NIEUWE Ilill COURANT
IDE DAMIAATJES1
ROB-ERT SURCOUF
C. H. VOGELZANG
BINNENLAND
UIT De"p»OVINcÏ5"
FEMSLLETOH
f mm bij levensl. ongeschiktheid tol werken
5S10 bij overlijden
- im bij verlies van een duim
BELGISCHE BRIEVEN.
Vrijdag 9 Juni
Tweede blad
AUe betalende «bennês op dit Blad, d!e
in het bezit zijn van eene Verzekeringspolis,
zijn, volgens de bepalingen op de polissen
Vernield, tegen one-Jukken verzekerd voor:
- SOQ bij veriies van een hand of voel
- ISO bij verlies van een oog
75 bij breuk van een arm of been
80 bij verlies van een wijsvinger
m S25 bij verlies van een anderen vinger
De uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Hollandsche Algemeene
Verzekeringsbank" te Schiedam.
De vóór l October 1911 uitgegeven polissen
zijn niet geldig.
Gsüze BLOUSES en R09CKEÜ
munten uit doei* goeden
pasvorm en afwerking
GROOTE HOUTSTRAAT 29.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon besl. is aan de heeren F. J. A. H.
Hendriksz, gepensionneerd luitenant-kolonel der
infanterie, en M. C. Sobels, ondersctaeidelijk chef
eener afdeel mg en chef eener onderafdeeling van
het door de vereeniging „Het Nederlandsehe
■Roode Kruis" opgerichte Informatiebureau voor
zieken en gewonden, op verzoek eervol ontslag
verleend uit hunne bovengenoemde betrekking.
DE SLAGERS EN HET DURE VLEESCH.
Door 't Bestuur van den Nederlandschen Sla
gershond is een adres aan den Minister van
Landbouw enz. gezonden, waarin wordt ge
klaagd dat adviezen van den Bond en verzoeken
worden ter zijde gelegd; alsmede, dat de Minis
ter in deze tijden van crisis op het gebied van
den vleeschinkoop en den vleesciiverkwip steeds
behoefte heeft gevoeld te raadplegen met de be
langhebbenden bij een algeheel en en te grooten
uitvoer (de exporteurs en de landbouwvereeni-
gingen), maar nooit met de belanghebbenden bij
een normalen, met beleid geregelden uitvoer, die
een algemeen belang kan genoemd worden (de
slagers)
Adressant herinnert er aan, dat in 't begin
van den afgeloopen winter van zijn kant de aan
dacht van den- minister er op is gevestigd, dat
wanneer op de toen gevolgde wijze van uitvoer
zou worden doorgegaan, de vleeschprijzen in
Mei, een ongekende hoogte zouden moeten berei
ken, hetgeen thans is geschied en had kunnen
worden voorkomen en verzoekt ten slotte:
1zoolang, totdat de markprijzen op een
zoodanig niveau zullen zijn gekomen, dat ook ge-
wone mensehen vieescii kunnen eten, de grenzen
voor den uitvoer van vee en vleesch gestoten te
houden
2. te willen ophouden met den Slagershond
in de zoo belangrijke kwesties van hernieuwde
opening der grenzen en van het afgeven van con
senten van uitvoer volkotnen te negeren maar
integendeel daarbij met zijn vertegenwoordigers
overleg te willen plegen.
DE LEVENSMIDDELENVOORZXENING.
Namens het Chr. Nationaal Vakverbond, het
bureau voor de R.-K. vakorganisatie, de fede
ratie van R.-K. Volksbonden en Werkliedenver-
eenigingen, het Ned. Werkl. verbond Patrimo
nium, den Chr. Nat. werkmansbond het Ned.
Luthersch Werkmansverbond en den R.-K. Bond
van Coöperatieve Vereenigingen, is een adres
aan de Tweede Kamer verzonden, waarin wordt
verzocht, er bij de regeering op aan te dringen,
speciale maatregelen voor te bereiden met het
oog op den te verwachten bijzonderen noodtoe
stand.
Volgens het oordeel van adressanten behoeft
het plan der regeeimg inzake de levensmidde
lenvoorziening aanvulling en verbetering en wel
allereerst door een fmanciëele regeling, die voor
de gemeenten gunstigei is, zoodat in geen geval
niet 1/4, maar ten hoogste 1/5 van den bijslag
voor rekening van de gemeenten komt,
Het plan, de gemeentebesturen over'de prijzen
te doen onderhandelen met de producentenver-
eenigingen, waarbij de minister slechts bemidde
lend optreedt, indien partijen niet tot overeen
stemming komen, schijnt adressanten weinig
aanbevelenswaard.
Meer wenscheliik achten zij een regeling,
waarbij de regeering de producten inkoopt en
aan de gemeenten ter distributie levert, of anders
de regeering billijke prijzen vaststelle, waarvoor
aan de gemeenten moet worden geleverd. Zoo
noodig moet een bijslag gegeven worden op ver-
bruiksartikelen, die van elders aangevoerd wor
den en op welker prijsbepaling de regeering geen
invloed kan doen gelden.
Adressanten hopen, dat de regeering zal zor
gen, dat men verzekerd zal kunnen zijn, dat !n
het derde crisisjaar de volksvoeding geen ge
vaar loopt. Een bedrag van 20 milliocn, als
thans wordt aangevraagd, lijkt hun ontoerei
kend met het oog op den grooten nood, dien de
regeering verwacht.
Episoden uit het leven van een
KAPERKAPITEIN.
22)
Beantwoordt gij mijne vraag, dan zal ik geneigd
zijn u aan den gouverneur van de eerste in mijn
koers liggende Fransche bezitting als gevangen
•genomen zeeschuimer uit te leveren; blijft gij
echter bij uw zwijgen volharden, dan laat ik u
e»st afstraffen, dan kielhalen en ten slotte, als
2l|lks ook tot geen bevredigende uitkomst leidt,
a'Ti de ra ophangen!"
„Beproef liet!" schreeuwde Schoofer, razend
van woede „Het zal u slecht bekomen!"
„Luitenant Ervillard, voorwaarts!" gebood
Surcouf.
Op een wenk van den luitenant werd Schooier
door zes krachtige vuisten aangepakt en naar
«et voordek gebracht.
„Bij den duivel! hij waagt het!" hoorde men
Schooter roepen. „Voert mij terug; ik zal het
Antwoord geven
Hij werd teruggeleid en bekende, dat hij den
Fiestc-r dien ochtend aan de wilde Sakuru-Dajak-
-Overgegeven had.
eiken PriJs gij bekomen?" vroeg Sttr-
„Den buidel met goudstof, dien gij in mijne
cassette zult vinden," luidde het antwoord.
„Waar wonen deze Dajakkers?"
„Een uur ver stroomopwaarts van de monding
van het riviertje"
„Goed! Ik heb u nu nog te zeggen, dat ik u
niet zal uitleveren, tenzij het mij gelukt den
gezochte ongedeerd terug te bekomen; is hem
echter het geringste leed geschied, dan 'wordt gij
opgeknoopt. Ik handel derhalve in uw eigen
belang als ik u gelast, mij een uwer lieden te
noemen, die geschikt js als uw bode naar de
Dajakkers te gaan; den buidel zal hij mede-
krijgen; doch zullen hem twee mijner mannen
vergezellen, die gewoon zijn met deze wilden te
verkeeren. Noem den naam!"
„Den tweeden stuurman Harcroft."
„Dat is voldoende. Thans wil ik u nog een
braven kerel voorstellen, die door eigen ervaring
weet, dat gij een zeeroover zijt en wien wij het
te danken hebben, dat wij zoo snel en met zulk
een gunstig gevolg in uw kielwater gekomen
zijn."
Hij gaf een wenk en de Duitscher trad voor.
„Holmers 1 Schurk!" riep de gevangene en hief
de vuisten op om zich ondanks zijne geboeide
handen op den genoemde te werpen; doch hij
werd terstond vastgegrepen en op bevel van den
kapitein op den „Valk" overgebracht.
Zoodra de ochtend'begon te grauwen, stak er
een boot af om de drie boden naar den vasten
wal te brengen. De tweede stuurman Harcroft
had verklaard, dat hij het was, die met Karima,
het opperhoofd c!er Dajakkers te verhandelen had
gehad en de beide hem toegevoegde mannen ver
stonden genoeg Maleisch om hun last behoorlijk
te volbrengen.
Er was overeengekomen, dat Surcouf tot den
middag wachten zau, doch dan, ingeval zij nog
niet tenyr jekeerd waren, het er voor houden zou,
dat hij bun te hulp moest komen. Ook Holmers,
de Duitscher, verhaalde, dat hij bij het vorige
bezoek van Schooter aan c(e wilden mede aan
land geweest was en den weg genoegzaam
kende cm tot gids te dienen. Naar zijne opgaven
kon de kapitein een situatieplan ontwerpen. Hij
had voor dezen man ondaiik's den korten duur
van hunne kennismaking reeds eene zekere gene
genheid opgevat. Holmers' droefgeestigheid was
een gevolg van zijn verlangen naar zijn -vader
land, dat hij hartelijk liefhad en waarin hij toch
niet meer terugkeeren mocht. Als deserteur zag
hij zich veroordeeld zijn hoofd eenmaal in
vreemden grond te ruste te leggen.
De vastgestelde tijd verstreek zonder dat de
drie boden terugkeerden en dienvolgens zag Sur
couf zich tot een krijgstocht verplicht. Hij gaf
den luitenant het commando der beide schepen
over en stelde zich aan de spits der twintig
mannen, die voor de landing uitgekozen waren.
Zij werden goed met wapens voorzien en moes
ten ondanks de hier heersehende hitte drie pak
ken over elkander aantrekken om het indringen
der vergiftigde pijlen van de Dajakkers zoo
mogelijk te voorkomen. De schepen verlieten het
eiland en lieten in de nabijheid van het vaste
land het anker vallen, om de kusten daarvan
desgevorderd met hunne kanonnen te kunnen
bestrijken-. Daarop voeren de booten af om in
de bocht ie landen, die.door een klein, hier in
zee uitmondend stroompje gevormd werd.
De oever vertoonde slechts een smalle, zan
dige streek zonder plantengroeidaarop volgde
een dicht woud, welks slingerplanten het voort-
dringen zeer bemoeilijkten. Dat het woud ook
door groote dieren bewoond werd, bleek ,den
zeelieden uit een breed rhinocerosspoor, hetwelk
langs het stroompje opwaarts voerde en waarin
verscheidene andere uitliepen. Dit pad volgde
Hoirners/- Het gevaarlijke van den. toestand
eischte de vorming eener voorhoede en daarom
zond Surcouf vijf man vooruit, die den weg ver
kennen moesten.
Men had bijkans een half uur afstands afge
legd toen door deze voorhoede het teeken gege
ven werd, dat er onraad bespeurd werd. Snel
rukten de anderen voort en bereikten eene plek,
waar zich vlak aan den oever verschillende
rhinocerosspaden vereenigden en derhalve eene
betrekkelijk open ruimte vormden. Deze was
links door het water, rechts door het woud inge
sloten en van voren door een dichte drom gewa
pende Dajakkers bezet; zij hadden de Europea
nen reeds gezien, zwaaiden hunne spiesen en
bogen en hieven een vreeselijk geschreeuw aan.
„Zoo," sprak de opperkonstabel, die met een
geweer en een dikken knuppel gewapend was,
„die daar hebben ons vaarwater versperd. Mij
dunkt, dat wij ze maar onverwijld moesten over
zeilen, kapitein!"
„Neen," antwoordde deze; „want wij weten
niet, of ze ons vriendschappelijk of vijandig
gezind zijn."
Hij liet zijne lieden terug en trad met Holmers
en nog drie anderen vooruit, totdat hij de Ma-
leiers tot op veertig passen genaderd was. Hij
voelde zich-hier volkomen zeker, daar de terug-
geblevenen de Dajakkers zeer gemakkelijk met
hunne kogels bereiken konden. Daar de laatsten
zija bedoeling begrepen, traden ook van hen
vijf man vooruit. Een hunner hief de werpspies
op en riep:
„Ada toean-koe?"
Deze woorden beieekenen: „Wie is mijnheer?"
Zij bevatten een hoffelijkheid en er viel uit op te
maken, dat de Dajakkers niet voornemens waren
vijandig te werk tc gaan. Surcouf had zich zoo
veel van het Maleisch eigen gemaakt, dat hij
antwoorden kon:
„Ik ben de aanvoerder dezer mannen. Wat
voert u op deze plek?"
„Wij willen u ontvangen," luidde het ant-
woord.
„Hoe wist gij, dat wij kwamen?
„De drie mannen, die gij ons zondt, liebben
het ons gezegd."
„Waar zijn zij?,''
Wor'dl vervolgd.)
(Van onzen eigen Correspondent.)
Antwerpen 6 Juoi 1910.
Een maand heb ik gezwegen. Waarom i Er
zijn nu eenmaal van die omstandigheden die een
mcnsch wei eens noodzaken te zwijgen, ook al
wilde hij spreken. Ter voorkoming van misver
stand wil ik zeggen dat die omstandigheden
niet voortspruiten uit een of ander conlliet met
de bezettende 'macht,, doch van zuiver privaat-
karakter zijn. Die omstandigheden verdwenen
zijnde, zal ik van af heden wederom regelmatig'
ci. rrespondeeren, zelf trachten de schade in te
Ik wil toch over een persoonlijk feit spreken.
Ik ben ik ben... ter <lood veroordeeld...,
doch het vonnis wordt niet voltrokken voor na
den oorlog1.
Deze yreëselijke straf, over mij uitgesproken
door een aantal Belgen die in besloten kringen
d ii gouvernement de demain
vormen, is opanbaarlijk in hun lijfblad bekend
gemaakt. Die heeren geven zoo nu en dan een
ld ad uit, hetwelk zij noemen de Vrije Stem."
liet proza verschijnt zonder toestemming der
censuur, m. a. w. het ie een niet geoorloofd blad.
De heeren redacteuren van dit blad zijn over
goten met eene enorme hoeveelheid vaderlands
liefde. .i zij haten do Duitsohers en zijn voor
hun dierbaar België tot elk offer bereid.als
het maar géén geld of hun leven niet kost.
Iéder die Vlaamschgezind is, die wil mede
werken om dat arm verdrukt, in eene poel van
onwetendheid gehouden, volk te verheffen, of
die zich durft verzetten tegen de stelselmatige
beleedigingen en verachtingen, die is „ver
dacht" van Duitschgezindheid en is vanzelf een
landverrader. Nu is het mij wel tamelijk, en erg
ook, onverschillig, wat die „ware vaderlanders'1
van mij denken of wat zij na den oorlog met mij
willen doen; in geen geval zal liet mij tegen
houden om mijne houding te wijzigen ten einde
in de genade van die heeren opgenomen te wor
den. Die 'meuschen hebl en het gedacht dat onze
Nederlandsche dagbladpers op liet zelfde peil
staat als de thans op non activiteit staande Bel
gische nieuwsbladen; dat ook onze pers om
koopbaar is; dat men ook bij ons voor eenige
franks zijne gedachten verkoopt of de waar
heid verkracht. Als zij zulke middelen geprobeerd
hebben, en liet is dan niet.gelukt, dan beginnen
zij te dreigen en, zoo ais nu met mij, te vonnis
sen
Er is toch een slechte kant aan dat doodvon
nis. Waarom hebben zij er niet bijgezet hoeveel
weken na den oorlog het vonnis voltrokken zal
worden? Ik had mij dan kunnen voorbereiden.
Nu ben ik verplicht geweest om oogenblikkelijk
orde op mijne zaken te stellen, een notaris te
raadplegen, en het geld is toch al zoo vreeselijk
duur.
Gelukldg is de Pastoor mijner parichie een
door en door braaf man die mij beloofd beeft
voor niemendal eene eerste klasse uitvaart te
zullen geven, hetgeen de thans gemaakte kosten
compenseert.
Maar enkele oogenblikken in ernst gesproken.
Begrijpt men nu goed lioe men in dit lief
1021
schoon Belgenland de mensehen durft behan
delen omdat men geen voorstander is van dat
Eransch-gestoethaspel Dat zijn in meerendeel
lieden die schreeuwen en eischeu een „Vrij
België" (ik bedoel bier niet bet orgaan van den
achtbaren heer mr. dr. Frans van Cauwelaert)
waar enkel vrijheid bestaat voor eene groep
Walen, aangevuld door eenige outoarde Vla
mingen, om daar met hart en ziel te propngce-
ren voor eene vreemde natie, ook al worden
eigen landgenooten, in casu de Vlamingen,daar
door zedelijk vermoord.
Er heersekt bij die lieden wel eene buiten
gewone geestesgesteldheid!
Sedert eenige dagen zijn wij een aantal „bur-
gergeneraals" kwijt geraakt; zij hebben
overgeteelcend en zijn nu met den rang van Ad
miraal, bij de zeemacht ingedeeld. Enfin.
het „raait" toch.
Na het, bekend worden van den zeeslag tus-
saketi de EngeUclie en Duitsche vloten, zijn die
heeren plots van wapen veranderd waardoor de
belangstelling voor de verschillende fronten dan
ook tot nul teruggebracht is. Berichten over
Verdun worden niet meer gelezen of berekend,
't Is nu enkel de zee, die de aandacht verkrijgt.
De eerste- berichten bereikten ons door de
Duitsche dagbladen. Volgens dc bevolking wa
ren dat maar weer berichten van liet leugen-
bureel gelijk zij op initiatief der Belgische bla
den van Augustus 1914 liet Wolfbureau noemen.
Zóó iets was onmogelijk en werd enkel ver
spreid om de oproerige bevolking in Dnitseh-
land tot kalmte te brengen en hen in den daar
heersehenden hongersnood moreele krach lCB te
Toen kwamen de berichten van de Engels,che
•admiraliteit, 't. Was dan tóch waat dat do Duit
sohers den Engelsehen gevoelige slagen hadden
toegebracht aan hunnen nationalen trots.. aan
hunne oorlogsvloot.
Zou de Engelsclie admiraliteit zich niet ver
gist, hebben en moedwillig- de verliezen i-ergroot
hebben
Toen werd er met angst naar de Nederland-
sclie dagbladen uitgezien. Het allergrootste ge
deelte der Belgen heeft wel is waar absoluut
geen vertrouwen in de Nederlandsehe dagbla
den. Hier heet 't om maar geen namen te noe
men ze zijn allen Duitseh gezind, terwijl ik
de verdere lasterpraatjes maar zal zwijgen; en
toch koopen zij de bladen om te bestudeeren of
er geen stroohalmen te vinden zijn. Vooral de
„toestand" en „dag"-schrijvers worden als het
ware verslonden als is het dan niet met sym
pathie.
Onze bladen waren zeer gereserveerd maar
gaven toch genoog voor de nieuwbakken zee
voogden. Zij hebben alles gewikt en gewogen en
nu is het bij het volk al zoover gekomen dat zij
w-eten dat al de van Engeland in den grond
geschoten en gezonken schepen niet zooveel ge-
vechtswaarde hadden als één schip van de Duit-
schors, zoodat.... liet oen nederlaag voor
Duitscliland is geweest!
I.ïeb ik nu ongelijk als ik zeg dat onze marine
staf enorm uitgebreid is?
Natuurlijk zijn er verstandige lieden.óók, die
onömw-onden toegeven dat liet minstens een
moreel succes voor do Duitsohers is en dan is
er nog een soort die zich verheugen in Enge
land's nederlaag. Ik sprak met eenige advocaten
die onomwonden zeiden: dat is Engeland's be
looning voor de minder correcte handelwijze
tegenover ons Belgen.
Ook dat is een feit, hetwelk hier wel eens mag
worden vastgesteld. De ontevredenheid tegen
Engeland neemt bier van dag tot dag toe. Voor
.een jaar zou liet onmogelijk geweest zijn te lioo-
ren wat men nu te hooren krijgt. De ontwik
kelde Belgen spreken met zeer weinig sympa
thie over Engeland's houding en zeggen thans i
't Is alles g-oed en schoon, maar wij werken en
vechten toch eigenlijk voor Engeland's glorie,
iets dat ons weinig in huis brengt.
Er kan en mag gebeuren .wat er wil; lioe de
oorlog zal eindigen weet niemand, maar één feit
staat onomwonden vastdat Engeland afgedaan
heeft bij dat gedeelte der bevolking dat er de
voorkeur aan gegeven heeft in eigen land de
beproevingen te dragen in plaats van in den
vreemde eene verlenging- te knoopen aan de
zeven vette jaren.
Nu nog eenige woorden over ons intellectueel
leven. Het is ons onmogelijk in deze dagen vol
doende op de hoogte to blijven van wat er in
Nederland op intellectueel terrein gedaan
wordt.
Wel is waar hebben wij in de verschillende
hier uitkomende Ned. dagbladen de rubrieken
„Kunst en Letteren"; w(j kunnen dus zoo nu en
Koffiehuis-Knfgflkundigen, die in 'dc
cafó's den oorlog winnen!
dan eens lezen wat er op gebied der letteren
verschijnt maar dat blijft toch altijd maar een
subjectief terrein.
Of nu enkel de oorzaak in do duurte van bet
Nederlandsch geld schuilt en wij daardoor van
onze uitgaven verstoken blijven, betwijfel ik
zeer. Ik geloof dat ook hier de censuur een
woord medespreekt, en dat is zeer te betreuren;
op het gebied der Nederlandsehe literatuur
schijnt de oensuur al zeer moeilijk te zijn.
Ik weet van iemand die ongeveer een maand ge
loden dc boeken van Cesar Gezelle over do stad
Ypercn, heeft laten komen en die nog steeds
wacht op de aflevering. Er staan in-dat werk,
hier en daar, enkele minder gelukkige uitdruk
kingen tegenover de Duitscliers, maar dat is
toch geen motief om die boeken terug te hou
den. Fransche of Engelsche nieuwe uitgaven
zijn er in het geheel niet te. bekomen en wij zijn
dus, enkel en alleen op de Duitsche uitgaven
aangewezen. Ik voor mij heb mij zeer veel oor
logsliteratuur aangeschaft omdat daaruit de ge
schiedenis van de heersehende wereldrampen zal
geschreven moeten worden.
Onder deze uitgaven heb ik twee zeer belang
rijke werken gevonden. „Magsénverhetzung mul
Volbkriëg in Belgien» von Er. Paul Rohrbach
mit zahlreïehen Faksim-iles aus der Belgisehen
Presse. (Verlag Carl. Curtius, Berlin) en „Die
tJniversitüt Gent, Flandern und das Deutsche
Reich" Von Friedriob Wilhelm von Bissing
(zcon van Zex. den Generaal-Gouverneur in
België).
Van dezo zeer belangrijke werken heb ik tot
nu i oe slechts cenc zéér oppervlakkige beoor
deeling gelezen in de „Maasbode." Ik betreur
dat zeer omdat uit dat ernstig en zwaar gedocu
menteerd werk zeer. veel te bewijzen is omtrent
do toestanden die hier in den aanvang van
Augustus 1914 geheerscht hebben.
In verband niet mijn standpunt: gerechtig
heid voor vriend, en vijand, zal ik in een volgend
artikel deze boeken, uitvoerig bespreken.
Oil. A. B.
BLOEMEND AAL.
Gemeenteraad.
De gemeenteraad vergaderde gisterenmid
dag- onder leiding van den burgemeester.
Afweaig was de boeg- Van ïienhoveu, af
getreden wethouder.
Na verschillende opmerkingen worden de
notulen goedgekeurd.
Naar aanleiding van liet aftreden van den
lieer Van Tienhoven zegt de burgemeester,
dat het zeer zeker allen spijl, dat hij weg
gaat, Het. zal ons spijten voor de gemeente,
den raad, het dagelijkseh bestuur. I)e heer
an Tienhoven was in liet dagelijksch be-
e;tuur een groote kracht en we zijn hem ze-
kor dankbaar voor alles wat hij in het be
lang- der gemeente, heeft verricht, (Applaus).
Da amp wordt het nieuwe lid, dc heer
Verdcgaal, geïnstalleerd, die door den secre
taris wordt binnengeleid, deeeden in han
den van den burgemeester aflegt, door den
burgemeester wordt gelukgewenscht en
plaats neemt tusselien de heeren Bispinck en
Van der Hulst.
Vervolgens wordt met 7 van de 12 uitge
brachte stemmen tot wethouder .gekozen de
heer A. Koolhoven, terwijl i 6lemmen
zijn uitgebracht op den heer Bispinck en 1
stem op den beer Laan.
Do voorzitter wemoht den beer Kool
hoven geluk; wc zullen nu, zegt de burge
meester, de zaak op den ouden voet gaan
voortzeulen.
Dc beer Koolhoven dankt don Raad
voor bet in liem geschonken vertrouwen en
belooft zijn beste krachten in dienst van bet
gemeentebelang te zullen stellen.
Aan don beer Wels wordt vergunning ver
leend tot bet bouwen van een bergplaats.
Ovor een verzoek tot bet dekken met riet
van een dubbele villa aan de Lombard Pe
tri elaan, hebben de vorige maal de stommen
gestaakt. Na eenige opmerkingen staken do
stemmen opnieuw, G—6, zoodat het voorstel
nu, volgens de wet, verworpen is.
Ingekomen is een schrijven van (ie loden
Boruwaten, Jacomettr en Teding vun Berk.
hout, niet betrekking tot een wijziging van
bot reglement van orde. Dit verzoek ie groo-
teiideels ingewilligd in liet reeds door ons
gemelde voorstel van B. on W., dat ale volgt
luidt:
„De raadsstukkeu worden, uiterlijk bij het
uitvaardigen-der oproepingsbriefjes, voor de
leden van den Raad ter lezing gelogd van
des voormiddags 9 uur tot des namiddags
9 -uur. Bij belangrijke onderwerpen worden
deze stukken aangevuld met ecu daarbij be
boerend en met redenen omkleede toelich
ting. van bot Dagelijkscb Bestuur. Waar
het voorstellen betreft omtrent te maken
verordeningen of voorschriften, worden de
daarop betrekking hebbende voorstellen, in
concept, minstens één week voor de ver
gadering aan ieder der leden in afdruk,
eveneens voorzien van een toelichting en
advies, toegezonden."
I)e drie genoemde leden vroegen boven
dien, den raad eenmaal per maand te doen
vergaderen. En B. en W. voegeu aan hun
voorstel nog toe, dat. behalve in spoed-
eieehendo gevallen, de oproeping ter verga
dering zooveel mogelijk acht. dagen vóór
bet houden der vergadering geschieden moet.
De beer dr. Bom water zegt, ter toe
lichting van bet schrijven, dat-dit. een ge
volg is van do vorige raadszitting, die ern-
EERSTE JAAR
VRIJDAG 9 JUNI 1916
No. 35
REDACTIE: GEBOUW „ST. BAVO"
TELEFOON 49
MAANDOVERZICHT.
IN Mei 1910 hadden in „St. BAVO" plaatsj
4 Vergaderingen van den Middenstand. o
Geijwngds vergaderingen. 'i Politiek© verga
deringen. 2 Onderwijs-verg-aderingen. 1
Vergadering- van niet-Katholièken 8 andere
vergadering. 2 Tentoonstellingen. 86 Ver
gaderingen van den Volksbond. 5 Groote
bruiloften.1 Kleine bruiloft. 6 Voorstel
ling-en Witte Bioscoop. 1 Voorstelling- Bios
coop Kroës, met Kinderfeest. Totaal 125
samenkomsten.
MEDEDEEL! NGEN.
Algemeene Vergadering. Woensdagavond was
er weer aardig succes te boeken in do gewone
maandvergadering van den Volksbond. De zaïil
was prachtig bezet, enkele Eerw. Geestelijken,
meerdere Recht Ahe Raadsleden waren- tegen-'
woordrg", alsmede verschillende dames. De be
langstelling-voor den Bond stijgt zier.dei'oog;
de voorzitter was dan ook erg in zijn schik. Nog
eens geweldig trok bij van leer tegen de
„vreemde" woorden, aan welker gebruik de
lieer Kamerbeek zich bezondigde. Hartelijk
werd de voorzitter' uitgelachen, toen bij zelf
misdreef, wat bij in een ander afkeurde. In-
tussclien wordt de beweging sterker togen min
der gangbare woorden en zinswendingen. Het
volk begint, krachtig te verlangen naar rede
voeringen, waarvan ieder gedeelte bevattelijk
is.
Damiaaijes. De rondibrengers der Daminatjes
worden vriendelijk verzocht hun boekjes in de
bus te willen stoppen.
Gesloten. Eersten Pinksterdag, eersten Kerst
dag en ecrslen Paaschdag is „St. Bavo" geslo
ten-
Steuncomité. Na hel; schrijveD van hot Hoofd
bestuur van den Volksbond, gericht aan het
Plaatselijk Steuncomité, odi over te gaan tot
het uitdeden van kleeran en schoeisel aan ben
die daaraan behoefto hebben, heeft dit Comité
een "vergadering belegd en is na uitvoerige be
spreking tot do conclusie gekomen, dat:
1. Het Steuncomité is opgericht, ter bestrij
ding der gevolgen van crisis-werkeloosheid.
2. De duurte der levensmiddelen enz. dient
bestreden of voorkomen te worden door do
Regeering.
Het Steeneer.: té voor Haarlem kan dus niet
meegaan met -stol van het Nationaal Comité
om tot bestri, g der duurte mee te werken,
voor zoover lui betreft do meest-belioeftig-en.
Vooruitgang. In April en Afci traden tot den
Volksbond toe "3.04 nieuwe leden, afgevoerd
werden er 29, waarvan 5 overleden, 5 verhuis
den en 19 bedankten. Vooral de onder-afdecling
Spoor en Tram gaat snel vooruit.
Aandacht gevraagd. De Spaarkas en de Con
tributie-betaling van do vak vereenigingen he-b-
ben morgen plaats in dc. groote zaal van „St.
Bavo."
AGENDA: Gebouw „St. Bavo."
ZONDAG 11 JUNI. Het gebouw „Sri
Bavo" is gesloten.
MAANDAG 12 JUNI. Congres Esperantis
ten.
DINSDAG 13 JUNI. Loden, Fabriek-,
Haven- en Transport arbeidersbond.
WOENSDAG 34 JUNI. Bestuur Bouwver.
St. Jozéf". Hoofdbestuur R.-K. Volksbond,
8V2 uur. Vriendenkring, 9 uur. Commis
sie van Finantiën, 3 uur.
DONDERDAG 15 JUNI. Volkszang.
Leden schilders. Propag.-Glub. Slager?.
VRIJDAG 16 JUNI. Rederijkers. Jon
gensafdeeling. Hoveniers, 8 uuri
ZATERDAG 17 JUNI. Allerlei zaken.
Spaarbank. Spaarkas. Arbeid Adelt.
Contributie betalen.
N.B, Tengevolge der verbouwing kunnen de
zalen niet worden aangekondigd.
Zij die hun vergaderingen in dezo Agenda
aangekondigd willen zien, moeten hun zaal
uiterlijk Donderdagavond 9 uur bij den kaste
lein van „St. Bavo" besproken" hebben.