RE1IEIIIIL CIMIÏ ROBERT SURCOUF Waar het om gaat DE OORLOG ROND DE L1TUR6IE FEUILLETON Zaterdag 20 Mei Derde Blad kaperkapitein; 7) - DE KOSTEN VAN DEN EUROPEESGHEN OORLOG. VERSPREIDE BERICHTEN tie scnnjVèr van „Qtfé vaöw" sr» aöséltiürön- voldoenae om de rampen en beproevingen onzer landgenooten te verlichten." Doch men vergeet toch de groote Poolsche zaak niet. „Wij zijn over tuigd, dat deze oorlog ons eindelijk de zoolang begeerde onafhankelijkheid zal geven. Het is een absolute noodzakelijkheid voor Europa, dat de Polen zich als natie kunnen ontwikkelen onder een Poolsche regeering. Even goed als de Ser viërs zijn de Polen een eigen volk met eigen be schaving. De Albaueezen, tienmaal geringer in aantal, zijn met veel grooter omzichtigheid door de mogendheden behandeld dan de Polen. De Polen zouden willen dat hun Europeesche buren en de Amerikanen hun sympathie gaven en Polen hersteld wilden zien. OORLOGSALLERLEI de bestorming van HOOGTE 304. DE MARSCHPKESTATIES VAN SOLDATEN. (DE STRIJD OM DE STATEN). I. De in Haarlem althans niet geheel onbe kende Mr. Fock (U. L.) weee op een door hem voorgezeten vergadering cLd. Mei met voldoening naar het ministerie Cort van der Linden en zeide dat de rechtgeaarde Ne derlanders nu niet beter hunne waarüeering jegens dat Vredeskabinet kouden uitspreken, dan door bij de a.s. Statenverkiezingen links te stemmen. Welnu, daar gaat het met om. Een andere Unie-Liberaal, m Haarlem minstens even bekend: Mr. Rink, heeft het in zijn rede op.de vergadering der Lib. Unie klaar gespeeld te betoogen dat de reehteche meerderheid in de Eerste Kamer weg moet daar gaat het om met het oog op onze onafhankelijkheid tn internationale positie, daar dit extra-parlementair (wie vloekt daar?) kabinet buitenlandsch aanzien en vrede hooghield. Alweder, daar gaat het niet om. Want: onvoorwaardelijk heeft de rechter zijde het kabinet gesteund in zijn pogen om 's lauds onzijdigheid waardig te handhaven. Zoo sterk, dat de Hoefijzer-correspondent van het liberale Handelsblad verklaarde hoe iu deze de sympathie van rechts veel guller Was dan* van links. In militaire zaken ontmoette het kabinet tegenstand, niet van rechts, (de coalitie ge troostte zich een groot offer voor het kabi net door Eambonuet's twee kruisers te aan vaarden b.v.) maar hij sociaal- en vrijzinnig- democraten met enkele liberalen in bond. Wat in de laatste jaren voor versterking van onze lands verdeding werd gewrocht, kwam tot stand tegen de felle oppositie in van dat overgroot® deel der linkerzijde, die op alle militaire uitgaven zocht te beknib belen. Herinnert u de dagen van onzen groe ten Colijn, kiezers! De „reuzenmeeting" tegen Postbuma over de levensmiddelenkwestie komt van links. Waarom weigerde de S. D. A. P. ook de ze tels, zij had het zelve kunnen regelen. Het in een hoek getrapte, in 1913 verlakte en belasterde rechts steunde loyaal dit ministerie, handhaafde het langst den Gods vrede in de politiek om wille van den we reldvrede011 Neêrland's onafhankelijkheid, tot die Godsvrede door het Kabinet zelf werd uitgebuit en dies vermoord, neen, wie het goed meent met den vrede van Neder land, die zou rechte moeten stemmen, wat de beeren Fock en Rink ook mogen philo- sophcerenmaar daarom gaat het niet. Daarom moge het wellicht ten deele gaan in 1917, bij de verkiezingen voor de He Ka mer, daarom gaat het niet bij den strijd om de Staten. Waar gaat bet wol om 1 Allereerst om de overwinning onzer heer lijke beginselen, gedragen door de meerder heid der Ie Kamer en dus om liet behoud van die meerderheid zelve, welke ook in be paalde gevalen allernoodzakelijkst zal blij ken, als: in lietgeval der droeve geschiedenis van 2.het Staatspensioen, of de 31 jaren opde fopspeen; en in het geval dor Grond wetsherziening, denk "slechts aan het vrou wenkiesrecht en liet onderwijsartikel 192. Daarnevens staat de altijd vereischto ver groot! ng, bitter noodzakelijk, onzer reehteche beginselen en rechtschen invloed in de Pro vinciale Staten om wille der Provinciën, op dat ons eindelijk eens minder onrecht aan gedaan worde in de bestuurscolleges der Ge deputeerden en in de partijdigheid bij benoe mingen. Ten slotte moge de reehtseheleeuw ïtt JJlb klauwen en bijten en door zijn ongebroken kracht eerbied inboezemen, opdat de sluwe vos der linksche dwingelandij in de 11e Ka nier eindelijk eens van pure schrik de staart tnsschen de boenen neme en er van doorgaat ei moge de recbtsche leeuw in 1916 zijn machtig geluid doen liooreu, opdat liet voor goed en immer uit zij met hét Spelen met de godsdienstige en zedelijke belangen onzer natie. Beschouwen wij mede den strijd 1916 als het voorsjiel van 1917. Om dit alles gaat" liet. Wij hopen de gelegenheid te vinden, al deze belangrijke zaken nader aan onze Pro pagandisten en kiezers uiteeii te zetten. Eerst weten waar liet om gaat, en liet zal goed met ons gaan. Maar, eon omverwerping van rechte in Zuid-Holland., een versterking van links in Noord-Holland? Hopen zij dat? Het zal niet gaan] Huisduinen. Mr. BOMANS. Episoden uit het leven van een „Dan heb ik mijn plicht gedaan en kan nu naar goedvinden handelen. Er zal een tijd ko men, waarin Frankrijk ter zee vernederd wordt, Waarin men tevergeefs zal uitzien naar een man, die onze vlag roemvol zou kunnen doen wappe ren maar deze man zal ontbreken. Dan ia dan zal men zich burger Surcouf herinneren- men zal lieni roepen, maar hij zal aan deze oproe ping geen gehoor geven." „Ahy! uw aroom verandert in ijlhoofdigheid! men zal u nooit roepen, want gij zult nooit te gebruiken zijn. En al zou ik 't zelf zijn, die hier te beslissen iiadde, ik zou de laatste zijn, die uw taamt noemt. Frankrijk behoeft mannen en koele ..ooiden en geen knapen en droomers Meden hebt gij mij gesproken en reeds morgen zult gij door mij vergeten zijn!" Daar trad Surcouf vlak voor den officier en legde hem de hand dp den schouder. „Burger Bonaparte, ik wil niet gelijk met gelijk ver gelden; ik zeg u rondborstig, dat ik u voor een ®an houd, die zijn weg maken zal; op dezen weg Ï-Ioewel dit artikel volkomen hetzelfde zegt ak wij-zelf Donderdag en gisteren in artike len reeds zeiden, hebben wij het opgenomen» omdat het 't eerste is van een reeks over de Statenverkiezingen, die w*ii niet willen on derbreken. Red. Het weekblad „In- en Uitvoer" wijst er op, dat de vraag wat de oorlog tot dusverre heeft gekost, moeilijk is te beantwoorden. Reeds de sommen van de door verschillen de regeeringeu afgegeven schatkistbiljetten zijn, omdat er veeltijds hierover nauwkeu rige officieele opgaven niet zijn verstrekt, zoo moeilijk vast te stellen. Nog onnauwkeuriger zijn de berichten van de zijde uer regeeringeu, omtrent de bizon- dere bankkredieten; en dan weet ook nie mand bij eenige benadering, in hoeverre dé verschillende regéêringen met de betalingen van hun oorlogsleveranties al of niet in ach terstand zijn. Ook is de betalingswijze van deze leveranties alweer verschillend, voor ieder land. Terwijl Rusland en Italië hun leveranciers van oorlogsmateriaal op de be taling van leveranties heel lang laten wach ten, worden ze in Duitsehlaud en Engeland dóórgaans prompt betaald; dikwijls na de af levering met schatkistaanwijzingen op kor ten termijn. Verder dient nog in oogenschouw te wor den genomen, dat aan de eene zijde van de groep der oorloge voerenden, Engeland als de kapitaalkrachtigste financier van den Vier bond zijn bondgenooten Rusland, Italië, Frankrijk, Servië en België niet alleen meer malen beduidende sommen beeft voorgescho ten, maar ook voor de door lien in Amerika eu Japan gemaakte schulden voor oorlogs leveranties de garantie op zich heeft geno men, terwijl aan de andere zijde Duitschland op dezelfde manier zijn bondgenooten Oos- lei rijk, Turkije en Bulgarije financiert. Aan de band der cijfers die door de Kopen- haagscho Studie-commissie zijn gepubliceerd berekent de schrijver, dat in Duitschland de onmiddellijke oorlogskosten tot 1 Augustus a.s. ongeveer één zesde van het gansche Dnit- sehe volksvermogen zullen hebben verslon den en dat zij het totale nationale inkomen nog met één vierde overtreffen. Na den oor log zullen er dus (vooropgesteld dat dan de zelfde economische verhoudingen van vóór den oorlog zullen zijn teruggekeerd) niet minder dan acht a tien jaren van buitenge woon ingespannen arbeid noodig zijn om deze 50 milliarden weder in te halen. De oorlog van 1866 heeft Duitschland per dag- gemiddeld 8 millioen Mark gekost, dis van 1870 8.1 millioen. De tegenwoordige oor log zal 1 Aug. a.s. 730 dagen geduurd hebben eu dan gemiddeld G8H millioen Mark per dag hebben gekost. Toen in Augustus 1914 de oorlog begon, werden van do zijde van deskundigen op financieel gebied in-Duitsch land de dagelijksche kosten op 2530 hoog stens 35 millioen Mark beVekend en daaruit "de conclusie getrokken, dat de oorlog onmo gelijk van langen duur kon zijn. Thans duurt hij reeds 21 maanden, hoewel hij per dag méér dan het dubbele van de som verslindt, die destijds als de vermoedelijk gemiddelde gold. Ook de bekende oeeonoom Edmoud T'héry bespreekt in de .„Economische Europeen" de fabelachtige kosten van den modernen oor log. Ter vergelijking geeft bij eerst eenige bedragen van andere oorlogen. Het vijftien jarig oorlog-tijdsperk van Napoleon verhoog de b.v. de Fransche Staatsschuld maar met 558 millioen francs. De Krimoorlog kostte daarentegen reeds aan Engeland 1055 mil- lioeu, aan Frankrijk 1660 iiiillioen, aan Oos tenrijk 343 millioen, Sardinië en Turkije 642 millioen. De Pruisi&ch-Deer.scho oorlog en de Prui- sisch-Oosteurijksehe oorlog kostten niet meer dan 2 milliard franc. Du kosten van den Fransek-Duitschen oorlog bedroegen onge veer 15 milliard fr. De oorlog van 1877—78 legen Turkije bezorgde Rusland een uitgaaf van 1076 millioen roebel en Turkije een bankroet. De Spaanseh-Aiuerikaansche oor log kostte aan de Ver. Staten 615 millioen. In de worsteling met Japan 19041905 gaf Rusland ongeveer 6333 millioen fr. uit, ter wijl de schuld met Japan met 4500 millioen toenam. Van het begin der 19e eeuw tot midden het jaar 1914 hebben de oorlogen aan Euro pa ongeveer 65 milliard gekost. De oorlog 1914—? is al lang over dit bedrag heen. Polen's onafhankelijkheid. De Poolsche schrijver Sienkiewicz, die bij Genève vertoeft en daar aan het hoofd staat van de hulpverleening van Polen, heeft in een onder houdt met 'n correspondent van 't „Journ. de Ge nève" gewezen op den ontzettenden nood in Polen. „Alles wat wij hebben gedaan aldus zult gij echter Robert Surcouf ontmoeten en dan zult gij het betreuren, dat gij hem zoo spoedig vergeten hebt. Wij zijn voor altijd gescheiden maar beantwoordt mij eerst nog eene vraag; Wat zult gij met pater Martinus, mijn lotgenoot doen?" „Daarmede hebt gij niets te maken. Hij heeft zich tegen de verordeningen der Conventie verzet én zal zijne straf ondergaan." „Hij heeft God meer gehoorzaamd dan de menschen, en daarom zal God hein beschermen. Beproef het slechts den Eeuwige af te zetten: het zal u zwaar vallen, tegen den prikkel op te staan!".,.. II. EEN KOENE DAAD. Des avonds van dien zelfden dag zat pater Martinus alleen in zijn kerker. Er was' hem ge zegd geworden, dat zijn metgezel vrij was en niet terug zou kornen Bujten donderden de me talen stemmen van het geschut ondanks de heer- schende duisternis en op de binnenplaats klonk de regelmatige stap van den schildwacht, die voor het raam det gevangenis de wacht hield. hi de straten van Beausset, inzonderheid voor liet hoofdkwartier, stonden groepen, die over de nachtelijke kanonnade spraken. Deze was name lijk een bewijs, dat er met den overste Bonaparte een nieuwe geest in,lief beiegcringskorps geva ren was en men begon zich met de hoop te vleien, dat men er spoedig de gunstige gevolgen van zou ontwaren. Belgisch Pos (boek. Het Duitsche beheer der posterijen in België heeft een postbook met de noodige inlichtingen voor het verzenden van brieven, drukwerken, postwissels, telegrammen ens. uitgegeven. Het merkwaardige van dit boek is, behalve, dat het verschijnt in oorlogstijd en' ónder vreemd be stuur, dat het gedrukt is in drie talen: Duitsch, Nederlandsch en Fransch. Hierbij dient in aan merking te wor 1 en genomen, dat onder Belgisch bestuur het drukken in twee talen, Vlaamsch en Fransch, voor een onmogelijkheid gold. De "Vlamingen slaan natuurlijk munt uit deze ge beurtenis tegen de Fransche of liever Belgiseh- Waalacbe ambtenaren en dezer anti-Vlaamsche gezindheid. Mislukte bemoeiingen. Voor cenigen tijd heeft het centraal comité van het Eoode Kruis, naar wij destijds mede deelden, een verzoek tot de oorlogvoerende mo gendheden gericht om in gemeen overleg na iederen slag een korten Wapenstilstand te hou den, teneinde do leden van de ambulances in de geleg-enheid to stellen, de dooden eu gewon den van de slagvelden te balen. Volgens een bericht uit Bern aan „Der Tag," brengt do „lemp3" <Je antwoorden van de oor logvoerende staten op dit voorstel van het Roode Kruis om een wapenstilstand te sluiten. Duitschland gaf tot antwoord, dat het zijn besluit zou afhankelijk maken van het iniatief der tegenstanders. Rusland, Frankrijk, België, Engeland en Italië zonden om militaire redenen rechtuit hebben geweigerd. Arme slachtoffers I Het „Berliner ïagebj." bevat de volgende beschrijving van A. Goswig van den strijd om hoogte 304. „Het flikkert. Een blsiuwe ring van rook in de lucht. Een knal. Een! andere batterij vangt aan, een derde, een vierde. Alle batterijen, zwaar en lioht kaliber,die in dezen kleinen sector staan, beginnen tjs schieten. De morgen breekt aan. De batterijeii schieten. Zij schieten niet snel. Bedachtzaam, langzaam bijna. Iedere batterij een schot in de minuut. Per uur vallen dus op de hoogte 2400 granaten neer. De-kanonniers ergeren zich over het lauwe vuur. Gauwer moest het gaan. De loopen moes ten gloeien ,het vocht in do remcylinders moest koken. Elke minuut een schot, dat is niets. De zon komt op. De waarnemers gelasten verbeteringen, maar do richting blijft dezelfde. Elke minuut een schot in de loopgraven van hoogte 304. Boven de hoogte hangt een wolk van stof en rook. Men ziet daarin het weerlichten van do ontploffende granaten. Steensplinters en klon ten aarde. Stukken van dekkingen en mensche- lijke ledematen vliegen door de lucht. Men kan zich niet voorstellen, dat in die loopgraven nog meusclien zijn. Draadversperringen, valkuilen, loopgraven, alles is één .Platgestampt, stukgescheurd. Het boseh op do oostelijke helling is neergemaaid. Nog stoeds ecliter vallen er do projectielen en slingeren ze versplinterde stammen in de lucht. De Fransche artillerie begint te antwoorden. Het geknal van de eigen kanonnen slokt bet gehuil van de vijandelijke granaten op, die van fort Marré en Bols Bourrus komen. Plotseling staat ergens een reusachtige zwartgole fon tein. De aarde siddert. In de lucht huilen stuk ken staal en steen. Steeds weer springen nieuwe fonteinen omhoog. Da vijand beantwoordt hevi ger onzo kanonnade. Een stofnevel hangt boven onzen heuvel. Onverstoorbaar komen de kanonniers aan- sleepen met de grnnaatkorven. De helper van den wapenmeester loopt van kanon tot kanon, lijkt na, smeert zooals oen machinist, die zijn machine onder het werken nakijkt en smeert. Alle minuten een schot. Kabelballons staan zeer hoog, als zwevende bananen in den zonneschijn. Vliegers beschrijven bevallige lijnen. Als zwcepen knallen de af weer kan on non. Nu komt. Daar kwam met rammelende sporen een offi cier de straat af en ging het huis binnen. Hij ging door de gang naar de binnenplaats en bleef voor den schildwacht staan, „Burger soldaat, hoe heet gij vroeg hij kort af en barsch. „Stephanos Girard!' antwoordde de gevraag de salueerend. „Goed, burger Girard, open mij de deur, die naar den gevangene voert." De soldaat gehoorzaamde zonder tegenspraak. De officier bleef voor den ingang staan en beval den priester: „Burger Martinus, volg mijt Gij zult de eer hebben, voor dca generaal te verschijnen, die u buiten in de schans spreken wil." De gevangene, stond op en verliet stil en gela ten de kamer. De officier duwde den soldaat een verzegeld papier in de hand en zeide: „Ziehier het bewijs, dat gij den gevangene aan mij afgeleverd hebt, burger Girard. Gij moet het den burger kolonel Bonaparte overhandigen, .zoodra hij teruggekeerd is; voor heden echter zijt gij afgelost." Hij verwijderde zich met den priester en ging met dezen langs de militaire groepen de stat! uit. Buiten veranderde hij van richting en zwenkte links af het veld in; aan een eenzame plek geko men, bleef hij staan. „Burger Martinus. gij slaat voor uwen rech ter," sprak hij met dezelfde gestrenge stem, waarmede hij hem te voren aangesproken had. een Fokker 'aan, fa razende snelheid, hoog boven het vijandelijk vliegtuig kringen beschrijvend, atort hij zich met razend machinegoweervuur op den vijand neer. Allen, die tijd liebben, vol gen met spanning het tooneel. De vijand wijkt uit. Hij heeft geluk gehad. De keuken komt. Houdt stil achter do bat tery. De kanonniers krygen hun eten. Met de handen vo] roet, vuil en olie wordt het ver slonden. Alle minuten een schot. „Drommels, het is al namiddag." De zon begint te dalen. Bruinbrood liggen de heuvels onder den groenachtigen hemel. De heldere boaschen achter ons worden in een blauwachtigen nevel gehuld. „Heviger vuren." Twaalf uur lang hebben wij nu reed3 geschoten zonder' te weten, dat er aangevallen zal worden. „Snelvuur." Nu weten wij het. Het vuur wordt een razen de roffel. De kanonniers laten hun kanonnen ratelen. De lucht is nu enkel dreunen. Plotseling houdt het op. Tien minuten. De zware batterijen alleen schieten langzaam ver der op vijandelijke artilleriestellingen. De lichte batterijen vallen weer in. Maar wij schieten nu eenige honderden meters verder. Dat stemt ons tevreden. Vuurpnuze wordt gecommandeerd. Het is schemerachtig gewor den. Het vlamt aan den horizon. Ontzaggelijke rookwolken drijven op ons toe. De waarnemers berichten dat fort Harré cn Bois Bourrus in vlammen staan. Onze plaag geesten. Eigenlijk had het ons reeds verwon derd, waarom zij al zoo lang gezwegen hadden. De eerste gevangenen worden gebracht, eenige honderden. De infanteristen, die bij hen zijn, kunnen wij tellen. Menigmaal bij een sprong in een loopgraaf aarzelden ze. Zoo ojit- zettend was de aanblik van de opengescheurde en verpletterde lichamen, die daar in bet rond lagen. Nu is bet klaar. De hoogte is genomen. Of dat alle gevangenen Waren? Neen er zijn er nog veel meer. Stormloopen is niet zoo moeilijk; niet zoo moeilijk als liet uithouden in de bezette stel ling, wanneer bet, vijandelijk artillerievuur weer begint. Maar daaraan niet meer gedacht. Wij hebben gevangenen, wij liebben gewonnen. Wie weet wie morgen nog leeft? Thans willen wy rust nemen. gaan verder mot hun troep. Krachtige kerels zijn de Franschen. Actieve divisies waren hier in het gevecht. Goede uniformen, stevige schoenen. De nacht komt, de opgaande maan en Venus kijken helder cn ernstig." PROJECTIELEN VOOR EEN SLAGSCHIP. In de ..Manchester Guardian" beschrijft een medewerker lioo een Engelsch slagschip eene la ding projectielen voor zijne kanonnen inneemt Toen do gTauwe ochtend even na het opko men van de zon een weinig ophelderde was het slagschip, dat 18.000 ton mat, de haven binnen geloopeu. Juis-t toen de pas aangetreden man schapen der wacht na vijf uur dus, kwamen vier lichters, geladen met cordiet, granaten, schietkatoen en andere munitie langszij van het oorlogsschip liggen. Deze lichters, die elk tot een bepaald station behooren, zijn met ma trozen bemand. De 30 c.M. projectielen, die elk 850 pond wegen, worden een voor een aan boord geheschen. De kleinere gaan bij twee of drie tegelijk naar boven en komen met verba zingwekkende vlugheid en zekerheid op het dek terecht. Daar worden zij opgenomen door andere matrozen, die ze even vlug naar" beneden dragen en weer overgeven aan anderen, die ze in de magazijnen zetten, waar zij netjes en vei lig op rekken ge'plaatst worden. De mannen, die hiermede belast zijn moeten vlug werken, omdat er anders opstopping en tijdverlies bij bot transport plaats hebben. Do matrozen behandelen alle^prejectielcn, ge vaarlijke zoowel als ongevaarlijke, even' voor zichtig, maar zonder angstige voorzorgen. O do eerie plaats bergen zij de gewone granaten en do pantsordoorborendo projectielen, die een 30-c.M. Ki'upp-pantserplaat doorboren en Lin nen in het vijandelijk schip ontploffen .Deze projectielen zijn van een ontstekingsdop voor zien eii onmiddellijk voor liet gebruik inreed, maar er is oen stoot gelijk aan een druk van duizenden kilo'3 noodig om ze tot ontploffing te brengen. Verderop lang3 liet dek worden de cordietln- dingen opgeltesehen en aan boord gebaald. De langwerpige vuilbruin geschilderde metalen kisten, voorzien van verschillende met verf aan gebrachte merken, die fabriek, datum van ver vaardiging eu afgifte, grootte en nauwkeurig gewicht aangeven, worden eerst als zij 'naar boven komen op elkander gestapeld. Dan ko- De priester keek verbaasd op. „Gij?" vroeg hij. „Wilt gij mijn rechter zijn?" „Ja. Maar ik .ben voor u een rechtvaardig rechter; ik spreek u vrij." En op geheel veran derden toon voegde hij er lachend bij„Waar lijk, zelfs deze goede pater Martinus heeft mij niet herkend!" Bij het geluid dezer stem ontsnapte den prie- ter een kreet van blijde verrassing. „Surcouf, Robert Surcouf, is liet mogelijk!" riep hij. „Ss.- zacht wat!" waarschuwde de andere. „Daar ginds zijn lieden, die zeer veel be'ang in ons stellen." „Maar hoe zijt gij tot mij doorgedrongen? In deze uniform? Weet gij, dat gij een zeer ge waagd spel speelt?" „Gewaagd? Och kom! Die heeren schilders en artsen, die op den inval komen om voor gene raal in spelen, zijn niet zoo gevaarlijk maar voor dien kleinen kolonel Bonaparte moet men zich een weinig in acht nemen. Gij vraagt hoe ik tol u doordrongen ben. Meent gij soms, dat Robert Surcouf er de man naar is om een goed vriend in den steek ie laten? En deze uniform? Bekijk ze eer.s wat nauwkeuriger. Het is de rok van een foiwachter, een douanier, dien ik aange trokken heb, daar hij hem op het schavot niet meer noodig had. Ik heb ook goede vrienden en bekenden, op wie ik mij'verlaten kan. Ik ga eens. binnen Toulon rondzien, of daar niet iets voor mij te doen valt." CCCLX. BISSCHOPSWIJDING. - ZEGENING EN OVERRELKING VAN DEN RING, Is de ring krachtens zijn geschiedkundige* oorsprong een teeken van gezag, volgen! de bedoeling der Kerk, uitgedrukt in hare offi) cicelo geboden, moet bij den bisschop ook zijn' een geloof szegel, een verloving si ring een een zinnebeeld van d kracht des H. Geestes. Geloofszegel. Als plaatsbekleedeJ van Christus heeft de Bisschop vooral tot taak over de zuiverheid des geloofs in zijne Kerk té waken. Vóór zijn wijding moet hij zelf in het openbaar een streng geloof-exmaen ondergaan) hij wordt beproefd of bij in allen deele orthodox' is en of liij het zegel van het échte, onver, valschte geloof in zijn ziel draagt. Dit geloofs-' zegel nu ook in zyae kudde onbesmet en ongerept bezwaren, zal zijn hoofdtaak zyujdaar.' aan moet liem de ring aan zijn vinger herinne*' ren en daarom ook bidt de Wijder dezen zegeti er over af„Schepper an bewaarder van het menschelijk geslacht, Uitdeeler der goes tol ij W genade, Gever der eeuwige zaligheid, stort GIJ uwen zegen uit over dozen ring, opdat al wi< moge wandelen versierd met dit teeken van heilig© trouw, mogo beschermd wezen door hemelsche kracht en geraken ten ceuwïg^u leven. Door Christus onzen Heer. Amen!" Verlovingsri 11 g. Na den ring met wijwater besprenkeld te hebben, steekt d< \V ijder hem aan den vinger des wijdelings met do woorden: „Ontvang dezen ring, liet teeken 11.I. van trouw, opdat gij Godes heilige Brui.!, welke de Iverk is, iu ongeschonden trouw onge rept bewaket!" Hieruit blijkt, dat, gelijk d« bruid by het huwelijk van haar bruidegom een ring krijgt ten teeken der verbintenis door hen aangegaan, zoo ook de Wijdeling, door de lian- dpn des Wijders, van zijn Bruid zijne Kerk dit eeretoeken ontvangt als symbool van do geestelijke verloving, dio hij met haar lieert aangegaan. Zinnebeeld van geestelijke kmc li t. Ten slotto zinspeelt de sterke cn kostbare ring op de genadegaven des H. Geestes, die den bisschop ten deel vallen. Deze gedachte ligt ten grondslag aan het gebed, dat de Kerk hem by het aandoen ervan le storten voor schrijft: „O lieer, geef kracht aan de vingers van mijn hart en mijn lichaam en omring ze met do heiliging van uwen zevenvoudigen Geest!" Tot handelen gebruikt men de hanó en vooral de vingers. Hand en vingers.zijn daar om ook passend symbool van een zedelijken levenswandel, die op zijne beurt oen vrucht vat de werking dos H. Geestes is. men de op bloote voeten loopende matrozen vlug mot hunne kruiwagens aanrijden, brenger! de kisten naar do luiken, waar zy naar de ma gazijnen beneden worden geheschen. Op een andere plaats op dok is een andere groep matrozen bezig met liet aannemen van do granaten enz., voor de lichte en de vlieg- tuigafweerkanonnen en vau do munitie voor geweren en andere lichte wapens, die weer op eeno bijzondere plaats worden geborgen. Aan de andere zyde worden de lange gelé lydiet-granateu snel, naarmate zij aan dek ko men, op stapeH gelegd. Putter, professor in de pbysiologie to Bonn, dio tegenwoordig ala officier van gezondheid to velde staat, doét mededeolingen over het uithoudingsvermogen van soldaten. Do erva ring hooft als regol geleerd, dat de volledig, voor liet veld uitgeruste soldaat urenlang met een snelheid van 11 tot 12 minuten per K. M. marekeeren kan. Is hij geoefend, dau kan hij tien uur per dag zoo marcheereu, en zoo noodig zos uur daarvan achter elkaar. Hooveol arbeid hij daarbij verricht, blijkt uit de verhouding van hot zuurstofgebruik tusschcn een slapend of 1 U3tend mensch en van een marebeerend soI« daat. Een man van 1.70 M. lengte en 70 K.Cb gewicht, de gemiddelde soldaat du3, gebruikt rustend 250 cM3. in de minuut. De verbrandin gen, die met behulp biervan in bet lichaam worden volbracht, beantwoorden aan een ar beid van 495 meter-kilogram. Een mensch van 70 K.G. gebruikt echter voor oen M. weg 17.S meter-kilogram eu voor zijn kleeding en ver- dere belasting naar verhouding meer. De com plole oorlogsuitrusting weegt 31.5 K.G. Ds soldaat, die 70 K.G. van zijn lichaam en 31.? K.G. last in 12 minuten een K.M. ver op dv vlakte voortbeweegt, presteert hierby 12Lt meter-kilogram, dus 4.27 maal zooveel als een rustend mensch. Wordt do K.M. in tien minu ten afgelegd, dan is het gckeele verbruik 6-1J „Doe dat toch niet, Gij waagt uw leven!" „Wees niet bezorgd voor mij. Ik weet precies, wat ik waag. Voor liet oogenblik betreft liet ge had en al u. Gij zijt vrij. Waarheen denkt gij te gaan „Eer ik u ontmoette, was ik voornemens zot mogelijk de Italiaansdie grenzen te bereiken Daar ginds zal men voor mij zorgen." „Gij zult veilig over de grenzen komen, beste pater Martinus. Ik heb hier eenige wakkere lie den, die gij naar Erejus moet vergezellen; zij zullen u op een vaartuig overbrengen." Hij liet een zacht gefluit hooren, waarop twe» gedaanten in het duister van den nacht opdo ken. „Hier is de eerwaarde pater Martinus, man nen. Ik vertrouw hem aan u toe, omdat ik weet dat hij in uwe handen even veilig is als iu cle mijne. En geef mij nu mijn rok en neemt dezer daarvoor terug. En thans, vrome vader, wil lef wij afscheid nemen. Wij zullen beiden dit Ianf verlaten, maar onze wegen zullen elkander noci weder kruisen. Bid voor mij, want het gebed de* rechtvaardigen vermag veel, en ik zal er behoef ie aan hebben!" „God zegene u, mijn zoon! Ik Hij sprak niet verder; want Surcouf was reeds in den donkeren nacht verdwenen, doch had hem eerst iets in de hand gestopt. De priester voelde, dat het geld was; hij moest de beide zeelieden volgen, zonder het te kunnen terugwijzen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 9