie en majoor De Reede, commandant van het 3e bataljon van ge noemd regiment. Spr. gaf. een interessant overzicht van den gruwelijken wereldstrijd en schetste in boeiende, emotie-volle taal de rampen, welke ook het Nderlaudeche volk zouden kunnen treffen, wanneer de soldaten niet eensgezind bleven en niet de stiptste gehoorzaamheid betrachtten. Onze opperbevelhebber, zoo zeide spreker, heeft niet voor niets de verloven ingetrok ken. Wij moeten de vuist gesloten houden naar alle zijden, om neutraal te kunnen blij- veu. En die neutraliteit zal niet beter wor den gehandhaafd, dan dat onze soldaten een kaline, waardige houding aannemen, waar door wij den indruk bij de oorlogvoerende mogendheden zullen vestigen, dat wij strikt neutraal willen zijn cn blijven. Laten we eensgezind blijven in dezen tijd, opdat we ons des te nauwer kunnen aaneen sluiten, wanneer wat God verhoede de ure van gevaar ook voor ons mocht aan breken. In zijn dankwoord aan kapitein Hitman be toogde overste Steinbuch dat wij tot nu toe onze neutraliteit nog hebben kunnen hand haven door het spoedig pa raat-zijn. van ons leger. Waren vve, zoo vervolgde spr., in Augustus 1914 niet gereed geweest, vve zouden het wel licht hebben moeten aanzien, dat önze vaders eu moeders, vrouwen en kinderen onder onze oogen vermoord en onteerd waren geworden. Het zoet gefluit van den vogelaar, die gaat spreken van demobilisatie, heeft dan ook volstrekt niet liet goede met ons voor. Wij moeten nog weerbaar blijven cn als wo nu gingen demobiliscercn, zouden we binnen 24 uur een bezoek ontvangen van onaangediende en onwelkome gasten, die ons land gingen bezetten. We zouden dan het droevig lot moeten deeleu van het arme Belgen-volk. Ja, zoo vervolgde spr., als de onweersbuien losbarsten, ik weet bet, dan zullen we ons toouen als do oude Holland ens en zullen ons allen' eendrachtig scharen rondom den troon der Oranjes. Draagt dan, zoo eindigde do overste, uw last blijmoedig, blijft toonen, dat ge kranige, Hcllaudsolie jongens zijt, dan misschien zul len do rampen af te weren zijn, welke drei gend over onze hoofden hangen. Zoowel kapitein Rjtman als overste Stein buch werd enthousiast toegejuicht. Een betreurenswaardige vergissing. Het volgende heeft in een familie te Groningen groote consternatie verwekt: Teen 12 uur kwam Dinsdagmorgen iemand van het stadhuis aan de woning van de vrouw van den milicien H. Zuidoma in den Gailzevoortsingel. Hij vond haar niet thuis, ging toen naar haar moeder, dio echter ook afwezig was en liet daar de boodschap achter dat moj. Zuidcma op het bureau "van mili taire zaken moest komen. Mej. Z., en haar moeder begaven zich daar heen. Haar werd door een der lieeren gezegd, dat haar man erg ziek was, ze wist immers wel, dat nek kramp voorkwam, enz., enz., doch ten leste lippen, „Je houdt toch nog wel van je ouden vader r1" Deze teere vraag deed Anny alle zelfbeheer- sching verliezen. Zij zonk naast den zieke op de knieën, drukte haar gezicht tegen zijn arm en brak in snikken uit. „Lieve, beste vader! Vergeef mij! Ik zou mijn rechterhand laten afkappen, als ik u daardoor redden kon!" „Dus vindt je het goed morgen met Lionel te trouwen?" vroeg de zieke verheugd. Zij begon nu nog troosteloozer te weenen, zon oer een antwoord te geven. Lionel was bijna buiten zich zelve. Was hij niet van al deze ram pen de schuld? Langzaam ging hij naar Anny toe en legde zijn hand op haar schouder. „Om Godswil ga weg van hier," fluisterde hij zachtjes. „Anny heeft haar zenuwen overspannen, grootvader," voegde hij er luide aan toe. „Zij heeft zich in den laatsien tijd zoo angstig ge maakt om u en nu kwam uw .voorstel zoo onverwachts. Morgen kunnen we verder spreken over deze zaak." Anny stiet hem niet terug, toen hij haar op richtte. Zij was geheel uitgeput, het was of zij niets meer voelde van 't geen er rondom haar gebeurde. Hij bracht haar tot aan de deur en zei: „Vraag den dokter van avond, of u aan uw vader zonder gevaar de waarheid mede zoudt kunnen deelen. Hij moet het weten, Wij gouden niet voor de CCCVJ. BISSCHOPSWIJDING. OORSPRONG EN ZINNEBEELDIGE BETEEK EN IS VAN DEN STAF. Hoogstwaarschijnlijk stamt de bisschops-staf uit liet Oosten, waar het gold als zinnebeeld van do macht oin te regeeren of te leeraren. Vandaar dat zoowel de keizer als de bisschoppen zich bedienden vau een staf, d. i. vau,een schep- ter. Ook do pausen droegen er een, douh alleen als teeken hunner wereldlijke macht, niet bij den Iiturgischen dienst. Oorspronkelijk d. i. voor zoover wij weten, in de Ge eeuw en wel in Gallië en Spanje was de bisschops-staf niets anders dart* een rechte stok, van boven eindi gend in een kogel, of kogel met kruis erop, of in T-vorm (zooals nu nog bij de Oosterscbe bis schoppen), oindclijk sinds de 11e eeuw algemeen in een kromming. Deze vorm als herdersstaf met zijn drie ouderdeelen (kromming, schaft en punt) bood den middeleeuwschen schrijvers volop gelegen heid allerlei zinnebeeldige beteekenissen to geven aan dit instrument, dat van buis uit een eereteeken en een machts-insigne was. Als lier- dersstraf predikt hij den plicht der Bisschop pen om liun geestelijke schapen te weiden. De geschriften van liet Oude Testament immers verhalen, dat de Joodsche herder zijn schapen iederen morgen bij het verlaten endederen avond •bij bet tcrugkeeren in den schaapsstal onder zijn staf liet doorgaan en ze op die wijze telde. Met den staf in de hand ging hij de kudde vooraf en leidde zo op goede weiden; leunend op zijn staf bewaakte hij ze en do weerspannige tuch tigde hij er mee. Wanneer de Psalmist Godes herderlijke zorg voor den mensclr prijst, roept hij daarom uit: „Uw stok en uw staf, zij zijn mij tot vertroosting, wijl Gij (als herder) bij mij zijt! (Ps. 22.4) Daarbij rees voor het oog dier schrijvers dat liefelijk beeld uit het Nieuwe Tes tamen t-, waarbij Jezus, de goede Herder, zijne Kerk vergelijkt bij een schaapsstal en een kudde. De schapen en lammeren zijn de priesters en do geloovigen, de waakzame herder is de Overste dor Kerk, de Bisschop. Als herder dus voere hij den staf, waarmede hij de goeden regeere, do weerspannigen bestraffe, de argeloozon be- sclicrme, waarop hij steune als hij over bergen en door dalen het verloren schaapje gaat opzoo- kenl Ook aan do drie onderdeden gaf men een symbolische boteekenis. De kromming zoo redenoerde men wijst op de zachtmoedige heid, het rechte gedcelto op de beslistheid, de punt op de gestrengheid, die noodig zijn in hot besturen dor Kerk. Weer anderen zagen in de kromming liet naar-zich-toe trekken der afgo dwaalden, in de schaft het regeeren der goeden, in do punt hot aansporen der tragen. kwam hët: ,,'k zal 't u maar zeggen, uw man is dood." Haar werd het volgende telegram gegeven: „Tilburg 25 April 1916, Milicien Zuidema van de 2o batterij löto regiment veldartille rie uit uw gemeente gisteravond plotseling overleden. Wil familie laten welcu. Brief volgt. Kapitein Bessem.** De schrik van de vrouw laat zicli verkla ren; ze W86 geheel van streek. Ze heeft er niet verder bij nagedacht, an ders had ze moeten bemerken, dat het tele gram vermoedelijk voor haar niet bestemd was: immers haar man lag niet in Tilburg en de voornaam was niet aangegeven. Do gordijnen in de woning werden neer gelaten en ook bij de familie geschiedde dit. Do moeder van Zuidema die ongesteld is, ge raakte zoodanig in de war, dat de dokter on middellijk gehaald moest worden. Toen mej. Z. 's avonds in het Nieuwsblad v. h. Noorden las, dat de 25-jarige militair der artillerie A. Zuidema uit Groningen was doodgeschoten, begreep ze dat .het haar man niet was. Ze telegrafeerde aan haar echtge noot en kreeg volgend antwoord: Do gordijnen werden weer voor de ramen weggehaald en de familie gewaarschuwd. Hoewel do familie nu weet ook van wa ge het stadhuis is het haar medegedeeld, dat de dcodgeschoeton militair niet is H. Zuide ma uit den Ganzevoortsingel, doch A. Zuide ma uit Iloutzagersteeg is de rust nog niet tei uggekeerdr De echtgenoote is nog geheel van streek en liet beste zal zijn dat de man cenige dagen verlof krijgt. Uit deze geschiedenis blijkt wel weer, dat do autoriteiten dergelijke telegrammen niet te duidelijk kunnen stellen. DOOR EEN TIJGER VER SCHEURD. Uit Loeboek Basoeng verneemt de „Sum. Bode" dat niet ver van dio plaats, op een ladang tweede maal zijn verzoek kunnen weigeren." Anny knikte zwijgend en verliet de kamer, ter wijl Lionel zich weer naar sir Elliot begaf. Welk een gedachten gingen Anny door het hoofd! Als de dokter geen toestemming gaf wat dan? Lionel huwen? Een valschaard huwen uit liefde tot haar pleegvader? Nooit!.Daar werd heftig op de deur geklopt en zij hoorde roepen:- „Mejuffrouw Anny! Mejuffrouw!" Het was de stem der huishoudster. „Wat is er Hanna?" vroeg zij. „Is de deur gesloten T hans hoorde zij ook de stern van een man de stem van Lionel. Anny stond op en opende de deur. „Wat is er?" vroeg zij. Een angstig voorge voel beklemde haar. „Zeg het mij ik kan niet langer wachten." Lionel keek haar uitvorschend aan. Dan zei hij zacht: „Uw vader is gestorven." Zonder een woord of klacht te uiten zakte Anuy in elkander en zij zou op den vloer gevallen zijn, wanneer Lionel haar niet in zijn armen opgevangen had. Met behulp van de weenende huishoudster bracht hij de bewustelooze in de kamer en legde haar op de sofa. „Ik zal iemand sturen om je te helpen," zei hij tegen Hanna. „Laat het mij weten, wanneer Anny weer bij kennis is." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 9