NIEUWE HIIMIL COMMIT
ROBERT SURCOUF
de oorlog
p. J. JANSSEN,
buitenland
binnenland
Tweede Blad
laagste prijzen.
KARPETTEN bij
Amaann, hoek Warmoesstraat.
FEUILLETON
STAOSSfSEUWS
Donderdag 18 Mei
Alle betalende ebonnês op dit Blad, die
In het bezit zijn van eene Verzekeringspolis,
zijn, volgens de bepalingen op de polissen
vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
t 4000 bij Ievensl. ongeschiktheid tot werken
560 bij overlijden
- 300 bij veriies van een hand of voel
- Ü56 bij verlies van een oog
- 160 bij verlies van een duim
75 bij breuk van een arm of been
bij verlies van een wijsvinger
2S bij verlies van een anderen vinger
De uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Hollandsche Algemeens
Verzekeringsbank" te Schiedam.
De vóór 1 October 1911 uitgegeven polissen
zijn niet geldip.
VERSPREID? PERICHTEN
GROOTSTE SORTEERING
58 1014
Episoden uit het leven van een
KAPERKAPITEIN.
5)
„Door mij, door Robert Surcouf. Begrepen?"
Hij kon niet verder spreken, want de deur
werd wederom geopend en er trad een grenadier
kinnen, in wien Surcouf zijn vriend Junot her-
Lende. Deze was nog gewoon soldaat, maar,
naar men weet, werd hij drie dagen later ser
geant. Bij de beschieting van Toulon van 15
tot 17 December 1793 dicteerde Napoleon hem
een order; daar sloeg een kanonskogel naast
hem in den grond en overdekte het blad met
aarde. „PrachtigI" riep Juniot uit, „nu behoe
ven wij er geen zand over te strooien!" Door
deze koelbloedigheid werd Napoleon op hem
opmerkzaam en verloor hem van toen af niet uit
het oog, zoodat Junot reeds in 1804 divisie-
generaal en gouverneur van Parijs werd.
Deze grenadier, die op dat oogenblik wel niet
vermoedde, dat hij eenmaal een hertogskroon
zou dragen, was zeer verheugd, zijn vriend
Surcouf weder te zien. Hij vernam, dat deze om
eene aanstelling bij de marine solliciteerde,
maar nu ook van generaal Cartaux een afwij-
OORLOGS ALLERLEI
Berichten in drie regels.
zend antwoord bekomen had. Junot kon voor den
vriend niets doen dan hem zijne tegenwoordige
gevangenschap verlichtenhij zorgde voor spijs,
drank en licht en moest beiden verder aan hun
lot overlaten.
Eerst in den namiddag van den volgenden
dag verscheen een adjudant, die den zeeman
naar Bonaparte brengen moest. Deze bevond
zich niet in Beausset, maar buiten de plaats in
eene schans, uit welke de versterkingen van
Toulon beschoten werden.
Genoemde stad had zich aan de onder admi
raal Hood staande vloot der verbonden Engel-
schen en Spanjaarden overgegeven en de Con
ventie stelde de krachtigste pogingen in het
werk, om deze hoogstgewichtige plaats te her
overen. De generaals Cartaux en Doppet waren
daartoe echter onbekwaam; de een was een schil
der en de andere een arts geweest; zij waren
in het atelier en het iazareth op hunne plaats,
geenszins echter voor de buitenwerken van zulk
een sterke wapenplaats en daarom had men den
jongen Napoleon Bonaparte gezonden om de
beide generaals bij te staan.
De kleine Corsikaan was juist in een druk ge
sprek met de beide generaals, toen Surcouf bij
hem gebracht werd. Hij lette tn het geheel niet
op den gevangene en scheen geheel in het onder
houd verdiept, dat hij met zijne béide superieuren
voerde.
„En ik kan nochtans mijne overtuiging niet
opgeven," sprak hij. „Als wy zoo voortgaan, zul
len wij na vijf iaar altijd onverrichter zake
voor Toulon .ligge11- beteekenen onze stuk
ken tegen de vuurmonden der vesting en der
vloot 1 Wij moeien zoo spoedig mogelijk meerder
belegeringsgeschut uit Marseille en de andere
wapenplaatsen \a*en Lonien. Wij moeten niet
enkel de versterkingen der stad beschieten, maar
voor alles gloeiende kogels op de vijandelijke
schepen werpen. Hebben wijdde vloot vernield en
verdreven, dan kan de stad het onmogelijk lang
meer houden. Geeft gi] mij volmacht, dan sta ik
ik er voor in, dat Toulon binnen veertien dagen
in onze handen is-
„Niet al te voorbarig!" antwoordde Cariaux
.op hooghartigen toon. „Al moest zelfs de vloot
wijken, waar vinden wij dan de middelen om
de versterkingen 8e"Jk het fort Malbosquet,
Balagnier en Egun'ette te bedwingen?"
„Men voere in de allereerste plaats geschut en
munitie aan, brenge liet belegeringscorps op een
sterkte van veertigduizend man en voorzie deze
versterkingen met den ncodigen krijgsvoorraad.
Ik heb het terrein nog niet nauwkeurig kunnen
bestudeeren, maar er moet een punt te vinden
zija daffle vijandelijke werken bestrijkt en van
daaruit zullen wij de tegenstanders weten te be
dwingen-."
Surcouf had deze woorden verslaan; ras na
derde hij de drie officieren een paar schreden
en zeide:
„Neem mij niet kwalijk, burger! Dit punt is
reeds gevonden!"
Cartaux maakte eene gestrenge, afwijzende be
weging; cok Doppet wendde zich minachtend af.
Napoleon echter mat den spreker met zijn blik
semend oog en zeide:
„Gij zijt zeer vermetel, burger Surcouf! Wan
neer officieren spreken, moet ieder ander zwijgen,
inzonderheid als hij zelf een gevangene is. Welk
punt meent gij?"
„Burger kolonel, zie daar het plein tusschen
de beide havens der stad. Als gij het bezet, kunt
gij <fc vijandelijke vloot in hare geheele uitge
strektheid bestrijken. De stad moet zich binnen
twee Of drie dagen overgeven, zoodra gij hare
werken van daar uit met vier-en-twintig ponders
en mortieren onttakelt. Het oog zal u doen zien,
dat van dit punt uit het fort Malbosquet zeer
licht te bombardeercu is."
Bonaparta nam zijn kijker en overzag het aan
gewezen punt. Toen hij dien weder liet zakken,
bewoog zich geen spier van zijn stalen gelaat.
Hij keek lang naar den- gezichiseinder en wendde
zich daarop eensklaps tot de beide generaals:
„Den man heeft gelijk, volkomen gelijk. Ik
verzoek -den burgers generaals zijn raad, dien
ik met mijne overtuiging ondersteun, in spoedige
overweging te nemen."
„Den raad van een arrestant 1" riep Cartaux.
„Schaam u, burger kolonel!"
Ook bij deze beleedigende woorden vertrok zich
geen spier in Napoleons gelaat, maar zijne stem
klonk scherp en snijdend, terwijl hij antwoordde:
„Zeer zeker schaam ik mij, mijne beeren, maar
niet over den raad, die ons gegeven wordt, maar
daarover, dat tot dusverre niet gevonden werd,
wat deze burger op het eerste gezicht bemerkt
heeft. Ik ben gewoon eiken nuttigen raad aan te
nemen, van wien het ook zij en verzoek het be
wuste punt ten spoedigste te laten bezetten en
versterken. Indien de Èngelschen ons voor zijn,
zal het groote opofferingen kosten dat verzuim
te herstellen."
„Kolonel 1" bruiste Cartaux op. Hij wilde meer
zeggen, doch Doppet vatte hem bij den ami en
trok hem mede.
Bonaparte zag hen met donkeren blik na.
„Men zal toch moeten doen, wat ik wil," mom
pelde hij. en ging tot Surcouf gewend, aldus
voort: „Uw plan is goed, burger: ik dank u! Hoa
komt gij aan dezen scherpen blik, gij, een ma
troos?"
„Matroos!" lachte de gevraagde. „Een leef
Hng der zee-academie en het Bureau des longi
hides? De zeeman heeft evengoed zijne krijgs
kunst en taktiek als de officier te land. Burgef
kolonel, het verheugt mij, met u te kunnen spre
ken. Ik ben uw gevangene; gij zult mij welicht'
bestraffen, omdat ik eenige laffe vlegels op den
schedel gekitteld heb; ik lza dez straf ondergaan,
maar na afloop daarvan kom ik u andermaal
opzoeken, want dan heb ik u een verzoek voor te'
dragen."
„Spreek op 1"
(Wordl vervolgd.)
DE GEVECHTEN OP HET
ITALTAANSCHE FRONT.
Hot verlevendigen der gevechten op het Oos
renrijk soh-I i al i a an sche front heeft begrijpe
lijker wijze in Duitgeld and bijzonder de aan
dacht getrokken en, wegens de Oostenrijkscho
auocosen, groote voldoening verwekt.
De „ïvorrepondena Norden'' te Berlijn zegt
van den hier gevoerden strijd, dat over de
gevolgen dezer govehten inZuid-Tirol voorloopig
niets nader kan worden gemeld, doch men ziet
in vele kringen in-het Oostenrijkseh succes by
Itoveveto een begin van een offensief togen
1 talie, dat den vroegeren bondgenoot nog
kwade verrassingen zal bereiden.
Majoor Morath, die dezelfde zienswijze is
tof gedaan, schrijft in het „Berl. Tageblatt":
..Sedert eenigen tijd is de strijd van Oostenrijk-
Uongarije tegen Italië levendiger geworden en
liet, is niet onmogelijk, dat bij een langer voort
duren van liet succes aan de zijde van onzen
bondgenoot men zal kunnen zeggen dat de oor
log, die een jaar geduurd heeft, in een nieuw
stadium is getreden.
Wanneer men de moeilijkheden voor de oor
logvoering in Zuid-Tirol naar waarde weet te
schatten, moet men dit succes als zeer gewich
tig beschouwen. Oppervlakkig kenschetst het
sucoes zich door de gevangenneming van 65
officieren en ruim 2500 man, een voor deze
bergstreek hoog getal. Dat ook tevens 11
machinegeweren en 7 kanonnen werden buit
gemaakt wijst op een snelle superieure kracht
der aanvalshandeling. Met onze dappere bond-
genooten verheugen wij ons in dit succes.
Tegelijkertijd herinneren wij ons dat onge
veer een jaar geleden in de Stampa een aanbod
van land door Oostenrijk-Hongarije werd gepu
bliceerd, hetwelk men te Weenen in het belang
van den vrede bereid was te verwezenlijken.
Indien wij ons voor den freest roepen, dat het
rjohoete gebied van Trentino en de Isonzo mot
inbegrip van Gradisca zou worden afgestaan,
dat belangrijke autonomie aan de stad Triest
zou worden verleend, en dat de inbezitneming
van Valoua door Italië zou worden bevestigd,
dan kunnen wij niet anders doen, dan de ver
blinding van Italië prijzen, die dit aanbod heeft
afgeslagen.
Het heeft aan liet aanzien van Oostennjk-
ïlongarije geen, grooteren dienst kunnen be
wijzen."'
De Gentsche professoren Pironne en Frctlerieq.
Uit Hamburg zendt het Wolff-bureau een
lang uittreksel uit een mededeeling, van „bij
zonder goed onderrichte zijde" door het „Hamb.
Fremdenblatt" uit Amsterdam over bet geval-
Pirenne-Fredericq ontvangen. Hierin wordt ge
zegd, dat de in de buitenlandsche pers over deze
quaestie verschenen berichten wemelen van on
juistheden. Zoo is prof. Pirenne nimmer door
den gouverneur-generaal aangezocht om de lei
ding op zich te. nemen van de nieuwe universi
teit, zoodat hij ook niet wegens zijn weigering
cm dit ambt te aanvaarden naar Duitschland is
geyoerd. Evenmin is juist, dat nog vijf andere
Gentsche hoogleeraren naar Duitschland zou
den zijn gebracht, omdat zij voor hun beide col
lega's in de bres waren gesprongen. Tenslotte
is het onjuist, dat de beide hcfogleeraren zijn ge
arresteerd, alleen omdat zij zich verzetten tegen
de vervlaamsching van de Gentsche hooge-
school. In hun standpunt werd gedeeld door
vele andere Gentsche professoren, die niet zijn
gearresteerd. Evénmin is iets dergelijks ge
schied met de Luiksche hoogleeraren, die wei
gerden het onderwijs te hervatten.
De professoren Pirenne en Fredericq hadden
het gebeurde kunnen voorkomen, wanneer zy
niet hun vijandelijke gezindheid tegen de bezet
tende macht en de door deze getroffen maatre
gelen door geheime agitatie op ontoelaatbare
wijze in daden hadden geuit, ofschoon zij inder
tijd evenals de andere Belgische staatsambte
naren een loyaliteitsverklaring hadden onder
teekend. £ij verrichtten handelingen, welke
niet alleen met dio verklaring in strijd waren,
maar ook met noodzakelijkerwijze in het etappe-
gebied van kracht zijnde strenge militaire voor
schriften. De overbrenging van beide hoogleer
aren naar Duitschland was een algemeens voor
zorgsmaatregel. De meening, dat de beide
lieeren alleen om hun gezindheid op die wijze
zijn behandeld, is onjuist, een meening, waar
van ook het verzoekschrift van de Ne-derland-
sche Akademie van Wetenschappen aan de
Duitsche wetenschappelijke lichamen schijnt te
zijn uitgegaan.
Dit verzoekschrift is trouwens inzooverre
onnoodig geworden, wijl reeds vóór eenige
weken aan de militaire overheid is gelast de
beide Gentsche professoren in een Duitsche
universiteitsstad te doen verblijven en hun vol
doende bewegingsvrijheid te laten om daar hun
wetenscbappelijkcn arbeid te kunnen voortzet
ten.
Geestelijken als soldaten van het
vreemdelingenlegioen.
Do „Ivorrespondenz Deutsch-TTbersee" geeft,
naar de „Köln. Volksztg." meldt, den brief
weer van een Duitscher, wien het gelukte, uit
I ransch West-Afrika naar Spanje te vluchten.
Deze heer, die als Duitseh Elzasser tot den
dienst in het vreemdelingenlegioen gedwongen
was, deelt o. a. mede, dat de Elzasser onder
danen van een Fransche missie in West-Afrika
gedwongen werden dienst te nemen in het
vreemdelingenlegioen. Toen alle protesten van
denFransohen bestuurder der missie by de plaat
selijke overheden niet baatten, zag men zich ge
noodzaakt, een hoogen geestelijke naar West-
Afrika te zenden, om de onderdanen van de
missie weer te bevrijden. Over het resultaat van
de bemoeiingen van dien geestelijke was niets
bekend geworden.
Merkwaardig is het, dat Se Franschen de El-
zassers in het vooruitzicht stelden, dat zij niet
naar het Oostelijk front zouden gezonden wor
den, daar zy in dit geval bij gevangenneming
door de Duitschers zouden doodgeschoten wor
den. Het lag in de bedoeling, hen in Marokko
en Algiers dienst te laten doen.
Wij laten dit bericht voor rekening van ge
noemd blad.
EEN LENTE-NACHT NABIJ
HET FRONT VAN IJPEREN.
Aan een particulieren brief, d.d. 5 Mei nit
Proven, een der Belgische plaatsen in de
onmiddellijke nabijheid van het Duitscli-En-
geleche front van IJperen, welke ons daar
voor welwillend ter inzage werd afgestaan,
ontleenen wij het volgende:
„Ik heb zoo pas gedaan met Streuvels' dag
boek (vier eerste maanden) hier en daar
boeiend, omdat het van Streuvels komt, over
het algeme enarmzalige tafelpraat.
Die mensch heeft niet meer gezien dan dat
een geeft een oorlogsdagboek uit! Maar ja,
hoe minder men met den oorlog uitstaan
heeft, hoe levendiger u het weinigje aan
doet, dat gij te zien krijgt.
Bij ons oblitereert de eene indruk don
andere en ons hoofd is altijd; hoi.
Voor eenigen tijd wend ik hij 't eerste mor
gen-grauwen wakker geraasd door een hek
sendans van ontploffende obussen, een dom-
mend gebommel van honderden afvurende
kanonnen op eert breed front, ten oosten
van IJperen. Plots nas het losgebarsten....
Ik sprong in mijn nachthemd 't bed nit (ge
woonlijk blijf ik liggen) trok een kamerrok
over mijne schouders en lei mij lang uit op
de breede marineren plaat in het open
raam. Gansch de hemel stond in bliksemend
vuur. Te P. en een dorpje verder klepte
't alarmklokje: gaswolken waren in aantocht
en men verwittigde do inwoners hun mas-
r op te zetten. Uit hoeven en kampplaat
sen trokken versterkingstroepen op. Dan,
in de eerste klaarte, toen het kanongerom-
mel iets verminderde, naderde 't geronk
van fokkers over 't stadje, die bang'! "bang!
hunne bommen smeten. Nu begonnen de
luch (kanonnetjes shrapnels achter de vlie
gers te schieten, shrapnels die openspron
gen in even-oplichtende vurige bloemen en
pijltjes.... machine-geweren takkerden
Beneden op het eerste hoorde ik Baby-
wakker schieten en morren: „Kikin (kindje)
n' aime pas les mitrailleuses, <?a réveille
kikin!" r,
Na en uur was de actie afgeloopen, alles
werd weer stil en waar zooeven de-slag aan
den gang was, rijst weer glorievol een roode
zon.
Ik zon dit alledaagsch uurtje reeds lang
zijn vergeten, ware 't niet dat op dien stond
de nachtegaal zong voor den eereten nacht.
Merels frazelden bij tientallen» roodborst
jes, ovenmakertjes, sijsjes, koninkjes, lijsters
zongen. Onze bosschen achter het front zitten
vol. En dan tjuikte voor een poosje de nach
tegaal, dat alles stil en zong zijn Bed!
Onverlegen binst de kanonnen vuurden, de
geweren morrelden en de bommen openklak-
ten. Onverpoosd ging het voort: solo van
den nachtegaal, koor door de ganeclie voge-
lenibeniL
Hier Gods werk, ginds het werk der men
sch én.
Want niettegenstaande den oorlog ie de
Lente weergekomen als alle jaren, gaat de
natuur haren gang en zingen de vogelen.
God, wat een contrast!
Die stonde zal ik niet rap weer vergeten:
den eereten nacht dat de nachtegaal zoug en
dit kleine wapenfeitgasaanval door de
Duitschers of wat het'ook geweest zij.
Dit alles a propos van Streuvels' dag
boek...."
SPANJE.
Economische moeilijkheden.
Dezer dagen heeft te Saragossa een zeer be
langrijke betooging plaats gehad, zoo lezen we
in het „Journal des Débats". Alle industrieele
en commercieele vereenigingen, alle arbeiders
syndicaten en ook de gemeenteraad hebben hier*
aan deel genomen. Winkels, magazijnen, zelfs
café's waren gesloten.
De organisatoren van de betooging hebben
den gouverneur een geschrift overhandigd,
waarin hun eisehen waren neergelegd. De re
geering wordt daarin uitgenoodigd alle Spaan-
sche schepen te requireeren teneinde het tran
sport van grondstoffen goedkooper te maken;
verder wordt aangedrongen op vermindering
en unificatie van de spoorwegtarieven, op aan
zienlijke verhooging der uitvoerrechten voor
ijzer en andere grondstoffen en op een vermin
dering van den prijs van steenkool.
De firma Krupp te Essen zal ook In de na
bijheid van Munehen terreinen koopen, om daar
een kanonnenfabriek op te richten.
Alleen in de maand April zijn in Enge
land 65 arbeidsgeschillen begonnen, waarhij
54.000 man betrokken waren.
Gelijk de Duitsche helmen, zullen ook de
Engelsche helmen met doek worden overtrok
ken of geverfd om 't glinsteren te voorkomen
De Boom een sche binnenlanclsche leenïng
is meer dan dubbel voltockend. Er was 150 mill,
dienen. Er zy'n er met 12 pd. gt. per week.
-De „Times" weot mede te deelen, dat som
mige dokwerkers te Londen enormo Toonen ver
lei gevraagd en men schreef voor 375 mill.
Jn de moerassen op het schiereiland Tha-
man tussclien de Zee van Azof en de Zwarte
Zee, zijn bromium de jodiumhronnen ontdekt.
30.000 vrouwen te Glasgow hebben een
optocht gehouden om te protesteeren tegen
allen verkoop van alcohol gedurende den oorlog.
De invoerechten op papier in Rusland zul
len van 13 sh. 8d, per poed (86 pond) worden
verminderd tot 1 sh. 8lijd.
Volgens de „Figaro" zijn er meer dan
300,000 Franschen aan Duitsche of Oostenr.-
Hongaarsche onderdanen nog geld schuldig.
In Engeland treedt de Zomertijd, welke
gisteren ook door-bet Hoogerhuis Is aangeno
men a.s. (Zondag in werking.
DE LEVENSMIDDELEN VOORZIENING.
Aian het W. O- iQ za^e beschikbaarstelling
van levensmiddelen tegen verminderde prijzen
zy'n eenige bijlagen toegevoegd. Een dezer geeft
een beeld van 't geen tot heden is gedaan in
zake de levensmiddelen voorziening ten bate
der consumenten. Wij ontleenen daar aan het
Volgende
Uit „eenige gegevens betreffende de bedra
gen die door de Regeeringsmaatregelen in
zake het beschikbaar stellen van kaas, aan de
consumenten ten góede zijn gekomen" blijkt,
dat den consumenten ten goede is gekomen in
Moi 1015 410,320; Juni 218,522; Juli
f 555,331; Augustus 760,280; September
845,004; October 1,500,490; November
1,296,260; December 1,227,919; Januari
1910 1,054,571; Februari 090,665; Maart
1,336,178; April 2,051,000; totaal
12,483,536.
Voor binnenlandseh verbruik werden beschik
baar gesteld de volgende groenten: peen, van
October tot April 2.646.286 K.G.uien, van
Aug. tot April 4.812.256 K.G.; knolrapen van
Oct. tot Apiil 2.060.029 K.G.; kroten 147.766;
roode kool 3.418.982; gele kool 2.925.541, alles
in kilogrammen en van Oct. tot April; voorts
nog van Aug. tot Nov. witte kool 8.080.538
K.G.van Dec. tot Maart Deensche witte kool
1.571.890 K.G.en van Aug. tot Dec. pronk-
snijboonen 509.247 K.G.van Aug. tot Oct.
enkele spersiebooncn met draad 20.648 K.G.
spersieboonen zonder draad 267.820 K.G.; dub
bele spersieboonen 299.345 K.G.
Behalve de verschillende soorten versehe
groenten, welke door den tuinbouw of export
zijn beschikbaar gesteld, zijn door de exporteurs
van vatgroenten de volgende hoeveelheden
beschikbaar gesteld: zuurkool 1844 vaten of
362.342 kilo's; andijvie 949 of 178.750; snijboo-
nen 5201 of 922.580; dubbele spersieboonen
1511 of 245.836; enkele idem 578 of 90.500;
totaal 10.083 vaten of 1,806.007 kilo's; versehe
andijvie totaal 286.000 K.G.
In het geheel werden alzoo voor binnen
landseh verbruik beschikbaar gestéld aan
groenten 23,264,361 K.G.; waarvan bedroe
gen: het totaal distributiehedrag .715,688.81
en het exportbedrag 2,172,862,76;
het verschil tussclien export en distributiehe
drag 1.463,175,89.
In zake het. beschikbaar stellen van varkens-
vleeseh en spek zijn aan de consumenten ten
goede gekomen: van April 1915 tot Maart 1916
totaal geleverd aantal kilogrammen voor bin-
nenlandsche consumtie: varkensvleesch
50,586,852 en spek 559,072; totaal bedrag in
guldens 46,373,154,31.
TOONEEL-CENSUUR.
De Maasbode schrijft:
Wij kunnen niet zeggen, dat het herhaaldelijk
gebeurt, doch in den laatsten tijd komt het toch
vaker voor dan vroeger, dat burgemeesters van
hun wettelijk recht gebruik maken, om de op
voering van bepaalde tooneelproducten in hun
gemeenten te verbieden. En zoo pas nog verna
men wij, hoe ook te Breda van overheidswege
een soortgelijke maatregel werd getroffen.
Wij achten dit een gelukkig verschijnsel; een
aanduiding immers, hoe meer dan vroeger het
besef doordringt, dat de autoriteit, die voor de
publieke moraliteit heeft te waken, in dit opzicht
zijn bemoeiing niet kan afhouden van wat ten
tooneele gebracht wordt.
En verblijdend noemen wij het tevens, te mo
gen constateeren, dat zulke overheidspersonen,
die den moed hunner overtuiging durven heb
ben, zich daarvan niet laten terughouden door
het pers-kabaai, dat men aan linkschen kant over
dergelijke maatregelen pleegt te maken.
Itet is helaas droeve noodzakelijkheid, waar
door een nauwgezet bewindsman zich gedwon
gen ziet, zich met het repertoire van tooneel-di-
recties in ie laten. Wij, die krachtens onze functie
bij herhaling met het moderne tooneel in aanra
king komen, verstaan het maar al te goed, wat
zeden-bedervende invloed van sommige stukken
moet uitgaan, niet hei minst van hét product, dat
zoo pas in Breda werd gevoerd, en dat een ge
raffineerde bespotting is van de huwelijkstrouw.
Bovenal verheugt het ons, bij het signaleeren
van het euvel, dat onze tooneelwereld vergiftigt,
steeds meer overheidspersonen aan onze zijde te
vinden. Zoo moeten wij komen tot een gezonde
samenwerking die er toe bijdragen zal, dat het
tooneel, minder zijn roeping ontrouw, weer een
factor wordt van verheffing en veredeling in onze
samenleving..
Diefstal aan 's Rijks Munt. Naar de „Tel."
meldt, heeft zich aan 's rijks Munt te Utrecht
een ernstig geval van diefstal voorgedaan. Een
groot aantal onafgewerkte guldens, d. w. z.
ongestempelde glad-zilveren schijven, is ont
vreemd.
Een zekere U„ te Utrecht, werd op het Sta
tionsplein aldaar aangesproken door een per
soon, die hem van gezicht bekend was. Naam
en adres van den man wist hij niet. Deze vroeg
hem, of hij geen kans zou zien om een partij zil
ver te verknopen. U. had wel lust in 't zaakje;
hij zou de 110 zilveren schijven meo naar Am
sterdam nemen en daar trachten aan den man
te brengen.
's Avond/s zouden de twee elkaar dan weer
in Amsterdam ontmoeten, om af te rekenen.
Zoo gebeurde, maar de verkoop lukte niet; TT,
werd gewaarschuwd door iemand dien hij ken
de, dat het guldens waren, die hij te koop aan
bood. Volgens U.'s verklaring is hij toen ban;
geworden, Is naar Utrecht teruggegaan, heef
de partij teruggegeven aan zijn „lastgever" ei
gezegd, dat hij niets meer met de zaak te mAkei
zou hebben.
De Utrechtsche politie kreeg de lucht van bo
zaakje en nam D. in arrest, die /(in onsehui-
betuigde. Hij werd geconfronteerd met hot go
heele personeel van 's rijks Munt, maar herken
de niemand als zijn lastgever in deu guld< :is
verkoop en werd Dinsdag naar Amsterdam ge
bracht, waar hij werd geconfronteerd met d<
mensohen, die hij bezocht had, om de schijven t>
verkoopen. De dnder U.'s lastgever is no;
niet gevonden.
Het smokkelen. Eiken dag worden t»
_Glanerbrug door de soldaat-kouimiezen belang
rijke hoeveelheden smokkelwaren in beslag ge
nomen en vole smokkelaars aangohouden. Eer
der laatste nachten worden door hen verboder
„nederlagen" ontdekt en meor dan 1000 kilo'i
spek en vet, in de meest primitieve gelegen
heden verborgen, to voorsohijn gehaald. Ondoi
het spek bevonden zich vele ponden van regee-
ringsvarkens en eenige stukken met 't merk
van den keuringsdienst te Amsterdam en daag:
voor de inbeslagname aldaar gekeurd. Dit duid:
er op, dat de smokkelaars over 't geboele an.-
relaties hebben en zij, al wordt het hun in de
grensplaatsen moeilijk gemaakt goederen te
krijgen, deze van verre af weten te betrekken
.Moord. Te Assen is gevankelijk binnen
gebracht een 17-jarige jongen nit Eeservceu,
als vermoedelijke dader van moord op den
photograaf H. Relnders te Schoonoord ge
pleegd Zondagavond. De vermoorde liet zich
afkeurend uit over de handelingen van
eenige jongelui, lie het een meisje lastig
maakten. Een hunner heeft hem met een mes
eeri «teek in den hals toegebracht-, wafyvlooi
de slagader werd geraakt en het slachtoffer
spoedig overleed.
Belangrijke diefstal. Te Rotterdam ia
aangehouden J. v. d. V., houder van een café
in de Zandstraat aldaar, verdacht van dief
stal van 160 vaten vet nit een pakhuis in
de RozenveJdlstraat ter waarde van f32,000,
in April gepleegd. De vaten waren in vier
partijen met sleeperswagens weggehaald.
Honderd vaten kwamen door de vierde en
vijfde hand in het bezit van verschillende
handelaren. De waar is in beelag genomen,
de rest is nog zoek. Nog is gearresteerd, ver
dacht van heling, de lorrenkoopman M. van
der S„ uit de Gouwenstraat aldaar.
M. STERK, t
Hier ter stede overleed Dinsdag de heer M".
Sterk, oud-Hoofd eener school. De lieer St6rk
was een bekende persoonlijkheid te Haarlem en
omgeving.
Hij werd geboren te Delft den 6den Maart
1851 en was achtereenvolgens van 18791881
Hoofd der O. L. School te Houtrakpolder (ge
meente Haarlemmerliede c.a.) van 18811891
te Dicmen (N.-H.) en van 1891-1902 teHanrlem
(school D Ged. Oude Gracht). In 1902 verkreeg
hij op verzoek eervol ontslag wegens ziekte.
Hiermede eindigde de heer Sterk zijn verdien
stelijke loopbaan als onderwijzer. Na eenigen
ty'd herstelde hij echter weder zoodanig, dat hij
zijne krachten kon wijden aan eene andere zaak
en op een ander terrein. Hij werd eigenaar van
de toenmaals genaamde „Zandplaat,een vrij!
aanzienlijke doch woeste strook grond in het
noordelijke gedeelte van Haarlemmermeer nabij
Halfweg. De heer Sterk wist die gronden voor
bouwterrein geschikt te maken, lag wegen en
beplanting aan, bevorderde het bouwen van
woningen en wist een en ander zoodanig te cx-
ploiteeren dat weldra ter plaatse een geheel
nieuw dorp verrees, hetwelk het gemeentebe
stuur in 1913 den naam gaf van „Zwanenburg".
We mogen dus den heer Sterk wel den stichter
noemen van het dorp „Zwanenburg', een dorp
dat reeds minstens evenveel inwoners telt als
Hoofddorp, de hoofdplaats ven de Haarlem
mermeer.
Behalve dit, bracht hy ook in de kom van
Halfweg nog in exploitatie het zoogenaamde
„Bouwplan-Sterk", een terrein waarop thans
eenige villa's zijn gebouwd.
De heer Sterk hiad een open oog voor dó
nooden en behoeften van den plattelande, hij
zocht steeds naar middelen en wegen om daar
om tegemoet te komen en steunde ook daad
werkelijk waar hij het noodig oordeelde.
Hy ging daarbij naar een bijzonder systeem
te werk, en wist de steun in zoodanigen vorm
te gieten dat zij blijvende vruchten droeg en
dat er werk voor werd verricht.. Hij was een
„democraat" in den goeden zin van hot woord.
Een krachtigcn stoot heeft do heer Sterk
nog gegeven aan de veredeling van hot gei ten-