RE1IEIIIIL CIMIÏ
ROBERT SURCOUF
Waar het om gaat
DE OORLOG
ROND DE L1TUR6IE
FEUILLETON
Zaterdag 20 Mei Derde Blad
kaperkapitein;
7) -
DE KOSTEN VAN DEN
EUROPEESGHEN OORLOG.
VERSPREIDE BERICHTEN
tie scnnjVèr van „Qtfé vaöw" sr» aöséltiürön-
voldoenae om de rampen en beproevingen onzer
landgenooten te verlichten." Doch men vergeet
toch de groote Poolsche zaak niet. „Wij zijn over
tuigd, dat deze oorlog ons eindelijk de zoolang
begeerde onafhankelijkheid zal geven. Het is een
absolute noodzakelijkheid voor Europa, dat de
Polen zich als natie kunnen ontwikkelen onder
een Poolsche regeering. Even goed als de Ser
viërs zijn de Polen een eigen volk met eigen be
schaving. De Albaueezen, tienmaal geringer in
aantal, zijn met veel grooter omzichtigheid door
de mogendheden behandeld dan de Polen. De
Polen zouden willen dat hun Europeesche buren
en de Amerikanen hun sympathie gaven en Polen
hersteld wilden zien.
OORLOGSALLERLEI
de bestorming van
HOOGTE 304.
DE MARSCHPKESTATIES
VAN SOLDATEN.
(DE STRIJD OM DE STATEN).
I.
De in Haarlem althans niet geheel onbe
kende Mr. Fock (U. L.) weee op een door
hem voorgezeten vergadering cLd. Mei
met voldoening naar het ministerie Cort van
der Linden en zeide dat de rechtgeaarde Ne
derlanders nu niet beter hunne waarüeering
jegens dat Vredeskabinet kouden uitspreken,
dan door bij de a.s. Statenverkiezingen links
te stemmen.
Welnu, daar gaat het met om.
Een andere Unie-Liberaal, m Haarlem
minstens even bekend: Mr. Rink, heeft het
in zijn rede op.de vergadering der Lib. Unie
klaar gespeeld te betoogen dat de reehteche
meerderheid in de Eerste Kamer weg moet
daar gaat het om met het oog op onze
onafhankelijkheid tn internationale positie,
daar dit extra-parlementair (wie vloekt
daar?) kabinet buitenlandsch aanzien en
vrede hooghield.
Alweder, daar gaat het niet om.
Want: onvoorwaardelijk heeft de rechter
zijde het kabinet gesteund in zijn pogen om
's lauds onzijdigheid waardig te handhaven.
Zoo sterk, dat de Hoefijzer-correspondent
van het liberale Handelsblad verklaarde hoe
iu deze de sympathie van rechts veel guller
Was dan* van links.
In militaire zaken ontmoette het kabinet
tegenstand, niet van rechts, (de coalitie ge
troostte zich een groot offer voor het kabi
net door Eambonuet's twee kruisers te aan
vaarden b.v.) maar hij sociaal- en vrijzinnig-
democraten met enkele liberalen in bond.
Wat in de laatste jaren voor versterking
van onze lands verdeding werd gewrocht,
kwam tot stand tegen de felle oppositie in
van dat overgroot® deel der linkerzijde, die
op alle militaire uitgaven zocht te beknib
belen. Herinnert u de dagen van onzen groe
ten Colijn, kiezers!
De „reuzenmeeting" tegen Postbuma over
de levensmiddelenkwestie komt van links.
Waarom weigerde de S. D. A. P. ook de ze
tels, zij had het zelve kunnen regelen.
Het in een hoek getrapte, in 1913 verlakte
en belasterde rechts steunde loyaal dit
ministerie, handhaafde het langst den Gods
vrede in de politiek om wille van den we
reldvrede011 Neêrland's onafhankelijkheid,
tot die Godsvrede door het Kabinet zelf
werd uitgebuit en dies vermoord, neen, wie
het goed meent met den vrede van Neder
land, die zou rechte moeten stemmen, wat
de beeren Fock en Rink ook mogen philo-
sophcerenmaar daarom gaat het niet.
Daarom moge het wellicht ten deele gaan
in 1917, bij de verkiezingen voor de He Ka
mer, daarom gaat het niet bij den strijd om
de Staten.
Waar gaat bet wol om 1
Allereerst om de overwinning onzer heer
lijke beginselen, gedragen door de meerder
heid der Ie Kamer en dus om liet behoud
van die meerderheid zelve, welke ook in be
paalde gevalen allernoodzakelijkst zal blij
ken, als: in lietgeval der droeve geschiedenis
van 2.het Staatspensioen, of de 31 jaren
opde fopspeen; en in het geval dor Grond
wetsherziening, denk "slechts aan het vrou
wenkiesrecht en liet onderwijsartikel 192.
Daarnevens staat de altijd vereischto ver
groot! ng, bitter noodzakelijk, onzer reehteche
beginselen en rechtschen invloed in de Pro
vinciale Staten om wille der Provinciën, op
dat ons eindelijk eens minder onrecht aan
gedaan worde in de bestuurscolleges der Ge
deputeerden en in de partijdigheid bij benoe
mingen.
Ten slotte moge de reehtseheleeuw ïtt JJlb
klauwen en bijten en door zijn ongebroken
kracht eerbied inboezemen, opdat de sluwe
vos der linksche dwingelandij in de 11e Ka
nier eindelijk eens van pure schrik de staart
tnsschen de boenen neme en er van doorgaat
ei moge de recbtsche leeuw in 1916 zijn
machtig geluid doen liooreu, opdat liet voor
goed en immer uit zij met hét Spelen met de
godsdienstige en zedelijke belangen onzer
natie.
Beschouwen wij mede den strijd 1916 als
het voorsjiel van 1917.
Om dit alles gaat" liet.
Wij hopen de gelegenheid te vinden, al
deze belangrijke zaken nader aan onze Pro
pagandisten en kiezers uiteeii te zetten.
Eerst weten waar liet om gaat, en liet zal
goed met ons gaan.
Maar, eon omverwerping van rechte in
Zuid-Holland., een versterking van links in
Noord-Holland? Hopen zij dat?
Het zal niet gaan]
Huisduinen. Mr. BOMANS.
Episoden uit het leven van een
„Dan heb ik mijn plicht gedaan en kan nu
naar goedvinden handelen. Er zal een tijd ko
men, waarin Frankrijk ter zee vernederd wordt,
Waarin men tevergeefs zal uitzien naar een man,
die onze vlag roemvol zou kunnen doen wappe
ren maar deze man zal ontbreken. Dan ia dan
zal men zich burger Surcouf herinneren- men
zal lieni roepen, maar hij zal aan deze oproe
ping geen gehoor geven."
„Ahy! uw aroom verandert in ijlhoofdigheid!
men zal u nooit roepen, want gij zult nooit te
gebruiken zijn. En al zou ik 't zelf zijn, die hier
te beslissen iiadde, ik zou de laatste zijn, die uw
taamt noemt. Frankrijk behoeft mannen en koele
..ooiden en geen knapen en droomers Meden
hebt gij mij gesproken en reeds morgen zult gij
door mij vergeten zijn!"
Daar trad Surcouf vlak voor den officier en
legde hem de hand dp den schouder. „Burger
Bonaparte, ik wil niet gelijk met gelijk ver
gelden; ik zeg u rondborstig, dat ik u voor een
®an houd, die zijn weg maken zal; op dezen weg
Ï-Ioewel dit artikel volkomen hetzelfde zegt
ak wij-zelf Donderdag en gisteren in artike
len reeds zeiden, hebben wij het opgenomen»
omdat het 't eerste is van een reeks over de
Statenverkiezingen, die w*ii niet willen on
derbreken. Red.
Het weekblad „In- en Uitvoer" wijst er op,
dat de vraag wat de oorlog tot dusverre
heeft gekost, moeilijk is te beantwoorden.
Reeds de sommen van de door verschillen
de regeeringeu afgegeven schatkistbiljetten
zijn, omdat er veeltijds hierover nauwkeu
rige officieele opgaven niet zijn verstrekt,
zoo moeilijk vast te stellen.
Nog onnauwkeuriger zijn de berichten van
de zijde uer regeeringeu, omtrent de bizon-
dere bankkredieten; en dan weet ook nie
mand bij eenige benadering, in hoeverre dé
verschillende regéêringen met de betalingen
van hun oorlogsleveranties al of niet in ach
terstand zijn. Ook is de betalingswijze van
deze leveranties alweer verschillend, voor
ieder land. Terwijl Rusland en Italië hun
leveranciers van oorlogsmateriaal op de be
taling van leveranties heel lang laten wach
ten, worden ze in Duitsehlaud en Engeland
dóórgaans prompt betaald; dikwijls na de af
levering met schatkistaanwijzingen op kor
ten termijn.
Verder dient nog in oogenschouw te wor
den genomen, dat aan de eene zijde van de
groep der oorloge voerenden, Engeland als de
kapitaalkrachtigste financier van den Vier
bond zijn bondgenooten Rusland, Italië,
Frankrijk, Servië en België niet alleen meer
malen beduidende sommen beeft voorgescho
ten, maar ook voor de door lien in Amerika
eu Japan gemaakte schulden voor oorlogs
leveranties de garantie op zich heeft geno
men, terwijl aan de andere zijde Duitschland
op dezelfde manier zijn bondgenooten Oos-
lei rijk, Turkije en Bulgarije financiert.
Aan de band der cijfers die door de Kopen-
haagscho Studie-commissie zijn gepubliceerd
berekent de schrijver, dat in Duitschland de
onmiddellijke oorlogskosten tot 1 Augustus
a.s. ongeveer één zesde van het gansche Dnit-
sehe volksvermogen zullen hebben verslon
den en dat zij het totale nationale inkomen
nog met één vierde overtreffen. Na den oor
log zullen er dus (vooropgesteld dat dan de
zelfde economische verhoudingen van vóór
den oorlog zullen zijn teruggekeerd) niet
minder dan acht a tien jaren van buitenge
woon ingespannen arbeid noodig zijn om
deze 50 milliarden weder in te halen.
De oorlog van 1866 heeft Duitschland per
dag- gemiddeld 8 millioen Mark gekost, dis
van 1870 8.1 millioen. De tegenwoordige oor
log zal 1 Aug. a.s. 730 dagen geduurd hebben
eu dan gemiddeld G8H millioen Mark per
dag hebben gekost. Toen in Augustus 1914
de oorlog begon, werden van do zijde van
deskundigen op financieel gebied in-Duitsch
land de dagelijksche kosten op 2530 hoog
stens 35 millioen Mark beVekend en daaruit
"de conclusie getrokken, dat de oorlog onmo
gelijk van langen duur kon zijn. Thans duurt
hij reeds 21 maanden, hoewel hij per dag
méér dan het dubbele van de som verslindt,
die destijds als de vermoedelijk gemiddelde
gold.
Ook de bekende oeeonoom Edmoud T'héry
bespreekt in de .„Economische Europeen" de
fabelachtige kosten van den modernen oor
log. Ter vergelijking geeft bij eerst eenige
bedragen van andere oorlogen. Het vijftien
jarig oorlog-tijdsperk van Napoleon verhoog
de b.v. de Fransche Staatsschuld maar met
558 millioen francs. De Krimoorlog kostte
daarentegen reeds aan Engeland 1055 mil-
lioeu, aan Frankrijk 1660 iiiillioen, aan Oos
tenrijk 343 millioen, Sardinië en Turkije 642
millioen.
De Pruisi&ch-Deer.scho oorlog en de Prui-
sisch-Oosteurijksehe oorlog kostten niet meer
dan 2 milliard franc. Du kosten van den
Fransek-Duitschen oorlog bedroegen onge
veer 15 milliard fr. De oorlog van 1877—78
legen Turkije bezorgde Rusland een uitgaaf
van 1076 millioen roebel en Turkije een
bankroet. De Spaanseh-Aiuerikaansche oor
log kostte aan de Ver. Staten 615 millioen.
In de worsteling met Japan 19041905 gaf
Rusland ongeveer 6333 millioen fr. uit, ter
wijl de schuld met Japan met 4500 millioen
toenam.
Van het begin der 19e eeuw tot midden
het jaar 1914 hebben de oorlogen aan Euro
pa ongeveer 65 milliard gekost. De oorlog
1914—? is al lang over dit bedrag heen.
Polen's onafhankelijkheid.
De Poolsche schrijver Sienkiewicz, die bij
Genève vertoeft en daar aan het hoofd staat van
de hulpverleening van Polen, heeft in een onder
houdt met 'n correspondent van 't „Journ. de Ge
nève" gewezen op den ontzettenden nood in
Polen. „Alles wat wij hebben gedaan aldus
zult gij echter Robert Surcouf ontmoeten en dan
zult gij het betreuren, dat gij hem zoo spoedig
vergeten hebt. Wij zijn voor altijd gescheiden
maar beantwoordt mij eerst nog eene vraag; Wat
zult gij met pater Martinus, mijn lotgenoot
doen?"
„Daarmede hebt gij niets te maken. Hij heeft
zich tegen de verordeningen der Conventie verzet
én zal zijne straf ondergaan."
„Hij heeft God meer gehoorzaamd dan de
menschen, en daarom zal God hein beschermen.
Beproef het slechts den Eeuwige af te zetten:
het zal u zwaar vallen, tegen den prikkel op te
staan!".,..
II. EEN KOENE DAAD.
Des avonds van dien zelfden dag zat pater
Martinus alleen in zijn kerker. Er was' hem ge
zegd geworden, dat zijn metgezel vrij was en
niet terug zou kornen Bujten donderden de me
talen stemmen van het geschut ondanks de heer-
schende duisternis en op de binnenplaats klonk
de regelmatige stap van den schildwacht, die
voor het raam det gevangenis de wacht hield.
hi de straten van Beausset, inzonderheid voor
liet hoofdkwartier, stonden groepen, die over de
nachtelijke kanonnade spraken. Deze was name
lijk een bewijs, dat er met den overste Bonaparte
een nieuwe geest in,lief beiegcringskorps geva
ren was en men begon zich met de hoop te vleien,
dat men er spoedig de gunstige gevolgen van
zou ontwaren.
Belgisch Pos (boek.
Het Duitsche beheer der posterijen in België
heeft een postbook met de noodige inlichtingen
voor het verzenden van brieven, drukwerken,
postwissels, telegrammen ens. uitgegeven. Het
merkwaardige van dit boek is, behalve, dat het
verschijnt in oorlogstijd en' ónder vreemd be
stuur, dat het gedrukt is in drie talen: Duitsch,
Nederlandsch en Fransch. Hierbij dient in aan
merking te wor 1 en genomen, dat onder Belgisch
bestuur het drukken in twee talen, Vlaamsch
en Fransch, voor een onmogelijkheid gold. De
"Vlamingen slaan natuurlijk munt uit deze ge
beurtenis tegen de Fransche of liever Belgiseh-
Waalacbe ambtenaren en dezer anti-Vlaamsche
gezindheid.
Mislukte bemoeiingen.
Voor cenigen tijd heeft het centraal comité
van het Eoode Kruis, naar wij destijds mede
deelden, een verzoek tot de oorlogvoerende mo
gendheden gericht om in gemeen overleg na
iederen slag een korten Wapenstilstand te hou
den, teneinde do leden van de ambulances in
de geleg-enheid to stellen, de dooden eu gewon
den van de slagvelden te balen.
Volgens een bericht uit Bern aan „Der Tag,"
brengt do „lemp3" <Je antwoorden van de oor
logvoerende staten op dit voorstel van het
Roode Kruis om een wapenstilstand te sluiten.
Duitschland gaf tot antwoord, dat het zijn
besluit zou afhankelijk maken van het iniatief
der tegenstanders. Rusland, Frankrijk, België,
Engeland en Italië zonden om militaire redenen
rechtuit hebben geweigerd.
Arme slachtoffers I
Het „Berliner ïagebj." bevat de volgende
beschrijving van A. Goswig van den strijd om
hoogte 304.
„Het flikkert. Een blsiuwe ring van rook in
de lucht. Een knal. Een! andere batterij vangt
aan, een derde, een vierde. Alle batterijen,
zwaar en lioht kaliber,die in dezen kleinen
sector staan, beginnen tjs schieten. De morgen
breekt aan. De batterijeii schieten. Zij schieten
niet snel. Bedachtzaam, langzaam bijna. Iedere
batterij een schot in de minuut. Per uur vallen
dus op de hoogte 2400 granaten neer.
De-kanonniers ergeren zich over het lauwe
vuur. Gauwer moest het gaan. De loopen moes
ten gloeien ,het vocht in do remcylinders moest
koken. Elke minuut een schot, dat is niets.
De zon komt op. De waarnemers gelasten
verbeteringen, maar do richting blijft dezelfde.
Elke minuut een schot in de loopgraven van
hoogte 304.
Boven de hoogte hangt een wolk van stof en
rook. Men ziet daarin het weerlichten van do
ontploffende granaten. Steensplinters en klon
ten aarde. Stukken van dekkingen en mensche-
lijke ledematen vliegen door de lucht. Men kan
zich niet voorstellen, dat in die loopgraven nog
meusclien zijn.
Draadversperringen, valkuilen, loopgraven,
alles is één .Platgestampt, stukgescheurd. Het
boseh op do oostelijke helling is neergemaaid.
Nog stoeds ecliter vallen er do projectielen en
slingeren ze versplinterde stammen in de lucht.
De Fransche artillerie begint te antwoorden.
Het geknal van de eigen kanonnen slokt bet
gehuil van de vijandelijke granaten op, die van
fort Marré en Bols Bourrus komen. Plotseling
staat ergens een reusachtige zwartgole fon
tein. De aarde siddert. In de lucht huilen stuk
ken staal en steen. Steeds weer springen nieuwe
fonteinen omhoog. Da vijand beantwoordt hevi
ger onzo kanonnade. Een stofnevel hangt boven
onzen heuvel.
Onverstoorbaar komen de kanonniers aan-
sleepen met de grnnaatkorven. De helper van
den wapenmeester loopt van kanon tot kanon,
lijkt na, smeert zooals oen machinist, die zijn
machine onder het werken nakijkt en smeert.
Alle minuten een schot.
Kabelballons staan zeer hoog, als zwevende
bananen in den zonneschijn.
Vliegers beschrijven bevallige lijnen. Als
zwcepen knallen de af weer kan on non. Nu komt.
Daar kwam met rammelende sporen een offi
cier de straat af en ging het huis binnen. Hij
ging door de gang naar de binnenplaats en
bleef voor den schildwacht staan,
„Burger soldaat, hoe heet gij vroeg hij kort
af en barsch.
„Stephanos Girard!' antwoordde de gevraag
de salueerend.
„Goed, burger Girard, open mij de deur, die
naar den gevangene voert."
De soldaat gehoorzaamde zonder tegenspraak.
De officier bleef voor den ingang staan en beval
den priester:
„Burger Martinus, volg mijt Gij zult de eer
hebben, voor dca generaal te verschijnen, die u
buiten in de schans spreken wil."
De gevangene, stond op en verliet stil en gela
ten de kamer. De officier duwde den soldaat een
verzegeld papier in de hand en zeide:
„Ziehier het bewijs, dat gij den gevangene aan
mij afgeleverd hebt, burger Girard. Gij moet
het den burger kolonel Bonaparte overhandigen,
.zoodra hij teruggekeerd is; voor heden echter
zijt gij afgelost."
Hij verwijderde zich met den priester en ging
met dezen langs de militaire groepen de stat! uit.
Buiten veranderde hij van richting en zwenkte
links af het veld in; aan een eenzame plek geko
men, bleef hij staan.
„Burger Martinus. gij slaat voor uwen rech
ter," sprak hij met dezelfde gestrenge stem,
waarmede hij hem te voren aangesproken had.
een Fokker 'aan, fa razende snelheid, hoog boven
het vijandelijk vliegtuig kringen beschrijvend,
atort hij zich met razend machinegoweervuur
op den vijand neer. Allen, die tijd liebben, vol
gen met spanning het tooneel. De vijand wijkt
uit. Hij heeft geluk gehad.
De keuken komt. Houdt stil achter do bat
tery. De kanonniers krygen hun eten. Met de
handen vo] roet, vuil en olie wordt het ver
slonden.
Alle minuten een schot.
„Drommels, het is al namiddag."
De zon begint te dalen. Bruinbrood liggen de
heuvels onder den groenachtigen hemel. De
heldere boaschen achter ons worden in een
blauwachtigen nevel gehuld.
„Heviger vuren." Twaalf uur lang hebben
wij nu reed3 geschoten zonder' te weten, dat
er aangevallen zal worden.
„Snelvuur."
Nu weten wij het. Het vuur wordt een razen
de roffel. De kanonniers laten hun kanonnen
ratelen. De lucht is nu enkel dreunen.
Plotseling houdt het op. Tien minuten. De
zware batterijen alleen schieten langzaam ver
der op vijandelijke artilleriestellingen. De lichte
batterijen vallen weer in. Maar wij schieten nu
eenige honderden meters verder.
Dat stemt ons tevreden. Vuurpnuze wordt
gecommandeerd. Het is schemerachtig gewor
den. Het vlamt aan den horizon. Ontzaggelijke
rookwolken drijven op ons toe.
De waarnemers berichten dat fort Harré cn
Bois Bourrus in vlammen staan. Onze plaag
geesten. Eigenlijk had het ons reeds verwon
derd, waarom zij al zoo lang gezwegen hadden.
De eerste gevangenen worden gebracht,
eenige honderden. De infanteristen, die bij hen
zijn, kunnen wij tellen. Menigmaal bij een
sprong in een loopgraaf aarzelden ze. Zoo ojit-
zettend was de aanblik van de opengescheurde
en verpletterde lichamen, die daar in bet rond
lagen. Nu is bet klaar. De hoogte is genomen.
Of dat alle gevangenen Waren? Neen er zijn er
nog veel meer.
Stormloopen is niet zoo moeilijk; niet zoo
moeilijk als liet uithouden in de bezette stel
ling, wanneer bet, vijandelijk artillerievuur
weer begint. Maar daaraan niet meer gedacht.
Wij hebben gevangenen, wij liebben gewonnen.
Wie weet wie morgen nog leeft? Thans willen
wy rust nemen.
gaan verder mot hun troep. Krachtige
kerels zijn de Franschen. Actieve divisies waren
hier in het gevecht. Goede uniformen, stevige
schoenen.
De nacht komt, de opgaande maan en Venus
kijken helder cn ernstig."
PROJECTIELEN VOOR
EEN SLAGSCHIP.
In de ..Manchester Guardian" beschrijft een
medewerker lioo een Engelsch slagschip eene la
ding projectielen voor zijne kanonnen inneemt
Toen do gTauwe ochtend even na het opko
men van de zon een weinig ophelderde was het
slagschip, dat 18.000 ton mat, de haven binnen
geloopeu. Juis-t toen de pas aangetreden man
schapen der wacht na vijf uur dus, kwamen
vier lichters, geladen met cordiet, granaten,
schietkatoen en andere munitie langszij van
het oorlogsschip liggen. Deze lichters, die elk
tot een bepaald station behooren, zijn met ma
trozen bemand. De 30 c.M. projectielen, die elk
850 pond wegen, worden een voor een aan
boord geheschen. De kleinere gaan bij twee of
drie tegelijk naar boven en komen met verba
zingwekkende vlugheid en zekerheid op het
dek terecht. Daar worden zij opgenomen door
andere matrozen, die ze even vlug naar" beneden
dragen en weer overgeven aan anderen, die ze
in de magazijnen zetten, waar zij netjes en vei
lig op rekken ge'plaatst worden. De mannen,
die hiermede belast zijn moeten vlug werken,
omdat er anders opstopping en tijdverlies bij
bot transport plaats hebben.
Do matrozen behandelen alle^prejectielcn, ge
vaarlijke zoowel als ongevaarlijke, even' voor
zichtig, maar zonder angstige voorzorgen. O
do eerie plaats bergen zij de gewone granaten en
do pantsordoorborendo projectielen, die een
30-c.M. Ki'upp-pantserplaat doorboren en Lin
nen in het vijandelijk schip ontploffen .Deze
projectielen zijn van een ontstekingsdop voor
zien eii onmiddellijk voor liet gebruik inreed,
maar er is oen stoot gelijk aan een druk van
duizenden kilo'3 noodig om ze tot ontploffing
te brengen.
Verderop lang3 liet dek worden de cordietln-
dingen opgeltesehen en aan boord gebaald. De
langwerpige vuilbruin geschilderde metalen
kisten, voorzien van verschillende met verf aan
gebrachte merken, die fabriek, datum van ver
vaardiging eu afgifte, grootte en nauwkeurig
gewicht aangeven, worden eerst als zij 'naar
boven komen op elkander gestapeld. Dan ko-
De priester keek verbaasd op.
„Gij?" vroeg hij. „Wilt gij mijn rechter zijn?"
„Ja. Maar ik .ben voor u een rechtvaardig
rechter; ik spreek u vrij." En op geheel veran
derden toon voegde hij er lachend bij„Waar
lijk, zelfs deze goede pater Martinus heeft mij
niet herkend!"
Bij het geluid dezer stem ontsnapte den prie-
ter een kreet van blijde verrassing.
„Surcouf, Robert Surcouf, is liet mogelijk!"
riep hij.
„Ss.- zacht wat!" waarschuwde de andere.
„Daar ginds zijn lieden, die zeer veel be'ang in
ons stellen."
„Maar hoe zijt gij tot mij doorgedrongen? In
deze uniform? Weet gij, dat gij een zeer ge
waagd spel speelt?"
„Gewaagd? Och kom! Die heeren schilders
en artsen, die op den inval komen om voor gene
raal in spelen, zijn niet zoo gevaarlijk maar
voor dien kleinen kolonel Bonaparte moet men
zich een weinig in acht nemen. Gij vraagt hoe
ik tol u doordrongen ben. Meent gij soms, dat
Robert Surcouf er de man naar is om een goed
vriend in den steek ie laten? En deze uniform?
Bekijk ze eer.s wat nauwkeuriger. Het is de rok
van een foiwachter, een douanier, dien ik aange
trokken heb, daar hij hem op het schavot niet
meer noodig had. Ik heb ook goede vrienden en
bekenden, op wie ik mij'verlaten kan. Ik ga eens.
binnen Toulon rondzien, of daar niet iets voor
mij te doen valt."
CCCLX.
BISSCHOPSWIJDING. - ZEGENING EN
OVERRELKING VAN DEN RING,
Is de ring krachtens zijn geschiedkundige*
oorsprong een teeken van gezag, volgen!
de bedoeling der Kerk, uitgedrukt in hare offi)
cicelo geboden, moet bij den bisschop ook zijn'
een geloof szegel, een verloving si
ring een een zinnebeeld van d
kracht des H. Geestes.
Geloofszegel. Als plaatsbekleedeJ
van Christus heeft de Bisschop vooral tot taak
over de zuiverheid des geloofs in zijne Kerk té
waken. Vóór zijn wijding moet hij zelf in het
openbaar een streng geloof-exmaen ondergaan)
hij wordt beproefd of bij in allen deele orthodox'
is en of liij het zegel van het échte, onver,
valschte geloof in zijn ziel draagt. Dit geloofs-'
zegel nu ook in zyae kudde onbesmet en
ongerept bezwaren, zal zijn hoofdtaak zyujdaar.'
aan moet liem de ring aan zijn vinger herinne*'
ren en daarom ook bidt de Wijder dezen zegeti
er over af„Schepper an bewaarder van het
menschelijk geslacht, Uitdeeler der goes tol ij W
genade, Gever der eeuwige zaligheid, stort GIJ
uwen zegen uit over dozen ring, opdat al wi<
moge wandelen versierd met dit teeken van
heilig© trouw, mogo beschermd wezen door
hemelsche kracht en geraken ten ceuwïg^u
leven. Door Christus onzen Heer. Amen!"
Verlovingsri 11 g. Na den ring met
wijwater besprenkeld te hebben, steekt d<
\V ijder hem aan den vinger des wijdelings met
do woorden: „Ontvang dezen ring, liet teeken
11.I. van trouw, opdat gij Godes heilige Brui.!,
welke de Iverk is, iu ongeschonden trouw onge
rept bewaket!" Hieruit blijkt, dat, gelijk d«
bruid by het huwelijk van haar bruidegom een
ring krijgt ten teeken der verbintenis door hen
aangegaan, zoo ook de Wijdeling, door de lian-
dpn des Wijders, van zijn Bruid zijne Kerk
dit eeretoeken ontvangt als symbool van do
geestelijke verloving, dio hij met haar lieert
aangegaan.
Zinnebeeld van geestelijke
kmc li t. Ten slotto zinspeelt de sterke cn
kostbare ring op de genadegaven des H. Geestes,
die den bisschop ten deel vallen. Deze gedachte
ligt ten grondslag aan het gebed, dat de Kerk
hem by het aandoen ervan le storten voor
schrijft: „O lieer, geef kracht aan de vingers
van mijn hart en mijn lichaam en omring ze
met do heiliging van uwen zevenvoudigen
Geest!" Tot handelen gebruikt men de hanó
en vooral de vingers. Hand en vingers.zijn daar
om ook passend symbool van een zedelijken
levenswandel, die op zijne beurt oen vrucht vat
de werking dos H. Geestes is.
men de op bloote voeten loopende matrozen
vlug mot hunne kruiwagens aanrijden, brenger!
de kisten naar do luiken, waar zy naar de ma
gazijnen beneden worden geheschen.
Op een andere plaats op dok is een andere
groep matrozen bezig met liet aannemen van
do granaten enz., voor de lichte en de vlieg-
tuigafweerkanonnen en vau do munitie voor
geweren en andere lichte wapens, die weer op
eeno bijzondere plaats worden geborgen.
Aan de andere zyde worden de lange gelé
lydiet-granateu snel, naarmate zij aan dek ko
men, op stapeH gelegd.
Putter, professor in de pbysiologie to Bonn,
dio tegenwoordig ala officier van gezondheid
to velde staat, doét mededeolingen over het
uithoudingsvermogen van soldaten. Do erva
ring hooft als regol geleerd, dat de volledig,
voor liet veld uitgeruste soldaat urenlang met
een snelheid van 11 tot 12 minuten per K. M.
marekeeren kan. Is hij geoefend, dau kan hij
tien uur per dag zoo marcheereu, en zoo noodig
zos uur daarvan achter elkaar. Hooveol arbeid
hij daarbij verricht, blijkt uit de verhouding van
hot zuurstofgebruik tusschcn een slapend of
1 U3tend mensch en van een marebeerend soI«
daat. Een man van 1.70 M. lengte en 70 K.Cb
gewicht, de gemiddelde soldaat du3, gebruikt
rustend 250 cM3. in de minuut. De verbrandin
gen, die met behulp biervan in bet lichaam
worden volbracht, beantwoorden aan een ar
beid van 495 meter-kilogram. Een mensch van
70 K.G. gebruikt echter voor oen M. weg 17.S
meter-kilogram eu voor zijn kleeding en ver-
dere belasting naar verhouding meer. De com
plole oorlogsuitrusting weegt 31.5 K.G. Ds
soldaat, die 70 K.G. van zijn lichaam en 31.?
K.G. last in 12 minuten een K.M. ver op dv
vlakte voortbeweegt, presteert hierby 12Lt
meter-kilogram, dus 4.27 maal zooveel als een
rustend mensch. Wordt do K.M. in tien minu
ten afgelegd, dan is het gckeele verbruik 6-1J
„Doe dat toch niet, Gij waagt uw leven!"
„Wees niet bezorgd voor mij. Ik weet precies,
wat ik waag. Voor liet oogenblik betreft liet ge
had en al u. Gij zijt vrij. Waarheen denkt gij te
gaan
„Eer ik u ontmoette, was ik voornemens zot
mogelijk de Italiaansdie grenzen te bereiken
Daar ginds zal men voor mij zorgen."
„Gij zult veilig over de grenzen komen, beste
pater Martinus. Ik heb hier eenige wakkere lie
den, die gij naar Erejus moet vergezellen; zij
zullen u op een vaartuig overbrengen."
Hij liet een zacht gefluit hooren, waarop twe»
gedaanten in het duister van den nacht opdo
ken.
„Hier is de eerwaarde pater Martinus, man
nen. Ik vertrouw hem aan u toe, omdat ik weet
dat hij in uwe handen even veilig is als iu cle
mijne. En geef mij nu mijn rok en neemt dezer
daarvoor terug. En thans, vrome vader, wil lef
wij afscheid nemen. Wij zullen beiden dit Ianf
verlaten, maar onze wegen zullen elkander noci
weder kruisen. Bid voor mij, want het gebed de*
rechtvaardigen vermag veel, en ik zal er behoef
ie aan hebben!"
„God zegene u, mijn zoon! Ik
Hij sprak niet verder; want Surcouf was reeds
in den donkeren nacht verdwenen, doch had hem
eerst iets in de hand gestopt. De priester voelde,
dat het geld was; hij moest de beide zeelieden
volgen, zonder het te kunnen terugwijzen.
(Wordt vervolgd.)